19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2768 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2021

In deze brief wil ik u graag informeren over diverse ontwikkelingen inzake de komst en opvang van asielzoekers naar Nederland en de huisvesting van vergunninghouders in gemeenten. Op 24 augustus is uw Kamer reeds geïnformeerd, specifiek over de stand van zaken evacuatie Afghanistan (Kamerstuk 27 925, nr. 804) en gezinshereniging van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (Kamerstuk 27 062, nr. 124). Ter aanvulling neem ik u in deze brief in vogelvlucht mee in andere relevante ontwikkelingen die druk leggen op verschillende processen in de asielketen. Vooraf wil ik graag benadrukken dat de ketenpartners en medeoverheden zich met vereende krachten inzetten om reguliere processen zoveel mogelijk doorgang te laten vinden, desnoods met een aangepaste werkwijze.

Naast de situatie in Afghanistan zijn er verschillende geopolitieke ontwikkelingen die op korte termijn naar verwachting bijdragen aan een verdere toename van de asielinstroom in Nederland. Gedacht kan worden aan COVID-19 gerelateerde maatregelen op het terrein van volksgezondheid die in veel landen hebben geleid tot economische crises. Dit manifesteert zich bijvoorbeeld in landen dichtbij de buitengrenzen van de Europese Unie (EU), zoals Tunesië, Libanon en Turkije. Sommige van deze landen vangen zelf ook veel migranten op waardoor het risico op secundaire migratie bestaat. Specifiek ten aanzien van Turkije is de afgelopen periode sprake van een onverwacht hoge instroom van Turkse asielzoekers. Daarnaast hebben verschillende incidenten de afgelopen maanden laten zien dat bepaalde landen er niet voor schuwen om asielmigranten bewust richting de EU te vervoeren om hier vervolgens een asielaanvraag in te dienen. De situatie op de grens tussen Belarus en Litouwen is hier het meest sprekende, maar zeker niet het enige, voorbeeld van. Ten slotte arriveren steeds meer nareizigers in het kader van gezinshereniging in ons land. Zij konden eerder niet reizen vanwege de internationale reisbeperkingen in verband met COVID-19. Al met al is er alle reden om aan te nemen dat de toenemende asielinstroom zal aanhouden.

De toegenomen instroom vraagt in de eerste plaats van alle ketenpartners die betrokken zijn bij het aanmeldproces om een aanvullende inspanning. Concreet betekent dit dat er vanuit Politie, de Koninklijke Marechaussee, de GGD, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst, extra inspanning en capaciteit nodig is ten aanzien van respectievelijk identificatie en registratie, COVID-testen, eerste opvang en de start van de asielprocedure. Om achterstanden in het vervolg van het asielproces te voorkomen, bezie ik met de genoemde organisaties wat er nodig is om zich tijdig aan te passen aan het toegenomen werkaanbod. Het is evenwel niet uitgesloten dat de doorlooptijden weer zullen toenemen.

De opvang van asielzoekers is waar de toegenomen instroom het meest zichtbaar wordt. De opvangcapaciteit van het COA is door bovenstaande ontwikkelingen verder onder druk komen te staan. In de maand juli ging het om een stijging van 900 opvangplekken, in de afgelopen drie weken alleen al waren dit er bijna 700 (exclusief de instroom vanuit Afghanistan). Daar komt bij dat er op dit moment ca 11.000 vergunninghouders in de opvang verblijven, waarvan ruim 6.000 al langer dan de afgesproken 14 weken na vergunningverlening. Met iedere dag die verstrijkt, wordt de capacitaire situatie bij het COA nijpender.

Deze zorgwekkende situatie was aanleiding om vandaag, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een brief te sturen aan Commissarissen van de Koning, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders waarin we hen oproepen om met urgentie en resultaatgericht invulling te geven aan het dringende verzoek om de reguliere opvangcapaciteit van het COA te vergroten en de achterstand op het realiseren van de taakstelling uitplaatsing vergunninghouders in te lopen. We stellen gezamenlijke actie voor langs vijf concrete lijnen, zoals verder gespecificeerd in de bijgevoegde bestuurlijke brief1.

Zekerheidshalve heb ik het COA reeds gevraagd om, in goed overleg met gemeenten, de inzet van noodopvang voor te bereiden. Hierbij kan gedacht worden aan het meerdaags en grootschalig opvangen van personen in evenementenhallen en paviljoens. Hoewel dergelijke opvang niet de voorkeur verdient, onder meer vanwege de minimale voorzieningen, is dit een uiterste maatregel die het COA nog kan aanwenden om de inzet van de crisisnoodopvang te voorkomen. Het is niet uitgesloten dat noodopvang op korte termijn al moet worden ingezet. Alle inzet is erop gericht om iedereen met recht op opvang ook opvang te kunnen blijven bieden.

Bovengeschetste ontwikkelingen zullen de inzet vragen van vele andere partijen die in deze brief niet zijn benoemd. Gedacht kan worden aan de advocatuur, de rechtspraak, het maatschappelijk middenveld en commerciële partijen. Ik acht het van het grootste belang dat alle betrokken partijen worden betrokken, met als ultieme doel dat iedereen die in Nederland mag blijven ook verzekerd is van een goede start.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven