2 Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen Paternotte

Vragen van het lid Paternotte aan de minister van Buitenlandse Zaken over onbeantwoorde schriftelijke vragen inzake het nieuws dat Russische geheimagenten met vissersschepen naar Nederland kunnen reizen.

De voorzitter:

Aan de orde is ons mondelinge vragenuurtje. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken, die ondanks drukke werkzaamheden toch hiernaartoe is gekomen. Dat waarderen we erg. Hij heeft een vraag van de heer Paternotte van de fractie van D66. Het is een vraag die eerder onbeantwoord bleef. Dat zal de heer Paternotte zelf even toelichten, neem ik aan. Het woord is aan hem.

De heer Paternotte (D66):

Dank u wel, voorzitter. Daar staan we dan. Vissen van Poetin komen binnen in IJmuiden. Daarover had ik met vijf collega's Kamervragen en die stelden we een dag nadat Sinterklaas ons land verliet. Maar tot vandaag kregen we geen antwoorden. Te laat antwoorden gebeurt in meer dan de helft van de gevallen. Op die manier maakt het kabinet van de termijn van 21 dagen een farce. Zo kunnen ik en andere collega's onze controlerende taak ook niet effectief uitvoeren. Daarom hebben de collega's Sneller, Van Nispen en Krul een serie van deze vragen aangemeld. De Voorzitter heeft een daarvan geagendeerd.

Voorzitter. Aan de minister stel ik de vraag: waarom konden deze vragen tweeënhalve maand lang niet beantwoord worden, maar vanochtend nadat de Kamervoorzitter ze hier op de agenda had gezet ineens wel, en dan binnen 70 minuten?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Veldkamp:

Voorzitter, dank. Deze Kamervragen zijn inderdaad in december gesteld. Deze zijn mij vanochtend onder ogen gekomen. Dit heeft te maken met het feit dat, ondanks een uitstelbrief, de termijn niet genoeg bleek om af te stemmen met vier ministeries, de Voedsel- en Warenautoriteit en dergelijke. Mijn excuses voor de late toezending. Het gaat om materie die buitengewoon complex is. Het gaat om sancties tegen Rusland. Afgelopen weken en maanden zijn mijn ambtenaren zeer druk bezig geweest met het ontwerpen van het zestiende sanctiepakket jegens Rusland. Ik hoop dat samen met Europese collega's maandag aan te nemen. Ik vind het buitengewoon belangrijk dat Nederland zich bevindt in de voorhoede van Europa bij het ontwerpen van die sancties. Nogmaals, het is zeer complex. Het zijn diezelfde ambtenaren die deze sancties ontwerpen in Europa, en helpen ontwerpen, die ook deze Kamervragen moeten beantwoorden. Helaas is dit erbij ingeschoten. Daarvoor mijn excuses. Ik zal bezien hoe dit voortaan sneller kan.

Voorzitter. Ik wijs er wel op dat het aantal Kamervragen de afgelopen jaren natuurlijk ook enorm is geweest. Het aantal is ook nu enorm. Als ik terugkijk op mijn decennialange loopbaan in Den Haag, zie ik dat het echt gestegen is. Als ik daarvan de statistieken opzoek, zie ik de enorme toename. In 1990 hadden we 400 vragen in een jaar. De laatste jaren waren dat er 3.000 per jaar. We hebben dus niet alleen meer moties, we hebben niet alleen meer Kamerdebatten, we hebben ook veel meer Kamervragen. Ondertussen is er een capaciteit aan ambtenaren en expertise beschikbaar om deze vragen te beantwoorden. Het zijn nu net deze ambtenaren, experts met een zeldzaam soort expertise — ik heb het over juridische en andere expertise — die zich in de eerste plaats moeten bezighouden met het ontwerpen van nieuwe sancties tegen Rusland. En sancties tegen Rusland vind ik buitengewoon belangrijk op dit moment, juist vanwege alles wat er rond Oekraïne speelt. Want op dit moment is het niet alleen zaak Oekraïne goed te blijven steunen — daar hebben we straks samen een debat over met de premier en de minister van Defensie — maar ook zaak om de sanctiedruk op Rusland te maximaliseren.

De heer Paternotte (D66):

Mooi, dank voor de excuses. De vragen gingen inderdaad ook over de sancties op Rusland. Het is allemaal erg complex, maar de minister ging er heel snel aan voorbij wat of welk onderdeel van deze vragen nu maakt dat die afstemming echt tweeënhalve maand moet duren.

Minister Veldkamp:

Dat is de complexiteit van deze materie. Uiteindelijk gaat het om sancties op Russische vis. De complexiteit van de materie maakt dat er uiteindelijk vier ministeries zijn betrokken en agentschappen als de Voedsel- en Warenautoriteit. Het is dus complex. Het moet worden uitgezocht. Het moet juridisch goed in elkaar zitten. Nogmaals, dezelfde ambtenaren die die vragen beantwoorden, zijn dat buitengewoon juridisch complexe werk aan het doen, samen met Frankrijk en andere Europese landen, om die sanctiedruk van Europa hoog te houden. Uw Kamer — van de heer Paternotte weet ik dat zeker — wil natuurlijk ook graag dat Nederland zich in die voorhoede van Europa bevindt om extra sancties op Rusland te ontwerpen. Wat Nederland betreft liggen daarvoor overigens alle opties op tafel, ook sancties op Russische vis. Het heeft misschien niet meteen de prioriteit, want het is zo'n 1,4% van de Russische uitvoer in financieel volume. Misschien zijn er andere terreinen die belangrijker zijn, maar alle opties liggen op tafel. Dat geldt wat ons betreft ook voor de sancties op Russische vis, al hebben wij op Europees niveau wel afgesproken dat er een caveat is voor voedselzekerheid en voedselprijzen. Dat heeft er ook mee te maken dat als Europa sancties op Russische vis en voedsel instelt, dit ook effecten gaat hebben in derde landen. Denk even aan ontwikkelingslanden. Die landen hebben wij juist weer nodig om met ons te staan om die druk op Rusland te houden, bijvoorbeeld aanstaande maandag in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waar we weer een resolutie over Oekraïne willen aannemen.

De heer Paternotte (D66):

De minister gaat nu steeds naar de inhoud. Daar wil ik zo meteen ook naartoe, alleen wilde ik graag ook al eerder een inhoudelijk antwoord op mijn vraag. Het klinkt alsof de minister dat antwoord wel had kunnen geven, maar hij zag deze vragen dus pas vanochtend, op 18 februari, terwijl die ruim tweeënhalve maand geleden zijn ingediend. Hoe kan dat en hoe gaan we voorkomen dat dit nog een keer gebeurt? Wat wil de minister nu gaan veranderen?

Minister Veldkamp:

Deze minister gaat, zoals u weet, graag naar de inhoud. Maar de heer Paternotte heeft natuurlijk wel een valide punt. Hoe kan dit gebeuren? Ik denk dat ik hier iets te repareren heb in die zin dat ik graag alle ingediende vragen onmiddellijk onder ogen zou willen krijgen. Dan zie ik wat de intake is, en niet pas op het moment dat er een conceptbeantwoording ligt. Een concept van een andere, tweede set vragen dat door de VVD was ingediend, had ik volgens mij wel langs zien komen, maar deze vragen niet.

Nogmaals, het gaat om buitengewoon complexe materie en we moeten dat goed organiseren. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Ik heb een fantastisch team, echt. Buitenlandse collega's zeggen mij dat ook: "Je hebt een fantastisch team met expertise op sanctiegebied". Het is een fantastisch team dat met de Europese Commissie en dergelijk instellingen samenwerkt, dat met andere landen — Frankrijk noemde ik al — samenwerkt, die de sanctiedruk op Rusland ook hoog willen houden. Daar zijn ze volop mee aan de slag. Daar werken ze ook graag voor over. Ze zijn niet alleen bezig met sancties ontwerpen. Ze zijn, zoals u weet, ook bezig met de naleving van sancties. Daarover is onlangs een brief naar de Kamer gestuurd. We hebben medio januari in Den Haag een conferentie over de naleving van sancties georganiseerd, met een nationale en een internationale component. Dat zijn de dingen waar wij druk op willen zetten, want sancties naleven is een kat-en-muisspel. Er wordt iedere keer weer omheen gewerkt. Iedere keer worden weer mazen in de net duidelijk. Iedere keer moeten we de sancties weer bijscherpen en aanscherpen. Dat is echt iets wat heel veel werk kost en waar deze mensen buitengewoon vaardig en goed mee bezig zijn.

Ik ga kijken naar de systematiek van hoe we ervoor zorgen dat Kamervragen op tijd worden beantwoord. We zetten daar een paar managementstappen in. Maar ik wijs u er wel op dat het aantal Kamervragen — dat zeg ik ook echt uit mijn ervaring — buitengewoon is toegenomen. De ruimhartigheid in de beantwoording, ook in aantal woorden, in tekst en uitleg, is ook heel veel toegenomen de afgelopen decennia. Dat is iets waar wij ons als departement, als ministerie toe hebben te verhouden. Dat weet ik. Maar net als het aantal moties is dat wel een ding.

De heer Paternotte (D66):

Dat zegt misschien iets over een groter probleem, want de minister zegt zelf: het ministerie moet dat met agentschappen en de NVWA afstemmen. Dat gebeurt best wel vaak. Als we het hebben over hybride dreigingen en het controleren van de schaduwvloot, dan zegt de minister: IenW is daar aan zet. De minister van Buitenlandse Zaken is coördinerend minister op de sancties, maar lijkt heel vaak toch niet de instrumenten te hebben om snel ook de collega's op de juiste manier aan het werk te kunnen zetten. Dit probleem hebben we al eerder geconstateerd, drie jaar geleden, in een groot debat in de Kamer over sancties. Daar kwam toen uiteindelijk meneer Blok uit voort als aparte coördinator. Nu laten ook deze schriftelijke vragen weer zien hoe complex we het hebben gemaakt om sancties niet alleen in te stellen, maar ook te zorgen dat ze gehandhaafd worden, dat Nederland daar effectief in is. Wil de minister daar iets aan veranderen?

Minister Veldkamp:

Als het om sancties gaat, dan is het complex en blijft het complex. Het gaat namelijk vaak over een andere sector, bijvoorbeeld de landbouw- of de visserijsector. Het gaat vaak over economisch beleid. Het gaat vaak over infrastructuur en transport. Het gaat vaak over allerlei diensten op het gebied van justitie en veiligheid. Het kan niet anders dan dat het complexe materie is als we sancties ontwerpen en sancties instellen. Zeker als er, zoals hier, vragen worden gesteld over bijvoorbeeld Russische vis, wat niet direct de grootste prioriteit is, gezien de omvang van die sector in de Russische economie. Dan moeten er echt zaken worden uitgezocht en opgezocht.

De ambtenaren zijn snel aan het werk. Ze zijn snel aan het werk met elkaar. Dat blijkt uit het feit dat Nederland echt in de voorhoede een rol speelt in Europa wat betreft het ontwerpen van sancties. Dat blijkt uit het feit dat Nederland echt wordt gezien als belangrijk en aan de bal bij het naleven van sancties. Deze Kamervragen hadden sneller moeten worden beantwoord. Ik ga bekijken hoe dat kan. Maar ik zeg u er wel bij dat het aantal Kamervragen enorm is toegenomen. Ik heb de afgelopen Kamervragen gezien over onderwerpen van zwerfhonden in Turkije tot en met wc-papier uit Brazilië. Ik neem ze allemaal serieus, want ik begrijp welke zorgen erachter liggen. Maar het is wel een enorme toename van 400 per jaar in 1990, toen we toch echt een serieuze parlementaire controle op het regeringsbeleid hadden, tot de afgelopen jaren 3.000 per jaar. Nogmaals, het aantal moties, Kamervragen en Kamerdebatten neemt zeer sterk toe.

De heer Paternotte (D66):

Nu ik de slag naar de inhoud heb gemaakt, begint de minister over zwerfhonden in Brazilië. Alle Kamervragen moeten volgens mij gewoon op tijd beantwoord worden. Dit gaat over sancties tegen Rusland. De minister zegt: vis heeft niet de hoogste prioriteit. Vis is na olie en gas en graan de derde inkomstenbron van Rusland, dus ook van de Russische oorlogsmachine. Maar oké, Russisch vloeibaar gas is inderdaad een veel grotere. Gaan we dan met de import daarvan stoppen in de Rotterdamse haven?

Minister Veldkamp:

Naar mijn gegevens is deze visexport 1,4%. Er zijn exportsectoren van Rusland die veel groter waren in de afgelopen jaren. Ik denk aan brandstoffen. Ik denk aan edelmetalen, ijzer en staal, kunstmest, aluminium, hout, koper, granen en dergelijke. Er zijn stevige sancties op de Russische olie. Wij zijn op dit moment ook andere sancties aan het ontwerpen. Over het zestiende sanctiepakket, waar wij nu heel concreet en hard mee bezig zijn, zal ik vandaag graag een aantal Europese collega's bellen. Wat betreft dat zestiende sanctiepakket zijn wij op dit moment aan de bal in Europa, want we willen graag maandag samen met de Europese collega's dat sanctiepakket neerzetten. Ik kan helaas geen uitspraken doen over wat daar dan precies in zal zitten. Als ik dat hier doe nog voordat die sancties worden aangenomen, dan laten we de mensen van Poetin namelijk ook al in onze kaarten kijken. Ik ben graag bereid te zorgen dat onze ambtenaren een technische briefing over onze sanctiemaatregelen verzorgen voor de heer Paternotte en andere Kamerleden, waar ook nog verder kan worden doorgevraagd en kan worden gekeken wat daar precies allemaal speelt en hoe dat in elkaar zit. Maar ik kan de heer Paternotte verzekeren dat wij als Nederland bij de sancties die we in Europees verband ontwerpen — dat doen we graag in Europees verband, want dan heb je slagkracht; anders ontstaat er alleen maar een waterbedeffect — in de voorhoede zitten en on the ball blijven.

De heer Paternotte (D66):

In het onderzoek waar de Kamervragen over gingen, staat vis als een belangrijke derde inkomstenbron van Rusland. Er staat bovendien in dat we hier heel veel vis importeren die illegaal blijkt te zijn. Nederland draagt dus ook nog met illegale vis bij aan de oorlogsschat. Oké, dit onderzoek is van tweeënhalve maand geleden; wie weet is het achterhaald. Maar ja, daarom willen we natuurlijk ook sneller antwoord op die Kamervragen. Ik lees in ieder geval in de antwoorden van vanochtend op de Kamervragen dat het kabinet in antwoord op de vraag of we die illegale vis dan gaan verbieden en of we Norebo, het Russische visbedrijf dat in Amerika ook gesanctioneerd wordt, gaan sanctioneren, zegt: alle opties liggen wat Nederland betreft op tafel. Dat is mooi, maar wat willen we dan met die opties die op tafel liggen? Willen we ons er ook voor gaan inzetten om Russische witvis en dat Russische bedrijf dat zich aan de illegale bevissing schuldig maakt, te sanctioneren?

Minister Veldkamp:

Daar wil ik me voor inzetten. Daar wil ik me voor inzetten in Europa. In Europa weten de andere lidstaten heel goed dat Nederland zich in die voorhoede bevindt en dat voor Nederland al die opties op tafel liggen, op energiegebied en op het gebied van voedsel, met het caveat dat ik er eerder al bij noemde. Daar willen wij ons ook voor blijven inzetten. Maar nogmaals, dat doen we graag in Europees verband, want als Nederland alleen sancties zou instellen, dan gaat dezelfde productie meer naar bijvoorbeeld Duitsland en België. Dat moet je samendoen als Europa. Daar heb je samen die slagkracht in. Daar willen we ook graag andere landen in meetrekken. Noorwegen heeft bijvoorbeeld bepaalde sancties niet. Daardoor kan Noorwegen bepaalde schepen niet tegenhouden. Ik wil dat graag met mijn Noorse collega opnemen — de betrekkingen tussen Nederland en Noorwegen zijn uiteraard altijd heel goed — en ook tegen hem kunnen zeggen: "Waarom kijk je daar niet naar? Is het niet verstandig daarnaar te kijken? Is het echt zo'n probleem voor jouw nationale economie en nationale sector om daarnaar te kijken?" Daar kan de heer Paternotte zich van verzekerd weten. Ik blijf in die voorhoede opereren. Ik vind het buitengewoon belangrijk dat we juist nu, in deze historische tijden waarin er echt iets aan de hand is rond Europese veiligheid en Oekraïne, niet alleen de steun aan Oekraïne op peil houden en maximaal leveren op die toegezegde steun, maar ook maximale druk op Rusland zetten. Dat doen we met die vijftien sanctiepakketten die we samen al hebben ingesteld. Nogmaals, Nederland heeft bijvoorbeeld rond het veertiende sanctiepakket een buitengewoon sterke rol gespeeld, ook dankzij mijn experts. Ik zou heel graag willen dat we bij de volgende EU-ministerraad, die van aanstaande maandag, politiek akkoord kunnen geven wat betreft dat zestiende pakket. Dan zult u ook zien wat daar allemaal in zit.

De heer Paternotte (D66):

Voor de kijkers thuis: de minister zegt twee keer "caveat". Dat is een mooi woord voor "kanttekening". Ik ben het natuurlijk volledig eens wat betreft die maximale druk op Rusland. Daarom de volgende vraag: er zijn twee landen in Europa die Russische vis via hun havens importeren. Dat zijn Spanje en Nederland. Waarom controleert Spanje wél alle schepen, maar Nederland niet?

Minister Veldkamp:

Er is een uitgebreide beantwoording gegeven van de Kamervragen daarover, van in totaal negen bladzijden. Dit is echt iets waar je interdepartementaal naar moet kijken. Dit gaat om 96,1 miljoen van de totale importwaarde van Nederland. Het gaat dus niet om miljarden, zoals weleens gesuggereerd is. Gelet op de totale handelsstromen, gaat het om een relatief beperkt bedrag. We zijn daarmee bezig, maar het is een kat-en-muisspel. We zouden er graag meer aan willen doen, maar op dit moment is het niet mogelijk voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om alle schepen met Russische vis aan boord te controleren en te inspecteren.

De heer Paternotte (D66):

Ik heb hier maar vijf pagina's met antwoorden. Misschien heeft de minister dan nog meer antwoorden. Die wil ik dan graag ontvangen. Maar mijn vraag is: als Amerika überhaupt geen Russische vis meer importeert, dan is het controleren van al die schepen toch wel het minste wat wij kunnen doen?

Minister Veldkamp:

Het is niet mogelijk om alle schepen met Russische vis aan boord te controleren. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit inspecteert in het kader van de vastgestelde regels tegen illegale visvangst vaartuigen van derde landen conform de daarvoor geldende benchmarks, die zijn vastgesteld in Europese verordeningen, en dus in Europees verband. Voor alle vis die voor het eerst aanlandt, geldt een weegverplichting van 100% voor de marktpartij. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt daar ook toezicht op. Voor alle vis die al eerder in een ander land is aangeland, geldt dat de weegverplichting dáár uitgevoerd dient te worden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voert geen controles uit op vis die via containers Rotterdam binnenkomt en vervolgens, als gehele container, vrijwel direct doorreist. We hebben geen bevoegdheid als het gaat om de vangstquota voor vaartuigen uit derde landen. Maar nogmaals: dit is iets waar we in Europees verband naar zouden moeten kijken. We zouden in EU-verband moeten kijken of we wat dit betreft scherpere maatregelen kunnen nemen. Maar op dit moment ligt de prioriteit bij het tot stand komen van het zestiende sanctiepakket voor Rusland; dat geldt ook voor diezelfde ambtenaren die deze Kamervragen moeten beantwoorden. De heer Paternotte zal het met me eens zijn dat het in de huidige omstandigheden buitengewoon belangrijk is om, juist nu, extra sanctiedruk op Rusland te leggen.

De heer Paternotte (D66):

Dat Noorse onderzoek laat zien dat illegale vis Nederland binnen kan komen omdat wij de certificaten niet controleren. Daardoor daalt de visstand ook nog eens enorm in de gebieden waar de Russen die vis vandaan halen. Als wij dus maximale druk willen uitoefenen, waarom vertrouwen we dan automatisch op Russische certificaten en controleren we dan ook nog eens niet alle schepen?

Minister Veldkamp:

Dat is omdat het gewoon praktisch niet altijd mogelijk is om alle scheepsladingen te controleren. Als we dat bijvoorbeeld in Rotterdam of Vlissingen, of in Amsterdam en in de Eemshaven zouden willen doen, zouden we enorm veel mensen, veel meer mensen, nodig hebben om dat ook te kunnen doen. Dat lukt niet helemaal. We kijken dus naar de prioriteiten. De prioriteiten leg ik, en dit kabinet, bij de EU-sanctiepakketten; die hebben de hoofdfocus. Dat gaat dan bijvoorbeeld om olie.

De heer Paternotte (D66):

Het ging vorig jaar om 43 schepen. Die kwamen niet aan in Rotterdam, maar in IJmuiden. Spanje controleerde alle acht Russische visschepen die binnenkwamen. Waarom controleren wij zelfs minder schepen dan Spanje, terwijl die er zo veel minder binnenkrijgen?

Minister Veldkamp:

Dat weet ik niet precies. Dat zou ik echt even … Nogmaals, ik heb deze Kamervragen vanochtend pas onder ogen gekregen. Dat zou ik echt even moeten opnemen met de minister die verantwoordelijk is voor de Voedsel- en Warenautoriteit en voor de inspectie van scheepvaart en vissersschepen. Staatssecretaris Rummenie is daar zeker zeer deskundig op. Het geval blijft dat bijvoorbeeld Nederland ervoor zorgt dat de sanctiepakketten die door de EU zijn ingesteld, zo goed mogelijk worden uitgevoerd, binnen de beperkingen die er aan capaciteit op de uitvoering zijn. Het is echt werk met beperkingen. Die hebben we op de uitvoering. Dat is ook een reden waarom we onlangs die sanctienalevingsconferentie hebben gehad, waarop we bewust even al die Nederlandse uitvoeringsinstanties bij elkaar hebben getrokken. Waar kan het beter? Waar zit nog te weinig capaciteit? Waar zou er een tandje bij moeten? Dat wordt op dit moment tegen het licht gehouden, zodat we daarop scherper kunnen opereren. Ondertussen blijven we bezig in de upstream, zoals ik het dan maar noem. Hoe kunnen we de EU-sancties en de sanctiepakketten die verder moeten worden ontworpen, nog scherper aanzetten? Dat is waar ik op dit moment, ook gezien de internationale ontwikkelingen, die prioriteit van mijn sanctie-experts op heb zitten.

De voorzitter:

Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid vandaag. Hogelijk gewaardeerd. Dan wacht ik even tot de minister van Justitie … O, u wilt een vervolgvraag stellen, meneer Kahraman?

De heer Kahraman (NSC):

Ik wil toch gebruikmaken van de mogelijkheid om vragen te stellen aan de minister. Ik heb op 14 mei vorig jaar de minister van Defensie hier in het mondelinge vragenuurtje bevraagd over de Russische vissersboten die aanmeren in de Eemshaven, die eigenlijk gewoon gebruikt worden voor spionage vanuit Rusland. We zien de laatste tijd dat de Russische vloot ook wordt gebruikt om sabotage te plegen op onze vitale infrastructuur in de Noordzee, maar ook in de Baltische Zee. Mijn vraag is of de minister kan aangeven welke maatregelen we daartegen kunnen nemen.

Minister Veldkamp:

Daar zijn we druk mee bezig. In een ander Kamerdebat ben ik daar al eens op ingegaan. We maken ons natuurlijk zorgen over talloze incidenten met bijvoorbeeld onderzeekabels, onderzee-infrastructuur, zoals die in de Oostzee hebben plaatsgevonden en ook in de Noordzee wel. Ik kan me uit mijn eigen tijd bij de marine herinneren dat er honderden incidenten per jaar op zee plaatsvinden met ankers en scheepsnetten die niet intentioneel zijn, die gewoon echt ongelukken zijn. Maar we zijn natuurlijk buitengewoon alert, want er zijn ook gevallen geweest die buitengewoon verdacht zijn en die we kunnen herleiden tot bepaalde statelijke en andere actoren. Hierover is druk overleg gaande. Dat heb ik onlangs nog gehad samen met de minister van Defensie en met een ambtelijke delegatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hierover gaat, ik meen in april, ook nog een brief naar de Kamer toe van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, ik neem aan mede namens andere betrokken bewindslieden. Het is echt iets waar we bovenop zitten. Er is natuurlijk dat onderzee-infrastructuurprogramma van het Nederlandse kabinet: 41 miljoen, zeg ik uit het hoofd, voor onderwatersensoren op onderwaterinfrastructuur en dergelijke. Je kunt natuurlijk ook gaan denken aan het verder inbedden in de zeebodem van kabels en dat soort maatregelen. Feit is dat hieraan ook risico's zitten. Hybride dreigingen zijn groot. Ik verwacht dat hybride dreigingen de komende jaren groot blijven en groter zullen worden. Ze zijn vaak herleidbaar tot Rusland. De manier waarop we ermee omgaan, is buitengewoon belangrijk.

De voorzitter:

Dank aan de minister van Buitenlandse Zaken. Fijn dat u bij ons was.

Naar boven