19 637 Vreemdelingenbeleid

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 2834 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2022

Door de oorlog in Oekraïne zijn volgens de Europese Commissie op moment van schrijven circa 3 miljoen vluchtelingen de grens overgegaan, waarvan met 1,8 miljoen verreweg de meesten in Polen zijn opgevangen en meer dan 1 miljoen in Roemenië, Hongarije, Slowakije en Moldavië. De instroom bestaat voornamelijk uit vrouwen en kinderen. De UNHCR heeft ondertussen haar voorspelling naar boven bijgesteld en voorspelt nu dat er ongeveer 5 miljoen personen uit Oekraïne zullen vluchten.

Nog steeds verblijft het grootste deel van deze vluchtelingen in de buurlanden om Oekraïne. Ik heb veel bewondering voor inspanningen van de buurlanden, die met deze vluchtelingenstroom voor een enorme opgave staan. Inmiddels reizen steeds meer mensen door naar de rest van Europa en ook Nederland. De afgelopen periode zijn door gemeenten, samen met (lokale) partners en vrijwilligers al veel locaties gerealiseerd waar de eerste vluchtelingen konden worden opgevangen. Zoals ik bij brief van 8 maart jl. uiteen heb gezet (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2829), wordt sinds 9 maart 2022 binnen de crisisstructuur door gemeenten, samen met veiligheidsregio’s en andere betrokken partijen hard gewerkt aan het op korte termijn realiseren van 50.000 plekken. Ik heb grote waardering voor gemeenten en alle partijen die betrokken zijn bij deze enorme inspanning in een kort tijdsbestek. Ook is het hartverwarmend om te zien hoeveel burgers en maatschappelijke en commerciële organisaties een bijdrage willen leveren aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Inmiddels zijn onder coördinatie van de veiligheidsregio’s bijna 23.000 opvangplekken gerealiseerd, waarvan er vandaag ongeveer 8000 bezet zijn. De stroom van vluchtelingen uit Oekraïne stelt Nederland voor een grote opgave en er wordt hard gewerkt om allerlei vraagstukken die daarbij opkomen op te lossen. Nog niet op alle vragen is nu al antwoord, maar er wordt wel steeds meer duidelijk hoe de opvang van Oekraïners in Nederland op de korte, maar ook middellange termijn wordt vormgegeven.

Daarnaast hecht het kabinet eraan om te benadrukken dat veel van wat er nu plaatsvindt om de benodigde gezamenlijke aanpak vorm te geven, onontgonnen terrein betreft, onder grote druk en onder moeilijke omstandigheden. Het is dan ook eerlijk aan te geven dat deze aanpak risico’s met zich meebrengt, en dat er zaken mis zullen gaan. Dat geldt bijvoorbeeld ten aanzien risico’s rondom de financiële aanpak, vraagstukken rondom verwerving en aanbesteding, maar ook de mate waarin de gewenste kwaliteit van opvang kan worden geborgd. Het spreekt voor zich dat wordt geprobeerd deze risico’s waar mogelijk te ondervangen, en vanaf het begin is er contact met toezichthouders en vindt regelmatige evaluatie plaats om deze risico’s te mitigeren.

Voorts is het goed aan te geven dat voor asielzoekers met een andere nationaliteit een oplopend tekort aan opvangplekken bestaat. Uiteraard moet hier ook opvang en begeleiding voor worden geboden. Om deze zoektocht te versterken is de veiligheidsregio’s gevraagd om deze zoektocht ook te coördineren, in samenwerking met het COA.

De ontwikkelingen in Oekraïne en daarbuiten ten gevolge van de situatie in Oekraïne volgen elkaar zeer snel op.

In deze brief wordt ingegaan op:

  • I. de aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne waarbij achtereenvolgens het wettelijk kader, de spreiding van en oriëntatie op toekomstige opvang, de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, het nationaal proces, proces amv’s, de Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners, onderwijs, arbeid, zorg, financiën, private initiatieven en signalen mensenhandel/mensensmokkel aan bod komen.

  • II. De contouren voor de toekomstige aanpak voor omvangrijke en langdurige aanpak van opvang voor mensen uit Oekraine;

  • III. De aanpak op Europees niveau.

Gezien het brede scala aan onderwerpen schrijf ik deze brief mede namens alle kabinetsleden van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb).

I. Aanpak opvang vluchtelingen uit Oekraïne

Wettelijk kader

Zoals ik in de brief van 8 maart jl. aan uw Kamer heb aangegeven is het kabinet voornemens om noodrecht in te zetten – zonder de noodtoestand af te kondigen – indien er sprake is van buitengewone omstandigheden vanwege een grote toestroom van personen die vanuit Oekraïne naar Nederland vluchten. Hiertoe wordt onderzocht of het mogelijk is om in deze bijzondere situatie de opvang van uit Oekraïne gevluchte personen wettelijk op gemeentelijk niveau te beleggen bij burgemeesters. Zo krijgen burgemeesters een formele taak in de opvang van deze groep. Regionaal hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s reeds formeel een coördinerende rol op grond van artikel 39 Wet veiligheidsregio’s.

Spreiding opvang en oriëntatie toekomstige opvang

Op dit moment zijn de veiligheidsregio’s bezig om elk 2.000 opvangplekken te creëren voor vluchtelingen uit Oekraïne; in totaal zal dit optellen tot circa 50.000 plekken bestemd voor de opvang van mensen afkomstig uit Oekraïne. Deze opvang geldt uitsluitend voor vluchtelingen conform de Tijdelijke Richtlijn bescherming. Daarbij is het op dit moment niet mogelijk om onderscheid te maken in de locaties waar vluchtelingen opgevangen worden; het doel is nu om zoveel mogelijk bedden te creëren om elke vluchteling een dak boven het hoofd te kunnen bieden.

Nederland dient echter ook passende voorzorgsmaatregelen te nemen voor de middellange termijn. Dat betekent dat ook voorbereidingen moeten worden getroffen voor een verdergaande situatie waarin de opvang van mensen uit Oekraïne in omvang in ruime mate groter wordt dan de circa 50.000 plekken die thans in voorbereiding zijn of waarin deze opvang langer duurt.

Voor die fase ligt een pragmatische aanpak voor de hand om te zorgen voor een spreiding van vluchtelingen over Nederland, waarbij gebruik wordt gemaakt van gezamenlijke opvanglocaties van serieuze omvang waar gewenst en mogelijk. Dit kunnen omvangrijke locaties zijn met enkele duizenden bewoners.

Daarnaast zal er altijd sprake zijn van enige verspreiding over de overige gemeenten. Die aanpak en strategische oriëntatie, gericht op gezamenlijkheid van locaties van een serieuze omvang, is ook nodig om op verscheidene terreinen invulling te kunnen geven aan de aanpak vanuit de overheid, zoals op de terreinen van gezondheidszorg, arbeid of scholing. Wanneer sprake is van verdergaande grootschalige instroom, krijgt opvang noodzakelijkerwijs een grootschaliger en een meer regionaal gecentraliseerd karakter, waarbij ter plaatse ook specifieke voorzieningen, zoals onderwijs, worden geboden.

Richtlijn Tijdelijke bescherming

De Europese Unie heeft op 4 maart 2022 de Richtlijn Tijdelijke bescherming via een Raadsbesluit geactiveerd (Kamerstukken 32 317 en 36 045, nr. 750). Mensen die het conflict in Oekraïne ontvluchten krijgen bescherming in de lidstaten van de Europese Unie, zo ook in Nederland. Tijdelijk beschermden volgens de richtlijn hebben recht op onder meer fatsoenlijk onderdak, levensonderhoud, medische zorg, en onderwijs. Naast Oekraïners is de richtlijn ook van toepassing op bepaalde categorieën derdelanders die in Oekraïne verblijf hadden. Dit geldt in de eerste plaats voor derdelanders (en staatlozen) die in Oekraïne een asielstatus hadden. Lidstaten kunnen zelf besluiten om deze groep verder uit te breiden naar andere derdelanders met legaal verblijf in Oekraïne. Voor deze groep zal veelal wel een wat uitgebreidere toets nodig zijn dan voor goed gedocumenteerde Oekraïners.

Voor elke lidstaat geldt dat hij de verplichting heeft om de mate van bescherming te bieden die in de richtlijn staat opgenomen. Daarbij wordt wel, ook naar aanleiding van de oproep hiertoe van Nederland, ruimte geboden voor het hanteren van bestaande nationale instrumenten. Onder lidstaten leven nog veel vragen over de implementatie van de Richtlijn Tijdelijke bescherming en het Raadsbesluit. De Europese Commissie werkt aan richtsnoeren die Lidstaten bij de implementatie kunnen helpen. Daarbij wordt rekening gehouden met de noden en vragen van Lidstaten.

Nationaal proces

Oekraïners die in Nederland aankomen en gemeentelijke opvang wensen te krijgen, dienen zich te wenden tot de gemeente. Sinds vorige week is vanuit JenV en de 25 veiligheidsregio’s het Knooppunt Coördinatie Informatie Oekraïne ingesteld. Het knooppunt voorziet in een informatieplatform tussen Rijk en regio’s en betrokken partners als bijvoorbeeld het Nederlandse Rode kruis, VNG en COA. Daarnaast is er een verzamelpunt opgericht, waarvanuit het overzicht van de beschikbare gemeentelijke opvangplekken op bovenregionale/landelijke schaal in beeld wordt gebracht en coördinatie plaatsvindt, het Landelijk Coördinatiepunt Vluchtelingen Spreiding (LCVS).

Voor mensen uit Oekraïne die zich melden bij een gemeente volgt een, net gestart, registratieproces. Via de Basis Registratie Personen (BRP) wordt gekomen tot een zo snel mogelijke en eenduidige registratie van personen die uit Oekraïne naar Nederland zijn gekomen. Deze registratie vindt plaats op basis van overgelegde documenten. Ook personen die worden opgevangen bij particulieren en hun identiteit, herkomst, nationaliteit en verblijfsrecht op basis van overgelegde documenten kunnen aantonen, worden ingeschreven in de BRP door de gemeente waarin zij verblijven. Dit vergt opnieuw een grote inspanning van gemeenten, die zich ook op het punt van opvang en andere vraagstukken maximaal inspannen. Vanuit het Rijk wordt bezien op welke wijze gemeenten in die rollen kunnen worden ondersteund, en zal vanzelfsprekend vergoeding plaatsvinden van de kosten die verbonden zijn aan die inzet.

Indien de vreemdeling niet of onvoldoende is gedocumenteerd en er twijfel bestaat over de Oekraïense afkomst of het recent rechtmatig verblijf in Oekraïne van derdelanders zal, in samenwerking met de Vreemdelingenketen, een aanvullend herkomst- en identificatieproces in een daarvoor nader in te richten BRP-straat plaatsvinden. Indien bij die beoordeling de twijfel wordt weggenomen volgt alsnog de registratie in de BRP en kan de vreemdeling in gemeentelijke opvang blijven. Voor personen die hun herkomst, identiteit en – waar nodig- rechtmatig verblijf in Oekraïne niet aannemelijk kunnen maken wordt het verblijf in de gemeentelijke opvang beëindigd. Op basis van deze werkwijze wordt geborgd dat personen die niet in aanmerking horen te komen voor gemeentelijke opvang spoedig worden onderkend en hun verblijf in de gemeentelijke opvang wordt beëindigd. Deze groep zal gewezen worden op de mogelijkheden voor terugkeer. Diegenen die stellen gevaar te lopen bij terugkeer naar hun land kunnen asiel aanvragen. Momenteel worden de mogelijkheden verkend om hiervoor een aparte locatie aan te wijzen. Gedurende de asielprocedure heeft deze groep recht op COA opvang.

Terugkeer en repatriëring kunnen ook aan de orde zijn voor de groep derdelanders, die weliswaar gedocumenteerd is en recht heeft op gemeentelijke opvang, maar ervoor kiest om terug te keren naar het land van herkomst of door te migreren naar een ander land. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en IOM Nederland kunnen bij terugkeer en repatriëring ondersteunen. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt samen met DT&V en IOM Nederland een handelingskader uit voor gemeenten voor de terugkeer van personen uit Oekraïne.

Proces voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv)

Voor Oekraïense amv geldt dat, in samenspraak met Nidos, de Raad voor de Kinderbescherming, COA de VNG en andere betrokken partijen nog wordt bezien op welke wijze de opvang kan worden vormgegeven. Dit omdat amv een kwetsbare groep vormen, waarbij het van belang is dat zij in een veilige omgeving opgevangen worden met oog voor hun unieke situatie. Op dit proces kan momenteel nog niet vooruit gelopen worden.

Handreiking

Om gemeenten zoveel mogelijk te helpen bij het opzetten en beheren van opvanglocaties heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid samen met de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en andere partners buiten de rijksoverheid een voorlopige Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners opgesteld. Deze is op 13 maart jl. gepubliceerd en verspreid onder gemeenten. De Handreiking biedt handvatten die gemeenten ondersteunen bij de organisatie en uitvoering van de opvang. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeentelijke opvang toegankelijk is voor alle vluchtelingen uit Oekraïne. De voorzieningen en rechten voor deze vluchtelingen dienen zoveel mogelijk gelijkwaardig te zijn aan de rechten en voorzieningen van personen die worden opgevangen via het reguliere asielproces.

Onderwijs

Ook veel minderjarige kinderen zijn naar Nederland gevlucht. Het is verschrikkelijk als je je leven achter je moet laten omdat oorlogsgeweld je eigen thuis te onveilig maakt om er te blijven. Dat geldt voor kinderen des te meer. Daarom geven we ze hier een veilig onderdak. Maar juist in zo’n moeilijke situatie is het van belang dat deze kinderen weer zo snel mogelijk iets van een «normaal» leven op kunnen pakken. Net als alle andere kinderen die in Nederland verblijven hebben ook deze kinderen recht op onderwijs. Het is dan ook belangrijk dat we hen zo snel mogelijk een plek op school bieden om samen met vriendjes te kunnen spelen, en weer iets te kunnen leren. Op verschillende plekken zijn gemeenten en scholen samen met andere partners bezig dit onderwijs te organiseren en op een aantal plekken gaan gevluchte Oekraïense kinderen al naar school. Gelukkig kunnen we daarbij gebruik maken van de inzet en expertise van het nieuwkomersonderwijs dat we in Nederland hebben. Daar werken enorm betrokken en gespecialiseerde leraren die deze leerlingen goed kunnen helpen, en hun expertise ook graag delen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondersteunt hierbij. Scholen komen in aanmerking voor extra bekostiging voor het onderwijs aan deze kinderen.

Naar verwachting komen er nog veel meer kinderen naar Nederland. Indien er voldoende ruimte is, dan verdient het de voorkeur dat Oekraïense kinderen terecht kunnen in het bestaande nieuwkomersonderwijs. Daarbij gaat het in het primair onderwijs om nieuwkomersklassen en taalklassen en in het voortgezet onderwijs om internationale schakelklassen (ISK’s). Wanneer de aantallen gevluchte Oekraïense kinderen verder toenemen, zoals de verwachting is, dan is er niet overal voldoende ruimte in het bestaande nieuwkomersonderwijs. Gegeven de op korte termijn beschikbare opvangcapaciteit voor 50.000 vluchtelingen houdt het Ministerie van OCW daarbij rekening met 15.000 tot 25.000 leerplichtige kinderen. De mogelijkheid bestaat dat dit aantal verder toeneemt. Dit vraagt veel van de samenleving en van het onderwijs. Daarom treft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs samen met verschillende andere betrokken partijen nu voorbereidingen om nieuwkomersscholen in staat te stellen het aantal beschikbare onderwijsplaatsen op te schalen. Zo lang het kan blijft het bestaande nieuwkomersonderwijs de voorkeur hebben.

In regio’s waar de bestaande voorzieningen, ook in een opgeschaalde variant, onvoldoende zijn, zet het Ministerie van OCW daarbij in op het opzetten van extra, tijdelijke onderwijsvoorzieningen. Ook dat zal uiteraard gebeuren met inzet van de expertise die in het bestaande nieuwkomersonderwijs voorhanden is. Het aanbod dat in die voorzieningen gerealiseerd wordt is bedoeld om nauw aan te sluiten bij hetgeen wat deze kinderen nodig hebben en wat tegelijkertijd praktisch realiseerbaar is. Dit is een grote opgave die alleen kan worden uitgevoerd door inzet van verschillende partijen, met name schoolbesturen, het bestaande nieuwkomersonderwijs en gemeenten, maar ook Lowan, kinderopvang, NGO’s, sport-, cultuur- en welzijnsorganisaties, et cetera. Het Ministerie van OCW en het Ministerie van SZW kijken hierbij gezamenlijk naar de rol van de kinderopvang. Ook verkent het Ministerie van OCW de inzet van docenten vanuit de Oekraïense gemeenschap zelf. De juridische ruimte daarvoor wordt momenteel nader onderzocht. Het uitgangspunt is een combinatie van onderwijs gericht op verwerving van de Nederlandse taal, met vakonderwijs (mogelijk in het Oekraïens en het Engels) en inzet op het sociaal-emotionele welbevinden van gevluchte kinderen. Voor al deze aspecten is een goede onderwijskwaliteit uiteraard een voorwaarde. Verder gaat het hierbij nadrukkelijk om tijdelijke voorzieningen. Indien Oekraïense kinderen langere tijd in Nederland blijven, moet ingezet worden op zo snel mogelijke doorstroom naar de bestaande nieuwkomersonderwijsvoorzieningen. Het Ministerie van OCW werkt deze opgave uit samen met betrokken organisaties en informeert uw Kamer zodra er meer duidelijkheid is over de mogelijkheden en de bijbehorende benodigde extra middelen.

Voor Oekraïense jongeren en volwassenen die willen instromen in het mbo, hoger onderwijs of volwassenenonderwijs geldt dat het Ministerie van OCW momenteel ook in gesprek is met verschillende betrokken partijen om te kijken hoe hen een plek in het onderwijs kan worden geboden. Tot 18 jaar geldt daarbij een formeel recht op onderwijs op basis van internationale verdragen.

Arbeid

Op grond van de Richtlijn Tijdelijke bescherming is er ook toegang tot de arbeidsmarkt, maar heeft de werkgever op dit moment nog een tewerkstellingsvergunning nodig. Het Ministerie van SZW is voornemens om op korte termijn de toegang tot de arbeidsmarkt voor Oekraïners tijdelijk te verruimen, door een vrijstelling op de plicht om een tewerkstellingsvergunning te regelen. Wel geldt er een meldplicht. Er wordt naar gestreefd om de vrijstelling op 1 april 2022 in werking te laten treden. Uw kamer wordt op korte termijn hierover nader bericht. Tevens wordt in dit kader gekeken naar de toegang tot kinderopvang en mogelijke knelpunten die hierbij spelen.

Medische zorg

Toegang tot zorg en vergoeding op de korte termijn

Het is van belang dat vluchtelingen uit Oekraïne die naar Nederland komen, of hier reeds zijn, zo goed mogelijk toegang krijgen tot de zorg en ondersteuning uit de verschillende domeinen. Op de verscheidene opvanglocaties zijn thans reeds GGD en andere medische actoren actief. De GGD vervult een belangrijke wettelijke taak op het gebied van de Publieke Gezondheid en is betrokken bij de eerste medische zorg, zoals verzorgen van vaccinaties, gezondheidsscreening, infectieziektebestrijding, technische hygiënezorg van de locaties, jeugdgezondheidszorg en de organisatie van opvang van mensen met pyschosociale problemen en trauma’s. De wijze waarop zorgkosten worden vergoed is mede afhankelijk van de vraag of de Richtlijn Tijdelijke bescherming van toepassing is. Voor de korte termijn wordt uitgegaan van de volgende situaties:

  • Aanvraag asiel met registratie bij het COA

  • Zonder aanvraag asiel en aanvraag asiel zonder registratie bij het COA

Hieronder wordt toegelicht hoe op de korte termijn de toegang tot zorg en ondersteuning voor vluchtelingen uit Oekraïne is georganiseerd of hoe hieraan wordt gewerkt. Hierbij is aandacht voor de verschillende manieren waarop opvang wordt georganiseerd, zodat toegang tot zorg wordt gewaarborgd voor zowel vluchtelingen in een centrale opvang als in particuliere opvang. De vergoeding van de kosten van zorg en ondersteuning aan vluchtelingen uit Oekraïne verloopt zoveel mogelijk via bestaande regelingen, zodat de zorg en ondersteuning zoveel mogelijk per direct beschikbaar is. Het gaat om personen met de Oekraïense nationaliteit, maar ook derdelanders met een verblijfsrecht in Oekraïne. De verwachting is dat het merendeel van de vluchtelingen in de Gemeentelijke Opvang Oekraïners (GOO) en de Particuliere Opvang Oekraïners (POO) zullen worden opgevangen en derhalve niet bij het COA worden ingeschreven.

