2 Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen Michon-Derkzen

Vragen van het lid Michon-Derkzen aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Natuur verzuipt door drugsafval".

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Justitie en Veiligheid. Het is fijn om u weer te zien. Ik geef graag het woord aan mevrouw Michon-Derkzen van de fractie van de VVD, die een vraag heeft aan de minister. Het woord is aan mevrouw Michon.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ondermijning is een containerbegrip voor alles wat voortkomt uit de georganiseerde drugscriminaliteit. Tien dagen geleden is hier in Den Haag een heel huizenblok weggevaagd door een explosief. Deze week is in Purmerend een explosief geplaatst bij een woonhuis. Dat is echt afschuwelijk. Ik wil deze minister vragen wat er nodig is om dit tij te keren. Het is kinderlijk eenvoudig om aan een paar cobra's te komen en zo een bom te plaatsen. Wat doet het kabinet aan het Europese verbod op cobra's, waar hier in de Kamer om is gevraagd? Wanneer komt het wetsvoorstel om cobra's onder de Wet wapens en munitie te plaatsen? Tot slot: wat is de opdracht van de taskforce die net onder leiding van de burgemeester van Rotterdam van start is gegaan?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Weel:

Dank, voorzitter. Dank ook aan mevrouw Michon voor het agenderen van dit onderwerp. Laat ik het maar eerlijk en open zeggen: ja, we hebben een enorm probleem met deze explosies in Nederland. Hoewel die niet allemaal kunnen worden gelinkt aan de ondermijnende criminaliteit, speelt ondermijnende criminaliteit daar natuurlijk ook een rol bij. Dat is de reden dat ik twee weken geleden mevrouw Schouten, de burgemeester van Rotterdam, heb gevraagd om een strategisch offensief tegen explosies te leiden. Dat is een samenwerkingsverband waarbij naast de politie en het OM ook VNO aanwezig is, maar ook de vuurwerkbranche en de woningbouwcorporaties, omdat daar natuurlijk de meeste explosies plaatsvinden. Het is dus een breed verband dat gaat kijken welke stappen we kunnen nemen om echt een grote verandering te creëren in deze enorme toename. Daar is dus een ambitieus doel neergelegd. Het gaat echt om creatief nadenken.

Dat creatief nadenken is nodig. Als we inmiddels op meer dan 1.000 explosies in woonwijken in Nederland per jaar zitten en we met opsporing weliswaar ongeveer de helft kunnen oplossen maar daarmee het probleem dus niet minder maken, dan moeten we namelijk creatiever gaan nadenken over hoe we dit tij keren. Daarbij neem ik vaak als voorbeeld de taskforce tegen de overvallen die een tijdlang welig tierden op tankstations. Daarbij zijn er hele kleine maatregelen genomen, zoals hoogtestreepjes naast de deur van de uitgang van het tankstation, waardoor je kunt inschatten hoe lang een overvaller is, wat dan weer helpt. Al die kleine dingen dragen dus bij aan het oplossen van het probleem. Dat is daar gelukt. Ik ben ervan overtuigd dat we onder leiding van mevrouw Schouten ook hier het tij zullen keren.

Vanuit het ministerie en vanuit mijn kant gaan we natuurlijk doen wat we kunnen op het gebied van regelgeving en handhaving. Ik zei al dat de opsporing niet zozeer het grote probleem is. De politie zit hier altijd bovenop en weet een heel groot deel van deze zaken op te lossen. Maar we zien wel dat het heel vaak jongeren zijn die dit doen en dat die dat vaak eenmalig doen, waardoor je niet echt kunt komen tot de opbouw van een strafdossier. Het gaat er dus om de laag daarboven te vinden. Daar gaan we achteraan.

We gaan ook kijken wat we op Europees niveau kunnen doen aan het minder voorradig maken van cobra's, waarmee dit inderdaad vaak gebeurt. Ik heb zelf opgebiecht dat ik in mijn jeugd weleens strijkers heb afgevuurd. Dat was toen illegaal vuurwerk. Strijkers maakten een grotere knal dan de astronauten die je legaal kon kopen. Maar dit is echt van een compleet andere orde. Cobra's blazen een voordeur eruit. Een aantal cobra's zorgen ervoor dat een hele pui uit een huis gaat. Dit is dus geen onschuldig vuurwerk. Dit zijn gewoon explosieven. Daar moeten we tegen optreden. Die cobra's worden gemaakt binnen de EU, maar ook daarbuiten. Het gaat er dus om dat we met onze open interne markt tot een Europese aanpak komen. Daarvoor heb ik samen met de staatssecretaris van IenW een initiatiefnota ingediend. We hebben een aantal lidstaten gevonden die zich bij ons hebben aangesloten om hier in EU-verband op in te zetten.

Nationaal ben ik voornemens om zo mogelijk nog voor, maar anders direct na het reces met een brief naar uw Kamer te komen waarin ik aankondig hoe we de cobra's onder de Wet wapens en munitie laten vallen. Ik heb daarvoor geen wetsvoorstel nodig. Ik wil nog niet volledig uit de doeken doen hoe we dat gaan doen, maar u kunt ervan uitgaan dat het binnen no time geregeld is. Dat geeft ook de politie meer armslag om behalve met de Wet op de economische delicten ook via deze weg de bezitters en afstekers van deze explosieven aan te pakken.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank aan de minister. Ik hoop dat hij ons kan blijven informeren, ook over de resultaten van de taskforce. Het is zeer belangrijk om dat goed te volgen. Maar de ellende houdt niet op bij de grens tussen de bebouwde kom en het buitengebied, want in het buitengebied zijn plekken die gelegenheid geven tot criminaliteit. Criminele ondermijnende activiteiten zijn daar veel minder zichtbaar, maar daardoor niet afwezig. Resultaat daarvan zijn de drugsdumpingen; dat zagen we ook in de krant. Maar ook recent zagen we met een heel aantal collega's boeren die onder valse voorwendselen hun lege schuur verhuren, waar vervolgens een drugslab in wordt geplaatst. Je ziet in het buitengebied dat hele containers worden ingegraven. Heeft de minister zicht op al die criminele activiteiten die er in het buitengebied plaatsvinden?

Minister Van Weel:

Het is een terecht punt dat ondermijning niet alleen in onze wijken voorkomt, maar ook op het platteland. Het ondermijnende karakter slaat ook op het feit dat het overal opduikt. Daar waar het ruimte vindt, daar woekert het en dat is ook zo op het platteland. Dus ja, wij schrikken van het aantal drugsdumpingen in de natuur. We schrikken van de ervaringen die met name groene boa's hebben in het buitengebied. We schrikken van de verhalen van boeren die zeggen dat ze onder druk worden gezet om hun schuur voor deze praktijken af te staan. De allerbeste remedie hiertegen is om de drugslabs, dus die plekken waar de drugs worden geproduceerd, aan te pakken. Daarmee voorkomen we de hele afvaldumping, die vaak gedaan wordt door derden. Dat zijn dus niet de grote criminelen die we daarmee pakken en bovendien zijn ze vaak alweer gevlogen. Het gaat erom dat we de locaties aanpakken waar de drugs worden geproduceerd, of dat nu in een stad is of in de buitengebieden. Wij komen binnen enkele weken, in het begin van het nieuwe jaar, met een landelijke campagne die de aandacht gaat vestigen op: wat zijn nou vreemde of verdachte zaken die je kunt signaleren in je omgeving? Dat kan in je woonwijk zijn, waar je verdachte busjes ziet rijden of waar je winkels hebt die niet open zijn op normale tijden, waar nooit iemand komt of waar je een vreemde geur ruikt. Maar het kan ook in het buitengebied zijn. Het kan ook op een vakantiepark zijn of een afgesloten industrieterrein, waar ineens op vreemde uren activiteit is. We gaan de burgers, want daar hebben we de meeste van, meer dan politieagenten en boa's, in staat stellen om daar beter op te reageren en om ons te helpen om die drugslocaties, die productielocaties aan te pakken.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

De minister noemde ze al eventjes: de groene boa. Wie kent het buitengebied en wie houdt nou toezicht in dat buitengebied? Dat is de groene boa, niet bij iedereen bekend. Het kan een boswachter zijn of een natuurinspecteur, maar de groene boa heeft in deze dagen echt een kernfunctie als het gaat om de veiligheid in het buitengebied. In tegenstelling tot de politie lopen zij vaak alleen. Dat doen ze zowel overdag als in de nacht. We hebben die groene boa's keihard nodig om ons veilig te houden. Zoals ik al zei: zij zien als eersten wat er gebeurt. Dat gaat veel verder dan de klassieke taken die zij voorheen hadden op natuurbeheer. De VVD is al jaren bezig om ervoor te zorgen dat die groene boa ook de goede uitrusting heeft om het werk op een veilige manier te kunnen doen. Dat betekent dat als de werkgever daar een aanvraag voor indient en ze voldoende getraind zijn, die groene boa's ook bewapend kunnen worden. Maar daar gaat het hopeloos mis. Daar wil ik vandaag echt de aandacht van de minister voor vragen. De aanvragen belanden echt in een moeras en als ze al boven water komen, worden ze afgewezen. Kan de minister een overzicht geven van alle aanvragen voor bewapening, de adviezen en de daadwerkelijke besluiten voordat we eind januari met elkaar weer over de boa's spreken, zodat we zicht hebben op hoe dat proces gaat?

Los van de bewapening is het voor groene boa's ook van essentieel belang dat zij goed samenwerken met de politie, want de politie moet natuurlijk als back-up aanwezig als dat nodig is voor de groene boa om het werk veilig te kunnen doen. Daar zitten knelpunten. Ik begrijp dat eerlijk gezegd ook goed vanuit de positie van de politie. De boa heeft een veelheid aan werkgevers, dus dan heb je als politie met veel partijen te maken. Maar wij hebben eerder hier in de Kamer gevraagd — ik zocht het nog na: het was het voorjaar van 2022; ik zie mevrouw Bikker knikken — om een agenda te maken voor de samenwerking tussen de groene boa en de politie. Tot op de dag van vandaag is die samenwerking niet optimaal. Wat gaat de minister doen, zowel bij de uitrusting van de groene boa's als bij de samenwerking met de politie, om juist deze groep, die we heel hard nodig hebben, voldoende in staat te stellen om het werk goed te doen?

Minister Van Weel:

De groene boa's gaan mij ook aan het hart. Ik heb er een aantal gesproken. Ik lees hier dat het er 2.298 zijn. Ik heb ze niet allemaal gesproken, maar de groene boa's die ik ben tegengekomen zeggen dat de specifieke aard van hun werkzaamheden andere eisen stelt aan hun uitrusting en bewapening. Ze werken namelijk vaak alleen in het buitengebied en hebben nu ook te maken met de georganiseerde misdaad als mogelijke tegenstander. Ik sta daar zeer sympathiek tegenover. Er is een traject om die aanvragen te doen. Dat moet de werkgever doen. Er zijn ook werkgevers die dat niet willen doen voor hun boa's. Daar wil ik ook het gesprek mee aangaan, gewoon om te weten wat daar de overwegingen in zijn. Wij zijn bezig met een herziening van het hele boa-bestel. Daarbij moeten we ook bezien of we voldoende groene boa's hebben, of ze voldoende zijn uitgerust, en of we dat meer uniform moeten maken of het op de huidige wijze moeten laten voortgaan. Daar kom ik sowieso op terug.

Dan over het aantal aanvragen dat gehonoreerd is. Daar ga ik achteraan. We hebben nog een debat over de politie deze week, donderdag. In mijn eerste termijn zal ik daar specifiek en actief aandacht aan besteden, zodat we ook kunnen bekijken of het probleem nou zit in het niet doen van een aanvraag door de werkgevers of in het niet toekennen daarvan. Dan moeten we weer bekijken waar dat aan ligt. Daar wil ik dus zeker naar kijken.

De samenwerking tussen politie en boa's hoort voor mij bij de herziening van het boa-bestel. Daarbij gaan we ook bekijken of we de taken moeten uitbreiden, of juist niet, en hoe zich dat verhoudt tot de politie. Er zijn voorbeelden van waar dat echt goed gaat. Denk aan de boswachter die geïnterviewd werd voor het artikel dat heeft geleid tot de mondelinge vraag van uw zijde. Hij is degene die door de politie is gealerteerd op de vondst van een drugslab in zijn verantwoordelijkheidsgebied. Daarop is hij gaan zoeken naar verdachte sporen. Hij vond daar verdachte sporen. Er was een afgeschermde dumpingput. Juist door de tip van de politie kon hij erachteraan. Daardoor zijn we deze enorme dumping — want dat is het — op het spoor kunnen komen. Op de foto's lijkt het wel een soort mijnenafgraving. Daar is echt een enorm milieuprobleem gecreëerd. Dat zijn de lichtpuntjes, maar ik erken dat het niet overal goed gaat. Zeker met private domeinen, met private landeigenaren, waar ook groene boa's actief zijn, kan dat nog een stuk beter. We nemen dat dus mee.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Ik vond de voorzitter vrij coulant wat betreft het toelaten van vragen over de explosies. Ik had zelf vragen voorbereid over de dumpaanvallen. Ik ben in ieder geval blij dat de minister zo snel mogelijk de motie uitvoert om met een taskforce te komen. Ik hoop dat die fenomeenanalyse naar explosies zo snel mogelijk gedeeld wordt met de Kamer.

Maar mijn vraag gaat over de dumpingen. In het verleden hebben wij gevraagd om dat samenwerkingsverband met de politie. Daar bent u net op ingegaan. Het is nu dweilen met de kraan open. Je kan wel weer miljoenen besteden aan het opruimen van die drugsaanval, maar we willen daders op heterdaad betrappen. Wat kunnen wij nú doen, dus zolang de stelselherziening nog niet heeft plaatsgevonden, om de groene boa's via de politie zo goed als mogelijk te ondersteunen? Welke acties gaat u daaromtrent ondernemen?

Minister Van Weel:

Ik kan u zeggen dat ik hier nog nader bij u op terugkom op het strategisch offensief tegen explosies. Dat stond inderdaad niet geagendeerd, maar ik heb wel gemeend daar iets over te moeten zeggen in antwoord op de vragen.

Ik zei al iets over drugsdumping. Veel beter dan die dumpers op het spoor komen is het om die drugslabs te vinden. Om die drugslabs te vinden, moet je opsporingscapaciteit inzetten. Ik noemde net het voorbeeld van die ene boa die het gebied goed kent en de politie daarom kan helpen bij het opsporen van zo'n dumpingslocatie. Dat is het soort samenwerking dat we nodig hebben. Ik zie dit als een aansporing om nog een keer met de politie rond de tafel te gaan zitten, op heel korte termijn. Dat hangt ook een beetje samen met de start van die campagne. Het doel is dus om nog een keer bij boa's de vraag onder de aandacht te brengen waar ze de politie mee kunnen helpen en wat de signalen zijn die zij kunnen zien waarmee de politie verder kan? Maar omgekeerd gaat het er ook om dat de politie in die landelijke regio's gealerteerd moet worden door de extra ogen en oren die zij hebben in die gebieden, en om de vraag of daar beter gebruik van gemaakt kan worden.

De voorzitter:

30 seconden voor mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Petje af voor alle boswachters en andere boa's die optreden op het moment dat hun gebied vervuild raakt door drugsafval en tegen andere dingen die ze tegenkomen. Het begint echter niet bij de drugslabs, maar bij de gebruikers. Als die zich niet realiseren wat voor ellende ze teweegbrengen, is het dweilen met de kraan open. Ik zou de minister willen vragen, juist als hij hiermee aan de slag gaat, om de motie van de ChristenUnie op te pakken om gebruikers te confronteren met de schadelijke gevolgen van het drugsgebruik, juist ook voor de natuurgebieden. En alsjeblieft, laat de boa's geen nieuwe gemeentepolitie worden, maar laat de groene boa's heel goed zorgen voor de natuur.

Minister Van Weel:

Dat laatste doen ze sowieso, want daar ligt hun passie natuurlijk. Daarom gaat het die groene boa's ook aan het hart op het moment dat natuur verwoest wordt door dit soort drugsdumpers. Ik kan alleen maar volmondig ja zeggen. We hebben natuurlijk de motie van uw hand, waar de staatssecretaris Preventie en ik uitvoering aan gaan geven door aandacht te vragen voor de hele schadelijke gevolgen van het gebruiken van drugs. Er ligt gewoon een directe bloedlijn tussen de criminaliteit die we zien, de explosies in de wijken, de dumping in de natuur, de liquidaties die we hebben gezien in Nederland en dat pilletje of dat lijntje coke. Mij vindt u daarbij dus aan uw zijde.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Drugsdumping heeft enorme gevolgen en er zit een enorme criminele organisatie achter. We hebben de boswachter gehoord. Hij zei: "Hier ben ik geen boswachter voor geworden. Dit is niet leuk. Dit is eigenlijk niet mijn taak, maar ik doe het omdat het blijkbaar niet anders kan." Ik hoor net de VVD zeggen: misschien kunnen we de boa's meer bewapenen en kunnen we daar meer taken neerleggen. Ik wil van de minister horen dat dat absoluut niet gaat gebeuren, dat het hier gaat om zware criminaliteit, dat de aanpak daarvan in eerste instantie gewoon hoort bij onze politie en bij de recherche, en dat dat het punt is waar het versterkt moet worden.

Minister Van Weel:

Ik zou willen dat de boa's niet te maken hadden met de drugscriminaliteit waar ze tegen aanlopen in hun gebieden. Daar zijn ze natuurlijk nooit voor bedoeld geweest. Daarvoor zijn ze niet in dienst gegaan; dat zei ik net ook tegen het lid Bikker. Maar helaas is dat wel de werkelijkheid die we nu zien en dan moet je gaan kijken: als zo'n boa daartegen aanloopt ... We willen niet dat ze op jacht gaan naar drugscriminelen, zeker niet. Dat is niet hun taak; dat is een politietaak. Maar als ze aanlopen tegen criminelen is de vraag: kunnen ze zich adequaat verdedigen? Waar vroeger misschien een pepperspray voldoende was omdat je wat wildcrossers tegenkwam op de hei, heb je nu te maken met een volledig andere categorie, die ook rondhangt in die natuurgebieden. Dat is de afweging die we maken bij het al dan niet bewapenen van groene boa's. Dat is echt een buitencategorie in vergelijking met de boa's die we tegenkomen in de stad, die met hele andere problematiek te maken hebben. Daar is de politie vaak ook dichterbij. Het kan in het buitengebied rustig een halfuur duren voordat de politie komt opdagen.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Er ligt niet voor niets een geweldsmonopolie bij de politie. Volgens mij moeten we heel voorzichtig zijn met het verder bewapenen van onze samenleving. Ik vraag de minister om vooral te kijken naar hoe we de politie hierin verder kunnen versterken, zodat ze op tijd naast die boa's staan als er iets is, en het liefst inderdaad nog voordat er iets gebeurt.

Dan mijn tweede vraag. Ik zie dat er voor miljoenen aan schade is voor de samenleving, de natuur en ons grondwater. Ik merk dat er best wel wat discussie is over door wie en wanneer het moet worden opgeruimd, waardoor drugsafval te lang blijft liggen in de natuur en de schade nog veel groter wordt. Kan de minister kijken met andere lagen van overheden en bevoegde gezagen hoe daar meer duidelijkheid in kan komen, misschien door middel van een richtlijn, zodat er niet steeds weer een discussie ontstaat over de vraag wie — de terreinbeheerder, de provincie, de gemeente — het gaat opruimen, zodat daar gewoon duidelijkheid over komt?

Minister Van Weel:

Dank voor die vraag. Het is waar: het loopt af en toe in de miljoenen. De afgelopen jaren zijn door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor ongeveer 5 miljoen aan opruimingsgelden beschikbaar gesteld. Ook vanuit Justitie en Veiligheid dragen we daaraan bij. We hebben nu een regeling waarbij ook wij voor de wat kleinere drugsdumpingen achteraf schade kunnen vergoeden. Die regeling liep af, maar die zet ik voort in het komende jaar, omdat ik samen met de staatssecretaris van IenW wil komen tot een structurelere regeling. Er is geen wettelijke grond waardoor wij als landelijke overheid de taak zouden hebben om daar wat mee te doen, maar we zien wel het probleem dat lokaal neerstraalt. Wij willen dus een structurele regeling waarbij we tegemoet kunnen komen in de kosten. Natuurlijk kijken we ook hoe we dat samen met de gemeenten kunnen inrichten, zodat dat voor de terreinbeheerders een overzichtelijk en makkelijk verhaal is.

De heer Flach (SGP):

Ik wil even doorgaan op de kosten die gemoeid zijn met drugsdumpingen. Wij zouden graag zien dat de kosten veel meer worden verhaald op de vervuiler. Als ik even terugkijk, zie ik dat er ook een toezegging is van februari vorig jaar, waarin staat dat dit zou worden onderzocht en dat er mogelijk een voorstel zou komen. Het is eigenlijk onbestaanbaar dat het nu bij de belastingbetaler ligt. Onze oproep zou zijn: koppel die drugsvondsten zo veel mogelijk aan de drugslabs en probeer dat ook te koppelen aan de daders en het op hen te verhalen. Hoe staat het daarmee? Hoever is de minister daarmee?

Minister Van Weel:

Het is niet helemaal waar dat daar niets aan is gebeurd. Er zijn concrete gevallen waarin er ook vorderingen zijn ingediend bij de diegenen die de dumping hebben gedaan. Dat werkt natuurlijk het beste als je ook de laag daarboven hebt, namelijk de producenten van de drugs, want daar zit natuurlijk het geld. Ik zei al: soms is de complicatie dat er derden worden ingehuurd om dit soort dumpings te doen. Bij hen is dan vaak weinig te halen. Uiteindelijk draait de terreineigenaar, de gemeente of het Rijk dan toch op voor de kosten. Maar daar waar het kan, doen we het. Er is bijvoorbeeld afgelopen juli in de gemeente Someren zo'n succesvol geval geweest waarbij de vorderingen wél zijn verhaald op de criminelen die voor die dumping hebben gezorgd. Maar ja, je kunt je voorstellen dat we als overheid niet alleen maar kunnen toekijken als een privé-eigenaar te maken krijgt met een dumping waarbij de schade in de tonnen loopt. We moeten dan ook inspringen. Maar het zal geen verrassing zijn dat het mijn voorkeur heeft dat criminelen hier zelf voor opdraaien.

De heer Flach (SGP):

Ik ben er voorstander van dat mensen niet blijven zitten met de kosten die door anderen veroorzaakt zijn. Ik doelde op het volgende. De minister zou met een voorstel komen om het meer structureel te gaan verhalen op daders. Ik wil eigenlijk weten wat de minister dan nodig heeft om dat nog vaker te doen. Welke middelen zou hij daarvoor nodig hebben? Wellicht kan de Kamer daar ook een rol bij spelen.

Minister Van Weel:

Ik denk niet dat ik iets nodig heb qua wet- of regelgeving. De wet- en regelgeving die we hebben op het gebied van milieudelicten en anderszins, voorziet al in de mogelijkheid om schade te verhalen op diegene die de schade veroorzaakt. Het is vaak meer een kwestie van: krijgen we dan de juiste daders te pakken en hebben die ook daadwerkelijk iets wat we af kunnen pakken? Maar daar kunnen we niet altijd wat aan doen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Aansluitend op het punt van de heer Flach. Ik ben het natuurlijk zeer met hem eens dat diegene die dit veroorzaakt, voor de kosten zou moeten opdraaien. Nu is dat niet of vaak niet het geval. Ik ben het dan ook zeer eens met de inzet van de minister en de staatssecretaris van IenW om in ieder geval de kosten te compenseren, helemaal voor private terreinbeheerders. Nu kunnen ze die kosten inderdaad terugvorderen, maar dat duurt vaak maanden. Als een boer op zijn erf voor een ton aan kosten heeft gemaakt — dat heb je namelijk zo bij een dumping — en die echt een halfjaar tot een jaar moet wachten op de teruggave van dat geld, dan zit je er toch niet helemaal lekker bij. Kan de minister er dus ook voor zorgen, wellicht in overleg met provincies of met een club als ZLTO, dat de gedupeerde wat sneller, eenvoudiger of met een voorschot die kosten terug kan krijgen?

Minister Van Weel:

Dat is een terechte vraag, zeker als die schade enorm oploopt, want private eigenaren hebben zo'n bedrag natuurlijk niet zomaar liggen. Nu is het lastig om als landelijke overheid te werken met voorschotten. Wij kunnen vaak alleen maar met een compensatieregeling werken. Maar ik ben wel bereid om met de staatssecretaris te kijken of we het in de uitwerking van die richtlijn op een andere manier, bijvoorbeeld via LTO of gemeentes, makkelijker kunnen maken of dat we in ieder geval kunnen werken met voorschotten.

De voorzitter:

Heel goed. Dank aan de minister van Justitie en Veiligheid. Fijn dat u bij ons was.

Naar boven