32 317 JBZ-Raad

Nr. 263 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 28 januari 2015

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de brief van 17 december 2014 inzake Raad Justitie en Binnenlandse Zaken gehouden te Brussel op 4 en 5 december 2014 en het verslag van de JBZ-BZ bijeenkomst over illegale migratie gehouden te Rome op 27 november 2014 (Kamerstuk 32 317, nr. 260) en over de brief van 21 januari 2015 inzake de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 29 en 30 januari 2015 te Riga (Kamerstuk 32 317, nr. 261).

De vragen en opmerkingen zijn op 26 januari 2015 aan de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voorgelegd. Bij brief van 27 januari 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Jadnanansing

Adjunct-griffer van de commissie, Tielens-Tripels

Inhoudsopgave

 
     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de SP-fractie

3

 

Inbreng van de leden van de PVV-fractie

4

 

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

5

 

Inbreng van de leden van de D66-fractie

5

     

II.

Reactie van de bewindspersonen

6

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de informele JBZ Raad van 29/30 januari te Riga op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid. Zij hebben daarover een aantal vragen. Wat zijn de details omtrent de voortgang van het Griekse Actieplan voor het verbeteren van het asielsysteem, dat in de laatste JBZ Raad is besproken? Welke verbeteringen zijn al gerealiseerd en welke moeten nog worden gerealiseerd? Wat is de verklaring dat het zo lang duurt voordat in Griekenland het asielsysteem zodanig op orde is dat het «Dublin-proof» is? In welke mate kan geconcludeerd worden dat de hulp vanuit de EU en/of de Griekse inzet en middelen zelf te beperkt zijn, waardoor significante verbeteringen zo lang op zich laten wachten? Wat is het Nederlandse standpunt omtrent het Griekse Actieplan in de JBZ Raad? Deze leden dringen erop aan dat het Dublin-proof maken van het Griekse asielsysteem prioriteit moet hebben in de coherente EU-aanpak voor migratie.

De leden van de PvdA-fractie steunen de Nederlandse regering in de dringende oproep in de EU te komen tot meer coördinatie en coherentie in het Europese migratiebeleid. Volgens deze leden ligt daar de sleutel de vele uitdagingen die de toegenomen migratiedruk met zich brengen, het hoofd te bieden. Het is mooi dat veel EU-lidstaten de Nederlandse oproep verwelkomen, maar deze leden zijn zeer benieuwd naar de concrete uitwerking daarvan die nu volgt. Wat kan de regering daarover meedelen? Welke concrete stappen worden nu gezet? Komt er een «whole of government approach», waar door Nederland op is aangedrongen? Voornoemde leden zouden in dit verband liever spreken van het reguleren en het beheersen van migratiestromen, dan van het inperken van migratie. Het is allereerst aan de EU alle asielsystemen, grensbewaking etc. voldoende op orde te hebben, zodat alle EU- lidstaten geëquipeerd zijn om ook in het geval van toename van migratie alle voorzieningen en bewaking- en reguleringsmechanismen op peil te houden. Deelt de regering dat inperking geen doel op zich moet zijn, maar dat migratiestromen beter beheerst en gereguleerd moeten worden? Zij vragen de regering in die discussie in de JBZ Raad een urgente, maar genuanceerde positie te kiezen. Nederland moet volgens deze leden ook openstaan voor oplossingen zoals die door de nieuwe eurocommissaris Avramopoulos zijn gedaan, teneinde beter gebruik te maken van hervestiging en ook stil te staan bij de toekomst van de EU, zoals bijvoorbeeld de toenemende behoefte aan arbeidskrachten die zal ontstaan. In dit verband horen de aan het woord zijnde leden graag het standpunt en de inzet van de Nederlandse regering over de zorgen van eurocommissaris Avramopoulos over toenemende xenofobie in meerdere lidstaten in de EU. Welke aanpak staat Nederland voor teneinde voldoende draagvlak voor het immigratiebeleid te behouden?

De leden van de PvdA-fractie horen graag wat het verdere proces zal zijn omtrent de gewijzigde Dublin-verordening voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Deze leden zijn tevreden dat de positie van amv’s wordt versterkt. Is inmiddels de verwachting dat de voorkeur van de Nederlandse regering, dat een amv wel moet kunnen worden overgedragen indien een andere EU-lidstaat al op diens asielverzoek heeft besloten, ook de uiteindelijke uitkomst zal zijn? Zij kunnen hier goed mee leven. Het laat de verbetering voor amv’s in stand en laat uiteindelijk meer ruimte om met het kind rekening te houden, echter wel met voldoende inachtneming van het Dublinverdrag. Dat de belangen van de kinderen voorop moeten staan, is evident. De aan het woord zijnde leden willen graag nauwgezet door de regering op de hoogte worden gehouden van de voortgang op dit dossier.

De leden van de PvdA-fractie hebben ook nog enkele vragen over het in werking getreden nieuwe Schengen evaluatiemechanisme. Wie gaan dit uitvoeren en wat is er bekend over het te volgen werkprogramma? Zal er tevens op worden ingezet zo snel mogelijk controles uit te voeren op het functioneren van allerlei verschillende buitengrenzen van de EU? Wanneer kan de eerste terugkoppeling van de Europese Commissie van deze controles en evaluaties worden verwacht?

De leden van de PvdA-fractie hebben ook nog een aantal vragen over het Schengen Informatiesysteem (SIS). Op welke wijze verwacht de regering dat het SIS gewijzigd zal worden naar aanleiding van de aanslagen in Parijs? Klopt het dat het thema Slimme Grenzen geagendeerd is voor de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat de Europese Commissie de voorstellen heeft ingetrokken? Wanneer kan de Kamer de kabinetsreactie op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen verwachten? Is de regering op de hoogte van de plannen van de Europese Commissie een supranationaal grensbewakingssysteem in het leven te roepen, zoals door EU Observer gemeld? Zo ja, wat zal dit concreet inhouden, wat is de mening van de regering hierover en op welke termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden?

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben over de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad de volgende opmerkingen en vragen. Wat is het standpunt van de Nederlandse regering met betrekking tot de constatering van de Europese Commissie1 dat sommige EU-lidstaten niet op de juiste manier gebruikmaken van het reeds bestaande SIS-systeem, waarin al verregaande informatie beschikbaar is over bijvoorbeeld gestolen objecten en verdachten. Volgens de Europese Commissie is hiermee al veel mogelijk, implicerend dat een verregaande uitbreiding van de data die zouden moeten worden opgeslagen wellicht niet nodig is. Wat is de mening van de Nederlandse regering hieromtrent? Deelt zij de mening dat het op grote schaal verzamelen van allerhande privégegevens in de praktijk niet lijkt te leiden tot een effectievere bestrijding van terrorisme? Kan de Nederlandse regering aangeven wanneer de Kamer de kabinetsreactie zal ontvangen op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen?

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat de rapporteur van het Europese parlement over het dossier van de amv’s, Cecilia Wikström, heeft aangegeven dat er reeds een politiek akkoord is gesloten aan het eind van de voorgaande onderhandelingen, waarin werd afgesproken het besluit en de uitlegging van het Hof te volgen, zodat eigenlijk toen al was afgesproken de EU-lidstaat waarin de amv zich bevindt verantwoordelijk te maken voor diens asielverzoek. Er lag ook een voorstel met die strekking, om de Dublin-verordening op deze manier aan te passen. Waarom is dit nog niet gebeurd? Klopt het dat een aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland, erop aanstuurt een eigen, nog niet formeel ingediend voorstel om dit juist niet te doen, als hamerstuk te laten afdoen bij een willekeurige Raadsbijeenkomst, zonder dat dit wordt geagendeerd of anderszins vooraf duidelijk publiekelijk bekend wordt gemaakt? Kan de Nederlandse regering garanderen dat dit niet zal gebeuren? Het lijkt de leden van de SP-fractie dat dit de democratische controle niet ten goede zal komen. Kan de Nederlandse regering toezeggen dat zij de Kamer zal informeren vóórdat de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt en zodra het Europees parlement een rapport heeft aangenomen, en dat zij de Kamer de reactie van de Europese Commissie op beide stukken zal toezenden zodra die bekend is? Voornoemde leden bereiken ook berichten dat steeds meer zaken op ambtelijk niveau worden geregeld zonder tussenkomst of discussie in het parlement. Dit lijkt deze leden onwenselijk. Kan de Nederlandse regering de Kamer een verslag toezenden op hoofdlijnen van elke onderhandeling op ambtelijk niveau over dit onderwerp?

Inbreng van de leden van de PVV-fractie

Volgens de leden van de PVV-fractie is het (falende) EU beleid op het gebied van immigratie & asiel mede debet aan de instroom van potentiele terroristen in Nederland. Deelt de Nederlandse regering de mening dat het Schengensysteem ten koste gaat van onze veiligheid, omdat terroristen op eenvoudige wijze zonder controles naar Nederland kunnen reizen? Kan worden aangegeven hoe dat in het concrete geval van de in Nederland verblijvende en van terrorisme verdachte illegaal Mohammed B. is gegaan? Welke reisroute is hierbij gebruikt? Hoe wordt voorkomen dat andere terroristen hetzelfde kunnen doen? Erkent Nederlandse regering dat herinvoering van grenscontroles noodzakelijk is teneinde terroristen uit Nederland te weren? De nieuwe Eurocommissaris Avramopoulos heeft onlangs het idee gelanceerd in de toekomst over te gaan tot een compleet Europees Grensbewakingsagentschap. Als dit doorgaat krijgt de EU over 15 a 20 jaar de controle over onze diensten die verantwoordelijk zijn voor de grensbewaking, zoals de Marechaussee en Douane. Dit zou tot gevolg hebben dat er over een aantal jaren op Schiphol onder EU-vlag paspoortcontroles worden uitgevoerd door onder meer Roemenen. Zijn deze berichten serieus, zo vragen de leden van de PVV-fractie. Wat gaat de Nederlandse regering doen om dit plan tegen te houden?

Eurocommissaris Avramopoulos heeft meer, in de ogen van de fractie van de PVV, schokkende uitspraken gedaan. Zo ziet hij het uitbreiden van legale migratie als een manier om illegale migratie tegen te gaan. Kan de Nederlandse regering hier stevig stelling tegen nemen? Kan dat eveneens worden gedaan ten aanzien van de uitspraken dat immigratie een oplossing is voor arbeidstekorten en vergrijzing? Het sprookje dat immigratie een antwoord is op vergrijzing is bijv. al lang weerlegd door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut. Ook zou de Nederlandse regering in dit kader op de zeer hoge werkloosheidscijfers kunnen wijzen die binnen de EU bestaan.

De leden van de PVV-fractie vragen verder naar de stand van zaken omtrent de uitvoering van de Dublinverordening. Hoeveel asielzoekers zijn er vorig jaar teruggestuurd naar een ander EU-lidstaat in het kader van de Dublinverordening? Is de Nederlandse regering er van op de hoogte dat vele Syrische asielzoekers in alle openheid toegeven dat zij via Italië Europa binnen zijn gekomen? Gaat de Nederlandse regering al deze personen terugsturen naar Italië? Zo nee, waarom niet? Ook willen deze leden graag weten wat de stand van zaken is met betrekking tot Triton, de opvolger van Frontex. Hoeveel boten heeft Triton inmiddels tegengehouden? Is Triton wel effectief als grensbewaker, of is er een nieuwe pendeldienst opgestaan?

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de speech van de nieuwe Europese Commissaris voor Migratie, Avramopoulos, waarin hij aangaf het creëren van een Europees systeem van grensbewaking te onderzoeken. Deze leden vragen of en zo ja op welke wijze de Nederlandse regering inschat dat het SIS gewijzigd zal worden naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Is de Nederlandse regering op de hoogte van de plannen van de Europese Commissie om een supranationaal grensbewakingssysteem in het leven te roepen? Hoe kijkt de Nederlandse regering hier tegen aan, wat zal dit concreet inhouden en op welke termijn zal dit gerealiseerd kunnen worden? Deze leden vragen voorts of het klopt dat het thema «Slimme Grenzen» geagendeerd is voor de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat de Europese Commissie de voorstellen heeft ingetrokken. Deze leden vragen wanneer de Tweede Kamer de kabinetsreactie op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen kan verwachten.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda met betrekking tot de informele JBZ-raad van 29 en 30 januari 2015. Waarom staat het thema Slimme Grenzen op de agenda van de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat Eurocommissaris Avramopoulos deze voorstellen heeft ingetrokken? Wat is de Nederlandse regering voornemens daar te gaan bespreken en wat zal de inzet zijn? Zal de Kamer vóór deze JBZ-raad de kabinetsappreciatie op het technische rapport van de Europese Commissie ontvangen? Zoals tijdens het vorig algemeen overleg over de JBZ-raad al is aangegeven, hechten de leden van de D66-fractie groot belang aan de correcte uitvoering van uitspraken van het Europees Hof van Justitie en de adequate wijze waarmee invulling gegeven wordt aan het belang van het kind in de aanpassing van de Dublin-verordening. De genoemde leden danken de Nederlandse regering voor het informeren van de Kamer over de voortgang van dit dossier met betrekking tot de geannoteerde agenda.

De leden van de D66-fractie blijven graag verder op de hoogte van dit dossier en vragen of de Nederlandse regering bereid is de Kamer te informeren wanneer de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt en zodra het Europees parlement een rapport heeft aangenomen? Ook zouden zij graag de reactie van de Europese Commissie hierop willen ontvangen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetstandpunt omtrent de aanpassing van de Dublin-verordening met betrekking tot amv’s. Deze leden hebben tot op zekere hoogte begrip voor het standpunt dat het risico van «asielshoppen» beperkt moet worden, maar willen graag benadrukken dat in dit streven niet voorbij gegaan mag worden aan het belang van het kind.

Hoe beoordeelt de Nederlandse regering het risico, wanneer de door haar voorgestelde uitzondering in artikel 8, vierde lid, van de Dublinverordening wordt opgenomen, dat de kans groot is dat het Europees Hof van Justitie deze bepaling in strijd zal achten met het Handvest en buiten toepassing zal laten?

De leden van de D66-fractie wijzen er op dat het Hof van Justitie een oplossing voorgesteld heeft om aan de zorgen van de EU-lidstaten met betrekking tot asielshoppen tegemoet te komen. Bij de indiening van de aanvraag in de EU-lidstaat zal een amv moeten aangeven welke nieuwe elementen of bevindingen aan de orde zijn. De beslisautoriteit (zoals de IND) zal dus niet verplicht zijn de asielaanvragen «op elkaar te leggen», maar dient te beoordelen of er bijvoorbeeld nieuwe documenten, nadere verklaringen of gewijzigde omstandigheden in het land van herkomst zijn die de kans aanzienlijk groter maken dat de amv voor een asielstatus in aanmerking komt.

In plaats van minderjarigen op dezelfde manier als volwassenen te behandelen vinden de leden van de D66-fractie, in lijn met de uitspraak van het Hof van Justitie, dat de EU-lidstaten beter gebruik moeten maken van de mogelijkheden die het Europees recht biedt om identieke aanvragen af te doen door middel van onderlinge dossierdeling. Hiermee wordt voorkomen dat minderjarigen nog verder alleen van EU-lidstaat naar EU-lidstaat reizen, maar kan er onmiddellijk voorzien worden in adequate bescherming. Graag een reactie van de Nederlandse regering hierop.

Voorts willen de leden van de D66-fractie graag de aandacht vestigen op de mogelijkheden voor identificatie van de vele grensdoden na een fatale poging om de EU te bereiken.

Onderschrijft de Nederlandse regering de passage in het Stockholm Programme, die luidt «An important objective is to avoid the recurrence of tragedies at sea. When tragic situations unfortunately happen, ways should be explored to better record and, where possible, identify migrants trying to reach the Union», zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt de Nederlandse regering dan het uitgangspunt dat EU-lidstaten onderzoek moeten doen naar het aantal migranten dat omkomt op de Middellandse Zee, de mogelijke oorzaken daarvan en de mogelijkheden daar wat aan te doen? Is de Nederlandse regering van mening dat de EU-lidstaten daartoe gegevens moeten verzamelen over datum en plaats waar omgekomen migranten aan hun landsgrenzen zijn aangetroffen? Onderschrijft de Nederlandse regering het uitgangspunt dat EU- lidstaten gehouden zijn om, binnen redelijke grenzen, zich in te spannen omgekomen migranten te identificeren?

II. Reactie van de bewindspersonen

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de informele JBZ Raad van 29-30 januari te Riga op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid. Zij hebben daarover een aantal vragen. Wat zijn de details omtrent de voortgang van het Griekse Actieplan voor het verbeteren van het asielsysteem, dat in de laatste JBZ Raad is besproken? Welke verbeteringen zijn al gerealiseerd en welke moeten nog worden gerealiseerd? Wat is de verklaring dat het zo lang duurt voordat in Griekenland het asielsysteem zodanig op orde is dat het «Dublin-proof» is? In welke mate kan geconcludeerd worden dat de hulp vanuit de EU en/of de Griekse inzet en middelen zelf te beperkt zijn, waardoor significante verbeteringen zo lang op zich laten wachten? Wat is het Nederlandse standpunt omtrent het Griekse Actieplan in de JBZ Raad? Deze leden dringen erop aan dat het Dublin-proof maken van het Griekse asielsysteem prioriteit moet hebben in de coherente EU-aanpak voor migratie.

De leden van de PvdA-fractie steunen de Nederlandse regering in de dringende oproep in de EU te komen tot meer coördinatie en coherentie in het Europese migratiebeleid. Volgens deze leden ligt daar de sleutel de vele uitdagingen die de toegenomen migratiedruk met zich brengen, het hoofd te bieden. Het is mooi dat veel EU-lidstaten de Nederlandse oproep verwelkomen, maar deze leden zijn zeer benieuwd naar de concrete uitwerking daarvan die nu volgt. Wat kan de regering daarover meedelen? Welke concrete stappen worden nu gezet? Komt er een «whole of government approach», waar door Nederland op is aangedrongen?

Voornoemde leden zouden in dit verband liever spreken van het reguleren en het beheersen van migratiestromen, dan van het inperken van migratie. Het is allereerst aan de EU alle asielsystemen, grensbewaking etc. voldoende op orde te hebben, zodat alle EU- lidstaten geëquipeerd zijn om ook in het geval van toename van migratie alle voorzieningen en bewaking- en reguleringsmechanismen op peil te houden. Deelt de regering dat inperking geen doel op zich moet zijn, maar dat migratiestromen beter beheerst en gereguleerd moeten worden? Zij vragen de regering in die discussie in de JBZ Raad een urgente, maar genuanceerde positie te kiezen. Nederland moet volgens deze leden ook openstaan voor oplossingen zoals die door de nieuwe eurocommissaris Avramopoulos zijn gedaan, teneinde beter gebruik te maken van hervestiging en ook stil te staan bij de toekomst van de EU, zoals bijvoorbeeld de toenemende behoefte aan arbeidskrachten die zal ontstaan. In dit verband horen de aan het woord zijnde leden graag het standpunt en de inzet van de Nederlandse regering over de zorgen van eurocommissaris Avramopoulos over toenemende xenofobie in meerdere lidstaten in de EU. Welke aanpak staat Nederland voor teneinde voldoende draagvlak voor het immigratiebeleid te behouden?

De leden van de PvdA-fractie horen graag wat het verdere proces zal zijn omtrent de gewijzigde Dublin-verordening voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Deze leden zijn tevreden dat de positie van amv’s wordt versterkt. Is inmiddels de verwachting dat de voorkeur van de Nederlandse regering, dat een amv wel moet kunnen worden overgedragen indien een andere EU-lidstaat al op diens asielverzoek heeft besloten, ook de uiteindelijke uitkomst zal zijn? Zij kunnen hier goed mee leven. Het laat de verbetering voor amv’s in stand en laat uiteindelijk meer ruimte om met het kind rekening te houden, echter wel met voldoende inachtneming van het Dublinverdrag. Dat de belangen van de kinderen voorop moeten staan, is evident. De aan het woord zijnde leden willen graag nauwgezet door de regering op de hoogte worden gehouden van de voortgang op dit dossier.

De leden van de PvdA-fractie hebben ook nog enkele vragen over het in werking getreden nieuwe Schengen evaluatiemechanisme. Wie gaan dit uitvoeren en wat is er bekend over het te volgen werkprogramma? Zal er tevens op worden ingezet zo snel mogelijk controles uit te voeren op het functioneren van allerlei verschillende buitengrenzen van de EU? Wanneer kan de eerste terugkoppeling van de Europese Commissie van deze controles en evaluaties worden verwacht?

De leden van de PvdA-fractie hebben ook nog een aantal vragen over het Schengen Informatiesysteem (SIS). Op welke wijze verwacht de regering dat het SIS gewijzigd zal worden naar aanleiding van de aanslagen in Parijs?

Klopt het dat het thema Slimme Grenzen geagendeerd is voor de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat de Europese Commissie de voorstellen heeft ingetrokken? Wanneer kan de Kamer de kabinetsreactie op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen verwachten? Is de regering op de hoogte van de plannen van de Europese Commissie een supranationaal grensbewakingssysteem in het leven te roepen, zoals door EU Observer gemeld? Zo ja, wat zal dit concreet inhouden, wat is de mening van de regering hierover en op welke termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden?

Antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op de vragen van de leden van de PvdA-fractie

Wat betreft de vragen over het Griekse actieplan, luidt het antwoord van het kabinet als volgt. Er is in Griekenland de nodige vooruitgang geboekt sinds 2010. Zo is er veel verbeterd in de asielprocedure met het functioneren van de nieuwe diensten (asieldienst, opvangdienst en beroepsinstantie). Ook zijn de leefomstandigheden in de detentiecentra erop vooruit gegaan. Een aantal ongeschikte centra is daartoe gesloten, en er zijn pre-removal centra opgericht. Op het terrein van grensbewaking is met name de controle bij de Grieks-Turkse grens verbeterd. Ondanks deze vooruitgang zijn er nog veel tekortkomingen. Er zijn met name nog zorgen over de opvangcentra en het niveau van de opvangvoorzieningen (zo is er nog een tekort aan opvangplekken in open accommodaties en is er meer personele capaciteit nodig), de detentie-omstandigheden, de beschikbare opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen en de financiering van het hele systeem. Het op orde brengen van de Griekse tekortkomingen duurt lang omdat Griekenland van ver komt. Bovendien is het asiel- en migratieterrein niet het enige terrein dat aandacht behoeft. De hulp die vanuit de EU komt en de Griekse inzet zelf bevinden zich dan ook binnen dit spanningsveld. De Europese Commissie heeft aangegeven met Griekenland in gesprek te zijn over een vervolgactieplan dat is toegespitst op het behalen van de doelen die nu niet behaald zijn. Het moge duidelijk zijn dat Dublin-overdrachten aan Griekenland op dit moment nog niet mogelijk zijn. Het kabinet is van mening dat er pas sprake kan zijn van Dublin-overdrachten bij voldoende verbetering in het Griekse asielsysteem.

De voorzitter van de nieuwe Europese Commissie heeft in zijn missiebrieven aan de Commissarissen en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid de intentie uitgesproken om van de Commissie meer te maken dan een optelsom van de verschillende onderdelen. Commissievoorzitter Juncker wil dat bereiken door ontschotting en intensieve samenwerking dwars door alle geledingen van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger heen. Tijdens de eerste gezamenlijke vergadering van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Ministers verantwoordelijk voor migratie in Rome op 27 november vorig jaar hebben Commissaris voor Migratie Avramopoulos en Hoge Vertegenwoordiger Mogherini eensgezind aangegeven dat migratie zich bij uitstek leent voor deze integrale aanpak die op termijn moet leiden tot een «whole of government approach». Daarbij zullen ook de Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking en de lidstaten nauw worden betrokken. Een eerste concreet voorbeeld is de terugkeerpilot die wordt uitgevoerd met drie herkomstlanden. Daarvoor worden nu de mogelijkheden in kaart gebracht.

De leden van de PvdA-fractie stellen voorts enkele vragen over het reguleren en het beheersen van migratiestromen. Het kabinet deelt de opvatting dat migratiestromen beter beheerst en gereguleerd moeten worden. Inperking van illegale immigratie is hierbij een gewenst effect. Voorkomen moet worden dat immigranten in dit kader de gevaarlijke reis naar de EU ondernemen. Het kabinet is er voorstander van dat alle EU lidstaten inspanningen verrichten op het terrein van hervestiging. Het kabinet vindt toenemende xenofobie in meerdere lidstaten van de EU een zorgelijke ontwikkeling. De uitvoering van het asielbeleid is zeer afhankelijk van het draagvlak hiervoor, met name bij het lokaal bestuur en lokale gemeenschappen. Het kabinet streeft dan ook naar asiel voor degenen die dat echt nodig hebben en een beleid dat misbruik aanpakt. In dit kader is een effectief terugkeerbeleid ook van belang.

De leden stellen daarnaast vragen over het verdere proces omtrent de gewijzigde Dublin-verordening voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Op 26 juni 2014 heeft de Europese Commissie het voorstel tot aanpassing van de Dublin-verordening gepubliceerd en vervolgens gestuurd naar de beide EU-wetgevers: het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie. Sindsdien wordt door de Raad gewerkt aan een gezamenlijke Raadspositie. Vooralsnog geniet het voorstel van Nederland een brede steun van de lidstaten, maar een gezamenlijke Raadspositie is nog niet aangenomen. Op 22 januari 2015 is het voorstel van de Europese Commissie ook besproken in een plenaire vergadering van het Europees parlement. Het EP heeft echter nog geen officieel standpunt ingenomen. Nadat de gezamenlijke Raadspositie is vastgesteld en ook het EP een officieel standpunt heeft ingenomen, zullen deze beide standpunten in de zogenaamde triloog gezamenlijk worden besproken. Het kabinet zal de Kamer op de geëigende momenten informeren over de stappen die binnen dit proces worden gezet.

De leden van de PvdA-fractie hebben ook nog enkele vragen gesteld over het in werking getreden nieuwe Schengen evaluatiemechanisme. In het hernieuwde mechanisme voor de Schengenevaluaties krijgt de Europese Commissie een voortrekkersrol bij de voorbereiding en de uitvoering van de evaluaties. Dit geldt ook voor de opvolging van de evaluatierapporten. De lidstaten en de Europese Commissie zullen deze rapporten via de comitologieprocedure vaststellen. De teams die in het kader van de evaluaties de lidstaten zullen bezoeken, bestaan uit experts van de Europese Commissie en de lidstaten. Beheer van de buitengrenzen is een vast onderdeel van de Schengenevaluaties. Volgens het programma voor 2015 zullen dit jaar de volgende lidstaten geëvalueerd worden: Oostenrijk, België, Duitsland, Nederland en Liechtenstein. Vanaf februari 2015 zullen deze lidstaten elk in een periode van twee maanden geëvalueerd worden. De Europese Commissie zal conform verordening 1053/2013 het Europees parlement en de Raad informeren over de resultaten van de evaluaties. De Raad blijft in het nieuwe mechanisme een belangrijke rol spelen, zo stelt de Raad de rapporten vast (middels raadsconclusies) waarin de aanbevelingen staan ten aanzien van de geëvalueerde lidstaten. Hierna informeert de Europese Commissie de Raad en het Europees parlement over de voortgang van de actieplannen die geëvalueerde lidstaten dienen uit te voeren.

Op de vragen van de leden van de PvdA-fractie over het Schengen Informatiesysteem (SIS) luidt het antwoord dat in de Parijs-verklaring staat dat aan de buitengrenzen beter gecontroleerd moet worden zonder dat dit ten koste gaat van het principe van het vrije verkeer van goederen en personen. De grenscontrole kan worden versterkt door verbeterde detectie en monitoring, in ieder geval door systematischer gebruik van het Schengen Informatiesysteem (SIS) én eventueel door aanpassing van de Schengen Grenscode (SGC), alsmede door automatische controle van reisdocumenten met gebruikmaking van nationale en internationale databases, bijvoorbeeld de Stolen and Lost Travel Documentsdatabase (STLD) van Interpol. Het kabinet acht het van groot belang dat lidstaten het nationale gebruik (raadpleging) van het SIS verhogen. Daarnaast moet er uniforme toepassing zijn door de lidstaten van de regelgeving en raadpleging in de verschillende registratiesystemen. Alleen op die manier kan een gelijk speelveld ontstaan. Het SIS zal in die zin worden gewijzigd – tenminste als de voorstellen worden doorgevoerd – dat in de persoonssignalering duidelijker wordt aangegeven of sprake is van een jihadreiziger en een aantal uitvoerings- en controlehandelingen wordt verscherpt en geïntensiveerd. Hiertoe zullen voor de eindgebruiker (politie of grensbewaker) meldingen zichtbaar moeten worden die informatie geven over de mate van «urgentie» van de signalering, de status van een reisdocument (verloren, gestolen, misbruikt) en de fase van het opsporingsonderzoek (lopend, veroordeling) bij onopvallende observatie.

Tot slot stellen de leden van de PvdA-fractie diverse vragen over het «slimme grenzenpakket». De officiële agenda voor de JBZ-raad van 12 en 13 maart 2015 is nog niet bekend. Op de conceptagenda van deze raad is het «slimme grenzenpakket» als informatiepunt geagendeerd. De verwachting is dat het Lets Voorzitterschap (net als de vorige Voorzitterschappen) de laatste stand van zaken op dit dossier zal toelichten. Verder wordt opgemerkt dat de Europese Commissie heeft aangegeven dat de bestaande voorstellen worden vervangen door een gewijzigd voorstel. Deze nieuwe voorstellen zullen rekening houden met de uitkomsten van de technische studie en de pilot die in 2015 wordt uitgevoerd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat de huidige voorstellen pas worden ingetrokken op het moment dat het nieuwe voorstel wordt gepresenteerd. In de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december (Kamerstuk 33 614, nr. 5) is aangegeven dat de Tweede Kamer begin 2015 wordt geïnformeerd. De Kamer wordt voorafgaand aan de JBZ-raad van maart over de laatste ontwikkelingen en de kabinetsappreciatie van de uitkomsten van de technische studie geïnformeerd.

De Europese Commissie heeft in 2014 een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren naar een Europese systeem van grenswachten. Dit onderzoek kwam voort uit het Stockholmprogramma. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek zijn onlangs in de Raadswerkgroep Grenzen op hoofdlijnen besproken. Geen enkele lidstaat heeft hierbij aangegeven voorstander te zijn van een supranationaal grensbewakingssysteem op Europees niveau. Wel willen lidstaten dat de samenwerking tussen grensbewakingsdiensten wordt verbeterd. Dit geldt ook voor de coördinatie van grenstoezicht aan de buitengrenzen.

De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek zullen worden meegenomen in het evaluatieproces van de Frontex verordening dat tegen het einde van 2015 afgerond moet zijn.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben over de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad de volgende opmerkingen en vragen. Wat is het standpunt van de Nederlandse regering met betrekking tot de constatering van de Europese Commissie2 dat sommige EU-lidstaten niet op de juiste manier gebruikmaken van het reeds bestaande SIS-systeem, waarin al verregaande informatie beschikbaar is over bijvoorbeeld gestolen objecten en verdachten. Volgens de Europese Commissie is hiermee al veel mogelijk, implicerend dat een verregaande uitbreiding van de data die zouden moeten worden opgeslagen wellicht niet nodig is. Wat is de mening van de Nederlandse regering hieromtrent? Deelt zij de mening dat het op grote schaal verzamelen van allerhande privégegevens in de praktijk niet lijkt te leiden tot een effectievere bestrijding van terrorisme?

Kan de Nederlandse regering aangeven wanneer de Kamer de kabinetsreactie zal ontvangen op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen?

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat de rapporteur van het Europese parlement over het dossier van de amv’s, Cecilia Wikström, heeft aangegeven dat er reeds een politiek akkoord is gesloten aan het eind van de voorgaande onderhandelingen, waarin werd afgesproken het besluit en de uitlegging van het Hof te volgen, zodat eigenlijk toen al was afgesproken de EU-lidstaat waarin de amv zich bevindt verantwoordelijk te maken voor diens asielverzoek.

Er lag ook een voorstel met die strekking, om de Dublin-verordening op deze manier aan te passen. Waarom is dit nog niet gebeurd?

Klopt het dat een aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland, erop aanstuurt een eigen, nog niet formeel ingediend voorstel om dit juist niet te doen, als hamerstuk te laten afdoen bij een willekeurige Raadsbijeenkomst, zonder dat dit wordt geagendeerd of anderszins vooraf duidelijk publiekelijk bekend wordt gemaakt?

Kan de Nederlandse regering garanderen dat dit niet zal gebeuren? Het lijkt de leden van de SP-fractie dat dit de democratische controle niet ten goede zal komen. Kan de Nederlandse regering toezeggen dat zij de Kamer zal informeren vóórdat de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt en zodra het Europees parlement een rapport heeft aangenomen, en dat zij de Kamer de reactie van de Europese Commissie op beide stukken zal toezenden zodra die bekend is? Voornoemde leden bereiken ook berichten dat steeds meer zaken op ambtelijk niveau worden geregeld zonder tussenkomst of discussie in het parlement. Dit lijkt deze leden onwenselijk. Kan de Nederlandse regering de Kamer een verslag toezenden op hoofdlijnen van elke onderhandeling op ambtelijk niveau over dit onderwerp?

Antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op de vragen van de leden van de SP-fractie

Wat betreft de vragen van de leden van de SP-fractie over de constatering van de Europese Commissie dat sommige EU-lidstaten niet op de juiste manier gebruikmaken van het reeds bestaande SIS-systeem, constateert de Commissie- en daar ben ik het mee eens – dat de toepassing en de uitvoering van grenscontrole van reisdocumenten op de vliegvelden soms onvoldoende en niet volgens een geharmoniseerde praktijk plaatsvindt. Het is zaak dat dit op het niveau van de lidstaat meer stelselmatig wordt georganiseerd. In het halfjaarlijkse verslag over het functioneren van het Schengengebied prijst de Commissie overigens juist de samenwerking met de lidstaten om ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van een speciale signaleringscategorie in SIS waarmee individuen en bepaalde soorten voorwerpen onopvallend of gericht kunnen worden gecontroleerd, wat een stijging van 30% signaleringen heeft opgeleverd.

Op de vraag of de Nederlandse regering kan aangeven wanneer de Kamer de kabinetsreactie zal ontvangen op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen luidt het antwoord dat in de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december (Kamerstuk 33 614, nr. 5) is aangegeven dat de Tweede Kamer begin 2015 wordt geïnformeerd. De Kamer wordt voorafgaand aan de JBZ-raad van maart over de laatste ontwikkelingen en de kabinetsappreciatie van de uitkomsten van de technische studie geïnformeerd.

Op de vragen over het dossier van de amv’s luidt het antwoord dat aan de Dublin-verordening de volgende verklaring is gehecht: «De Raad en het Europees parlement verzoeken de Commissie om, onverminderd haar initiatiefrecht, te overwegen om, zodra het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan in zaak C-648/11 (MA en anderen tegen Secretary of State for the Home Department) en uiterlijk binnen de in artikel 46 van de Dublinverordening vermelde termijnen, artikel 8, lid 4, van de herschikking van de Dublinverordening te herzien. Het Europees parlement en de Raad zullen vervolgens beide hun wetgevende bevoegdheden uitoefenen, waarbij zij de belangen van het kind voor ogen houden.» Naar de lezing van het Kabinet staat hier niet zozeer dat de Raad en het Europees parlement zich committeren aan het onverkort codificeren van de uitspraak van het Hof, maar enkel een commitment om de Dublin-verordening aan te passen, waarbij de belangen van het kind voor ogen wordt gehouden. Op 2 september 2014 is uw Kamer het BNC-fiche over dit voorstel gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 1895). In het fiche is uitgebreid toegelicht waarom het standpunt van het Nederlandse Kabinet rekening houdt met het belang van het kind.

De leden van de SP-fractie merken op dat er ook een voorstel met die strekking lag om de Dublin-verordening op deze manier aan te passen en vragen waarom dit nog niet is gebeurd. In de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad 29 en 30 januari 2015 is toegelicht waarom het kabinet het onverkort codificeren van de uitspraak van het Hof niet in het belang van de minderjarige acht.

Op de vraag of het klopt dat een aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland, erop aanstuurt een eigen, nog niet formeel ingediend voorstel om dit juist niet te doen, als hamerstuk te laten afdoen bij een willekeurige Raadsbijeenkomst, zonder dat dit wordt geagendeerd of anderszins vooraf duidelijk publiekelijk bekend wordt gemaakt, luidt het antwoord: Nee, dit klopt niet. Wel hebben de Nederlandse vertegenwoordigers (uiteraard) het standpunt van het Kabinet, zoals omschreven in het BNC-fiche van 2 september 2014, toegelicht en verdedigd in de daartoe aangewezen voorbereidende (ambtelijke) instanties van de Raad. Uiteraard is het kabinet bereid om in het kader van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raden waar deze verordening aan de orde komt – ook wanneer het Voorzitterschap tussentijds alleen verslag uitbrengt van de stand van zaken – de Kamer te informeren over de hoofdlijnen van de onderhandelingen. Bijzondere afspraken over de informatievoorziening inzake EU-wetgeving worden gemaakt in het kader van een door de Kamer ingesteld behandelvoorbehoud. In het kader van deze verordening zijn dergelijke informatie afspraken met de Kamer niet gemaakt.

Inbreng van de leden van de PVV-fractie

Volgens de leden van de PVV-fractie is het (falende) EU beleid op het gebied van immigratie & asiel mede debet aan de instroom van potentiele terroristen in Nederland. Deelt de Nederlandse regering de mening dat het Schengensysteem ten koste gaat van onze veiligheid, omdat terroristen op eenvoudige wijze zonder controles naar Nederland kunnen reizen?

Kan worden aangegeven hoe dat in het concrete geval van de in Nederland verblijvende en van terrorisme verdachte illegaal Mohammed B. is gegaan? Welke reisroute is hierbij gebruikt? Hoe wordt voorkomen dat andere terroristen hetzelfde kunnen doen? Erkent Nederlandse regering dat herinvoering van grenscontroles noodzakelijk is teneinde terroristen uit Nederland te weren?

De nieuwe Eurocommissaris Avramopoulos heeft onlangs het idee gelanceerd in de toekomst over te gaan tot een compleet Europees Grensbewakingsagentschap. Als dit doorgaat krijgt de EU over 15 a 20 jaar de controle over onze diensten die verantwoordelijk zijn voor de grensbewaking, zoals de Marechaussee en Douane. Dit zou tot gevolg hebben dat er over een aantal jaren op Schiphol onder EU-vlag paspoortcontroles worden uitgevoerd door onder meer Roemenen. Zijn deze berichten serieus, zo vragen de leden van de PVV-fractie. Wat gaat de Nederlandse regering doen om dit plan tegen te houden?

Eurocommissaris Avramopoulos heeft meer, in de ogen van de fractie van de PVV, schokkende uitspraken gedaan. Zo ziet hij het uitbreiden van legale migratie als een manier om illegale migratie tegen te gaan. Kan de Nederlandse regering hier stevig stelling tegen nemen? Kan dat eveneens worden gedaan ten aanzien van de uitspraken dat immigratie een oplossing is voor arbeidstekorten en vergrijzing? Het sprookje dat immigratie een antwoord is op vergrijzing is bijv. al lang weerlegd door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut. Ook zou de Nederlandse regering in dit kader op de zeer hoge werkloosheidscijfers kunnen wijzen die binnen de EU bestaan.

De leden van de PVV-fractie vragen verder naar de stand van zaken omtrent de uitvoering van de Dublinverordening.

Hoeveel asielzoekers zijn er vorig jaar teruggestuurd naar een ander EU-lidstaat in het kader van de Dublinverordening?

Is de Nederlandse regering er van op de hoogte dat vele Syrische asielzoekers in alle openheid toegeven dat zij via Italië Europa binnen zijn gekomen? Gaat de Nederlandse regering al deze personen terugsturen naar Italië? Zo nee, waarom niet?

Ook willen deze leden graag weten wat de stand van zaken is met betrekking tot Triton, de opvolger van Frontex. Hoeveel boten heeft Triton inmiddels tegengehouden? Is Triton wel effectief als grensbewaker, of is er een nieuwe pendeldienst opgestaan?

Antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op de vragen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie stellen dat het (falende) EU beleid op het gebied van immigratie & asiel mede debet is aan de instroom van potentiele terroristen in Nederland. Het kabinet deelt niet de mening van de PVV-fractie dat het Schengensysteem ten koste gaat van onze veiligheid, omdat terroristen op eenvoudige wijze zonder controles naar Nederland kunnen reizen.

De PVV-fractieleden vragen voorts hoe dat in het concrete geval van de in Nederland verblijvende en van terrorisme verdachte illegaal Mohammed B. is gegaan. Over individuele gevallen doet het kabinet geen mededelingen. In geval van een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid kunnen grenscontroles aan de binnengrenzen tijdelijk worden heringevoerd. Conform de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie moet een afwijking van het grondbeginsel van het vrije verkeer van personen restrictief worden opgevat. Tijdelijke herinvoering van grenscontroles kan alleen als uiterste middel. Een beoordeling dient plaats te vinden in hoeverre de tijdelijke maatregel de bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voldoende kan verhelpen, en of de maatregelen tot die bedreiging in verhouding staan. De EU-lidstaten en het kabinet zetten in op betere samenwerking en het delen van informatie in plaats van op het sluiten van de binnengrenzen.

In de Parijs-verklaring staat dat aan de buitengrenzen beter gecontroleerd moeten worden zonder dat dit ten koste gaat van het principe van het vrije verkeer van goederen en personen. De grenscontrole kan worden versterkt door verbeterde detectie en monitoring in ieder geval door systematischer gebruik van het Schengen Informatiesysteem (SIS) én eventueel door aanpassing van de Schengen Grenscode (SGC), alsmede door automatische controle van reisdocumenten met gebruikmaking van nationale en internationale databases. Ik heb nationaal gekozen voor de 38 maatregelen zoals beschreven in het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme (Kamerstuk 29 754, nr. 253) en deze recentelijk met uw Kamer besproken. Daarnaast worden de mogelijkheden voor aanpassing van de Schengengrenscode (om controles van deze specifieke groep jihadstrijders te intensiveren) momenteel bezien.

De leden van de PVV-fractie stellen dat Commissaris Avramopoulos onlangs het idee heeft gelanceerd in de toekomst over te gaan tot een compleet Europees Grensbewakingsagentschap. Voor de stand van zaken met betrekking tot een Europees grensbewakingssysteem wijst het kabinet op de antwoorden op vragen van de PvdA-fractie.

Wat betreft de door de PVV-fractieleden aangehaalde uitspraken van Commissaris Avramopoulos, over legale migratie, heeft het kabinet kennis genomen van die uitspraken. Het kabinet is geen voorstander van het creëren van meer legale (humanitaire) toelatingsprocedures (zoals humanitaire visa of programma’s voor beschermde toegang) omdat deze niet zullen kunnen voorkomen dat migranten aan een risicovolle oversteek beginnen. De Europese Commissie heeft in haar Werkplan 2015 aangekondigd dit jaar met een «EU Agenda for Migration» te komen, waarop een kabinetsappreciatie zal volgen.

Voor de vraag van de leden van de PVV-fractie naar de stand van zaken van de onderhandelingen over de aanpassing van de Dublin-verordening wordt hier verwezen naar bovenstaande antwoorden op vragen van de PvdA-fractie.

De leden van de PVV-fractie vragen daarnaast hoeveel asielzoekers vorig jaar zijn teruggestuurd naar een ander EU-lidstaat in het kader van de Dublinverordening. In 2014 heeft de IND, in het kader van de Dublin-verordening, 3.840 verzoeken tot terug-of overname gedaan. Hiervan zijn er 2.490 gehonoreerd.

De leden vragen of de Nederlandse regering er van op de hoogte is dat vele Syrische asielzoekers in alle openheid toegeven dat zij via Italië Europa binnen zijn gekomen en of de Nederlandse regering al deze personen gaat terugsturen naar Italië. De vraag of in een individueel dossier Italië verzocht kan worden de asielzoeker, in het kader van de Dublin-verordening, over te nemen hangt af van de aanwezige bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de asielzoeker via Italië de EU is binnengereisd. Onder andere kan een claim worden gelegd indien er sprake is van gedetailleerde en verifieerbare verklaringen van de asielzoeker. Dit zal per dossier worden beoordeeld.

Door de leden van de PVV-fractie gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot Triton, luidt het antwoord van het kabinet als volgt. Triton is een operatie van Frontex die sinds november 2014 is gestart om de stroom van illegale migratie in het Centraal Middellandse Zeegebied te bestrijden. Triton is een grensbewakingsoperatie die plaatsvindt conform de regels zoals deze zijn neergelegd in de Schengengrenscode en de internationale regelgeving met betrekking tot het zeerecht. Het operatiegebied van Triton is, in tegenstelling tot de Italiaanse operatie Mare Nostrum, dichterbij de Italiaanse kust. Inmiddels zijn in het kader van operatie Triton duizenden migranten op zee aangetroffen dan wel gered. In het kader van bestrijding van illegale migratie ondersteunt Frontex de Italiaanse autoriteiten ook met het identificeren en interviewen van de aangetroffen migranten. Informatie uit deze interviews wordt vervolgens gebruikt om migratieroutes in kaart te brengen en (georganiseerde) mensensmokkel aan te pakken.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de speech van de nieuwe Europese Commissaris voor Migratie, Avramopoulos, waarin hij aangaf het creëren van een Europees systeem van grensbewaking te onderzoeken. Deze leden vragen of en zo ja op welke wijze de Nederlandse regering inschat dat het SIS gewijzigd zal worden naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Is de Nederlandse regering op de hoogte van de plannen van de Europese Commissie om een supranationaal grensbewakingssysteem in het leven te roepen? Hoe kijkt de Nederlandse regering hier tegen aan, wat zal dit concreet inhouden en op welke termijn zal dit gerealiseerd kunnen worden?

Deze leden vragen voorts of het klopt dat het thema «Slimme Grenzen» geagendeerd is voor de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat de Europese Commissie de voorstellen heeft ingetrokken. Deze leden vragen wanneer de Tweede Kamer de kabinetsreactie op het technisch rapport van de Europese Commissie over Slimme Grenzen kan verwachten.

Antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op de vragen van de leden van de CDA-fractie

Voor de vragen van de leden van de CDA-fractie over de stand van zaken omtrent de Parijs-verklaring, eventuele wijziging van SIS en Europees grensbewakingssysteem wijst het kabinet op bovenstaande antwoorden op vragen van de PvdA-fractie.

Wat betreft de vragen over het thema «Slimme Grenzen», luidt het antwoord van het kabinet dat in de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december (Kamerstuk 33 614, nr. 5) is aangegeven dat de Tweede Kamer begin 2015 wordt geïnformeerd. De Kamer wordt voorafgaand aan de JBZ-raad van maart geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen en de kabinetsappreciatie op de uitkomsten van de technische studie.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda met betrekking tot de informele JBZ-raad van 29 en 30 januari 2015. Waarom staat het thema Slimme Grenzen op de agenda van de JBZ-raad van 12–13 maart, ondanks het feit dat Eurocommissaris Avramopoulos deze voorstellen heeft ingetrokken? Wat is de Nederlandse regering voornemens daar te gaan bespreken en wat zal de inzet zijn? Zal de Kamer vóór deze JBZ-raad de kabinetsappreciatie op het technische rapport van de Europese Commissie ontvangen?

Zoals tijdens het vorig algemeen overleg over de JBZ-raad al is aangegeven, hechten de leden van de D66-fractie groot belang aan de correcte uitvoering van uitspraken van het Europees Hof van Justitie en de adequate wijze waarmee invulling gegeven wordt aan het belang van het kind in de aanpassing van de Dublin-verordening. De genoemde leden danken de Nederlandse regering voor het informeren van de Kamer over de voortgang van dit dossier met betrekking tot de geannoteerde agenda. De leden van de D66-fractie blijven graag verder op de hoogte van dit dossier en vragen of de Nederlandse regering bereid is de Kamer te informeren wanneer de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt en zodra het Europees parlement een rapport heeft aangenomen? Ook zouden zij graag de reactie van de Europese Commissie hierop willen ontvangen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetstandpunt omtrent de aanpassing van de Dublin-verordening met betrekking tot amv’s. Deze leden hebben tot op zekere hoogte begrip voor het standpunt dat het risico van «asielshoppen» beperkt moet worden, maar willen graag benadrukken dat in dit streven niet voorbij gegaan mag worden aan het belang van het kind. Hoe beoordeelt de Nederlandse regering het risico, wanneer de door haar voorgestelde uitzondering in artikel 8, vierde lid, van de Dublinverordening wordt opgenomen, dat de kans groot is dat het Europees Hof van Justitie deze bepaling in strijd zal achten met het Handvest en buiten toepassing zal laten?

De leden van de D66-fractie wijzen er op dat het Hof van Justitie een oplossing voorgesteld heeft om aan de zorgen van de EU-lidstaten met betrekking tot asielshoppen tegemoet te komen. Bij de indiening van de aanvraag in de EU-lidstaat zal een amv moeten aangeven welke nieuwe elementen of bevindingen aan de orde zijn. De beslisautoriteit (zoals de IND) zal dus niet verplicht zijn de asielaanvragen «op elkaar te leggen», maar dient te beoordelen of er bijvoorbeeld nieuwe documenten, nadere verklaringen of gewijzigde omstandigheden in het land van herkomst zijn die de kans aanzienlijk groter maken dat de amv voor een asielstatus in aanmerking komt. In plaats van minderjarigen op dezelfde manier als volwassenen te behandelen vinden de leden van de D66-fractie, in lijn met de uitspraak van het Hof van Justitie, dat de EU-lidstaten beter gebruik moeten maken van de mogelijkheden die het Europees recht biedt om identieke aanvragen af te doen door middel van onderlinge dossierdeling. Hiermee wordt voorkomen dat minderjarigen nog verder alleen van EU-lidstaat naar EU-lidstaat reizen, maar kan er onmiddellijk voorzien worden in adequate bescherming. Graag een reactie van de Nederlandse regering hierop.

Voorts willen de leden van de D66-fractie graag de aandacht vestigen op de mogelijkheden voor identificatie van de vele grensdoden na een fatale poging om de EU te bereiken.

Onderschrijft de Nederlandse regering de passage in het Stockholm Programme, die luidt «An important objective is to avoid the recurrence of tragedies at sea. When tragic situations unfortunately happen, ways should be explored to better record and, where possible, identify migrants trying to reach the Union», zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt de Nederlandse regering dan het uitgangspunt dat EU-lidstaten onderzoek moeten doen naar het aantal migranten dat omkomt op de Middellandse Zee, de mogelijke oorzaken daarvan en de mogelijkheden daar wat aan te doen? Is de Nederlandse regering van mening dat de EU-lidstaten daartoe gegevens moeten verzamelen over datum en plaats waar omgekomen migranten aan hun landsgrenzen zijn aangetroffen? Onderschrijft de Nederlandse regering het uitgangspunt dat EU- lidstaten gehouden zijn om, binnen redelijke grenzen, zich in te spannen omgekomen migranten te identificeren?

Antwoord van de Minister van Veiligheid en Justitie en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op de vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie stellen diverse vragen over de agendering van het thema «Slimme Grenzen» op de JBZ-Raad van 12–13 maart 2015. De officiële agenda voor de JBZ-raad van 12 en 13 maart is nog niet bekend. Op de conceptagenda van deze raad is het «slimme grenzenpakket» als informatiepunt geagendeerd. De verwachting is dat het Lets Voorzitterschap (net als de vorige Voorzitterschappen) de laatste stand van zaken op dit dossier zal toelichten. Verder wordt opgemerkt dat de Europese Commissie heeft aangegeven dat de bestaande voorstellen worden vervangen door een gewijzigd voorstel. Deze nieuwe voorstellen zullen rekening houden met de uitkomsten van de technische studie en de pilot die in 2015 wordt uitgevoerd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat de huidige voorstellen pas worden ingetrokken op het moment dat het nieuwe voorstel wordt gepresenteerd.

In de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december (Kamerstuk 33 614, nr. 5) is aangegeven dat de Tweede Kamer begin 2015 wordt geïnformeerd. De Kamer wordt voorafgaand aan de JBZ-raad van maart geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen en de kabinetsappreciatie op de uitkomsten van de technische studie.

De leden van de D66-fractie vragen vervolgens of het kabinet bereid is de Kamer te informeren wanneer de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt ten aanzien van de aanpassing van de Dublinverordening en ontvangen graag de reactie van de Commissie zodra het Europees parlement een rapport heeft aangenomen. Uiteraard is het kabinet bereid om in het kader van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raden waar deze verordening aan de orde komt – ook wanneer het Voorzitterschap tussentijds alleen verslag uitbrengt van de stand van zaken – de Kamer te informeren over de hoofdlijnen van de onderhandelingen. Bijzondere afspraken over de informatievoorziening inzake EU-wetgeving worden gemaakt in het kader van het behandelvoorbehoud. In het kader van deze verordening zijn dergelijke afspraken met uw Kamer niet gemaakt.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetstandpunt omtrent de aanpassing van de Dublin-verordening met betrekking tot amv’s. Zij vragen hoe het kabinet het risico beoordeelt (wanneer de door haar voorgestelde uitzondering in artikel 8, vierde lid, van de Dublinverordening wordt opgenomen) dat het Europees Hof van Justitie deze bepaling in strijd zal achten met het Handvest en buiten toepassing zal laten. De voorgestelde tekst van het kabinet is tot stand gekomen na bestudering van het arrest van het Hof. Het Hof neemt, onder andere onder verwijzing naar het Handvest, als uitgangspunt dat in procedures van minderjarigen snel tot vaststelling van de status wordt gekomen. De door Nederland voorgestelde bepaling sluit hierbij aan. Het kabinet vertrouwt er op dat een eenduidige bepaling neergelegd in een wettekst van de EU, door het Hof geaccepteerd wordt als de wil van de wetgever.

Wat betreft de inbreng van de leden van de D66-fractie ten aanzien van asielshoppen door een amv, reageert het kabinet als volgt. De afwijkende stelsels van de diverse lidstaten en de taalkundige barrières maken dat het vergelijken van in verschillende lidstaten ingediende asielverzoeken in veel gevallen tijdrovend dan wel ondoenlijk is. De enige lidstaat die zorgvuldig en snel kan vaststellen of er relevante nieuwe feiten en omstandigheden zijn ingebracht, is de lidstaat die ook het eerdere asielverzoek heeft beoordeeld. Vandaar dat het Kabinet pleit voor een uitzondering op de hoofdregel, en dat daarmee een alleenstaande minderjarige wel kan worden overgedragen aan de lidstaat die ook zijn eerdere asielverzoek heeft behandeld.

De leden van de D66-fractie stellen diverse vragen naar aanleiding van de passage in het Stockholm Programme, die luidt «An important objective is to avoid the recurrence of tragedies at sea. When tragic situations unfortunately happen, ways should be explored to better record and, where possible, identify migrants trying to reach the Union». Het kabinet onderschrijft die passage uiteraard. In de publicaties van internationale organisaties als UNHCR en IOM zijn (geschatte) overzichten opgenomen van het aantal incidenten en doden op de Middellandse Zee. Het verzamelen van gegevens door de lidstaten geeft wellicht een goed overzicht van de incidenten die op zee plaatsvinden, maar vormt geen oplossing voor de bestaande problematiek op de Middellandse Zee. Van belang is dat deze problematiek integraal op EU niveau wordt aangepakt. Daartoe werd eind 2013 de taskforce voor het Middellandse Zeegebied (TFM) opgericht. De Task Force heeft verschillende maatregelen geïdentificeerd met als doel onder meer het versterken van de grensbewaking en een stevigere aanpak van mensensmokkel. Met de nieuwe verordeningen voor Eurosur en de maritieme operaties van Frontex is de Europese samenwerking aan de buitengrenzen versterkt. Tegelijkertijd draagt deze verbeterde samenwerking bij aan het redden van mensenlevens omdat hiermee beter zicht komt op de buitengrenzen en duidelijke afspraken zijn gemaakt over opsporing, redding en het veilig aan wal brengen van illegale migranten.

Naar boven