De regelingen die worden genoemd in deze brief zijn mogelijk niet volledig geschikt voor alle kosten die worden gemaakt in relatie tot de zorgverlening aan de vluchtelingen. Op landelijk niveau is het Ministerie van VWS met betrokken partijen, waaronder de landelijke huisartsenvereniging en InEen, in gesprek over de organisatie van de huisartsenzorg. Hierbij zijn als knelpunten onder meer de medische dossiervoering, de financiering van talentolken en de administratieve lasten van de subsidieregeling onverzekerden ter sprake gekomen. Het Ministerie van VWS en Ministerie van J&V en betrokken partijen zien tezamen hoe deze knelpunten zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen. Ook voor de ggz zal worden geïnventariseerd welke (aanvullende) knelpunten zij zien met betrekking tot het verlenen van geestelijke gezondheidszorg aan vluchtelingen uit Oekraïne.

Aanvraag asiel met registratie bij het COA

Als de Oekraïense vluchteling asiel heeft aangevraagd dan is de Regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) alleen van toepassing als betrokkene daadwerkelijk bij het COA staat geregistreerd. Het grootste deel van de aanspraken onder de RMA komt overeen met de aanspraken in het basispakket van de Zorgverzekeringswet. Daarnaast wordt een deel van de zorg die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz) valt, ook vanuit de RMA vergoed. Voor mondzorg bestaat een zeer beperkt pakket voor volwassenen met acute klachten, voor kinderen geldt de vergoeding vanuit het basispakket. Er geldt geen premie, eigen bijdrage en eigen risico.

Zonder aanvraag asiel en aanvraag asiel zonder registratie bij het COA

Medische zorg

Voor de Zvw-zorg is de «Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden» op de korte termijn vooralsnog het meest geëigende instrument (SOV). Zorgaanbieders kunnen de kosten van medische zorg aan vluchtelingen declareren bij het CAK. Het gaat daarbij om zorg die onder de basisverzekering valt, waaronder huisartsenzorg, medisch-specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg. De SOV voorziet evenwel niet in onder andere reguliere mondzorg, abortuszorg en anticonceptiemiddelen. Hier wordt apart naar gekeken.

Mondzorg: De SOV gaat uit van de mondzorg die vergoed wordt uit de basisverzekering. Voor jongeren onder de 18 jaar geldt een uitgebreid pakket behandelingen. Bijvoorbeeld: periodieke controle, tandsteen verwijderen, vullingen en chirurgische tandheelkundige hulp. Voor volwassenen geldt vergoeding van de kosten van chirurgische tandheelkundige hulp, röntgenonderzoek en uitneembare kunstgebitten. Op de website van de KNMT zijn de aanpak en acties te lezen die de leden van de KNMT ondernemen om de vluchtelingen te helpen.

Administratieve lasten SOV

Administratieve lasten SOV

De inzet van deze subsidieregeling kent – mede om het gebruik goed te monitoren – enkele administratieve lasten. Wij zullen zorgaanbieders zoveel mogelijk ondersteunen om de bestaande procedures te volgen en daarbij onduidelijkheden zoveel mogelijk weg te nemen. Wij onderzoeken daarbij of het noodzakelijk is om de meldtermijn en de aan te leveren gegevensset aan te passen.

Langdurige zorg

Legaal verblijvende personen zonder verblijfsstatus zijn niet verzekerd voor wlz- zorg. De Regeling voor Medische Zorg aan asielzoekers (RMA) wordt opengesteld voor wat betreft de aanspraak op wlz-zorg voor vluchtelingen uit Oekraïne wanneer er sprake is van een langdurige zorgbehoefte die niet vanuit de subsidieregeling (Zvw) of Wmo ondersteuning door gemeenten geboden kan worden en waarbij verblijf in een instelling nodig is. Daarvoor is een indicatie van RMA Healthcare nodig. Het zorgkantoor kan bemiddelen bij het vinden van een plek in een Wlz-instelling. De betrokken zorgverlener kan de indicatie bij RMA Healthcare aanvragen. Zodra de plaatsing in een instelling heeft plaatsgevonden wordt de betrokkene geregistreerd bij het COA en kunnen de kosten via de RMA worden betaald. Er geldt geen eigen bijdrage en geen eigen risico.

Zorg en ondersteuning door gemeenten voor vluchtelingen met zorgvraag

De status die de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne krijgen op korte en lange termijn, is van invloed op welk beroep gedaan kan worden op de zorg en ondersteuning van gemeenten (Wmo 2015).

Het is niet duidelijk in hoeverre de zorg en ondersteuningsvraag van vluchtelingen uit Oekraïne vergelijkbaar is met de zorgvraag van inwoners van Nederland. Onder de vluchtelingen uit Oekraïne bevinden zich: kinderen met een beperking, jeugdigen met een jeugdhulpvraag, wezen, gezinnen met pleegkinderen, ouderen met dementie en/of fysieke beperkingen, mantelzorgers, enzovoorts. Op dit moment is nog niet in te schatten hoe groot het aantal vluchtelingen zal zijn dat naar Nederland reist en hier opgevangen zal worden.

Op basis van eerdere ervaringen met evacués en vluchtelingen uit oorlogsgebieden is de eerste prioriteit van deze mensen een plek om te verblijven en op adem te komen. Men is blij de oorlog te zijn ontvlucht. Pas later komen wensen met betrekking tot zorg en ondersteuning nadrukkelijker naar de voorgrond. Veel zorg en ondersteuning zal in familiekring opgevangen worden zoals in Oekraïne dat ook gebruikelijk is, maar het sociale netwerk zal voor een groot deel niet meer intact zijn bij aankomst in Nederland.

Met gemeenten en aanbieders is het kabinet zich aan het voorbereiden wat deze toestroom van potentieel beroep op de Jeugdwet en Wmo 2015 gaat betekenen voor de capaciteit bij aanbieders, de financiën en de uitvoering van de toegang en indicatiestelling. BZK, JenV, VNG en VWS zullen hier nauw samen in op trekken. Zo heeft bijvoorbeeld de keuze voor de meer regionale spreiding i.p.v. lokale spreiding weer invloed op hoe de financiële regeling met gemeenten voor de meerkosten ingericht moet worden.

Communicatie en inventarisatie knelpunten in de uitvoering

Goede communicatie met de vluchtelingen, gemeenten, hulpverleners en zorgaanbieders is van groot belang. De communicatie over zorgkosten verloopt voornamelijk via de websites van de rijksoverheid, het CAK en Zorgverzekeringlijn. Op de website van Zorgverzekeringslijn is reeds informatie in het Oekraïens beschikbaar.

De regelingen die worden genoemd in deze brief zijn mogelijk niet volledig geschikt voor alle kosten die worden gemaakt in relatie tot de zorgverlening aan de vluchtelingen. Op landelijk niveau is het Ministerie van VWS met betrokken partijen, waaronder de landelijke huisartsenvereniging en InEen, in gesprek over de organisatie van de huisartsenzorg. Hierbij zijn als knelpunten onder meer de medische dossiervoering, de financiering van talentolken en de administratieve lasten van de subsidieregeling onverzekerden ter sprake gekomen. Het Ministerie van VWS en Ministerie van J&V en betrokken partijen zien tezamen hoe deze knelpunten zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen. Ook voor de ggz wordt geïnventariseerd of en welke (aanvullende) knelpunten zij zien met betrekking tot het verlenen van geestelijke gezondheidszorg aan vluchtelingen uit Oekraïne.

Publieke gezondheidszorg

Mede vanwege de relatief lage vaccinatiegraad van de vluchtelingen uit Oekraïne doet zich het risico voor van introductie van polio en mazelen en van extra toename van COVID-besmettingen. Als maatregel daarop voeren de GGD’en onder regie van het RIVM inhaalvaccinaties uit via instroom in het rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast wordt de rioolwatersurveillance op polio geïntensiveerd. De kosten hiervan en de wijze van financiering worden nader in kaart gebracht.

Financiën

Op dit moment werkt het kabinet samen met partners binnen en buiten de rijksoverheid aan financiering van de opvanglocaties en bijhorende kosten in gemeenten en Veiligheidsregio’s. Uitgangspunt daarbij is dat het kabinet van rijkswege de kosten die gemaakt zullen worden door gemeenten en Veiligheidsregio’s integraal zal vergoeden. Daartoe rondt het kabinet een ministeriële regeling af, in overleg met gemeenten, Veiligheidsregio’s.

Private initiatieven

Om de vele private initiatieven in goede banen te leiden, hebben het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk Nederland en het Leger des Heils hun krachten gebundeld om deze initiatieven te coördineren. Samen met andere betrouwbare partners werken zij aan een platform waar particuliere initiatieven kunnen worden aangeboden (goederen, diensten, vrijwilligers).

Voor particuliere opvang is het consortium, in samenwerking met TakeCareBNB, bezig met het werven, screenen en begeleiden van gastgezinnen. Vanuit het Rijk zullen deze organisaties hierbij (financieel) worden ondersteund. Zo wordt er naast de Handreiking voor Gemeentelijke Opvang Oekraïners, ook gewerkt aan een handreiking voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen door particulieren. Verder zijn er door het consortium Humanitarian Service Points opgezet op verschillende stations in Nederland om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, te informeren en door te verwijzen naar een opvanglocatie.

Signalen mensenhandel/-smokkel

Het kabinet is bekend met signalen van mensenhandelaren en -smokkelaars die misbruik kunnen maken van kwetsbare personen die uit Oekraïne vluchten. In de JBZ-raad van 2 en 3 maart jl. heeft Nederland aandacht gevraagd dat alle autoriteiten en Europese instanties betrokken bij de grenscontroles van personen uit Oekraïne alert zijn op signalen van mensenhandel en mensensmokkel en daar actief interventies op plegen (Kamerstuk 32 317, nr. 715). Ook EUROPOL monitort gezamenlijk met de desbetreffende grenslanden deze signalen nauwlettend. Zij hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen. Omdat de gevolgen voor de georganiseerde criminaliteit nog niet exact duidelijk zijn en deze ook juist in Europees verband in onderlinge samenhang in kaart moeten worden gebracht, verkent het Ministerie van Justitie en veiligheid samen met het Openbaar Ministerie, Politie en andere partners op nationaal en in Europees verband hoe het beeld daarover kan worden ontwikkeld en continu kan worden geactualiseerd zodat vervolgens ook de meeste effectieve gezamenlijke interventies kunnen worden vastgesteld.

Er is ook contact tussen de lidstaten via het operationele samenwerkingsverband in het kader van de bestrijding van mensenhandel, EMPACT-THB, waar Spanje het voortouw neemt om ten aanzien van de situatie in Oekraïne zorg te dragen voor een versterking van de informatiepositie van alle lidstaten en het delen van best practices. Nederland is als driver van EMPACT-THB nauw betrokken en Europol, Eurojust en Frontex ondersteunen dit initiatief.

Ook in Nederland zijn de instanties die betrokken zijn bij de inrichting van de opvang en uitvoeringsorganisaties alert op signalen van mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare groepen en mensensmokkel. In de Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners is aandacht voor mensenhandel. Tevens is een informatiebrochure voor vluchtelingen zelf opgesteld door CoMensha (i.s.m. verschillende partners) waarin zij uitleg krijgen over verschillende zaken en ook een waarschuwing voor het risico op mensenhandel.

II. Voorbereidingen op een volgende fase opvang van vluchtelingen uit Oekraïne: Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen en nationale opvangorganisatie

Zoals eerder aangegeven moeten Nederland en Europese partners rekening houden met een langduriger situatie waarin de opvang van mensen Oekraïne in omvang in ruime mate groter wordt dan de circa 50.000 plekken die thans in voorbereiding zijn.

Dat kunnen situaties betreffen die zich thans reeds bij Europese partners voordoen waarbij tienduizenden en in sommige gevallen zelfs meer dan honderdduizend mensen uit Oekraïne opvang behoeven in een land.

Daarop moeten voorbereidingen worden getroffen en passende voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Daarom werkt het kabinet nu reeds aan de volgende fase van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.

De voorbereidingen worden getroffen voor een nationale opvangorganisatie, als onderdeel van een Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen. De inzet van die organisatie is om voor de langere termijn de opvang te borgen, ook voor grotere aantallen mensen uit Oekraïne en wanneer er sprake is van langduriger of (semi-)permanent verblijf. Hierbij betrekt het kabinet nadrukkelijk ook maatschappelijke spelers, de private sector en andere partijen, omdat dit daadwerkelijk een inzet van iedereen zal vergen.

Om deze ontwikkelingen te faciliteren en te begeleiden heeft het kabinet ook besloten tot het opzetten van een programma-organisatie binnen de rijksoverheid, een programmatische inzet vanuit de rijksoverheid met een heldere en eenduidige structuur vanuit een directoraat -generaal dat zich inzet voor de coördinatie van de komende vraagstukken.

Er wordt thans door een projectteam hard gewerkt aan het uitwerken van deze nieuwe organisatie en de samenwerking en inbedding in bestaande structuren. Hiervoor is uiteraard voorwaardelijk dat de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne in de komende periode aanzienlijk toeneemt. Als dit niet het geval blijkt te zijn, zullen deze voorbereidingen worden gestaakt.

De opvang van mensen uit Oekraïne zal op vele fronten consequenties kunnen hebben. Voor de woningmarkt geldt bijvoorbeeld dat het op dit moment moeilijk is om een woning te vinden. Het is niet de bedoeling dat de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne die situatie nog lastiger maakt. De opvang moet dan ook zo georganiseerd worden, dat andere woningzoekers niet worden verdrongen.

Dat geldt niet alleen voor de woningmarkt, maar eenzelfde vraagstuk speelt rondom de opvang van asielzoekers uit overige landen, ook daar is het zaak om te voorkomen dat concurrentie plaatsvindt voor locaties die geschikt zijn voor opvang.

III. Aanpak op Europees niveau

In de Europese Unie is zoals bekend eensgezind gereageerd: het bieden van een veilige haven en ondersteuning voor eenieder die de oorlog in Oekraïne ontvlucht is prioriteit. Op moment van schrijven ziet het kabinet dat de situatie aan de grenzen tussen Europese Lidstaten en Oekraïne momenteel onder controle is. De wachttijden aan de grenzen lijken af te nemen. Daarentegen ontvangt het kabinet wel de eerste berichten dat omringende landen aan de grenzen van de opvangcapaciteit zitten. Daar wordt in Brusselse gremia over gesproken, o.a. in het solidariteitsplatform gecoördineerd door de Commissie.

Europese coördinatie

EU-coördinatie is van groot belang. De Europese Unie heeft hiervoor meerdere instrumenten tot haar beschikking, onder andere voor het delen van informatie, het coördineren van noodhulp en het coördineren van steunverzoeken aan Europese Agentschappen zoals het Europese Asielagentschap, Europol en Frontex. In de regel geldt dat lidstaten bij deze agentschappen en bij het Civiele Beschermingsmechanisme een verzoek tot ondersteuning kunnen indienen. De Agentschappenkunnen vervolgens, indien noodzakelijk, verzoeken uitzetten bij andere lidstaten. Nederland geeft in deze gremia continu aan open te staan voor dergelijke verzoeken.

Op dit moment is Frontex actief in Roemenië en Slowakije. Daarnaast heeft Frontex een verzoek om ondersteuning voor Estland bij Nederland ingediend. Het kabinet is voornemens daar positief op te reageren. Er wordt door de Commissie bovendien gewerkt aan een status overeenkomst tussen Frontex en Moldavië om ondersteuning vanuit Frontex aan de grensbewakingsautoriteiten mogelijk te maken. Daarover wordt momenteel in Raadsverband gesproken – Nederland steunt dit voorstel. Tot slot ondersteunt Frontex lidstaten bij de vrijwillige terugkeer van derdelanders naar landen van herkomst.

Het Europees Asielagentschap (EUAA) geeft aan klaar te staan om lidstaten te ondersteunen bij de opvang en reguliere asielprocedures. Tot nu toe heeft Roemenië hierom verzocht en op dit moment voert het EUAA een zogenaamde «needs assessment» uit. Daarnaast zal het waar nodig lidstaten kunnen bijstaan bij de implementatie van de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn. Ook Europol is actief en heeft mensen ingezet in Slowakije en Polen en hebben andere Europese Lidstaten verzoeken ingediend.

Voorts coördineert de Europese Commissie de inrichting van een solidariteitsplatform, zoals overeengekomen in verband met de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. In dit verband spreken Europese lidstaten over opvangcapaciteiten en solidariteitsmaatregelen. Inmiddels hebben de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden waarin informatie is gedeeld over de opvangcapaciteit van verschillende landen.

Ten slotte heeft de Europese Raad een crisismechanisme, het zogenoemde Integrated Political Crisis Mechanism (IPCR). Dit mechanisme maakt snelle politieke besluitvorming en informatiedeling onder lidstaten mogelijk. Inmiddels hebben ook hiervan de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden.

Dublin

Bij de activering van de Richtlijn Tijdelijke bescherming hebben de EU-lidstaten door middel van een verklaring afgesproken dat ter ondersteuning van de lidstaten van binnenkomst en ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van alle lidstaten, de lidstaten geen gebruik zullen maken van artikel 11 van de Richtlijn. Dit betekent dat personen die in een bepaalde lidstaat tijdelijke bescherming genieten en die zonder toestemming naar een andere lidstaat vertrekken, niet zullen worden teruggestuurd naar de lidstaat die de tijdelijke bescherming heeft verstrekt, tenzij de lidstaten op bilaterale basis anders overeenkomen. In lijn met deze verklaring zullen voorlopig vanuit Nederland in beginsel geen Oekraïners (en anderen die de tijdelijke beschermingsstatus genieten) meer in het kader van de Dublinverordening worden overgedragen aan andere EU-lidstaten. Ten aanzien van andere nationaliteiten/personen die geen tijdelijke bescherming genieten, zal de Dublinverordening nog wel worden toegepast. Bij het overdragen van deze andere nationaliteiten moet wel de kanttekening worden geplaatst dat Polen, Slowakije en Tsjechië eind februari/begin maart jl. hebben verzocht hetzij aangegeven alle inkomende Dublinoverdrachten aan hun landen op te schorten. Hoewel zij hiermee niet direct de verantwoordelijkheid afwijzen, betekent het wel dat er sprake is van een feitelijk overdrachtsbeletsel waardoor de overdracht niet kan worden gerealiseerd. Indien in individuele zaken de uiterste overdrachtstermijn verstrijkt, heeft dat in die zaken tot gevolg dat een overdracht niet meer mogelijk is en de betreffende personen toegelaten dienen te worden tot de Nederlandse asielprocedure. Ook Roemenië heeft aangegeven alle inkomende Dublinoverdrachten op te schorten. Roemenië heeft daarbij aangegeven dat urgente zaken kunnen worden voorgelegd voor overdracht. Indien er bijvoorbeeld sprake is van een overdracht vanuit bewaring of van een korte resterende uiterste overdrachtsdatum zal deze zaak door de DT&V aan Roemenië worden voorgelegd, om zo toch de overdracht te kunnen realiseren. Uiteraard zal blijvend worden bezien of Europese ontwikkelingen aanleiding geven de hierboven geschetste lijnen te herzien.

Humanitair

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal u in de toegezegde brief over de humanitaire inspanningen voor slachtoffers van de invasie in Oekraïne informeren over de stand van zaken van de humanitaire crisis in Oekraïne en de buurlanden.

Conclusie

Tot slot wil ik benoemen dat de ontwikkelingen op het gebied van migratie en aangrenzende werkvelden zich ten gevolge van de oorlog in Oekraïne razendsnel opvolgen, zowel op nationaal, Europees als internationaal niveau. Dat heeft tot gevolg dat het beeld zeer snel verandert en het kabinet zich daar continu op dient aan te passen. Ik span mij, samen met mijn collega’s, in om uw Kamer tijdig en adequaat te informeren.

Actieve openbaarmaking stukken

In het kader van actieve openbaarmaking maakt het kabinet de stukken die ten grondslag liggen aan de in deze brief beschreven besluitvorming openbaar. De stukken worden op de website1 van de rijksoverheid gedeeld voor zover daar geen zwaarwegende belangen2 in de weg staan en zijn op korte termijn raadpleegbaar.

Risico’s

Daarnaast hecht het kabinet eraan om te herhalen dat deze aanpak de komende tijd onder grote druk en moeilijke omstandigheden zal moeten opereren. Het besef dat daarbij risico’s zich zullen voordoen, en dat er ook zaken verkeerd zullen gaan dient op alle niveau’s benoemd te worden. Niet alleen bij de Rjiksoverheid, maar ook bij medeoverheden, private partijen en organisaties is het transparant om bij voorbaat te benoemen dat deze risico’s er zijn en dat onbedoeld zaken verkeerd kunnen gaan, of dat partijen met kwade bedoelingen misbruik zullen maken van de omstandigheden. Het legt een grote verantwoordelijkheid bij alle partijen om daarop bedacht te zijn, maar noopt evenzeer tot de gezamenlijke vaststelling dat dergelijke risico’s horen bij de huidige omstandigheden.

Mede namens alle kabinetsleden van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb),

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
2

Hierbij is onder meer te denken aan derden belang, het belang van de staat, de persoonlijke levenssfeer en de internationale betrekkingen.

Naar boven