21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1521 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 3 augustus 2015

De vaste commissie voor Europese Zaken en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben op 16 juni 2015 overleg gevoerd met Minister Koenders van Buitenlandse Zaken over:

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 22 mei 2015 met het verslag van de Raad Algemene Zaken van 19 mei 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1503);

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake d.d. 18 mei 2015 met het verslag van een schriftelijk overleg met betrekking tot de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken op 19 mei 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1502);

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 12 juni 2015 met de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 23 juni 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1509);

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 28 mei 2015 met een reactie op de inzet van het kabinet voor het aanstaande gesprek met de Britse premier Cameron (Kamerstuk 34 166, nr. 21);

  • de brief van de Minister van Financiën d.d. 5 juni 2015 betreffende de aanbieding van documenten behorende bij het WOB-verzoek van De Telegraaf over de totstandkoming van de EU-naheffing (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1263).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Azmani

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Keulen

Voorzitter: Azmani

Griffier: Röling

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Azmani, Bisschop, Van Bommel, Maij, Omtzigt, Pechtold en Van 't Wout,

en Minister Koenders van Buitenlandse Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.

Aanvang 16.01 uur.

De voorzitter: Ik open het algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken die op 23 juni wordt gehouden in Luxemburg. Minister Koenders zal daar het Nederlandse kabinet vertegenwoordigen. In het kader van de controle van de Kamer houden wij vandaag dit algemeen overleg. Ik bepaal de spreektijd op vier à vijf minuten.

De heer Van 't Wout (VVD): Voorzitter. Er ligt een zeer uitgebreide agenda voor de Raad Algemene Zaken voor. Veel dossiers zullen nog aan de orde komen in debatten over andere Europese Raden. Ik vind het een gemiste kans dat het format dat wij hadden afgesproken tijdens het AO over informatievoorziening, nog niet helemaal in deze agenda is doorgewerkt. Hopelijk is dat de volgende keer beter. Ik concentreer mij op een aantal dossiers die vermoedelijk niet bij andere AO's aan de orde komen.

De VVD hecht grote waarde aan TTIP, het vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten. Wij hebben vaak opgeroepen tot tempo. Vorige week zijn de stemmingen in het Europees parlement weer uitgesteld, formeel omdat er zo veel amendementen waren, maar volgens mij speelde er wat anders. In ieder geval is het een dossier dat zorgelijk moeizaam begint te verlopen. Wij vragen het kabinet welke rol het ziet om ervoor te zorgen dat er op dit dossier voortgang geboekt blijft worden. Zoals bekend gaan de onderhandelingen met andere handelsblokken gewoon door.

De heer Van Bommel (SP): Heeft de heer Van 't Wout kennis die wij niet hebben? Wat zou in zijn ogen de werkelijke reden zijn voor het uitstel van de stemmingen over TTIP? Dat er veel amendementen zijn, is hier doorgaans ook geen belemmering om te stemmen. Dat maken wij bijna elke dinsdag mee.

De heer Van 't Wout (VVD): Dat is voor mij ook speculeren. In het Europees parlement zag ik grote drukte bij het uitstel van die stemmingen. De echte reden moet de heer Van Bommel daar navragen. Het gaat mij erom dat er voortgang blijft worden gemaakt met dit dossier. Ik zie dat het in het Europees parlement nu niet snel genoeg verloopt.

De heer Van Bommel (SP): De heer Van 't Wout wekte toch echt de indruk dat hij er een mogelijke verklaring voor had. Verwijst hij naar verdeeldheid in de fractie van de sociaaldemocraten? Is daar het uitstel bedongen?

De heer Van 't Wout (VVD): Het zou kunnen. Ik laat de duiding aan de mensen die erbij waren. Hoe dan ook is het resultaat dat de stemming is uitgesteld en daar is de VVD niet blij mee.

Mijn volgende punt betreft Oekraïne en Rusland. Wij zien dat het Minsk II-akkoord onvoldoende wordt nageleefd. Naar ik had begrepen – correct me if I'm wrong – zou juist bij de komende Europese Raad een klap gegeven worden op het verlengen van de sancties. Ze zouden gelijklopen met het tijdpad van Minsk II. In de agenda staat daarover echter niets. Ik krijg ook graag wat meer duiding over hoe de discussie er voorstaat. Het allerbelangrijkste op dit dossier is dat wij als Europa richting Poetin met één mond praten.

De Better Regulation-agenda van Timmermans ziet de VVD als een grote kans voor de Europese Unie. In het kader van de hele discussie met het Verenigd Koninkrijk wint de agenda slechts aan relevantie. De Kamer heeft het tot prioriteit verklaard. Wij gaan er allerlei sessies omheen organiseren. Wij krijgen nog een BNC-fiche. Er moeten echt afrekenbare doelen aan de agenda worden geplakt. In het BNC-fiche hopen wij daar echt iets concreets over terug te zien. Graag een reactie van de Minister.

Verder speelt de discussie over het interinstitutioneel akkoord. In een vorig AO hebben wij al gezegd dat dat het moment is om de rol van de nationale parlementen te versterken. In de mededeling aan de Raad en de Commissie vind ik die nogal mager. Wat de VVD betreft biedt het akkoord juist een kans om dit vast te leggen. Wat zal de inzet van de Minister op dit punt zijn tijdens de komende Raad?

Ik eindig met de uitbreiding van het Hof, waar in de geannoteerde agenda vrij kort bij wordt stilgestaan. Het kabinet zegt dat het de strijd om minder rechters heeft verloren. Welke lidstaten waren het met ons eens en welke niet? Belangrijker is de vraag naar het vervolgtraject. Is het hiermee gedaan? Welke rol heeft het Europees parlement nog? Welke mogelijkheden tot beïnvloeding hebben wij als Nederlands parlement nog? Als de uitbreiding van het aantal rechters onvermijdelijk is, moet dat wel binnen het budget gerealiseerd worden.

Mevrouw Maij (PvdA): Voorzitter. Ik dank de regering voor de geannoteerde, heel lange agenda met veel diverse onderwerpen. Een aantal daarvan zullen wij aan de orde hebben wanneer wij over de Raad zelf spreken. Ik sluit mij aan bij de opmerking van collega Van 't Wout dat het prettig zou zijn als wij in de geannoteerde agenda iets meer zouden terugvinden van het krachtenveld. De positie van het Europees parlement kennen wij op een aantal punten omdat daarover in de media wordt bericht, maar op andere punten weten wij er minder van.

Ik kom op de agenda van Eurocommissaris Timmermans voor betere regelgeving. Het is goed dat daarin staat dat er geen sprake zal zijn van een verlaging van milieu of dierenbeschermingsstandaarden. Dat is een goede aanzet, waar wij tevreden over zijn. Tegelijkertijd krijgen wij nog een technische briefing en zullen wij meer horen over de precieze inhoud. Het is een omvangrijk en nog niet helemaal scherp pakket. Misschien dat de Minister iets meer duiding kan geven over wat het pakket precies gaat betekenen. Misschien kan hij ook wat meer richting geven voor de agenda en het tijdpad, zodat wij weten wanneer wij op tijd en wanneer wij te laat zijn met een discussie in ons parlement. Het is voor ons belangrijk om te weten op welk moment wij onze rol als nationaal parlement moeten spelen door de Minister met een suggestie dan wel een opdracht naar Brussel te sturen.

Het is goed dat de Minister de situatie in Macedonië in de Raad Buitenlandse Zaken heeft aangekaart. Er zijn een aantal positieve stappen in het land gezet, maar de waarden die ons binnen de Europese Unie binden en die wij ook voor kandidaat-lidstaten belangrijk vinden, zoals persvrijheid en rechtsstaat, maar ook het bestrijden van corruptie, staan nog behoorlijk onder druk. Wij zouden graag zien dat er een krachtig signaal richting Skopje gaat dat de kleine kentering echt voortgezet moet worden. De Raad moet stappen zetten om de Commissie te stimuleren om dat te helpen ondersteunen en concretiseren in de aanloop naar de vervroegde verkiezingen in het land.

Op de geannoteerde agenda staat het waarborgen van de fundamentele rechten van de Europese Unie. Wat ons betreft zou dat rechtsstaatmechanisme een prioriteit van de Nederlandse regering moeten zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat de grondrechten binnen de Unie gemeenschappelijk zijn. Daar moeten wij niet mee marchanderen. Wij hebben de Minister eerder opgeroepen om dit mee te nemen als prioriteit voor het Europese voorzitterschap volgend jaar. Wij stimuleren hem graag om dit punt op de agenda van de RAZ te houden.

De inzet voor het gesprek met Cameron staat op de agenda van vandaag. Voor zover wij hebben kunnen achterhalen, gaat het vooral om de aankondiging van een referendum. Het moet beter en de Britten moeten er wat meer aan hebben. Maar wat er nou precies beter moet en wat nou precies goed zou zijn voor de Britten is onbekend. De inhoud van het pakket dat de Europese Unie met de Britten zou moeten afspreken is ons nog onduidelijk. Er zijn zeker verbeteringen binnen de Europese Unie mogelijk en noodzakelijk als wij de handen ineenslaan. Ik denk aan het socialer maken van Europa en wellicht minder ruimte voor multinationals die de vrije markt optimaal en misschien soms te optimaal gebruiken. Als wij met de Britten aan de slag gaan voor een beter Europa, dan is dat een mooie richting.

De heer Van Bommel (SP): In dit verband is het wel relevant om te vragen of de Partij van de Arbeid daarbij denkt aan een verandering die een verdragswijziging wenselijk of noodzakelijk maakt, of dat de Partij van de Arbeid er bij voorbaat voor kiest om elke verandering tot stand te brengen die de Britten tegemoet komt binnen de bestaande verdragen.

Mevrouw Maij (PvdA): Ik wil als eerste antwoord geven dat de Partij van de Arbeid net als het kabinet het uitgangspunt heeft dat het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie blijft. Dat is voor ons het wenselijke scenario. Het wenselijke scenario is voor ons ook dat, als wij een aantal verbeteringen vastleggen, het verbeteringen zijn richting een socialer en groener Europa, bij voorkeur zonder dat wij eindeloos over een verdragswijziging hoeven te praten, want dan zijn wij zo weer vijf of acht jaar verder zonder dat wij aan de inhoud hebben gewerkt. Ik wil in eerste instantie naar de inhoud kijken. Als het niet werkt, dan belanden wij op het volgende punt.

De heer Van Bommel (SP): Dit is natuurlijk wel relevant. Over goede bedoelingen als groener, beter en socialer zullen wij het snel eens zijn. Juist wanneer wij praten over bevoegdheden en de rol van instituties lopen de meningen uiteen. Is de Partij van de Arbeid bereid om zover te gaan dat dat niet bij voorbaat een afgesloten route is? Het kabinet neigt daar wel naar, maar ik hoor van de Partij van de Arbeid graag hoe zij daarin staat.

Mevrouw Maij (PvdA): Laat ik om te beginnen zeggen dat de wensen van het VK voor mij niet duidelijk zijn. Het verkrijgen van die duidelijkheid is de eerste stap. Vooralsnog moet het uitgangspunt zijn dat de Britten gewoon binnen de Europese Unie blijven. Wij hebben zelf een aantal ideeën over hoe de Unie beter kan. Ik wil bekijken of wij beide dingen kunnen samenvoegen.

Oostenrijk heeft besloten om de asielprocedures per direct stop te zetten en geen asielaanvragen meer in behandeling te nemen. Klopt dat en, zo ja, wil de Minister daarop reflecteren? Wordt het in de RAZ besproken?

De heer Pechtold (D66): Voorzitter. Over zes maanden alweer wordt Nederland voorzitter van de Europese Unie. Saai wordt dat allerminst, want Europa is in beweging. Vandaag maak ik een rondje langs vier onderwerpen: Camerons referendum, Hongarije, het Europees-Amerikaanse handelsverdrag en Timmermans’ minder-regelsagenda.

Allereerst Cameron en zijn mogelijke brexit. Hoewel de eisen van Cameron officieel nog niet op tafel liggen, heeft hij ondertussen in de media een aardig wensenlijstje opgesomd: een extra opt-out voor de ever closer union, meer macht voor de nationale parlementen om EU-wetgeving te blokkeren en het limiteren van een van de grondbeginselen van de EU: het vrije verkeer van personen. Het is een waslijst die de wirwar aan opt-ins en opt-outs en rebaits alleen nog maar erger maakt. Cameron was ook op campagne bij zijn goede vriend Rutte. Wat is daar besproken? Heeft het kabinet helder gemaakt dat al die uitzonderingen Europa er niet beter op maken? Hoe ziet het kabinet het Brits referendum tegemoet? Deelt het kabinet met D66 dat een brexit niet in het Nederlands belang is?

Ik vraag aandacht voor Hongarije. Premier Victor Orbán doet provocerende uitspraken. Commissievoorzitter Juncker noemt hem een dictator. Er worden prikkelende en provocerende uitspraken gedaan, bijvoorbeeld over de doodstraf. Er is een xenofobe anti-immigratievragenlijst met bijbehorende campagne en billboards met daarop de tekst: «Als je naar Hongarije komt, dan mag je geen Hongaarse banen afpakken». In reactie op de situatie in Hongarije heeft het Europees parlement een voorstel van mijn collega Sophie in 't Veld aangenomen voor een jaarlijkse grondrechtencheck om de bescherming van grondrechten binnen de EU te controleren en te handhaven. Het is wat mij betreft tijd om de daad bij het woord te voegen en Hongarije tot de orde te roepen.

De heer Bisschop (SGP): Ik zit met stijgende verbazing naar dit betoog te luisteren. Als ik de heer Pechtold goed begrijp, moet er een soort supercommissie van de EU komen, die jaarlijks controleert of landen zich wel aan de mensenrechten houden. Daartoe behoort kennelijk ook het verbod op debat over het wel of niet toepassen van de doodstraf. Bedoelt de heer Pechtold dat?

De heer Pechtold (D66): Wij hebben een aantal waarden binnen de Europese gemeenschap. Het zijn waarden die wij met zijn allen verdedigen. Landen die lid worden van de Unie streven ernaar. Het is een vorm van beschaving. Je mag van mij alles bespreken, maar als in een van de landen de doodstraf dreigt te worden ingevoerd, vind ik dat je je gezamenlijke waarden moet verdedigen. Als homoseksualiteit ergens als ziekte wordt gezien, moet je de rechten van de gezamenlijke Europeanen verdedigen.

De heer Bisschop (SGP): Dat betekent dus dat de EU toezicht houdt op de nationale regeringen en parlementen. De EU moet bepalen of bepaalde discussies wel of niet kunnen worden gevoerd. Ik zie nog maar even af van de mogelijke actualiteit van de doodstraf. Ik denk aan terroristische aanslagen. Over niet al te lange tijd kan dit wel weer buitengewoon actueel worden, zoals het tien, twintig, dertig jaar geleden actueel was. Het mag landen toch niet verboden worden om daarover te discussiëren?

De heer Pechtold (D66): Je mag altijd overal over discussiëren, maar het prettige van de Europese Unie is dat zelfs kleine groeperingen, soms in een politieke partij verenigd, die bijvoorbeeld bedenken dat vrouwen niet actief aan het kiesrecht mogen deelnemen ...

De heer Bisschop (SGP): Ik vind dit een buitengewoon flauwe jij-bak.

De voorzitter: Mijnheer Pechtold is aan het woord.

De heer Pechtold (D66): Ik was nog niet klaar met mijn redenering. Zo'n partij kan haar recht in Europa zoeken. Dat is exact wat de SGP heeft gedaan. Die is naar de hoogste Europese rechter gegaan om daar de vraag voor te leggen: mogen wij dat? Daarmee erkent zo'n beweging, in dit geval een Nederlandse politieke partij, het feit dat een aantal rechten die te maken hebben met mensenrechten, getoetst kunnen worden in Europa. En nu doen wij het ook de andere kant op. Gedeelde waarden kunnen langs een grondrechtencheck gaan. De SGP kan niet alleen maar zeggen: wij gaan naar Europa als het ons niet bevalt. Nee, Europa komt zo nu en dan ook naar u toe, en niet alleen deze zomer.

De voorzitter: Mijnheer Bisschop, u wordt uitgedaagd, dus ik geef u de gelegenheid om te reageren.

De heer Bisschop (SGP): Ja, het is een beetje een flauwe jij-bak. Dat zei ik al even interrumperend, maar dat mocht nog niet. Inhoudelijk klopt de redenatie ook niet. Wat de SGP gedaan heeft, is opereren in de lijn van een juridische procedure. Wat de heer Pechtold nu vraagt, is het vooraf censuur toepassen op datgene wat in nationale parlementen bediscussieerd wordt. Dat is een wezenlijk andere positie. Het is echt een merkwaardige denklijn. Het maakt alle nationale staten, alle natiestaten ondergeschikt aan een Europese superstaat. Dat kan D66 willen, maar daar moeten wij ons allemaal met hand en tand tegen verzetten. Een beetje steun voor Cameron lijkt mij wel goed.

De voorzitter: Heeft de heer Pechtold nog behoefte om daarop te reageren?

De heer Pechtold (D66): Ik had het niet over Cameron, ik had het over de jaarlijkse grondrechtencheck. De heer Bisschop heeft mij verkeerd begrepen als hij denkt dat ik die check vooraf wil doen. Ik weet niet of hij zo blij is met wat zich op dit moment in Hongarije afspeelt op het gebied van de mensenrechten, maar wij hebben nog appeltje te schillen met de Hongaren. Het is helemaal niet slecht als wij ons openstellen voor een jaarlijkse check. Ik heb begrepen dat alleen de ChristenUnie en het CDA zich tegen de resolutie verzet hebben.

Het is tijd om de daad bij het woord te voegen en Hongarije tot de orde te roepen.

De heer Omtzigt (CDA): Europa komt naar u toe deze zomer. Ik vrees dat het vanuit Zuid-Europa weleens te veel naar u toe zou kunnen komen, dus ik zie niet uit naar deze Europese zomer. Mijn vraag gaat over die grondrechtencheck. De reden waarom wij tegen de voorgestelde check waren, was dat het ging om een grondrechtencheck van de Europese Unie op de lidstaten. Vindt er in de plannen van de D66 ook een grondrechtencheck plaats van de lidstaten op de wijze waarop de Unie haar democratisch proces heeft ingericht?

De heer Pechtold (D66): Dit amendement, want zo zie ik het, had het CDA misschien eerder kunnen inbrengen. Wij waren vooral uit op de actualiteit van de heer Orbán, een Europese partijgenoot van het CDA. Na Berlusconi is het de zoveelste waarvan ik denk: je zult ermee in de familie zitten. Ik sta ervoor open om de Europese Unie op het punt van de grondrechten elke keer de maat te nemen. Volgens mij doen wij dat niet alleen 's zomers, maar vier seizoenen sterk.

De daad bij het woord. Timmermans heeft herhaaldelijk gezegd dat hij als supercommissaris met Hongarije in gesprek zou gaan, maar bij die aankondiging is het helaas gebleven. De reactie van de Minister op mijn schriftelijke vraag hoe Nederland tijdens het voorzitterschap de situatie in Hongarije zal aankaarten, baarde mij echter meer zorgen. Hij wil de situatie «slechts adresseren indien daartoe aanleiding bestaat en bespreking tussen de lidstaten opportuun is». Hoe opportuun moet het worden bij zulke schendingen van mensenrechten? Wanneer is de aanpak van en de reactie in het kader van de Raad op de schending van mensenrechten in een EU-lidstaat «gelegen»? Graag een krachtige reactie.

Moeizaam is het ook rond TTIP. Vorige week was er veel ophef in Straatsburg. Ditmaal niet door de chloorkip, maar door de chaos bij de sociaaldemocraten. Na ellenlange onderhandelingen en een breed gedragen resultaat in het Europees parlement kon alleen voorzitter Schulz op de noodrem trappen om de scheuren in zijn fractie te verhullen. De stemming over TTIP werd uitgesteld en het debat afgelast. Dat is een ongebruikelijke stap. Wat willen de sociaaldemocraten? Wat wil de PvdA? Het grootste pijnpunt lijkt de modernisering van de investeringsbescherming. De Europese PvdA-fractie is tegen elke vorm van investeringsbescherming en het lijkt erop dat zij nu al zeker weet dat Minister Ploumen geen goed resultaat uit de onderhandelingen zal halen. Hoe staan wij dan tegenover het afgeronde verdrag met Canada? De PvdA hier hinkt van het ene op het andere standpunt. De Minister gaat er vooralsnog de boer mee op om haar collega's voor een alternatief voor de investeringsbescherming warm te maken. Ik vraag de Minister hoe hij staat tegenover investeringsbescherming en het vrijhandelsverdrag an sich. Wat vindt hij van de internationale oplossing die zijn collega heeft voorgesteld? Hoe gaat Nederland het vrijhandelsverdrag aankaarten tijdens de RAZ?

Enkele weken geleden presenteerde Timmermans zijn voorstellen voor betere regulering. Mijn fractie ziet enkele positieve punten. Zo moet er in het wetgevingsproces rekening worden gehouden met de impact van regels op de grondrechten binnen de Europese Unie, moet het direct zichtbaar zijn wanneer een lidstaat strengere regels invoert dan gevraagd en moet de Commissie een onderbouwing leveren bij het afwijzen van een voorstel van het EP. Toch lijkt Timmermans na alle verbale bombarie over stofzuigers en kapperszolen voorbij te gaan aan de essentie: zijn wetten nodig of onnodig? Dat is niet objectief vast te stellen. Wat mij betreft staart hij zich blind op het schrappen van regels en zou het veeleer moeten gaan om meer transparantie, meer democratie en meer daadkracht. Hoe ziet het kabinet dit?

Op weg naar ons voorzitterschap is er klaarblijkelijk genoeg om ons in Europa sterk voor te maken.

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter. Laat ik beginnen met een compliment. Ik dank de Minister voor zijn expliciete steun aan de Raadsconclusies inzake de handhaving van het mensenrechtenbeleid binnen de Europese Unie. Het is een belangrijk thema, waar mijn fractie al langer op hamert. Dat krijgt nu eindelijk echt gevolgen. De conclusies kunnen wij hartgrondig onderschrijven, zeker gezien de vele fricties die zich momenteel in de Europese Unie voordoen en die de mensenrechten continu onder druk zetten. Lof daarvoor dus.

Migratie zal een belangrijk thema zijn. Zeker door het standpunt van Italië wordt het verder onder druk gezet, met gevolgen voor de hele Europese Unie. Dit jaar al maakten 100.000 mensen de oversteek vanuit Afrika. 3.500 van hen overleefden dat niet. De Griekse eilanden en Italië barsten uit hun voegen, terwijl Europa verder steggelt over een verdeelsleutel voor de vluchtelingen die Europa bereiken. De vraag is hoe er handen en voeten kan worden gegeven aan de aanbeveling die erin voorziet dat meer EU-lidstaten deelnemen aan hervestigingsprojecten. Welke rol ziet de Minister voor zichzelf weggelegd? Hij zal het toch hopelijk met de SP-fractie eens zijn dat daar de oplossing moet worden gevonden?

Uit Amnestyrapporten blijkt dat de politieke druk op transit- en herkomstlanden om streng op te treden tegen niet-reguliere migratie, schadelijke effecten kan hebben op de mensenrechten. Niet zelden leidt het tot zaken als veroordeling tot gevangenschap, marteling en mishandeling. Door migratiedeskundige Hein de Haas is onderzoek gedaan en hij stelt dat het huidige EU-beleid meer permanente vestiging van migranten, grote afhankelijkheid van mensensmokkel, leed en veel sterfgevallen heeft opgeleverd. Wat is de reactie van de Minister op dergelijke bevindingen en de uitspraken van De Haas? Is de Minister bereid om zich tijdens de uitwerking van het EU-migratieplan in te spannen voor het toevoegen van risicoanalyses en het monitoren van de mensenrechten? Als dit de gevolgen zijn van het beleid in Europa, dan moet Europa ook naar het eigen beleid durven kijken. Wat zijn de implicaties voor de Europese besluitvorming van het plan van Renzi, de Italiaanse premier, om migranten desnoods ongeregistreerd door te laten naar de rest van Europa? Dat beleid is nu al af en toe de praktijk.

Het kabinet is van mening dat good governance samenhangt met de bereidheid van lidstaten en instituties om de kwaliteit van nationaal beleid te verbeteren, waarbij sancties achterwege blijven. Dat is moeilijk te rijmen met de oproep aan lidstaten om zich strikt te houden aan de Europese begrotingsregels en de daarmee gepaard gaande structurele hervormingen, inclusief verplichtende aanbevelingen. Kan de Minister daarop ingaan? Wat is zijn waardering van de zorgen die zijn geuit door ngo European Public Health Alliance over de negatieve gevolgen van het pakket voor de Europese volksgezondheid? Hoe denkt de Minister over de nieuwe inrichting van de raad voor regelgevingstoetsing?

De sancties tegen Rusland zullen opnieuw worden besproken. Daarbij zal enerzijds worden gedacht aan verlenging, maar anderzijds mogelijk ook aan verzwaring, alhoewel dat niet in de geannoteerde agenda staat. Kan de Minister in het debat melden wat zijn lijn zal zijn? Zal hij alleen met verlenging akkoord gaan of zal hij eventuele verzwaringen steunen?

Ik kom op het Europees semester. In de geannoteerde agenda lees ik dat het kabinet het niet eens is met het tempo dat de Commissie aanbeveelt voor de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Dat is een terugkerende discussie. Feit blijft dat Nederland een enorme hypotheekportefeuille heeft en dat de financiële stabiliteit in gevaar is. Onlangs waarschuwde econoom Dirk Bezemer dat de grootte van de Nederlandse financiële sector – de sector is onder meer zo fors vanwege de grote hoeveelheid hypotheken – de Nederlandse economie schaadt. Waarom legt het kabinet deze aanbeveling naast zich neer? Waar blijft de bereidheid van het kabinet om verdere stappen te zetten op het terrein van de hypotheekrenteaftrek?

Andere sprekers hebben al gezegd dat vorige week een stemming in het Europees parlement over TTIP is uitgesteld. Naar mijn opvatting was dat toch echt het gevolg van onenigheid over de resolutie van TTIP-rapporteur Bernd Lange. In de resolutie bleef overigens het controversiële arbitragemechanisme gehandhaafd, zij het in aangepaste vorm. Wat zijn volgens de Minister de consequenties van de ontstane commotie voor de onderhandelingen? Kan hij tevens duiden wat de gevolgen zijn van het feit dat het Amerikaanse Congres de trade authority van Obama heeft afgewezen?

Ik sluit af met het bezoek van Cameron en het Britse referendum. Kan de Minister kort schetsen wat er in het gesprek tussen de Britse en de Nederlandse premier aan de orde geweest is? Zijn daar concrete voorstellen gedaan voor veranderingen die de Britten graag zien? Wordt daarbij gedacht aan de mogelijkheid van een verdragswijziging of is het uitgangspunt «alles mag, zolang het maar binnen de verdragen gebeurt»? Over welke punten bestond er overeenstemming tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk over het terugrollen van bevoegdheden? Nederland is immers eerder met een uitgebreide lijst van grote en kleine voorstellen gekomen voor het terughalen van bevoegdheden.

De heer Bisschop (SGP): Voorzitter. Zoals een collega al opmerkte, staat er inderdaad een veelheid aan onderwerpen op de agenda. Ik beperk mij tot vier thema's, in de eerste plaats het Britse referendum. Dat referendum is geen nationale aangelegenheid, het raakt de hele EU. Het sentiment dat onder veel Engelse burgers lijkt te leven, is hetzelfde kritische sentiment dat wij ontmoeten bij veel Nederlanders. Het besef dat het referendum meer is dan een Engels gebeuren, klinkt wat ons betreft onvoldoende door in de brief van de Minister. De EU zou zich wat ons betreft goed rekenschap moeten geven van dit sentiment en niet moeten blijven doordraven op de eenmaal ingeslagen wegen. Het is de hoogste tijd voor het terugleggen van bevoegdheden van het Europese naar het nationale niveau, en de aanvaarding van een grotere beleidsruimte voor de lidstaten. Immers, eerst en vooral wordt de democratie gekend en beleefd op het nationale niveau. In de toekomst zal de Europese Unie meer dienstbaar aan de lidstaten moeten zijn en zich meer moeten inspannen om haar beleid tegenover de burgers te rechtvaardigen. Wil de Minister zich hiervoor inspannen en op deze wijze het Britse referendum benutten?

Ik heb met enige verbazing kennisgenomen van de storm van verontwaardiging die opstak toen de Hongaarse president Orbán in zijn eigen land het debat wilde voeren over de doodstraf. Hongarije zou direct uit de EU moeten worden gezet. Er dient zelfs een jaarlijkse mensenrechtentoets te komen, een vorm van censuur zoals wij die al enige tijd niet meer kenden. Gaat de EU nu ook de nationale vergaderagenda van de lidstaten bepalen? Waar bemoeit de EU zich mee? Gelet op de dreiging van terroristische aanslagen is een debat over invoering van de doodstraf en het daarover nadenken toch niet censurabel? Wil de Minister bevorderen dat de EU zich op dit punt bij haar leest houdt?

Positief zijn wij over het agendapunt «terrorismebestrijding». Een integrale aanpak is nodig. Zo kun je de strijd tegen ISIS niet los zien van de strijd tegen Boko Haram, Al Qaida enzovoorts; noem die gruwelijke moordmachines maar op. In die zin is een wereldwijde, integrale aanpak noodzakelijk. Hier is nog wel veel te winnen, niet alleen waar nodig met militaire, politieke en diplomatieke middelen, maar ook door het bieden van een gefundeerd weerwoord tegenover radicale boodschappen. Dat is nu nog maar al te vaak ondermaats. Het lastige is dan dat dit vooral vanuit de islamitische gemeenschap zelf moet komen. Elke westerse interventie in dezen is op voorhand verdacht. Ziet de Minister mogelijkheden binnen het kader van de EU om hierin een positieve, stimulerende rol te vervullen? Radicaliserende teksten en attitudes moet tegenspel worden geboden.

Bij de aanpak van internationaal terrorisme is ook Rusland nodig. Welke mogelijkheden ziet de Minister om dit thema, het bestrijden van de gemeenschappelijke vijand van het radicale, gewelddadige en moorddadige extremisme, te benutten om de huidige koude-oorlogstoestand af te bouwen of te ontdooien? Ik noem ook de toenemende strijd die Egypte voert tegen extremisten en terroristen in de Sinaï. Egypte en Israël hebben de handen al ineengeslagen. Welke afstemming vindt met Egypte plaats om te voorkomen dat hier een nieuwe terroristische uitvalsbasis wordt gecreëerd?

De migratieproblematiek in de mediterrane regio komt op de Europese agenda. Gesproken wordt over een mogelijk startschot voor een missie die mensensmokkelaars moet aanpakken. Wij vragen ons in gemoede af waarom dit zo lang moet duren. Het aanpakken van deze mensensmokkelaars verdient de hoogste prioriteit. Welke lessen kunnen wij trekken uit de aanpak van Somalische piraten? Misschien kan de Minister daarop reflecteren. Alvast mijn hartelijke dank daarvoor.

De heer Omtzigt (CDA): Voorzitter. Als laatste spreker probeer ik een aantal punten uit mijn spreektekst te schrappen, omdat ze al goed aan de orde zijn gesteld.

Het is een belangrijke en volle agenda, waarop onder meer het Four Presidents’ Report prijkt. Wij hebben er nog geen stukken over ontvangen. In deze Kamer hebben wij besloten om het te behandelen bij de Ecofin-Raad. Is het mogelijk om vóór morgenochtend, wanneer wij daarover spreken, een update te krijgen van de Nederlandse visie op het Four Presidents’ Report? Het gaat over de fundamentele richting voor de EMU en de eurozone, en die moet goed bestudeerd worden. Het is op zich interessant dat wij in 1992 afspraken maakten over de vrijheid van kapitaal-, goederen- en dienstenverkeer, terwijl wij op dit moment zien dat de vrijheid van personenverkeer onder grote druk staat – ik noem de eventuele herinvoering van grenscontroles – terwijl ook de vrijheid van kapitaal voor ten minste één euroland tijdelijk aan banden gelegd zou mogen worden. De vrijheid van kapitaal leidt daar namelijk slechts tot een grote vlucht van kapitaal. Griekenland is dan ook meteen het eerste agendapunt dat niet op de agenda staat. Ik kan mij echter voorstellen dat er officieel of langs de zijlijn enige gesprekken aan gewijd worden. Kan de Minister aangeven wat de inzet deze week is om ervoor te zorgen dat de kapitaalvlucht onmiddellijk gestopt wordt? Welke oplossing er ook gekozen wordt, als het kapitaal van Griekenland straks helemaal in het buitenland zit en aangevuld wordt met Europese ELA-steun om Griekse banken te kapitaliseren, dan worden wij er niet beter van en komt een oplossing niet dichterbij. Graag een analyse op dit punt.

Goed dat Macedonië op de agenda staat. Misschien moet ik spreken van de voormalige republiek Macedonië, om de Grieken niet nog verder de gordijnen in te jagen. Ze zitten er al in, maar ze kunnen er nog hoger in. Macedonië is volledig gedestabiliseerd. In combinatie met de vluchtelingenproblematiek dreigt er een volgende brandhaard in Europa. De grens daar is nog moeilijker af te grendelen dan de grenzen overzee. Daar kan vluchtelingenproblematiek in een gedestabiliseerd land ontstaan. Wil de Minister de problematiek breder bekijken en bekijken welke samenwerkingsverbanden met Macedonië mogelijk zijn, zodat wij niet eerst wachten tot het daar volledig uit de hand gelopen is? Wij moeten er niet bij staan en ernaar blijven kijken.

Daarmee ben ik bij de migratieproblematiek aangekomen. Van de regering verneem ik graag hoever wij op dit moment zijn met de voorwaarden die de Nederlandse regering heeft gesteld voor de migratieplannen. Komt het VN-mandaat al wat dichterbij? Hoe zit het met de gemeenschappelijke aanpak? Of wordt het gewoon een verdelingsmechanisme?

De heer Pechtold ging al in op de toetreding van de EU tot het EVRM. Dat zou betekenen dat er ook werkelijk een min of meer onafhankelijke rechtsstatelijkheidstoets op de EU komt. Ik weet dat het allemaal niet zo snel gaat, maar kan dit alsnog opnieuw worden ingebracht?

Tot slot het referendum van het VK en Cameron. Het kabinet stelt dat het voor de vervolmaking van de interne markt is. De Fransen en de Duitsers stellen dat ook, maar zij hebben een iets ander idee van de vervolmaking van de interne markt. Het is natuurlijk wel een Brits begrip. Zij brengen meteen ook maar het hele sociale domein onder de interne markt. Zij maken er een groot sociaal systeem van. Hoewel ze proberen hetzelfde taalgebruik te hanteren, zit daar een diepgaand conflict onder. Het lijkt mij verstandig als Nederland enigszins de Britse kant kiest en bekijkt of daar een oplossing kan komen. Ten eerste is dat in ons belang. Ten tweede is het van een nog groter belang om de Britten bij de Unie te houden.

Minister Koenders: Voorzitter. Ik dank de leden voor hun inbreng in eerste termijn. Het is inderdaad een grote agenda, waarover ik twee opmerkingen vooraf maak. Het format is nog niet helemaal zoals het moet, maar er zijn eerste stappen gezet. Wij zullen ervoor zorgen dat de volgende geannoteerde agenda's preciezer voldoen aan datgene wat van ons gevraagd is. Ik ben ervan overtuigd dat het over één of twee agenda's helemaal op orde is. Wij zullen het in ieder geval proberen voor de volgende geannoteerde agenda van de Europese Raad, hoewel die agenda weer net iets anders is, maar ook die zal moeten voldoen aan datgene wat wij hier gezamenlijk hebben afgesproken, inclusief elementen als het krachtenveld. Ik heb vanmiddag gehoord dat het krachtenveld vaak nog niet eens zo heel makkelijk te omschrijven is, want ik hoorde hier al verschillende visies over de reden waarom de stemming over TTIP nog niet verder is gekomen in het Europees parlement. Het is een element van het krachtenveld waar ik straks nog even op terugkomen.

Voordat de Raad Algemene Zaken wordt gehouden, vinden nog een aantal andere Raden plaats. Het is nog niet precies zeker wat de agenda van de Europese Raad zal zijn. Dat is voor de Kamer en voor mij een handicap. Dat betekent dat de Europese Raad wellicht niet zal spreken over een aantal punten. Wij voelen de noodzaak om dat voor te zijn.

Ik begin met het belangrijkste punt waarover deze onduidelijkheid bestaat: het Four Presidents’ Report. Ik heb het voor deze vergadering nog even nagevraagd, want wij vinden het allemaal belangrijk. Een Nederlandse bewindspersoon zit in een andere verantwoordelijkheid in de groep van het Four Presidents’ Report. Dat rapport is naar onze informatie niet voor dit weekend afgerond; er is nog geen consensus over. Het betekent niet dat de Kamer het rapport, zodra het er is, van ons krijgt. Of het besproken wordt bij de Europese Raad of niet is ook om die reden voor ons onduidelijk. Mocht er al over gediscussieerd worden, dan kan ik mij niet voorstellen dat dat de definitieve discussie over het rapport zal zijn. Iedereen moet dit goed kunnen voorbereiden, want het gaat niet om niks. Mocht er een soort eerste bespreking plaatsvinden, dan zal de Kamer daar natuurlijk over kunnen spreken met de Minister-President.

Wat de kapitaalvlucht uit Griekenland en de ELA-steun betreft verwijs ik naar de vergadering van de eurogroep aanstaande donderdag. Ik wil op dit moment niet speculeren over alles wat ik in de kranten lees over de situatie in Griekenland. Ik zag daarnet dat er wellicht een extra top over Griekenland zal worden gehouden. Wij hebben daar geen bevestiging van. Bij dit soort zaken zijn zelfs alle meetings al politiek. Als je zegt dat er een belangrijke top komt, dan kun je dus iets uitstellen. Iedereen, inclusief de Nederlandse regering, heeft een hoge mate van vermoeidheid als het gaat om de onderhandelingen met Griekenland. Onze uitgangspunten zijn strikt vastgelegd en met de Kamer bediscussieerd. Daar gaan wij dus ook niet vanaf. Dat maakt het allemaal niet eenvoudiger. Ik wil en ik kan ook echt niet vooruitlopen op de eurogroepvergadering van aanstaande donderdag. Overal in de media duiken uitspraken op, ook van Griekse zijde. Laten wij gewoon bekijken of de Griekse regering ook onder de streep bereid is om aan voorwaarden te voldoen die al veel eerder door de eurogroep zijn gesteld. Daarover is consensus in de Europese landen, behalve in Griekenland. Daaruit zullen conclusies moeten worden getrokken. Ik ga daar het moment niet voor kiezen. Dat is echt aan de eurogroep en de drie instituties. Als er nadere informatie komt die de Kamer nodig heeft of die afwijkt van datgene wat ik nu zeg, wordt de Kamer daarover uiteraard direct ingelicht.

Er ligt een forse agenda voor. Er zijn tendenties in Europa die het risico in zich hebben dat Europa kleiner wordt of zelfs, volgens sommigen, uiteenvalt. De zorgen over een grexit en brexit zijn er natuurlijk terecht. Ik begin in dat kader met de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. De agendering van dit onderwerp staat in het licht van het door de Britse regering aangekondigde referendum over het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk. Wanneer het referendum exact zal plaatsvinden, is nog steeds onduidelijk. Uit politieke kanalen en open oren leid ik af dat het waarschijnlijk in 2016 zal gebeuren, maar dat is niet bevestigd. Het kan ook 2017 worden. De Britse regering heeft wel aangegeven in de aanloop naar het referendum op Europees niveau een aantal wensen te willen bespreken. Dat is waarom dit nu op de agenda staat. Ik verwacht dat premier Cameron de Europese Raad wil aangrijpen om te verduidelijken wat die wensen zijn. Tijdens de RAZ verwacht ik daarover geen inhoudelijke discussie.

De heer Cameron is in Nederland bij de premier op bezoek geweest. Daarover is vooraf ook een brief gekomen. Vanuit de Nederlandse regering is er bij die gelegenheid niet zo heel veel gezegd. Wij hebben geluisterd naar de Britse premier. Er is een aantal zaken naar voren gekomen die ongetwijfeld ook naar voren zullen komen tijdens de Europese Raad. Het gaat om semipublieke zaken. Ik verwijs naar krantenartikelen van Hammond, de Britse Minister van Buitenlandse Zaken. Dan gaat het inderdaad over thema's als de rol van nationale parlementen, Better Regulation, de kritiek van de Britse regering op het begrip «ever closer union», de vrijheid van personenverkeer en de relatie met intra-Europese migratie, en de relatie tussen de eurogroep en het Verenigd Koninkrijk. Onze lijn, die ook in de gesprekken met de Engelse regering naar voren is gebracht, is helder. Het kabinet is van mening dat het in het belang van de Europese Unie, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zelf is dat het Verenigd Koninkrijk lid van de Europese Unie blijft. Wij participeren actief in discussies om de EU beter te laten functioneren. Daar zit een aantal elementen in, zoals de rol van nationale parlementen, de vervolmaking van de interne markt en Better Regulation, die in de richting gaan van de nog steeds heel vage ideeën van het Verenigd Koninkrijk, die heel algemeen zijn geformuleerd. Wij zetten daarnaast op andere dingen in. Ik noem een effectieve samenwerking op de terreinen energie, klimaat en buitenlands beleid. Ik heb de belangen van alle 28 lidstaten en de EU-instellingen benadrukt. De Nederlandse regering is geen voorstander van verdragswijziging. Dat hebben wij ook laten weten. In die zin hebben wij rode lijnen. Het vrije verkeer van personen is een principe, maar ook wij verzetten ons tegen fraude en de problematiek van uitzendbureaus et cetera. Daar kunnen wij best over samenwerken. Of dat ook de bedoeling is van de Engelsen? In ieder geval weten wij met elkaar dat discriminatie van werknemers, van personen binnen de Europese Unie niet binnen het verdrag valt. Dat is voor de Nederlandse regering dus ook niet aanvaardbaar. De Nederlandse regering wil geen «better deal for the United Kingdom», maar een «better deal for Europe as a whole». Wij zullen de Britse wensen in dat licht bezien.

De heer Pechtold (D66): De Minister neemt de woorden «niet aanvaardbaar» in de mond als het gaat om het grondbeginsel van het vrije verkeer van personen. Wij gaan niet met twee soorten Europeanen werken. Cameron zoekt gelijkgestemden. Hoe duidelijk heeft Nederland laten weten wat de grenzen zijn: wij kunnen onderhandelen en praten, maar dit zijn onze harde grenzen? In dat licht zie ik het als onaanvaardbaar dat een grondbeginsel als het vrije verkeer van personen wordt aangepakt. Hoe is het op de andere punten gegaan? Ik heb het idee dat Cameron ontzettend in zijn maag zit met zijn eigen verkiezingsstunt van dat referendum. De Schotten dreigen hem al in de steek te laten. Het is belangrijk dat Cameron van een land als Nederland gewoon een heel duidelijk signaal krijgt.

Minister Koenders: Dat signaal is uiteraard gegeven op de belangrijke punten die de heer Pechtold noemt: het vrije verkeer en de verdragswijziging. Nederland heeft er belang bij dat het Verenigd Koninkrijk erbij blijft. Over een heleboel voorstellen, mits ze door de Engelse regering wat nader worden geformuleerd, is natuurlijk wel te praten, maar over beide punten zijn wij duidelijk geweest. Wij zijn een van de founding members van de Europese Unie. Het zijn belangrijke principes en, zo u wilt, rode lijnen. Verder wachten wij af of er concretere ideeën komen. Er is niks tegen goede ideeën. Die zullen wij bespreken vanuit de rode lijnen én vanuit een gezamenlijke wens om tot een beter Europa te komen. Op een punt als Better Regulation krijgen wij niet altijd alle landen mee, maar kunnen en moeten wij wel met de Engelse regering onderhandelen. Wij zijn benieuwd hoe de eerste presentatie tijdens de top van eind volgende week aan alle collega's van de Minister-President zal zijn.

De heer Van 't Wout (VVD): Het kabinet en bijna iedereen hier in de Kamer zegt terecht dat het van enorm belang is dat het Verenigd Koninkrijk lid blijft van de Unie. De Minister zegt nu: wij willen een paar dingen niet, maar verder horen wij wel wat de Britten willen. Ik zou het goed vinden als het Nederlandse kabinet, naast het trekken van rode lijnen, iets actiever contact onderhoudt met de Britten. Je kunt ook samen aan de slag gaan om te kijken hoe je voorstellen kunt concretiseren. Nederland kan ook zelf voorstellen doen. Als wij de Britten erbij willen houden, dan moeten wij een stapje extra zetten.

Minister Koenders: Dat ben ik op zich met de heer Van 't Wout eens. Premier Cameron heeft als eerste premier Rutte bezocht. Ik heb regelmatig contact met mijn Engelse collega's en daarbij wordt heel veel over deze materie gesproken. Wij voeren dat debat zeer actief. Dat is niet iets passiefs. Mij is gevraagd of er rode lijnen zijn en daarop heb ik gereageerd, maar het gaat natuurlijk juist om dat strategische belang dat het Verenigd Koninkrijk erbij blijft. Dat is overigens ook in de traditie van Nederland. Nederland heeft zich erg voor het Britse lidmaatschap ingezet. In de tijden van Luns en De Gaulle hebben wij echt onze nek uitgestoken, letterlijk en figuurlijk. De heer Van 't Wout hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Wij zullen er een zeer actieve speler in zijn. Het is een beetje een inschatting, maar ik ga ervan uit dat dit zeker tijdens het Nederlands voorzitterschap een belangrijke rol zal spelen. Wij zullen daarbij als honest broker moeten opereren.

De heer Van Bommel (SP): Ik vind de Minister nogal stellig. Er zijn rode lijnen, die niet mogen worden overschreden. Hij noemt concreet het vrije verkeer van personen en «no better deal for the United Kingdom». Dat betekent nogal wat. Als de Britten daar niet aan wensen te voldoen, zou dat dus leiden tot een Nederlandse voorkeur voor het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Dat lijkt mij stug. Zegt Nederland bij voorbaat: als dit is wat de Britten willen, dan stemmen wij daar niet mee in, en houden ze eraan vast, dan is daar het gat van de deur? Is dat nou echt de stellingname van Nederland? Vindt de Minister het wijs om, nog voordat er feitelijke onderhandelingen zijn, dergelijke eisen op tafel te leggen?

Minister Koenders: Ik weet niet hoe de heer Van Bommel mijn woorden interpreteert, maar ik zei iets volstrekt anders dan de interpretatie die hij er nu aan geeft. Als ik een verkeerde indruk heb gewekt, wil ik ze wel herhalen, maar... Prioriteit voor Nederland is om Engeland erbij te houden. Wij hebben daar een strategisch belang bij, om een heleboel redenen. Vervolgens wil het parlement graag horen wat Nederland wil. Ik heb daarop gezegd dat er een aantal dingen is waarvan wij niet overtuigd zijn dat ze goed zouden zijn. Er zijn andere dingen waarvan wij overtuigd zijn dat ze wel goed zijn. Wij zijn niet de enige speler. Het is een gesprek van het Verenigd Koninkrijk met alle Europese landen. Wij zijn in ieder geval bereid om de rol te spelen van degenen die het strategische belang zien van het Verenigd Koninkrijk in Europa en in die zin ook best een brug willen vormen voor landen die dat misschien veel secundairder vinden. Van dat spel ga ik de Kamer niet alle details geven, maar ik probeer zo open mogelijk te zijn over een aantal principes die Nederland heeft. Er is een open houding tegenover de wensen van de regering van een van de belangrijke Europese lidstaten.

De heer Van Bommel (SP): Het belang van het Verenigd Koninkrijk bij de Europese Unie wordt Kamerbreed gedeeld. Ik heb niemand horen zeggen: laten we ze maar het mes op de keel zetten, dan stappen ze er zelf wel uit. De Minister geeft aan waar de ruimte zit, maar ik heb gevraagd waarover hij het met de Britten eens is als het gaat om het terugrollen van bevoegdheden naar de lidstaten. Ik nodig de Minister uit om juist in positieve zin de handschoen van de Britten op te pakken en te bekijken waar wij de positie van de Britten met onze eigen wensen kunnen versterken. Daarmee vergroten wij de kans dat ze bij de Unie blijven. Nogmaals, dat vind ik het terechte uitgangspunt van de regering, dat volgens mij Kamerbreed wordt gedeeld.

Minister Koenders: Dat laatste, met alle respect, durf ik te betwijfelen. Ik noem TTIP maar even. Er zijn een heleboel dingen waarop wij proactief met het Verenigd Koninkrijk willen samenwerken. Wij willen ruimte zoeken om ze erbij te houden. Ik heb een aantal elementen genoemd die vanuit het Verenigd Koninkrijk aandacht verdienen en die wij ook hebben, misschien wel meer dan andere landen. Nederland staat het Verenigd Koninkrijk heel nabij. Ik denk aan de agenda van de internationale handel, de agenda van de interne markt, de digitale agenda, de agenda van de rol van nationale parlementen. Het zijn allemaal aspecten die ook hier vaak worden genoemd. Wij zitten dicht bij het type ideeën dat het Verenigd Koninkrijk naar voren heeft gebracht. Wij wachten nog op de concrete ideeën. Ik wil daarop niet vooruitlopen. Nederland heeft een flexibele houding en is tegelijkertijd een land dat een founding member van de Europese Unie is. Wij gaan proactief met een zeer open, positieve blik de discussies met het Verenigd Koninkrijk aan.

Er zijn veel vragen gesteld over Better Regulation. Het is geen objectief iets. Het is evenmin hetzelfde als deregulering. Commissaris Timmermans heeft een breed en ambitieus pakket maatregelen gepresenteerd, waaronder een voorstel voor een herzien interinstitutioneel akkoord, betere regelgeving en een mededeling over de agenda Better Regulation. Ik kan de Kamer verzekeren dat dat in Brussel vandaag de dag niet eenvoudig is. Daar moet je een zekere durf voor hebben. De Nederlandse regering ondersteunt het. Wij zijn in algemene zin positief over het voorstel voor betere regelgeving. Het draagt bij aan veel meer focus op prioriteiten en een betere balans tussen instellingen. Nederland heeft zich in het afgelopen jaar hard gemaakt voor een gemeenschappelijke Raadspositie voor een institutioneel akkoord tussen de drie instellingen op dit terrein. Wij hebben een zekere interinstitutionele gelijkheid tussen het Europees parlement en de Raad. Er is een duidelijke rol van de Raad bij de voorbereiding van het jaarlijkse werkprogramma. Ik noem de instrumenten voor betere regelgeving. Er is echt heel wat te doen om dit voor elkaar te krijgen. De verwijzing naar de rol van nationale parlementen wordt zeer terecht gemaakt. Ik noem ook de transparantie en betrokkenheid van nationale experts bij gedelegeerde handelingen.

Mijn eerste indruk is dat het voorstel op veel punten overeenkomt met de Nederlandse inzet, bijvoorbeeld op het punt van de betrokkenheid van de Raad bij de voorbereiding van het werkprogramma en de verwijzing naar de rol van nationale parlementen, die in het interinstitutioneel akkoord uit 2003 ontbrak. De instrumenten voor betere regelgeving worden beter verankerd in het wetgevingsproces. Ik noem impactassessments, consultatiemechanismen en evaluatiemechanismen. Toen ik in het Europees parlement was, viel mij op dat deze elementen zeer controversieel zijn. Wij hebben er dus waardering voor. Wat de kern van resultaten betreft betekent het meer aandacht voor het midden- en kleinbedrijf en de concurrentiekracht, zonder de sociale impact en de milieugevolgen uit het oog te verliezen. Ik noem ook het vroegtijdig betrekken van belanghebbenden bij de voorbereiding van nieuwe regelgeving en meer aandacht voor evaluatiemechanismen. Je moet niet eindeloos overal aan vast blijven zitten als het niet werkt. Ik noem ook de betere impactassessments gedurende het wetgevingstraject en de transformatie van die boards met mensen die daar goed naar kijken.

Er zijn ook dingen die afwijken van wat wij wenselijk vinden, bijvoorbeeld op het terrein van transparantie. Die zit wat ons betreft onvoldoende in de voorstellen. Er zijn geen specifieke transparantiebepalingen. Er zijn wat consultatiemechanismes in voorbereiding, er is ook openbaarmaking van ontwerpen van gedelegeerde handelingen, maar wij zullen ons inzetten voor een verdergaand interinstitutioneel akkoord. Wat ik ook jammer vind, is dat er geen reductiedoelstellingen in staan. Op een gegeven moment hoor je een target te hebben. Dat heeft altijd iets arbitrairs, maar als je voortgang wilt maken, werkt dat. In de conclusies van de Raad Concurrentievermogen is dat in december ook vastgelegd. Het wordt onvoldoende duidelijk in hoeverre de Commissie concrete maatregelen neemt om te verzekeren dat EU-regelgeving digitale mogelijkheden benut om onnodige regeldruk te voorkomen en innovatie te stimuleren. Die hele Regulatory Scrutiny Board is goed, maar wij willen dat het gewoon van de drie instellingen is. Dan kun je een deuk in een pakje boter slaan.

De Kamer krijgt zo spoedig mogelijk het BNC-fiche. Wij zullen daarbij een uitgebreide appreciatie geven van het interinstitutionele akkoord. De Kamer krijgt het voor de zomer, zodat zij voldoende tijd heeft om zich erin te verdiepen en om de regeringspositie te beïnvloeden. Dit is ons eerste assessment.

De heer Van 't Wout (VVD): Even nog over de rol van nationale parlementen in het interinstitutioneel akkoord. Volgens mij ligt hier echt een kans om niet zozeer een verwijzing op te nemen naar de rol van de nationale parlementen – dat is zo'n beetje wat er nu in staat – als wel de termijn van twaalf weken op te nemen. Nu wordt opnieuw die termijn van acht weken vastgelegd en dit lijkt mij het moment om de ambities wat hoger te stellen, waarbij ik ook verwijs naar wat wij in COSAC-verband doen. Ik hoop echt dat het kabinet daarop bij de behandeling wil inzetten.

Minister Koenders: Nu de heer Van 't Wout dit noemt, zal ik het inbrengen in de RAZ, want ook ik vind het belangrijk. Wij kunnen daar goed met Engeland samenwerken, terwijl wij bijna met alle andere landen een tegenstelling hebben. Onze grote buren aan de oostelijke kant zijn daar niet heel erg voor. Ook in COSAC-verband is dus nog wel wat te doen, waarmee ik het overigens niet naar de Kamer wil verwijzen. Het is de verantwoordelijkheid van de Raad om daar fors voor op te komen. Het valt mij op dit moment niet mee. Ik zeg maar eerlijk dat het mij ook niet meeviel in het Europees parlement. Het is heel belangrijk dat de leden met hun collega's in het Europees parlement praten over dat interinstitutioneel akkoord. Op het moment dat wij praten over de nationale parlementen wordt men daar heel zenuwachtig. Men wijst dan op de formele regelgeving- en bevoegdhedenverdeling. Op het moment dat de rol van het nationale parlement wordt versterkt, wordt dat natuurlijk direct gezien als een doorbreking van de institutionele verhoudingen. Wij zijn het daar niet mee eens. Het gebeurt op een manier die volgens mij juist de gedeelde soevereiniteit nationaal en Europees kan vormgeven, zeker op het punt van de democratische tekorten. Niettemin kunnen wij ons hierin, inderdaad ook in de richting van de Engelse ideeën, heel goed proactief inzetten. Ik ben dat zeer met de heer Van 't Wout eens.

Deregulering is altijd een gevoelige zaak. Het gaat niet om het afschaffen van regels omdat je ze wilt afschaffen. Sommige regels zijn gewoon nodig. Soms heb je in Europa een regel nodig omdat je er eerst 28 andere had. Dat geldt uiteraard ook voor Better Regulation ten aanzien van de Public Health Alliance. Ik moet daarnaar kijken en zal erop terugkomen bij de bespreking van het fiche. Ik ben er niet van op de hoogte dat op dit punt op de een of andere manier de bescherming van de consument en de volksgezondheid op het spel zou staan.

Het is onzeker of TTIP op de Raad zal worden besproken, maar het is niet onmogelijk dat er even gediscussieerd wordt over wat er nu precies gebeurd is in het Europees parlement en in de Verenigde Staten en wat dat betekent voor het hele proces van TTIP. Het Europees parlement bepaalt niet de manier waarop de Commissie moet omgaan met het internationale handelsbeleid. Dat neemt niet weg dat het parlement het in the end moet accorderen. In die zin is het natuurlijk van belang wat daar gebeurt. Het betekent niet dat alles nu stilstaat omdat die stemming niet heeft plaatsgevonden. De analyse waarom dat is gebeurd, laat ik graag aan de fracties over, die natuurlijk contacten hebben met hun Europese fractiegenoten. De formele redengeving is door de voorzitter van het parlement genoemd: een groot aantal amendementen. Goed, dat is een zaak van het parlement, maar er is het risico van vertraging. Het is vervolgens aan de Commissie om daaruit consequenties te trekken. Dat punt zou tijdens de Europese Raad aan de orde kunnen komen. Het standpunt van de Nederlandse regering is vrij helder. Wij zien belang in een verdrag met de Verenigde Staten, maar dat belang dient gelijk op te gaan met een aantal basisprincipes die hier herhaaldelijk naar voren zijn gekomen in debatten met collega Ploumen en met mij.

Het ISDS is zonder meer het gevoelige punt. Dat is echt een essentieel punt van frictie. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de Kamer op 8 juni geïnformeerd over twee dingen. Ten eerste over de manier waarop wij samen met andere Europese regeringen denken een wijze van investeringsbescherming te kunnen vormgeven waarin het hoge niveau van standaarden in Europa geheel bewaard kan blijven. Ten tweede is de Kamer geïnformeerd over de wijze waarop het kabinet en de Europese Commissie het publieke debat organiseren. Zij proberen TTIP een onderdeel te laten zijn van dat scherpe maatschappelijke debat. Ik vind dat een goede zaak. Ik was net in de Verenigde Staten en daar wordt precies hetzelfde debat gevoerd. Europa heeft belang bij een goed handelsverdrag met de Verenigde Staten. Anders worden de standaarden lager omdat ze elders worden vastgesteld. Maar het kan niet zo zijn dat onze standaarden over milieu en sociale voorwaarden worden aangetast via het arbitragemechanisme, waardoor nationale democratische besluitvorming wordt ondergraven. Dat is het debat, waarbij vertrouwen en wantrouwen spelen. Openheid is dus belangrijk. De alternatieven moeten eerlijk naar voren worden gebracht. Nogmaals, ook in de Verenigde Staten vindt hierover politiek debat plaats. Vorige week is er het een en ander in het Amerikaanse Congres gebeurd rond de fast track authority of de trade assistant authority. Dat was in feite het begin van de verkiezingscampagne aldaar. Ook daar zijn er verschillen binnen en tussen de Democraten en de Republikeinen over, in dit geval, de mogelijkheid om werknemers te compenseren, mochten zij bewijsbaar hun baan verliezen door dit handelsverdrag. Ik zou het een slechte zaak vinden als het hele verdrag op de lange baan wordt geschoven. Dat zal niet de inzet van de Nederlandse regering zijn. Snelheid is geboden, maar niet snelheid boven datgene wat wij hier met elkaar hebben afgesproken: een verzekering van de manier waarop met nationale en Europese standaarden wordt omgegaan.

Ik ben blij dat vele leden Macedonië aan de orde hebben gesteld. Ik maak mij zorgen over de situatie aldaar. Tijdens de Raad is er in mei op Nederlands initiatief gevraagd om een spoedige, meer diepgaande discussie over Macedonië. Het is goed dat hier zo snel gehoor aan kon worden gegeven. Wij hebben Commissaris Hahn opgeroepen om te onderhandelen tijdens de Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken. Die rol begint vruchten af te werpen. Het is voorzichtig, maar er zijn duidelijke stappen voorwaarts. Het begint met de bereidheid om met elkaar om de tafel te zitten, te luisteren en compromissen te sluiten. De geesten lijken hiervoor nu eindelijk rijp te zijn. Er zijn drie bemiddelaars uit het Europees parlement, de heren Vajgl, Kukan en Howitt, die naast de Commissie een heel belangrijke rol hebben gespeeld. Een akkoord op papier is één ding, maar het gaat natuurlijk om de uitwerking en de uitvoering. Ik zie de risico's die de heer Omtzigt aan de orde stelde, bijvoorbeeld op het terrein van geld, corruptie en media in relatie tot verschillende politieke groeperingen. Daardoor heeft deze crisis ver kunnen komen. In het verleden, in de jaren negentig, hebben wij heel veel te maken gehad met Macedonië, juist inzake preventie. Het was de eerste VN-operatie gericht op preventie. Het gaat om diepgewortelde problemen in de rechtsstaat en om de naleving van fundamentele rechten. In eerdere voortgangsrapporten heeft de Commissie signalen afgegeven. De Raad zal daarover heldere uitspraken moeten doen. Er moet ook wel steun zijn voor het aanpakken van de systematische problemen in het land, in lijn met de aanbevelingen van de Commissie. Ik noem het electorale raamwerk, het functioneren van de democratie, het aanpakken van corruptie, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de vrijheid van meningsuiting en media. Laten wij eerlijk zijn, bij de impasse in het toetredingsproces van Macedonië, ook bij de NAVO, heeft de Grieks-Bulgaarse blokkade niet geholpen. Het is niet de oorzaak, maar het is wel een element in de discussie. Daarmee ontstaat een vervagend perspectief voor veel burgers, dat een risico in zich draagt. Wij moeten daar geen misverstand over laten bestaan. Het is een eigen verantwoordelijkheid van de Macedonische politiek en de leiders. De Commissie en wij zijn bereid hen daarin ter zijde te staan. Het gaat om een zekere breathing space, maar niet zonder condities om terug te komen op het hervormingsspoor. Dat is niet alleen in het belang van het land en zijn burgers, maar ook in dat van de Unie.

Er is gesproken over de interne mensenrechtenstrategie. Het kabinet is van mening dat alle lidstaten de verplichting hebben om EU-verdragen na te leven. Het kabinet hecht specifiek aan de bescherming van de waarden genoemd in artikel 2 van het verdrag en de grondrechten van het EU-handvest. Het kabinet zet zich actief in voor de verdere bevordering van de Europese waarden. Daar zijn wij voor bij elkaar. Naleving van die gemeenschappelijke waarden behoeft wat ons betreft voortdurend onderhoud. Als wij tekortschieten, dan moeten wij onze inspanningen vergroten. Wij hebben daar een aantal instrumenten voor. In de richting van de SGP-fractie zeg ik erbij dat het geen nieuwe instrumenten zijn. De toepassing van het EU-handvest in de EU en in de lidstaten wordt regelmatig en systematisch geanalyseerd door het Europees Grondrechtenagentschap. Het is dus niet zomaar een kwestie van «iemand zegt iets en dan gaan wij er allemaal tegenin». Er is zeker een objectivering aan de orde. Tijdens de Raad Algemene Zaken zullen wij hierover Raadsconclusies aannemen waarin een aantal EU-beleidsterreinen wordt gesignaleerd waar de bescherming van fundamentele rechten onder druk kan komen te staan en die dus aandacht behoeven en krijgen. Ook in het wetgevingsproces krijgen grondrechten toenemende aandacht, onder andere door middel van de instrumenten die daartoe zijn ontwikkeld door de Commissie en de Raad. Het is voor een groot gedeelte een Nederlands initiatief dat wij de eerste jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog zullen voeren. Dat is een belangrijke stap om meer systematisch politieke discussie te voeren in de Raad. Ik denk niet dat wij gelijk allerlei sancties gaan opleggen. Wij zullen juist het gesprek zoeken, zeker als het gaat om een land dat ineens zegt dat de doodstraf misschien opnieuw in werking moet worden gesteld. Daar mag best over gediscussieerd worden, maar er komt terecht kritiek op, omdat wij in Europa als waarde hebben afgesproken dat de doodstraf niet wordt opgelegd. De flinke reactie in het Europees parlement heeft er inmiddels toe geleid dat de heer Orbán zijn woorden heeft ingetrokken. Ik heb er ook met mijn Hongaarse collega over gesproken. Naast het Grondrechtenagentschap is er de Venice Commission van de Raad van Europa. Via ingebrekestelling kan het doorlopen tot het Hof in Luxemburg. Tegen de heer Omtzigt zeg ik dat wij echt doorgaan met de pogingen om de toetreding van de EU tot het EVRM verder te brengen. Ik heb de vorige keer gezegd waarom dat vrij ingewikkeld is, maar ik meen dat wij eind deze maand iets krijgen van de Commissie. Ik zal er nog eens even extra naar kijken. Wij vinden het belangrijk en stellen het regelmatig aan de orde.

Naast grexit en brexit is migratie natuurlijk het grote punt. Vandaag is er een JBZ-Raad over dit onderwerp geweest. De Kamer zal zo spoedig mogelijk over de resultaten daarvan worden geïnformeerd. Ik denk dat het geïntegreerde pakket in de Europese Raad aan de orde komt. Het gaat over Europese solidariteit en over wat dat in concreto betekent. Het betekent dat alle landen verantwoordelijk zijn om eraan mee te doen. Het betekent dat je tot een rechtvaardige burden sharing komt. Ik gebruik deze woorden, hoewel ik ze niet plezierig vind als het gaat om mensen. Het betekent dat wij ook werken aan de operatie inzake Libië, waarop wij terugkomen bij de bespreking van de Raad Buitenlandse Zaken. Het betekent dat wij de grondoorzaken moeten aanpakken. Uiteraard wordt hierover in alle landen gediscussieerd. Dat is ook niet zo gek, het werd tijd dat Europa er wat aan deed. Tegelijkertijd is het iets wat de nationale politiek karakteriseert. Ik heb de signalen van Oostenrijk, Italië en Frankrijk gezien. Wij hebben overigens niet de informatie dat Oostenrijk zomaar is gestopt met het verwerken van asielaanvragen. Oostenrijk heeft de afgelopen maanden te maken met een forse toename van een aantal ingediende asielaanvragen. De contacten op ambtelijk niveau naar aanleiding van de berichtgeving hebben uitgewezen dat Oostenrijk heeft besloten om, gelet op de capaciteitsproblemen die deze instroom met zich meebrengt, voorrang te geven aan Dublinzaken en overdrachten in dit kader van asielzoekers naar andere lidstaten. Overige nieuwe asielaanvragen zullen om deze reden minder snel verwerkt en afgehandeld worden. Het betreft dus niet een stop op verwerking, maar een langzamer afhandeling. Laat er geen misverstand over bestaan, als je dit soort dingen hoort, dan realiseer je je dat de spanning in Europa toeneemt als het probleem niet gezamenlijk wordt aangepakt. Daarom is het zo nodig dat er op het niveau van de Europese Raad over wordt gesproken. Europa laat zich nu zien door op een heel moeilijk punt, zowel in de binnenlandse politiek van veel landen, als tussen landen verder te willen komen. Ik denk dat dat mogelijk is, maar iedereen ziet dat er spanningen zijn. Iedereen heeft een andere visie op wat burden sharing inhoudt. De Kamer heeft daar uitgebreid met de Staatssecretaris van V en J over gesproken. De Nederlandse positie is vandaag opnieuw ingebracht in de verschillende fora en daar zullen wij mee doorgaan. Ik ben zelf van plan om er alles aan te doen om tot overeenstemming te komen over een geïntegreerd pakket.

De heer Van Bommel (SP): Dit is nogal nijpend. De vraag is welk tijdpad de Minister voorziet. Weken, maanden: het duurt allemaal veel te lang.

Minister Koenders: Dat ben ik eigenlijk wel met de heer Van Bommel eens. Als er vandaag geen consensus wordt bereikt – dat verwacht ik niet – zal er volgende week in de Europese Raad over worden gesproken. Wat mij betreft komen er ook besluiten. Als er niet op details kan worden besloten, dan moet er in ieder geval wel een duidelijke instructie zijn om het goed uit voeren in de daarvoor bestemde Raden. De heer Van Bommel heeft volstrekt gelijk: het is een zaak die, hoe langer het duurt, leidt tot anticipatiegedrag. Dit is typisch iets waarvoor een goede aanpak wordt voorgesteld. Alle landen, waaronder Nederland, hebben terecht een aantal kritiekpunten, maar op een gegeven moment hoor je een besluit te nemen.

De heer Bisschop (SGP): Als dit het kopje «migratie» is, zou dan ook de aanpak van mensensmokkelaars meegenomen kunnen worden?

Minister Koenders: Uiteraard hoort dat erbij. Straks vindt een overleg plaats over de Raad Buitenlandse Zaken, maar uiteraard hoort de aanpak van mensensmokkelaars erbij. Het businessmodel moet worden aangepakt. Er zitten grote dilemma's in dit debat. Je hebt Triton, je hebt operaties van Frontex op zee. Ga je een pull- of een pushfactor introduceren? Wij willen het businessmodel voor mensensmokkelaars natuurlijk niet aantrekkelijker maken. Vandaar dat gepraat wordt over en een begin wordt gemaakt met de militaire operatie om dat businessmodel aan te pakken. Als je dat niet doet, dan dweil je met de kraan open.

Er is gevraagd naar de uitbreiding van het Gerechtshof. De kosten bedragen 22 miljoen en moeten gevonden worden binnen de bestaande budgettaire kaders van het Multiannual Financial Framework. De pogingen om extra geld te vinden zijn dus niet succesvol gebleken. Dat betreur ik. Wij hadden graag andere opties verkend. Laten wij de impasse dan maar doorbreken. Men moet het zelf financieel oplossen.

Gezien de tijd moet ik langzaamaan tot een afronding komen. Ik ben het eens met de opmerkingen die zijn gemaakt over terrorismebestrijding. Het is moeilijk zichtbaar te maken, maar op dit terrein wordt heel goed samengewerkt. Ik noem de inlichtingendiensten en deradicaliseringsprojecten. Wij hebben net een grote vergadering in Den Haag gehad om te komen tot samenwerking met landen in het Midden-Oosten op het terrein van preventie en repressie van foreign terrorist fighters.

Wat de hypotheekrente betreft merk ik op dat wij de aanbevelingen van het Europees semester natuurlijk hebben bekeken. De Nederlandse regering heeft de aanbevelingen niet zonder wijziging aangenomen. De aanbeveling over de woningmarkt is op verzoek van Nederland licht genuanceerd. Er staat nu: «With the strengthening of the recovery, accelerate the decrease in mortgage interest tax deductibility so that tax incentives to invest in unproductive assets are reduced.» Op basis van de voortgang van het economisch herstel gaat het om een versnelling van de vermindering van aftrekbaarheid van hypotheekrente. Het kabinet heeft belangrijke stappen gezet om de woningmarkt te hervormen. Door duidelijkheid te geven in het woningmarktbeleid heeft het kabinet voor rust op de woningmarkt gezorgd. Verder ingrijpen leidt tot onzekerheid met mogelijk een negatief effect op de financiële positie en de consumptie van huishoudens. De prijsontwikkelingen op de woningmarkt hebben juist in Nederland een sterke weerslag op de binnenlandse bestedingen. Ze zouden daarmee het economisch herstel kunnen vertragen. Om die reden hebben wij gereageerd zoals ik zojuist aangaf.

Zijn er nog vragen die ik niet heb beantwoord?

De heer Van Bommel (SP): De sancties.

Minister Koenders: Excuses. Mijn inzet blijft hetzelfde. Er is nog onvoldoende inzet om Minsk tot een succes te maken. Dat betekent dat de Nederlandse regering zich inzet voor het doorrollen van die sancties. Gezien de laatste besluitvorming neem ik aan dat dat zal gebeuren. Ik ben op dit moment niet bezig met verzwaring van de sancties. Het is belangrijk dat volgende week de hamer erop geslagen wordt.

De voorzitter: Ik dank de Minister voor zijn reactie op de vele vragen van de Kamer. De volgende toezeggingen zijn genoteerd.

  • De Minister heeft toegezegd dat de volgende geannoteerde agenda's meer zullen voldoen aan de gevraagde vorm.

  • De Kamer krijgt inzage in het Four Presidents’ Report zodra het beschikbaar is.

  • De Minister zegt toe in de RAZ de termijn voor het inbrengen van subsidiariteitsbezwaar te verlengen van acht naar twaalf weken. Is dat specifiek? Ik kan het natuurlijk ook algemener formuleren: het gaat om het versterken van de instrumenten van de nationale parlementen in het kader van de samenwerking met het Europees parlement.

Minister Koenders: Het is een toezegging in generieke zin.

De voorzitter: Dank u. Ik dank alle aanwezigen, in het bijzonder de ambassadeur van Kroatië.

Sluiting 17.27 uur.

Naar boven