Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 50, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 50, item 10 |
Medische preventie
Aan de orde is het tweeminutendebat Medische preventie (CD d.d. 21/11).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Medische preventie. Ik heet de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom. Een vijftal leden heeft zich ingeschreven. Als eerste gaat de heer Bushoff spreken. Hij heeft dit debat ook aangevraagd. Dat doet hij namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Verder heet ik iedereen welkom die dit debat hier of op afstand volgt. Gaat uw gang.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Wat mij betreft hebben we een heel goed en inhoudelijk commissiedebat over medische preventie gehad. Op sommige momenten was het ook beladen, met name als het bijvoorbeeld ging over de vraag of vrouwen recht hebben om te weten of zij dicht borstweefsel hebben en eventueel vervolgonderzoek. Ik ben blij dat op dit punt al een motie is ingediend door onder andere mijn collega Paulusma, die met brede steun is aangenomen door de Kamer. Daar worden dus stappen op gezet.
Ik ben ook blij dat er stappen worden gezet, als het goed is, voor het opnemen van het gordelroosvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. Als je weet hoeveel leed gordelroos kan veroorzaken en je weet dat het te voorkomen is, dan is het volgens mij heel goed als we dat opnemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Ik zou de staatssecretaris ook nog willen vragen om te bevestigen dat hij daar echt werk van maakt richting de Voorjaarsnota.
Ik ben ook blij met de toezegging van de staatssecretaris om nog voor de zomer aan de Kamer de opties te doen toekomen om te kijken of het bevolkingsonderzoek darmkanker uitgebreid kan worden, met name of de leeftijdsgrenzen daarvoor verlaagd kunnen worden. Dat lijkt mij ook zeer zinvol.
Voorzitter. Voor het debat kwam ook nog de schriftelijke toezegging van de minister van VWS dat zij in het eerste kwartaal van 2025 de Kamer informeert over het uit het eigen risico halen van de diagnostiek en behandeling van de MRSA-bacterie. Volgens mij is dat ook superbelangrijk. Op al die punten hoef ik dus geen motie meer in te dienen, omdat er al stappen worden gezet en toezeggingen zijn gedaan.
Voorzitter. Dan rest mij nog één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er jaarlijks 3.000 mannen sterven aan prostaatkanker en dat het vroegtijdig opsporen van prostaatkanker levens kan redden;
overwegende dat er sinds een eerder negatief besluit over een bevolkingsonderzoek prostaatkanker van de Gezondheidsraad uit 2018 relevante medisch-technische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en de Europese Commissie positief adviseert om een bevolkingsonderzoek in te voeren;
verzoekt de staatssecretaris in gesprek te gaan met de Gezondheidsraad over de beschikbare wetenschappelijke evidentie om een advies te kunnen geven over de invoering van een risicogestratificeerd bevolkingsonderzoek prostaatkanker,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan nu luisteren naar mevrouw Rikkers-Oosterkamp. Zij spreekt namens de BBB-fractie. Gaat uw gang.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één vraag en één motie. De vraag is als volgt. De staatssecretaris heeft tijdens het commissiedebat aangegeven dat de campagne Vrij Veilig, nieuwe stijl, op 16 december van start ging. Ik zou graag willen weten of hij al een kleine update kan geven over hoe dat gaat.
Dan de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Gezondheidsraad in 2013 al heeft aangegeven dat er in Nederland beperkte mogelijkheden zijn voor vaccinatie buiten de publieke programma's en dat wanneer een vaccinatie niet wordt opgenomen in een dergelijk programma, er weinig gebruik van wordt gemaakt;
constaterende dat de Gezondheidsraad in 2023 heeft aangegeven dat bepaalde vaccins (beter) beschikbaar en toegankelijk zouden moeten zijn voor mensen die er gebruik van willen maken buiten bestaande vaccinatieprogramma's om;
overwegende dat dit leidt tot het niet optimaal benutten van de gezondheidswinst die met vaccinaties behaald kan worden;
van mening dat het van belang is om de beschikbaarheid van vaccins te vergroten en de kennis hierover te verbeteren, zodat mensen geïnformeerde keuzes kunnen maken over hun gezondheid;
verzoekt de regering te zorgen voor heldere en uitgebreidere communicatie en informatievoorziening over de beschikbare vaccins buiten de publieke programma's,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan luisteren naar mevrouw Paulusma. Zij spreekt namens de D66-fractie.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik vond het een heel goed debat. Maar ik vond het ook een heel ingrijpend debat, ook voor al die vrouwen met dicht borstklierweefsel of borstkanker, die daar veel te lang mee hebben rondgelopen vanwege ontoereikend bevolkingsonderzoek. Ik weet dat velen van hen hebben meegekeken bij het vorige debat.
Voorzitter. De staatssecretaris heeft een aantal toezeggingen gedaan. Ik wil graag weten hoe het er nu voor staat. Er zitten namelijk volgens mij een aantal flinke uitdagingen bij voor richting de Voorjaarsnota.
Ten eerste. Hoe staat het met de uitbreiding van het bevolkingsonderzoek borstkanker? Kan de staatssecretaris ons een update geven?
Datzelfde geldt — collega Bushoff begon er ook al over — voor het gordelroosvaccin. De staatssecretaris heeft toegezegd dat er in kaart gebracht wordt welke mogelijkheden er zijn om het toe te voegen aan het Rijksvaccinatieprogramma. Hoe staat het daarmee? Is die opdracht al verleend? Is de staatssecretaris nog on track om ons ook hierover te informeren?
Voorzitter. Datzelfde geldt voor het RS-vaccin. Ik heb daar al een tijd geleden een amendement over ingediend. Dat is met zeer ruime meerderheid, zo niet unaniem, in deze Kamer aangenomen, om het te realiseren in het Rijksvaccinatieprogramma. Ik ben erg benieuwd naar de stand van zaken omtrent dat vaccin.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. We gaan luisteren naar de heer Claassen. Hij voert het woord namens de PVV-fractie. Gaat uw gang.
De heer Claassen (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. Als ik tijd overheb, heb ik ook nog een vraag aan de staatssecretaris.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de vaccinatiegraad in Nederland zorgwekkend daalt, hetgeen risico's met zich meebrengt voor de volksgezondheid;
overwegende dat uit onderzoek blijkt dat zwangere vrouwen een voorkeur hebben voor maternale vaccinatie boven een antistofprik voor baby's en dat het aanbieden van meerdere opties, zoals maternale en neonatale vaccinatiestrategieën, de vaccinatiegraad onder kinderen naar verwachting kan verhogen;
verzoekt de staatssecretaris te onderzoeken of zowel maternale als neonatale vaccinatiestrategieën kunnen worden geïmplementeerd, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat steeds meer vrouwen ongewenst zwanger raken, waardoor het aantal abortussen sinds jaren weer stijgt in Nederland, evenals het aantal soabesmettingen;
van mening dat door de desinformatie er steeds vaker wordt afgezien van het gebruik van anticonceptiemiddelen;
verzoekt de staatssecretaris te onderzoeken of een voorlichtingscampagne gestart kan worden, zodat de taboes over anticonceptiemiddelen kunnen worden weggenomen, dit ter voorkoming van onnodige abortussen en soabesmettingen, en zodra dit haalbaar en betaalbaar blijkt te zijn, deze dan ook uit te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Er is een vraag van mevrouw Paulusma.
Mevrouw Paulusma (D66):
We hebben dit debat gisteren ook gevoerd bij het onderwerp Medische ethiek. Daar zijn juist ook deze vragen besproken. Ik ga collega Claassen dezelfde vraag stellen als die ik de collega van de PVV-fractie gisteren stelde: is de PVV-fractie dan ook voor meer seksuele voorlichting? We zien namelijk in het aantal ongewenste zwangerschappen dat er ook een gebrek aan kennis is. Dat kun je oplossen door meer voorlichting te geven. Ik zou zeggen: laten we de handen ineenslaan en ervoor zorgen dat scholen meer seksuele voorlichting geven, zodat jongens en meiden seksueel beter zijn voorbereid.
De heer Claassen (PVV):
Eerlijk gezegd had ik terug moeten kijken wat de heer Kops daarover heeft gezegd, maar ik denk dat seksuele voorlichting primair een taak is van het systeem "het gezin". Seksuele voorlichting zou gegeven kunnen worden op school, maar het is niet primair de taak van het fundamenteel onderwijs. Leraren moeten zich vooral bezighouden met rekenen, lezen en schrijven.
Mevrouw Paulusma (D66):
Waar moet de publiekscampagne over gaan als die niet mag gaan over seks waar je zwanger van kunt worden?
De heer Claassen (PVV):
Wat ik zeg: D66 wil dat echt in het onderwijs gaan inbedden. De vraag die we ons moeten stellen, is of we dat in het onderwijs willen inbedden of dat dat na het onderwijs zou kunnen. De vraag is of het een opdracht is voor docenten. Ik denk dat het geen opdracht voor docenten is. Het is vooral een opdracht voor de ouders of verzorgers. Ik denk dat de rijksoverheid wel kan helpen door handvatten te geven aan ouders of voogden en verzorgers voor hoe je dat dan het beste binnen je gezin zou kunnen aanpakken.
Mevrouw Paulusma (D66):
Mag ik dan concluderen dat de campagne moet gaan over hoe ouders hun kinderen moeten opvoeden op het punt van seksuele gezondheid en dat we daar buiten het gezin om dan niet over mogen praten?
De heer Claassen (PVV):
Nee, hoor. Nogmaals: het voorstel dat D66 doet, is dat het een onderdeel wordt van het curriculum van het onderwijs. Ik denk dat dat daar niet per definitie een plek heeft.
Mevrouw Tielen (VVD):
Ik hoorde meneer Claassen zeggen "om het taboe weg te halen"; dat is een oproep naar mijn hart. Volgens mij moeten we inderdaad veel taboevrijer over seks en seksuele gezondheid spreken. Ik heb na het voorgaande interruptiedebatje wel een vraag. Welk doel heeft de heer Claassen precies voor ogen dat niet al belegd is bij een aantal organisaties die zich bezighouden met seksuele gezondheid? En wie moet volgens de heer Claassen die boodschap verkondigen?
De heer Claassen (PVV):
Ik denk dat de overheid kan helpen om het onderwerp opnieuw onder de aandacht te brengen bij bestaande instanties die zich daarmee bezighouden. De overheid kan wellicht ook helpen met een landelijke campagne. Wij nemen namelijk waar dat een landelijke campagne over veilig vrijen en seksualiteit momenteel ontbreekt.
De voorzitter:
De heer Tielen ... Mevrouw Tielen. Excuus.
Mevrouw Tielen (VVD):
Het maakt niet uit.
Hoeveel geld mag dat kosten? Ten koste van wat mag dat gaan?
De heer Claassen (PVV):
Daarom had ik in de motie ook aan de staatssecretaris gevraagd om te onderzoeken of het wellicht binnen fungerende voorlichting ingebed zou kunnen worden en wat het zou kunnen kosten als dat niet zou kunnen. Ik heb ook gevraagd om dat dan aan ons te rapporteren, zodat wij ook kunnen kijken of het ons dat waard is. Uiteindelijk moet het geld namelijk uit de portefeuille van VWS komen. Maar nogmaals, daarom stelde ik ook de onderzoeksvraag. Misschien kijkt meneer Bontenbal en kan hij weer een motie onder het labeltje "onderzoeksvraag" zetten. Ik denk dat het wel belangrijk is om aan de staatssecretaris de vraag te stellen wat het zou kosten en waar het vandaan zou kunnen komen als we dit zouden willen doen.
De voorzitter:
Meneer Claassen, u heeft nog ...
De heer Claassen (PVV):
Ik heb nog 46 seconden. Nu het over geld gaat, gebruik ik dat als bruggetje. Op het punt van financiering van interventies binnen geheel VWS hebben we er al eerder met elkaar over gesproken om naar een maatschappelijke batenanalyse te kijken. Nu rekenen we per kalenderjaar. Misschien zit er over vier jaar een andere regering. Maar sommige gezondheidsinterventies kunnen ook een maatschappelijke winst opleveren. Er is toegezegd dat de staatssecretaris zou gaan onderzoeken of het mogelijk is om dat in een soort begrotingssystematiek mee te nemen. Mijn vraag is dan ook of er al stappen zijn ondernomen en waar we nu staan op het punt van die maatschappelijke analyse.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Tot slot in deze termijn van de Kamer is het woord aan mevrouw Tielen. Zij spreekt namens de fractie van de VVD. Van mevrouw Tielen moet ik altijd zeggen: de fractie van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Die laatste vraag van meneer Claassen sluit goed aan bij wat al vaker door deze Kamer gevraagd is. Ik ben dus heel blij dat de PVV erover meedenkt hoe we preventie beter kunnen budgetteren.
Zoals gezegd hadden we een goed commissiedebat. Dat is alweer tien weken geleden. Ik ben inmiddels dus wel een beetje nieuwsgierig naar hoe het gaat met de bevolkingsonderzoeken naar dicht borstklierweefsel bij vrouwen. Ik bedoel niet per se hoe dat nu elke dag in die onderzoekskamers gaat, maar vooral welke stappen de staatssecretaris heeft ondernomen en wat de voortgang daarvan is. Ik begrijp best dat je Rome niet in één dag kan bouwen. Ik geloof dus echt wel dat dit wat tijd kost, maar het is wel fijn om als Kamer geïnformeerd te blijven, omdat wij daar natuurlijk ook vragen over krijgen.
We hebben het ook gehad over allerlei informatie die mensen op het verkeerde been zet, bijvoorbeeld op het punt van anticonceptie. Er gaan op de social media nogal rare verhalen rond — tenminste, ik vind dat rare verhalen — waar vrouwen en misschien ook mannen in geloven, bijvoorbeeld over producten die bedoeld zijn om zwanger te worden. Vrouwen gebruiken die producten dan om niet zwanger te worden. U begrijpt dat dat meestal tot verkeerde uitkomsten kan leiden. Daarom heb ik daarover een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er steeds meer desinformatie over anticonceptie rondgaat op sociale media;
overwegende dat het gebruik van betrouwbare anticonceptie afneemt en er een toename is van soa's en ongewenste zwangerschappen;
overwegende dat huisartsen en apothekers zowel een vertrouwensrelatie hebben met patiënten als zicht op het gebruik van betrouwbare anticonceptie;
verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe huisartsen en apothekers proactief en gericht een "pil-stopgesprek" kunnen aanbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan heeft de heer Claassen een vraag voor u.
De heer Claassen (PVV):
De vraag aan mevrouw Tielen is of een pilstartoptie daarbij overwogen is.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dat heb ik overwogen. In het hele 1.000 dagenprogramma, Kansrijke Start, zijn dat soort gedachten ook al meegenomen. Op sommige plekken gebeurt dat al. Wat meneer Claassen zegt, maakt natuurlijk ook onderdeel uit van seksuele voorlichting, zowel thuis als in een soms vertrouwde omgeving als de school, zeg ik daarbij. Maar in dit geval wou ik me richten op een pilstop, omdat ook blijkt dat heel veel van die vrouwen naar wie ik net al verwees, niet 18 of 19 zijn, maar vaak wel al een aantal jaren de pil hebben gebruikt en toch besluiten om ermee te stoppen. Dat kan om twee redenen: of omdat je graag een kindje wil, of omdat je denkt dat iets anders beter is. In beide gevallen is het best wel goed om een gesprek aan te gaan met iemand die er verstand van heeft, of om geholpen te worden zodat je die zwangerschap gezond kan starten, of om op een betrouwbare manier te blijven zorgen dat je niet zwanger wordt.
De voorzitter:
Dank. Dat was de termijn van de Kamer. We gaan even vijf minuten schorsen. Dan krijgen we ook een appreciatie op de vijf ingediende moties en een antwoord op een enkele vraag. De vergadering is even geschorst.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Medische preventie. We zijn toe aan de termijn van de regering. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van VWS.
Staatssecretaris Karremans:
Dank, voorzitter. Ik beaam wat een aantal Kamerleden gezegd hebben. Wij hebben, denk ik, een aantal mooie debatten gehad, met mooie resultaten, ook al waren de debatten hier en daar beladen, maar dat komt inderdaad omdat het ook echt ergens over ging. Dat wil ik dus onderstrepen.
Allereerst zijn er een aantal vragen gesteld. Er is voornamelijk om updates gevraagd. Die wil ik eerst doen en dan kom ik op de moties.
Allereerst vroeg mevrouw Paulusma hoe het staat met de bevolkingsonderzoeken en dan heel specifiek met een uitbreiding van het bevolkingsonderzoek borstkanker en dan nog specifieker voor de vrouwen met dicht borstweefsel. We zijn nu met het RIVM bezig de onderzoeksvragen te formuleren voor die uitvoeringstoets, die we ook toegezegd hebben. Daar zitten we nu middenin. In maart zal ik de Kamer een uitgebreidere brief sturen met de hele stand van zaken op dit dossier. Die komt er dus aan.
Dan de vraag over gordelroosvaccinatie, van mevrouw Paulusma en de heer Bushoff. Ja, via de besluitvorming van de Voorjaarsnota wordt inderdaad gekeken of er dekking kan worden gerealiseerd. Dat proces loopt dus.
Dan de vraag over de RSV-vaccinatie voor pasgeborenen. Wij streven ernaar om de RSV-immunisatie vanaf het najaar van 2025 aan te bieden. De voorbereiding, de uitvoering en de aanschaf van antistoffen lopen op schema. Dit zal lopen via de jeugdgezondheidszorg.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik kom nog even terug op het gordelroosvaccin. Het is waar dat de heer Bushoff en ik, en volgens mij ook andere Kamerleden, daar aandacht voor hebben gevraagd. Het is fijn dat de staatssecretaris ermee bezig is, maar als het niet lukt, hoor ik het ook graag. Ik denk dat datzelfde voor de collega's geldt. En dan het liefst niet de dag voor de Voorjaarsnota, maar wellicht nog iets eerder als dat lukt.
Staatssecretaris Karremans:
We hebben de oproep gehoord. Ik zal kijken hoe ik de Kamer in die informatiebehoefte kan voorzien.
Dan de vraag van mevrouw Rikkers-Oosterkamp over de campagne voor het bevorderen van anticonceptiegebruik. Vroeger was dat de Vrij Veilig Campagne. Die campagne bestaat niet meer, maar we doen nog steeds heel veel aan campagnes voor het bevorderen van anticonceptiegebruik, zeg ik om de heer Claassen gerust te stellen. Die campagne is op 16 december van start gegaan en die is inmiddels geëindigd. Die liep tot 31 januari. Het was een campagne die voornamelijk online plaatsvond en die vrij succesvol was, want hij heeft 140.000 unieke clicks opgeleverd richting de site sense.info. Dat is uitzonderlijk goed, weet ik vanuit mijn vorige werk, zeker ook gezien het geld dat we ertegenaan hebben gegooid. Die campagne heeft dus goed gelopen.
Dan de vraag van de heer Claassen over het investeringsmodel voor preventie. Ik heb de Kamer inderdaad in oktober 2024 geïnformeerd over hoe ik daaraan werk. Op dit moment zijn wij bezig om een commissie passend bewijs — zo heet de commissie — in te stellen om dat te gaan vormgeven. Dat is dus nu het punt waarop we zitten. Dat zal even duren. Dat heb ik ook al gezegd in de brief. Het liefst heb ik dat natuurlijk morgen, maar dat is vrij ingewikkeld, want je gaat eigenlijk financieringssystematiek veranderen. Het gaat mij namelijk niet alleen om het in kaart brengen. Dat doen we namelijk al heel lang. Het punt is alleen dat ik met maatschappelijke waarden of met maatschappelijke baten geen boodschappen kan doen. Daar kan ik geen mensen van betalen. Daar kan ik geen investeringen mee doen. Het moet gaan om echt geld. Hoe je dat naar voren haalt, zit echt in die financieringssystematiek. Dat is juist de moeilijke stap en de horde die we moeten nemen. Maar er wordt aan gewerkt. Daar heb ik u net een update over gegeven.
De heer Claassen (PVV):
Ik begrijp die uitdaging echt hoor, want die maatschappelijke baten zitten niet alleen binnen het domein van VWS, maar ook bij andere ministeries. De staatssecretaris is erover in gesprek. Er zitten mensen aan tafel. Worden er binnen die andere domeinen afspraken gemaakt en consensus gezocht, en komen die baten dan ook terug op de plek waar ze wellicht thuishoren, bijvoorbeeld bij VWS of bij het sociale domein? Dat is eigenlijk mijn vraag. Zijn dat actoren in dat overleg?
Staatssecretaris Karremans:
Het is wel het idee dat die baten breder zijn. Overigens is het al ingewikkeld om het binnen het medische domein goed te kwantificeren en uiteindelijk terug te laten vloeien of vooruit te laten vloeien, zodat je die investeringen kan doen. De kost gaat namelijk voor de baat uit. Maar we zien inderdaad ook baten buiten het medische domein, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Als mensen natuurlijk meer werken ... Het is dus expliciet de bedoeling van deze opzet om dat bij elkaar te pakken. Daar zit natuurlijk ook altijd een risico aan vast, omdat een interventie natuurlijk anders kan uitpakken dan je misschien hoopt. Dan moet je ook wel wat met de gevolgen daarvan. Maar dat is allemaal onderdeel van het proces dat we nu aan het doorlopen zijn.
De heer Claassen (PVV):
Tot slot. Is goodwill en elkaar iets gunnen ook een onderdeel daarvan?
Staatssecretaris Karremans:
Dat is in politiek Den Haag altijd een onderdeel.
Dan kom ik bij de moties. Allereerst de motie op stuk nr. 802 van de heer Bushoff. Die motie verzoekt de staatssecretaris — dat ben ik zelf natuurlijk — om in gesprek te gaan over de beschikbare wetenschappelijke evidentie om een advies te kunnen geven over de invoering van een risicogestratificeerd bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker. Die motie kan ik oordeel Kamer geven.
Dan de motie op stuk nr. 803 van mevrouw Rikkers-Oosterkamp. Die motie verzoekt de regering om te zorgen voor heldere en uitgebreide communicatie en een heldere en uitgebreide informatievoorziening over beschikbare vaccins die buiten de publieke programma's vallen, dus buiten het Rijksvaccinatieprogramma. Deze motie kan ik overnemen, als mevrouw Rikkers dat natuurlijk toestaat. Bij een update van rijksoverheid.nl kunnen we daarover extra informatie toevoegen. We zien een mogelijkheid om dat daar te doen naar aanleiding van deze motie. Dus met die uitleg kan ik 'm overnemen.
De voorzitter:
Mevrouw Rikkers knikt, maar is er iemand die bezwaar heeft? Nee?
Staatssecretaris Karremans:
Fijn. Dan de motie op stuk nr. 804 van de heer Claassen met mevrouw Rikkers als medeondertekenaar. Die motie verzoekt de staatssecretaris te onderzoeken of zowel maternale als neonatale vaccinatiestrategieën kunnen worden geïmplementeerd, en de Kamer hierover te informeren. Die motie kan ik "overbodig" geven, omdat de Gezondheidsraad dit standaard al doet. Die neemt dit altijd al mee in de onderzoeken en in de overwegingen.
Dan de motie ...
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 804 is overbodig. De heer Claassen.
De heer Claassen (PVV):
Maar in het dictum staat ook "de Kamer daarover te informeren", zodat we daarop kunnen sturen als het nodig is, we weten welke kosten eraan vast zitten en we weten of we er iets mee kunnen richting de Voorjaarsnota. Ik vind het wel belangrijk om te benoemen dat het dictum meer stuurt dan de staatssecretaris nu zegt.
Staatssecretaris Karremans:
De Gezondheidsraadadviezen zijn publiek. Daar staat het gewoon in. Die informatie is per advies gewoon beschikbaar. Ik geef de motie dus het oordeel overbodig.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 805 van de heer Claassen en de heer Kops. Die verzoekt de staatssecretaris te onderzoeken of een voorlichtingscampagne gestart kan worden zodat de taboes over anticonceptiemiddelen kunnen worden weggenomen. Ik deel heel erg het doel van deze motie, maar ik ga toch vragen om de motie aan te houden. Er loopt namelijk al heel veel op dit gebied. Ik zal de Kamer daarover in het najaar informeren. Ik zal u even meenemen in wat er nu allemaal loopt. Dat is onder andere een onderzoek door het RIVM in samenwerking met Soa Aids Nederland naar effectieve interventies om het condoomgebruik te stimuleren. We hebben ook het onderzoek via ZonMw naar de factoren, waaronder anticonceptiegebruik, die bijdragen aan een onbedoelde zwangerschap en naar verbetermogelijkheden ten aanzien van preventie en ondersteuning. Mevrouw Paulusma refereerde daar net al aan in verband met het commissiedebat van gisteren over medische ethiek. Ik wacht deze onderzoeksresultaten graag eerst af voordat wij verder gaan. Ik zal de Kamer daarover natuurlijk zo spoedig mogelijk, in ieder geval in het najaar, informeren.
De heer Claassen (PVV):
Met deze toelichting wil ik de motie aanhouden, voorzitter.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Claassen stel ik voor zijn motie (32793, nr. 805) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Karremans:
Tot slot de motie van mevrouw Tielen op stuk nr. 806. Dat is de pilstopmotie. Die verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe huisartsen en apothekers proactief en gericht een pilstopgesprek kunnen aanbieden. Als ik de motie zo mag interpreteren dat ik dit voorleg aan het NHG en de KNMP, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, met de vraag of ze dit bij huisartsen en apothekers onder de aandacht willen brengen, zodat zij informeren naar vrouwen die anticonceptie gebruiken of daarmee gestopt zijn, dan wil ik de motie oordeel Kamer geven.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dat lijkt mij oké, maar ik vind het wel fijn om daar op een gegeven moment iets over terug te horen. Dit punt moet niet verdwenen zijn doordat het onder de aandacht is gebracht en dat was het dan. Ik hoop dat de staatssecretaris ook toe kan zeggen dat hij de Kamer nog eens een brief stuurt over wat daarop de reacties zijn en wat daarvan de effecten zijn.
Staatssecretaris Karremans:
Ja.
De voorzitter:
Dat is toegezegd. De motie op stuk nr. 806 heeft daarmee oordeel Kamer gekregen.
Dank aan de staatssecretaris.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan over deze moties stemmen op dinsdag 11 februari aanstaande. We schorsen een ogenblik. Dan gaan we door met een debat, ook met de staatssecretaris, over de Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-50-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.