3 Mondiale gezondheidsstrategie

Mondiale gezondheidsstrategie

Aan de orde is het tweeminutendebat Mondiale gezondheidsstrategie (CD d.d. 04/04).

De voorzitter:

We gaan vanochtend beginnen met een tweeminutendebat over de mondiale gezondheidsstrategie. Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom. Welkom aan de leden. Er hebben zich zeven leden ingeschreven, waarvan er vijf ook graag spreektijd willen gebruiken. In een tweeminutendebat is dat ook echt twee minuten. Als eerste in deze termijn geef ik het woord aan mevrouw Dobbe. Zij voert het woord namens de Socialistische Partij. Gaat uw gang.

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank u, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vrouwen en meisjes in vele landen te kampen hebben met ongelijke toegang tot zorg, grote gezondheidsuitdagingen zoals onbedoelde zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen, en geen zeggenschap hebben over hun eigen lichaam;

constaterende dat het kabinet zichzelf met de mondiale gezondheidsstrategie ten minste tot en met 2030 gecommitteerd heeft aan het wereldwijd verbeteren van de (seksuele) gezondheid en rechten van vrouwen en meisjes;

constaterende dat Nederland jarenlange kennis, ervaring en expertise heeft op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), en de rechten van vrouwen, meisjes en kwetsbare groepen;

overwegende dat het regeerprogramma vraagt om juist internationaal in te zetten op thema's waar Nederland toegevoegde waarde heeft;

verzoekt de regering om de gezondheid en rechten van vrouwen en meisjes, in het bijzonder seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), een speerpunt van het internationale beleid te laten blijven en hier voldoende middelen voor vrij te blijven maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Hirsch.

Zij krijgt nr. 105 (36180).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023-2030 een belangrijk kader biedt voor de Nederlandse inzet voor gezondheid en SRGR wereldwijd;

constaterende dat de mondiale gezondheidsstrategie op dit moment geen duidelijk uitvoeringsplan heeft;

verzoekt de regering om een stappenplan te ontwikkelen voor de mondiale gezondheidsstrategie, deze te delen met de Kamer en de Kamer jaarlijks op de hoogte te houden van de implementatie ervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Hirsch en Boswijk.

Zij krijgt nr. 106 (36180).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat maatschappelijke organisaties een essentiële rol vervullen in de versterking van mondiale gezondheid;

overwegende dat Nederlandse maatschappelijke organisaties grote kennis en expertise hebben wat betreft de prioriteiten zoals vastgesteld in de mondiale gezondheidsstrategie, waaronder het versterken van primaire gezondheidssystemen inclusief seksuele en reproductieve rechten en gezondheid en pandemische paraatheid inclusief antimicrobiële resistentie;

verzoekt de regering om in het maatschappelijk middenveld te investeren en dat te betrekken bij de implementatie van de mondiale gezondheidsstrategie, ook na 2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Hirsch en Boswijk.

Zij krijgt nr. 107 (36180).

Mevrouw Dobbe (SP):

En de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat patenten op medicijnen en vaccins de toegankelijkheid van medicijnen en vaccins beperken, zeker in het mondiale Zuiden;

overwegende dat in crisissituaties, zoals de coronapandemie, het vasthouden aan patenten te veel schade veroorzaakt;

verzoekt de regering te pleiten voor een internationaal mechanisme voor het vrijgeven van medicijnpatenten in het geval van een door de WHO uitgeroepen internationale medische noodsituatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Boswijk.

Zij krijgt nr. 108 (36180).

Dank u wel. De volgende keer graag "De Kamer, gehoord de beraadslaging," voluit zeggen. Vier moties is een beetje krap in twee minuten, maar het kan ook wat minder in de overwegingen. Het is altijd wel belangrijk om de tekst helemaal voor te lezen, zeg ik ook tegen de volgende leden.

De tweede spreker is de heer Boswijk namens het CDA. Meneer Boswijk is, geloof ik, aan zijn quotum gehouden, want hij heeft geen motie bij zich. Gaat uw gang.

De heer Boswijk (CDA):

U weet niet wat ik in mijn binnenzak heb! Nee, het klopt, voorzitter. Wij hebben echt een strakke fractiediscipline; ik mag maar beperkt moties indienen, dus dan serveer ik dat gewoon door naar de SP, en die komt er dan met vier.

Voorzitter. De mondiale gezondheidsstrategie is een erg belangrijk onderwerp voor het CDA. We hebben het debat hierover gevoerd met het vorige kabinet. De moties zijn net al ingediend. Daarin zat onder andere het appel om vooral die lijn door te zetten en het belang ook aan te geven aan het nieuwe kabinet. Ik ben ook benieuwd hoe het nieuwe kabinet kijkt naar de mondiale gezondheidsstrategie en het belang daarvan. Ik wil complimenten geven aan minister Klever voor het vrijmaken van het extra geld, de 3 miljoen, voor de mpox-vaccins. Ik denk dat dat aangeeft dat ook dit kabinet zich best bewust is van het feit dat het aanpakken van ziektes bij de bron het meest effectief is. Ik hoop dus dat dit een soort tipje van de sluier was en dat dit ook het verdere beleid gaat zijn van het kabinet. Het is namelijk echt van groot belang dat we ons niet helemaal isoleren op dit thema. Ik ben dus heel benieuwd hoe dit nieuwe kabinet naar dit onderwerp kijkt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaat nu mevrouw Hirsch spreken, namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Dank u, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vrouwen 25% van hun tijd in minder goede gezondheid doorbrengen dan mannen;

constaterende dat het aanpakken van de gezondheidskloof het leven van miljoenen vrouwen zou kunnen verbeteren en wereldwijd onze economieën zou versterken;

overwegende dat Nederland met zijn unieke kennispositie op het gebied van vrouwenrechten en -gezondheid een leidende rol zou kunnen spelen op dit gebied;

verzoekt de regering om bij de uitvoering van de mondiale gezondheidsstrategie met beleid en middelen te komen voor onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen en onvervulde medische behoeften, en het vergroten van gezondheidsvaardigheden van vrouwen;

verzoekt de regering via samenwerkingen met multilaterale partners, onderzoeks- en maatschappelijke organisaties gendergelijkheid in wereldwijde gezondheid te blijven bevorderen, agenderen en financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hirsch en Dobbe.

Zij krijgt nr. 109 (36180).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Algemene Rekenkamer de aanbeveling doet om in het kader van pandemische paraatheid bij te dragen aan wereldwijde toegang tot medicijnen en gezondheidsproducten;

constaterende dat dezelfde ambitie door het kabinet is uitgesproken in de mondiale gezondheidsstrategie en het actieplan beleidscoherentie;

constaterende dat er tijdens de COVID-19-pandemie in verschillende landen publiek geld is geïnvesteerd in de ontwikkeling van vaccins die ook in Nederland zijn gebruikt en waar later forse winsten op zijn gemaakt;

overwegende dat ook in Nederland publieke financiering wordt gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen;

verzoekt de regering te onderzoeken of bij het verlenen van publieke financiering voor geneesmiddelenonderzoek voorwaarden kunnen worden gesteld aan verkoopprijs, kennisdeling, en technologieoverdracht aan landen in het mondiale Zuiden, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hirsch, Boswijk en Dobbe.

Zij krijgt nr. 110 (36180).

Hartelijk dank. Dan is nu het woord aan mevrouw Kamminga. Zij voert het woord namens de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Een aantal collega's hebben al eerder het onderwerp van vrouwenrechten, lhbtq+ en andere kwetsbare groepen genoemd. Ik denk dat dat ook een belangrijk onderwerp was in het debat. Heel eerlijk, ik vind het ook niet vreemd dat daarover meerdere moties zijn ingediend, want het debat stelde mij nog niet helemaal gerust dat onze neuzen dezelfde kant op staan. We hebben nu natuurlijk weer nieuwe kansen met een nieuw kabinet. Daarom ook vanuit mijn fractie een motie over vrouwenrechten, want, nogmaals, wereldwijd staan die steeds verder onder druk. Dat is echt een zorgwekkende ontwikkeling.

Voor ik 'm indien, heb ik nog één punt daarover. De motie heeft volgens mij wat overlap met de motie van een van de collega's, dus ook in het kader van minder moties ben ik best bereid om na de vergadering nog even te kijken of we iets kunnen samenvoegen en dat een van ons 'm dan aanhoudt of intrekt. Laat ik 'm in ieder geval eerst even indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 2022 de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie is vastgesteld, die loopt tot 2030, en dat de in de strategie genoemde doelstellingen zowel nationaal als internationaal van groot belang zijn voor de gezondheid;

overwegende dat Nederland altijd een voortrekkersrol heeft gehad waar het gaat om mondiale gezondheid en dat het van belang is dat Nederland zich blijft inspannen op dit onderwerp;

overwegende dat Nederland veel kennis en expertise heeft die internationaal kan bijdragen aan het behalen van de in de strategie genoemde doelen, zowel op technologisch vlak als op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), vrouwenrechten en de rechten van kwetsbare groepen;

verzoekt de regering in dit kader om de komende jaren bij de uitwerking en uitvoering van het regeerprogramma, binnen de vastgestelde financiële kaders, voldoende middelen te reserveren op het gebied van SRGR, vrouwenrechten en de rechten van kwetsbare groepen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kamminga.

