17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Nr. 589 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2019

In mijn brief van 28 juni1 heb ik u nader geïnformeerd over onterecht verstrekte uitkeringen aan gedetineerden door UWV. Ik heb daarin toegezegd om u in december middels de Stand van de uitvoering sociale zekerheid, die ik u twee keer per jaar stuur, te informeren over de voortgang op de ingezette maatregelen. In de aanloop naar het plenair debat dat wij op 4 september voeren over de uitkeringen aan gedetineerden, informeer ik u hierbij over de tussenstand van de ingezette maatregelen.

De ervaring met UWV is voor mij aanleiding geweest om breder te kijken naar het proces van gegevensuitwisseling ten behoeve van het controleren van onrechtmatige samenloop tussen detentie (en voortvluchtigen) en een uitkering in de sociale zekerheid. Hierbij informeer ik u mede namens de Staatssecretaris over de onvolkomenheden die wij geconstateerd hebben en over de verbeterpunten die wij zien in het proces van gegevensuitwisseling rondom samenloop tussen detentie en uitkeringen tussen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) enerzijds en het UWV, de SVB en het Inlichtingenbureau (namens gemeenten) anderzijds.

Detentie binnen Nederland

Regulier proces

Als een uitkeringsgerechtigde gedetineerd wordt, dan is hij verplicht om dit bij UWV, SVB of de gemeente te melden. Er is sprake van het niet nakomen van de inlichtingenplicht als de uitkeringsgerechtigde dit nalaat. Om naast deze inlichtingenplicht te borgen dat er geen onverschuldigde uitkeringen worden betaald, is er per 1 mei 2000 een koppeling gerealiseerd tussen DJI, de voorlopers van UWV, SVB en het Inlichtingenbureau (ten behoeve van uitkeringen door gemeenten). Gegevens worden sindsdien volgens de destijds vastgestelde overeenkomsten geleverd.

Dagelijks ontvangen deze organisaties een bestand van DJI met vanaf dat moment bekende nieuwe insluitingen. Bij geconstateerde samenloop met het bestand van uitkeringsgerechtigden wordt de uitkering van de gedetineerde waar nodig beëindigd, waarna de door DJI aangeleverde data worden verwijderd.

Stand van zaken maatregelen uit kamerbrief 28 juni

Zoals ik u in juni al meldde, kwam bij UWV aan het licht dat het proces van het vergelijken van de gegevens van DJI met de WW gedurende twee jaar (van november 2015 tot november 2017) en met de Ziektewet vier jaar (van september 2014 tot oktober 2018) niet goed gefunctioneerd heeft.

UWV heeft mij in dit verband gemeld dat herstelacties en verbetermaatregelen in gang zijn gezet, zoals eerder toegezegd. Zo is het onderzoek naar betalingen op bankrekeningen van penitentiaire inrichtingen afgerond. Deze bleken allen rechtmatig te zijn (een voorbeeld is een nabetaling zoals vakantietoeslag van een reeds gestopte uitkering waar iemand nog recht op had). Ook is begin juli een herstelbestand met detentiemeldingen tussen 2014 en 2019 door DJI en de Justitiële Informatiedienst (JustID) geleverd.

UWV legt de van DJI verkregen gegevens die eerder niet vergeleken zijn met de bronbestanden alsnog naast deze bronbestanden om samenloop tussen detentiemeldingen en (destijds) lopende uitkeringen op te sporen. Om het precieze aantal overeenkomsten te kunnen bepalen, worden deze gegevens geanalyseerd in samenwerking met DJI. Het is voor UWV, in de situatie waarin een samenloop geconstateerd is, namelijk niet automatisch vast te stellen of een uitkering beëindigd moet worden. Daar is handmatig werk voor nodig. Beëindiging van een uitkering hangt onder meer af van de vorm van detentie en het type uitkering2. Als blijkt dat iemand onterecht een uitkering heeft ontvangen, vordert UWV deze terug binnen de juridische kaders.

UWV houdt daarnaast de wijze van gegevensuitwisseling, -afhandeling en monitoring in samenwerking met DJI tegen het licht.

Verbeteringen proces

De uitvoering van de Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden (WSG) is een complexe aangelegenheid, waarbij vlak na de invoering bleek dat deze niet geheel sluitend was.

Zoals ook aangegeven in mijn brief van 28 juni, kan het zijn dat door de manier waarop gegevens worden uitgewisseld, mensen die nog in het aanvraagproces van een uitkering zitten, gemist worden en de samenloop niet ontdekt wordt. UWV, SVB en het Inlichtingenbureau onderzoeken of en hoe vaak dit zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Daarnaast is het niet uitgesloten dat gedetineerden een uitkering aanvragen vanuit detentie en daarbij niet in beeld komen via de huidige gegevensuitwisseling. Hiervan zijn echter geen situaties bekend bij UWV, SVB en het Inlichtingenbureau.

Op basis van recente bevindingen stel ik vast dat het proces van gegevensleveringen en verwerking door UWV, SVB en het Inlichtingenbureau na ontvangst van deze gegevens beter moet. Samen met deze organisaties en met DJI kijk ik naar verbeteringen in het proces van het vergelijken van gegevens. Dit vraagt om maatwerk per organisatie. Oplossingsrichtingen kunnen bijvoorbeeld gevonden worden in het vaker vergelijken van gegevens of in het uitbreiden van de geleverde gegevens, bijvoorbeeld met de duur van detentie of de leeftijd van een gedetineerde. In de Stand van de uitvoering van december informeer ik u hier nader over.

Detentie in het buitenland

Regulier proces

Ook bij detentie in het buitenland geldt dat indien iemand met een Nederlandse uitkering gedetineerd wordt, de betrokkene verplicht is dit zelf te melden aan de instantie(s) waarvan hij een uitkering ontvangt. Met ingang van 1 januari 2014 is in de wet SUWI bepaald dat de Minister van Buitenlandse Zaken (BZ) gegevens verstrekt aan de SVB, UWV en het Inlichtingenbureau met betrekking tot personen die in het buitenland gedetineerd zijn en bij BZ bekend zijn. In dat kader is een proces van gegevensverstrekking gestart. Daartoe ontvangen de uitkeringsinstanties maandelijks van BZ een bestand met insluitingsdata van mensen die consulaire bijstand hebben gevraagd wegens detentie in het buitenland. Dit bestand wordt vergeleken met het bestand van uitkeringsgerechtigden. Op basis van de bestandsvergelijking dienen de uitkeringen van betrokken personen beëindigd te worden.

Onvolkomenheden

UWV heeft mij gemeld dat de gegevensverstrekking van BZ aan UWV gedurende drie maanden niet goed heeft gewerkt. De gegevens van gedetineerden in het buitenland van april, mei en juni 2019 konden na een systeemupdate bij UWV niet maandelijks worden verstrekt, maar zijn in juni in één keer aangeleverd. Daardoor is bij 23 lopende uitkeringen niet direct onderkend dat er sprake is (geweest) van samenloop met een vorm van detentie in het buitenland. UWV heeft deze uitkeringen inmiddels beëindigd. Terugvordering vindt plaats conform het reguliere terugvorderingsbeleid. Inmiddels is de maandelijkse gegevenslevering hervat.

De SVB heeft mij onlangs laten weten dat de gegevensverstrekking vanuit BZ van medio 2016 tot medio 2019 niet heeft plaatsgevonden, vanwege het ontbreken van een door BZ gewenst convenant, dat onder meer zag op bescherming van persoonsgegevens. De SVB heeft inmiddels een convenant met concrete werkafspraken met BZ afgesloten. De gegevensuitwisseling is hervat en de SVB onderzoekt hoeveel samenloopgevallen er gemist zijn. Gezien het beperkte aantal gevallen van samenloop bij de SVB voordat de gegevenslevering met BZ stopte, is de verwachting van de SVB dat dit om kleine aantallen gaat. Terugvordering vindt plaats conform het reguliere terugvorderingsbeleid. Bij het Inlichtingenbureau zijn geen onregelmatigheden geconstateerd met betrekking tot detentie in het buitenland.

Voortvluchtigen

Sinds 1 januari 2011 zijn de sociale zekerheidswetten gewijzigd om te zorgen dat de sociale zekerheidsrechten worden afgenomen voor de periode dat men zich aan de tenuitvoerlegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf en/of vrijheidsbenemende maatregel onttrekt. CJIB werkt daarbij samen met UWV, de SVB en het Inlichtingenbureau. Via bestandsvergelijkingen tussen de betrokken instellingen worden uitkeringen bij onrechtmatige samenloop beëindigd.

De voortvluchtigen zijn opgenomen in een opsporingsregister van de politie. UWV, SVB en het Inlichtingenbureau ontvangen de relevante gegevens via het CJIB.

In oktober 2018 is het oude opsporingsregister gemigreerd naar een nieuw register. Per abuis is een deel van het bestand voortvluchtigen hierin niet opgenomen. Het gaat om personen van wie de taakstraf is omgezet naar vervangende hechtenis. Hierdoor heeft gedurende een periode van 10 maanden geen correcte bestandvergelijking plaatsgevonden. Het CJIB heeft mij laten weten dat 926 personen ten onrechte niet zijn opgenomen in de bestanden die de afgelopen 10 maanden zijn verstuurd. Deze gevallen moeten nog getoetst worden op eventuele samenloop met een uitkering bij UWV, SVB en IB.

In juli is deze omissie ontdekt en daarna direct hersteld. Sinds augustus 2019 zijn in de bestanden die maandelijks worden verstuurd ook weer de personen opgenomen waarvan de taakstraf is omgezet naar vervangende hechtenis. Van deze personen wordt de uitkering bij onrechtmatige samenloop beëindigd. De bestanden worden beoordeeld op onrechtmatige samenloop met de lopende uitkeringen bij UWV, de SVB en gemeenten en op terugvordering.

Tot slot

Voor de zomer hebben de Staatssecretaris en ik u geïnformeerd over de stand van zaken in de uitvoering van de sociale zekerheid en over de uitdagingen waar onze ZBO’s voor staan. Net als uw Kamer vind ik het van belang dat fricties in de uitvoering sneller en beter worden geëxpliciteerd en geëscaleerd, zodat maatregelen eerder kunnen worden getroffen. Uit de set brieven die ik u voor de zomer gestuurd heb (Kamerstuk 17 050, nrs. 577 en 578, Kamerstuk 26 448, nr. 625), blijkt dat veel in gang is gezet en dat resultaten zichtbaar worden, maar ook dat deze tijd vragen.

De Staatssecretaris en ik constateren tegelijkertijd dat ontwerp en implementatie van beleid met complexe ketenaspecten in het verleden niet altijd voldoende grondig en toekomstvast heeft plaatsgevonden. Dit aspect wordt betrokken bij de opdracht Werk aan Uitvoering, zodat we hier bredere lessen uit kunnen trekken. Over dit traject, dat gericht is op het realiseren van een toekomstbestendige uitvoering, wordt u voor Prinsjesdag nader geïnformeerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 17 050, nr. 579

X Noot
2

Zie ook bijlage 4 bij Kamerstuk 17 050, nr. 579 voor een overzicht van detentievormen en het recht op een uitkering. Daarbij geldt dat voor alle AW- en ZW- uitkeringen de uitsluitingsgrond van toepassing is vanaf de dag dat deze vrijheidsontneming één maand heeft geduurd. Voor de WW-uitkeringen is direct de uitsluitingsgrond van toepassing.

Naar boven