5 Begroting Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur 2025

Begroting Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur 2025

Aan de orde is de behandeling van:

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025 (36600-XIV).

De voorzitter:

Aan de orde is de begroting van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Een hartelijk woord van welkom aan de minister en de staatssecretaris.

Ik begin met het prachtige en toepasselijke gedicht Ballade van den boer, van J.W.F. Werumeus Buning. Het gedicht luidt als volgt.

Er stonden drie kruisen op Golgotha,

Maar de boer hij ploegde voort.

Magdalena, Maria, Veronica,

Maar de boer hij ploegde voort,

En toen zijn akker ten einde was,

Toen keerde de boer den ploeg

En hij knielde naast zijn ploeg in het gras,

En de boer, hij werd verhoord.

Zo menigeen had een schonen droom,

Maar de boer hij ploegde voort.

Thermopylae, Troja, Salamis,

Maar de boer hij ploegde voort.

Het jonge graan werd altijd groen,

De sterren altijd licht,

Gods woord streed in de wereld voort

En de boer heeft het gehoord.

Men heeft den boer zijn hof verbrand,

Zijn vrouw en os vermoord;

Dan spande de boer zichzelf voor den ploeg,

Maar de boer hij ploegde voort.

Napoleon ging de Alpen op

En hij zag den boer aan 't werk,

Hij ging voor Sint-Helena aan boord

En de boer hij ploegde voort.

(…)

Eerst toen de boer dien hemel zag

Zo vol van lichten schijn,

Toen spande hij zijn ploegpaard af,

En hij veegde het zweet van zijn voorhoofd af,

En hij knielde naast zijn stilstaand paard,

En hij wachtte op Gods woord.

Een stem sprak tot aarde, hemel en zee

En de boer heeft haar gehoord:

- 'Terwille van den boer die ploegt

Besta de wereld voort!'

Tot zover.

Voordat ik de eerste spreker het woord geef, heeft mevrouw Ouwehand een mededeling.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb een punt van orde. Ik weet dat het niet gebruikelijk is, maar ik zou in mijn bijdrage graag videobeelden laten zien van dieren in de veehouderij. Ik vroeg me af of u mij daar toestemming voor zou willen geven.

De voorzitter:

Nee, dat doen wij niet. Wij tonen hier geen videovertoningen in de plenaire zaal. Dat hebben we nooit gedaan. Een enkeling heeft bijvoorbeeld een A4'tje bij zich met wat grafieken of desnoods wat foto's. Als u dat wilt doen, wil ik dat graag toestaan, maar we doen geen videobeelden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat is jammer. Ik weet dat het Reglement van Orde daar niet heel helder over is. Ik weet ook dat het niet gebruikelijk is, dus daar heeft u gelijk in. Maar ik wilde het verzoek graag doen en dit is uw antwoord; dat kan.

De voorzitter:

Dat is toevallig laatst in het Presidium ter sprake gekomen, maar we doen het niet. Dank voor uw verzoek.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de eerste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Bromet van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Ik deel nog even mede dat ik acht interrupties per fractie toesta in deze termijn. Ik wens u allen een prettige begrotingsbehandeling. Ik geef graag het woord aan mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou deze bijdrage voor de begroting van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur graag willen beginnen met een visioen. Dat visioen gaat over hoe Nederland er over twintig jaar uitziet.

Over twintig jaar wandel ik mijn erf af. Het is lente. Ik hoor de grutto's op het land van de buurman. Het zijn er veel meer dan vroeger. Ze broeden in het land waar grote delen pas in juli gemaaid worden. Er bloeien bloemen: boterbloemen, pinksterbloemen en koekoeksbloemen. Het water in de sloot is schoon. 's Nachts kwaken er duizenden kikkers en de eenden hebben pulletjes. De sloten zijn breder dan vroeger. Dat komt doordat de waterpeilen in het veenweidegebied zijn verhoogd, zodanig dat er zo min mogelijk CO2 vrijkomt. Op de zandgronden in het oosten van het land wordt geen mais meer geteeld en ook geen lelies. Hierdoor is de waterkwaliteit enorm verbeterd. Ook de hoeveelheid water is toegenomen. De natuur is zienderogen opgeknapt. De verdwenen houtwallen zijn teruggekeerd. De leeuwerik is overal weer terug en zingt zijn lied. Boeren beheren het landschap. Zij krijgen betaald voor het hogere waterpeil in de veenweiden en ook voor het onderhoud aan de houtwallen. Boeren en natuurbeheerders vullen elkaar aan en werken samen. Er zijn veel minder dieren, veel minder. Maar de dieren die er zijn, hebben het goed. Ze kunnen naar buiten, er worden geen lichaamsdelen meer afgehaald en de stallen waarin ze leven zijn aangepast aan hun gedrag.

De boer is gelukkig. Hij is vaker dan nu een akkerbouwer, hij verbouwt voedsel voor mensen en veel minder dan nu voor dieren, hij verdient geld met zijn product, maar ook met de diensten die hij kan leveren aan de hele samenleving, de natuur en schoon water. Hij wordt gewaardeerd en doet elke dag zijn best om nog natuurvriendelijker, diervriendelijker en efficiënter te worden. Chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt hij niet meer. Helaas heeft jarenlang gifgebruik wel zijn sporen nagelaten. Resten gif in bodem en water worden nog altijd teruggevonden. De consument betaalt in de winkel de werkelijke prijs. Vlees is duurder, biologisch veel goedkoper. De boer verdient er goed aan. De winsten van de supermarkten en banken zijn kleiner geworden.

Voorzitter. Die gelukkige boer bestaat al. De commissie sprak hem in Zwitserland. Het was zo ongeveer het eerste wat hij tegen ons zei: "Ich bin ein glücklicher Bauer." We hoefden er niet eens naar te vragen. Wat elders kan, kan in Nederland ook.

Voorzitter. Dit is mijn zevende begrotingsbehandeling Landbouw en Natuur. De afgelopen zes begrotingsbehandelingen ben ik vaak ongeduldig geweest. Hervormingen van de landbouw gingen mij veel te langzaam en elk jaar ging het slechter met de natuur. Maar elk jaar deed ik eigen voorstellen, want in de politiek moet je creatief zijn en goede ideeën kunnen Nederland veel mooier maken. Soms werd een idee omarmd, vaker bleef het op de plank liggen, maar al met al kan ik zeggen dat deze commissie de afgelopen jaren echt wel de goede kant opgegaan is met het denken over de richting waarin de landbouw en de natuur zich moeten ontwikkelen en wat de overheid daaraan kan doen.

Ik herinner me nog heel goed de debatten met de voorgangers van Thom van Campen en Eline Vedder: Helma Lodders en Jaco Geurts, die niet echt opteerden voor een transitie van de landbouw in het belang van water, natuur en klimaat. Het is echt anders nu. Ik denk dat als ik een avond om tafel ga met Harm Holman, Sandra Beckerman, Thom van Campen, Eline Vedder, André Flach, Anne-Marijke Podt, Pieter Grinwis en Marieke Koekkoek, wij nog voor middernacht een plan zouden hebben om de grote uitdagingen die voor ons liggen, aan te kunnen, een plan dat goed is voor de natuur en zacht voor de blijvende boeren, een plan dat mijn visioen dichterbij brengt.

Dat plan, de begroting LVVN, ligt er nu niet. De doelen moeten worden gehaald, zegt het kabinet, maar het geld dat daarvoor beschikbaar was, is weg. De BBB-bewindspersonen staan er bij bijna alles diametraal anders in dan de GroenLinks-PvdA-fractie. De minister van Landbouw vecht tot ze niet anders meer kan voor een stroomstootwapen in de veehouderij. De staatssecretaris van Natuur hebben we alleen nog maar gehoord over het bestrijden van de natuur, gepersonifieerd in de wolf. Het doet me denken aan de tijd dat staatssecretaris Bleker hier de scepter zwaaide. Het is een tijd waarin ik niet vecht voor een hoger tempo van de transitie, maar waarin het mijn opdracht is om te vechten tegen de achteruitgang op de dossiers. Er wordt geld weggehaald omdat de bewindspersonen denken dat als er geen geld is, een probleem ook niet opgelost hoeft te worden. Het begint met woorden. De minister weigert te spreken over een transitie en van mijn collega's van de BBB in de Kamer mag ik allerlei woorden niet meer gebruiken. Woorden als "stroomstootwapen" en "landbouwgif" zijn allemaal taboe voor de BBB. Mijn vraag aan de minister van Landbouw is: gebruikt zij het woord "klimaatverandering" weleens, of spreekt zij liever van weersextremen?

Mijn fractie heeft grote moeite met de kortzichtigheid en de probleemontkenning in de begroting van LVVN. Deze bewindspersonen stellen de totaal verkeerde prioriteiten. Allereerst het schrappen van de gebiedsprocessen in de provincies, maar ook de focus op technische maatregelen die nog niet bestaan en die ook niet werken, het vertrouwen in de koerswijziging in Brussel zonder een plan B en het ontbreken van een plan om boeren de komende vijftien jaar naar een CO2-uitstoot van nul te krijgen. Mijn vraag aan de minister is: weet zij eigenlijk wel dat de agrarische sector ook gehouden is aan het klimaatakkoord van Parijs? Wat zijn haar plannen om die afspraak na te komen? Ik heb dezelfde vraag voor de Kaderrichtlijn Water: wat gaat de minister doen om de vervuiling door mest en landbouwgif terug te dringen?

Voorzitter. Je zou er eigenlijk moedeloos van worden, niet in de laatste plaats vanwege de boeren, waarvan een deel denkt dat er hier geen stikstofprobleem, geen waterkwaliteitsprobleem en geen klimaatopgave zijn. Dat komt door de valse belofte van deze bewindspersonen. Hoe teleurgesteld zullen ze zijn als de werkelijkheid straks weer om de hoek komt kijken? Hoeveel groter zal de opgave zijn om hun bedrijven om te vormen als deze tijd van ontkenning en achteruitgang weer voorbij is? Maar het gekke is dat ik eigenlijk niet moedeloos ben. Dat komt doordat ik zie dat de BBB in de Tweede Kamer vaak helemaal alleen staat wat betreft de steun aan deze bewindspersonen. We hebben het gezien in het debat over het stroomstootwapen. Dankzij het intensieve contact dat wij als commissieleden met elkaar onderhouden, weet ik dat ook partijen als de VVD en het CDA, in tegenstelling tot vroeger en nu ook gesteund door het NSC, weten dat er grote uitdagingen liggen voor de landbouw en de natuur en dat daar ook maatregelen voor nodig zijn. We waren met z'n allen op bezoek in Oostenrijk en Zwitserland. We bezochten de parlementen, boeren en supermarkten en gingen naar een vermaard kennisinstituut voor biologische landbouw. De Nederlandse wetenschapster die we daar spraken, opende mijn ogen. Ze zei dat de problemen in de Nederlandse landbouw en natuur zo groot zijn dat er eigenlijk geen totaaloplossing is en je het dus met elkaar zou moeten hebben over deeloplossingen en maatregelen waarvan je weet welke voor- en nadelen eraan verbonden zijn. Zoals gezegd denk ik dat we zo'n gesprek met een groot deel van de commissie prima zouden kunnen voeren.

Een voorbeeld van de uitkomst van zo'n gesprek is het amendement dat wij samen met het CDA indienen om 5 miljard uit het Klimaatfonds te reserveren voor de transitie van de landbouw. Het is geen reparatie van de door de BBB geschrapte 15 miljard, maar het is een begin. Dank aan het CDA voor dit briljante idee, en dank dat wij dit amendement samen met het CDA en de ChristenUnie kunnen indienen.

Voorzitter. In de achterbannen van GroenLinks en de PvdA zitten een heleboel verstandige en bevlogen mensen die ideeën hebben over de toekomst van de landbouw in Nederland: wetenschappers uit Wageningen, maar ook boeren, mensen uit de stad en van het platteland; een dwarsdoorsnede van Nederland. Zij hebben het afgelopen jaar gewerkt aan een nieuwe voedselvisie voor GroenLinks en de PvdA. Zij hebben zich daarbij laten voeden door allerlei initiatieven in de samenleving die wij graag verder willen brengen: de bioboeren, de Caring Farmers en het Groenboerenplan. Voor ons mag de boer geen melkkoe meer zijn, de natuur geen mestput, de regio geen wingewest, de overheid geen falende marktmeester, de mens geen plofkip. Wij willen de boer aan het roer, de aarde als bron van leven en een overheid die een dappere marktmeester is. Komend voorjaar zullen wij op een symposium met onze plannen komen, plannen voor een groen landbouwsysteem waarin de natuur opbloeit en de boeren weer gelukkig zijn, plannen die oog hebben voor de werkelijkheid, voor de moeilijke keuzes die wij graag maken, plannen die ruimte maken voor de boeren die blijven.

Voorzitter. Dat zijn wel heel andere plannen dan die van dit kabinet. Wij geloven niet in de plannen van deze bewindspersonen. Ze lossen geen problemen op, maar vergroten ze alleen maar. De verliezers van hun plannen zijn niet alleen de natuur en de Nederlanders, maar ook de boeren zelf. Iemand zei het zo: de BBB is het slechtste wat boeren kan overkomen. De minister vroeg mij: is er dan niets in onze plannen wat jullie wel aanspreekt? Ze kwam met het structurele geld voor agrarisch natuurbeheer. Maar hoe kan ik een bedrag steunen als ik geen idee heb van de besteding daarvan, als ik twijfel over de manier waarop de collectieven bij de besteding worden betrokken en als ik niet weet of het geld de natuur zal verbeteren? Vorig jaar heb ik gezegd dat ik me voortaan zal richten op de koplopers en op de boeren die willen verduurzamen, zoals de bioboeren. Zij verdienen veel meer steun, zoals ze die in andere landen wel krijgen. Er staat niets in de begroting wat deze koplopers helpt. De staatssecretaris zei net in een eerder debat dat hij ook niets extra's gaat doen voor bioboeren, omdat alle boeren hem lief zijn. Maar ondertussen is er wel een bloemiste in Frankrijk met een dood kind vanwege het gif op die bloemen. Ik wil de staatssecretaris vragen om daar nog op in te gaan. Willen wij in Nederland onze bloemisten en hun kinderen blootstellen aan het gif dat wordt gebruikt voor de bloementeelt?

Voorzitter. De treurige voorlopige conclusie over deze begroting is dat wij zeer ernstig twijfelen of wij die überhaupt kunnen steunen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Nijhof-Leeuw van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):

Voorzitter. Zomaar een greep uit het regeerakkoord: "Vakkennis en verantwoordelijkheid van boeren, tuinders en vissers moeten weer centraal staan. Om de opgaven op het gebied van zowel natuur als milieu als klimaat te realiseren is het van belang dat boeren aan de slag gaan met emissiereductie. Om hierin stappen te zetten is handelingsperspectief voor agrarische ondernemers noodzakelijk. Daarom kiest het kabinet ervoor om toe te werken naar doelsturing. We gaan realistische bedrijfsspecifieke doelen voor stikstof en broeikasgassen bepalen. Ondernemers krijgen voldoende tijd om aan deze normen te voldoen."

Hoe mooi is het dan dat de recente eerste doelvoorschriftenvergunning is afgegeven in de provincie Gelderland. We weten dat de minister er nauw bij betrokken is en dat stemt de PVV positief. Hoe mooi kan het zijn dat, ondanks alle hobbels op de weg, er toch zicht is op legalisatie van PAS-melders. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de opgedane kennis breed geïmplementeerd wordt bij de overige provincies, om de stap van generiek naar doelsturing breed in Nederland te gaan maken? Want, voorzitter, dat zou pas toekomstperspectief bieden. De boer is weer baas op eigen bedrijf en kan zelf bepalen hoe hij de gestelde doelen gaat behalen.

De PVV ziet nog meer mooie ontwikkelingen. Wij zien ook dat er partijen zijn die het eigenaarschap niet alleen bij de overheid neerleggen, maar ook de handschoen zelf oppakken. Een mooi voorbeeld is het koploperproject in Twente, waar de gemeente en een van de partners zelf de verantwoordelijkheid nemen en diep in de buidel tasten. Een mooi project in een beekrijk gebied, waar een mooie combinatie met groenblauwe dooradering gemaakt kan worden. Is de minister bekend met dit initiatief en bereid om met de groep van het koploperproject in gesprek te gaan?

Wat ook helpt om de werkbaarheid voor de land- en tuinbouw te vergroten, is het verlagen van regeldruk, zodat men weet waar men aan toe is en er niet te pas en te onpas regels wijzigen.

Daarnaast is het van groot belang dat er langjarige contracten voor agrarisch natuurbeheer worden gesloten, ook voor diverse pachtconstructies. Op basis van een zesjarig contract gaat een bank namelijk geen lening verstrekken. Graag aandacht hiervoor. Wij zullen dit uitgebreid bespreken bij het pachtdebat.

Recentelijk was de commissie LVVN in Zwitserland. Mevrouw Bromet refereerde er ook al aan en zelfs aan dezelfde boer over wie ik het nu ga hebben. Wij waren daar om te kijken hoe er in Zwitserland ervoor gezorgd wordt dat de boer een goed verdienmodel heeft. Op die Zwitserse berg, op 800 meter hoogte, hebben wij een mooi bedrijf met 23 koeien gezien en een kaasmakerij. Daar kan de boer normaal niet van bestaan, ondanks dat de melkprijs in Zwitserland een stuk hoger is dan in Nederland. De Zwitserse overheid kiest ervoor om in het kader van maatschappelijk belang boeren een deel van het landschap te laten onderhouden, waarvoor naar rato betaald wordt. Dit zou ook een oplossing voor een deel van de PAS-melders kunnen zijn. Dit zou een aanvulling op de verbredingsactiviteiten kunnen zijn op en rond het boerenerf.

Een punt van zorg is de mogelijkheid van boeren om hun eigen bedrijf toekomstbestendig te maken. Voor boeren is het verkrijgen van een lening bij banken helaas veelal zonder succes. Dit maakt het voor boeren erg lastig en soms onmogelijk om hun bedrijf toekomstbestendig te krijgen. Hierdoor stoppen te veel boeren noodgedwongen. In de grensstreek zien we zelfs dat de boeren voor een lening naar Duitsland gaan. De PVV vraagt aan de minister of zij hiermee bekend is. Wij zouden graag zien dat met de banken in gesprek wordt gegaan.

Wij horen ook geluiden dat de eerlijke prijs vaak onder druk staat, doordat supermarktketens op basis van aanbesteding werken en de goedkoopste dan bijvoorbeeld de appels mag leveren. Natuurlijk mag de supermarkt voor een scherpe prijs gaan, maar het vel over de oren halen gaat wel wat ver. Dit is dodelijk voor een agrarisch systeem waarin je onder andere duurzaamheid nastreeft en ook eisen stelt aan duurzaamheid. Tendering zou bij de primaire sector niet aan de orde moeten zijn. Zij willen richting duurzaamheid en dierwaardigheid en dat vergt investeringen van de ondernemers. Zij moeten wel het vertrouwen hebben dat die investeringen renderen. Is de minister bereid met de supermarktketens in gesprek te gaan?

Voorzitter. Dan rest mij nog de visserij. De visserij is verweven met onze nationale geschiedenis en cultuur. De vissers dienen te worden ondersteund bij het voldoen aan de veranderde eisen die aan de vloot worden gesteld. Daarnaast ziet de PVV graag extra inzet op het schrappen van overbodige en/of belemmerende regelgeving in Nederland en in de EU. Voor de visserij is er komend jaar 4,5 miljoen extra. De PVV is benieuwd hoe de staatssecretaris die gaat inzetten.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Graus, eveneens van de fractie van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik wil graag beginnen met iets over dierentuinen. Ik ben altijd voorstander geweest van bepaalde dierentuinen waar de dieren het vaak veiliger hebben dan in de natuur, waar ze door stropers worden bejaagd en belaagd. Maar onlangs zijn er in een dierenpark vlakbij waar ik woon dingen met dieren gebeurd die niet kunnen. Ik wil de minister echt zeggen: die vergunningen voor onbepaalde tijd kunnen niet meer als mensen zo met dieren omgaan. Wij hebben dat ook bij slachthuizen gevraagd. Een voorganger van deze minister heeft weleens een slachthuis voor bepaalde tijd gesloten. Als een dierentuin dierenwelzijn aan zijn laars lapt of dieren zelfs verwaarloost, vind ik dat die dierentuin gewoon gesloten moet worden. We moeten oppassen met die vergunningen voor onbepaalde tijd. Daar wilde ik even mee beginnen.

Voorzitter. Het door ons bedachte alarmnummer 144 Red een dier is bijzonder succesvol gebleken. Ik ben er tientallen jaren voor uitgelachen omdat het me nooit zou lukken, maar het is er. Het is een van de meest succesvolle zaken in Nederland. Honderdduizenden meldingen per jaar zorgen dat veel dieren tijdig gered kunnen worden. We willen dat er nu binnen dat budget van meldpunt naar meldkamer wordt gegaan, met een uitrijverplichting voor brandweer, dierenpolitie en dierenambulance. De eerste twee zijn al voorrangsvoertuigen. Die kunnen al met spoed naar een dier toe. De brandweer helpt bijvoorbeeld als er een koe of paard in een sloot zit. Dan moeten die er met spoed naartoe, omdat zo'n dier vaak in levensnood kan zijn. Een dierenambulance is nog geen voorrangsvoertuig. Ik heb toezeggingen van de voorgangers dat ernaar gekeken zou worden. Onder regie van LNV zou er een professionalisering plaatsvinden. Dat is laatst ook gebeurd bij Rijkswaterstaat, die ook ineens voorrangsvoertuigen heeft. Ik vind dat dat bij een dier in nood sneller zou moeten gebeuren. Daarom moeten ze een verhoogde rijopleiding krijgen en leren hoe ze als voorrangsvoertuig moeten rijden.

Er moet ook een paraveterinaire bemanning op komen, een veterinaire en paraveterinaire bemanning om het dier ter plekke te kunnen stabiliseren. De meeste dieren sterven namelijk na een aanrijding of ze raken in shock. Als een paraveterinair of een veterinair — een paraveterinair moet er een ontheffing voor krijgen — bijvoorbeeld Solu-Delta-Cortef, een snelwerkend corticoïd, kan toedienen, kan een diertje een rit naar de dichtstbijzijnde kliniek mogelijk overleven. Je moet een dier zo snel mogelijk uit een shock halen. Ik hoor hier graag een reactie op van de minister. Als Rijkswaterstaat als voorrangsvoertuig mag rijden, moet een dierenambulance dat zeker kunnen. Het gaat om levende wezens, die er eerder waren dan wij, of je nu in de evolutieleer gelooft of in het scheppingsverhaal.

Vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid is al een signaal afgegeven dat de basiskwaliteit van de coördinerende dierenhulporganisaties binnen de veiligheidsregio's gewaarborgd moet worden, ook bij rampen. Hoe zit het daarmee? Voor rampen is er weinig geregeld voor dieren, of zeer amateuristisch of slecht. Dat moet ook allemaal gebeuren. Kijk maar naar iemand als ik. Voor mij is het verlies van een van mijn dieren net zo erg als het verlies van een familielid. Er zijn miljoenen mensen die dat met mij delen. Er zijn misschien ook honderdduizenden mensen die ons voor gek verklaren, maar het merendeel vindt dat wel.

Vlak voor het zomerreces werd een PVV-motie aangenomen waarin wij de regering verzoeken om via de WHO, de World Health Organization, een einde te maken aan het gebruik van bedreigde diersoorten en traditionele Chinese medicijnen. Dit gebruik lijkt op illegale handel, met een groot risico voor de volksgezondheid. Denk maar aan covid; dat is allemaal verschrikkelijk. Hoe staat het met de uitvoering van die motie? En wat gaat de inbreng zijn in de komende tijd, bij de eerstkomende bijeenkomst van de WHO? Gaat de minister, of wie dan ook wordt afgevaardigd van de regering, erop inzetten om te kappen met het gebruik van bedreigde dieren- en plantensoorten? Het is ook wetenschappelijk nog helemaal niet aangetoond wat ze daar in China allemaal bedenken. Het is vaak op kinnesinne gebaseerd. Graag hoor ik wat er bij de WHO-bijeenkomst wordt ingebracht namens ons land.

Gaat onze geslaagde pilot aangaande het bijtincidentencentrum opvolging vinden? En wordt ook de link gelegd met de betrokkenheid van honden uit de illegale handel en met huiselijk geweld? Een van de belangrijkste oorzaken van die bijtincidenten blijkt te zijn dat honden onzeker gedrag vertonen door trauma's uit hun puppytijd. Al die mishandelde honden die uit het voormalige Oostblok komen, waar ze het woord "dierenwelzijn" nog moeten uitvinden, zijn getraumatiseerde diertjes. Ook een diertje te vlug bij de moeder weghalen, maar ook huiselijk geweld, zorgen voor trauma's. Heel vaak zijn er bijtincidenten omdat een hond een van zijn baasjes wil verdedigen. Dan moet je zo'n hond een kluif geven, maar dan mag die hond nooit een spuitje krijgen. Nooit. Met dat alles moet wel rekening worden gehouden. Dat bijtincidentencentrum in Tilburg moet dus doorgang vinden. Graag een bevestiging daarvan.

De grootschalige hondenhandel is een van de grootste oorzaken van deze ellende, ook als het gaat om dierenartskosten, waar ik dadelijk nog op terugkom. Hoe staat het met het fokverbod voor kortsnuiten en andere dieren met gendefecten? Ik heb een engel op aarde ontmoet, doctor Hille Fieten, de coördinator van het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Ik ben daar geweest, samen met de inspecteur-generaal van de NVWA, u welbekend, en een vrij grote delegatie. Hille Fieten liet ons weten dat het merendeel van de dierziekten — dus ook de hoge dierenartskosten, mevrouw Beckerman — voorkomen kunnen worden indien wordt ingezet op de fok van gezonde honden en katten, waarbij de ambitie is om schadelijke uiterlijke kenmerken en erfelijke ziekten te laten verdwijnen uit de gezelschapsdierenpopulaties. Het behoud of het vergroten van genetische variatie is hierbij essentieel. Doctor Hille Fieten is een mevrouw die zeer ter zake deskundig is, een autoriteit wereldwijd, die wij hier in ons midden hebben. Ik zou heel graag willen dat de minister en de staatssecretaris een keer een bezoek brengen aan het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren, in navolging van ons en de inspecteur-generaal, als is het maar een halfuur of een uur, om met doctor Hille Fieten te praten.

Bij het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren maken ze zich best zorgen dat dadelijk ook het mes gaat in hun onderzoeken, terwijl die echt heel erg van belang zijn. Heel veel mensen kunnen immers ook de dierenartskosten inmiddels niet meer betalen door de vercommercialisering. Dat is trouwens ook een diepe schande, maar daarover hebben we al genoeg gezegd en daar heb ik met mevrouw Beckerman al de nodige acties op ondernomen. De heer Van Campen heeft daar nog plagiaat op gepleegd laatst, maar dat vergeef ik hem, als mijn grote vriend zijnde. Hij kan er gelukkig om lachen, maar hij loopt wel weg met een rood hoofdje.

De voorzitter:

U continueert.

De heer Graus (PVV):

Hoe staat het met het verbod op dieronvriendelijke bestrijdingsmiddelen, trainingsmethoden en ingrepen zonder medische noodzaak? Ik heb daar vanmorgen al een motie over ingediend. Ingrepen mogen nooit onverdoofd gebeuren, maar die mogen sowieso niet gebeuren zonder medische noodzaak. Een dierenarts moet bepalen of een ingreep nodig is en niemand anders, en uiteraard met permissie van de eigenaar.

Wij willen graag een update van het stalbrandpreventieplan. Mevrouw Ouwehand begon er ook al over. Er is ooit een motie aangenomen — ik geloof al een decennium geleden — over het opstellen van een stalbrandpreventieplan in samenwerking met verzekeringsmaatschappijen. Ik sprak laatst een preventiespecialist van een grote verzekeringsmaatschappij, die zei dat hij nooit ergens bij betrokken was, terwijl hij daar wel om had gevraagd en dat ook was toegezegd door diverse bewindspersonen. Hij is brandweerman en preventiespecialist. Hij zegt — daar ben ik erg van geschrokken — dat er nog steeds niet-brandwerende materialen worden gebruikt bij de bouw van nieuwe stallen. Jongens, waar zijn we dan mee bezig? Dat is echt absurd. De minister werkt al aan het "Stable Safe"-systeem; ook daar wil ik graag een update van.

Hoe zit het met de dierenpolitie en 144 in de overzeese Nederlandse gebieden? Daar leven ze namelijk nog echt 100 jaar terug in de tijd qua dierenwelzijn. Wat daar allemaal gebeurt, is schandalig. Misschien moet ik daar zelf wel naartoe gaan, met een team van hier. Maar dat kan echt niet. Er moeten ook sterilisatieprogramma's komen. Ik heb meerdere keren toezeggingen gehad op de aanpak van dumpingen en het gebrek aan opvang aldaar. Waarom wordt er geen pilot gestart met de dierenpolitie in onze overzeese delen? Laten we die mensen daarmee gaan helpen, en die dieren bovenal.

Ik wil weten wat de ontwikkelingen zijn rondom het registratie- en houderschapsbewijs voor dieren. Een auto heeft dat wel; waarom een dier niet?

Dan een gemakkelijke vergunning ten behoeve van schuilstallen. Ik weet dat meneer Bertram, Maurice Bertram, uit Simpelveld momenteel meekijkt. Die beste man is bezig met schuilstallen voor zijn pony's en zijn paarden, en ook voor andere mensen. Hij wordt gewoon gedwarsboomd door de gemeente. Drie bewindspersonen hebben gezegd dat ze de VNG achter de kont aan gaan zitten, zo zeg ik met uw permissie, voorzitter. Er gebeurt helemaal niets. Die mensen worden gedwarsboomd. Zij willen een schuilstalletje voor dieren tegen slecht weer of tegen overmatige zon. Zij worden gewoon gedwarsboomd. Help daar alstublieft mee, zeg ik tegen deze beide bewindspersonen, en zeker tegen mevrouw de minister.

Nu gaan we toch nog even naar de wolf. Het roodkapjesyndroom moet toch altijd even benoemd worden. Sinds de wolf hier werd uitgemoord en de vos overbejaagd werd, hebben we alleen maar meer last van pest- en plaagdieren. Ik heb foto's van een dierenarts uit Tilburg. Hij bekijkt in Drenthe met zijn zoon dieren empirisch en hij fotografeert die. Zij pakken ook mollen en zo. Die worden hier als pest- en plaagdieren gezien. Voor mij zijn het allemaal dieren, maar daar gaat het niet om. Maar daar wordt allemaal niet over gesproken. Daar hebben we veel meer last van gekregen. Dat komt natuurlijk doordat de vos overbejaagd is en de wolf hier ooit is uitgemoord. Bovendien eten zij veel liever reeën en zwijnen, maar die worden allemaal afgeschoten in ons land. Dan gaan die dieren naar hun derde keus, wat vaak schapen of andere dieren zijn, en dan is dat niet eerlijk.

Wij hebben begrepen dat er sinds 1950 in landen waar de wolf altijd is geweest, waar ze de natuur beheerd hebben, relatief weinig incidenten met de wolf zijn geweest. In dit paniekland, met het roodkapjesyndroom, wordt alles heel erg overtrokken. Als het klopt dat die dingen, waarover de staatssecretaris met mij heeft gesproken, met dat kindje zijn gebeurd, dan is dat heel erg. Daar kan ook al op ingegrepen worden. Dat kan al. Maar we moeten ons niet laten leiden door een roodkapjesyndroom. De wolf wordt opgejaagd. Ze worden al illegaal afgeschoten. Ze worden gevonden onder verdachte omstandigheden, als in een greppel. Laatst ging dat om drie welpjes achterelkaar. Er is al een soort heksenjacht aan de gang. Mensen nemen hier het heft in eigen handen als ze hun zin niet krijgen.

Daarom wil ik, zeker na de verlaging van de beschermstatus van de wolf die eraan zit te komen, een heksenjacht voorkomen. Ook wil ik de kogel voorkomen. Wij stellen voor om wolven, hun roedels en de welpjes te behoeden en over te gaan tot toediening van anticonceptiedarts via een verdovingsgeweer. De PVV stelt dat eigenlijk al jaren voor. In Afrika gebeurt dat al decennialang. Dat is om verder dierenleed te voorkomen. Ook voor de Oostvaardersplassen heb ik dat voorgesteld. Nu zijn er middelen die moeten worden toegelaten. Daarvoor vraag ik de bewindspersonen om toelating. Er schijnen anticonceptiemiddelen te zijn met één keer schieten met een pijltje in de bil. Sommige middelen moet je na zes weken herhalen. Maar dat wil ik even aan de deskundigen overlaten. Ik stop nu even, want anders ben ik door mijn tijd heen. Einde oefening, even voor nu.

De voorzitter:

De heer Flach gaat u helpen, vrees ik. Het woord is aan hem.

De heer Graus (PVV):

Hij is onze wolvenvriend.

De heer Flach (SGP):

Bij de vorige begroting zijn we elkaar een beetje in de haren gevlogen toen het ging over de wolf. Ik heb het idee dat we nu wat nader tot elkaar komen, want ik hoor nu een serieus plan van de heer Graus om toch iets te doen aan de wolvenpopulatie in Nederland. Daar heb ik wel een vraag bij. Misschien kan hij zijn plan nog wat meer toelichten. Hoe je het ook wendt of keert, die anticonceptiedarts grijpen wel in in het natuurlijke systeem van een wolf. Onlangs was er nog een motie die gericht was op het verjagen en juist op het terugbrengen van het natuurlijke schuwe gedrag van de wolf. Destijds heeft de PVV-fractie die motie niet gesteund. Hoe brengt u die twee zaken met elkaar in verband?

De heer Graus (PVV):

Dat zijn toch twee totaal verschillende dingen? Dit betreft gewoon het onvruchtbaar maken. Ik heb het volgende ook tegen de pers gezegd. De pers heeft dat goed verwoord, wat zelden voorkomt. Ik heb gezegd: met pijn in mijn hart. Dat is met pijn in mijn hart, als wolvenliefhebber, als dierenliefhebber. Maar dit gaat alleen om het onvruchtbaar maken. Daarom vraag ik ook het liefst om een anticonceptiemiddel waarmee ze er met één keer schieten een of twee jaar van af zijn. Sommige moeten vaker geschoten worden en bij sommige middelen kan het zelfs tot twee jaar duren, heb ik begrepen van ter zake deskundige dierenartsen. Ik wil ook gewoon vragen dat de bewindspersonen … Ik heb een stuk of drie ter zake deskundige dierenartsen, die hier ervaring mee hebben. Die ga ik koppelen via de persoonlijke assistenten van de bewindspersonen. Maar dat is iets heel anders dan een wolf opjagen of verjagen. Het is allemaal al erg. Ik vind dit al erg om te moeten zeggen en vragen en doen. Maar soms is het noodzakelijk.

Ik weet nog goed toen ik pas bij de PVV kwam. Toen had ik bepaalde dieren in een tuin zitten en ik had bepaalde dieren ergens vrij rondlopen. Ik ben toen alles gaan opsluiten, wat ik niet fijn vond, omdat ik bang was dat iemand, omdat ze mij niet te pakken konden krijgen, mijn dieren zou gaan pakken. Ik ben daar nu net zo bang voor bij de wolf. Ik zie voor me wat er nu gaat gebeuren. Zeker ook met deze bewindspersoon — en dat bedoel ik niet verkeerd — en zeker ook met deze Europese samenstelling, maak ik mij zorgen dat de wolf de kogel gaat krijgen. Dát wil ik als dierenvriend, als dierenambassadeur en ook als ambassadeur van een van de beste predators die we hebben, gewoon voor zijn.

Het doet mij pijn, maar nogmaals, het is iets heel anders dan wat u allemaal voorstelt. Ik wil gewoon het diertje behoeden van de kogel, en dat is iets heel anders. Het is allemaal second best. Het is niet de beste keuze. Maar ik voorzie iets, en dat wil ik voor zijn.

De heer Flach (SGP):

Dank voor deze toelichting. Overigens zag die motie juist op het terugbrengen van het normale, natuurlijke gedrag van wolven, dat ze namelijk schuw zijn voor mensen. Dat dreigt te verdwijnen en dat zou ik graag terugzien. Maar ik kom daar straks op terug in mijn bijdrage.

