Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2018
Op 20 februari jl. is de Minister van Justitie en Veiligheid in het vragenuur ingegaan
op de vragen van het lid De Graaf (PVV) naar aanleiding van het mediabericht «30 asielzoekers
in Nederland met een IS-paspoort» (Handelingen II 2017/18, nr. 54, item 3). Vervolgens is direct aansluitend tijdens de regeling van werkzaamheden gevraagd
om een brief. Naar aanleiding van dat verzoek informeer ik u als volgt.
Op 29 januari jl. is uw Kamer per brief1 geïnformeerd naar aanleiding van de berichtgeving in de media dat er een Syrische
IS-strijder herkend zou zijn tijdens een bijeenkomst in De Balie in Amsterdam. In
die brief is de Minister ingegaan op onder meer de aanpak van personen die een dreiging
vormen, het gebruik en de consequenties van valse, vervalste of gestolen reis- en/of
identiteitsdocumenten bij een visum- of asielaanvraag en het landenbeleid ten aanzien
van Syrië, op basis waarvan de IND de asielaanvraag van Syriërs beoordeelt. In het
vragenuur is de Minister ingegaan op aanvullende vragen van het lid De Graaf. De reactie
in genoemde brief en de antwoorden op de vragen van het lid De Graaf vat ik hieronder
op hoofdlijnen nogmaals samen.
Het Openbaar Ministerie (OM), Politie, Koninklijke Marechaussee (KMar), de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (I&V-diensten) en andere betrokken organisaties zijn, ook binnen
het asielproces, alert op signalen die er op duiden dat een persoon een dreiging voor
de nationale veiligheid kan vormen. Binnen de uitvoerende organisaties van de migratieketen
is een meldstructuur ingericht voor dergelijke signalen.
Er is de afgelopen jaren veel werk verzet en er zijn diverse maatregelen genomen om
de binnengekomen asielzoekers te controleren.
In het Identificatie & Registratieproces (I&R-proces) wordt de bagage gecontroleerd,
worden gegevensdragers bekeken en indien nodig uitgelezen, worden vingerafdrukken
en identiteiten gecontroleerd in alle relevante (inter)nationale systemen en worden
mensen zo nodig aanvullend gehoord om hun identiteit vast te stellen.
Alle reis- en identiteitsdocumenten die worden aangetroffen of door de asielzoeker
worden overgelegd, nemen de politie en de KMar in voor nader onderzoek. Zo controleert
de KMar reis- en identiteitsdocumenten op echtheid en of de houder van het identiteitsdocument
bij het aangeboden document hoort. Ook wordt gecontroleerd of het documentnummer is
geregistreerd in de database Stolen and Lost Travel Documents (SLTD) van Interpol.
Tijdens de screening door de IND wordt daarnaast gecontroleerd of asielzoekers een
paspoort overgelegd hebben waarvan het nummer overeenkomt met de nummers van de paspoorten
die mogelijk terrorisme gerelateerd zijn. Deze paspoorten zijn internationaal gesignaleerd.
Het gebruik van een dergelijk paspoort is reden voor het doen van een melding aan
de I&V-diensten en Politie. In reactie op die meldingen heeft de IND geen informatie
ontvangen waaruit blijkt dat een persoon een gevaar voor de nationale veiligheid vormt
op grond waarvan de IND een verblijfsvergunning had kunnen weigeren dan wel intrekken.
Met betrekking tot de opmerkingen van het lid De Graaf over de risico’s van vrij reizen
binnen de Schengenzone, merk ik op dat iedereen die via de Schengenbuitengrens Nederland
of een andere Schengen lidstaat inreist, onderworpen wordt aan een grenscontrole.
Indien een persoon geregistreerd staat als een potentieel gevaar voor de Nederlandse
veiligheid en het een derdelander is, wordt de toegang geweigerd. Als het een EU-burger
betreft die geregistreerd staat als een potentieel gevaar voor de Nederlandse veiligheid,
wordt hij aangehouden bij inreis.
Zoals ook geantwoord in het vragenuur, is het kabinet niet bereid de Nederlandse grenzen
te sluiten. Het is een illusie dat zo eenvoudig alle risico’s voor de samenleving
weggenomen kunnen worden.
Conform het Regeerakkoord zet het kabinet zich in voor een effectief en menswaardig
migratiebeleid. Dit omvat de aanpak van de grondoorzaken van migratie, het verbeteren
van opvang in de regio, het opvangen van vluchtelingen conform internationale verdragen
en het tegengaan van irreguliere migratie. Het kabinet kiest er zo voor om risico’s
zo veel mogelijk te beperken en de veiligheid te bevorderen, waarbij tevens bescherming
wordt geboden aan die asielzoekers die bescherming behoeven.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers