19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2272 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2016

In vervolg op onze brief van 18 mei 2016 (Kamerstuk 19 637, nr. 2187) en zoals door de Minister van Veiligheid en Justitie toegezegd tijdens het AO Terrorismebestrijding van 24 november jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 409), zenden wij u hierbij de resultaten toe van het door de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: de Inspectie) uitgevoerde onderzoek naar de uitvoering van het identificatie- en registratieproces (hierna: I&R-proces) van asielzoekers in Nederland1.

Het I&R-proces vormt, zoals de Inspectie ook concludeert, een van de schakels binnen vreemdelingen- en nationale veiligheidsketen, waaraan betrokken organisaties zoals de politie, de KMar, de IND, het COA en de AIVD een bijdrage leveren. Daarbinnen onderschrijven wij de conclusie van de Inspectie dat het I&R-proces nu op orde is. Met de Inspectie zijn wij ook van oordeel dat het zaak is om realistisch te blijven over de mogelijkheden van dit proces. Het I&R-proces is een belangrijke, maar niet de enige schakel in de gehele vreemdelingen- en de nationale veiligheidsketen.

Het I&R proces dat initieel slechts diende voor de vaststelling van de identiteit en registratie van asielzoekers is naar aanleiding van de verhoogde dreiging in november 2015 aangepast. Vanaf dat moment staan de werkzaamheden in dit proces ook in het teken van het vroegtijdig opvangen van signalen die duiden op terrorisme of andere vormen van criminaliteit. Dit proces staat helemaal aan het begin van de asielketen. In de daarop volgende stappen in die keten is ook verhoogde aandacht voor dergelijke signalen ingericht, waarbij steeds gebruik gemaakt wordt van de dan beschikbare informatie die vanzelfsprekend in de loop van het proces toeneemt.

In het I&R proces wordt alle bagage gecontroleerd, worden gegevensdragers onderworpen aan een quickscan, en indien nodig uitgelezen, worden vingerafdrukken en identiteiten gecontroleerd in alle relevante systemen en worden mensen zo nodig aanvullend gehoord. Op alle locaties zijn permanent intelligence medewerkers van de politie aanwezig die informatie beoordelen en gerichte actie op ondernemen. In het aanmeldproces screent de IND vervolgens of er (op basis van informatie uit het identificatie en registratieproces van de politie of de KMar, het aanmeldformulier en het aanmeldgehoor) signalen zijn die zien op (identiteits-)fraude, nationale veiligheid, 1F en mensensmokkel/mensenhandel. Voorts is er in de gehele vreemdelingenketen een meldstructuur ingericht waarbij signalen die mogelijk de nationale veiligheid kunnen raken worden doorgegeven aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

De betrokken organisaties werken samen met de NCTV continu aan het verder verbeteren van de samenwerking in deze keten. Dit is een doorlopend proces in het licht van steeds veranderende modus operandi. De inzet van alle betrokkenen is erop gericht misbruik van de asielprocedure door terroristen en andere criminelen te voorkomen. Het risico zelf is helaas nooit helemaal uit te sluiten. Diverse onderzoeken zoals bijgaand inspectierapport en het eerdere WODC-onderzoek naar Jihadisme in de vreemdelingenketen (Kamerstuk 29 754, nr. 407) dragen eraan bij dit risico zo klein mogelijk te maken.

Het onderzoek

De Inspectie heeft op ons verzoek in de maanden augustus en september 2016 opnieuw een onderzoek uitgevoerd naar het I&R-proces in de identificatiestraten (ID-straten). De Inspectie concludeert dat het I&R-proces zorgvuldig verloopt, maar dat de doelstelling om signalen te verzamelen over mensenhandel, mensensmokkel en terrorisme slechts beperkt wordt gerealiseerd.

De Inspectie beveelt ons het volgende aan:

Bezie binnen het bestaande stelsel van de vreemdelingen- en veiligheidsketen opnieuw de rol en doelstellingen van de ID-straten.

Kijk daarbij kritisch naar het proces van identificatie van asielzoekers in de ID-straten voor zover de asielzoekers niet of niet volledig geïdentificeerd worden. Wees realistisch over de mogelijkheden van de ID-straten bij het verzamelen van signalen over mensenhandel, mensensmokkel en terrorisme.

Reactie op het onderzoek

Het doel van het I&R-proces is het vaststellen en registeren van de identiteit, nationaliteit en verblijfstitel/status van de asielzoeker. In deze context levert het correct vaststellen van de identiteit een bijdrage aan het verkrijgen van zicht op personen die betrokken zijn bij onder meer mensensmokkel, mensenhandel en openbare orde- en veiligheidsproblematiek (waaronder terrorisme). Gezien de doelstelling van het I&R-proces binnen de brede vreemdelingen- en nationale veiligheidsketen functioneert dit op de juiste wijze.

Met betrekking tot de keten als geheel wijzen wij erop dat het WODC in haar recente onderzoek «Jihadisme in de vreemdelingenketen» concludeert dat de afgelopen jaren gefaseerd verschillende maatregelen zijn getroffen en werkwijzen geïntroduceerd om jihadisme in de vreemdelingenketen te signaleren, die in onderlinge samenhang kunnen worden aangemerkt als één systematiek. Het WODC heeft geen indicaties gevonden dat zich bij de uitvoering hiervan grote problemen voordoen.

Om alert te blijven op de kwaliteit van dit proces en continu mogelijkheden tot verbetering te blijven benutten hebben wij de Inspectie gevraagd onderzoek te doen naar de opvolging van de onderkende signalen uit de gehele vreemdelingenketen door de betrokken diensten. Dit onderzoek zal begin 2017 worden gepubliceerd. De aanbevelingen tot verbetering die uit dit onderzoek voortvloeien, zullen voortvarend worden uitgevoerd. De eerste aanbeveling van het voorliggende rapport wordt hierbij betrokken. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd.

De betrokken organisaties zullen zelf, middels eigen onderzoek waarborgen dat het I&R-proces op orde blijft, als onderdeel van de keten. Samen met de NCTV werken de betrokken diensten continu aan het verder verbeteren van de gehele nationale veiligheidsketen. Indien nodig vragen we de Inspectie natuurlijk opnieuw naar (delen van) dit proces onderzoek te doen. Vanzelfsprekend kan de Inspectie op ieder moment eigenstandig besluiten nader onderzoek te doen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven