31 066 Belastingdienst

Nr. 192 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken bij de invoering van één bankrekeningnummer en geef ik invulling aan de toezeggingen uit het debat van 29 januari 2014 met mijn ambtsvoorganger (Handelingen II 2013/14, nr. 47, debat over de problemen met uitbetaling van toeslagen). De brief bestaat uit de volgende onderdelen:

  • I. het proces één rekeningnummer;

  • II. sinds eind januari getroffen maatregelen;

  • III. verder uit te werken maatregelen;

  • IV. afrondende opmerkingen.

I. Het proces één rekeningnummer

Afweging rond de invoering van één rekeningnummer

De aanpak van fraude is één van de speerpunten van dit kabinet. Het beleid is er op gericht fraude met (onder andere) toeslagen en voorlopige teruggaven inkomstenbelasting krachtig te bestrijden. Mijn ambtsvoorganger heeft daartoe de afgelopen jaren een reeks van maatregelen genomen. Eén van die maatregelen was de invoering van één rekeningnummer: burgers en ondernemers kunnen toeslagen en belastingteruggaven alleen nog ontvangen op één rekeningnummer dat op hun eigen naam staat.

De invoering van één rekeningnummer is een grote operatie die tientallen miljoenen betalingen van de Belastingdienst aan burgers en ondernemers raakt. Een beheersbare invoering is dan ook van groot belang. Ook moest de invoering inpasbaar zijn in het grotere geheel van aanpassingen in de systemen die de Belastingdienst jaarlijks doorvoert. Er is een maximale inzet gepleegd om één rekeningnummer per 1 december 2013 te realiseren, waarbij een overgangstermijn geldt tot 1 juli 2014.1

Implementatie één rekeningnummer

De implementatie van één rekeningnummer valt in twee delen uiteen. Er heeft een conversie plaatsgevonden, gericht op de verificatie van reeds in de administratie van de dienst aanwezige rekeningnummers. Ook is per 1 december 2013 voor alle door burgers en ondernemers ingediende verzoeken om wijziging van een rekeningnummer een nieuw verificatieproces ingevoerd,2 waarin wordt getoetst of nieuwe rekeningnummers aan de wettelijke eisen voldoen.

Conversie van rekeningnummers

Op 18 januari 2014 zijn de in de administratie van de dienst opgenomen rekeningnummers geautomatiseerd beoordeeld (de zgn. conversie). Daarbij is vastgesteld of deze rekeningnummers voldoen aan de nieuwe wettelijke eisen. De uitkomsten van de conversie vallen in drie delen uiteen:

  • voor ca. 11 mln. burgers en ondernemers is vastgesteld dat het rekeningnummer dat zij voor betalingen van de Belastingdienst gebruiken aan de wettelijke eisen voldoet. De dienst blijft dat nummer voor uitbetalingen aan hen gebruiken. De invoering van één rekeningnummer is aan hen ongemerkt voorbijgegaan;

  • voor ca. 900.000 burgers bleek meer dan één rekeningnummer in de administratie bekend. De Belastingdienst heeft daaruit één rekeningnummer gekozen dat aan de wettelijke eisen voldoet. Sinds 21 januari 2014 vinden daarop alle uitbetalingen plaats.3 Betrokkenen hebben op 13, 14, of 15 februari 2014 – voorafgaand aan de massale februaribetalingen4 – een brief ontvangen met het door de dienst gekozen rekeningnummer;

  • voor een groep van ca. 1,2 mln. burgers en ca. 0,3 mln. ondernemers kon niet worden vastgesteld dat het door hen gebruikte rekeningnummer aan de wettelijke eisen voldoet. Voor hen worden betalingen nog overgemaakt naar het laatste door hen doorgegeven rekeningnummer, ook al staat dat mogelijk niet op hun naam. Uiteindelijk moet ook voor hen een rekeningnummer in de administratie worden opgenomen dat aan de wettelijke eisen voldoet. Zoals hierna beschreven zal de Belastingdienst hen hiervoor nog moeten benaderen.

Verificatie van nieuwe rekeningnummers

De invoering van één rekeningnummer is niet de eerste maatregel om fraude met rekeningnummers tegen te gaan. In 2011 startte de Belastingdienst met het verzenden van bevestigingsbrieven aan burgers en ondernemers die hun rekeningnummer wilden wijzigen.5 Na ontvangst van een wijzigingsverzoek vonden geen betalingen op het oude nummer meer plaats en werden betalingen op het nieuwe rekeningnummer pas gestart nadat de dienst de bevestigingsbrief van betrokkene retour had ontvangen.

Met de introductie van één rekeningnummer per 1 december 2013 is op deze bestaande procedure voortgebouwd. Als burgers en ondernemers een nieuw rekeningnummer aan de Belastingdienst doorgeven, worden betalingen op het oude rekeningnummer gestaakt. Vervolgens wordt aan de hand van bestanden van de Belastingdienst die gebaseerd zijn op gegevens van de banken, vastgesteld of het nieuwe rekeningnummer voldoet aan de wettelijke eisen. In ca. 70% van de gevallen lukt dat. Het rekeningnummer wordt dan binnen twee werkdagen voor betalingen vrijgegeven.

Als de Belastingdienst niet kan vaststellen dat het nieuwe rekeningnummer aan de wettelijke eisen voldoet, ontvangt de burger of ondernemer het verzoek kopieën van bewijsstukken6 in te sturen. Na ontvangst van correcte kopieën heeft de dienst een verwerkingstijd van 12 tot 21 werkdagen nodig om aangehouden betalingen op de rekening van betrokkene over te maken.7 Een vergelijkbare verwerkingstijd gold voor de oude bevestigingsbrieven. Indien uit ingestuurde bewijsstukken niet kan worden afgeleid dat het rekeningnummer aan de wettelijke eisen voldoet, is nieuw contact met betrokkene nodig. Totdat de betrokkene de juiste bewijsstukken heeft aangeleverd, worden de betalingen aangehouden.

Een gedetailleerde stand van zaken bij de verwerking van verzoeken om wijziging van een rekeningnummer is opgenomen in de bijlage bij deze brief.

Nieuwe afweging rond één rekeningnummer

Achter de getallen rond het wijzigen van rekeningnummers gaan mensen schuil die korter of langer op hun geld hebben moeten wachten, of nu nog op één of meer betalingen wachten. Ik realiseer me dat dit voor hen heel vervelend kan uitpakken. Tegelijkertijd moet ik vaststellen dat de optredende vertragingen bij de uitbetaling mede het gevolg zijn van eerder gemaakte keuzes ten aanzien van de invoering van één rekeningnummer.

Er zijn inmiddels maatregelen genomen om burgers en ondernemers die bewijsstukken moeten opsturen zo goed mogelijk door het verificatieproces te leiden en voor hen de vertraging bij de uitbetaling te beperken (zie onderdeel II). Daarbij wordt ingezet op het bij de hand nemen van mensen als zij moeilijkheden ondervinden bij het aanleveren van de juiste bewijsstukken. Dat is de «nieuwe stap» die sinds 1 december 2013 moet worden gezet.

Daarnaast moet de komende tijd nog de verificatie voor een groep van ca. 1,2 mln. burgers en ca. 0,3 mln. ondernemers ter hand worden genomen. De Belastingdienst heeft zelf niet kunnen vaststellen dat het door hen gebruikte rekeningnummer voldoet aan de wettelijke eisen. Zij hebben op dit moment geen aanleiding zelf initiatief te nemen tot wijziging of verificatie van hun rekeningnummer. Dat initiatief zal uitgaan van de Belastingdienst. Ik wil de overlast voor deze groep daarbij zoveel mogelijk beperken. Daartoe zal ik een aantal verbeteringen in het verificatieproces doorvoeren (zie onderdeel III).8 Daar is wel tijd voor nodig, met als consequentie dat de implementatie van één rekeningnummer voor deze specifieke groep niet per 1 juli a.s. kan worden afgerond. In die afweging laat ik het belang van de dienstverlening aan deze burgers en ondernemers prevaleren boven het belang van een snelle implementatie.

II. Sinds eind januari genomen maatregelen

Mijn ambtsvoorganger heeft in zijn brief van 28 januari 2014 (Kamerstuk 31 066, nr. 189) en in het debat van 29 januari 2014 een aantal maatregelen aangekondigd en een aantal toezeggingen gedaan om burgers en ondernemers die op dat moment op een uitbetaling van toeslagen en/of belastingteruggaven wachtten, zo goed mogelijk door het verificatieproces te leiden. Concreet heeft dat tot de volgende acties geleid:

  • bij binnenkomst van door burgers en ondernemers ingestuurde bewijsstukken vindt meteen een eerste beoordeling plaats. Als daaruit evident is dat de bewijsstukken niet aan de voorwaarden voldoen, wordt – zo nodig meerdere malen – geprobeerd telefonisch contact met betrokkenen op te nemen. Dit voorkomt dat zij pas in een later stadium te horen krijgen dat aanvullende actie van hen wordt verwacht;

  • de BelastingTelefoon heeft ook geprobeerd iedereen te bellen van wie tot dan toe onjuiste of onvolledige bewijsstukken waren ontvangen;

  • waar geen telefonisch contact mogelijk bleek, zijn brieven verstuurd met het verzoek contact op te nemen met de Belastingdienst;

  • op het formulier waarmee bewijsstukken moeten worden teruggestuurd, wordt om een telefoonnummer van de burger gevraagd. Zo kan de Belastingdienst in het vervolgtraject indien nodig telefonisch contact met betrokkene opnemen;

  • de BelastingTelefoon heeft een speciaal telefoonnummer geopend voor vragen over één rekeningnummer. Dit wordt op alle brieven over dit onderwerp vermeld. Burgers en ondernemers kunnen telefonisch ook informatie krijgen over de status van binnengekomen bewijsstukken;

  • de BelastingTelefoon maakt balieafspraken als tijdens een telefoongesprek blijkt dat betrokkene niet zelfstandig in staat is de gevraagde bewijsstukken op te sturen. Aan de balie zorgt een medewerker er vervolgens alsnog voor dat kopieën van de bewijsstukken worden gemaakt;

  • waar het uitblijven van een of meer betalingen voor burgers tot acute problemen leidt, kunnen zij zich tot de Belastingdienst wenden en worden voorschotbetalingen verleend. In de maanden januari en februari is in ongeveer vijfhonderd gevallen met inzet van de zogeheten Stella-teams zo’n voorschotbetaling gedaan.

De dienst blijft alert op mogelijke verbeteringen van deze aanpak en zal die waar nodig bijstellen of aanvullen.

III. Verder uit te werken maatregelen

De Belastingdienst werkt momenteel de volgende maatregelen uit:

  • 1. een aanpak op maat voor mogelijk in de groep van ca. 1,5 mln. burgers en ondernemers te onderscheiden subgroepen;

  • 2. gebruik van zo actueel mogelijke contra-informatie van de banken over de tenaamstelling van rekeningnummers;

  • 3. introductie van de mogelijkheid bij een wijzigingsverzoek gedurende de verificatieperiode nog betalingen op het oude rekeningnummer te ontvangen.

Ad 1. Aanpak op maat

Er wordt een analyse uitgevoerd op de groep van ca. 1,2 mln. burgers en ca. 0,3 mln. ondernemers voor wie de komende tijd nog een geverifieerd rekeningnummer in de administratie moet worden opgenomen. Het doel is in deze groep een of meer subgroepen te onderscheiden. Per subgroep zal worden bezien of een aanpak op maat mogelijk is om hen door het verificatieproces te leiden. Uit deze analyse zou kunnen blijken dat de verificatie voor één of meer subgroepen sneller ter hand kan worden genomen en voor andere subgroepen nog even moet worden uitgesteld.

Ad 2. Gebruik van zo actueel mogelijke bankgegevens

De eerste stap in het verificatieproces is altijd dat een nieuw binnengekomen rekeningnummer wordt getoetst aan bestanden die de Belastingdienst heeft gekregen van de banken. De Belastingdienst is met de banken in gesprek over mogelijkheden om steeds de meest actuele rekeninggegevens beschikbaar te kunnen krijgen. Ook worden mogelijkheden verkend zwaarder te leunen op het verificatieproces dat de banken zelf bij het openen van nieuwe bankrekeningen al uitvoeren. Nu al is duidelijk dat een structurele oplossing zich niet op korte termijn laat realiseren. De reden hiervoor is dat de oplossingsrichtingen die worden verkend, aanpassingen van de automatisering vergen bij de Belastingdienst en bij de banken. Om die reden wordt ook bezien of het mogelijk is het verificatieproces met een aantal kortetermijnmaatregelen verder te ondersteunen. Zo hebben de banken de Belastingdienst op ad hoc basis actuele rekeningnummergegevens aangeleverd ten behoeve van de conversie van 18 januari 2014.

Ad 3. Doorbetaling op oude rekening gedurende het verificatieproces

Op dit moment staakt de Belastingdienst betaling op oude rekeningnummers zodra een verzoek binnenkomt een nieuw rekeningnummer in de administratie op te nemen. Dit voorkomt dat tegen de wil van betrokkene nog betalingen op het oude nummer blijven plaatsvinden. Bijvoorbeeld in echtscheidingssituaties hebben burgers er vaak belang bij dat betalingen op het oude rekeningnummer zo snel mogelijk worden gestopt. Doorbetaling op het oude rekeningnummer is echter niet voor iedereen een probleem. Om die reden wordt gewerkt aan de mogelijkheid op verzoek van burgers en ondernemers betalingen op het oude rekeningnummer te continueren tijdens de verificatie van het nieuwe rekeningnummer. Ten aanzien van een deel van de groep van 1,5 mln. burgers en ondernemers is het de verwachting dat door deze maatregel de hinder ten opzichte van de situatie waarin de betalingen gelijk worden gestaakt, in belangrijke mate weggenomen kan worden.

Het vervolg

Naar de huidige stand is nog niet precies aan te geven hoeveel tijd nodig is om de hiervóór beschreven maatregelen te realiseren. Wel is mijn uitgangspunt dat voor het overgrote deel van de groep van 1,5 mln. burgers en ondernemers vóór het einde van dit jaar een rekeningnummer in de administratie van de Belastingdienst is opgenomen dat aan de wettelijke eisen voldoet. Op grond van de uitkomsten van de onderzoeken naar de hiervoor aangekondigde maatregelen zal worden vastgesteld welk maatregelenpakket een optimale bijdrage kan leveren aan het bereiken van dat doel.

Om gedurende een nader te bepalen periode op rekeningnummers te blijven uitbetalen die nog niet aan de wettelijke eisen voldoen is ook na 1 juli a.s. een juridische grondslag nodig. Om dat mogelijk te maken ben ik voornemens ruim voor 1 juli het in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen neergelegde overgangsrecht met een op dat moment te bepalen periode verlengen.

IV. Afrondende opmerkingen

Mijn ambtsvoorganger heeft tijdens het debat van 29 januari 2014 een onderzoek aangekondigd naar de massale processen van de Belastingdienst. Op dit moment wordt gewerkt aan de precieze opzet en invulling van dat onderzoek. Dit gebeurt in samenhang met de uitwerking van een bredere agenda voor de komende jaren. Een en ander vergt een gedegen voorbereiding, waarvoor nog enige tijd nodig is. Over de stand van zaken verwacht ik uw Kamer zo spoedig mogelijk te kunnen informeren.

Daarnaast heeft uw Kamer in datzelfde debat verzocht om de impactanalyse één rekeningnummer. Ik merk op dat dit soort stukken onderdeel vormen van het interne beraad binnen de Belastingdienst. Daarom ben ik van mening dat deze stukken niet thuishoren in het publiek debat. Niettemin zend ik u – gezien de voorgeschiedenis – in dit specifieke geval de oorspronkelijke impactanalyse en outline business case als bijlage mee9.

De komende tijd wordt langs de in deze brief geschetste route een vervolg gegeven aan de implementatie van één bankrekeningnummer voor burgers en ondernemers. Zoals ik heb beschreven, is mijn inzet vertragingen bij de uitbetaling aan goedwillende burgers en ondernemers zoveel mogelijk te beperken. Ik kan niet garanderen dat overlast in alle gevallen geheel te voorkomen is. In het bijzonder wijs ik daarbij op de situatie waarin bij betrokkenen bewijsstukken moeten worden opgevraagd. De Belastingdienst is dan mede afhankelijk van de medewerking van de benaderde burgers en ondernemers.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

BIJLAGE I STAND VAN ZAKEN

1. Groep 27 januari 2014

In de brief van 28 januari 2014 was per 27 januari 2014 een overzicht gegeven van de stand van zaken van het verificatieproces volgend uit de introductie van één bankrekeningnummer. In het daaropvolgende overleg met uw Kamer is uitgebreid gesproken over burgers en ondernemers die recht hebben op een uitbetaling (bij burgers een toeslag of terugbetaling inkomensheffing, bij bedrijven een terugbetaling omzetbelasting) en voor wie als gevolg van één rekeningnummer de reguliere maandelijkse uitbetaling tijdelijk is aangehouden.

Tot en met 27 januari 2014 waren er 642.000 wijzigingen en opgaven. Zoals in de brief van 28 januari 2014 is aangegeven waren hiervan 610.000 opgaven/wijzigingen op dat moment verwerkt. In onderstaande tabel is dit weergegeven.

Tabel 1
 

Omschrijving

Stand per 27 januari 2014

1

Totaal aantal ontvangen wijzigingen/opgaven

642.000

     

2

Door de Belastingdienst verwerkt

610.000

     

3

Totaal nog te verwerken opgaven

32.000

 

– waarvan burgers

25.000

 

– waarvan ondernemers

7.000

     

Ten aanzien van de 32.000 nog te verwerken wijzigingen/opgaven is de stand van zaken per 21 februari 2014 opgenomen in onderstaande tabel.

Tabel 2
 

Omschrijving

Stand per 27 januari 2014

Stand per 21 februari 2014

Waarvan telefonisch en/of per brief contact gezocht t/m 21 februari 2014

1

Burgers

     

a

Onjuiste bewijsstukken

6.000

5.000

4.500

b

Onderhandenwerk bij de Belastingdienst

9.000

750

500

c

Nog te ontvangen bewijsstukken

10.000

9.500

         

2

Ondernemers

     

a

Onjuiste bewijsstukken

2.000

150

100

b

Onderhandenwerk bij de Belastingdienst

2.500

800

350

c

Nog te ontvangen bewijsstukken

2.500

50

Ad Onjuiste bewijsstukken

In deze groep zitten burgers en ondernemers die naar aanleiding van het verzoek van de Belastingdienst weliswaar bewijsstukken hebben ingezonden, maar deze bewijsstukken zijn onjuist en/of onvolledig. Ten aanzien van de groep geldt dat de Belastingdienst contact heeft gezocht met iedereen die in deze groep zit. Een deel is telefonisch bereikt. Met deze burgers en ondernemers is een concrete afspraak gemaakt welke actie de zij moeten uitvoeren om de aangehouden bedragen uitbetaald te krijgen.

Als burgers niet telefonisch bereikt konden worden, hebben zij nogmaals een specifieke brief ontvangen met een toelichting op wat van hen verwacht wordt voordat tot uitbetaling kan worden overgegaan. Ook wordt hun verzocht met de dienst contact op te nemen als zij behoefte hebben aan toelichting of concrete hulp.

Van de ongeveer 5.15010 burgers en ondernemers zijn er momenteel circa 2.000 burgers/ondernemers die het derde betaalmoment missen van hun toeslag of terugbetaling inkomstenheffing als gevolg van het niet aanleveren van de juiste bewijsstukken.

Ad Onderhandenwerk bij de Belastingdienst

Voor de groep burgers en ondernemers die op 27 januari 2014 in het onderhanden werk van de Belastingdienst zaten geldt dat het grootste deel de juiste bewijsstukken heeft geleverd en dat deze zijn verwerkt door de dienst waarna tot uitbetaling kon worden overgegaan.

Ad Nog te ontvangen bewijsstukken

Voor een groep van 12.50011 burgers en ondernemers gold op 27 januari 2014 dat zij nog geen gehoor hadden gegeven aan het verzoek van de Belastingdienst om bewijsstukken in te zenden.

Naar de stand van 27 januari 2014 bestond deze groep voor ongeveer 80% uit burgers die op dat moment alleen de betaling in januari 2014 misten, bijvoorbeeld omdat zij de rekeningnummerwijziging pas in januari 2014 hadden ingediend. Daarom is in de weken na het Kamerdebat eerst prioriteit gegeven aan de overige groepen (zie hiervoor) en de huurclusteraars (zie hierna).

Op dit moment wordt de focus ook gericht op deze groep. De gehele groep is inmiddels in kaart gebracht. Hieruit bleek dat bij ca. 1.800 burgers voor de derde maand hun reguliere maandelijkse toeslaguitbetaling wordt aangehouden.

De Belastingdienst benadert de gehele groep van 9.55012 burgers en ondernemers momenteel om ze te bewegen de juiste bewijsstukken in te sturen.

2. Huurclusteraars

Tot december 2013 werd de huurtoeslag van ongeveer 320.000 burgers direct overgemaakt aan de verhuurder. Vanaf 1 december 2013 is dat niet meer mogelijk. In het debat van 29 januari 2014 was aan de orde dat als gevolg hiervan ongeveer 15.000 burgers in december 2013 geen huurtoeslag hadden ontvangen, omdat de Belastingdienst niet beschikte over een op hun naam staand rekeningnummer.

Ten aanzien van deze groep is de stand van zaken nu dat 14.000 burgers hun huurtoeslag hebben ontvangen. Met de overige 1.000 burgers heeft de Belastingdienst contact opgenomen, zodat zij alsnog een rekeningnummer doorgeven waarop de Belastingdienst het aangehouden bedrag kan overmaken.

3. Huidige verificatieproces

In de voorgaande paragrafen is ingegaan op de stand van zaken van het verificatieproces naar aanleiding van de implementatie van één rekeningnummer in de maanden december 2013 en januari 2014. In deze paragraaf wordt beschreven hoe het verificatieproces nu is ingericht.

Het wijzigen en doorgeven van rekeningnummers is geen nieuw fenomeen. Ook vóór de invoering van één rekeningnummer werden wijzigingen doorgegeven. Echter, vanaf 1 december 2013 moeten deze rekeningnummers op naam van de belanghebbende staan.

Maandelijks verifieert de Belastingdienst in het kader van één rekeningnummer gemiddeld 235.000 rekeningnummers. Het gaat om burgers/ondernemers:

  • 1. die een rekeningnummer doorgeven of een rekeningnummer wijzigen; of

  • 2. die bijvoorbeeld een teruggaaf inkomstenbelasting aanvragen, en daarbij geen rekeningnummer opgeven.13

Hierna worden deze twee categorieën nader toegelicht.

Overigens is er een groep burgers/ondernemers waaraan niet wordt uitbetaald, omdat die de status VOW hebben gekregen, ofwel met onbekende bestemming is vertrokken. Thans zijn dat er ongeveer 1.000.

Ad 1. Opgaven en wijziging rekeningnummers

Per maand verwerkt de Belastingdienst gemiddeld 175.000 opgaven en wijzigingen van rekeningnummers die burgers/ondernemers zelf doorgeven. Hiervan worden 150.000 opgaven en wijzigingen door burgers ingediend.

Ongeveer 70% van deze opgaven en wijzigingen kan de Belastingdienst zelf verifiëren met behulp van de gegevens die de Belastingdienst van banken heeft gekregen. Het verificatieproces neemt in die gevallen ongeveer twee dagen in beslag. Het moment waarop de burger/ondernemer zijn wijziging indient, is vervolgens van belang voor de uitbetaling. Dient de burger/ondernemer de wijziging in:

  • vóór de reguliere betaalselectie14, dan krijgt hij zijn betaling op de gebruikelijke betaaldata uitbetaald;15

  • na de reguliere betaalselectie16, dan krijgt hij ongeveer 8 werkdagen na de wijziging zijn uitbetaling. Alle uitbetalingen daarna volgen weer de reguliere betaaldata;

  • enkele dagen voor de betaaldata, dan krijgt hij uitbetaald op zijn oude rekeningnummer. De betalingen daarna geschieden op het nieuwe rekeningnummer.

In ongeveer 30% van die gevallen kan de Belastingdienst het opgegeven rekeningnummer niet verifiëren met behulp van de gegevens van de banken. Gemiddeld betreft het maandelijks ongeveer 50.000 wijzigingen of opgaven. Het gaat dan bijvoorbeeld om buitenlandse rekeningnummers of om jongeren die het rekeningnummer van hun ouders opgeven.

In deze gevallen verzoekt de Belastingdienst aan de burger om bewijsstukken in te zenden waaruit blijkt dat het rekeningnummer inderdaad op naam staat van de burger/ondernemer. Waar eerder op een oud rekeningnummer werd uitbetaald staakt de Belastingdienst de uitbetaling op dat oude nummer.

Wanneer de Belastingdienst kan uitbetalen, hangt in belangrijke mate van de burger af. Als hij per ommegaande de juiste bewijsstukken inzendt, worden aangehouden betalingen binnen 12 tot 21 werkdagen op zijn nieuwe rekeningnummer bijgeschreven. Doet hij er langer over om de bewijsstukken in te zenden, of zendt hij de onjuiste bewijsstukken in, dan wordt de termijn van 12 tot 21 werkdagen daarmee verlengd.

Zoals in onderdeel III van de brief is aangegeven, werkt de Belastingdienst momenteel een drietal maatregelen uit om de mogelijke overlast voor burgers/ondernemers zoveel als mogelijk te voorkomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de mogelijkheid op verzoek van de burger, uitbetalingen te blijven doen op het oude rekeningnummer, zolang het verificatieproces loopt.

Ad 2. Geen rekeningnummer opgegeven bij aanvraag

Er is een groep burgers en ondernemers die bij een eerste aanvraag voor een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting of omzetbelasting, vergeet een rekeningnummer op te geven waar de Belastingdienst op moet uitbetalen.17 Daarom verzendt de Belastingdienst in het kader van één rekeningnummer maandelijks gemiddeld 60.000 brieven aan burgers/ondernemers met het verzoek alsnog een rekeningnummer op te geven. Het gaat bijvoorbeeld om recent begonnen ZZP-ers die een uitbetaling omzetbelasting willen krijgen, maar daarbij vergeten een rekeningnummer op te geven.

Het feit dat burgers en ondernemers vergeten een rekeningnummer op te geven is niet nieuw en het proces waarin de Belastingdienst om een rekeningnummer verzoekt bestond al voor de invoering van één rekeningnummer.

Omdat het rekeningnummer ontbreekt, kan er geen uitbetaling plaatsvinden. Indien aan de eerste brief met het verzoek een rekeningnummer op te geven geen gehoor wordt gegeven, volgt na 45 werkdagen een rappel. Reageert een burger/ondernemer ook daar niet op dan wordt na 90 werkdagen de betaling verwijderd. Op basis van historische gegevens reageert ongeveer 4,5% van de aangeschreven burgers/ondernemers uiteindelijk niet.

Als de burger een rekeningnummer opgeeft, volgt het opgegeven rekeningnummer het verificatieproces zoals dat hiervoor bij Ad 1. is beschreven. Ook hier geldt dat ongeveer 70% door de Belastingdienst kan worden geverifieerd. De overige 30%, ongeveer 18.000 burgers/ondernemers per maand, krijgt een verzoek om bewijsstukken in te zenden. Als de burger/ondernemer de juiste bewijsstukken heeft ingezonden, dan worden de aangehouden betalingen binnen 12 tot 21 werkdagen op zijn nieuwe rekeningnummer bijgeschreven.

Aangezien deze burgers/ondernemers in eerste instantie geen rekeningnummer hebben opgegeven en de Belastingdienst daarom moet verzoeken, is de totale doorlooptijd langer dan bij de hiervoor beschreven groep onder Ad 1., met als gevolg dat meerdere (maandelijkse) betalingen worden aangehouden.


X Noot
1

In het oorspronkelijke implementatiescenario was een overgangstermijn voorzien tot 1 januari 2016.

X Noot
2

Vanaf 21 oktober 2013 werden rekeningnummerwijzigingen die via het toeslagenportaal werden doorgegeven, gebufferd. Deze zijn vanaf 1 december 2013 volgens het nieuwe proces verwerkt. Mijn ambtsvoorganger heeft dit beschreven in zijn brief van 28 januari 2014 (Kamerstuk 17 050, nr. 463, p. 6).

X Noot
3

Indien betrokkenen hun betalingen op een ander rekeningnummer wensen te ontvangen dan het rekeningnummer dat door de Belastingdienst voor hen is gekozen, kunnen zij een nieuw rekeningnummer aan de Belastingdienst doorgeven. Het nieuwe rekeningnummer doorloopt het reguliere verificatieproces.

X Noot
4

17 Februari 2014 voorlopige teruggaven inkomstenbelasting, 20 februari 2014 toeslagen.

X Noot
5

In eerste instantie werd de bevestigingsbrief ook verstuurd voor rekeningnummerwijzigingen die digitaal werden doorgegeven via het toeslagenportaal. Omdat daarbij verificatie met DigiD plaatsvond, is later besloten de bevestigingsbrief in die gevallen weer te laten vervallen.

X Noot
6

Een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een kopie van een recent bankafschrift. Ondernemers moeten een recent en geldig uittreksel van de Kamer van Koophandel meesturen.

X Noot
7

Aangehouden betalingen worden in deze gevallen gelijk nadat het rekeningnummer is vrijgegeven overgemaakt. Er wordt niet gewacht tot een regulier betalingsmoment.

X Noot
8

Deze verbeteringen zullen overeenkomstig ook gunstig uitwerken voor burgers en ondernemers die zelf initiatief nemen om een rekeningnummer te wijzigen.

X Noot
9

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
10

Stand van zaken per 21 februari: groep 1a en 2a uit tabel 2.

X Noot
11

Stand van zaken per 27 januari 2014: groep 1c en 2c uit tabel 2.

X Noot
12

Stand van zaken per 21 februari 2014: groep 1c en 2c uit tabel 2.

X Noot
13

Dit geldt met name bij een papierenaanvraag.

X Noot
14

De betaalselectie is het proces waarbij de Belastingdienst de betalingen betaalbaar stelt. De betaalbaar gestelde bedragen worden aan de bank aangeboden om uitbetaald te worden. De data van de betaalselectie verschilt per middel (toeslagen, inkomstenbelasting, omzetbelasting).

X Noot
15

Voor de inkomstenbelasting is dat de 15e van een maand, voor de toeslagen is dat de 20e van een maand. Tenzij deze data in een weekend vallen, dan de maandag na de betaaldatum.

X Noot
16

In deze gevallen wordt het rekeningnummer uit de betaalselectie gehaald.

X Noot
17

Het betreft merendeels ondernemers die voor het eerst om een teruggaaf omzetbelasting verzoeken.

Naar boven