19 637 Vreemdelingenbeleid

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 2907 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2022

Inleiding

Op 29 maart zijn volgens de Europese Commissie circa 3,75 miljoen personen door de oorlog gevlucht uit Oekraïne en meer dan de helft van alle Oekraïense kinderen is ontheemd. Nog steeds worden verreweg de meesten van hen opgevangen in de omringende landen, zo vangt Polen 2,34 miljoen ontheemden uit Oekraïne op, maar een deel van de ontheemden reist door binnen Europa, onder meer naar Nederland. In deze brief informeer ik uw Kamer, net als in mijn brief van 17 maart jl. (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2834), over de laatste stand van zaken met betrekking tot de opvang van ontheemden uit Oekraïne in Nederland.

In deze brief wordt ingegaan op:

  • I. De aanpak van de opvang van ontheemden uit Oekraïne, waarbij diverse onderwerpen aan bod komen waaronder staatsnoodrecht, de regeling opvang ontheemden, het registratie- en IND proces, particuliere initiatieven, huisvesting waaronder inzet rijksvastgoed en de rol van corporaties, onderwijs en zorg waaronder tolken en medische evacuatie van Oekraïense patiënten. Ook is een budgettaire tabel toegevoegd.

  • II. Implementatie en reikwijdte richtlijn 2001/55/EG.

  • III. Toegang tot de arbeidsmarkt.

  • IV. Ontwikkelingen op Europees niveau.

Gezien het brede scala aan onderwerpen schrijf ik deze brief mede namens alle kabinetsleden van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb).

I Aanpak opvang ontheemden uit Oekraïne

Op 30 maart zijn er door veiligheidsregio’s en gemeenten circa 30.000 opvangplekken gerealiseerd, waarvan er ruim 20.000 worden bezet.

Staatsnoodrecht

In de brief van 8 maart 2022 heeft het kabinet aangekondigd dat het voornemens is om noodrecht in te zetten (zonder de noodtoestand af te kondigen), indien er sprake is van buitengewone omstandigheden vanwege een zeer grote toestroom van ontheemden uit Oekraïne.1 Die voorwaarde is inmiddels vervuld: de toestroom van ontheemden uit Oekraïne is inmiddels dermate hoog dat Nederland niet in staat is aan hen binnen de bestaande structuren (nood)opvang te bieden. Daarom heeft de regering besloten om op zo kortst mogelijke termijn, en derhalve per 1 april 2022, de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking in werking te stellen.

Daardoor krijgen de burgemeesters de wettelijke taak om te voorzien in de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Op dit moment pakken burgemeesters deze taak vrijwillig op, waarvoor wij ook hier weer onze grote dank uitspreken. Via de activering van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking krijgen zij ook formeel deze taak. Doel is dat we via deze activering van noodrecht met elkaar in staat zijn om voldoende opvangplekken voor ontheemden uit Oekraïne te realiseren. Zoals eerder aangekondigd ontvangen burgemeesters hiervoor de benodigde financiële middelen. Met de VNG is afgesproken dat gemeenten hiervoor reële compensatie ontvangen. De hoogte en omvang daarvan vraagt om politiek bestuurlijke weging met als uitgangspunt dat gemeenten er als gevolg van de opvang van ontheemden niet slechter voor komen te staan dan daarvoor.

In debatten met uw Kamer is ook gesproken over de mogelijkheid om het gebruik van panden te vorderen. De regering ziet voor de activering van dergelijke (verdergaande) noodbevoegdheden, waarbij ook grondrechten in het geding zijn, op dit moment onvoldoende aanleiding. We hopen dat het ook in de toekomst niet noodzakelijk wordt hiertoe over te gaan om voldoende opvanglocaties te realiseren om ontheemden uit Oekraïne een dak boven hun hoofd te bieden.

De inwerkingstelling van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking geschiedt bij koninklijk besluit. Conform de wettelijk voorgeschreven procedure bij de inwerkingstelling van noodbevoegdheden zonder afkondiging van de noodtoestand, wordt op zo kortst mogelijke termijn een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden over het voortduren van de werking van de in werking gestelde bepalingen.

De inwerkingstelling van het noodrecht gebeurt op tijdelijke basis, en duurt derhalve niet langer dan strikt noodzakelijk. We blijven daarom voortdurend in gesprek met alle partijen.

Regeling opvang ontheemden

Zoals aangekondigd in de brief van 21 maart jl. (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2890) werkt het kabinet aan een regeling ten aanzien van de opvang en verstrekkingen aan ontheemden uit Oekraïne. Met de activering van het noodrecht wordt er een wettelijke taak belegd bij burgemeesters om zorg te dragen voor opvang, waaronder de huisvesting en verzorging, van ontheemden alsook de voorbereiding daartoe. Naast het koninklijk besluit is de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (hierna: de regeling) opgesteld en afgestemd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze ministeriële regeling omvat nadere regelgeving over de taken van de burgmeester met betrekking tot het zorgdragen van opvang en voorzieningen of zogeheten verstrekkingen. De inwerkingtreding van deze regeling is beoogd op 1 april a.s. Daarnaast werkt het kabinet aan een bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne, die gemeenten in staat stelt de opvang te financieren en hier verantwoording over af te leggen. De inwerkingtreding van deze specifieke uitkering is beoogd medio april. Hieronder ga ik in op de taken die zijn belegd bij burgemeesters.

Gezien de urgentie van de problematiek lag de nadruk bij het opstellen van deze regeling op snelheid en praktische uitvoerbaarheid. Ik ben de VNG dan ook dankbaar dat zij constructief en proactief hebben meegedacht bij het opstellen van de regeling. Het belang van uitvoerbaarheid en snelheid is terug te zien in keuzes die zijn gemaakt in deze regeling. Zo is gekozen voor afgeronde bedragen, een vast bedrag per persoon (zonder staffel) dat op één peildatum wordt uitgekeerd, geen verplichte koppeling tussen de uitkering van de verstrekking van leefgeld na de BRP-registratie en een eenvoudige consequentie bij inkomen uit arbeid (bij inkomsten uit werk, stopt het leefgeld). In deze eerste fase heeft een snelle en eenvoudige uitvoering prioriteit boven het belang van handhaving op misbruik en oneigenlijk gebruik en het verrekenen van verstrekkingen. Daarbij nemen rijk en gemeenten drie maanden de tijd om knelpunten in, de uitvoering van, de regeling te signaleren en waar nodig de regeling aan te passen.

De regeling is gebaseerd op de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva) die van toepassing is op asielzoekers en vergunninghouders die opvangen worden door het COA. Met deze regeling is de burgemeester verantwoordelijk voor het zorgdragen van opvangvoorzieningen die aan minimumeisen verbonden zijn (bijvoorbeeld de eisen voor brandveiligheid) en het uitkeren van verstrekkingen in de gemeentelijke opvang Oekraïners (GOO). Daarnaast zijn er taken opgenomen met betrekking tot het uitkeren van verstrekkingen aan ontheemden die verblijven in de particuliere opvang Oekraïners (POO). Uitzondering op deze taken is het organiseren van de dekking van de kosten van medische verstrekkingen via een ziektekostenverzekering.

In de GOO verstrekken gemeenten: onderdak, een maandelijkse financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, recreatieve en educatieve activiteiten, een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid en de eventuele betaling van buitengewone kosten (zoals kosten voor schoolvervoer).

In de POO verstrekken gemeenten een maandelijkse financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, een extra toelage ten behoeve van kosten die samenhangen met particuliere opvang (zogeheten wooncomponent) een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid en de eventuele betaling van buitengewone kosten.

In de brief van 21 maart jl. heeft het kabinet vooruitlopend op de inwerkingtreding van de regeling het kader geschetst dat van toepassing zal zijn gedurende deze fase van de opvang. Het gekozen beleid is ten minste gelijkwaardig aan de verstrekkingen die worden aangeboden op basis van de Rva. Daartoe heeft het kabinet ook aangegeven wat de hoogte is van de financiële toelage. Bij de ontwikkeling van de genoemde regeling heeft de VNG een versnelde uitvoeringstoets gedaan naar de mogelijkheden om de regeling zo snel en eenvoudig mogelijk uit te voeren. Ik ben de VNG en de gemeenten die hieraan hebben bijgedragen zeer erkentelijk. De uitvoeringstoets heeft uitvoeringsbelemmeringen naar de oppervlakte gebracht, waartoe het aangekondigde beleid op twee punten gewijzigd is neergelegd in de regeling.

Ten eerste is de hoogte van de toelage voor voedsel en de toelage voor kleding en andere persoonlijke uitgaven verrekend naar een maandelijks uitkeerbaar bedrag. Dit bedrag is afgerond teneinde ook de uitbetaling in contanten te vergemakkelijken. De toelage bedraagt voor zowel ontheemden in de GOO als de POO € 260,– per maand. Hierbij ten behoeve van de uitvoerbaarheid geen verschil voor volwassenen en minderjarigen. De toelage voor minderjarigen wordt uitgekeerd aan volwassen ouders en/of verzorgers.

Voor wat betreft de extra toelage voor ontheemden in de POO, de zogeheten wooncomponent, waarmee onder andere een vrijwillige bijdrage aan het gastgezin kan worden betaald, is aansluiting gezocht bij de logeerregeling voor vergunninghouders van het COA. Bij de uitwerking van de regeling en na het bestuderen van de genoemde versnelde uitvoeringstoets van de VNG is gebleken dat de situatie van ontheemden in de POO niet een-op-een te vertalen is naar die van een vergunninghouder die logeert bij familie, vrienden of een ander gastgezin. De COA-logeerregeling is ontworpen voor houders van een verblijfsvergunning asiel die in afwachting zijn van definitieve huisvesting in een gemeente waaraan zij zijn gekoppeld. De hoogte van de wekelijkse wooncomponent is vastgesteld voor het aantal vergunninghouders dat daadwerkelijk zal logeren op één adres (€ 75,– voor de eerste logee, € 25,– voor de tweede logee, € 12,50 voor de derde en vierde logees). Daarbij is de maximale hoogte van de wooncomponent die toegekend wordt op één logeeradres niet hoger dan € 125,–. Ook is de verblijfsduur van het gezin van tevoren bepaald. Dit terwijl de situatie voor ontheemden uit Oekraïne weerbarstiger is. Verwacht wordt dat ontheemden juist zullen verhuizen tussen de GOO en de POO door het openen en sluiten van GOO-locaties en de mogelijkheden om al dan niet tijdelijk in de POO te verblijven. Het aantal ontheemden dat op één particulier adres wordt opgevangen kan derhalve wijzigen. Waarmee ook de toegekende wooncomponent telkens opnieuw berekend zou moeten worden, hetgeen veel vraagt in de uitvoeringscapaciteit van gemeenten. Daarbij zijn de informatiesystemen van gemeenten niet toegerust op de verwerking van de verwachte mutaties. Daarom is de regeling vanwege de uitvoerbaarheid voor gemeenten ook op dit punt anders ingericht.

De voorgestelde hoogte en verdeling van de wooncomponent is vervangen door een maandelijkse vaste wooncomponent van € 215,– per volwassene en van € 55,– per minderjarige (een bedrag dat voor twee volwassenen en twee minderjarigen gelijk is aan de maximale wooncomponent in de COA-logeerregeling). Daarnaast is er niet langer sprake van een maximum wooncomponent per adres. Daarmee is de totale maandelijkse toelage voor een volwassene € 475,– en voor een minderjarige € 315,–. Deze wijziging doet niets af aan het uitgangspunt dat de verstrekkingen ten minste gelijkwaardig zijn met de Rva. De wooncomponent is namelijk ook bij de COA-logeerregeling, een verstrekking die bovenop de Rva-standaard komt. Uiteraard worden gemeenten die na bekendmaking van de bedragen in de brief van 21 maart jl. deze bedragen hebben verstrekt, gecompenseerd aan de hand van de eerder gecommuniceerde bedragen.

Uitkering en beëindiging van het leefgeld

Over de uitkering en de beëindiging van de toelage heb ik uw Kamer reeds in de brief van 21 maart jl. geïnformeerd. Wel kan ik noemen dat het inmiddels mogelijk is voor een ontheemde met een paspoort om een bankrekening te openen. Daarnaast is in de genoemde regeling ook bepaald dat de toelage wordt beëindigd wanneer een ontheemde inkomsten uit arbeid heeft. Het is voor gemeenten op korte termijn niet uitvoerbaar om inkomsten uit arbeid te verrekenen of om een bepaalde inkomensgrens te hanteren en het is op korte termijn ook niet uitvoerbaar om te toetsen of een ontheemde beschikt over eigen vermogen. Om de regeling zo snel mogelijk te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk om de beëindigingsgronden voor de verstrekkingen zo eenvoudig mogelijk vorm te geven. Daarom is voor de eerste drie maanden gekozen om inkomsten uit arbeid te hanteren als beëindigingsgrond voor het leefgeld. Dat betekent dat het leefgeld wordt beëindigd zodra de ontheemde aan het werk gaat. Het kabinet werkt aan een meer passende regeling voor de lange termijn. Daarnaast is – gelijk als in de Rva – een bepaling opgenomen waarmee een onrechtmatig uitgekeerde toelage teruggevorderd kan worden.

Registratie BRP

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld in de brief van 17 maart jl. volgt voor mensen uit Oekraïne die zich melden bij een gemeente een eenduidige registratie in de Basis Registratie Personen (BRP) indien zij op grond van documentatie eenduidig kunnen worden ingeschreven. Deze registratie vindt plaats op basis van aangifte van verblijf en adres en de door mensen overgelegde documenten. Ook personen die worden opgevangen bij particulieren en hun identiteit, herkomst, nationaliteit en verblijfsrecht op basis van overgelegde documenten kunnen aantonen, worden ingeschreven in de BRP door de gemeente waarin zij verblijven. Voor minderjarigen die in gezinsverband zijn meegekomen en die geen identiteitsbewijs hebben, moeten de ouders (bij gebrek aan overige documenten) een verklaring onder eed of belofte afleggen, waarmee de gemeente de identiteit van de kinderen en de relatie met hun ouders vaststelt. Vervolgens schrijft de gemeente ook deze kinderen in. Dit is een uitzondering op de standaardregel dat hiervoor een identiteitsbewijs nodig is.

Indien iemand aangeeft de Oekraïense nationaliteit te hebben maar niet of onvoldoende gedocumenteerd is en de gemeente kan de identiteit of nationaliteit niet vaststellen, dan verwijst de gemeente deze persoon naar de Oekraïense ambassade. De consulaire afdeling kan de persoon verifiëren en – indien van toepassing – een certificaat afgeven op basis waarvan alsnog de inschrijving in de BRP kan plaatsvinden.

Nadat de vreemdeling uit Oekraïne is ingeschreven in de BRP ontvangt de IND hiervan een bericht, waarmee onder meer de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) wordt gevuld en een verblijfstitel wordt toegekend. De onderliggende code van de verblijfstitel wordt in de BRP geregistreerd.

Het aantal Oekraïense ontheemden dat als inwoner in de BRP is ingeschreven t/m 29-03-2022 is 15.103. Daarnaast zijn ca. 100 derdelanders ingeschreven. Indien de identiteit, nationaliteit of rechtmatig verblijf van een derdelander in Oekraïne niet kan worden vastgesteld, kan er geen inschrijving plaatvinden in de BRP. De vreemdeling wordt verwezen naar een aanvullend herkomst- en identificatieproces dat nader wordt ingericht. Derdelanders die hun herkomst, identiteit en rechtmatig verblijf in Oekraïne aannemelijk kunnen maken worden dan alsnog ingeschreven in de BRP en kunnen gebruik blijven maken van de gemeentelijke opvang.

Derdelanders die dat niet kunnen, zullen gewezen worden op mogelijkheden voor terugkeer of de mogelijkheid om asiel aan te vragen indien ze gevaar lopen bij terugkeer. Op basis van deze werkwijze wordt geborgd dat personen die niet in aanmerking horen te komen voor gemeentelijke opvang spoedig worden onderkend en dat hun verblijf in de gemeentelijke opvang wordt beëindigd. Deze groep zal gewezen worden op de mogelijkheden voor terugkeer. Diegenen die stellen gevaar te lopen bij terugkeer naar hun land kunnen asiel aanvragen.

Het hiervoor ingerichte proces vergt, in aanvulling op de geboden opvang en naast de reguliere werkzaamheden, een grote inspanning van gemeenten. Vanuit het Rijk worden de gemeenten zo goed mogelijk ondersteund. Onder andere door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens die op hun website instructies en vragen en antwoorden plaatsen. BZK overlegt met de VNG en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken over welke aanvullende ondersteuning behoefte is.

Proces IND

Om in aanmerking te komen voor de richtlijn tijdelijke bescherming dient de ontheemde een asielaanvraag in te dienen. Om te voorkomen dat het asielsysteem verder wordt belast, met name de druk op het aanmeldproces in Ter Apel, wordt een vereenvoudigde wijze om asiel aan te vragen ingericht, waarbij een aantal handelingen later worden gedaan zoals bijvoorbeeld het aanmeldgehoor.

De IND doet na inschrijving in de BRP een openbare-ordetoets door middel van een zogenaamde BVI-IB-check (Basisvoorziening Informatie – Integrale Bevraging). De in de BRP ingeschreven groep wordt in de gelegenheid gesteld om een afspraak te maken om formeel een asielaanvraag in te dienen en een bewijs met status tijdelijk beschermde op te halen, waarmee rechtmatig verblijf wordt verleend. Ook volgen overige handelingen die benodigd zijn zodat de Oekraïner of derdelander aan de voorwaarden voldoet om deze status te verkrijgen en wordt door de IND formeel beoordeeld of iemand onder de richtlijn valt. Met het afgeven van het bewijs tijdelijk ontheemde worden de overige handelingen uit de «reguliere» asielprocedure, zoals het afnemen van aanmeldgehoren, tijdelijk stopgezet. Op het moment dat de vreemdeling de asielaanvraag wil doorzetten na afloop van de tijdelijke bescherming, kunnen deze handelingen hervat worden.

Terugkeerondersteuning derdelanders

In de stroom ontheemden bevinden zich eveneens derdelanders die tot aan hun vlucht al dan niet rechtmatig verbleven in Oekraïne. Hoewel op dit moment nog niet is in te schatten wat de omvang van deze groep zal zijn, heb ik besloten het mogelijk te maken om deze groep bij aankomst in Nederland te ondersteunen bij hun eventuele wens om terug te keren naar het herkomstland. Concreet betekent dit dat alle derdelanders uit Oekraïne die vallen onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en derdelanders uit Oekraïne die niet vallen onder genoemde richtlijn, ongeacht nationaliteit, in aanmerking kunnen komen voor zowel basisvertrekondersteuning als herintegratieondersteuning. De basisvertrekondersteuning kan bestaan uit bemiddeling bij het verkrijgen van vervangende reisdocumenten, voorlichting en advies, een vliegticket naar het land van herkomst en een ondersteuningsbijdrage van maximaal € 200. De herintegratieondersteuning bedraagt maximaal € 1.800 euro per volwassene en € 2.800 euro per minderjarig kind. Hiervan kan maximaal € 300 cash worden ontvangen, de rest is in natura (financieren van huisvesting, scholing na aankomst in land van herkomst bv.). Dit is in lijn met het bestaande terugkeerondersteuningsbeleid.

Door derdelanders uit Oekraïne de mogelijkheid te geven gefaciliteerd terug te keren naar het herkomstland, wordt naar verwachting de druk op de gemeentelijke opvanglocaties en de asielprocedure beperkt. De uitvoering van deze regeling zal in nauwe samenwerking tussen de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) worden verzorgd en bestaat onder andere uit het organiseren van informatiebijeenkomsten op locatie.

Particuliere initiatieven

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zijn er vele particuliere initiatieven gestart ten behoeve van de ondersteuning van ontheemden uit Oekraïne. Particulieren zamelen geld en goederen in en stellen hun huis open voor ontheemden uit Oekraïne.

Op 18 maart jl. hebben VluchtelingenWerk Nederland, SparkOptimus en NAVARA, met verschillende andere organisaties het platform www.refugeehelp.com gelanceerd. Op dit platform is veel praktische informatie te vinden voor Oekraïense ontheemden die in Nederland verblijven. De informatie op het platform wordt geverifieerd door VluchtelingenWerk en ziet op onder andere huisvesting, juridische vraagstukken, activiteiten, onderwijs, werk en meer. Het platform verwijst hierbij door naar verschillende organisaties die zich inzetten voor ontheemden uit Oekraïne. Naast informatievoorziening voor Oekraïners kunnen ook particulieren via het platform hun hulpaanbod aanbieden.

Zoals eerder gemeld, coördineert een consortium van het Rode Kruis, VluchtelingenWerk Nederland, het Leger des Heils en Takecarebnb de particuliere opvang van ontheemden uit Oekraïne. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid zal dit initiatief financieel ondersteunen. Genoemde organisaties doen dit onder de naam RefugeeHomeNLu. RefugeeHomeNL screent en begeleidt gastgezinnen en ontheemden. Door middel van een telefonische intake en het overleggen van ten minste één VOG per gasthuishouden worden risico’s beperkt en potentiële gastgezinnen goed geïnformeerd. Inmiddels hebben ongeveer 30.000 gastgezinnen zich aangemeld via RefugeeHomeNL. Van de aanmeldingen lijkt na screening ongeveer 40 procent van de aangemelde gastgezinnen af te vallen, bijvoorbeeld omdat het gastgezin geen aparte kamer beschikbaar heeft of slechts zeer korte tijd in opvang kan voorzien. Na koppeling tussen gastgezin en ontheemden worden de gastgezinnen begeleid door de vrijwilligers van het Leger des Heils. Zij gaan binnen een week na plaatsing op bezoek bij het gastgezin om de situatie te bekijken. Daarnaast is de vrijwilliger het vaste aanspreekpunt waar het gastgezin terecht kan met vragen. Daarnaast ondersteunen het Rode Kruis en VluchtelingenWerk de ontheemden uit Oekraïne in de particuliere opvang door het houden van een inloopspreekuur en een telefonische hulplijn. De particuliere opvang van Oekraïners in deze vorm is eerste instantie gestart als een pilotproject. Tijdens deze pilot worden er 140 gastgezinnen gekoppeld aan Oekraïense ontheemden. Indien deze periode goed verloopt, wordt het project uitgebreid. Dit zal in goed overleg met de VNG gebeuren.

Ter ondersteuning van de particuliere opvang heeft het Rijk de Handreiking Particuliere Opvang Oekraïners opgesteld en gepubliceerd op 25 maart jl.2 Hierin vinden particulieren informatie over hoe zij een opvangplek aan kunnen bieden, waar zij op moeten letten en welke voorzieningen voor de ontheemden beschikbaar zijn.

Naast de particuliere opvang die door RefugeeHomeNL wordt gecoördineerd, zijn er ook tal van particuliere opvang initiatieven waar het Ministerie van Justitie en Veiligheid geen zicht op heeft. In samenwerking met de ketenpartners en het maatschappelijk middenveld zet het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich in om deze particulieren te informeren over alles wat komt kijken bij het opvangen van een ontheemde uit Oekraïne. Daarnaast worden de Oekraïners tijdens hun reis – en na aankomst in Nederland, zo goed mogelijk geïnformeerd over de risico’s van mogelijke uitbuiting als zij bij particulieren verblijven die niet door RefugeeHomeNL zijn gecoördineerd. In de handreiking voor particulieren die opvang verlenen is hier ook aandacht aan besteed.

Ophalen aan de grens

Het kabinet heeft veel waardering voor particuliere initiatieven waarbij mensen zich inzetten voor ontheemden uit Oekraïne. De overheid ontvangt vragen van particuliere initiatieven om verklaringen af te geven die benodigd zouden zijn om personen op te mogen halen uit andere Europese landen. Het Kabinet neemt aan dat de meeste van deze particuliere initiatieven het beste voor hebben met de mensen die gehaald worden. Niet uit te sluiten is echter dat er ook mensen met minder fraaie bedoelingen zo’n initiatief ontplooien. Als verklaringen afgegeven moeten worden aan particuliere initiatieven die gebruikt kunnen worden om mensen mee te krijgen, dan moet de overheid zich ook een oordeel kunnen vormen over de aard van de initiatieven en bedoelingen van de initiatiefnemers. Het is niet realistisch te verwachten dat dit verantwoord en grondig kan plaatsvinden. Zoals eerder aangegeven wil het kabinet deze initiatieven niet stimuleren. Het kabinet acht het zelfstandig ophalen van ontheemden uit Oekraïne vanuit andere EU-lidstaten onverantwoord. Met name met het oog op de veiligheid van alle betrokkenen geeft het kabinet deze verklaringen niet af. Onze buurlanden hanteren eenzelfde werkwijze. Ondertussen zet het kabinet zich binnen de EU in voor het waarborgen van veilige routes voor ontheemden binnen de Unie.

Cijfers opvang

Vanaf vorige week worden de laatste cijfers over opvang Oekraïne elke maandag en donderdag op rijksoverheid.nl gepubliceerd. Het gaat hierbij om de cijfers capaciteit van de veiligheidsregio’s en de bezetting van die plekken. Deze publicatie sluit aan bij de nieuwe fase waarin we op reguliere basis gestructureerd informatie aanbieden over ontwikkelingen en voortgang op het gebied van opvang van Oekraïners. Deze reguliere update maakt het mogelijk om de cijfers zorgvuldig te controleren en iedereen actief mee te nemen in de laatste stand van zaken.

Huisvesting

De stroom van ontheemden uit Oekraïne stelt Nederland voor grote opgaven. Op dit moment wordt een groot beroep gedaan op veiligheidsregio’s, gemeenten en andere betrokkenen om voldoende opvangplekken te creëren. Daarbij speelt mee dat er een oplopend tekort is aan opvangplekken bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en is het voor inwoners van Nederland momenteel erg moeilijk om een woning te vinden. Ook asielzoekers moeten goed opgevangen blijven worden en het verdringen van woningzoekenden moet zoveel als mogelijk worden beperkt. Dit zal grote inspanningen vergen van alle betrokken partijen, waaronder overheden, maatschappelijke spelers en de private sector.

Inzet Rijksvastgoed

Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten het eigen vastgoed op mogelijkheden voor opvang te onderzoeken. Hieruit is nu de potentie tot realisatie van 15.000 tijdelijke opvangplekken gekomen. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft deze panden aan het COA en via de veiligheidsregio’s aan gemeenten aangeboden om te ondersteunen bij het voorzien in opvangplekken voor asielzoekers en ontheemden uit Oekraïne.

Het COA en gemeenten zullen het vastgoed huren van het Rijk. De vergoeding die zij krijgen voor de opvang van asielzoekers en ontheemden uit Oekraïne, kan hiervoor gebruikt worden. Daarnaast zullen gemeenten verzoeken voor een vergoeding voor kleine aanpassingen in de panden kunnen indienen, zodat deze zo snel mogelijk voor opvang geschikt zijn te maken. Om de kosten voor de realisatie van deze plekken te dekken stelt het kabinet € 75 mln. beschikbaar.

Rol corporaties

Om de consequenties voor de volkshuisvesting in deze fase zo veel mogelijk te beperken, is het verstandig dat corporaties nu geen bestaande woningen gebruiken voor de noodopvang van ontheemden uit Oekraïne. Corporaties kunnen in deze situatie en fase het best helpen door vol in te zetten op de huisvesting van vergunninghouders. Daarmee wordt ook de druk op COA-locaties verlicht en zullen zij minder nieuwe locaties hoeven te zoeken. Daarnaast moeten we ons voorbereiden op de mogelijkheid van langduriger verblijf van grote aantallen ontheemden uit Oekraïne. Voor die situatie kunnen corporaties nu al in kaart brengen welke bijdrage zij kunnen leveren bij het realiseren van nieuwe woonruimten voor de mensen die langdurig in Nederland zullen verblijven en voor andere aandachtsgroepen.

Verdere aanpak huisvesting

Vanuit het voorbereiden op de mogelijkheid van langduriger verblijf, werken de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid met nauwe betrokkenheid van het Nationaal programma Oekraïense ontheemden een aanpak uit om te kunnen voorzien in verbeterde opvang en (tijdelijke) huisvesting. Het bereiken van dit doel zal grote inspanningen en veel samenwerking vergen van alle betrokken partijen, waaronder overheden, maatschappelijke spelers en de private sector. De komende weken wordt verkend of en hoe daarvoor een uitvoeringsorganisatie ingericht kan worden om daarbij te ondersteunen. Bij de uitwerking van de aanpak zal de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening waar nodig, mogelijk en wenselijk verbindingen leggen met de Nationale Woon- en Bouwagenda en de verschillende beleidsprogramma’s waarover hij u op 14 februari 20223 informeerde. Uw Kamer zal zo spoedig mogelijk geïnformeerd worden over de voorgestelde huisvestingsaanpak.

Onderwijs

Voortgang funderend onderwijs

Met de brief van 17 maart is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak voor het onderwijs in Nederland aan minderjarige kinderen van Oekraïense ontheemden. Het is positief dat veel leerlingen uit Oekraïne op dit moment al in het Nederlandse nieuwkomersonderwijs worden opgevangen. Nieuwkomersscholen zetten alles op alles om het nieuwskomersonderwijs op te schalen en spelen daarmee een cruciale rol in het geven van onderwijs aan Oekraïense leerlingen. Waar nodig zetten gemeenten een tijdelijke onderwijsvoorziening op. Zo start een aantal gemeenten volgende week al met deze tijdelijke voorzieningen.

OCW neemt verschillende acties om het onderwijsveld in staat te stellen verder op te schalen zodat Oekraïense kinderen die gevlucht zijn voor de vreselijke oorlog zo goed mogelijk opgevangen worden zodat ze weer kunnen leren en spelen met vriendjes. Via LOWAN (de door OCW gesubsidieerde ondersteuningsorganisatie voor het nieuwkomersonderwijs) worden scholen ondersteund om kinderen uit Oekraïne zo snel mogelijk les te kunnen geven. Het ministerie verhoogt de subsidie aan LOWAN-po (via de PO-Raad) en LOWAN-vo voor extra ondersteuning. Het ministerie wijzigt de bekostigingsregeling voor po en vo zodat Oekraïense leerlingen ook onder de bestaande nieuwkomersregeling komen te vallen. Met PO-Raad, VO-raad, LOWAN en VNG stelt OCW een kader met een handreiking op voor gemeenten en schoolbesturen. Ook zet het ministerie regiocoördinatoren in om met name gemeenten concreet te ondersteunen met de te nemen stappen. Alle relevante informatie wordt daarbij handzaam beschikbaar gesteld via een website die op volgende week online komt.

Zorg

Tolken in de zorg

Voor goede en veilige zorgverlening is het van belang dat zorgverleners begrijpelijk kunnen communiceren met hun patiënten. Dat betekent dat bij een taalbarrière in sommige gevallen een professionele talentolk moet worden ingezet. In veel gevallen spreken ontheemden uit Oekraïne onvoldoende Engels om met een zorgverlener te communiceren. Dat kan bij laagdrempelige vragen en/of bij spoed opgelost worden met een «informele» tolk, bijvoorbeeld een familielid, maar in voorkomende gevallen zal de aard van de zorgvraag het noodzakelijk maken dat een professionele talentolk wordt ingezet. Om de afweging te kunnen maken of een professionele talentolk nodig is, kunnen zorgverleners gebruik maken van de bestaande kwaliteitsnorm tolkgebruik bij anderstaligen in de zorg. Bij asielzoekers is de inzet en financiering van professionele talentolken via het COA georganiseerd, maar omdat Oekraïners vaak geen asiel aanvragen, vallen zij bijna altijd buiten deze regelingen. In de reguliere zorgverlening is de inzet van talentolken mogelijk vanuit bestaande prestaties en tarieven. Deze werkwijze is voor nu onvoldoende passend voor zorgverleners die veel Oekraïense ontheemden zien. Zij moeten indien nodig laagdrempelig en zonder administratieve lasten een professionele talentolk kunnen inzetten.

Dit moet zo snel mogelijk georganiseerd worden, omdat zorg aan Oekraïners nu al verleend wordt. VWS beoogt hiervoor aan te sluiten bij de manier waarop de talentolk voor asielzoekers is georganiseerd. Op basis van de cijfers van JenV over de inzet van talentolken voor asielzoekers is een gerede inschatting gemaakt van de kosten voor Oekraïense talentolken ten behoeve van medische zorg. Hiervoor is een bedrag van € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met juni 2022. Samen met JenV zal VWS kijken hoe professionele talentolken zo snel mogelijk laagdrempelig beschikbaar kunnen worden gemaakt. Hierbij zal in ogenschouw moeten worden genomen dat er ook een schaarste is aan tolken die de juiste taal spreken. Goede communicatie tussen zorgverlener en patiënt zal dus in sommige gevallen ook op een andere wijze vormgegeven moeten worden. Hiertoe zal VWS in overleg treden met veldpartijen.

Medische evacuatie Oekraïense patiënten

De Russische inval in Oekraïne heeft hevige consequenties voor de inwoners van Oekraïne. Velen van hen zijn op de vlucht geslagen en worden opgevangen in buurlanden. Onder hen zijn ook burgers die een urgente medische zorgvraag hebben. De Europese Commissie (EC) heeft haar lidstaten daarom gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken om patiënten met een acute of chronische zorgvraag die zich in de EU-buurlanden van Oekraïne bevinden op te nemen. VWS heeft namens Nederland toegezegd patiënten met een specifieke zorgvraag in Nederland opvang en zorg te willen bieden. De vraag van de Europese Commissie ziet op het actief evacueren van patiënten die zich in EU-buurlanden van Oekraïne melden met een urgente medische vraag en waarvoor in Nederland ziekenhuiscapaciteit beschikbaar zal worden gesteld. Op verzoek van het Ministerie van VWS heeft het Landelijk Coördinatie Patiënten Spreiding (LCPS), als onderdeel van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ), een inventarisatie gemaakt van de op dit moment beschikbare capaciteit in Nederland, diverse scenario’s voor het beschikbaar stellen van capaciteit uitgewerkt en een procesvoorstel gedaan.

Het LCPS heeft aangegeven dat er bij de ROAZ-regio’s grote bereidheid bestaat om te helpen en capaciteit te bieden. We hebben in Nederland echter geen structurele overcapaciteit, waardoor altijd op het moment zelf gekeken moet worden welke capaciteit er geboden kan worden en ten koste van wat dit mogelijk gaat. Hierbij wegen we de huidige situatie mee waarin ziekenhuizen te maken hebben met planbare zorg die nog niet overal volledig geleverd kan worden, er nog inhaalzorg geleverd moet worden vanwege de Covid-pandemie en er bovendien sprake is van een hoog ziekteverzuim onder medewerkers. Daarom zijn diverse randvoorwaarden geformuleerd waaraan voldaan moet worden om deze opvang te kunnen realiseren, zoals de inzet van het calamiteitenhospitaal en het opstellen van een landelijk kader om de capaciteit in elke regio gelijkwaardig te kunnen beoordelen en verdelen. Ik zal samen met de betrokken partijen zorg dragen dat deze randvoorwaarden voldoende ingevuld worden.

De Europese Unie heeft voor de medische evacuaties Standing Operating Procedures opgesteld, waarin onder andere wordt beschreven dat gebruik gemaakt wordt van een Europees matchingsysteem, waarbij in het zendende land triage wordt verricht en de patiënt wordt aangemeld. Ik zal LNAZ en daarbinnen specifiek het LCPS, vragen om voor Nederland de rol van «National Medical Evacuation Coördinator» op zich te nemen en deze matching en afstemming met het zendende land te regelen evenals verdere coördinatie wanneer de patiënt in Nederland arriveert. Daarnaast zal ik de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht verzoeken het Calamiteitenhospitaal – voor drie maanden – open te stellen voor de initiële opvang van deze patiënten, zodat de benodigde medische onderzoeken gedaan kunnen worden alvorens de patiënt in samenspraak tussen het Calamiteitenhospitaal en het LCPS wordt overgeplaatst voor de behandeling in een geschikt ziekenhuis waar capaciteit beschikbaar is. Het LCPS kan ook zorgdragen voor andere coördinerende taken, zoals vervoer, eventuele doorstroom en terugkoppeling over de status van de patiënt in het EU-systeem.

Budgettaire tabel

In onderstaande budgettaire tabel zijn enkel maatregelen opgenomen waar reeds door het kabinet toe besloten is, inclusief een raming van het budgettaire beslag. Er zijn andere maatregelen in voorbereiding danwel besluitvorming.

Maatregel

Budgettair beslag (mln. euro’s)

Departement

Gemeentelijke en particuliere opvang (GOO en POO)

887

JenV

Gereedmaken Rijksvastgoed voor opvang

64

JenV

Uitvoeringskosten Rijksvastgoedbedrijf opvang

1,2

BZK

Verkenning tijdelijke uitvoeringsorganisatie

2

BZK

Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden

23

VWS

Tolken

1,6

JenV

Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS)

1,8

VWS

Zorgkosten medische evacuees

24

VWS

Transportkosten medische evacuees

8

VWS

Extra ondersteuning LOWAN en uitvoering

0,6

OCW

Toelichting Gemeentelijke en particuliere opvang

Deze maatregel betreft de compensatie voor gemeenten voor de realisatie van noodopvangplekken en verstrekkingen aan ontheemden. Dit bedrag is geraamd voor zes maanden, gezien de regeling voorzien wordt voor drie maanden met eventueel verlenging met drie maanden en uitgaande van 50.000 ontheemden. Voor de periode er na wordt een nieuwe regeling uitgewerkt. Met deze middelen betalen gemeenten ook de huur voor het Rijksvastgoed uit (zie post hieronder).

Toelichting gereedmaken Rijksvastgoed voor opvang

Het Rijksvastgoedbedrijf (RvB) zal in overleg met gemeenten bestaand Rijksvastgoed beschikbaar stellen voor de tijdelijke noodopvang van ontheemden uit Oekraïne. Om hen een waardig onderkomen en noodzakelijke voorzieningen te bieden, moeten aanpassingen worden gedaan aan de gebouwen.

Uitvoeringskosten Rijksvastgoedbedrijf opvang

Om de extra werkzaamheden van het RVB mogelijk te maken zijn middelen nodig t.b.v. projectleiding en juridische/contractuele werkzaamheden.

Verkenning tijdelijke uitvoeringsorganisatie

Dit betreft een verkenning naar een tijdelijke uitvoeringsorganisatie die kan ondersteunen in het realiseren van tijdige en goede huisvesting voor ontheemden. De bijbehorende kosten worden gedekt binnen de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De uitkomsten van deze verkenning worden politiek gewogen alvorens verdergaande stappen richting vormgeving van de tijdelijke organisatie worden ondernomen.

Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SOV)

Ontheemden uit Oekraïne die naar Nederland komen zijn momenteel onverzekerd voor medisch noodzakelijke zorg. Voor onverzekerden bestaat de SOV-regeling, op basis waarvan aanbieders gecompenseerd worden voor medisch noodzakelijke zorg die zij aan hen verlenen. Het kabinet heeft besloten de uitgaven in de SOV voor ontheemden uit Oekraïne generaal te compenseren t/m het tweede kwartaal van 2022 en raamt het budgettaire beslag hiervan op 23 miljoen euro.

Tolken (afhankelijk van besluitvorming)

De wet verplicht zorgverleners om begrijpelijk te communiceren met patiënten. Dat betekent dat bij een taalbarrière een professionele talentolk moet worden ingezet. Omdat de ontheemden uit Oekraïne niet onder het COA vallen, waar talentolken voor asielzoekers beschikbaar worden gesteld, wordt gebruikt gemaakt van het inkoopcontract van JenV om 1,6 miljoen euro hiervoor beschikbaar te stellen.

Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS)

De Europese Commissie heeft haar lidstaten gevraagd te inventariseren hoeveel capaciteit er in de lidstaat beschikbaar is om medische evacuaties van Oekraïense patiënten uit EU-buurlanden uit te voeren en de betreffende patiënten op te vangen en zorg en ondersteuning te bieden. De coördinatie en organisatie hiervan wordt aan Nederlandse zijde uitgevoerd door het LCPS, onderdeel van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Het gaat om een bedrag van 1,8 miljoen euro voor 6 maanden.

Zorgkosten medisch evacuees (afhankelijk van besluitvorming)

Nederland kan in het tweede kwartaal 2022 maximaal 30 patiënten per dag opvangen en raamt het budgettaire beslag van de zorgkosten voor medische evacuees op 24 miljoen euro. De zorgkosten voor de medische evacuees worden vergoed via de SOV-regeling.

Transport medische evacuees

Voor de evacuatie van Oekraïense patiënten uit EU-buurlanden wordt gebruik gemaakt van een Europees matchingsysteem. Na acceptatie door het ontvangende land, wordt het transport vervolgens geregeld door het land waar de patiënt zich bevindt voor overplaatsing. Binnen de EU is afgesproken dat de kosten van transport voor het ontvangende land zijn. Hiervoor is een bedrag van 8 miljoen euro geraamd.

Extra ondersteuning LOWAN en uitvoering

Via LOWAN (de door OCW gesubsidieerde ondersteuningsorganisatie voor het nieuwkomersonderwijs) worden scholen ondersteund om kinderen uit Oekraïne zo snel mogelijk les te kunnen geven. Het ministerie verhoogt de subsidie aan LOWAN-po (via de PO-Raad) en LOWAN-vo voor extra fte ondersteuning.

Budgettaire verwerking

Uw Kamer ontvangt hiertoe een Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) van de betreffende departementen.

II Implementatie en reikwijdte richtlijn 2001/55/EG

Inleiding

Tijdens het commissiedebat van 23 maart 2022 (Kamerstuk 32 317, nr. 758) inzake de ingelaste JBZ-raad van 28 maart 2022 (Kamerstukken 32 317 en 36 045, nr. 757) heb ik uw Kamer toegezegd schriftelijk uitleg te geven over de implementatie van de richtlijn nr. 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 inzake de tijdelijke bescherming van ontheemden (hierna: de richtlijn tijdelijke bescherming).4 Zulks naar aanleiding van vragen van de leden Piri (PvdA), Ceder (ChristenUnie) Kröger (Groenlinks) en Kuik (CDA). Ook reageer ik hiermee op de motie van het lid Piri c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1776) met de strekking dat ontheemden uit Oekraïne in Nederland zouden moeten worden voorzien van een tijdelijke verblijfsvergunning. Hierna zal ik in de eerste plaats ingaan op de wijze waarop de richtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. In de tweede plaats zal ik ingaan op de vraag of de ontheemden een tijdelijke verblijfsvergunning zouden moeten krijgen.

De richtlijn tijdelijke bescherming in de Vreemdelingenwet 2000

Verblijfstatus en proces

Tijdelijke bescherming op grond van de richtlijn tijdelijke bescherming is een procedure met een uitzonderlijk karakter die in geval van massale toestroom of imminente massale toestroom van ontheemden onmiddellijke en tijdelijke bescherming biedt, men name wanneer daarbij het risico bestaat dat het asielsysteem deze toestroom niet kan verwerken. Bij het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 (EU) 2022/382 heeft de Raad van de Europese Unie de richtlijn voor het eerst sinds zijn bestaan geactiveerd. Bij de omzetting van de richtlijn is destijds gekozen voor een implementatiewijze die aansluit bij het stelsel en de uitgangspunten van de Vreemdelingenwet 2000. De tijdelijke bescherming werkt in Nederland (geïmplementeerd bij wet van 16 december 2004)5 als volgt.

  • Tijdelijke bescherming wordt verleend op grond van de Vreemdelingenwet 2000.

  • Om de aanspraak op tijdelijke bescherming te laten vaststellen, dient de vreemdeling een asielaanvraag in.

  • De IND registreert de aanvraag en beoordeelt of de vreemdeling daadwerkelijk recht heeft op tijdelijke bescherming. De IND bekijkt daarbij ook of de vreemdeling geen gevaar vormt voor de openbare orde.

  • Met de indiening van een asielaanvraag heeft de vreemdeling (hierna ook: de ontheemde) rechtmatig verblijf in Nederland.

  • Wie tijdelijke bescherming heeft, hoeft Nederland dus niet te verlaten en kan ook niet worden uitgezet.6

  • De ontheemde ontvangt een bewijs waaruit zijn status blijkt.

  • De ontheemde heeft hiermee aanspraak op alle voorzieningen en verstrekkingen waar asielzoekers recht op hebben, waaronder opvang, leefgeld, onderwijs en medische hulp. Hiermee wordt voldaan aan de waarborgen die in de richtlijn zijn opgenomen.

  • Ook mag de ontheemde onder voorwaarden werken in Nederland.

  • De IND hoeft pas op de asielaanvraag te beslissen wanneer de tijdelijke bescherming (na maximaal drie jaar) eindigt. De beslistermijn wordt dus opgeschort voor de duur van de tijdelijke bescherming.

Het voordeel van het indienen van een asielaanvraag is dat ontheemden snel duidelijkheid krijgen over hun verblijfstatus, hun recht op onmiddellijke opvang en bijbehorende rechten, zoals de richtlijn ook vereist. Daarnaast hoeft de IND niet binnen de standaardtermijnen te beslissen op de aanvraag. Deze termijnen gaan pas weer lopen wanneer de tijdelijke bescherming eindigt. Dit is een belangrijk verschil met het normale verloop van de asielprocedure. Met deze werkwijze kan de IND de behandeling van zaken beter beheersen en spreiden. Het systeem wordt zodoende minder zwaar belast.

Een ander voordeel van deze werkwijze ten opzichte van de verlening van een aparte speciale verblijfsvergunning als ontheemde, waar het Nederlandse recht niet in voorziet, is dat het niet nodig is dat ontheemden alsnog ook een asielaanvraag indienen indien zij na afloop van de tijdelijke bescherming hun eventuele individuele aanspraken beoordeeld willen zien. De richtlijn bepaalt immers dat de ontheemde te allen tijde een asielaanvraag kan indienen.7 Nu de ontheemde al een asielaanvraag heeft ingediend wordt voorkomen dat bij de IND op het moment dat tijdelijke bescherming eindigt, alsnog een groot aantal asielaanvragen wordt ingediend. De IND kan de behandeling van de aanvraag spreiden over een langere periode en de ontheemde kan erop vertrouwen dat als de tijdelijke bescherming tot een einde komt een oordeel wordt gegeven over zijn individuele asielaanspraken.

Doelgroep

Tijdens het Commissiedebat van 9 maart 2022 (Kamerstuk 19 637, nr. 2836) heb ik naar voren gebracht dat het kabinet de richtlijn ruimhartig wil toepassen. Concreet betekent dit, dat de volgende categorieën personen onder de bescherming van de richtlijn zullen worden gebracht:

  • 1. Personen met de Oekraïense nationaliteit die:

    • Op 23 februari 20228 in Oekraïne verbleven;

    • Op of na 27 november 2021 Oekraïne zijn ontvlucht omdat de spanningen toenamen of die zich op of na 27 november 2021 op het grondgebied van de Unie bevonden (bijvoorbeeld voor vakantie of werk);

    • Kunnen aantonen dat zij in de periode vóór 27 november 2021 al in Nederland verbleven, bijvoorbeeld vanwege een eerder ingediende asielaanvraag, op basis van een reguliere verblijfsvergunning of een verblijfsvergunning die is beëindigd.

  • 2. Staatlozen of derdelanders met een andere nationaliteit dan de Oekraïense, die:

    • Op 23 februari 2022 in Oekraïne internationale bescherming of gelijkwaardige nationale bescherming genoten;

    • Op 23 februari 2022 een (andere) geldige Oekraïense verblijfsvergunning hadden.

  • 3. Gezinsleden van de hiervoor genoemde personen:

    • 1. Huwelijkspartner of niet-gehuwde partner waarmee een duurzame relatie wordt onderhouden

    • 2. Minderjarige ongehuwde kinderen (binnen of buiten huwelijk geboren of geadopteerd)

    • 3. Andere naaste familieleden die met het gezin samenwoonden en die volledig of grotendeels afhankelijk zijn.

In overweging 14 van de preambule van het Uitvoeringsbesluit van de Raad worden de lidstaten aangemoedigd te overwegen de tijdelijke bescherming uit te breiden tot personen die Oekraïne kort voor 24 februari 2022 zijn ontvlucht omdat de spanningen toenamen of die zich net vóór die datum op het grondgebied van de Unie bevonden (bijvoorbeeld voor vakantie of werk) en die als gevolg van het gewapende conflict niet naar Oekraïne kunnen terugkeren. Indachtig de gedachte van ruimhartige opvang is besloten om de richtlijn ook van toepassing te verklaren op ontheemden die op of na 27 november 2021 Oekraïne hebben verlaten vanwege de toenemende spanningen. Voor het bepalen van deze is aangesloten bij de visumvrije termijn van Oekraïners, namelijk 90 dagen.

Ten aanzien van Oekraïners is daarnaast besloten om ook diegenen die vóór 27 november 2021 in Nederland onder de bescherming van de richtlijn te brengen. Dit voorkomt dat Oekraïners zonder rechtmatig verblijf een (nieuwe) verblijfsprocedure zullen starten, waarbij waarschijnlijk gekozen zal worden voor een asielbeoordeling.

Oekraïners die vóór 27 november 2021 elders in Europa verbleven vallen niet onder de richtlijn.

Voor derdelanders geldt het vereiste dat zij op 23 februari 2022 een geldige verblijfsvergunning moet hebben gehad. Op grond hiervan kan in eerste instantie worden aangenomen dat de vreemdeling zich op die datum in Oekraïne bevond, althans dat de vreemdeling niet voor 27 november 2021 Oekraïne heeft verlaten. Een actieve controle op dat aspect is daarom niet nodig. Echter, indien naderhand blijkt dat de derdelander zich al langere tijd buiten Oekraïne bevindt, dan zal de tijdelijke bescherming worden teruggedraaid.

Voorts heeft het kabinet ten aanzien van derdelanders besloten om af te zien van de toets of veilige en duurzame terugkeer naar het land of de regio van herkomst mogelijk is. Naar het oordeel van het kabinet zou het hier gaan om een toets die elementen van een asielbeoordeling in zich heeft. Het uitvoeren van die toets zou het asielproces alsnog kunnen belasten en past niet in de ruimhartige toepassing die het kabinet voor ogen heeft.

Tijdelijke verblijfsvergunning als alternatief

Bestaande mogelijkheden

De richtlijn tijdelijke bescherming schrijft voor dat tijdelijk ontheemden over een verblijfstitel beschikken. Een verblijfstitel is ingevolge de richtlijn een volgens de nationale wetgeving opgestelde vergunning of toestemming op grond waarvan het de vreemdeling is toegestaan op het grondgebied van de lidstaat te verblijven. De richtlijn verplicht dus niet tot het verstrekken van een verblijfsvergunning zoals we die nu kennen in de Vreemdelingenwet 2000.9 Een bewijs van toestemming tot verblijf voldoet ook aan de richtlijn. Zoals hiervoor beschreven, krijgen tijdelijk ontheemden een bewijs van rechtmatig verblijf in Nederland na het indienen van een asielaanvraag en wordt de behandeling van hun asielaanvraag opgeschort voor de duur van de tijdelijke bescherming.

Op grond van de Vreemdelingenwet 2000 is het evenwel mogelijk dat ontheemden de asielprocedure doorlopen – zonder opschorting van de beslistermijn – en een asielvergunning voor bepaalde tijd verkrijgen.10 Het is voorts denkbaar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. De bedoeling van de richtlijn is nu juist echter dat het asielsysteem niet (extra) wordt belast bij massale toestroom van ontheemden. Een dergelijke belasting zou het zeer onwenselijke gevolg zijn van een – eventueel versnelde – asiel- of reguliere vergunningprocedure.

In het debat met uw Kamer heb ik aangegeven dat als een verblijfsvergunning asiel wordt verleend, dit bovendien zou betekenen dat de betrokkenen vreemdelingen asielstatushouder worden. Asielstatushouders hebben o.a. recht op een woning en sociale zekerheid onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders. Een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd zou vergelijkbare gevolgen hebben. Op de korte termijn en gezien de grote schaal waarop Oekraïners nu naar Nederland komen, is dat niet realiseerbaar en niet wenselijk. Bovendien beoogt de richtlijn tijdelijke bescherming onmiddellijke, maar wel tijdelijke bescherming. De richtlijn tijdelijke bescherming verplicht niet tot het verlenen van een permanente verblijfstatus met bijbehorende rechten. Het onder de richtlijn tijdelijke bescherming vereiste voorzieningenniveau komt, als gezegd, overeen met dat van asielzoekers op grond van de Opvangrichtlijn. Het huidige stelsel biedt tijdelijk ontheemden dus een adequaat niveau van opvang en hulp.

Een nieuwe speciale vergunning voor tijdelijk ontheemden

Het is theoretisch mogelijk om de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen en een speciale vergunning en een afzonderlijk voorzieningenregime te regelen voor tijdelijk ontheemden. De keuze bij de implementatie van de richtlijn voor de beoordeling van de toepasselijkheid naar aanleiding van een asielaanvraag is echter een welbewuste geweest. Niet alleen biedt de verblijfstitel als asielzoeker tijdelijk ontheemden duidelijkheid en een adequaat voorzieningenniveau; de opschorting van de termijnen biedt de IND de nodige flexibiliteit om de massale toestroom van vreemdelingen te verwerken.

Ik wil benadrukken dat een nieuwe speciale vergunning grote impact op de uitvoering zal hebben. Niet alleen zullen alle procedures en systemen op een nieuwe vergunning moeten worden aangepast, ook ligt in de lijn der verwachting dat in veel gevallen óók een asielaanvraag zal worden ingediend. Dit alleen al om te voorkomen dat het verblijfsrecht wegvalt op het moment dat tijdelijke bescherming tot een einde komt, maar mogelijk ook om vermeende sterkere aanspraken dan tijdelijke bescherming beoordeeld te krijgen. Een dergelijke werkwijze zal het risico van onnodige stapeling van procedures in zich dragen.

Naast dat een wetswijziging veel tijd kost en de invoering grote gevolgen voor de uitvoeringspraktijk zal hebben – juist in een situatie dat essentieel is dat ontheemden nú duidelijkheid krijgen over hun rechten – zal een speciale ontheemdenvergunning op korte termijn geen betere positie bieden dan de verblijfstitel als asielzoeker. De richtlijn laat ruimte voor een andere wijze van implementatie, maar van belang is dat de Nederlandse wijze van implementatie voldoet aan de richtlijn en alle rechten en voorzieningen worden verstrekt die de richtlijn vereist.

Conclusie

De bestaande procedure in de Vreemdelingenwet 2000 biedt de ontheemde snel duidelijkheid over zijn verblijfstatus. Daarnaast stelt de bestaande procedure veilig dat de ontheemde onmiddellijk wordt opgevangen en geholpen – zonder daarbij de vreemdelingenketen acuut en onnodig te belasten met extra zaken. Het huidige stelsel biedt tijdelijk ontheemden het onder de richtlijn vereiste niveau van opvang en hulp. De IND neemt op dit moment de noodzakelijke stappen om de aanvragen van tijdelijk ontheemden te verwerken. Ik zie geen aanleiding om het beleid of de wet nu te wijzigen. De implementatie in de Vreemdelingenwet 2000 zoals die nu luidt, acht ik op dit moment toereikend om de toestroom van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne te verwerken en hen de opvang en rechten toe te kennen die hen toekomen.

De (aangehouden) motie van lid het Piri c.s. waarin de regering verzocht wordt om te voorzien in een tijdelijke verblijfsvergunning wordt dan ook ontraden.

Wel wil ik begrip vragen voor het feit dat huidige situatie ons voor bijzondere uitdagingen stelt. De richtlijn is meer dan twintig jaar oud en nooit eerder toegepast. Ik heb er alle vertrouwen in dat de wijze waarop deze richtlijn in de wet is geïmplementeerd in de praktijk zal voldoen, maar we hebben hier dus nog geen ervaring mee. Het is zeker niet uit te sluiten dat de ontheemden die de hiervoor beschreven bescherming krijgen en de betrokken instanties in de praktijk met bepaalde problemen zullen worden geconfronteerd. Ik zeg uw Kamer uitdrukkelijk toe dit zorgvuldig in het oog te houden en, indien dergelijke problemen rijzen, er – indien mogelijk – alles aan te doen hiervoor snelle, goede en vooral praktische oplossingen te vinden.

III. Toegang tot de arbeidsmarkt

Veilige en leefbare opvang is de allereerste prioriteit, omdat dit ontheemden de kans biedt om bij te komen en rust te krijgen na hun vlucht voor het oorlogsgeweld. Voor de ontheemden die dit willen en kunnen is het daarna wenselijk om hen de kans te bieden om te werken. Gelet hierop treedt op 1 april 2022 met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022 een vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht in werking, voor ontheemden die onder de richtlijn tijdelijke bescherming vallen en arbeid in loondienst willen verrichten. In onderstaande alinea’s volgt een verdere toelichting op de toegang tot de arbeidsmarkt voor deze vreemdelingen.

Richtlijn tijdelijke bescherming

De richtlijn tijdelijke bescherming regelt ook de toegang tot de arbeidsmarkt. Nederland heeft bij implementatie van deze richtlijn bepaald, dat door werkgevers een tewerkstellingsvergunning met volledige arbeidsmarkttoets moet worden aangevraagd. Dit betekent dat bij een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning, eerst wordt gekeken of er personeel in de Europese Economische Ruimte en Zwitserland aanwezig is om dit werk te doen.

Voor de ontheemden uit Oekraïne is een veilig onderdak en levensonderhoud uiteraard de eerste prioriteit. Zij moeten de tijd en rust krijgen om bij te komen, na hun vlucht voor het oorlogsgeweld. Daarna is het, gelet op de uitzonderlijke situatie van deze crisis, wenselijk om vreemdelingen die dit willen, zo snel mogelijk de kans te bieden om te werken.

Gelet hierop geldt per 1 april aanstaande een vrijstelling voor het aanvragen van deze tewerkstellingsvergunning, voor arbeid in loondienst. Deze vrijstelling van de tewerkstellingsplicht geldt met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022. In veel lidstaten is de Europese richtlijn zo geïmplementeerd, dat vluchtelingen direct toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Nederland sluit met de vrijstelling van tewerkstellingsvergunningsplicht dus aan bij de praktijk zoals die geldt in andere lidstaten. Voor de categorieën personen die onder de bescherming van de richtlijn zullen worden gebracht en hiermee ook vallen onder deze vrijstelling, wordt verwezen naar de eerdere paragraaf van deze brief.

Voorwaarden

De vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht kent wel enkele voorwaarden. De rapporten van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, hebben laten zien dat er helaas nog veel misgaat bij het werk door arbeidsmigranten. De mensen die Oekraïne zijn ontvlucht, zijn kwetsbare, soms door oorlogsgeweld getraumatiseerde mensen.

Om het risico op misstanden zoals onderbetaling en slechte arbeidsomstandigheden te signaleren en te verkleinen, is het belangrijk om zicht te houden op de mensen die aan het werk gaan. Daarom geldt er na inwerkingtreding van het besluit op 1 april 2022 voor werkgevers een meldplicht als zij mensen in dienst willen nemen. Zij moeten ten minste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden bij UWV melden dat zij een vreemdeling op grond van de vrijstelling tewerkstellen. Tot en met 15 april 2022 geldt een overgangsperiode waarin werkgevers de mogelijkheid krijgen om een melding te doen, ook wanneer de werkzaamheden al zijn aangevangen. Na deze datum geldt de meldplicht, waaronder de eis van een melding ten minste twee werkdagen voorafgaande aan de aanvang van de werkzaamheden, onverkort. Het niet naleven van deze nieuwe meldplicht is beboetbaar op grond van de Wet arbeid vreemdelingen.

De vrijstelling voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning beperkt zich in eerste instantie tot het verrichten van arbeid in loondienst. Dit biedt voor de potentieel kwetsbare groep vluchtelingen een grotere mate van zekerheid dan werken als zelfstandige. Door de vrijstelling te beperken tot arbeid in loondienst, zijn de vreemdelingen naar verwachting beter beschermd tegen misstanden zoals onderbetaling. Zelfstandigen worden bovendien geacht om zelf te voorzien in sociale verzekeringen (waaronder pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering).

Toezicht en handhaving ten aanzien van zelfstandigen is complexer dan bij arbeid in loondienst. Bij ministeriële regeling kan er op een later moment eventueel alsnog voor worden gekozen om de vrijstelling uit te breiden naar arbeid als zelfstandige. Van deze mogelijkheid kan gebruik gemaakt worden, wanneer voldoende zeker is dat het werken als zelfstandige voor deze groep geen bovenmatige risico’s met zich meebrengt. Om onduidelijkheden en ontduiking van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) door middel van contante betalingen tegen te gaan, geldt een verplichting om het WML giraal uit te betalen.

Ontheemden uit de Oekraïne kunnen worden ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) op aangifte van verblijf en adres bij de gemeente, inclusief gemeentelijke opvang waar zij (tijdelijk) verblijven. Zij worden automatisch ingeschreven in de Basis Voorziening Vreemdelingen (BVV) en zijn daarmee bekend bij de IND en krijgen een BSN. Zonder een BSN kan een vreemdeling in Nederland niet werken voor een Nederlandse werkgever. De werkgever heeft een BSN nodig voor opgave van de loonbelasting. Daarnaast kan de vreemdeling met een BSN een bankrekening openen in Nederland.

Documenten

Om ervoor te zorgen dat er op de juiste manier gebruik wordt gemaakt van de vrijstelling, is het nodig dat vreemdelingen over documenten beschikken waaruit hun rechtmatig verblijf en verblijfstatus op grond van de richtlijn tijdelijke bescherming in Nederland blijkt. Zonder deze documenten is het voor werkgevers niet mogelijk om vast te stellen of de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft op grond van de richtlijn tijdelijke bescherming en derhalve onder de vrijstelling valt. Het kost echter enige tijd om vanuit de Nederlandse overheid deze documenten voor alle ontheemden beschikbaar te stellen. Gelet hierop geldt een overgangsperiode.

Gedurende de overgangsperiode geldt de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht voor alle Oekraïense onderdanen, die hun nationaliteit aan de hand van documenten kunnen aantonen. Daarnaast wordt gestreefd om deze overgangsperiode per medio april 2022 uit te breiden, en toe te passen op staatlozen en onderdanen van andere derde landen dan Oekraïne die kunnen aantonen dat zij op 23 februari 2022 in Oekraïne internationale bescherming genoten of in het bezit waren van een geldige verblijfsvergunning die overeenkomstig Oekraïens recht is afgegeven.

Tijdens deze overgangsperiode geldt de meldplicht voor werkgevers als zij Oekraïense onderdanen in dienst willen nemen onverkort.

Naast het verrichten van arbeid in loondienst is van belang om te zorgen dat vreemdelingen die vallen onder de richtlijn tijdelijke bescherming ook tot het moment dat de documentatie op orde is, in de gelegenheid worden gesteld om vrijwilligerswerk te verrichten of stage te lopen in het kader van een gevolgde opleiding. Gelet hierop wordt geregeld dat de overgangsperiode ook ziet op vrijwilligerswerk en stage.

De overgangsperiode loopt in eerste instantie tot en met 31 mei 2022 (met mogelijkheid tot verlenging) om te zorgen dat alle vreemdelingen die daar recht op hebben, in het bezit kunnen worden gesteld van documenten waaruit hun verblijfsstatus en hun toegang tot de arbeidsmarkt blijkt.

Er wordt gekeken op welke wijze werkgevers ondersteund kunnen worden in het vaststellen of de vreemdeling valt onder de overgangsperiode.

Terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022

Gelet op de uitzonderlijke situatie van de oorlog in Oekraïne en de daarmee samenhangende vluchtelingenstroom, wil het kabinet ontheemden uit Oekraïne die dit willen zo snel mogelijk de kans bieden om te werken.

Gelet hierop geldt de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022, om te voorkomen dat welwillende werkgevers in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen, vreemdelingen tewerk stellen. Het risico daarop is reëel, gelet op het feit dat na activering van de Richtlijn tijdelijke bescherming, de nuance dat er enkel toegang tot de arbeidsmarkt is met een tewerkstellingsvergunning in veel nieuwsberichten ontbrak.

Vanaf 1 april 2022 moet elke werkgever een melding doen bij UWV indien er een vreemdeling op grond van deze vrijstelling werkzaam is. Een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning die is ingediend voor 1 april 2022, wordt beschouwd als een melding. Niet-melden is een overtreding, en beboetbaar gesteld in de Wet arbeid vreemdelingen. De Arbeidsinspectie is belast met de handhaving hiervan. De Arbeidsinspectie zal bovendien inspecteren en handhaven indien zij constateert dat er sprake is van andere overtredingen van arbeidswetten, bijvoorbeeld van de WML of de Arbeidstijdenwet.

Bemiddeling

De toegang tot de arbeidsmarkt bestaat naast het juridische faciliteren ook uit de bemiddeling naar werk. We willen de bemiddeling, voor de personen die dat willen, zo overzichtelijk mogelijk faciliteren. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang: een centrale plek voor informatie voor werkzoekenden en werkgevers, een methode om elkaar eenvoudig te vinden en indien nodig de inzet van dienstverlening om de match te ondersteunen. Ik ben met betrokken partijen in gesprek om dit zo snel als mogelijk in gang te zetten. Belangrijk uitgangspunt is dat de wensen en vaardigheden van de personen centraal staan, en daar waar mogelijk wordt gekeken naar bemiddeling richting beroepen waar vraag naar is. Ook zal er aandacht zijn voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Er zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur in de uitvoering, zowel publiek als privaat.

Vanwege de unieke status van de tijdelijk beschermden wordt met spoed gekeken naar hetgeen ervoor nodig is om de tijdelijk beschermden toegang te geven tot publieke ondersteuning naar werk, waaronder wijziging van regelgeving. Daarmee ontstaat dan de mogelijkheid tot het inzetten van gerichte dienstverlening om de bemiddeling naar werk te ondersteunen. Ook de regionale mobiliteitsteams kunnen daarbij een rol spelen, voor de inzet van aanvullende ontschotte dienstverlening.

Monitoring

Het is belangrijk om te benadrukken dat het regelen van deze vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht – zoals veel van wat er nu plaatsvindt in het kader van deze vluchtelingencrisis – onder grote druk tot stand is gekomen. Deze aanpak brengt risico’s met zich mee en kan ertoe leiden dat er zaken misgaan. Gelet hierop, is niet uit te sluiten dat er onvoorziene effecten optreden, die op korte termijn aanpassing van de regelgeving vergen. De effecten van de vrijstelling zullen doorlopend gemonitord worden, zodat eventuele onvoorziene effecten tijdig gesignaleerd en aangepakt kunnen worden.

IV. Ontwikkelingen op Europees niveau

Over de ontwikkelingen op Europees niveau wordt uw Kamer geïnformeerd in het verslag van de JBZ-raad dat deze week wordt toegezonden.

Conclusie

Tot slot, uw Kamer heeft gister in de Regeling van Werkzaamheden (Handelingen II 2021/22, nr. 65, item 17) verzocht om een debat, voorafgegaand door een brief over de stand van zaken rondom de coördinatie van de huisvesting, medische zorg, sociale voorzieningen, onderwijs en verdere integratie van ontheemden uit Oekraïene en de effecten hiervan voor de opvang van andere groepen asielzoekers en statushouders. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek. Ik hecht eraan bij uw Kamer te verduidelijken dat de Minister van Justitie en Veiligheid voorzitter van de Ministeriele Commissie Crisisbeheersing (MCCb) is, en dat ik de coördinerend bewindspersoon voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne ben.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2829.

X Noot
3

Kamerstuk 35 925 VII, nr.137.

X Noot
4

Richtlijn nr. 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequentie van de opvang van deze personen (PbEG L 212).

X Noot
5

Kamerstuk 29 031.

X Noot
6

Artikel 1 van de Vw 2000 geeft de definitie van tijdelijke bescherming: rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder f of h, van de vreemdeling wiens uitzetting in verband met een aanvraag als bedoeld in artikel 28 op grond van de richtlijn tijdelijke bescherming achterwege blijft. Het besluitmoratorium volgt uit artikel 43a van de Vw 2000. Uit artikel 11, eerste en tweede lid, Vw 2000 volgt dat een tijdelijk ontheemde recht heeft op de aanspraken die worden toegekend bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, dan wel bij of krachtens een ander wettelijk voorschrift, waarin aanspraken van deze vreemdelingen zijn neergelegd.

X Noot
7

Artikel 17, eerste lid, richtlijn tijdelijke bescherming.

X Noot
8

De formulering in het Raadsbesluit is: «vóór 24 februari». Met het oog op een soepele uitvoering wordt dat hier gelezen als «op 23 februari».

X Noot
9

Artikel 2 van de richtlijn tijdelijke bescherming definieert de verblijfstitel aldus.

X Noot
10

Bijvoorbeeld – de in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 bedoelde grond («... ernstige en individuele bedreiging (...) als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict»).

Naar boven