4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen White

Vragen van het lid White aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, viceminister-president, over het bericht "Welzijn van bewoners in wijken met veel sociale huur holt achteruit".

De voorzitter:

Dan heet ik de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van harte welkom. Zij heeft een vraag van meneer Raoul White van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan hem.

De heer White (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Er is niet alleen een grote woningnood in Nederland, ook de leefbaarheid in diverse wijken gaat verder achteruit. Uit onderzoek van de Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland blijkt dat dit grote gevolgen heeft voor het welzijn van mensen die in deze wijken wonen. Uit het onderzoek blijkt dat sinds 2000 in veel wijken de leefbaarheid vooruit is gegaan. Maar juist in de meest kwetsbare wijken, waar veel sociale huurwoningen staan, is de leefbaarheid niet vooruitgegaan. Dit raakt juist de mensen met de laagste inkomens. GroenLinks-PvdA maakt zich hier grote zorgen over. Mijn fractie vindt dat iedereen in Nederland in een fijne wijk moet kunnen wonen.

Voorzitter. Een van de oorzaken van de leefbaarheidsproblemen is dat kwetsbare mensen, bij wie bijvoorbeeld sprake is van schulden of verslavingen, of mensen die doorstromen uit de ggz vaak bij elkaar in de wijk terechtkomen, omdat huurwoningen daar het goedkoopst zijn. Hierdoor concentreren de leefbaarheidsproblemen zich. Mensen in deze wijken hebben steeds meer last van allerlei vormen van overlast, van afval op straat tot aan meer geweldsdelicten. We zien ook steeds meer grof geweld, zoals aanslagen met vuurwerkbommen. Het is daarom de hoogste tijd om deze noodkreet vanuit de wijken serieus te nemen en ervoor te zorgen dat iedereen in een fijne wijk kan wonen.

Voorzitter. We zien dat de financiën bij gemeenten nu al onder druk staan en met de komst van het ravijnjaar nog verder onder druk komen te staan. Ook de rijksoverheid moet wat mijn fractie betreft daarop veel meer inzet plegen.

Voorzitter. Ik heb een aantal concrete vragen aan de minister. Allereerst heb ik de vraag of de minister het met GroenLinks-PvdA eens is dat iedereen in een fijne wijk moet kunnen wonen. Is de minister het met mij eens dat de tweedeling in de samenleving alleen maar groter wordt als kwetsbare groepen in dezelfde wijken terechtkomen en dat de leefbaarheid daar daalt, terwijl die in andere wijken juist verbetert? Wat is de inzet van de minister op de gemengde wijken? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat er diverse wijken gebouwd worden als zij hier niet op gaat sturen met de Wet regie? Wat wil de minister concreet gaan doen met deze noodkreet? Deelt de minister de zorgen van gemeenten, corporaties, andere stakeholders en GroenLinks-PvdA dat met de bezuinigingen die in veel gemeenten dreigen, de problemen eerder groter dan kleiner dreigen te worden? En hoe wordt voorkomen dat gemeenten straks andere gaten op de begroting moeten vullen met middelen voor leefbaarheid?

De voorzitter:

Een aantal vragen aan de minister. Het woord is aan haar.

Minister Keijzer:

Voorzitter, dank u wel. Ik zeg op voorhand: als de heer White een gesprek had willen voeren over het Gemeentefonds, was het misschien beter geweest om mijn collega naar de Kamer te vragen, die op dit moment de gesprekken daarover voert. Daar kan ik dus gewoon niet op ingaan. Ik ben wel verantwoordelijk voor — gelukkig zag een groot deel van de vragen daar ook op — de sociale woningbouw en de NPLV-gebieden.

Voorzitter. Vooropgesteld: toen ik dit las in een artikel van Pointer, bekroop mij wel het gevoel dat we echt moeten stoppen met net doen alsof mensen met lage inkomens daardoor vanzelfsprekend ook allerlei problemen hebben. Want dat is natuurlijk helemaal niet zo. Sterker nog, kijk naar de inkomens die mensen moeten hebben om nog in aanmerking te kunnen komen voor een sociale huurwoning: dat zijn bedragen die horen bij belangrijke beroepsgroepen in onze samenleving. Als je alleen bent, gaat het om een kleine €50.000 per jaar. Als je met z'n tweeën bent, gaat het om €55.000. Dat zijn gewoon de mensen die de horeca draaiende houden, de kantoren schoonmaken en het afval ophalen. Ik denk dus dat het goed is om met elkaar gewoon vast te stellen dat de mensen met een lager inkomen die aanspraak kunnen maken op een sociale huurwoning, meestal volstrekt verantwoordelijk en met aandacht voor hun omgeving en hun buren leven. Het kan wel misgaan als er te veel mensen met echt de allerlaagste inkomens, en met problemen, bij elkaar komen te wonen. Kijk naar Geitenkamp. Dat is een van de vijf wijken in Arnhem-Oost die onderdeel uitmaken van een NPLV-gebied; dat is het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Daar zit wel 21% van de mensen, een op de vijf bewoners dus, onder of op ongeveer 120% van het wettelijk minimumloon. Dat is laag. Als dat dan ook nog gepaard gaat met problemen, dan kan je een reportage krijgen zoals die van Pointer.

De heer White vraagt of ik vind dat iedereen in een fijne wijk zou moeten wonen. Ja, natuurlijk. Is er iemand in Nederland te vinden die dat niet vindt? Dat spreekt uiteraard voor zich. De heer White vroeg ook of de tweedeling groeit op het moment dat je te veel mensen met lagere inkomens en met problemen in een bestaande wijk zet waarin alleen woningen aanwezig zijn met de laagste huren. Ja. Dan gaat er in dit land iets niet helemaal goed.

Wat is mijn inzet, vraagt de heer White aan mij. Die kent verschillende kanten. Laat ik mijn antwoord toespitsen op twee onderwerpen. Ik heb het net al genoemd: het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Daarbij gaat het om wijken waarin verschillende problemen aan de orde zijn, bijvoorbeeld: schoolverlating, ondermijnende criminaliteit en een slechte woonkwaliteit. Daar hebben wij, samen met gemeentes, coöperaties, justitie en het ministerie van VWS, verschillende programma's voor.

Hoe zit dat in Geitenkamp? Overigens is dat een ontzettend mooie omgeving; het is een beschermd stadsgezicht. Qua architectuur en de manier waarop de wijk is vormgegeven, ziet het er daar goed uit. Maar het is wel lastig om die woningen bij de tijd te krijgen. Er wordt daar ook gewerkt aan verduurzaming; daar wordt ook in geïnvesteerd. In die wijk hebben we verschillende programma's lopen om ervoor te zorgen dat de wijk uiteindelijk vooruit kan. De jongeren worden ondersteund bij het vinden van een baan rond de energietransitie. Maar denk ook aan de verlengde schooldag, waarmee jongeren extra onderwijs krijgen. Denk aan een transformatie van de sporthal en het winkelcentrum, om nog maar eens iets te noemen. Denk ook aan het programma rond het verbeteren van de gezondheid, aan het opknappen van de speeltuin, aan beurzen voor talenten in de sport en aan experimenten om een schuldenvrije flat te realiseren. Er zijn dus verschillende programma's die daar draaien, mede ondersteund door het Rijk, om de woonsituatie uiteindelijk te verbeteren.

De heer White (GroenLinks-PvdA):

Ik hoor de minister mooie woorden spreken over leefbaarheid en het nationaal programma, maar ik vrees toch dat de problemen niet opgelost kunnen worden als er niet méér gebeurt. We zien helaas toch dat de gegeven impulsen en de tot nu toe ondernomen acties te weinig terecht zijn gekomen bij de meest kwetsbare mensen, die juist deze ondersteuning en hulp nodig hebben. Ik krijg de indruk dat de minister bij nieuwbouw niet wil sturen op diversiteit in wijken, maar die slechts op regionaal niveau wil regelen. Wat denkt de minister dat de gevolgen hiervan zijn? Waarom wil ze niet op wijkniveau sturen op 30% sociale huur? Welke mogelijkheden ziet de minister om meer in te zetten op diverse wijken in de bestaande bouw? We horen uit het veld oplossingen zoals meer wat duurdere sociale huurwoningen beschikbaar stellen aan mensen met een lager inkomen, zodat er meer gestuurd kan worden op gemengde wijken. Wat vindt de minister van dit idee?

Minister Keijzer:

Ik snap niet waar het idee vandaan komt dat ik niet wil sturen op een divers woningaanbod. In deze Kamer ligt de Wet regie. Daarin is opgenomen dat van de nieuwbouwprogrammering 30% sociaal en twee derde betaalbaar moet worden gemaakt. Uiteindelijk geldt dat wel op regioniveau, omdat de gemeente, in overleg met de provincie, het beste in staat is om te kijken wat er nodig is. In de Geitenkamp is 82% sociale huur. Als je je realiseert dat er in heel Arnhem 32% sociale huur is, zie je dat daarmee het beleidsdoel gewoon gerealiseerd is.

Wat is daar dan nodig? Het is daar nodig dat de gemeente samen met de corporatie gaat kijken hoe je op een andere manier om kunt gaan met de woningvoorraad. Je zou daar bijvoorbeeld bestaande huurwoningen na mutatie anders kunnen waarderen, dus nadat de huur opgezegd is en er een nieuwe huurder in zou kunnen komen, waardoor mensen met een net wat hoger inkomen in de desbetreffende huurwoning terechtkomen. Dan kan de corporatie vervolgens in andere delen van de gemeente de huurwoningen wat lager waarderen, zodat mensen met lagere inkomens kunnen mengen in een wijk met wat hogere inkomens. Dat is een manier om dit op een andere manier te organiseren. Die mogelijkheid is er voor tot 15% van de huurvoorraad, dus ik denk dat gemeentes daar samen met huurcorporaties op in kunnen zetten. In het kader van de NPLV-aanpak ondersteunen wij gemeentes daar ook in.

De heer White (GroenLinks-PvdA):

Tot slot. Ik hoor de minister inderdaad zeggen dat in bepaalde wijken hierop wordt ingezet. Ik zou aan de minister willen vragen of we hierop dan niet ook in andere wijken in de rest van Nederland kunnen inzetten.

Minister Keijzer:

Dat is al toegestaan. Een gemeente mag tot 15% van de woningen anders waarderen, waardoor mensen met een net wat hoger inkomen, net boven de getallen die ik net noemde, €28.375 als je alleen bent, €38.500 als je met z'n tweeën bent, in een lager gewaardeerde huurwoning terecht mogen komen. Dan kan je als corporatie vervolgens met gesloten portemonnee in een andere wijk een huurwoning die net een hogere prijs heeft, lager waarderen, zodat mensen met lagere inkomens daar terechtkomen. Gemeentes hebben al de mogelijkheid om dit toe te passen. Ik nodig gemeentes met een situatie zoals die in Geitenkamp daar ook van harte toe uit, want dat komt gewoon echt de diversiteit ten goede en daar is geen wetswijziging voor nodig.

De heer White (GroenLinks-PvdA):

Ik hoor de minister zeggen: de gemeentes dit en de gemeentes dat. De vraag die ik aan de minister stel, is: wat kan er vanuit het Rijk nog meer gebeuren om de gemeentes hierbij te ondersteunen? De theorie klopt namelijk als een bus, maar in de praktijk zie ik nog steeds anders.

Minister Keijzer:

Waar ik af en toe een klein beetje moeite mee heb, is als er gedaan wordt alsof ik dan de superwethouder en de supercorporatiebestuurder van Nederland moet worden. Dit zijn gewoon wettelijke mogelijkheden die neergelegd zijn in de bevoegdheden die er ter plekke zijn. Het zou toch werkelijk te gek worden als ik nu afreis naar Arnhem en zeg: zo, deze woning waardeer ik net boven de €682,96 en die woning net eronder, en dan gaan deze mensen net weer ergens anders wonen. Dat is gewoon niet mijn functie. Ik ben aangesteld om er, samen met u als wetgever trouwens, voor te zorgen dat deze bevoegdheden er op lokaal niveau zijn. Ik ben in het kader van het NPLV ook bezig om deze mogelijkheden tot gemeentes te brengen, voor zover ze dat niet weten, en ze ook uit te nodigen om daarvan gebruik te maken, om uiteindelijk de situatie in dit soort wijken te verbeteren. Dat laatste delen we namelijk met elkaar.

De heer White (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

We hebben het hier over een heel groot probleem. Wat ooit trotse volkswijken waren, met soms wel 60%, 70% of 80% sociale huurwoningen, werden achterstandswijken. En als we niks of te weinig doen, dreigen deze wijken zelfs verder af te glijden naar getto's. Als je dan nadenkt over de toekomst van de jongeren die daar opgroeien … Daar moet je soms niet aan denken. Daarom heb ik de vraag of wij niet veel meer moeten investeren in sociale huurwoningen in de hele stad, in de hele gemeente. Dat hebben we de afgelopen tien jaar niet gedaan. Moeten wij niet veel meer met oog voor de buurt toewijzen? Ten slotte: moeten wij …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Nou, deze twee vragen dan, voorzitter. Ik wacht even op het antwoord.

Minister Keijzer:

De vraag is of wij dat hier moeten doen of dat dat op lokaal niveau moet gebeuren. We hebben met elkaar vastgesteld dat we in een gedecentraliseerde eenheidsstaat wonen. Ik zeg het maar even heel snel. Maar het komt erop neer dat deze bevoegdheden op gemeentelijk niveau liggen. Daar moeten ze deze afwegingen maken. We hebben het hier over gemeenten waar al 32% van de woningvoorraad in de sociale huur zit. Dus hiermee zitten ze al ver boven het landelijk gemiddelde van zo'n 27%. Ze voldoen daarmee aan de eisen die eerder hier in debatten al vastgesteld zijn en die ook in de Wet regie zitten. Nu komt het er echt op aan dat er op gemeentelijk niveau bekeken wordt hoe ze gebruik kunnen maken van de instrumenten die er zijn.

Voorzitter. Daarnaast kan ook het volgende. Net zoals ik op landelijk niveau prestatieafspraken heb gemaakt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en met de vereniging van woningcorporaties, zo kan dat op gemeentelijk niveau tussen gemeentes en woningcorporaties gebeuren. Daar kunnen ze dan afspraken maken over die vrije toewijzingsruimte, zoals ik heb gezegd, maar ze kunnen daar ook afspraken maken over hoe je de bestaande woonvoorraad op een kwalitatief hoger niveau kunt krijgen of over hoe je ervoor kunt zorgen dat je bijvoorbeeld niet per pand, maar per straat verduurzaamt, want dat komt natuurlijk uiteindelijk ook aan de inkomenspositie van mensen tegemoet.

Mevrouw Beckerman (SP):

Waar heb ik nou naar zitten luisteren? Ik hoor de minister namelijk terecht beginnen met: ik ben geschrokken van dit artikel; ik ben geschrokken van dit onderzoek. Ze begon ook met hoe erg en hoe groot de nood is in deze volkswijken. Maar vervolgens komt er helemaal niets. Ik hoor het eeuwige cliché "ik ben toch geen superwethouder", een beetje wijzend naar anderen. Kunnen we de minister niet uitdagen om in ieder geval één ding toe te zeggen? Heel veel mensen in de volkswijken hebben hun hoop gevestigd op het kabinet, maar het enige wat er nu gebeurt, zijn hogere huren, woningen die slechter zijn en een leefbaarheid die onder druk staat. Kan de minister één ding noemen dat ze extra wil doen voor al die mensen in die volkswijken?

Minister Keijzer:

Er zit al ongelofelijk veel inspanning op deze wijk. De Geitenkamp is een wijk in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Ik heb net een opsomming gegeven van alles wat er in die buurt al gebeurt om te zorgen dat er geïnvesteerd wordt in de omgeving. Ik had het net over speeltuinen, maar ook het creëren van buurttuinen. Er worden allerlei investeringen op sociaal gebied gedaan om te zorgen dat kinderen van school af komen met een startkwalificatie, dat er extra onderwijs gegeven wordt. En zo zijn er nog verschillende andere mogelijkheden. Als mevrouw Beckerman op zoek is naar een concrete toezegging, ben ik met alle liefde bereid om deze week nog de telefoon te pakken om de wethouder van Arnhem te bellen met de vraag of hij op de hoogte is van de 15% vrije toewijzingsruimte die hij heeft. Ik stel mij zo voor dat hij glimlacht, mij bedankt voor de aandacht en voor de tip, maar dat hij het al wist. Maar uiteraard ben ik daartoe bereid.

Mevrouw Beckerman (SP):

In haar antwoord noemt de minister de 21 NPLV-gebieden. Heel goed, maar dit onderzoek gaat over veel meer wijken. De SP heeft het NPLV altijd gesteund. Maar verder maken wij ons eigen woonplan, voor nog veel meer wijken. We pleiten voor 1 miljoen extra betaalbare woningen, voor huurbevriezing, voor zeggenschap. Wij werken het kabinet hierin niet tegen, we voorzien het kabinet van extra plannen — keer op keer. Maar ja, welk antwoord krijgen we dan? Dan zegt de minister "dat is communistisch" of ze komt met een ander isme. Wat hebben de mensen uit al die volkswijken eraan die nu kijken en die zeggen: wij zijn niet zo'n NPLV-gebied; waar is de minister voor ons?

Minister Keijzer:

Er is nog een ander isme. Dat is idealisme. Dat is wat ik altijd bij mevrouw Beckerman zie. Dat waardeer ik in haar. Dat vind ik echt mooi om te zien. Ik warm mij daar soms ook aan, om met haar na te denken: wat is er allemaal mogelijk voor mensen die in omstandigheden wonen die stukken beter kunnen? Maar ik moet vervolgens ook praktisch blijven kijken wat er nodig is, hoever mijn financiële polsstok gaat, hoeveel ambtenaren ik heb om dit beleid allemaal uit te voeren en of wethouders daadwerkelijk zitten te wachten op mijn bemoeienis. Dat laat onverlet dat we het hier uiteindelijk hebben over mensen in wijken waar het beter kan. Daar ben ik elke dag mee bezig, maar nog veel belangrijker is dat al die wethouders en corporatiebestuurders en -medewerkers daar ook elke dag mee bezig zijn.

De heer Peter de Groot (VVD):

Er wordt hard gewerkt, zoals de minister aangeeft, om het leven beter te maken voor de mensen in kwetsbare wijken. Ik heb één concrete vraag. We kennen in Nederland namelijk een wet, in de volksmond de Rotterdamwet genaamd, waarmee je als gemeente — de minister refereerde daar net al aan — kan sturen op welke mensen uiteindelijk in die wijken komen te wonen. Dat kan helpen om de kwetsbaarheid van die wijk ook echt te verbeteren. Mijn concrete vraag: geeft die wet, want die wordt daar nu niet toegepast, voldoende handvatten om ook op andere plekken in Nederland toegepast te worden? Het kan namelijk heel erg helpen.

Minister Keijzer:

Ik weet niet of deze wijk, de Geitenkamp, geschikt is en past binnen het wettelijk kader van de "Rotterdamwet", zoals we die noemen. Ik zal ernaar kijken en, zo zeg ik in de richting van mevrouw Beckerman: als ik de wethouder van Arnhem bel, zal ik ook aan hem vragen of hij hier behoefte aan heeft, als ik al tot de conclusie kom dat deze wet daarvoor geschikt is.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover het vragenuurtje. Dank aan de minister. Ik schors enkele minuten.

De vergadering wordt van 15.04 uur tot 15.12 uur geschorst.

Naar boven