19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2263 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2016

Bij de stemmingen van 4 oktober heeft uw Kamer de motie Voortman (Kamerstuk 19 637, nr. 2239) aangenomen (Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 14). De betreffende motie verzoekt de regering de minuten van de 40 zaken waarin een vergunning is toegewezen op grond van de definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen te anonimiseren en nog voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de Kamer te zenden. Met deze brief informeer ik u over de wijze van uitvoering van deze motie en bied ik u de geanonimiseerde minuten aan waarin een vergunning is toegewezen op grond van de definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen1. Daarnaast zend ik uw Kamer de interne instructie van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) «Werken aan terugkeer definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen»2 om u meer inzicht te geven in de werkwijze van de DT&V met betrekking tot de uitvoering van de DRLVK.

Bevindingen

In mijn brief van 21 juni 20163 heb ik u geïnformeerd over het aantal ingewilligde aanvragen op grond van de definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen (DRLVK). Ik heb u gemeld dat tot 1 juni 2016 120 aanvragen zijn ingewilligd op grond van de DRLVK. Dit betreft 40 zogeheten hoofdpersonen en 90 gezinsleden. Deze cijfers waren afgerond op tientallen. Naar aanleiding van de motie heb ik de IND gevraagd om de ongeveer 40 (het niet-afgeronde aantal betrof 36) zaken te bekijken en te anonimiseren voor uw Kamer. Uit de bestudering van de betreffende minuten is gebleken dat in een aantal zaken sprake is geweest van een onjuiste wijze van (handmatig opgevoerde) registratie in INDiGO. Het betreft in totaal 7 zaken waarbij informatie helaas onjuist geregistreerd stond. Ik betreur dit. Deze constatering is voor mij aanleiding geweest direct een nadere controle op onjuiste registraties te laten uitvoeren. In deze brief licht ik u in over het resultaat hiervan en over de reeds ingezette verbetermaatregelen.

Bij de 36 zaken die op peildatum 1 juni 2016 volgens INDiGO waren ingewilligd op grond van de DRLVK als hoofdpersoon blijkt sprake van:

  • 3 zaken waarin een persoon onterecht als hoofdpersoon is geregistreerd (het betrof een gezinslid);

  • 2 zaken waarin niet een vergunning is verleend op grond van de definitieve regeling, maar op grond van de overgangsregeling4;

  • 1 zaak waarin een afwijzing is geregistreerd als inwilliging5;

  • 1 zaak waarin de inwilliging voor een tweede maal was opgevoerd voor dezelfde vreemdeling.

Dit betekent dat niet in 36 maar in 29 zaken op de gehanteerde peildatum 1 juni 2016 een vergunning verstrekt is aan een hoofdpersoon op grond van de DRLVK. In de bijlagen treft u de betreffende geanonimiseerde minuten aan6.

Bij het anonimiseren zijn alle persoonsgegevens, feitelijke gegevens die de persoonlijke levenssfeer raken en bijzondere persoonsgegevens weggelakt. Hier valt naast informatie over de procedures ook bijvoorbeeld informatie over (mogelijke) psychische en medische problemen, specifieke familieomstandigheden alsmede informatie over sociale aspecten zoals lidmaatschap van een sportclub, vrijwilligerswerk, opleiding. Ieder van deze aspecten zullen op zichzelf, of in onderlinge samenhang, tot personen dan wel gezinnen te herleiden kunnen zijn indien deze openbaar gemaakt zouden worden.

Controle op inwilligingen van gezinsleden

Zoals gezegd heb ik na de constatering van een onjuiste registratie in INDiGO de IND direct gevraagd om ook een controle uit te voeren op de eerder gemelde 90 (het niet-afgeronde aantal betrof 88) geregistreerde inwilligingen aan gezinsleden. Uit de controle is gebleken dat ook een deel van de inwilligingen aan gezinsleden onjuist is geregistreerd. Van de 88 zaken die op peildatum 1 juni 2016 volgens INDiGO waren ingewilligd als gezinslid was sprake van:

  • 10 zaken waarin de vergunning is afgewezen in plaats van ingewilligd;

  • 4 zaken waarin is ingewilligd op grond van de overgangsregeling, niet op grond van de definitieve regeling;

  • 1 zaak waarin ambtshalve een vergunning is verleend op grond van artikel 8 EVRM, niet op grond van de DRLVK;

  • 4 zaken waarbij sprake is van een dubbele opvoer.

Deze 19 zaken zijn ten onrechte meegerekend als inwilligingen van gezinsleden op grond van de DRLVK. Wel hadden de eerder genoemde 3 zaken die ten onrechte als hoofdpersoon waren geregistreerd, moeten worden meegerekend als inwilligingen aan gezinsleden.

Er is daarnaast sprake van een zaak waarin ten onrechte een inwilliging op grond van de overgangsregeling is geregistreerd, maar die geregistreerd had moeten worden als inwilliging van een gezinslid op grond van de DRLVK. Ook deze zaak had moeten worden meegerekend als inwilliging aan gezinsleden. De hoofdpersoon van dit gezin was wel correct geregistreerd als inwilliging op grond van de DRLVK.

Aan uw Kamer had dus in juni 2016 moeten worden gerapporteerd dat sprake is van 73 inwilligingen (afgerond 70) aan gezinsleden. Er zijn echter afgerond 90 inwilligingen gerapporteerd.

Ingezette maatregelen ter verbetering van de registratie

De hierboven beschreven foutieve registratie heeft geen nadelige gevolgen gehad voor de betreffende vreemdelingen. Wel heeft de foutieve registratie geleid tot afwijkingen in de rapportages, zowel intern als richting uw Kamer. Omdat registratie handwerk is, kunnen fouten nooit geheel worden uitgesloten. Dat is ook een van de redenen dat cijfers in rapportages worden afgerond. In dit geval echter, vind ik dat de foute registraties de acceptabele norm overschrijden.

Om de datakwaliteit voor de toekomst te verbeteren worden alle RLVK-zaken vanaf oktober 2016 (ongeacht de afdoening) door een tweede persoon gecontroleerd op de juistheid van de registratie, voordat de beschikking definitief wordt gesteld en wordt verzonden. Het belang van een zorgvuldige en juiste registratie is onder de aandacht gebracht bij de betrokken medewerkers.

De IND stelt voor de medewerkers een instructie op met betrekking tot het registreren in INDiGO. In deze instructie wordt beschreven op welke wijze de behandeling en beoordeling van zaken dient te worden vastgelegd. Dergelijke instructies zijn al in gebruik in andere taakvelden binnen de IND. Hiermee beoogt de IND de juistheid en de eenduidigheid van de registratie in INDiGO te waarborgen.

Ik heb de IND bovendien gevraagd om de datakwaliteit van DRLVK zaken nader te onderzoeken. Hiertoe voert de IND een steekproef uit waarbij de registratie van een representatief deel van de behandelde zaken wordt gecontroleerd. Als de bevindingen daartoe aanleiding geven, zal worden overgeschakeld naar een honderdprocentscontrole. Over de resultaten van dit onderzoek en de mogelijke bijstelling van bovengenoemde cijfers, zal ik uw Kamer begin volgend jaar informeren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2208.

X Noot
4

De overgangsregeling was een tijdelijke maatregel voorafgaand aan de definitieve regeling. De voorwaarden voor deze overgangsregeling waren minder restrictief.

X Noot
5

Aan deze vreemdeling is geen verblijfsdocument verstrekt als gevolg van de in INDiGO geregistreerde afdoening. De betreffende vreemdeling is inmiddels, in verband met een latere aanvraag op een andere grond, wel in het bezit van een verblijfsvergunning en -document.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven