Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 55, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 55, item 3 |
Vragenuur
Vragen Omtzigt
Vragen van het lid Omtzigt aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Tienduizend IS-strijders vormen een tikkende tijdbom: terreurkalifaat ook in Nederland bezig met terugkeer".
De voorzitter:
Van harte welkom aan de minister van Justitie en Veiligheid. Ik geef graag het woord aan de heer Omtzigt van de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Het woord is aan hem.
De heer Omtzigt (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We zijn getuige geweest van de zoveelste aanslag van IS, Daesh, in Europa, dit keer in Villach. We hebben Solingen gezien. We hebben de afgelopen jaren Madrid, Brussel en Parijs, op de Champs-Élysées en bij Bataclan, gezien. Denk ook aan Londen bij London Bridge, Manchester bij een popconcert, en Dagestan. Bijna al onze omliggende landen hebben grote aanslagen van IS gehad.
Dit parlement heeft als een van de eerste parlement erkend dat IS genocide gepleegd heeft. Daarbij hebben ook honderden Nederlanders meegevochten. We moeten dus weerbaar zijn als samenleving, want we weten dat deze mensen niet van hun ideologie afgekomen zijn. Wat doet de Nederlandse regering dus om dat te voorkomen? Ik heb vragen daarover op een aantal punten, want deze mensen moeten niet op Nederlandse straten terechtkomen. Wat wordt er gedaan zodat deze mensen niet in vluchtelingenstromen terechtkomen?
Dan hebben we al twee maanden de uitstaande vraag hoeveel IS-strijders op dit moment bij HTS strijden. Dat is op dit moment de regering van Syrië. De NCTV zegt: vanaf 2025 komen deze voor terrorisme veroordeelden vrij uit detentie; zij hebben een hoog dreigingsprofiel. Wat gebeurt er met de IS'ers die hun straf uitgezeten hebben, maar nog wel gevaarlijk zijn voor de Nederlandse samenleving?
Er zijn velen die gevangenzitten in de gevangenissen van Noord-Syrië; denk aan Al-Hol. Dat zijn een soort tikkende tijdbommen. Het lijkt erop dat zij daar vrijgelaten worden. Wat doet de Nederlandse regering? Stopt de Nederlandse regering nu eindelijk met het terughalen van de ouders van de kinderen? We hebben in de Raad van Europa een voorstel aangenomen gekregen dat je de kinderen wel kan terughalen, maar níét hun ouders. Dat valt niet onder artikel 8 van het EVRM over het recht op een gezinsleven. Dat verspil je als je een dreiging voor de Staat bent. Deze mensen zijn een dreiging voor de Staat, heeft de Assemblee daar uitgesproken. Steunt de Nederlandse regering de aangifte die ik gedaan heb bij het Internationaal Strafhof tegen de IS-strijders? Die moeten gewoon vervolgd worden.
Tot slot. De Nederlandse regering heeft gezegd dat er een tribunaal opgezet wordt — dat staat in het hoofdlijnenakkoord — om IS'ers te bestraffen. Ze hebben immers genocide begaan. Hoever staat het daarmee?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank aan de heer Omtzigt voor zijn vragen. We hebben de afgelopen weken allemaal gezien dat IS, en ook het gedachtegoed van IS, niet is verdwenen. Allereerst spreek ik mijn medeleven uit voor de mensen die zijn geraakt door de gebeurtenissen in München en in Villach. Het beeld van de jongeman die na de aanslag in Villach lachend wordt opgepakt, laat me niet los. Dit geeft aan hoe hardnekkig dit gedachtegoed is en hoe diep het zit. Het geeft aan dat we ons uiterste best moeten doen om te voorkomen dat zoiets ook hier gebeurt. Maar ik zeg ook dat ik dat niet kan uitsluiten. We hebben hier een dreigingsniveau "substantieel". Dat is het een-na-hoogste dreigingsniveau. Zo'n aanslag kan ook hier gebeuren. Gelukkig — en dat hebben we ook de afgelopen jaren meerdere malen gezien — zijn onze veiligheidsdiensten alert en zijn er ook meerdere potentiële aanslagen of gevaarlijke situaties voorkomen. Maar daarmee is het nog niet gedaan.
De vragen van de heer Omtzigt. Ik loop ze af in de volgorde zoals hij ze stelde. Hoe voorkomen wij dat Nederlandse IS-terroristen zich bevinden in de vluchtelingenstroom? Allereerst staan deze mensen allemaal internationaal gesignaleerd. Zodra zij Syrië verlaten en naar een ander land gaan, worden wij daar, als het goed is, op gealerteerd en kunnen wij daar dus ook op acteren. Ze hebben ook niet allemaal meer de Nederlandse nationaliteit. Zij die niet meer de Nederlandse nationaliteit hebben, kunnen überhaupt nooit meer terugkeren naar Nederland. Ten derde vindt er altijd een uitgebreide screening plaats van iedereen die uit Syrië komt, om te bepalen wat hun rol daar is geweest en/of er al dan niet sprake zou moeten zijn van verdere vervolging als deze mensen naar Nederland komen op basis van de daden van IS.
Ik weet niet exact hoeveel IS-strijders er op dit moment bij HTS zitten. De situatie is heel fluïde, in beweging. Ik heb daarover contact met de kopgroep van contraterrorismelanden in EU-verband. Met acht collega's kom ik regelmatig bijeen om, juist nu, te spreken over de situatie in Syrië, over de kampen — daar kom ik zo meteen nog op — over HTS en over mensen die zijn vrijgelaten uit de gevangenissen die werden bewaakt door het bewind van Assad. Ook daar zitten namelijk mensen tussen die mogelijk een risico zouden kunnen vormen. We delen die informatie met elkaar, voor zover we die hebben. Maar op de vraag hoeveel Nederlandse IS-strijders er exact nog bij HTS actief zijn, zou ik op een later moment schriftelijk moeten terugkomen.
Er komen ook mensen vrij uit detentie. Ik heb het dan ook over mensen die volgens ons nog steeds een risico vormen voor de maatschappij vanuit terroristisch oogpunt, omdat ze het gedachtegoed niet hebben afgezworen of anderszins. Deze mensen laten we niet zomaar los. Er is een heel traject waarbij gemeentes, reclassering en zorginstanties zijn aangesloten om in casusoverleggen dit soort mensen te bespreken. Er kan ook geëvalueerd worden welke maatregelen mogelijk nodig zijn, wat het risico is dat acuut van iemand uitgaat en of iemand acuut crisiszorg nodig heeft op het moment dat die bijvoorbeeld mentaal instabiel zou worden. Er wordt dus van alle kanten gekeken naar deze mensen. Ik zeg erbij dat er ook door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten naar gekeken wordt, zeker bij de hoogrisicomensen. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn zeer alert, juist als het gaat om de mensen die een hoog risico vormen.
Dan de gevangenissen in Noordoost-Syrië, waaronder Al-Hol. De laatste informatie die wij hebben, is dat er geen acuut gevaar is voor een uitbraak uit deze gevangenissen of dat de Syrian defence forces, die verantwoordelijk zijn voor het bewaken van die gevangenis, daar op dit moment niet voor betaald zouden worden of niet toe in staat zouden zijn. De situatie lijkt dus, na de eerdere berichten van een aantal weken geleden, nu stabiel. Dat neemt niet weg dat dit natuurlijk een blijvend aandachtspunt is. Terecht merkt de heer Omtzigt op — zeer onlangs heeft hij daar ook nog een documentaire over kunnen zien — dat er daar natuurlijk echt tienduizenden mensen vastzitten. We kunnen ervan uitgaan dat die niet gederadicaliseerd zijn in de tijd dat ze daar zaten. Integendeel, zou ik willen zeggen. Dat wegen we ook nadrukkelijk mee daar waar het gaat om het terughalen van ouders uit deze kampen. U weet dat we daar zeer terughoudend in zijn, maar ik kan u niet in algemene zin zeggen: dat doen we nooit. Dat wordt elke keer gewogen vanuit het oogpunt van nationale veiligheid. Welk risico halen we hiermee naar Nederland? Welke daden heeft iemand mogelijk begaan? Welke gevangenisstraf zou daar dus mogelijk uit voort kunnen komen? Wat betekent het voor de rechtsgang? Want ook de rechter in Nederland stelt in sommige gevallen voorwaarden aan de aanwezigheid of afwezigheid van deze mensen bij hun eigen rechtszaak voor de voortgang van die rechtszaak. Die beslissingen nemen we op individueel niveau. Zoals u weet, is het een tijdje geleden dat we pogingen hebben ondernomen om iemand terug te halen. Dat is bewust.
U vraagt of wij uw aangifte steunen. Ja, in overdrachtelijke zin zeker. U heeft die gedaan vanuit uw rol bij de Raad van Europa. In die zin steunen wij de inhoud van die aangifte, maar het past ons dan weer niet om ons daarin te voegen. Het is nu aan het Internationaal Strafhof om die aangifte op te pakken en daar wat mee te doen.
Uw laatste punt ging over het tribunaal. U merkt terecht op dat dit in het hoofdlijnenakkoord staat. Wij vinden dat een heel belangrijk punt. Wij spannen ons ervoor in om er in ieder geval voor te zorgen dat bewijsmateriaal dat is verzameld, onder andere in UNITAD-verband, ook beschikbaar blijft voor de vervolging van IS-strijders in de toekomst. In alle contacten die we hebben met de Iraakse autoriteiten spreken we ze ook aan op het kijken naar de mogelijkheden voor de oprichting van zo'n tribunaal in de regio, waarmee de meeste mensen die zich immers in de regio bevinden, daar vervolgd zouden kunnen worden.
Voorzitter. Dat waren in sneltreinvaart de antwoorden op zeven vragen. Ik denk dat ik ze daarmee kort heb aangestipt.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik heb een paar vervolgvragen. Al in december heeft de premier beloofd dat hij zou terugkomen op de IS-strijders die bij HTS zitten. Ik verwacht dus de brief van de minister of de minister-president echt binnen twee weken om te horen hoe het daarmee zit.
Ik heb een hele specifieke vraag over de terughoudendheid in het terughalen van ouders. Tot nu toe deed de Nederlandse regering dat vanwege het recht op gezinsleven, artikel 8 van het EVRM. Maar artikel 8 heeft de clausule dat bij gevaar voor de staatsveiligheid, de staatsveiligheid voorgaat. Dus het recht op gezinsleven is heel belangrijk, maar de staatsveiligheid is nog net een beetje belangrijker. De Raad van Europa heeft op mijn voorstel gezegd: dan hoef je de ouders niet terug te halen. Is de regering bereid om daar een beleidslijn van te maken en juist iemand te benoemen die IS'ers gaat vervolgen in Nederland bij het OM?
Voorzitter. Tot slot twee andere vragen. Die aangifte kan wel degelijk gesteund worden, niet alleen moreel, maar ook met een brief van de Nederlandse regering aan het Internationaal Strafhof. Dat zou ik zeer op prijs stellen, dat ook zij vindt dat ze vervolgd moeten worden. Nederland zou het tribunaal moeten opzetten. Ik heb ook een stuk gepubliceerd over hoe het tribunaal eruit kan zien. Ook dat kan ik aan de voorzitter geven, zodat het in de Handelingen kan komen. Het is een academisch artikel, waarin volledig wordt onderbouwd hoe je het staatsrechtelijk zou kunnen opzetten. Is de Nederlandse regering bereid daar haast mee te maken? Genocide laat je niet onbestraft.
Minister Van Weel:
Ik kom met een brief over de aantallen Nederlandse strijders die bij HTS aanwezig zijn. Dat zeg ik u toe. Die toezegging had u al en ik begrijp dat die uit december komt, van de premier. Ik zal die op me nemen als eerstverantwoordelijke voor dit dossier. Die komt u dus toe.
Wat betreft de beleidslijn met betrekking tot het terughalen van ouders: we hebben recentelijk geen ouders teruggehaald omwille van gezinshereniging. In die zin is dat niet iets waar we nu actief uitvoer aan geven. Dit blijft echt een case-by-casebenadering. Er wordt in samenspel tussen het OM, de regering en de rechterlijke macht op een case-by-casebasis gekeken hoe wij omgaan met Nederlanders die daar vastzitten. Dat doe ik om verschillende redenen, onder andere om niet in bepaalde gevallen al bij voorbaat de rechtsgang uit te sluiten. Ik hoor u. We hebben ook niet geacteerd in de geest van hetgeen u noemt; er zijn recent geen ouders teruggekomen omwille van de kinderen door ons toedoen. Maar verder wil ik dit op een case-by-casebasis laten geschieden.
