19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2187 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2016

Met deze brief bieden wij u, mede namens de Minister van Defensie, de resultaten aan van het op ons verzoek door de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: de Inspectie) uitgevoerde onderzoek naar de uitvoering van het identificatie- en registratieproces (hierna: I&R-proces) van asielzoekers in Nederland1.

Aanleiding

In 2015 hebben de verschillende partners in de vreemdelingenketen enorme inspanningen verricht om de sterk gestegen instroom van asielzoekers op te vangen. Wij hebben de Inspectie daarbij gevraagd periodiek onderzoek te doen naar de kwaliteit van al deze tijdelijke (opvang)voorzieningen.2

Mede naar aanleiding van aanbevelingen van de Inspectie in haar rapport »de tijdelijke (opvang) voorziening voor asielzoekers onder de loep» heeft de politie een plan van aanpak opgesteld ter verdere verbetering van de kwaliteit van de identificatie en registratie door de politie in het asielproces.3 In de brief van de Minister-President4 ten behoeve van het debat in de Kamer5 dat volgde op de aanslagen in Parijs, is aangekondigd dat dit plan van aanpak versneld zou worden uitgevoerd. Het plan van aanpak Versterking proces ID straten is vervolgens op 23 december definitief vastgesteld. De politie kondigt in haar plan van aanpak een aantal maatregelen voor de korte termijn (februari 2016) en een aantal voor de middellange termijn (juni 2016) aan.

Wij hebben de Inspectie begin februari 2016 en nogmaals in april 2016 gevraagd te onderzoeken of het identificatie- en registratieproces van asielzoekers zorgvuldig wordt uitgevoerd, overeenkomstig het in december 2015 vastgestelde plan van aanpak.

Hiertoe zijn de twee operationele identificatielocaties (ID-straten) bezocht die onder verantwoordelijkheid van de politie vallen, te weten Ter Apel en Budel-Cranendonck (hierna: Budel). Ook is onderzocht hoe het I&R-proces op Schiphol door de Koninklijke Marechaussee (KMar) wordt uitgevoerd.

Conclusies en aanbeveling over het identificatieproces

In de schouw van februari 2016 concludeerde de Inspectie dat het identificatieproces in Ter Apel en Budel ten tijde van deze schouw nog niet zorgvuldig en nog niet overeenkomstig het plan van aanpak verliep. Hierdoor werden het asielproces en het eventuele terugkeerproces niet optimaal ondersteund en werd «de beoogde bijdrage aan de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en terrorisme hooguit beperkt gerealiseerd», aldus de Inspectie. Met betrekking tot het identificatieproces op Schiphol concludeerde de Inspectie dat dit ten tijde van de schouw grotendeels zorgvuldig verliep. De Inspectie geeft aan dat het uitlezen van gegevensdragers echter niet plaatsvond, de KMar beschikte bij het betreffende bureau niet over de daartoe benodigde apparatuur.

Uit de tweede schouw (april 2016) die op ons verzoek is uitgevoerd6, blijkt dat in het identificatieproces in Budel en Ter Apel inmiddels een groot aantal aanpassingen is doorgevoerd. Hierdoor verloopt het proces overeenkomstig de opgestelde procesbeschrijvingen en is daarmee aanzienlijk verbeterd. De Inspectie constateert dat «met de huidige vormgeving van het proces het veredelen van aanwijzingen uit de ID-straten in de praktijk vooral zal afhangen van eventueel vervolgonderzoek buiten de ID-straat». De Inspectie geeft aan dat de aanpassingen zeer recent zijn geïmplementeerd en dat het daarmee nog niet mogelijk is om aan te geven of het identificatieproces thans optimaal bijdraagt aan de beoogde doelstellingen. Met betrekking tot het identificatieproces op Schiphol geeft de Inspectie aan dat dit ten tijde van deze tweede schouw grotendeels zorgvuldig verloopt. Het uitlezen van gegevensdragers vond daar in het kader van dit proces echter nog niet plaats, aldus de Inspectie.

De Inspectie heeft aan de Korpschef van de nationale politie en de Commandant der Koninklijke Marechaussee de volgende aanbeveling gedaan:

Borg een kwalitatief goede uitvoering van het identificatieproces voor asielzoekers. Richt daartoe het proces in overeenkomstig de daarover gemaakte afspraken.

Reactie

We onderschrijven de conclusies van de Inspectie en moeten vaststellen dat ten tijde van de februari-schouw de werkwijze niet in overeenstemming was met het in december vastgestelde plan van aanpak. We nemen de algemene aanbeveling voor een geborgd, goed werkproces over en hebben de Korpschef en de Commandant KMar hiertoe opdracht verstrekt.

De Korpschef geeft aan dat het proces inmiddels volgens het plan van aanpak verloopt. De Commandant KMar geeft aan dat de aanbeveling is uitgevoerd. Zo zijn de kernbezetting en het I&R-proces op de thans operationele ID-straten verder op orde gebracht. Betrokken medewerkers zijn opgeleid en werken met briefings en werkinstructies. Ook is de apparatuur voor het uitlezen van gegevensdragers in de ID-straten en op Schiphol op orde.

Genomen maatregelen

Voorts heeft de Korpschef de volgende maatregelen genomen ter bestrijding van (verblijfs)fraude, mensensmokkel, mensenhandel, terrorisme en jihadisme:

  • Het contact tussen politie en de ketenpartners over signalen met betrekking tot de nationale veiligheid is geborgd. Per locatie is er structureel (keten-)werkoverleg waarbij signalen in het kader van nationale veiligheid kunnen worden besproken;

  • Deskundigen van de intelligence-organisatie van de politie met kennis van de opvolging van signalen die wijzen op migratiecriminaliteit en terrorisme zijn structureel op de I&R-locaties aanwezig. Deze medewerkers ontvangen de signalen uit het ID-proces en geven daar gevolg aan. Verdachte signalen worden terstond doorgegeven aan de backoffice van het contraterrorisme-systeem CTER of de expertisecentrum mensenhandel en mensensmokkel en wordt daar nader geanalyseerd. De follow-up in de veiligheidsketen is daarmee geborgd;

  • De gegevensdragers zoals smartphones worden in het I&R-proces eerst onderworpen aan een algemene check («scrollen»). Vervolgens wordt op basis van signalen uit de identificatie een selectie gemaakt voor nader onderzoek van de gegevensdragers. Deze smartphones worden gekoppeld aan een pc en «uitgelezen». Bij verdachte indicaties worden de gegevensdragers vervolgens overgedragen aan de opsporing, buiten het I&R-proces, voor forensisch-digitaal onderzoek;

  • Vier Flexibele Interventie Teams (FIT) van de Landelijke Eenheid zijn sinds 1 december 2015 volledig gericht op de bestrijding van mensensmokkel en -handel. Deze inzet moet niet alleen leiden tot meer heterdaadkracht op deze vormen van criminaliteit, maar ook belangrijke informatie opleveren voor opsporingsonderzoeken;

  • De politie heeft apparatuur en programmatuur aangeschaft om op geavanceerde wijze gelaatsherkenning toe te passen. De implementatie van deze apparatuur wordt thans voorbereid;

Aanvullend

Gegeven het feit, dat het I&R-proces een bepaalde periode onvoldoende zorgvuldig is verlopen, heeft de politie aanvullende analyses en maatregelen getroffen ten aanzien van de groep die in 2015 is ingestroomd in het asielproces. Vooropgesteld zij dat er sinds november 2015 geen ongeïdentificeerde asielzoekers in de asielprocedure in ons land zijn; een ieder die zich heeft aangemeld voor de procedure is geregistreerd.

  • Van al deze geregistreerde asielzoekers zijn vingerafdrukken en foto’s genomen, zijn de reis- en brondocumenten gecontroleerd en is de Basis Voorziening Vreemdelingen (BVV) geraadpleegd.

  • Ook heeft bagageonderzoek plaatsgevonden en zijn gegevensdragers onderworpen aan een algemene check («scrollen»), zij het toen niet systematisch en met het oog op de nationale veiligheid.

  • Aanvullend heeft de politie de gehele asielinstroom uit 2015 begin 2016 algemeen en ook nog gericht (op basis van relevante criteria) gecontroleerd op mogelijke gevaren voor de nationale veiligheid. Alle namen die in de ID-straten zijn geregistreerd zijn vergeleken met bekende informatie in de (contraterrorisme)politiesystemen.

  • De politie heeft nader onderzoek uitgevoerd naar gestolen Iraakse en Syrische paspoorten. Er is met terugwerkende kracht onderzocht of dergelijke documenten zijn aangeboden in de ID-straat en zijn onderkend. In een beperkt aantal gevallen heeft dit tot nader onderzoek geleid, maar daaruit zijn tot nog toe geen bijzonderheden naar voren gekomen.

  • Daarnaast zijn personen die tot een veronderstelde hogere risicocategorie behoren nader gecontroleerd (voor zover deze personen inmiddels al niet nader waren gehoord door de IND). Uit deze groep van personen is een aantal personen geselecteerd voor nader ID-onderzoek. Bij hen is een nader gehoor afgenomen en zijn de gegevensdragers uitgelezen.

De standaardprocedure is nu zo dat, wanneer er signalen zijn die aanleiding geven tot nader onderzoek, gegevensdragers worden uitgelezen en een nader gehoor wordt afgenomen.

Vervolg

De komende weken werkt de politie aan de maatregelen uit het plan van aanpak die uiterlijk in juni 2016 moeten zijn geïmplementeerd.

In de werkprocessen wordt de nodige flexibiliteit ingebouwd om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, modi operandi en het dreigingsbeeld. De afgesproken werkwijze dient hierop te worden aangepast.

Daarnaast bereiden de betrokken diensten zich gezamenlijk voor op het opschalen van het identificatie- en registratieproces in geval van een onverhoopt hoge instroom.

Tot slot

Het proces van identificatie en registratie is een belangrijke schakel binnen de volledige vreemdelingenketen. Het vaststellen van de identiteit staat centraal. Hierbij werkt politie samen met partners binnen en buiten de vreemdelingenketen.

Hoewel de Nederlandse overheid zeer alert is op de risico’s en asielzoekers door betrokken organisaties worden gescreend, kan misbruik van de Nederlandse asielprocedure nooit volledig worden uitgesloten. Signalen daarvan worden zoveel mogelijk opgevangen tijdens de contactmomenten die de vreemdeling heeft gedurende het I&R-proces met politie of KMar, maar ook later in het proces in het contact met het COA en de IND. Het I&R-proces is in die zin een belangrijke, maar niet de enige, schakel in de gehele vreemdelingen- en de (nationale-) veiligheidsketen.

Juist vanwege het belang van zowel een goede identificatie en registratie, maar ook van een goed werkende keten als geheel, hebben we de Inspectie gevraagd dit te blijven monitoren. Dit om eventuele knel- en leerpunten zo spoedig mogelijk te ondervangen en het stelsel zo effectief mogelijk in te richten. In de eerstvolgende rapportage zal de Inspectie bijzondere aandacht geven aan de duurzaamheid van hierboven genoemde maatregelen (zoals het uitlezen van gegevensdragers en de documentencontrole) en de follow-up van verdachte signalen. De Inspectie start dit onderzoek rond de zomer. Over de uitkomsten van dit onderzoek wordt uw Kamer na de zomer geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Inspectie Veiligheid en Justitie, De tijdelijke (opvang) voorzieningen voor asielzoekers onder de loep (november 2015) (bijlage bij Kamerstuk 19 637, nr. 2077)

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2077 (11 november 2015)

X Noot
4

Kamerstuk 29 754, nr. 327 (17 november 2015)

X Noot
5

Plenair debat Aanslagen in Parijs met de Minister-President, de Minister van VenJ en de Minister van SZW (19 november 2015)(Handelingen II 2015/16, nr. 27, item 3)

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven