6 Beëdiging van mevrouw Haage

Voorzitter: Martin Bosma

Beëdiging van mevrouw Haage

Aan de orde is de beëdiging van mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de beëdiging van een nieuwe collega. Wilt u allemaal even gaan zitten? Meneer Paternotte, meneer Omtzigt, meneer Markuszower, meneer Mohandis, gaat u allemaal even naar uw plekje.

Ik geef het woord aan mevrouw Mutluer voor het uitbrengen van het verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Mutluer (lid van de commissie):

Voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw M.W. Haage te Rotterdam. De commissie is tot de conclusie gekomen dat mevrouw M.W. Haage te Rotterdam terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de verklaringen en beloften zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal af te leggen. De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Mutluer. Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune voor zover dat mogelijk is te gaan staan. Mevrouw Haage is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen. Ik verzoek de Griffier haar binnen te leiden.

(Mevrouw Haage wordt binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:

De door u af te leggen verklaringen en beloften luiden als volgt:

"Ik verklaar en beloof dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik verklaar en beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):

Dat verklaar en beloof ik.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wens ik u van harte geluk met het lidmaatschap van deze Kamer. Ik schors deze vergadering voor enige ogenblikken ten bate van felicitaties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven