29 Wijziging begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024 samenhangende met de Najaarsnota

Wijziging begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024 samenhangende met de Najaarsnota

Aan de orde is de behandeling van:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (36625-XII).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2024. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. Ik heet iedereen van harte welkom, uiteraard ook de beide bewindspersonen.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer De Hoop namens GroenLinks-PvdA.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. We hebben vandaag een kort debat over de begrotingswijziging van IenW. Meestal zijn dit soort begrotingswijzigingen een hamerstuk. Ik heb zoiets zelf ook nog niet eerder onthamerd, maar we hebben eerder als GroenLinks-Partij van de Arbeid het besluit genomen om dit vandaag toch te doen, omdat we het van belang vinden dat we als Kamer spreken over de grote zorgen die we hebben over het openbaar vervoer en ook omdat we met een serieus voorstel komen bij de Najaarsnota. Dat voorstel raakt ook heel gericht deze begroting.

Voorzitter. De problemen zijn aanzienlijk. De ticketprijzen zullen binnenkort fors stijgen, waardoor reizigers nog meer voor hun kaartjes gaan betalen. Nederland behoort al tot de duurste landen als we kijken naar de ticketprijzen van de trein. De tarieven stijgen niet alleen nu al; volgend jaar dreigen er ook nieuwe tegenvallers voor de ov-reiziger aan te komen. Zo wil het kabinet fors, zo'n 110 miljoen euro, bezuinigen op de zogenoemde BDU-gelden, geld dat is bedoeld voor het ov in en rondom de grote steden. Vorige week is er bij de deal over de Onderwijsbegroting ook nog eens 75 miljoen extra bezuinigd op de ov-studentenkaart. Deze bezuinigingen moeten linksom of rechtsom betaald worden. Ik vrees dat de reizigers hiervoor zullen moeten opdraaien. Want ofwel de ticketprijzen gaan nog verder omhoog of er wordt gesneden in de dienstregeling, zo schetst ook Hatte van der Woude van OV-NL. Dat zal betekenen dat er pijnlijke keuzes gemaakt gaan worden en dat mogelijk nog meer buslijnen geschrapt worden.

Ik heb enkele vragen aan de staatssecretaris. Wat zijn gevolgen van de BDU-bezuinigingen? Wat zijn de precieze gevolgen van de korting op de bijdrage van de ov-studentenkaart? Klopt het dat deze bezuiniging vooral in het regionale ov consequenties gaat hebben? Is de staatssecretaris de afgelopen weken überhaupt betrokken geweest bij de afspraken over de onderwijsdeal en wat die betekenen voor het ov?

Voorzitter. Dit kabinet en deze coalitiepartijen zeggen dat ze het ov belangrijk vinden en dat ze het belangrijk vinden dat de regio's goed bereikbaar blijven. Het blijft echter bij mooie woorden. We zien helaas weinig daden. Elke keer horen we de staatssecretaris en de coalitiepartijen zeggen: we willen wel investeren, maar we moeten keuzes maken; er is geen geld. Hierdoor blijven noodzakelijke investeringen in de bereikbaarheid uit en hiermee investeren we dus ook niet in onze regio's. Toen we onlangs de Najaarsnota ontvingen, zagen we dat er opnieuw een behoorlijk bedrag op de plank blijft liggen, omdat niet al het gereserveerde geld kan worden besteed. Dit is een mooie kans om wel te investeren in het openbaar vervoer. Wij snappen dat je incidentele meevallers niet kunt inzetten om structurele uitgaven te dekken, maar wat je wél met incidentele meevallers kunt doen, is deze inzetten voor de noodzakelijke investeringen in nieuwe infrastructuur, want zo'n investering hoef je maar één keer te doen. We hebben in de Kamer de afgelopen maanden regelmatig met elkaar gedebatteerd over het belang van de investeringen in de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Er is in de Kamer ook brede steun voor de aanleg van deze beide belangrijke noordelijke lijnen. Ook staat er in het regeerprogramma dat er betekenisvolle stappen zullen worden gezet. Toch bleek onlangs dat het kabinet niet bereid is om te starten met de MIRT-verkenning, omdat er nog geen zicht is op 75% van de benodigde financiering. Dat is een hard gelag voor de bewoners en de bestuurders in het Noorden, maar nu is er dus onverwacht een onderbesteding en kunnen we een deel van dit incidentele geld inzetten voor de aanleg van die belangrijke spoorinfra. Daarom dient GroenLinks-Partij van de Arbeid samen met het CDA, de ChristenUnie, de Partij voor de Dieren, de SP en Volt een amendement in om 1,25 miljard euro toe te voegen aan het Mobiliteitsfonds en te reserveren voor de Nedersaksenlijn.

De voorzitter:

Voor u vervolgt, heeft u een interruptie van de heer Heutink, PVV.

De heer Heutink (PVV):

Het is natuurlijk hartstikke fijn dat de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid meedenkt met de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord om zo ook de Nedersaksenlijn te realiseren. Ik hoop dat ze dat ook gaat doen op alle andere onderwerpen, maar het is natuurlijk wel een beetje een gevalletje van een rupsje-nooit-genoeg vanuit de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. De staatssecretaris heeft een aantal weken geleden nog gezegd dat hij met de Voorjaarsnota met een besluit gaat komen over de financiering van de Nedersaksenlijn. Nu hebben we dit voorstel, dat daar rechtstreeks doorheen kruist. Met andere woorden, waarom neemt meneer De Hoop het kabinet de kans af om een zorgvuldige en integrale afweging te maken bij de Voorjaarsnota? Waarom gunt meneer De Hoop het kabinet die paar maanden niet, zodat we die lijn ook kunnen gaan aanleggen?

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Eigenlijk had ik een andere reactie van de PVV verwacht. Ik hoop ook op een andere reactie van beide bewindspersonen, omdat dit volgens mij echt een heel constructief voorstel is vanuit de oppositie. Je ziet dat er bij de Najaarsnota geld blijft liggen dat je niet structureel kunt inzetten, maar waar je wel incidenteel iets mee kunt. Wij hebben niet alleen als GroenLinks-PvdA, maar ook met het CDA, de ChristenUnie, SP en Volt, gedacht dat dit misschien juist een manier is om dit geld goed te besteden. Op het moment dat er bij de Najaarsnota geld blijft liggen, kan dat juist heel goed gericht uitgegeven worden aan infrastructurele projecten. Dat is ook iets waar wij als commissie voor I&W scherper op moeten zijn, omdat je dan dingen opeens wel kunt doen die anders misschien moeilijker te financieren zijn. Ik hoop eigenlijk dat de PVV met mij mee wil denken over de vraag wat voor nuttigs we met dat geld kunnen doen.

De voorzitter:

Een vervolgvraag.

De heer Heutink (PVV):

Meneer De Hoop geeft nog geen begin van een antwoord op mijn vraag, namelijk waarom hij de toezegging die hij al in zijn zak heeft zitten, doorkruist. Hij had de toezegging dat het kabinet bij de Voorjaarsnota met een voorstel gaat komen al binnen. Waarom doorkruist hij die? Waarom wil hij zo nodig een stok in de spaken van de wielen van het kabinet zetten?

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik hoop echt dat de staatssecretaris dit als een duw in de rug ziet. Ik bedoel, dit is een staatssecretaris die in elk debat tegen ons zegt: ik wil wel, maar het geld is er niet. Nu zien we dat er bij de Najaarsnota flink wat geld op de plank blijft liggen. De voorspellingen zijn zelfs dat er misschien nog wel extra geld blijft liggen. Als ik de staatssecretaris was, zou ik dit echt als een helpende hand zien. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook weleens kritisch ben geweest en misschien heb ik hem ook weleens per ongeluk in de wielen gereden, maar deze keer is daar echt geen sprake van. Dit is echt een serieus voorstel om mee te denken over infrastructurele projecten. U kunt mij vandaag veel verwijten, maar volgens mij niet dat dit geen constructief voorstel is.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Deze investering zal op termijn ook meer geld opleveren omdat we hiermee de bereikbaarheid, de woningbouw en daarmee ook de economie in Groningen en Drenthe een forse impuls kunnen geven. Hiermee helpen we ook het regeerprogramma een stukje uitvoeren. Ik reken dus op een positieve appreciatie van het kabinet. Ik hoop ook echt dat de staatssecretaris dit ziet als meedenken.

Voorzitter. Helemaal tot slot heb ik nog een vraag over de treinverbindingen naar Duitsland. Er zijn de komende tijd veel werkzaamheden. Reizigers zullen hiervan last ondervinden. Gisteren kregen we te horen dat een van de treinen op de belangrijke lijn tussen Venlo en Düsseldorf vanaf februari nog maar eens per twee uur gaat rijden. Dat vind ik echt zorgelijk. Kan de staatssecretaris uitleggen wat hier aan de hand is, hoe dit mogelijk nog te voorkomen is en wat we kunnen doen om dit zo kort mogelijk zo te houden?

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Hoop, voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord aan mevrouw Vedder namens het CDA.

Mevrouw Vedder (CDA):

Voorzitter, dank. Ik mag ook namens collega Grinwis van de ChristenUnie spreken. Hij is ook lid van een kleine fractie, net als ik. Dat maakt dat ik helaas niet het hele debat kan bijwonen, vanwege dubbele afspraken. Maar ik ga dit wel met veel interesse volgen natuurlijk.

Voorzitter. De coalitiepartijen staan aanstaande donderdag, als we gaan stemmen, voor een unieke kans. Doorgaans wordt er per kabinetsperiode maximaal een of twee keer besloten tot het starten van een MIRT-verkenning van een groot infraproject. We zien aan de geschiedenis dat elk groot, nieuw infraproject automatisch een van de belangrijkste mijlpalen is van de kabinetsperiode omdat het een blijvend verschil maakt voor heel veel mensen, mensen die vandaag misschien nog niet eens geboren zijn. Minister Keijzer zei het in het ruimtelijkeordeningsdebat terecht al: onze kleinkinderen gaan een mening hebben over de besluiten die wij maken. Het gaat om verder kijken dan een kabinetsperiode. Het is kijken naar de toekomst. Ik wil de coalitiefracties voorleggen die kans te pakken. Schiet de bal, die voor open doel ligt, erin. U doet er iets unieks mee. Als u bestaanszekerheid wilt versterken, dan is dit uw kans om het verschil te maken. De Nedersaksenlijn is een gamechanger in bestaanszekerheid, juist in een gebied in het noorden en het oosten waar mensen het al lang sociaal en economisch zwaar voor de kiezen krijgen.

Als u wilt investeren in kansen voor jongeren, is dit uw kans om het verschil te maken. Door de Nedersaksenlijn kunnen jongeren hun vervolgopleiding gaan volgen in Groningen of Twente. Als u er voor elke regio, voor heel Nederland, wilt zijn, dan is dit uw kans om het verschil te maken. Door de Nedersaksenlijn wordt het voor jong en oud, voor gezinnen en voor iedereen aantrekkelijker om in het dorp te blijven wonen omdat voorzieningen als het ziekenhuis, de sportclub, maar ook werk beter bereikbaar worden. Als u economisch wilt investeren, is dit uw kans om het verschil te maken. De Nedersaksenlijn verbindt Oost-Nederland met Duitsland, verbindt bijna 700.000 banen, creëert nieuwe werkgelegenheid, versterkt het vestigingsklimaat en jaagt nieuwe ontwikkelingen aan. Als u wilt investeren in gemeenschapszin, de kracht van de samenleving en in omzien naar elkaar, dan is dit uw kans om het verschil te maken, écht verschil te maken.

Voorzitter. De bal ligt voor open doel. Het CDA heeft de hoop dat de coalitie het lef heeft om 'm erin te schieten. Investeer in de Nedersaksenlijn. Investeer in een project dat het verschil maakt voor heel veel mensen. Investeer voor heel Nederland. "Hoop, lef en trots" is hier en nu een schot voor open doel.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan heeft u daar een interruptie over van de heer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Mevrouw Vedder en ik trekken al jaren samen op voor regionaal openbaar vervoer. Ik ben blij dat we dat bij de Nedersaksenlijn doen, maar dat we dat ook op andere vlakken heel vaak gedaan hebben. Maar ik heb wel een zorg, die ik ook met mevrouw Vedder wil delen, namelijk dat er 75 miljoen uit het reservepotje voor de studenten-ov-gelden weggehaald is bij de OCW-begroting. We hebben ook gezien dat de voorzitter van OV-NL, Hatte van der Woude, al zei dat dat waarschijnlijk toch gaat leiden tot verschraling of duurder wordende tickets. Ik vraag het CDA of het die zorg ook ziet. Waarom heeft u ervoor gekozen om dit toch te steunen?

Mevrouw Vedder (CDA):

Wij hebben die zorg ook. U vraagt waarom we het dan toch steunen. Ik zou het eigenlijk willen omdraaien. Ik weet dat de heer De Hoop ook een voorstel heeft gedaan. Onze fractie is heel kritisch op hoe de dekking in elkaar zit. Dat was voor ons de overweging. Maar qua inhoud, qua zorgen, zitten ik en de heer De Hoop helemaal op één lijn, dus het zou mij, en onze fractie, een lief ding waard zijn als we ergens manieren kunnen vinden om het op een nette manier toch te regelen. De studerende kinderen zijn onze jongeren. Het is onze jeugd. Net als de heer De Hoop weet ik hoe afhankelijk je als student kunt zijn als je in de regio woont en je jezelf wilt ontplooien, terwijl die universiteit net niet bij jou om de hoek zit. Dat deel ik met de heer De Hoop, maar wij hadden kritiek op de dekking van het voorstel van PvdA-GroenLinks.