Wat betreft uw aangifte: ik kom in dezelfde brief over de HTS-strijders terug op wat we daarmee zouden kunnen doen, en datzelfde geldt voor het tribunaal, op basis van het voorstel dat u inricht. We nemen dit zeker serieus. In die brief zal ik ook bij u terugkomen op welke vervolgstappen wij nog voor mogelijk houden.
De heer Omtzigt (NSC):
Dank dat we in een brief horen hoe het tribunaal opgezet wordt. Het is meer dan tien jaar geleden, dus er zit echt haast achter dat het tribunaal opgezet wordt. Dat tribunaal is niet alleen voor Irak belangrijk, maar is juist ook voor onze eigen staten ongelofelijk belangrijk. Dank voor de antwoorden. Deze discussie wordt helaas vervolgd.
De voorzitter:
Het academische artikel dat u mij hebt doen toekomen, heb ik inmiddels doorgestuurd naar de minister.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik zal ervoor zorgen dat u het ook digitaal heeft.
De voorzitter:
U stuurt het ook nog even digitaal. Hartstikke goed. Een vervolgvraag van de heer Ceder. U heeft 30 seconden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Fijn dat dit is toegewezen. Ik heb twee weken geleden een debat over ongeveer hetzelfde aangevraagd. Daar heeft de Kamer niet bij meerderheid mee ingestemd. Fijn dat de urgentie nu gevoeld wordt. Er is namelijk een tikkende tijdbom — die is er al jaren — en er is laksheid, ook vanuit Nederland. De minister geeft aan dat er vanuit SDF geen signalen zijn dat er sprake is van een dreiging. Tegelijkertijd geeft het autonome bestuur in Noordoost-Syrië al jaren aan dat er wel degelijk sprake is van het niet meer kunnen faciliteren van de gevangenen. Is de minister bereid om in gesprek te gaan met het autonome bestuur om te verifiëren wat nu de stand van zaken is?
Minister Van Weel:
Dat doen wij. Via de geëigende kanalen zijn daar contacten mee. Dat is ook hoe ik aan deze informatie kom, ondanks de berichten die ons een paar weken geleden bereikten over dat er geen betalingen meer zouden worden gedaan en dat de gevangenissen op het punt stonden om open te gaan. Zo hebben we ook kunnen verifiëren dat dat niet het geval is. Op dit moment lijkt de situatie dus stabiel. Daar blijven we over in contact via de geëigende kanalen, zoals ik al zei.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De reden waarom het instabiel is, heeft ermee te maken dat de NAVO-lidstaat Turkije al jaren met bombardementen bezig is. Een aantal moties, ook van mijn kant, hebben het kabinet ertoe opgeroepen om daartegen op te treden en om Turkije daarop aan te spreken. Ook de veiligheid van Nederland komt door die bombardementen namelijk in het geding. Ik constateer dat de moties helaas nog maar weinig gebracht hebben. Is de minister bereid om, nu we dit bericht hebben gekregen, en met het oog op onze nationale veiligheid, het gesprek met Turkije opnieuw aan te gaan, dan wel in Europees verband, om te eisen dat Turkije stopt met het verzwakken van de capaciteit om penitentiaire inrichtingen in Noordoost-Syrië te kunnen bewaken?
Minister Van Weel:
Nogmaals, ik heb geen indicatie dat daarvan op dit moment sprake is. De recente gebeurtenissen in Syrië hebben natuurlijk te maken met de val van het Assad-regime en de opmars van HTS, die overigens tot op zekere hoogte gesteund wordt door Turkije. Dat heeft een enorme dynamiek in beweging gebracht. Toen kwam er een bericht van de nieuwe Amerikaanse administratie dat zij mogelijk betalingen die de kampen ten goede komen stop zouden zetten. Dat blijkt niet het geval te zijn. Het is nu echt wachten tot het stof neerdaalt. Dan zullen we ook weten wat de nieuwe situatie betekent, onder andere voor het bestuur in de regio en voor deze gevangenenkampen. Ik wil dat dus wel afwachten. Zoals ik net via de voorzitter aan de heer Omtzigt vertelde, ben ik daarover regelmatig in contact met de meest betrokken collega's. Dat zijn zowel de collega's die daar evenals wij landgenoten hebben zitten, alsook landen die een groot belang zien bij Syrië en de stabiliteit daar. Dit is dus geen geëindigd gesprek; dit blijft lopen.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wat een slappe hap van deze minister. Er vinden vrijwel wekelijks aanslagen plaats in Europa door islamitische terroristen. Deze minister heeft het over case-by-casemanagement als het gaat over het terughalen van IS'ers en hun ouders. Wij willen de garantie van deze minister dat IS'ers niet worden teruggehaald, dat ze Nederland niet binnenkomen en dat Nederlanders gewoon veilig kunnen leven en niet bang hoeven te zijn voor nog meer terrorisme.
Minister Van Weel:
Laat ik maar niet ingaan op die kwalificatie. Ik denk dat die niet zozeer mij als wel onze veiligheidsdiensten echt zwaar tekortdoet. Er wordt in Nederland met man en macht gewerkt om ons veilig te houden. Er gaat ontzettend veel goed. Er worden hier potentiële aanslagen verijdeld. Ik denk dat we daar met z'n allen trots op en blij mee moeten zijn. Tegelijkertijd heb ik al gezegd dat dat geen garanties geeft. Dat zien we nu ook in Villach en München, waar mensen in een hele korte tijd en in redelijk isolement lijken te zijn geradicaliseerd en vervolgens dit soort daden plegen. Dat is verschrikkelijk. Dat betekent dat we zo alert mogelijk moeten zijn op de signalen die we krijgen, maar garanties hebben we niet.
Natuurlijk willen we de komst van IS'ers naar Nederland voorkomen. Ik meldde al dat deze mensen om die reden gesignaleerd staan en dat we ze in sommige gevallen het Nederlanderschap hebben afgenomen, waardoor ze überhaupt niet meer kunnen terugkeren naar Nederland. De regering heeft in de afgelopen periode niemand teruggehaald uit Syrië. De enige reden waarom ik dat niet als een wet van Meden en Perzen zie, is omdat het in de context van onze eigen nationale veiligheid en rechtsgang elke keer een individuele afweging zal zijn.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
We hebben in het verleden een aantal vrouwen teruggehaald. Het waren terroristen die hier zijn veroordeeld. Dat stak mijn fractie als een graat in de keel. Dat hebben we ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Het argument waarom we deze vrouwen terughaalden, was omdat ze anders hun straf zouden ontlopen. We gingen ze hier berechten en straffen. Gelukkig is de strafmaat nu verhoogd naar twintig jaar. Daar ben ik heel blij mee. Daarna hebben we ze in de gaten gehouden. Maar deze mannen hebben straf gekregen en zitten daar in de gevangenis. Dat argument vervalt dus. Er is dus geen enkele reden om deze mannen terug te halen. Een van de belangrijkste criteria is juist de nationale veiligheid van Nederland. Kan de minister bevestigen dat die criteria overeind blijven staan, dat we die hanteren en dat die mannen, in de ogen van mijn fractie, dus niet terug naar Nederland zullen komen?
Minister Van Weel:
Die criteria zijn nog hetzelfde en die passen we ook in elk concreet geval toe. De nationale veiligheid speelt daarbij, en zeker ook bij mij, een hele, hele grote rol.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dan een vervolgvraag over de gedetineerden in Nederland die binnenkort vrijkomen; ook een enorme zorg. Ik zou het heel goed vinden als daar waar dat kan het Nederlanderschap wordt ontnomen. Maar ze lopen in Nederland rond. De minister heeft het over lokale casusoverleggen en de diensten. Ik heb groot respect voor iedereen die daar werkt, maar we hebben het vaak over informatiedeling en de moeite om informatie met elkaar te delen. Werken die lokale casusoverleggen dan wel goed als je ziet hoe moeilijk het is om informatie te delen? Wat hebben we aan de Wet langdurig toezicht, die we juist voor deze groep van toepassing hebben verklaard, juist om gevaarlijke types in te gaten te kunnen houden nadat ze zijn vrijgekomen?
Minister Van Weel:
De ervaringen met de casusoverleggen zijn erg positief. Op basis van wat daar al gebeurde op het gebied van informatie delen hebben we de wet aangepast. Recent heb ik die in de Eerste Kamer verdedigd. De wet is daar ook aangenomen. De manier waarop het gebeurde, hebben we daarmee dus nu ook wettelijk verankerd. Dus: wie mag welke informatie delen over welke personen en op welk moment? Ik moet u eerlijk zeggen, dat biedt echt een vrij ruim kader voor de diensten om in de casusoverleggen heel specifiek en heel open te zijn over de gevallen die het betreft. De veiligheid telt hier immers zwaar.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ik wil verder ingaan op met name het nationale aspect. We weten al langer dat de kans op een aanslag in Nederland vrij reëel is. Dat vraagt om een strategie, dat vraagt om regie. Het IS-gedachtegoed mag niet onze jongeren bereiken en verzieken, waardoor ze gaan radicaliseren. Daarvoor moet je investeren, ook in je lokale casusoverleggen in je gemeente, in je wijkagenten en jongerenwerkers. Maar daar wordt nu nota bene op bezuinigd. Welke extra inspanningen gaat de minister, gelet op dit dreigingsbeeld, doen om te voorkomen dat onze jongeren met dat IS-gedachtegoed worden besmet?
Minister Van Weel:
Een van onze grote zorgen is ... Daar heeft mevrouw Mutluer gelijk in. Zoals je ook nu weer ziet in München en in Villach … Je ziet het in ieder geval in Villach; wat betreft München weet ik het nog niet honderd procent zeker. In heel korte tijd kunnen deze mensen in hun eentje online radicaliseren op basis van IS-propaganda, zelfs misschien gepushte propaganda. We hebben hier in Nederland sinds afgelopen jaar de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal. Dat is een belangrijke stap. Ingeval dit materiaal wordt aangetroffen, kunnen we websites heel snel op zwart zetten. De eerste ervaringen daarmee zijn heel positief. Maar er is meer nodig. In december ben ik gekomen met de Versterkte Aanpak Online. Die beschrijft een aantal sporen waarlangs we dat online radicaliseringsspoor willen aanpakken. De AIVD komt in dit voorjaar met een openbaar rapport om aandacht te vragen voor dit fenomeen en wat we daar verder aan kunnen doen. Het is zeker een groot risico, vooral vanwege het feit dat het zicht erop heel moeilijk is. Het gebeurt immers op zolderkamertjes met mensen die daar alleen zitten. Soms heeft zelfs de omgeving of de familie niet eens door wat daar gebeurt.
Mevrouw De Vos (FVD):
Afgelopen weekend was er een afschuwelijke aanslag in Villach en vorige week in München. We zien eigenlijk iedere week dat het raak is in Europa met aanslagen. De minister verwijst naar signaleringen die hij wil gaan doen of al doet, maar volgens mij is het probleem dat er iedere maand duizenden mensen Nederland binnenkomen, om nog maar niet te spreken van de mensen die hier al naartoe gekomen zijn. Mijn vraag is wat de minister daaraan gaat doen. Wanneer gaat hij de veiligheid van Nederlanders vooropstellen?
Minister Van Weel:
Voor mij staat de veiligheid van Nederlanders absoluut voorop. Dat heeft niet alleen maar te maken met migratiestromen. Ik concentreer mij voornamelijk op een screening op risicoprofielen van degenen die binnenkomen, op het signaleren van mensen van wie we weten dat ze deel hebben genomen aan de strijd van IS, op het screenen van mensen die binnenkomen op dit potentieel gedachtegoed. Dan nog kunnen ook mensen die hier al jarenlang zijn of die hier geboren zijn, radicaliseren op basis van het IS-gedachtegoed. Ook daar richt ik mij op. Het probleem is voor mij dus veel groter dan alleen de migratie. Voor de migratiestromen en de maatregelen die dit kabinet daarop neemt, verwijs ik graag door naar mijn collega van Asiel en Migratie.
De voorzitter:
Dank aan de minister van Justitie. Fijn dat u weer bij ons was.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-55-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.