19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2208 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2016

Tijdens het Algemeen Overleg Vreemdelingen- en Asielbeleid met uw vaste commissie van Veiligheid en Justitie op 26 mei jl., heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over het aantal ingewilligde aanvragen van minderjarigen op grond van de definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen (rlvk). Daarnaast informeer ik u in deze brief over het juiste aantal Dublinclaims in 2014.

Definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen

Ik kan u melden dat tot 1 juni 2016 120 aanvragen zijn ingewilligd op grond van de definitieve Regeling. Dit betreft 40 zogeheten hoofdpersonen en 90 gezinsleden. Van deze 120 inwilligingen waren 70 inwilligingen voor minderjarigen. De voorgaande cijfers zijn afgerond op tientallen. Deze afrondingen veroorzaken een ogenschijnlijk verschil tussen de onderdelen van de som en het totaal.

Dublinclaims 2014

Op 28 januari 2015 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie uw Kamer schriftelijk geïnformeerd (Kamerstuk 32 317, nr. 263) dat de IND in 2014, in het kader van de Dublinverordening, 3.840 verzoeken tot terug- en overname heeft gedaan en er 2.490 verzoeken zijn gehonoreerd. In mijn brief aan uw Kamer van 5 januari 2016 (Kamerstuk 19 637, nr. 2114) zijn deze aantallen herhaald.

Tot mijn spijt is recent gebleken dat de aan u verstrekte gegevens niet volledig zijn en daarmee onjuist. Uit nadere analyse van de cijfers is naar voren gekomen dat de gerapporteerde cijfers betrekking hebben op een deel van 2014 en niet op heel 2014.

De juiste cijfers zijn de volgende: De IND heeft in 2014 circa 4.170 (in plaats van 3.840) terug- en overnameverzoeken verzonden en er zijn in 2014 circa 3.060 (in plaats van 2.490) verzoeken tot terug- en overname door de aangezochte lidstaat geaccepteerd. Daarbij past wel de kanttekening dat verzonden claims en geaccordeerde claims in één kalenderjaar niet altijd aan elkaar te relateren zijn. Een claimakkoord in 2014 kan immers een reactie zijn op een claimverzoek uit 2013 en een claimverzoek uit 2014 kan pas in 2015 zijn beantwoord.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven