21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2016

Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 20161.

In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart 2016 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden, indien van toepassing, tevens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen2.

Huidige achterstand

De achterstand per 1 april 2016 bedraagt 6 richtlijnen tegenover 10 in het vorige kwartaal. In het eerste kwartaal van 2016 zijn 7 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Tegelijkertijd zijn er dit kwartaal 3 nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.

De 6 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: EZ (3) en FIN (1), OCW (1) en V&J (1).

De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 10 tot 256 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden op de laatste pagina van bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

EZ

Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG; uiterste implementatiedatum 19 juli 2015

De implementatie geschiedt door wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten, het Mijnbouwbesluit, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Mijnbouwregeling en de Arbeidsomstandighedenregeling. De implementatie duurt langer dan voorzien vanwege de samenloop van dit dossier met de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid inzake Aardbevingsrisico’s in Groningen. Het wetsvoorstel ter implementatie (Kamerstuk 34 041) is op 28 april 2015 inclusief een aantal amendementen door de Tweede Kamer aangenomen. Over deze amendementen heeft de Minister van Economische Zaken voorlichting gevraagd aan de Raad van State. De Eerste Kamer heeft de behandeling van het wetsvoorstel ter implementatie van de offshore veiligheidsrichtlijn om die reden uitgesteld. De voorlichting van de Raad van State is 16 november 2015 aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer toegezonden. Daarbij is een aanpassing aangekondigd van het in de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel (novelle). De novelle, de Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen (Kamerstuk 34 390), is begin dit jaar naar de Tweede Kamer gestuurd.

De implementatie zal naar verwachting dit najaar worden voltooid.

Richtlijn 2011/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie; uiterste implementatiedatum 30 november 2015

De implementatie van richtlijn 2011/17/EU is gelijktijdig geschied met de implementatie van drie andere richtlijnen op het gebied van metrologie: richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen, richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten alsmede richtlijn 2015/13/EU tot wijziging van bijlage III bij richtlijn 2014/32/EU (uiterste implementatiedatum van deze drie richtlijnen: 19 april 2016). De richtlijnen zijn geïmplementeerd in het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers. Dit besluit vervangt het Meetinstrumentenbesluit I en het Meetinstrumentenbesluit II. In het Meetinstrumentenbesluit I waren de voorlopers van de richtlijnen 2014/31/EU en 2014/32/EU geïmplementeerd. In het Meetinstrumentenbesluit II waren de richtlijnen geïmplementeerd die ingetrokken worden bij richtlijn 2011/17/EU. Door het gelijktijdig implementeren van de vier richtlijnen en het daarvoor opstellen van een nieuw besluit duurde de implementatie van richtlijn 2011/17/EU langer dan voorzien. De implementatie van de genoemde richtlijnen is inmiddels voltooid.

Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid; uiterste implementatiedatum 1 januari 2016

Implementatie geschiedt door wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken. Verder worden het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten, de Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten, het Besluit medegebruik omroepzendernetwerken en de Regeling gegevensverstrekking medegebruik omroepzendernetwerken gewijzigd. De richtlijn ziet op het efficiënter aanleggen van breedbandnetwerken (zoals glasvezel) doordat bij de aanleg daarvan gebruik gemaakt mag worden van de infrastructuur van andere netwerken, zoals leidingstroken in havengebieden en hoogspanningsmasten van elektriciteitsnetwerken. In Nederland is reeds 97% van de burgers en bedrijven aangesloten op een breedbandnetwerk. Bij de totstandkoming van deze richtlijn heeft Nederland voor een langere implementatietermijn gepleit (dan 18 maanden) omdat gezien het grote aantal netwerksectoren en regelgevingskaders dat hierbij betrokken is reeds werd voorzien dat deze termijn redelijkerwijs niet gehaald kon worden. Het opstellen van het wetsvoorstel voor de implementatie van deze richtlijn vergt afstemming met de netbeheerders in diverse sectoren (telecommunicatie, elektriciteit, (drink)water, gas, vervoer inclusief spoor en wegen, havens, etc.). De effecten van de richtlijn in de praktijk van deze netbeheerders moesten helder in kaart worden gebracht bij het opstellen van het wetsvoorstel teneinde te waarborgen dat zij hiermee uit de voeten kunnen en om te voorkomen dat onnodige lasten voor hen zouden ontstaan, zeker gezien de mate waarin Nederland reeds is voorzien van breedbandaansluitingen. Het wetsontwerp ter implementatie wordt dit kwartaal aan de Raad van State voorgelegd. Naar verwachting zal de implementatie begin 2017 zijn voltooid.

FIN

Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010; uiterste implementatiedatum 21 maart 2016

De richtlijn bevat regels voor het aanbieden van en bemiddelen in hypothecair krediet en beoogt een beter functionerende interne markt voor hypotheken tot stand te brengen. De richtlijn wordt geïmplementeerd in de Wet op het financieel toezicht en de daarbij behorende lagere regelgeving en in het Burgerlijk Wetboek. Het implementatiewetsvoorstel is inmiddels aangenomen door de Eerste Kamer. De Afdeling advisering van de Raad van State is verzocht om te adviseren over bijbehorende lagere regelgeving. Naar verwachting zal de implementatiewetgeving op 1 juli in werking treden. Reden van de vertraagde implementatie is onder meer de samenloop met andere omvangrijke(re) implementatietrajecten die veel capaciteit vergen c.q. hebben gevergd.

OCW

Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt („de IMI-verordening»); uiterste implementatiedatum 18 januari 2016

Met richtlijn 2013/55 wordt beoogd om de werking van de richtlijn 2005/36 te verbeteren door een aantal maatregelen te introduceren waardoor het voor beroepsbeoefenaars in de EU gemakkelijker wordt hun beroep in andere lidstaten uit te oefenen. Zo wordt bijgedragen aan de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en wordt de Europese dienstensector gestimuleerd. Implementatie op wetsniveau heeft reeds plaatsgevonden met de Wet van 2 december 2015 tot wijziging van onder meer de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (Stb. 2015, 478), een wet van OCW waar andere ministeries bij zijn aangesloten met «eigen» wetswijzigingen ter implementatie van de herziene richtlijn. Deze wet is op 18 januari 2016 in werking getreden, waarmee de richtlijn gedeeltelijk is geïmplementeerd.

Daarnaast dient ter implementatie van richtlijn 2013/55 lagere regelgeving – zowel algemene maatregelen van bestuur als ministeriële regelingen – van OCW en van andere departementen te worden gewijzigd. Onder andere als gevolg van de complexiteit van de richtlijn is vertraging in het implementatietraject opgetreden. Naar verwachting treedt in aanvulling op voornoemde wet in oktober 2016 de bijbehorende algemene maatregel van bestuur (amvb) van OCW in werking, waarin amvb’s van andere departementen zullen meelopen indien opportuun en voor zover het technische wijzigingen in die amvb’s betreft. Ook inwerkingtreding van de ministeriële regelingen van OCW wordt voorzien voor oktober 2016. Voor wat betreft inhoudelijke wijzigingen in departement-specifieke amvb’s, en de wijziging van eigen ministeriële regelingen, volgt elk departement zijn eigen traject en is OCW voor de volledige implementatie van de richtlijn mede van de betreffende departementen afhankelijk.

V&J

Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ; uiterste implementatiedatum 16 november 2015

Deze richtlijn raakt het hele strafprocesrecht en de uitvoeringspraktijk in den brede. Het wetsvoorstel heeft gevolgen voor (keten)partners die met slachtoffers in aanraking komen, zoals de politie, het OM, de rechtspraak en Slachtofferhulp Nederland, omdat zij in de dagelijkse praktijk zorg dienen te dragen voor de realisatie van de door de richtlijn beoogde slachtofferbescherming. Daarom gebeurt voorbereiding van de wet- en regelgeving en de implementatie in nauw overleg met de partners, hetgeen extra tijd heeft gekost. De stemmingen in de Tweede Kamer zullen een dezer weken plaatsvinden. De verwachting is dat de wet in de eerste helft van 2016 gereed zal zijn.

Dreigende overschrijding

Bij de volgende richtlijnen dreigt in meer of mindere mate een overschrijding:

EZ

Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten; uiterste implementatiedatum 18 april 2016

Implementatie geschiedt door wijziging van de Aanbestedingswet 2012 en het Aanbestedingsbesluit. De implementatiewet (Kamerstuk 34 329) is op 22 maart 2016 door de Tweede Kamer aangenomen en is nu in behandeling bij de Eerste Kamer. De implementatie zal naar verwachting in het tweede kwartaal van dit jaar worden voltooid.

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG; uiterste implementatiedatum 18 april 2016

Zie de toelichting onder richtlijn 2014/23/EU.

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG; uiterste implementatiedatum 18 april 2016

Zie de toelichting onder richtlijn 2014/23/EU.

Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (herschikking); uiterste implementatiedatum 19 april 2016

Implementatie geschiedt door wijziging van de Telecommunicatiewet, door het Besluit elektromagnetische comptabiliteit 2016 en onderliggende regelgeving. De implementatiewet is op 2 februari 2016 door de Eerste Kamer aangenomen. Het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 wordt binnenkort ter advisering aan de afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. Naar verwachting kan de regelgeving in de zomer van dit jaar in werking treden.

Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG; uiterste implementatiedatum 12 juni 2016

Implementatie van de richtlijn geschiedt door wijziging van de Telecommunicatiewet en door het Besluit radioapparaten 2016 en onderliggende regelgeving. De implementatiewet is op 2 februari 2016 door de Eerste Kamer aangenomen. Het Besluit radioapparaten 2016 wordt binnenkort ter advisering aan de afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. Naar verwachting kan de regelgeving in de zomer van dit jaar in werking treden.

FIN

Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen; uiterste implementatiedatum 7 juni 2016

De richtlijn heeft tot doel het vertrouwen van beleggers in de getrouwheid van de door controlecliënten gepubliceerde jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen te versterken door de kwaliteit van binnen de Europese Unie verrichte wettelijke controles verder te verbeteren. Voorts beoogt de richtlijn het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging binnen de interne markt verder te versterken door externe accountants en accountantskantoren in staat te stellen hun diensten inzake wettelijke controle onder bepaalde voorwaarden aan te bieden in een andere lidstaat dan die waar zij zijn toegelaten. Tevens worden in het wetsvoorstel aanpassingen voorgesteld in verband met de introductie van een bijbehorende Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang (OOB’s). De verordening beoogt verbetering te brengen in de integriteit, onafhankelijkheid, objectiviteit, verantwoordelijkheid, transparantie en betrouwbaarheid van externe accountants en accountantsorganisaties die wettelijke controles van financiële verantwoordingen van OOB’s uitvoeren.

De implementatie van de richtlijn vindt plaats door aanpassing van de Wet toezicht accountantsorganisaties. Daarnaast dienen de Wet op het accountantsberoep, de Wet tuchtrechtspraak accountants, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op enkele punten gewijzigd te worden. Het wetsvoorstel wordt in april ingediend bij de Tweede Kamer. De richtlijn dient op 17 juni 2016 geïmplementeerd te zijn maar het is voorstelbaar dat deze implementatiedatum niet gehaald gaat worden.

IenM

Richtlijn 2014/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (herschikking); uiterste implementatiedatum 19 april 2016

De richtlijn wordt geïmplementeerd met een wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik. Het wijzigingsvoorstel is begin april aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 448). De implementatie duurt langer dan voorzien, omdat één-op- één implementatie zou leiden tot een andere wijze van beveiliging dan waarin de huidige wetgeving voorziet. Het betreft hier de controle op de betrouwbaarheid en integriteit van werknemers van bedrijven die met explosieven voor civiel gebruik werken. Teneinde richtlijnconform te implementeren en tevens eenzelfde niveau van beveiliging te kunnen waarborgen wordt er gewerkt aan een ministeriële regeling op dit punt. De regeling zal gelijktijdig met de wetswijziging in werking treden.

SZW

Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt («de IMI-verordening»); uiterste implementatiedatum 18 juni 2016

De Tweede Kamer behandeling van het implementatiewetsvoorstel (Kamerstuk 34 408) wordt in april 2016 verwacht. Het wetsvoorstel is inmiddels gereed gemeld voor plenaire behandeling in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer behandeling zal wellicht nog niet zijn afgerond voor de implementatiedatum. De verwachting is dat dit wetsvoorstel met ingang van 1 juli 2016 in werking kan treden. De planning op dit dossier is niet volledig gehaald omdat in de ambtelijke voorbereidingsfase er veel nader overleg – ook in Europees verband – noodzakelijk bleek.

V&J

Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt; uiterste implementatiedatum 10 april 2016

Het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn is op 30 juni 2015 aangeboden aan de Tweede Kamer en ligt sinds begin januari gereed voor plenaire behandeling.

VWS

Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen; uiterste implementatiedatum 19 april 2016

Deze richtlijn betreft een herschikking van Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2006, L 374). Hiermee kunnen bestaande procedures en conformiteitsbeoordelingen worden verbeterd en geactualiseerd. Een belangrijke wijziging is dat er in richtlijn 2014/35 geen mogelijkheid meer is voor de lidstaten om een orgaan aan te wijzen dat bevoegd is tot het opstellen van een rapport of een advies indien er geen overeenstemming is of een product aan de eisen voldoet.

Het ontwerpbesluit waarin deze richtlijn wordt geïmplementeerd is momenteel voor advies aanhangig bij de Afdeling Advisering van de Raad van State. De richtlijn diende op 19 april 2016 geïmplementeerd te zijn, maar deze implementatiedatum is niet gehaald.

Ingebrekestellingen wegens te late implementatie

In het eerste kwartaal van 2016 heeft de Europese Commissie Nederland voor vijf te laat geïmplementeerde richtlijnen in gebreke gesteld, te weten

  • EZ in zaken 2016/0126 voor richtlijn 2011/17 (metrologie) en 2016/0218 voor richtlijn 2014/61 (elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid). Deze implementatie is inmiddels voltooid;

  • FIN en VenJ in zaak 2016/0125 voor richtlijn 2013/50 (transparantievereisten effectenuitgevende instellingen). Deze implementatie is inmiddels voltooid;

  • OCW in zaak 2016/0217 voor richtlijn 2013/55 (erkenning beroepskwalificaties) en

  • VenJ in zaak 2016/0127 voor richtlijn 2012/29 (minimumnormen bescherming slachtoffers strafbare feiten).

De Europese Commissie heeft in het eerste kwartaal 2016 één zaak geseponeerd, te weten van BZK zaak 2012/0388 over te late implementatie van richtlijn 2010/31 (energieprestatie gebouwen).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven