17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Nr. 479 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 juni 2014

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 3 maart 2014 inzake de rapportage over toeslagen en uitvoering van de motie van het lid Koolmees c.s. inzake het maximaal inzetten op het innen van de onterecht uitgekeerde toeslagen (Kamerstuk 17 050, nr. 465).

De vragen en opmerkingen zijn op 20 maart 2014 aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd. Bij brief van 2 juni 2014 zijn ze door hem beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga

De griffier van de commissie, Berck

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief en hebben op dit moment geen aanvullende vragen. De leden van de VVD-fractie benadrukken dat een blijvende aanpak van fraude met toeslagen belangrijk is.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de toeslagenrapportage. Hierover hebben zij nog enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat inmiddels bijna een kwart van het terug te vorderen bedrag per 1 februari 2014 is teruggehaald. Daar mag het wat deze leden betreft niet bij blijven. Wat is concreet de verwachting van de Staatssecretaris ten aanzien van de nog openstaande bedragen per toeslagsoort?

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de voorliggende rapportage stelt dat de rechtsgrond voor de terugvordering «consequenties» heeft voor de vorm en de reikwijdte van internationale bijstand die kan worden geleverd. Genoemde leden vragen de Staatssecretaris of precies kan worden aangegeven waarom welke mogelijkheden van internationale bijstand als gevolg van de rechtsgrond niet kunnen worden aangewend? Wat is daarbij de precieze aard van de gedane inlichtingenverzoeken in het kader van de terugvorderingen bij de 805 Bulgaren? Voor welk deel van deze populatie zijn inmiddels adresgegevens bekend? Hoeveel bijstandsverzoeken zijn inmiddels gedaan, in hoeveel gevallen is hieraan voldaan en op welke termijn verwacht de Staatssecretaris dat de verzoeken tot concreet resultaat leiden? Kan het verdrag met Bulgarije op basis waarvan invorderingsbijstand wordt gevraagd op enigerlei wijze worden aangepast om de kans op succesvolle invordering te vergroten?

Het is goed dat ook met proefprocessen wordt geprobeerd via het civiele recht de onterecht uitbetaalde huurtoeslagen in Bulgarije terug te vorderen. Wel vragen de leden van de PvdA-fractie de Staatssecretaris op welke termijn wordt verwacht dat deze zaken tot resultaat gaan leiden? Welke factoren kunnen de vorderingen hierin belemmeren?

De leden van de PvdA-fractie merken op dat in de, in de rapportage opgenomen tabellen, een kolom is opgenomen met de kop «verrekend». Dit suggereert dat de groep die boetes heeft opgelegd gekregen nog steeds toeslagen ontvangt, waarvan het terug te betalen bedrag wordt afgetrokken. Daarnaast suggereert een kolom met dezelfde kop in tabel 3 dat teveel ontvangen toeslagen worden verrekend met de opgelegde boete. Deze leden vragen de Staatssecretaris of deze voorstelling van zaken juist is, en wensen daarop een toelichting en nadere uiteenzetting. Zo nee, waarmee wordt in genoemde kolommen dan wel verrekend?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris aan te geven in hoeverre de Bulgaren die een boete opgelegd hebben gekregen opnieuw in aanmerking kunnen komen voor toeslagen. Acht de Staatssecretaris het wenselijk dat zij opnieuw toeslagen kunnen ontvangen? Zo nee, hoe heeft het dan kunnen gebeuren dat een deel van de terugvorderingen is gerealiseerd door middel van verrekening met nieuw aangevraagde toeslagen? Zo ja, kan de Staatssecretaris een onderbouwing geven waarom dat in deze gevallen wenselijk wordt geacht?

Is de Staatssecretaris nog steeds van mening dat een kwart van de terugvorderingen is gerealiseerd, in de wetenschap dat dit deels is gebeurd door middel van verrekeningen, zo vragen de leden van de SP-fractie?

Herinnert de Staatssecretaris van Financiën zich dat tijdens het debat op 15 januari jongstleden over de fraude met toeslagen is gezegd dat mensen die frauderen met uitkeringen en toeslagen gestraft moeten worden en dat deze vervolgens in twee groepen ingedeeld zijn, te weten de groep die door de strafrechter wordt gestraft en de groep waarop administratiefrechtelijke sancties worden toegepast? Is de Staatssecretaris van mening dat het in beide gevallen gaat om mensen die frauderen?

De leden van de SP-fractie vernemen graag hoeveel fraudeurs volgens de Staatssecretaris betrokken waren bij de Bulgarenfraude. Voorts vernemen deze leden graag hoe groot de groep is die via het strafrecht wordt aangepakt. Betreft dit alleen de verdachten die achter de organisatie zitten?

Kan de Staatssecretaris tevens aangeven hoe groot het bedrag is waarvoor is gefraudeerd in de zaak van de Bulgarenfraude? Hoe verhoudt de 2,4 miljoen euro aan terug te vorderen toeslagen en de 1 miljoen euro aan te innen boetes, waarover de Staatssecretaris in het debat op 15 januari sprak, zich tot de 4 miljoen euro aan boetes en terug te vorderen toeslagen in de rapportage van 3 maart jongstleden?

Wanneer kan de Kamer de uitsplitsing van de geïnde 70.000 euro aan boetes en toeslagen verwachten, die de Staatssecretaris tijdens het debat over de fraude met toeslagen heeft toegezegd?

Genoemde leden van de fractie van de SP vragen de Staatssecretaris uit te leggen op welke wijze hij de Kamerbreed aangenomen motie Merkies gaat uitvoeren, waarin de regering wordt verzocht de Bulgaarse autoriteiten te vragen om invorderingsbijstand te verlenen bij huurtoeslagschulden. Is het verzoek om invorderingsbijstand te verlenen bij huurtoeslagschulden reeds gedaan aan de Bulgaarse autoriteiten? Zo nee, waarom niet?

Hoe verhouden de proefprocedures via het civiele recht om de onterecht uitbetaalde huurtoeslagen in Bulgarije terug te vorderen zich tot het verzoek aan de Bulgaarse autoriteiten om invorderingsbijstand te verlenen? Wordt nu op beide trajecten tegelijk ingezet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de rapportage naar aanleiding van het toeslagendebat.

Hoe is het mogelijk dat een terugvordering kan worden verrekend met een nieuw aangevraagde toeslag? Betekent dit dat de Bulgaarse fraudeurs nog steeds toeslagen kunnen aanvragen en/of ontvangen in Nederland? Deelt de Staatssecretaris de mening van de leden van de PVV-fractie, dat het lek nog lang niet gedicht is, als de Bulgaren die een bestuurlijke boete opgelegd hebben gekregen nu nog steeds toeslagen kunnen aanvragen en ontvangen?

Kan de Staatssecretaris aantonen, dat kwaadwillende figuren uit andere landen, eventueel met hulp van handlangers in Nederland, inmiddels geen toeslagen meer kunnen aanvragen en ontvangen? Zo nee, waarom niet?

Zijn de verscherpte GBA-controles volstrekt willekeurig of worden deze ook specifiek gericht op risicogroepen zoals Oost-Europeanen, Somaliërs en Noord-Afrikanen? Is de Staatssecretaris bereid meer de nadruk te leggen op het voorkomen en opsporen van toeslagenfraude bij risicogroepen?

Klopt het, dat als er geen rekening wordt gehouden met verrekeningen, dat er dan nog geen 8,5% van het openstaande bedrag daadwerkelijk is terugbetaald en niet 25%? Klopt het dat door de in Bulgarije woonachtige personen slechts 3,6% is terugbetaald? Hoe kijkt de Staatssecretaris nu aan tegen zijn opmerking dat 25% van de terugvordering is gerealiseerd? Vindt de Staatssecretaris verrekenen hetzelfde als terugbetalen?

Komt het voor dat een toeslagenfraudeur eindigt als een onvindbare belastingnomade? Is het gebruik maken van de mogelijkheid om jezelf uit te schrijven uit het GBA, momenteel een openstaande ontsnappingsroute voor buitenlandse toeslagenfraudeurs?

Zijn de Bulgaren aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd en degenen die ronduit hebben gefraudeerd, ook gecontroleerd op fraude of onregelmatigheden met andere voorzieningen zoals kinderbijslag, bijstand en/of fiscale kortingen? Zo ja, wat was hiervan het resultaat? Zo nee, waarom niet?

Klopt het dat de Staatssecretaris in Bulgarije op jacht is naar een bedrag van 350.000 euro? Hoeveel kosten denkt de Staatssecretaris te maken om dat geld terug te halen?

Hoeveel heeft de terugvorderingsoperatie tot nu toe gekost en hoeveel is daadwerkelijk terugbetaald?

Kan de Staatssecretaris verklaren hoe het mogelijk is dat bij meer dan de helft van het aantal terugvorderingen het woonland niet bekend is (tabel 4)? En hoe kan de Staatssecretaris uitleggen, dat er voor 204.000 euro aan terugvorderingen is verrekend met nog te ontvangen toeslagen, terwijl van deze mensen geen woonland en dus ook geen adres bekend is? Is dit niet buitengewoon opmerkelijk omdat het ontbreken van deugdelijke adresgegevens toch in alle gevallen een goede reden zou moeten zijn om geen enkele toeslag meer uit te keren?

Op welke manier denkt de Staatssecretaris de nog openstaande 1,825 miljoen euro terug te vorderen, als niet eens bekend is waar en in welk land deze mensen wonen? Welke maatregelen gaat de Staatssecretaris nemen om ervoor te zorgen dat de groep van 805 Bulgaren nooit meer in aanmerking komt voor een toeslag?

Is de Staatssecretaris bereid om fraudeurs en mensen aan wie een boete is opgelegd vanwege onterechte uitgekeerde toeslagen levenslang uit te sluiten van een toeslag, bij hen de uitkering direct te stoppen en de boete niet meer te verrekenen met nog te ontvangen toeslagen? Is de Staatssecretaris bereid deze mensen strafrechtelijk of bestuursrechtelijk te vervolgen?

Klopt het dat zowel EU-verordeningen op het gebied van sociale zaken en de EU-verordeningen op het gebied van invordering belastingen geen grondslag bieden om in Bulgarije de ten onrechte uitgekeerde toeslagen terug te vorderen? Klopt het dat er slechts ingevorderd kan worden door gebruik te maken van civielrechtelijke bevoegdheden die iedere schuldeiser heeft? Klopt het dat de civielrechtelijke incasso geheel vanaf het begin moet worden opgestart omdat een Nederlands dwangbevel geen executoriale titel is in Bulgarije? Klopt het dan dat een volle civiele procedure gevoerd moet worden in Bulgarije?

Klopt het dat op grond van het Nederlands recht de gemaakte kosten voor juridische bijstand niet op de pseudo toeslaggerechtigde kan worden verhaald omdat in de wet slechts een beperkt aantal invorderingskosten voor verhaal in aanmerking komen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de rapportage over het innen van de onterecht uitgekeerde toeslagen. Deze leden zijn zeer verbaasd dat uit deze rapportage blijkt dat het bedrag van de terugvorderingen wordt verrekend met nieuw aangevraagde toeslagen over het jaar 2014.

Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het kan dat de groep van 805 Bulgaren aan wie bestuurlijke boetes zijn opgelegd nieuwe toeslagen kan aanvragen over het jaar 2014? Bij de Bulgarenfraude was het probleem dat Bulgaren zich in Nederland inschreven, toeslagen aanvroegen, ontvingen en weer vertrokken naar Bulgarije. Hoe kan het dat deze groep dan toch weer recht heeft op toeslagen in Nederland, zo vragen de leden van de CDA-fractie? Is het lek van de Bulgarenfraude wel gedicht?

Ligt het niet voor de hand te denken dat deze nieuwe toeslag over 2014 waarschijnlijk onterecht is aangevraagd en dus zal moeten worden terugbetaald? De leden van de CDA-fractie vragen zich daarom af of deze verrekening ervoor zorgt dat de Belastingdienst het geld krijgt waar ze recht op heeft of dat de terugvordering alleen maar naar de toekomst is verschoven. Deze leden begrijpen daarom ook niet waarom de verrekening ertoe leidt dat het openstaande bedrag afneemt.

Nog meer vraagtekens plaatsen de leden van de CDA-fractie bij tabel 4, waarbij de terugvorderingen van toeslagen zijn uitgesplitst per woonland. De leden van de CDA-fractie kunnen het nog begrijpen dat in een enkel geval toeslagen verrekend worden, omdat de toeslagontvanger zijn gecontroleerde woonplaats in Nederland heeft. Maar hoe kan het dat er ook toeslagen verrekend zijn met toeslagontvangers waarvan de Belastingdienst weet dat zij in Bulgarije wonen? Zijn er ook na de Bulgarenfraude en de maatregelen van de regering om dit lek te dichten nog volop mogelijkheden om terecht toeslagen aan te vragen als je in Bulgarije woont? De leden van de CDA-fractie plaatsen nog meer twijfels bij de verrekende toeslagen in de categorie woonplaats onbekend. Deze leden willen dan ook weten hoe het mogelijk is om terecht toeslagen aan te vragen over het jaar 2014 wanneer de Belastingdienst geen idee heeft in welk land de aanvrager woont.

De leden van de CDA-fractie vernemen graag van de Staatssecretaris welke stappen in Europees verband genomen zijn en genomen worden om de huurtoeslag en de huishoudtoeslag terugvorderbaar te maken en op welke termijn daarbij resultaten verwacht worden.

Tot slot zouden de leden van de CDA-fractie graag vernemen hoe de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon zich per week ontwikkeld heeft over de afgelopen weken? Hoeveel mensen wachten op dit moment nog op een toeslag omdat er geen rekeningnummer beschikbaar is, en om hoeveel geld gaat het hier? Zijn er nog enige achterstanden in de verwerking van data?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de D66

De leden van de fractie van D66 danken de Staatssecretaris voor het overzicht inzake het innen van onterecht uitgekeerde uitslagen. De leden hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen.

De leden van de D66-fractie constateren dat op 1 februari 2014 ongeveer een kwart van de terugvorderingen is gerealiseerd, hetzij door terugbetaling, hetzij door verrekening met nieuw aangevraagde toeslagen. De leden zijn benieuwd of de Staatssecretaris nader kan ingaan op verrekening met nieuw aangevraagde toeslagen? Het zou de leden verbazen als fraudeurs een nieuwe toeslag kunnen aanvragen en dat eerdere fraude daar bovendien mee verrekend kan worden. Hoe zit dat precies?

De leden van de fractie van D66 constateren dat de Staatssecretaris telefonisch contact heeft gehad met de Minister van Financiën uit Bulgarije. Zij waarderen de inzet om voortgang te maken op dit dossier. Deze leden constateren voorts dat de Staatssecretaris binnenkort nader met zijn Bulgaarse ambtsgenoot zal spreken over dit dossier. Kan de Staatssecretaris een inschatting geven wanneer dit tweede gesprek zal plaatsvinden? En welke afspraken zijn er exact met de Bulgaarse Minister van Financiën gemaakt? Is er toegezegd dat er extra capaciteit wordt ingezet om de voortgang op dit dossier te bespoedigen?

De leden van de D66-fractie zijn tot slot benieuwd naar het percentage van het nu nog openstaande bedrag dat uiteindelijk teruggevorderd kan en zal worden. Kan de Staatssecretaris daar een inschatting van geven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SGP

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de rapportage over de voortgang van de toezeggingen gedaan in het Toeslagendebat van 15 januari 2014. Zij maken graag gebruik van de gelegenheid om de Staatssecretaris hierover enkele nadere vragen te stellen.

De leden van de SGP-fractie constateren dat ruim 23% van het terug te vorderen bedrag is betaald en verrekend. In de brief van 14 januari 2014 is de voormalige Staatssecretaris ingegaan op de problemen bij het innen van de boetes. Op dat moment was tegen 32 van de 805 boetes succesvol bezwaar gemaakt. In de brief van 3 maart 2014 wordt nog steeds gesproken over 805 boetes, terwijl uit eerdere cijfers blijkt dat een gedeelte daarvan oninbaar is. De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris daarom of er bij de cijfers van de openstaande bedragen rekening gehouden is met niet te innen bedragen? Zo ja, welk bedrag is als oninbaar beschouwd? Zo nee, hoeveel van de resterende 76% aan openstaande bedragen verwacht de Staatssecretaris nog te kunnen innen?

Verder lezen de leden van de SGP-fractie dat voor de betrokken 805 Bulgaren 4.136 terugvorderingen gelden. In de tabellen is het totaal aantal terugvorderingen echter 4.128. Graag willen deze leden van de Staatssecretaris weten waar dit verschil vandaan komt.

De leden van de SGP-fractie vinden het onduidelijk dat niet alle informatie uit de brief van 3 maart 2014 aansluit op de brief van 14 januari 2014. Zo wordt er geen actuele informatie gegeven over hoeveel van de 805 Bulgaren nu nog boetes hebben openstaan. Kan de Staatssecretaris inzicht geven in hoeveel van de 805 Bulgaren de boetes hebben betaald?

Uit de eerder genoemde brief van de voormalige Staatssecretaris werd duidelijk dat bij minstens 296 Bulgaren uitsluitend sprake is van een vordering huurtoeslag. Het gemiddelde aantal vorderingen ligt boven de vijf per Bulgaar. Hieruit kan afgeleid worden dat er een groot verschil is in aantal vorderingen per Bulgaar. De leden van de SGP-fractie kunnen uit de brief niet afleiden welk percentage van de terugvorderingen nu betaald of verrekend is. Deze leden vragen zich af of de Staatssecretaris inzicht kan geven in het aantal terugvorderingen wat intussen betaald of verrekend is?

De leden van de SGP-fractie constateren dat het aantal terugvorderingen voor het jaar 2013 veel lager ligt dan voor het jaar 2012 (zie tabel 2. Terugvordering toeslagen en boetes per toeslagjaar). Graag willen de leden van de SGP-fractie aan de Staatssecretaris vragen wat de reden is van deze daling? Zijn deze bedragen de definitieve bedragen of verwacht de Staatssecretaris dat deze bedragen nog op zullen lopen als bijvoorbeeld de belastingaangifte over het jaar 2013 bekend wordt?

II Reactie van de Staatssecretaris

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief en hebben op dit moment geen aanvullende vragen. De leden van de PvdA-fractie, de PVV-fractie en de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de toeslagenrapportage. Ook de leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de rapportage over het innen van de onterecht uitgekeerde toeslagen. Deze leden zijn zeer verbaasd dat uit deze rapportage blijkt dat het bedrag van de terugvorderingen wordt verrekend met nieuw aangevraagde toeslagen over het jaar 2014.

De leden van de D66-fractie spreken hun dank uit voor het overzicht inzake het innen van onterecht uitgekeerde toeslagen. Samen met de leden van de PvdA-fractie, de leden van de SP-fractie, de leden van de PVV-fractie, de leden van de CDA-fractie en de leden van de SGP-fractie, hebben zij nadere vragen.

Voordat ik de nadere vragen beantwoord, ga ik eerst in op een aantal meer algemene zaken. In voorliggende brief is aangegeven dat er naast Bulgaren die een verzuimboete hebben gekregen voor een administratief verzuim, ook een groep Bulgaren is die een betrokkenheid hebben bij de twee strafzaken. Deze groepen worden eerst nader geduid. Daarna ga ik in op de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aspecten. Vervolgens licht ik, mede naar aanleiding van de leden van de CDA-fractie, toe dat aan de groep van 805 Bulgaren een voorschot kan worden betaald, die verrekend wordt met openstaande schulden en/of boetes.

Na deze meer algemene beschouwingen ga ik vervolgens in op de door de leden van uw Kamer gestelde vragen. Deze zijn ingedeeld in de volgende onderwerpen:

  • Aanvraag- en toezichtsystematiek

  • Terugvorderingstraject

  • Europees- en internationaalrechtelijke aspecten

  • Proefprocessen terugvordering huurtoeslag

  • Kostenaspecten

  • Cijfermatige toelichting

  • Overig

Algemeen

Diverse leden zijn in hun vraagstelling ingegaan op de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aspecten van het misbruik van toeslagen en op de verrekening van nieuw aangevraagde toeslagen met te betalen boetes en toeslagschulden. Ik hecht er daarom waarde aan deze onderwerpen toe te lichten. Daarbij is het goed om de verschillende groepen toeslagaanvragers eerst nader te duiden.

Enerzijds is er de groep van 805 Bulgaren die vanwege nalatigheid bij informatieverstrekking een bestuurlijke boete hebben gekregen. Bij deze groep is geen misbruik of oneigenlijk gebruik vastgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de volgende situatie. Ten behoeve van het definitief toekennen verzoekt de Belastingdienst/Toeslagen na afloop van het toeslagjaar aan een aanvrager van een kinderopvangtoeslag om een jaaropgaaf van de kinderopvanginstelling te overleggen. Bij het achterwege blijven van deze informatie wordt de toeslag teruggevorderd en een boete opgelegd. Nadat de aanvrager de gevraagde informatie alsnog heeft verstrekt, wordt de terugvordering teruggedraaid. De boete wegens het niet verstrekken van de gevraagde informatie blijft echter staan. Het recht op een (nieuw) voorschot blijft staan als de aanvrager voldoet aan alle voorwaarden die voor een toeslag gelden en aan alle informatieverplichtingen die in de aanvraag worden gesteld. Het feit dat er eerder een verzuimboete is opgelegd doet daar niets aan af.

Anderzijds heeft uw Kamer bij enkele gelegenheden gevraagd wat de omvang is van de groep Bulgaren die betrokken is bij de strafzaken naar aanleiding van de Bulgarenfraude. In april 2013 zijn twee strafrechtelijke onderzoeken gestart die hebben geleid tot een rechtszaak. Zoals in de voorliggende brief is gemeld hebben de verdachten in deze zaken voor 1.322 personen een toeslag aangevraagd. Belastingdienst/Toeslagen is momenteel bezig om de aanvragen die de veroordeelde in de eerste zaak heeft ingediend individueel te beoordelen. Uit deze beoordeling kan blijken dat de personen, voor wie een aanvraag is gedaan, een betrokkenheid hebben gehad bij de onjuiste aanvraag en daar profijt van hebben gehad. In die gevallen zal de Belastingdienst/Toeslagen – afhankelijk van de ernst van het verwijt en aan de hand van de uitspraak van de Rechtbank – een vergrijp- of verzuimboete opleggen. Ook voor de aanvragen uit de tweede rechtszaak zal een dergelijke individuele beoordeling plaatsvinden.

Strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aspecten

De Richtlijnen aanmelding en afhandeling fiscale delicten, douane- en toeslagendelicten beschrijven hoe de Belastingdienst de aanmeldingen van mogelijke delicten die voor strafrechtelijk onderzoek in aanmerking komen selecteert en op welke wijze die aanmeldingen vervolgens in overleg met het Openbaar Ministerie worden afgehandeld met het oog op strafrechtelijke afdoening.1

De strafrechtelijke afdoening is in de regel voorbehouden aan ernstige of stelselmatige vormen van fraude. Daarnaast kan worden ingegrepen met de bestuurlijke vergrijpboete of de bestuurlijke verzuimboete. Het opleggen van een vergrijpboete is maatwerk. De vergrijpboete kan worden toegepast in situaties waarin sprake is van opzet of van grove schuld. Indien administratiefrechtelijke verplichtingen niet zijn nagekomen, kan een verzuimboete worden opgelegd. Voor de verzuimboete maakt Belastingdienst/Toeslagen gebruik van de «uitzonderlijkgevalbepaling» in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen. Ik verwijs in dit verband naar de brief van mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer van 6 december 2013waarin het beleid over verzuimboeten uiteen is gezet.2 De «uitzonderlijkgevalbepaling» geeft Belastingdienst/Toeslagen de ruimte in een uitzonderlijk geval een verzuimboete op te leggen tot het wettelijk maximum.

Verrekening

In het terugvorderingstraject bij de groep van 805 Bulgaren worden nieuw toegekende toeslagen verrekend met openstaande toeslagschulden en te betalen boetes. Door een openstaande toeslagenschuld en/of boete gelijk met een nieuw voorschot te verrekenen wordt het invorderingsrisico (de kans dat de schuld buiten invordering moet worden gesteld) geminimaliseerd. Deze werkwijze is conform de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) die de procedureregels bevat voor de uitvoering van de toeslagenregelingen door Belastingdienst/Toeslagen. Het verrekenen van nieuw aangevraagde toeslagen met openstaande boetes en toeslagschulden vloeit voort uit de in de Awir vastgelegde invorderingsbevoegdheden van Belastingdienst/Toeslagen. Artikel 30 van de Awir geeft Belastingdienst/Toeslagen de bevoegdheid om een van een bepaalde persoon teruggevorderd bedrag aan toeslag te verrekenen met een aan diezelfde persoon uit te betalen bedrag aan toeslag. Het maakt daarbij niet uit of het om verschillende toeslagen gaat of om verschillende toeslagjaren. Ook door Belastingdienst/Toeslagen opgelegde boetes kunnen op grond van dit artikel worden verrekend met nog uit te betalen toeslagen. Belastingdienst/Toeslagen mag een teruggevorderd bedrag aan toeslagen bovendien nog verrekenen met een aan dezelfde persoon uit te betalen teruggaaf IB. Artikel 30 Awir stelt alleen de voorwaarde dat de betalingstermijn van zes weken die de toeslaggerechtigde heeft om het bedrag in een keer terug te betalen, moet zijn verstreken voordat verrekening plaatsvindt.

In de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit is bepaald dat er geen voorschot wordt verleend aan een belanghebbende die eerder heeft gefraudeerd door onjuiste of onvolledige informatie te verstrekken en daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld of een vergrijpboete heeft gekregen.3 Als deze maatregel in werking treedt, dan is er geen voorschot meer waarmee verrekend kan worden. Zoals in de parlementaire behandeling is aangegeven kon destijds geen exact tijdspad worden gegeven van de implementatie van deze maatregel. De maatregel vergt namelijk ingrepen in de automatisering, die niet samen konden lopen met andere voorgestelde ingrepen in de automatisering, zoals de voorgenomen invoering van de huishoudentoeslag.4 Door de ontwikkelingen rond de huishoudentoeslag is capaciteit vrijgekomen om een impactanalyse op te stellen ten aanzien van deze maatregel. Zodra deze analyse klaar is, is duidelijk wanneer de maatregel geïmplementeerd kan worden.

Aanvraag- en toezichtsystematiek

De leden van de fractie van het CDA vragen hoe het kan dat er ook toeslagen verrekend zijn van toeslagontvangers van wie bekend is dat zij in Bulgarije wonen.

Het kindgebonden budget, de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag kunnen ook worden uitbetaald aan in het buitenland wonende ontvangers. Dit volgt uit de betreffende wetten in combinatie met Europees recht, internationale regelingen en verdragen. Over de exporteerbaarheid van toeslagen heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer onder meer geïnformeerd in zijn antwoord op vragen van het lid Bashir (SP) over het onterecht krijgen van toeslagen door Oost-Europeanen.5

De leden van de fracties van de SP, de PVV en het CDA vragen aan te geven in hoeverre de Bulgaren die een boete opgelegd hebben gekregen opnieuw in aanmerking kunnen komen voor toeslagen.

De 805 aanvragers die een boete opgelegd hebben gekregen, hebben deze boete gekregen vanwege nalatigheid op het gebied van informatieverstrekking met betrekking tot een specifieke toeslag. Bij deze aanvragers is geen sprake van vastgesteld misbruik of oneigenlijk gebruik. Dat houdt in dat zij – als zij voldoen aan de voorwaarden – op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) in aanmerking komen voor een toeslag en dat de daarop betrekking hebbende aanvragen in het reguliere proces van toezicht worden meegenomen. Sinds maart 2013 is onderdeel van het reguliere proces het toepassen van risicoselectie bij nieuwe aanvragen en mutaties. Sinds 1 januari 2014 geldt voorts dat, indien sprake is van een verhoogd risico, de beslistermijn over het verlenen van een voorschot is verlengd van 8 naar 13 weken met de mogelijkheid van verdere verlenging. Iemand die eerder een boete heeft gehad kan nog steeds een toeslag krijgen als uit de nadere beoordeling geen belemmeringen naar voren komen.

De leden van de fractie van de PVV vragen of kwaadwillende figuren uit andere landen, eventueel met hulp van handlangers in Nederland, inmiddels geen toeslagen meer kunnen aanvragen en ontvangen. Voorts willen zij weten of er meer nadruk wordt gelegd op het voorkomen en opsporen van toeslagenfraude bij risicogroepen.

Voor toeslagen is het wettelijke systeem zo opgezet dat burgers een voorschot kunnen krijgen voor feiten die zich heel recent hebben voorgedaan, of in de toekomst nog moeten voordoen en waarbij wordt uitgegaan van door de burger verstrekte gegevens. De volledige controle op de rechtmatigheid van alle gegevens kan pas na afloop van het toeslagjaar (en dus na de uitbetaling van het voorschot) worden afgerond. Tegelijkertijd maakt dit het systeem kwetsbaar voor misbruik. Dit levert een spanningsveld op tussen dienstverlening enerzijds en fraudebestrijding anderzijds. Op verschillende momenten in het proces wordt toezicht uitgevoerd op aanvragen en mutaties, te beginnen bij de beoordeling van de aanvraag en de beslissing of een voorschot wordt verleend. Het volgende moment van toezicht betreft het toezicht op het doorvoeren van wijzigingen die gevolgen hebben voor de hoogte van het voorschot. Bij het definitief toekennen vindt in beginsel de laatste toezichtactiviteit plaats, tenzij in een later stadium alsnog een fraudesignaal binnenkomt.

Met ingang van 1 januari 2014 is de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit van kracht geworden. Hierin is een aantal maatregelen opgenomen die het toezicht op het toeslagenproces ondersteunen en aanvullen. Zo is er zoals hiervoor is aangegeven de mogelijkheid om – indien nodig – een langere beslistermijn te hanteren bij potentieel fraudegevoelige aanvragen. Daarenboven worden aanvragers die (nog) niet bekend zijn bij de Belastingdienst uitgenodigd om aan de balie relevante bewijsstukken te tonen en wordt er geen voorschot op de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag verleend. Verder worden er vanaf 1 januari 2014 geen voorschotten verstrekt indien de status Vertrokken onbekend waarheen (VOW) van toepassing is.

De leden van de fractie van de PVV vragen of het voorkomt dat een toeslagenfraudeur eindigt als een onvindbare belastingnomade en of uitschrijving uit de GBA een ontsnappingsroute vormt voor buitenlandse toeslagenfraudeurs. De leden van de fractie van de PVV vragen voorts of de verscherpte GBA-controles ook specifiek zijn gericht op risicogroepen zoals Oost-Europeanen, Somaliërs en Noordafrikanen.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van en de controle op de Basisregistratie personen (BRP). Uitschrijving uit de BRP leidt tot een melding aan de Belastingdienst. Bij het aanvragen van een toeslag wordt gecontroleerd of er sprake is van een actueel adresgegeven in Nederland. Wanneer er sprake is van een door de gemeente opgevoerde status VOW wordt het verstrekken van het voorschot opgeschort totdat deze status is opgeheven.

De leden van de fractie van de PVV vragen of de Bulgaren aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd en degenen die hebben gefraudeerd, ook gecontroleerd zijn op fraude of onregelmatigheden met andere voorzieningen zoals kinderbijslag, bijstand of fiscale kortingen.

In het algemeen geldt dat in het geval van vaststelling van onregelmatigheden informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de uitvoeringsorganisaties, als dat nuttig is voor de specifieke situatie. In het informele samenwerkingsverband van uitvoeringsorganisaties Manifestgroep is meermaals het fraudefenomeen besproken. Hierbij is onder meer de modus operandi aan de orde gekomen. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft controlebevoegdheid voor de kinderbijslag, de gemeenten voor de bijstandsuitkeringen. De SVB heeft een extra controle uitgevoerd op basis van achterliggende informatie van de Belastingdienst. Daarbij is voor de kinderbijslag geen fraude gedetecteerd. Voor het UWV geldt dat de betrokkenen te kort in Nederland zijn geweest om recht op een WW-uitkering op te bouwen. Daarom zijn door het UWV geen extra controles uitgevoerd.

Openstaande belastingschulden worden door de Belastingdienst betrokken bij de terugvorderingsacties.

De leden van de fractie van de PVV vragen een uitleg over het verrekenen van € 204.000 aan terugvorderingen met nog te ontvangen toeslagen bij aanvragers van wie geen woonland en dus ook geen adres bekend is. Deze leden vragen voorts naar een verklaring hoe het mogelijk is dat bij meer dan de helft van het aantal terugvorderingen het woonland niet bekend is (tabel 4).

Op het moment waarop het voorschot op een toeslag werd toegekend, was er een woonadres bekend. Daarna heeft een deel van de aanvragers de status VOW gekregen. De Belastingdienst krijgt via de gemeenten meldingen met betrekking tot het ontstaan of het vervallen van de status VOW. In het kader van de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit geldt met ingang van 1 januari 2014 dat betaling van het voorschot wordt opgeschort totdat de status VOW door de gemeente is opgeheven.

De leden van de fractie van de PVV vragen of mensen aan wie een boete is opgelegd strafrechtelijk of bestuursrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hiervoor heb ik de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aspecten uiteengezet. Verder merk ik nog op dat het beleid inzake de keuze tussen verzuimboete, vergrijpboete of strafvervolging is neergelegd in paragraaf 15 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst dat als bijlage was bijgevoegd bij de eerder vermelde brief van 6 december 2013 van mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer.

De leden van de fractie van de PVV vragen of fraudeurs en mensen aan wie een boete is opgelegd vanwege onterechte uitgekeerde toeslagen levenslang kunnen worden uitgesloten van een toeslag, bij hen de uitkering direct te stoppen en de boete niet meer te verrekenen met nog te ontvangen toeslagen.

Zoals eerder vermeld, is in de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit een bepaling opgenomen dat er geen voorschot wordt verleend aan een belanghebbende die eerder heeft gefraudeerd door onjuiste of onvolledige informatie te verstrekken en daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld of een vergrijpboete heeft gekregen. Thans wordt momenteel een impactanalyse opgesteld, waaruit zal blijken wanneer deze maatregel kan worden geïmplementeerd. Deze bepaling treedt in werking op een bij Koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De 805 aanvragers die een verzuimboete opgelegd hebben gekregen, hebben deze boete gekregen vanwege nalatigheid op het gebied van informatieverstrekking met betrekking tot een specifieke toeslag. Bij deze aanvragers is geen sprake van vastgesteld misbruik of oneigenlijk gebruik. Zij kunnen dus een nieuw voorschot aanvragen.

De leden van de fractie van het CDA willen weten hoe het mogelijk is om toeslagen aan te vragen over het jaar 2014 wanneer het onbekend is in welk land de aanvrager woont.

De Belastingdienst/Toeslagen is verplicht gebruik te maken van de naam-, adres- en woonplaatsgegevens die zijn opgenomen in de BRP. Als iemand bij een aanvraag geen adres heeft, vindt er geen toekenning plaats. Als iemand zich na de toekenning uitschrijft uit de BRP en de status VOW krijgt, kan het zijn dat er al een toeslag is uitbetaald waar geen recht op is. Deze na-ijleffecten ontstaan doordat het voorschot op een toeslag telkens een maand vooruit wordt betaald.

Terugvorderingstraject

De leden van de fracties van de PvdA en van D66 vragen naar de verwachtingen ten aanzien van de nog openstaande terug te vorderen bedragen.

Zoals ik in de bovenliggende brief heb aangegeven, zal ik in de eerstvolgende halfjaarsrapportage een realistische inschatting geven van de verwachte opbrengst.

De leden van de fractie van de SP vragen in het bijzonder of gesteld kan worden dat een kwart van de terugvorderingen is gerealiseerd, in de wetenschap dat dit deels is gebeurd door middel van verrekeningen.

Gezien de wettelijke mogelijkheid tot verrekening van toegekende toeslagen met openstaande schulden en boetes en omdat verrekening een vorm van betaling is, kan worden gesteld dat een kwart van het terug te vorderen bedrag is gerealiseerd.

Meer specifiek willen de leden van de fractie van de SP weten hoe de € 2,4 miljoen aan terug te vorderen toeslagen en de € 1 miljoen aan te innen boetes, waarover mijn ambtsvoorganger sprak in het debat op 15 januari 2014, zich verhoudt tot de € 4 miljoen aan boetes én terug te vorderen toeslagen in de rapportage van 3 maart 2014.

In het Kamerdebat van 15 januari 2014 is een overzicht gegeven van de op dat moment openstaande vorderingen. In de rapportage van 3 maart 2014 is een geactualiseerd overzicht gegeven van het totaal van de oorspronkelijke vorderingen. Het verschil van € 0,6 miljoen wordt veroorzaakt door verrekening van nieuwe voorschotten met openstaande schulden.

De leden van de fractie van D66 vragen naar de contacten met de Bulgaarse Minister van Financiën en de met hem gemaakte afspraken. Zij willen weten of er is toegezegd dat er extra capaciteit wordt ingezet om de voortgang op dit dossier te bespoedigen.

Op 28 februari jl. heb ik de Bulgaarse Minister van Financiën, de heer Chobanov, telefonisch gesproken. Minister Chobanov heeft daarin aangegeven dat het onderwerp zijn persoonlijke aandacht heeft. Deze en de andere uitkomsten van dit gesprek zijn beschreven in mijn brief van 3 maart 2014 aan uw Kamer.6 Daarna heb ik op 1 april 2014 in Athene met Minister Chobanov een vervolggesprek gehad om hem te vragen naar de Bulgaarse positie over de aanpassing van het bilaterale belastingverdrag met Nederland.

Bulgarije heeft hierop recent aangegeven over het verdrag te willen onderhandelen. Een juridische basis voor de bijstand voor de invordering van terug te betalen huurtoeslag maakt deel uit van de Nederlandse inzet van de verdragsonderhandelingen. De Bulgaarse autoriteiten hebben de Nederlandse informatieverzoeken voortvarend beantwoord. Daarmee is het nog niet nodig geweest om met de Bulgaarse Minister van Financiën over een mogelijk capaciteitstekort te spreken.

Omdat de informatie- en bijstandsverzoeken van toeslagen premieverzoeken zijn die onder de Verordening vallen (zie hierna) heb ik op 10 maart 2014 ook met de Bulgaarse Minister van Sociale Zaken, de heer Ademov, gesproken. Ook Minister Ademov heeft zijn medewerking toegezegd. Naar verwachting zien de heer Ademov en ik elkaar weer binnenkort in Luxemburg. Zo nodig kan in dan de voortgang met hem bespreken.

De leden van de fractie van de PVV vragen of wordt geprobeerd in Bulgarije een bedrag van € 350.000 terug te halen.

Het bedrag aan terugvorderingen van toeslagen en boetes bij in Bulgarije woonachtige aanvragers in de groep van 805, waarvan op 1 februari 2014 adresgegevens bekend waren bedroeg € 344.535. Van dit bedrag is een deel terugbetaald (€ 12.265) en een deel verrekend (€ 45.344). Op voornoemde peildatum stond er nog € 286.926 open.

De leden van de fractie van de PVV vragen op welke manier de nog openstaande € 1,825 miljoen wordt teruggevorderd, als onbekend is waar en in welk land deze mensen wonen.

Het CLO heeft de Bulgaarse autoriteiten gevraagd onderzoek te doen naar adresgegevens van de Bulgaren die volgens de gegevens zoals bekend bij de Belastingdienst in Bulgarije wonen of de Bulgaarse nationaliteit hebben. De vervolgstap is dan het doen van een verzoek voor bijstand voor de invordering. Dit verzoek wordt mede gebaseerd op het advies van de autoriteiten van het land in kwestie. Daarbij wordt een indicatie gegeven van mogelijke bronnen waarop beslag kan worden gelegd.

De leden van de fractie van de PvdA vragen naar de gedane inlichtingenverzoeken in het kader van de terugvorderingen bij de groep van 805 Bulgaren. Zij willen ook weten voor welk deel van deze populatie adresgegevens bekend zijn. Voorts vragen zij naar het aantal bijstandsverzoeken en de voortgang daarvan.

De routering van de informatie- en bijstandsverzoeken aan de Bulgaarse autoriteiten is als volgt. In alle gevallen wordt een verzoek om informatie gedaan via het CLO van de Belastingdienst. Fiscale verzoeken (ook wel richtlijnverzoeken genoemd op basis van de Richtlijn 2010/24/EU) worden aan de CLO van de Bulgaarse National Revenue Agency gestuurd. Als er sprake is van een combinatie van zowel fiscale als toeslaggerelateerde verzoeken, dan worden deze eveneens aan de CLO gestuurd. Verzoeken voor toeslagenschulden (ook wel premieverzoeken genoemd op basis van de Verordening 883/2004) worden gestuurd aan het Bulgaarse Agency for Social Assistance dat onder het Ministerie van Labour and Social Policy valt. Overigens moet rekening worden gehouden met Europees vastgestelde drempelbedragen per schuldsoort: € 350 voor premieverzoeken en € 1.500 voor richtlijnverzoeken (art. 75 lid 3 van de Verordening 987/2009).

Er zijn 475 premieverzoeken en 261 richtlijnverzoeken gedaan aan de Bulgaarse autoriteiten. Voor alle premieverzoeken is inmiddels een terugmelding van adresgegevens uit Bulgarije ontvangen. Op dit moment zijn voor circa 80% van de richtlijnverzoeken adresgegevens teruggemeld. Elk premieverzoek zal opgevolgd worden tot een verzoek tot bijstand bij de terugvordering. Ten aanzien van circa twee derde van de op dit moment beantwoorde richtlijnverzoeken hebben de Bulgaarse autoriteiten aangegeven geen verhaalsmogelijkheid bij de schuldenaar te zien. Voor deze gevallen ben ik van plan toch bijstandsverzoeken voor de terugvordering in te dienen. Ik zal uw Kamer informeren over de beslissing van de Bulgaarse autoriteiten daarover.

Europees- en internationaalrechtelijke aspecten

De leden van de fractie van de PvdA vragen welke mogelijkheden van internationale bijstand als gevolg van de rechtsgrond niet kunnen worden aangewend. Tevens vragen zij of het verdrag met Bulgarije op basis waarvan invorderingsbijstand wordt gevraagd kan worden aangepast om de kans op succesvolle invordering te vergroten. De leden van de fractie van de PVV vragen of de EU-verordeningen op het gebied van sociale zaken en de EU-Richtlijn op het gebied van de wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingen een grondslag bieden om in Bulgarije de ten onrechte uitgekeerde toeslagen terug te vorderen. De leden van de fractie van het CDA vragen naar de stappen die in Europees verband zijn en worden genomen om de huurtoeslag en de huishoudtoeslag terugvorderbaar te maken en op welke termijn daarbij resultaten verwacht worden. De leden van de fractie van de SP vragen hoe de motie Merkies wordt uitgevoerd. Ook vragen deze leden of het verzoek om invorderingsbijstand te verlenen bij huurtoeslagschulden al is gedaan aan de Bulgaarse autoriteiten.

Alleen voor de terugvordering van huurtoeslag bieden de internationale regelingen geen rechtsbasis. Voor de terugvordering van de overige toeslagen kan invorderingsbijstand worden gevraagd op basis van Verordening 883/2004. Zoals aan de Kamer gemeld in de kabinetsbrief van 20 januari 20147 over de Motie Bontes, is het niet mogelijk via Verordening 883/2004, Verordening 987/2009 of op een bijlage bij een van die verordeningen een juridische basis voor de invorderingsbijstand voor de huurtoeslagschulden te creëren. Daarom zijn met het Bulgaarse Ministerie van Financiën contacten gelegd over de herziening van het belastingverdrag Nederland – Bulgarije. Van Bulgaarse zijde is hierop positief gereageerd. Op korte termijn zullen de onderhandelingen starten, waarbij beide partijen voor ogen hebben deze onderhandelingen nog in 2014 af te ronden. Nederland heeft bij deze onderhandelingen als inzet een bepaling overeen te komen die een basis vormt voor informatie-uitwisseling en bijstand bij de invordering voor alle terug te betalen toeslagen, dus ook voor de huurtoeslag. Daarnaast is het de inzet van het Ministerie van Financiën om bij alle nieuwe onderhandelingen over bilaterale belastingverdragen een dergelijke bepaling overeen te komen. Dit wil overigens niet zeggen dat dit altijd het eindresultaat zal zijn omdat bij onderhandelingen beide partijen wensen naar voren zullen brengen. Naar aanleiding van de motie Merkies heeft het kabinet de Bulgaarse autoriteiten verzocht bijstand te verlenen bij de invordering van huurtoeslagschulden zonder dat hiervoor een rechtsbasis is. Uit contacten met de Bulgaarse autoriteiten is gebleken dat dergelijke verzoeken niet gehonoreerd zullen worden.

Proefprocessen terugvordering huurtoeslag

De leden van de fractie van de PvdA vragen op welke termijn wordt verwacht dat de civiele proefprocessen over onterecht uitbetaalde huurtoeslagen in Bulgarije tot resultaat gaan leiden en welke belemmeringen zich daarbij voordoen. Ook de leden van de fractie van de SP vragen hoe deze proefprocedures zich verhouden tot het verzoek aan de Bulgaarse autoriteiten om invorderingsbijstand te verlenen. De leden van de fractie van de PVV vragen of er slechts ingevorderd kan worden door gebruik te maken van civielrechtelijke bevoegdheden. Meer in het bijzonder willen zij weten of de civielrechtelijke incasso vanaf het begin moet worden opgestart omdat een Nederlands dwangbevel geen executoriale titel is in Bulgarije en of dan een volle civiele procedure gevoerd moet worden in Bulgarije.

Zoals hiervoor is aangegeven is alleen voor de huurtoeslag momenteel geen juridische basis voor het terugvorderen en het vragen van bijstand daarbij. Wanneer langs civielrechtelijke weg wordt getracht teruggevorderde huurtoeslag te incasseren is niet precies aan te geven hoe veel tijd de te voeren procedures zullen vergen. Deze procedures kunnen jaren duren. De civiele procedure wordt ingeleid met een dagvaarding. Indien die in Bulgarije moet worden uitgebracht dient eerst vertaling in het Bulgaars plaats te vinden. Daarna wordt in Nederland een gerechtelijke procedure opgestart. Na vonniswijzing staat het de partijen vrij in hoger beroep en daarna in cassatie te gaan. Om een veroordelend vonnis in Bulgarije ten uitvoer te kunnen leggen moet vervolgens daar een executoriale titel worden verkregen. Tegen de beslissing van de Bulgaarse rechter is ook beroep mogelijk. Na verkregen verlof kan uiteindelijk door een Bulgaarse gerechtsdeurwaarder tot tenuitvoerlegging worden overgegaan. Gezien het feit dat deze procedures veel tijd vergen en veel kosten met zich brengen, ben ik van mening dat dit middel slechts moet worden ingezet als er sprake is van een aanmerkelijke huurtoeslagschuld. Hiervan is sprake als de toeslagschuld de kosten van een eventuele civiele procedure ver overstijgt. Op dat moment is het mogelijk om enkele civiele procedures te starten die mede tot doel hebben om inzicht in de kosten en doorlooptijd te krijgen.

Kostenaspecten

De leden van de fractie van de PVV willen weten hoeveel de terugvorderingsoperatie tot nu toe heeft gekost en hoeveel daadwerkelijk is terugbetaald.

Van die kosten kan ik geen schatting geven. De Belastingdienst registreert niet de kosten die specifiek worden gemaakt voor de terugvordering van boetes en toeslagen uit een bepaald land.

De leden van de fractie van de PVV vragen of op grond van het Nederlands recht de gemaakte kosten voor juridische bijstand niet op de pseudo-toeslaggerechtigde kan worden verhaald omdat in de wet slechts een beperkt aantal invorderingskosten voor verhaal in aanmerking komen.

Wanneer wordt ingevorderd met gebruikmaking van de in de Invorderingswet 1990 of de Awir neergelegde middelen, worden primair de geforfaiteerde kosten van (dwang-) invordering ten laste van de belasting- of toeslagschuldige gebracht zoals in de Kostenwet invordering rijksbelastingen voorgeschreven. Wanneer echter een procedure ten overstaan van de burgerlijke rechter wordt gevoerd, pleegt de rechter de partij die de zaak «verliest» in de kosten van die procedure – voor zover die zijn gevallen aan de zijde van diens wederpartij – te veroordelen. Dit zijn echter niet alle gemaakte kosten doch slechts de genormeerde kosten, berekend aan de hand van een bepaald systeem, het zogenaamde «liquidatietarief».

Cijfermatige toelichting

De leden van de fractie van de SGP vragen een uitleg over het verschil tussen het in de tekst vermelde aantal van 4.136 terugvorderingen en het in de tabellen vermelde aantal van 4.128.

In de tekst is abusievelijk een aantal van 4.136 terugvorderingen vermeld, dit had 4.128 moeten zijn.

De leden van de fractie van de SGP vragen hoeveel van de 805 Bulgaren de boetes hebben betaald.

Op de peildatum 1 februari 2014 waren 61 boetes volledig afgedaan door betaling of verrekening.

De leden van de fractie van de SP vragen naar de in het debat van 15 januari 2014 toegezegde uitsplitsing van de geïnde € 70.000 aan boetes en toeslagen.

Het totaalbedrag van € 70.000 betrof uitsluitend boetes.

De leden van de fractie van de PVV vragen of, als geen rekening wordt gehouden met verrekeningen, er nog geen 8,5% van het openstaande bedrag daadwerkelijk is terugbetaald en niet 25%.

Er is circa 8,5% van het openstaande bedrag daadwerkelijk terugbetaald en circa 15% verrekend.

De leden van de fractie van de PVV vragen of het klopt dat door de in Bulgarije woonachtige personen slechts 3,6% is terugbetaald en hoe zich dit verhoudt tot de opmerking dat 25% van de terugvordering is gerealiseerd.

De realisatie van de terugvordering bestaat uit terugbetalingen en verrekeningen van nieuwe toeslagaanvragen met openstaande schulden en boetes. Er is 3,6% van het in Bulgarije openstaande bedrag terugbetaald door in Bulgarije woonachtige personen. Voor de gehele groep van 805 Bulgaren is circa een kwart van de terugvordering gerealiseerd.

De leden van de fractie van de SGP vragen of er bij de cijfers van de openstaande bedragen rekening gehouden is met niet te innen bedragen en welk bedrag als oninbaar wordt beschouwd. Zij vragen hoeveel van de resterende 76% aan openstaande bedragen naar verwachting kan worden geïnd.

Met niet te innen bedragen is geen rekening gehouden. Vorderingen blijven openstaan en kunnen op een later moment, als er wel sprake is van verhaalsmogelijkheden, alsnog ingevorderd worden zolang de vordering niet is verjaard. Zoals eerder aangegeven, zal ik van het terug te vorderen bedrag in mijn volgende rapportage aan uw Kamer een realistische schatting geven.

De leden van de fractie van de SGP vragen naar het aantal terugvorderingen dat intussen betaald of verrekend is.

In totaal zijn op peildatum 1 februari 2014 2.048 van de 4.128 terugvorderingen betaald of verrekend.

De leden van de fractie van de SGP willen weten waarom het aantal terugvorderingen voor het jaar 2013 veel lager ligt dan voor het jaar 2012 en of dit definitieve bedragen zijn of dat verwacht wordt dat deze bedragen nog op zullen lopen als bijvoorbeeld de belastingaangifte over het jaar 2013 bekend wordt.

De boetes zijn medio 2013 opgelegd en hebben merendeels betrekking op toeslagjaar 2012. Het toezicht in de actualiteit op de toekenning van voorschotaanvragen is in 2013 aangescherpt, maar aanvullende terugvorderingen in de toekenning van definitieve toeslagen kunnen niet worden uitgesloten.

De leden van de fractie van de CDA willen graag weten hoe de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon zich de afgelopen tijd heeft ontwikkeld. Voorts vragen zij hoeveel mensen op een toeslag wachten omdat er geen rekeningnummer beschikbaar is, om hoeveel geld het gaat en of er nog achterstanden zijn bij de verwerking van data.

Over de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd bij brief van 28 januari 2014 en via de dertiende halfjaarsrapportage Belastingdienst. 8, 9 Ik heb uw Kamer op 3 maart 2014 een brief gestuurd over het proces één rekeningnummer.10 Hierin is de laatste stand van zaken rond de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon opgenomen.


X Noot
1

Kennisgeving van 24 juni 2011, nr. DGB2011/4014M, Staatscourant 5 juli 2011, nr. 11782.

X Noot
2

Kamerstuk 33 752, nr. 74

X Noot
3

Wet van 18 december 2013 tot wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit), Stb.2013, 567.

X Noot
4

Kamerstuk 33 754, nr. 7

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 2817

X Noot
6

Kamerstuk 17 050, nr. 465

X Noot
7

Kamerstuk 17 050, nr. 457

X Noot
8

Kamerstuk 17 050, nr. 463

X Noot
9

Kamerstuk 31 066, nr. 198

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 192

Naar boven