De voorzitter:

Tot slot, kort, want we hebben al over de andere begrotingen gestemd.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Dat begrijp ik. Maar wat hier wel anders aan is, is dat het CDA en de ChristenUnie nu ook een bezuiniging van 75 miljoen steunen. Dus dit is een ander probleem dat erbovenop komt, los van het voorstel dat ik heb gedaan voor de SOV-gelden. Ik begrijp gewoon niet zo goed waarom het CDA dit steunt, omdat ik mij kan herinneren dat het in 2023 juist de heer Krul van het CDA was die precies deze bezuiniging wilde voorkomen. Nu steunt u eigenlijk de bezuiniging. Ik kan daar gewoon niet bij, omdat wij juist altijd samen optrekken voor het regionaal openbaar vervoer. Dus ik zou daar toch iets meer reactie op willen hebben van mevrouw Vedder. Het gaat dus niet zozeer over mijn voorstel, maar meer over die bezuiniging.

De voorzitter:

We hebben wel een debat over deze begrotingsstaat en over deze wijziging.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik snap de vraag van de heer De Hoop heel goed. Het eerlijke antwoord is dat dit niet per se onze voorkeur had, maar we hebben nog meer belang gehecht aan ervoor zorgen dat de langstudeerboete van de baan is, want die schaadt de toekomst van onze jongeren, van onze jeugd, nog veel harder. Is het een tien uit tien? Nee, het is geen tien uit tien geworden, maar het is wel beter geworden dan het was. Ik ben persoonlijk een groot gelover in: perfect is de vijand van beter, en beter is altijd beter dan slecht.

De voorzitter:

Dank u wel. We verexcuseren u meteen voor uw tweede termijn. Dan is het woord nu aan de heer Heutink namens de PVV.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter. Allereerst willen we zeggen dat wij het belang van de Nedersaksenlijn onderschrijven. Niet voor niets is deze opgenomen in het hoofdlijnenakkoord, waar mijn partij ook vol overtuiging een handtekening onder heeft gezet. En ik herhaal het hier: wij staan voor de inhoud van dat akkoord. Daarom is het des te belangrijker dat het kabinet een zorgvuldige afweging kan maken. Er is ons reeds toegezegd dat het kabinet bij de Voorjaarsnota met een besluit komt over de financiering van de Nedersaksenlijn.

Voorzitter. Het voorstel van de GroenLinks-PvdA-fractie maakt het maken van een zorgvuldige afweging eigenlijk onmogelijk. Sterker nog, als wij dit voorstel hier vandaag hadden ingediend, dan had meneer De Hoop dit waarschijnlijk een populistisch voorstel genoemd. Stiekem weet hij dat ook dondersgoed. Als het aan GroenLinks-Partij van de Arbeid ligt, leggen we nu al vast wat er met een groot deel van het geld gaat gebeuren, namelijk het starten van een MIRT-verkenning naar het aanleggen van de Nedersaksenlijn. En als de PVV nu volmondig ja zou zeggen op dit voorstel, dan ontnemen wij het kabinet dus de mogelijkheid om bij de Voorjaarsnota met een deugdelijk voorstel te komen. Dat gaan wij dus niet doen. Wij geven het kabinet de kans om met een goed voorstel te komen. Het is echt te vroeg om die beslissing nu te nemen.

Mag ik nog met twee zinnen afronden, voorzitter? Laten we samen, zeg ik ook in de richting van meneer De Hoop, de schouders eronder zetten om het hoofdlijnenakkoord uit te voeren. We wachten met smart op resultaten. Ik moet ook zeggen: ook onze fractie is ongeduldig. Maar laten we het wel zuiver houden, zeggen wij in de richting van meneer De Hoop, die nu een interruptie gaat plegen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dat heeft u goed gezien.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik heb graag debatten met de heer Heutink. Dat is altijd hartstikke leuk — daar niet van — maar ik vind wel dat hij het voorstel van de oppositie echt geen recht doet door het weg te zetten als populistisch. Het is heel vaak zo dat er bij de najaarsnota geld blijft liggen en daarvoor voorstellen worden gedaan. Dat is gewoon een serieus voorstel. Daar mag de heer Heutink tegenstemmen, maar ik vind dat hij het op deze manier een beetje tekortdoet.

De heer Heutink (PVV):

Wat het tekort heeft gedaan, zijn de formele begrotingsregels die we met elkaar hebben afgestemd. Een 0,1% onderschrijding op het EMU-saldo, nu, in deze tijd, betekent dat het zomaar zou kunnen dat het EMU-saldo op 1 januari 2025 misschien wel heel anders in elkaar steekt en er geen onderschrijding meer is maar een overschrijding van het EMU-saldo. Wie kan het zeggen? Het zou zomaar kunnen dat het kabinet dit geld alsnog niet uitgegeven gaat krijgen. Dat is een heel technisch verhaal, maar feitelijk is het zo dat de dekking niet klopt.

Daar komt nog bij dat niet uitgegeven geld nog altijd juridisch verplicht is en mogelijk activiteiten behelst met een later tijdstip, na volgend jaar. Daarmee is dit dus ook geen vrij besteedbaar geld. Hoe graag ook — liefst vandaag nog — we de Nedersaksenlijn zouden willen gaan aanleggen, we moeten echt wachten op het kabinet. Zij moeten met een deugdelijk voorstel komen bij de Voorjaarsnota. Daar zullen wij het kabinet ook scherp op controleren.

De voorzitter:

Een vervolgvraag.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Sorry, maar dat punt over het EMU-saldo is echt flauwekul. En als de heer Heutink dan toch begint over de begrotingsregels. Met alle respect, er is een deal gesloten waarin letterlijk hogere accijnzen op e-sigaretten zijn meegerekend terwijl het onzeker is dat die worden opgehaald. Dus u mag mij aanspreken op dekkingen en begrotingen, maar op dit moment is dat wel een heel raar verwijt vanuit de PVV, als er tegelijkertijd op zo'n manier een deal wordt gesloten. Dus ook dit is volgens mij toch een beetje jezelf overschreeuwen, meneer Heutink, in een debat waarin er een serieus voorstel wordt gedaan.

De voorzitter:

Volgens mij heeft u beiden uw punt gemaakt. Ik geef u nog kort de gelegenheid, meneer Heutink, maar we gaan niet weer heen en weer. Dat doet u dan maar buiten de vergadering.

De heer Heutink (PVV):

Nee, maar ik vind het wel leuk om te constateren dat zodra ik meneer De Hoop de begrotingsregels uitleg en hoe wij hier met elkaar een financieel deugdelijk voorstel in mekaar aan het flansen zijn, het wordt afgedaan als flauwekul. Maar dat laat ik aan meneer De Hoop en zijn kennis van deze financiële zaken.

De voorzitter:

Dank aan de heer Heutink voor zijn inbreng. Dan is het woord aan de heer Olger van Dijk namens Nieuw Sociaal Contract.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Dank, voorzitter. Realistisch ramen is een kunst, en deze regering beheerst die nog niet helemaal. De inkomsten worden vaak wat te conservatief geraamd, met een mooi begrotingssaldo tot gevolg, maar daar hadden we natuurlijk mooie andere dingen voor kunnen doen. Dat moet anders. Daarom gaat Nieuw Sociaal Contract dat deze week ook bepleiten in het algemene debat over de Najaarsnota: realistisch ramen.

Maar het is niet de goede manier om nu uit dit saldo lukraak projecten te financieren, zoals de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid nu voorstelt, hoe belangrijk ze ook zijn, zoals de Nedersaksenlijn. Dat heeft de heer Heutink net ook betoogd. Dat gaat in tegen ons jarenlange trendmatige begrotingsbeleid, die scheiding tussen inkomsten en uitgaven. Nou is de regeringsverantwoordelijkheid voor GroenLinks-Partij van de Arbeid natuurlijk iets langer geleden, maar er staan ook andere leden onder die zich dat nog zouden moeten herinneren. Die zijn nu de zaal uit, maar die staan er ook onder. Zij waren ook voor dit trendmatige begrotingsbeleid, zeg ik hier maar even. Maar de dekking gaat ook concreet in tegen het hoofdlijnenakkoord. Dat wil ik hier ook gezegd hebben. Nieuwe uitgaven moeten worden gedekt uit ombuigingen, en eventuele meevallers in het saldo worden bij de Voorjaarsnota besproken.

Voorzitter. Het is helder dat de Nedersaksenlijn voor NSC ook een heel belangrijk project is. Vrijdag spreekt de staatssecretaris met de regio over deze lijn en over de Lelylijn. Eerder hebben wij gevraagd om meer creativiteit, om alle mogelijke potjes voor financiering aan te boren. Onze vraag aan de staatssecretaris is hoever hij daar nu mee is. En gaat hij nu met lege handen naar die regio? Het zou namelijk kunnen helpen als je de regio beweegt om zelf iets bij te dragen en op een creatieve manier naar fondsen te kijken. Dat zou dus mijn vraag aan deze staatssecretaris zijn.

Voorzitter. We hebben ook een zorg. Het kan niet zo zijn dat de Lelylijn en de Nedersaksenlijn elkaar beconcurreren en dat er een greep uit de kas van de Lelylijn wordt gedaan om de Nedersaksenlijn te financieren. Mijn onlangs aangenomen motie over een masterplan Lelylijn vraagt ook om onverminderd te blijven zoeken naar méér budget voor de Lelylijn. Graag een toezegging van de staatssecretaris dat er geen budget van de Lelylijn wordt gebruikt voor de Nedersaksenlijn. Ik overweeg een motie in te dienen in de tweede termijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Olger van Dijk, voor uw inbreng namens Nieuw Sociaal Contract. Dan is de laatste spreker van de zijde van de Kamer mevrouw Veltman namens de VVD.

Mevrouw Veltman (VVD):

Dank u, voorzitter. Dit debat is aangevraagd vanwege een amendement, of eigenlijk twee, ingediend door GroenLinks-PvdA en een aantal andere partijen, over de financiering van de Nedersaksenlijn. De VVD vindt de Nedersaksenlijn een belangrijke toevoeging aan het spoornet. Deze lijn kan de regionale economie versterken en is een impuls voor werk, woningbouw en onderwijs. De financiering van de aanleg moet echter wel via een degelijke route verlopen. Wat er met dit amendement wordt voorgesteld, is wat de VVD betreft geen degelijke route. We hebben afspraken gemaakt over hoe we de financiën in dit land beheersbaar houden. We voeren financieel verantwoordelijk beleid. Daar hoort bij dat als er sprake is van onderuitputting, dit terug wordt gestort in de schatkist en dat dit nu dus niet wordt benut voor een specifiek doel. De degelijke route is zoals het verzoek ook aan de staatssecretaris is gedaan en zoals hij nu, als het goed is, aan de slag is: in overleg met de betrokken provincies en de andere ministeries een onderzoek doen naar de financieringsmogelijkheden. Wij zijn benieuwd wat daaruit gaat komen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Voor u vertrekt: u heeft een interruptie van de heer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik zal de begrotingsdiscussie niet overdoen. Ik heb ook kritiek op hoe de deal tot stand is gekomen. Daar kun je heel veel vraagtekens bij zetten, en dat zou ik zeker ook doen, als ik bij de VVD had gezeten. Maar ik wil wel naar die Nedersaksenlijn toe. Mevrouw Veltman is kritisch op hoe het voorstel gedaan wordt, maar zegt tegelijkertijd ook: we willen bij de Voorjaarsnota wel een voorstel zien. Ik ben wel benieuwd hoe mevrouw Veltman daar dan naartoe wil werken, want er blijft nu een behoorlijke pot geld liggen. Je zou dat vanuit de algemene middelen hopelijk wél gericht kunnen uitgeven aan de Nedersaksenlijn. Ziet mevrouw Veltman wel het doel dat wij behelzen? En als het dan in die algemene pot terechtkomt, vind ik u dan aan mijn zijde als ik vraag om te kijken of we dat bij de Voorjaarsnota gericht bij de Nedersaksenlijn kunnen krijgen?

Mevrouw Veltman (VVD):

Volgens mij is dat nou juist de integrale afweging die gemaakt wordt op het moment dat je met elkaar een begroting gaat maken. Dat begint natuurlijk met de Voorjaarsnota. Dan krijg je een beeld van alle meevallers en tegenvallers en alle ambities en wensen die wij hebben, bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn. Zoals ik al zei, is dat een mooie toevoeging aan het spoornet. Maar dat is dan de afweging die gemaakt moet worden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors tot 18.45 uur, zodat de bewindspersonen zich kunnen voorbereiden op de beantwoording en de appreciatie van de amendementen, die bij voorkeur ook in de eerste termijn van de zijde van het kabinet plaatsvindt.

De vergadering wordt van 18.34 uur tot 18.43 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2024. De termijn van de zijde van de Kamer is net geweest. Er zijn een aantal vragen gesteld en twee amendementen ingediend. Ik zie de staatssecretaris al klaarstaan voor de beantwoording van de vragen en de appreciatie van de amendementen, want volgens mij zagen bijna alle vragen en punten op zijn portefeuille. Ik geef hem daartoe het woord.

Staatssecretaris Jansen:

Dank, voorzitter. Dat klopt inderdaad. Ik zal de beantwoording doen. Volgens mij zijn er zes vragen gesteld en twee amendementen ingediend. Allereerst de vragen.

De eerste vraag is van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Die gaat over de gevolgen van de BDU-bezuiniging. De gevolgen worden in beeld gebracht door de regionale overheden. Ik ben daarover in overleg met hen. Ik verwacht de Tweede Kamer net na het kerstreces hierover nader te kunnen informeren.

De tweede vraag is ook van de heer De Hoop. Wat zijn de gevolgen van de korting op de bijdrage van de ov-studentenkaart? Was ik daarbij betrokken? Wat is mijn advies? Het gevolg — laat ik het zo maar zeggen — van de korting is dat er ongeveer 200 miljoen per jaar minder is voor de ov-sector. Dat is uitermate vervelend. Ik heb daarover gesproken met de minister van OCW. Het is echter het gevolg van een contractuele afspraak tussen de openbaarvervoerbedrijven en dezelfde minister van OCW. Dat zijn dus gewoon de cijfers: 200 miljoen per jaar minder voor de ov-sector.

Nog een vraag van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Klopt het dat de gevolgen vooral voor het regionale openbaar vervoer zullen zijn? Ja, dat klopt. De korting op de BDU en de studenten-ov-kaart zullen vooral effect hebben op het regionale openbaar vervoer. Denk aan verschraling van de dienstverlening. Dat is dus een correcte constatering.

Dan de laatste vraag van de heer De Hoop. Althans, ik heb er ook nog een die hij volgens mij samen met een ander Kamerlid heeft gesteld. Maar deze vraag ging over de trein tussen Venlo en Düsseldorf. Die gaat per februari slechts eens per twee uur rijden. Wat is hier aan de hand en is dit te voorkomen, was de vraag. Het traject Venlo-Düsseldorf is van groot belang als omrijroute voor het goederenvervoer vanwege de werkzaamheden in Duitsland aan de Betuweroute. Die hebben gevolgen voor het personenvervoer op dit traject. Dat is ook al eerder aan de Kamer gemeld. In plaats van treinen zullen er tijdelijk vervangende bussen zijn voor het vervoer.

Dan heb ik een vraag van zowel de heer Van Dijk van NSC als mevrouw Veltman van de VVD. Die vraag ging over creativiteit en alle mogelijke potjes voor financiering benutten. Hoever ben ik daarmee? Is er nu daadwerkelijk zicht op een MIRT-verkenning of kom ik met lege handen aan bij de regio? Het gesprek loopt nog. U kunt er ook van uitgaan dat we met alle partijen maximaal proberen om tot een inzet te komen met resultaat. Ik heb eerder al heel vaak gemeld dat ik zie dat er heel weinig financiële ruimte is, zowel binnen het Mobiliteitsfonds als op andere plekken binnen de rijksbegroting. Natuurlijk blijf ik mij, conform de wens van de Kamer, inzetten om tot een vervolgstap te komen die past binnen de ambitie van het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma.

Dan de laatste vraag. Die is wederom van de heer Van Dijk van NSC. Hij wil graag de toezegging dat er geen budget van de Lelylijn wordt gebruikt voor de Nedersaksenlijn, conform de uitspraak van de Kamer in januari. Die vraag is mij ook eerder gesteld. Het antwoord is nog steeds: nee, dat kan ik niet garanderen. De Kamer heeft mij namelijk gevraagd of ik creatief naar alle opties wil kijken om tot een maximaal resultaat te komen. "Alle opties" betekent dat ik nu geen enkele optie wil uitsluiten.

De voorzitter:

Voordat u overgaat tot de appreciaties van de amendementen: er is een vraag van de heer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik heb eerst een opmerking over het laatste wat de staatssecretaris zei. De Kamer heeft inderdaad gevraagd om een creatieve oplossing, maar er ligt ook een hele duidelijke spreekt-uitmotie van de Kamer die zegt dat dat Lelylijngeld in dat potje moet blijven. Dus ik mag toch hopen dat de staatssecretaris die wel serieus weegt, ook al is het een spreekt-uitmotie. Ik verwacht wel van de staatssecretaris dat hij dat soort woorden zwaar weegt.

De vraag die ik wilde stellen aan de staatssecretaris is een andere. Hij schetste inderdaad dat er 200 miljoen bezuinigd wordt op het regionale openbare vervoer. Ik maak me daar echt grote zorgen over. We hebben de afgelopen vijf jaar gezien dat 1.500 bushaltes in Nederland zijn verdwenen. Dan hebben we het nog niet over de BDU-gelden. Dan hebben we het nog niet over het feit dat de staatssecretaris ook nog een structurele oplossing moet vinden voor de NS-tickets. Ik zou heel graag van de staatssecretaris helder krijgen hoe hij denkt die problemen op te kunnen lossen, want als ik dit bij elkaar optel, dan zit ik op een half miljard. Dan willen we ook nog de Nedersaksenlijn aanleggen. Dus heeft de staatssecretaris überhaupt het gevoel dat de ambities die in het regeerprogramma staan, nog haalbaar zijn?

Staatssecretaris Jansen:

Volgens mij zijn de ambities in het regeerprogramma heel helder. Wij staan ook voor een goed en toegankelijk openbaar vervoer. Dit is inderdaad wel een uitdaging. Met dit soort bedragen, 200 miljoen per jaar minder, is het een uitdaging. Dat is juist de reden waarom wij ook met alle regio's daarover in gesprek zijn om te kijken hoe we dit op de juiste manier kunnen vormgeven. Maar het is wel een gegeven waar we tegen aanlopen.

De voorzitter:

Een vervolgvraag.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik mag toch hopen dat de dingen die op papier in het regeerakkoord staan, er ook in staan om daadwerkelijk dingen voor elkaar te krijgen. Ik geloof echt dat de staatssecretaris dit wil, maar ik denk toch dat hij met mij ook bijna wel tot de constatering komt dat het bijna niet meer haalbaar is en dat het niet mogelijk is. Dan is het ook aan de staatssecretaris om keuzes te maken en richting te geven. Ik verwacht eigenlijk dat hij dat bij de Voorjaarsnota wat meer gaat doen. Ik verwacht dat hij een beetje meer inzicht geeft in zaken waarvan hij denkt: dit is haalbaar; hier wil ik me de komende periode voor inzetten. Ik mis die richting van de staatssecretaris best wel een beetje. Ik hoop dat hij daar volgend jaar zelf ook wat meer sturing in wil geven en helderheid wil geven over zijn concrete inzet daarop.

De voorzitter:

Een oproep richting de Voorjaarsnota.

Staatssecretaris Jansen:

Volgens mij zijn er een aantal dossiers waarvan ik heb aangegeven dat we daarop een integrale afweging gemaakt hebben bij de Voorjaarsnota. Vorige week heeft het er inderdaad niet makkelijker op gemaakt, zeg ik richting de heer De Hoop.

De voorzitter:

We waren bij de twee amendementen.

Staatssecretaris Jansen:

Klopt. Beide amendementen moet ik helaas ontraden vanwege de dekking. Er ging ook een discussie tussen de Kamerleden onderling aan vooraf. De voorgestelde dekking komt uit de onderschrijding of de onderuitputting van de gehele rijksbegroting. Volgens de begrotingsregels wordt onderuitputting gezien als meevaller. Die mag niet worden ingezet voor een intensivering, zoals de Nedersaksenlijn. Bovendien is er in de Najaarsnota ook geen geld over, want de minister van Financiën heeft met de in=uittaakstelling al rekening gehouden met het ontstaan van onderuitputting. Er moet bij het jaarverslag nog 5,2 miljard ingevuld worden. Als dat bedrag niet wordt ingevuld, leidt dat tot een saldoverslechtering. Geld inzetten uit de onderschrijding is daarmee in feite een dekking uit het EMU-saldo, zoals de heer Heutink aangaf in het onderlinge debat hierover. Daarnaast is het voor IenW niet mogelijk om de middelen nog in 2024 uit te geven aan de Nedersaksenlijn. Dat betekent dat de middelen worden doorgeschoven naar latere jaren, waarin de rijksfinanciën al onder druk staan. Om die reden moet ik beide amendementen dus ontraden.

De voorzitter:

We noteren bij beide "ontraden". Dan zijn wij hiermee aan het einde van de termijn van het kabinet gekomen. Alleen de heer Olger van Dijk heeft aangegeven dat hij nog behoefte heeft aan een tweede termijn. Daartoe geef ik hem het woord en ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Voorzitter. Dat kan snel. De heer De Hoop heeft eraan gerefereerd dat de Kamer afgelopen januari een spreekt-uitmotie heeft ingediend om het budget voor de Lelylijn te reserveren. Het is blijkbaar nodig, ook gegeven de beantwoording van de staatssecretaris, om dat ook met een verzoek te doen. Dat doen we met deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op 20 december 2024 overleg zal plaatsvinden met de regio over het vervolg van de Lelylijn en de Nedersaksenlijn;

overwegende dat zowel de Nedersaksenlijn als de Lelylijn prioritaire projecten uit het hoofdlijnenakkoord zijn die elkaar niet moeten beconcurreren;

van mening dat de Nedersaksenlijn grote meerwaarde heeft en zo spoedig mogelijk aangelegd moet worden;

verzoekt de regering het bestaande budget voor de Lelylijn hiervoor gereserveerd te houden en niet aan te wenden voor andere doeleinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Olger van Dijk, Pierik en Vedder.

Zij krijgt nr. 7 (36625-XII).

Dank u wel. Ik kijk heel even naar de bewindspersonen. Zij hebben drie minuten nodig. Dan schors ik voor een enkel moment.

De vergadering wordt van 18.51 uur tot 18.54 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is nog steeds de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Er is één motie ingediend. Ik kijk naar de staatssecretaris voor de appreciatie.

Staatssecretaris Jansen:

Voorzitter. Ik moet deze motie ontraden. De Kamer heeft mij gevraagd om creatief te zijn en alle mogelijkheden te onderzoeken. Daar moet ik dan wel de ruimte voor krijgen. Deze motie beperkt uiteindelijk de creativiteit. Om die reden moet ik haar ontraden.

De voorzitter:

Wij noteren "ontraden". Ik roep wel in herinnering dat ook de heer De Hoop zojuist al aan een andere motie heeft gerefereerd. Maar goed, het is uiteindelijk nu aan ons als Kamer om daarover te stemmen, in dit geval donderdag nog. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor drie kwartier, tot 19.40 uur. Dan gaan we door met het volgende debat.

De vergadering wordt van 18.55 uur tot 19.44 uur geschorst.

Naar boven