Zij krijgt nr. 111 (36180).

Dank voor uw inbreng. De heer Ram heeft een vraag.

De heer Ram (PVV):

Ik heb een vraag aan mevrouw Kamminga over onder andere het hoofdlijnenakkoord. Internationale vrouwenrechten staan niet in het hoofdlijnenakkoord. Ik heb ook het verkiezingsprogramma van de VVD gelezen. De VVD wil de ontwikkelingshulp volledig afschaffen, waaronder dus ook vrouwenrechten. Ik begrijp de draai die de VVD nu maakt om nu toch deze motie in te dienen, niet helemaal. Ik zou graag willen waarom mevrouw Kamminga dat doet.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank voor die vraag, want dan kan ik dat beeld nog eens een keer rechtzetten. Het is veel gespind dat wij heel het OS-budget zouden willen wegbezuinigen. Dat is natuurlijk niet waar. Als we naar de tabellen kijken, dan zien we dat de 5 miljard die wij in onze tabellen hadden staan ten opzichte van een stijgende en groeiende lijn van de BHO-begroting was. Het is dus zeker niet het geval dat wij overal vanaf wilden. We hebben ook in het hoofdlijnenakkoord gezet dat we willen inzetten op de doelen waar Nederland van nature goed in is en waar wij veel expertise op hebben. Er zijn een aantal hoofdprioriteiten. Daar sta ik volledig achter en daar wil ik ook niet aan afdoen. Vandaar dat ik heb gezegd: binnen die financiële kaders. Maar ik vind dit wel een onderwerp waarop wij als Nederland ook ons beste beentje moeten voorzetten. In het akkoord staat ook dat we ons houden aan internationale verplichtingen. Dit is een strategie waar wij ons aan gecommitteerd hebben, dus wat mij betreft past het er volledig binnen. Laat er ook geen misverstand over bestaan dat wij als VVD altijd hebben gestreden voor deze rechten en dat zullen blijven doen.

De voorzitter:

Dank voor het antwoord op de interruptie. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Houwelingen. Hij voert het woord namens Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Ik heb één motie voor minister Agema en drie vragen voor mevrouw Klever. Ik begin met de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de KNMG-gedragscode artsen expliciet opdraagt het veronderstelde verband tussen gezondheidsproblemen en klimaatverandering te signaleren en uit te dragen en dat artsen aan deze gedragscode gebonden zijn;

overwegende dat dit veronderstelde verband niet alleen politiek gevoelig ligt maar bovendien omstreden is, ook onder artsen;

verzoekt de minister erop toe te zien dat het artsen vanzelfsprekend vrijstaat en vrij blijft staan om, ook vanuit hun expertise en als onderdeel van het publieke debat, kritiek te leveren op en vraagtekens te plaatsen bij het veronderstelde verband tussen klimaatverandering en gezondheidsproblemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 112 (36180).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Voorzitter. Dan heb ik nog drie vragen aan minister Klever. Een week geleden is natuurlijk het Pact for the Future aangenomen. Ik heb het hier. Dat staat in het teken van multilateralisme, maar ook in het teken van gezondheid, dus ik denk dat het onderwerp is van dit debat. Ik heb drie simpele vragen aan minister Klever. Klopt het dat Nederland heeft ingestemd met of in ieder geval geen bezwaar heeft gemaakt tegen het ondertekenen van dit pact? Dat is de eerste vraag. Klopt het dat — dat lees ik in het eerste actiepunt van dit pact — Nederland zich daarmee committeert aan het versneld invoeren van Agenda 2030? Die wordt hierin overigens 30 keer genoemd. Klopt het dat Nederland daarmee dus ook voorstander is van het versneld invoeren — dat is namelijk wat dat betekent — van de SDG's, van de SDG-agenda? Dat is mijn derde vraag.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dit is het einde van de termijn van de Kamer. We gaan even een kwartier schorsen. Daarna krijgen we een antwoord op de vragen en een appreciatie van de zeven ingediende moties.

De vergadering wordt van 10.29 uur tot 10.47 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Mondiale gezondheidsstrategie. We zijn toe aan de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Gaat uw gang.

Minister Klever:

Voorzitter, dank u wel. Het is goed dat wij vandaag dit tweeminutendebat hebben. Het vorige debat is gevoerd met het vorige kabinet, maar dit nieuwe kabinet ziet ook dat het in het belang van Nederland is dat landen elkaar helpen om uitbraken tegen te gaan, omdat ziektes niet stoppen aan de grens. Ik heb dan ook 3 miljoen euro vrijgemaakt voor de Wereldgezondheidsorganisatie om te voorkomen dat het mpox-virus zich verder verspreidt. Ik ben mij zeer bewust van het belang van wereldwijde gezondheid, ook voor Nederland. Een wereldwijd goede gezondheidszorg is de ruggengraat van elke ziektebestrijding. Vooral ook goede zorg voor vrouwen en meisjes is van belang, of het nu gaat om zwangerschap, bevalling of een gedegen hiv/aids-aanpak.

De heer Boswijk van het CDA vroeg: hoe gaat de minister nu uitvoering geven aan de meerjarige gezondheidsstrategie? Het debat horende, proef ik brede steun in uw Kamer voor deze strategie op het gebied van de mondiale gezondheid. Ik respecteer de wens van de Kamer om hieraan de nodige aandacht te geven. Mijn nadere invulling volgt met de beleidsbrief die ik begin volgend jaar aan uw Kamer zal doen toekomen. De mpox-uitbraak laat zien dat mondiale gezondheid een belangrijk onderwerp is. U heeft in de begroting kunnen zien dat we ook in 2025 een grote donor blijven op dit gebied.

Voordat ik inga op de moties, beantwoord ik een vraag van Forum voor Democratie: klopt het dat Nederland heeft ingestemd met het Pact for the Future? Ja, dat klopt. Nederland heeft ingestemd. Vaak hebben VN-toppen een uitkomstendocument. Dat is een politieke verklaring waar alle lidstaten het over eens zijn geworden. Het Pact for the Future is op zondag 22 september met consensus aangenomen door een AVVN-resolutie. Dat wil zeggen dat geen enkele van de 193 VN-lidstaten in de zaal bezwaar aantekende. Daarmee is het document als aangenomen beschouwd.

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank voor dit antwoord. Dit was mijn eerste vraag. Misschien mag ik hierbij opmerken dat 40 landen dus expliciet niet hebben ingestemd. Argentinië heeft zelfs gezegd dat ze het een totalitaire internationale agenda vindt. Ik snap inderdaad dat de VN die stilzwijgendeconsensusprocedure hanteert, maar er waren dus landen die niet hebben ingestemd, zoals Argentinië. Misschien kan de minister dat nog bevestigen. Die landen hebben ook geen bezwaar aangetekend, maar die hebben in ieder geval niet ingestemd met dit pact.

Minister Klever:

Alle 193 VN-lidstaten, inclusief Argentinië, hebben ingestemd met dat Pact for the Future. Daarmee is de politieke verklaring unaniem en met consensus aangenomen. Argentinië heeft later gezegd dat het er misschien niet zo mee eens was, maar heeft wel ingestemd en geen stemverklaring afgegeven waarom het daar dan niet mee instemde.

De voorzitter:

Afrondend, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik hoop dat ik straks ook antwoord krijg op mijn overige twee vragen, maar inderdaad afrondend. Ze hebben inderdaad geen bezwaar aangetekend, maar ze hebben ook — dat wil ik toch even duidelijk hebben — niet ingestemd. Dat is toch echt iets anders. Maar oké, ik wacht op de andere antwoorden.

Minister Klever:

Alle 193 landen hebben ingestemd. Argentinië heeft ook geen stemverklaring gegeven. Ze hebben later in de media wat anders gezegd, maar het is unaniem aangenomen.

De voorzitter:

De minister vervolgt haar betoog.

Minister Klever:

Dan de moties.

De voorzitter:

De heer Van Houwelingen heeft nog een opmerking.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik had nog twee andere vragen. Klopt het dat de regering zich met het ondertekenen van dit pact committeert aan het versneld invoeren van agenda 2030? Dat was mijn vraag: ja of nee?

Minister Klever:

Het pact is niet juridisch bindend. Het wordt ook verder niet ondertekend. Onderhandelingen zijn een beetje een proces van geven en nemen. Ieder land doet een beetje water bij de wijn. Het is dus een compromistekst.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Voorzitter, dit is geen antwoord op mijn vraag. Over de vraag of het juridisch bindend is, kan ik ook nog een boom opzetten, want in soft law werkt het wel degelijk door. Maar oké. Dit is mijn vraag: committeert Nederland zich met het ondertekenen van dit pact wel of niet aan het eerste actiepunt van het Pact of the Future, het versneld invoeren van agenda 2030, ja of nee? De minister zei net dat alle landen het ondertekend zouden hebben, dus ook Nederland.

Minister Klever:

Nederland heeft ingestemd. Maar nogmaals, het pact is niet juridisch bindend. Maar Nederland heeft ingestemd, ja.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dat is mijn vraag niet. Ik vraag heel duidelijk: staat het eerst actiepunt er wel of niet in? Staat wel of niet in het pact dat Nederland zich ertoe verplicht om agenda 2030, en dus die Sustainable Development Goals, versneld in te voeren? Dat is het eerste actiepunt. Staat het er wel of niet?

Minister Klever:

Nederland heeft ingestemd met het pact. Het pact is niet juridisch bindend. Het is een uitkomstdocument van geven en nemen. Ieder land doet een beetje water bij de wijn. Het is een compromistekst. En ja, Nederland heeft ingestemd. Dat is mijn antwoord.

De voorzitter:

We hebben drie keer hetzelfde antwoord gekregen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik heb een punt van orde.

De voorzitter:

Nee, dat is geen punt van orde. Nee, meneer Van Houwelingen. U heeft drie keer dezelfde vraag gesteld. U moet genoegen nemen met het antwoord. Dat doet u niet. Dat mag, maar de minister vervolgt haar betoog en gaat een appreciatie geven van de ingediende moties.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik krijg geen antwoord, voorzitter. Dat kunnen we constateren.

Minister Klever:

Voorzitter. De motie-Dobbe/Hirsch op stuk nr. 105 verzoekt "de gezondheid en rechten van vrouwen en meisjes, in het bijzonder SRGR, een speerpunt van het internationale beleid te laten blijven en hier voldoende middelen voor vrij te blijven maken". Ik proef dat er in deze Kamer brede steun is voor onderwerpen die ik ook belangrijk vind: wereldwijde gezondheid, goede zorg voor vrouwen en meisjes, en een effectieve aanpak van infectieziektes. Maar ik wil en kan daar op dit moment nog geen financiële toezegging aan verbinden. De bezuinigingen zijn fors en nopen tot scherpe keuzes. Dat wil ik zorgvuldig doen. Meer geld naar het ene thema gaat ten koste van een ander thema. Ik wil daar een integrale afweging over maken. Daarbij wil ik niet over één nacht ijs gaan. Ik vraag uw Kamer om dat te respecteren. Ik kan wel toezeggen dat ik gezondheid mee zal nemen in de beleidsbrief die uw Kamer begin 2025 zal ontvangen. Daarmee moet ik de motie ontraden.

De motie op stuk nr. 106.

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank u wel voor het antwoord. Het is goed om te horen dat we het er in ieder geval over eens zijn dat het belangrijk is om de rechten van vrouwen en meisjes te respecteren, ook als het gaat om seksuele gezondheid. Maar je kan het niet tot speerpunt maken en dan zeggen dat je niet weet of je er middelen voor uit gaat trekken. We weten nog niet hoeveel middelen dat zullen zijn, maar kan de minister in ieder geval toezeggen dát er middelen zullen zijn om dit te kunnen doorzetten?

Minister Klever:

Zoals u in de begroting voor 2025 kunt zien, blijven er nog fors veel middelen: 447 miljoen. Ik zal een integrale afweging maken. Maar er zijn natuurlijk wel bezuinigingen. Ik proef en hoor dat dit voor de Kamer belangrijk is. Dat zal ik absoluut meewegen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 106.

Minister Klever:

De motie-Dobbe c.s. op stuk nr. 106 verzoekt een stappenplan voor de mondiale gezondheidsstrategie te ontwikkelen en de Kamer jaarlijks op de hoogte te houden van de implementatie ervan. We hebben bij de mondiale gezondheidsstrategie nadrukkelijk gekozen voor een strategie op hoofdlijnen die aansluit bij bestaande monitoringsmechanismen. Een stappenplan maakt dit proces zwaar en is dubbelop. In de Global Health Hub monitoren we met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven reeds de voortgang. Ik moet u de motie dus ontraden. Wel is al eerder aan uw Kamer toegezegd dat er voor het einde van het jaar een voortgangsrapportage komt.

De motie-Dobbe c.s. op stuk nr. 107, over investeren in het maatschappelijk middenveld. Ik ben net als u trots op de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van gezondheid. Ik hoor de wens van uw Kamer goed. De Nederlandse inzet op het maatschappelijk middenveld wordt momenteel uitgewerkt. Uw Kamer wordt hierover z.s.m. geïnformeerd. Ik streef ernaar om dit nog voor de begrotingsbehandeling te doen. Daarmee moet ik de motie ontraden.

De motie-Dobbe/Boswijk op stuk nr. 108 verzoekt de regering ...

Mevrouw Dobbe (SP):

Ik wil niet moeilijk doen hoor, maar ik probeer het goed te begrijpen. Ik begrijp eigenlijk dat u het helemaal eens bent met de motie op stuk nr. 107, maar 'm toch ontraadt. Dat vind ik ingewikkeld, want u kunt de uitwerking van de motie toch meenemen in wat u nog aan het ontwikkelen bent?

Minister Klever:

Nou, het wordt uitgewerkt en er moeten natuurlijk keuzes gemaakt worden. Dat komt echt heel snel naar uw Kamer. Mocht u er dan nog wat van vinden, dan kunt u dan een motie indienen. Maar dit is voorbarig. Ik ga dat uitwerken. Het komt nog voor de begrotingsbehandeling.

De voorzitter:

Mevrouw Dobbe, afrondend.

Mevrouw Dobbe (SP):

Maar dan denk ik dat het heel fijn is dat deze motie er ligt. Zo kunnen we de minister namelijk de richting geven om dit wel mee te nemen in de uitwerking, zodat we het er niet achteraf nog in moeten zien te krijgen maar we het gewoon aan de voorkant goed regelen.

Minister Klever:

Ik wil graag zelf de afweging maken. Ik hoor wat de Kamer zegt, maar ik blijf de motie ontraden.

De motie op stuk nr. 108, ook van het lid Dobbe, "verzoekt de regering te pleiten voor een internationaal mechanisme voor het vrijgeven van medicijnpatenten in het geval van een door de WHO uitgeroepen internationale medische noodsituatie". Intellectueel eigendom, octrooien en dwanglicenties vallen onder het ministerie van Economische Zaken. Ik kan wel zeggen dat er reeds internationale mogelijkheden bestaan. Onder andere het TRIPs-verdrag biedt de mogelijkheid van dwanglicenties. Dat is dus een uitzondering op een octrooirecht. Ik moet daarom de motie op stuk nr. 108 ontraden.

Dan de motie-Hirsch/Dobbe op stuk nr. 109. Deze motie verzoekt om bij de uitvoering van de MGS met beleid en middelen te komen voor onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen en onvervulde medische behoeften, en het vergroten van gezondheidsvaardigheden van vrouwen. De motie verzoekt tevens via samenwerkingen met multilaterale partners, en onderzoeks- en maatschappelijke organisaties, gendergelijkheid in wereldwijde gezondheid te blijven bevorderen, agenderen en financieren. Dat zijn eigenlijk twee moties. Met betrekking tot deel één, over beleid en middelen voor onderzoek, begrijp ik de zorgen van de indieners, maar in ontwikkelingslanden is de gezondheidswinst voor vrouwen vooral te behalen door het terugdringen van moedersterfte en het bestrijden van hiv/aids. We zetten daar dus op in. Dat deel van de motie moet ik dus ontraden.

Dan het tweede deel. Ik zie net als u het belang van een goede basisgezondheidszorg voor vrouwen en meisjes, en van vrouwen en meisjes die zelf bepalen of, wanneer en met wie ze kinderen krijgen. Dat zorgt voor gezonde samenlevingen en voor een stabiele samenleving en dat is in het belang van Nederland. Dat onderdeel zou ik dus oordeel Kamer kunnen geven, maar aangezien het één motie is, moet ik 'm toch ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 109 …

De voorzitter:

Nee, de motie op stuk nr. 110. U heeft net de motie op stuk nr. 109 gehad.

Minister Klever:

De motie op stuk nr. 110 zal mijn collega Agema appreciëren.

De voorzitter:

Dan is er nog de motie op stuk nr. 111 van de heer Van Houwelingen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Als ik de motie splits, blijft dan het oordeel "oordeel Kamer" staan voor het tweede deel?

Minister Klever:

Als u het eerste deel weghaalt, dus het eerste verzoek, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 109. Die ligt deels op het terrein van VWS, maar ik kan u alvast melden dat dit kabinet erkent dat er te weinig onderzoek is naar vrouwspecifieke aandoeningen en onvervulde medische behoeften van vrouwen. Daarom hebben we in maart van dit jaar een extra financiële impuls beschikbaar gesteld via ZonMw voor onderzoek naar gezondheidsproblemen waar alleen vrouwen mee te kampen hebben. Ook internationaal zetten wij ons hiervoor in door aandacht te vragen voor dit thema tijdens de World Health Assembly en door samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie. Er gebeurt al veel. Daarmee is de motie overbodig en moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:

Dat is de motie op stuk nr. 111, van de heer Van Houwelingen.

Minister Klever:

Nee, dit was de motie op stuk nr. 109.

De voorzitter:

Nee, de motie op stuk nr. 109 is van mevrouw Hirsch en Dobbe.

Minister Klever:

O, excuus. Dit is motie op stuk nr. 110. Nee, dit gaat inderdaad over de motie op stuk nr. 110.

De voorzitter:

Oké, dit is toch de motie op stuk nr. 110. De motie op stuk nr. 110 wordt dan ontraden.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Mijn motie gaat over de overwegingen bij patenten. Ik begrijp net dat minister Agema die gaat beantwoorden. Klopt dat, of niet?

De voorzitter:

Er is hier wat verwarring over de telling. De motie van mevrouw Kamminga is in ieder geval ontraden.

Minister Klever:

Oké. Ik hoor net dat er een foutje gemaakt is. Mijn collega van VWS zal hier straks op reageren.

Dan heb ik alleen nog de motie-Kamminga/Zeedijk op stuk nr. 111. Die motie verzoekt om de komende jaren bij de uitwerking en uitvoering van het regeerprogramma binnen de vastgestelde financiële kaders voldoende middelen te reserveren op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, vrouwenrechten en rechten van kwetsbare groepen. Dat lijkt op een eerdere motie. Ik proef dat er brede steun is in deze Kamer voor onderwerpen die ik ook belangrijk vind, namelijk wereldwijde gezondheid, goede zorg voor vrouwen en meisjes en een effectieve aanpak van infectieziektes. Ik wil daar op dit moment nog geen financiële toezegging aan verbinden, want de bezuinigingen nopen tot scherpe keuzes. Ik wil dat echt zorgvuldig doen. Meer geld naar het ene thema gaat ten koste van een ander thema. Ik wil een integrale afweging kunnen maken. Als ik de motie zo mag lezen dat ik er de middelen aan besteed die beschikbaar zijn en ik de integrale afweging die daaraan ten grondslag ligt verantwoord vind, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Dan kom ik er begin 2025 op terug.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Uiteraard begrijp ik dat er een integrale afweging moet zijn en dat de middelen beperkt zijn, dus ik ben daarmee akkoord. Ik denk wel dat het goed is dat de minister dit meeneemt — volgens mij heeft zij dat zelf al een paar keer gezegd — omdat het echt een belangrijk thema is, niet alleen voor mijn partij, maar ik denk ook voor een aantal andere. Ik wil nadrukkelijk meegeven, ook met deze motie, dat dat meegewogen wordt.

De voorzitter:

Ja. De minister.

Minister Klever:

Dat heb ik heel goed begrepen middels dit tweeminutendebat, dus ik zal dat zeker meenemen.

Dat waren mijn moties.

De voorzitter:

Ja. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 111 oordeel Kamer. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat de andere moties appreciëren. Die geef ik nu het woord. Gaat uw gang.

Minister Agema:

Ik had ze verkeerd aan elkaar geniet, voorzitter.

De voorzitter:

Geen probleem.

Minister Agema:

De motie op stuk nr. 110 is ontraden. Patent is een eigendom en los van beleidsvoorkeuren. U vraagt me om voorwaarden te stellen aan het geven van publieke financiering, maar dit gebeurt al. De doorontwikkeling van deze principes en de toolkit vindt plaats onder regie van de Universiteiten van Nederland en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en is daarmee breed gedragen. Er is toegezegd u hierover schriftelijk te informeren, wat in oktober al zal gebeuren via een stand-van-zakenbrief.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

We hebben dit tweeminutendebat op basis van het debat dat we een maand of vier geleden hebben gevoerd. Daarin gaf uw voorganger duidelijk aan dat dit wel degelijk een relevante overweging zou moeten zijn. Ook gegeven wat minister Klever net zei over het belang dat iedereen toegang heeft tot vaccins op het moment dat dat ertoe doet, ook om pandemieën in het belang van Nederland te voorkomen, snap ik niet helemaal waarom u deze overweging afdoet met: daar zijn afspraken over. Deze overwegingen passen in wat uw voorganger ook als regels zag.

Minister Agema:

Het dictum zegt: verzoekt de regering te onderzoeken of bij het verlenen van publieke financiering voor geneesmiddelenonderzoek voorwaarden kunnen worden gesteld aan verkoopprijs, kennisdeling en technologieoverdracht aan landen in het mondiale Zuiden, en de Kamer hierover te informeren. Het antwoord op uw dictum is dat het stellen van voorwaarden al gebeurt, dat de doorontwikkeling van deze principes en de toolkit plaatsvindt onder regie van de Universiteiten van Nederland en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, en dat mijn voorganger toegezegd heeft u hierover schriftelijk te informeren. Dat zullen we dan ook in oktober doen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Ik hoop alleen dat dan duidelijk is dat er nu al voorwaarden gesteld worden. Tijdens het debat kwam naar voren dat we in overweging gaven om ook andere voorwaarden te stellen en dat het onderzoek dat wij in oktober krijgen daar dan ook daadwerkelijk aandacht aan besteedt.

Minister Agema:

Ja, goed. Ik heb het debat natuurlijk niet zelf gevoerd; dat deed mijn voorganger. Dit is de stand van zaken. Als u niet blij bent met wat er in de stand-van-zakenbrief staat, dan verwacht ik dat u er vanzelf weer op terugkomt.

De voorzitter:

Daarmee is de motie ontraden?

Minister Agema:

Ja.

De voorzitter:

Dan is er nog een andere motie, van de heer Van Houwelingen.

Minister Agema:

De motie op stuk nr. 112 van de heer Van Houwelingen moet ik ook ontraden. De KNMG-gedragscode is de code van de KNMG. Daar gaan wij dus niet over; het is hun code. Als het gaat om klimaatverandering en gezondheidsproblemen, dan hebben wij in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma eenheid van kabinetsbeleid afgesproken over klimaatadaptatie. En als het gaat om het ministerie van VWS, dan komen er verantwoordelijkheden mee met bijvoorbeeld de tijgermug, die bijvoorbeeld door verandering van het weer zich verplaatst over de wereldbol en Europa en ook Nederland heeft bereikt. Het is heel lastig voor de NVWA om deze nesten te bestrijden. Het is ook lastig voor de NVWA om een tweede keer terug te komen. Zo ontstaan er risico's als het gaat om de tijgermug en de knokkelkoorts. Er is dus wel degelijk een relatie te zien met klimaatverandering. We zien ook verantwoordelijkheden om deze bestrijding op ons te nemen. Vandaar dat we deze motie ontraden.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dit is toch heel verontrustend. In het debat dat we ongeveer vijf maanden geleden hebben gehad, werd heel duidelijk dat als artsen ... Die artsen zijn er; daar hebben we contact mee. Ze beroepen zich ook op artikelen, bijvoorbeeld in The Lancet. Wat wil je nog meer? Die zeggen dat het helemaal niet zo is dat klimaatverandering, dat wil zeggen klimaatopwarming, per se slecht is voor de volksgezondheid, al was het maar omdat er veel meer mensen door kou dan door hitte sterven. Als artsen het met die kritiek en dat wetenschappelijk standpunt eens zijn, dan kan ze door de inspectie op basis van die gedragscode de mond gesnoerd worden. Dat werd heel duidelijk in dat debat. Dat is toch ongelofelijk ernstig, want dan heb je dus geen wetenschappelijk debat meer. Dan weten wij in deze Kamer ook niet meer wat wel en wat niet waar is. De minister kan dus toch nu niet over de motie zeggen: de KNMG-gedragscode, daar gaan de artsen zelf over, dus daar doe ik niks mee? Dit is toch heel ernstig. Hier moet u toch iets aan willen doen, zeg ik via de voorzitter.

Minister Agema:

Ik ga niet over de gedragscode die de KNMG zelf heeft opgesteld. Dat doen zij zelf. Het is hun gedragscode. Het veranderen van het klimaat brengt dus ook risico's met zich mee, zoals ik dat zojuist ook al heb uitgelegd: zo hebben we in Nederland steeds grotere moeite om de tijgermug te bestrijden, dus neemt ook het risico toe dat mensen hier in de toekomst knokkelkoorts gaan krijgen.

De voorzitter:

Afrondend, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Afrondend, voorzitter. Dan concludeer ik dus hetzelfde als wat de artsenvereniging zou moeten zeggen over zaken die zelfs wetenschappelijk bewezen zijn: klimaatverandering is niet per definitie opwarming, is niet per definitie slecht voor de volksgezondheid. Daar zijn discussies over. De artsenvereniging zorgt via die gedragscode ervoor dat artsen zich daar niet meer over mogen uitspreken, dat ze maar één standpunt mogen hebben: het standaardstandpunt, wat we allemaal zouden moeten vinden. Dan heb je dus geen wetenschappelijk debat meer, hebben we geen discussie meer en weten wij ook hier in de Kamer niet meer wat wel en niet waar is. Dat is heel ernstig. Dat zou de minister zich moeten aantrekken.

Minister Agema:

Ik denk dat het pas ernstig is als een minister gedragscodes gaat opstellen.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag 8 oktober aanstaande gaan we stemmen over de ingediende moties. We gaan nu even schorsen. Daarna is er een korte regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 11.09 uur tot 11.12 uur geschorst.

Naar boven