De heer Graus (PVV):

Dat was de enige goede zin!

De voorzitter:

Flach is aan het woord.

De heer Flach (SGP):

Ik heb een tweede vraag, voorzitter. Ik heb een amendement ingediend samen met collega Vedder om 10 miljoen euro extra uit te trekken voor pilots voor dierwaardige veehouderij. Als ik het betoog van de heer Graus goed beluister, dan kan ik, denk ik, wel op steun rekenen voor de PVV daarvoor. Heb ik dat goed?

De heer Graus (PVV):

Ja. Nou kijk, had ik hier nu als oppositielid gestaan ... Dat heb ik hier gedaan 17 jaar lang. Ik zit er nu bijna 18 jaar trouwens. Maar we hebben natuurlijk nu te maken met het feit dat wij coalitiepartner zijn geworden. Ik hoor altijd van mijn fractievoorzitter, die ook de onderhandelaar is, "kijk uit met geld want alles is verdeeld en alles is uitonderhandeld". Ik durf hier dus niet in m'n eentje even een toezegging te doen op 10 miljoen. Dat moet u mij ook niet kwalijk nemen, want ik ben ook niet de contactpersoon met die coalitie. Dat zou ik ook helemaal niet willen zijn trouwens, maar ik ben het ook niet. Ik kan dat dus niet. Ik ben slechts een heel bescheiden woordvoerder Dierenwelzijn.

De voorzitter:

Heel bescheiden. Heel bescheiden.

De heer Graus (PVV):

Een lidje van de PVV. Trouwens niet eens een officieel lid. Ik ben Kamerlid want PVV-lid worden kan ik ook al niet. Dus u vraagt het echt aan de verkeerde, meneer Flach.

De heer Van Campen (VVD):

Ik wil toch nog even terug naar de wolf, want dit is iets waar mensen op het platteland zich enorm veel zorgen over maken. Het zal je maar gebeuren dat je als boer 's avonds beneden komt, je weiland in kijkt en daar ziet dat je dieren zijn aangevreten. Vaak leven ze ook nog. Dat gaat door merg en been. Wat mij altijd zo stoort in het debat is dat er aan de ene kant mensen zijn die zeggen "Nederland is één groot park en je moet niet ingrijpen; de natuur moet z'n gang kunnen gaan, er kan niets gebeuren", terwijl er aan de andere kant mensen zijn die zeggen: ik wil die wolf hier niet, geef 'm de kogel. Wat mij zo aanspreekt aan het pleidooi van de heer Graus is dat hij nadenkt over een tussenweg, omdat het zo belangrijk is om op dat platteland samen te kunnen leven, op de schaarse ruimte die we hebben in Nederland. Ik zou de heer Graus willen vragen of hij die visie deelt en of hij iets meer kan zeggen over hoe hij aankijkt tegen Nederland, "het grote stadspark Nederland" noem ik het maar even, dat we goed moeten beschermen en waar we goed voor moeten zorgen, maar dat we ook moeten onderhouden. Wil hij daar in relatie tot de wolf zijn visie op geven?

De heer Graus (PVV):

De tijd voor mijn visie ga ik nooit krijgen, dus dat gaan we wel een keer samen doen onder het genot van een gevulde koek. Maar ik wil wel dit zeggen: ik heb zelf in het Meinweggebied gewoond, een van de mooiste natuurgebieden, maar ook dat is eigenlijk geen natuur meer, net zomin als de Veluwe en zo. We kennen alleen nog maar "Tupperwarenatuur", zoals ik dat noem. Het is allemaal door de mens aangelegd. Het is heel benauwend allemaal. Ik was daar helemaal geen voorstander van, zeg ik tegen de heer Van Campen via de voorzitter. Het was de heer Van Houwelingen van de VVD die in paniek raakte toen de wolf deze kant op kwam. Toen heb ik al gezegd: als ik de wolventaal zou kunnen spreken, zou ik hem willen tegenhouden bij de grens; van "blijf hier weg, want je gaat het niet goed krijgen hier". Ik had dat dus al voorzien, wel tien jaar geleden al. Maar nu is het diertje er. We hebben hem ontvangen. Er was grote hilariteit. Mensen riepen: de wolf is terug! Ik heb al die tijd geweten wat er zou gaan gebeuren.

Ik ben ook geschrokken — dat wil ik toch zeggen — van het dierenracisme dat er in ons land heerst, meneer Van Campen. Er zijn dus mensen die de wolf dood willen hebben omdat die bijvoorbeeld mollen, korhoenders en schapen eet, maar wat denkt u van al die miljoenen schapen die in de shoarma gaan en die vooraf ook nog even ritueel gemarteld worden? Ik zeg u dat ze bij de wolf nog prettiger af zijn dan als ze op transport moeten naar de rituele slachtbank, waar ze doodbloeden en liggen te creperen in hun eigen bloed. Daar heb ik heel veel onbegrip voor gekregen. Ik ben geschrokken van de reacties. Ik zou het liefst willen dat het diertje de vrijheid heeft. Hij moet ook kunnen jagen. Wat geeft ons het recht om te bepalen welke dieren er mogen blijven leven of wat dieren wel of niet mogen eten? Daar gaan wij niet over. Wij zijn niet God de almachtige. Daar beslist een Kamerlid niet over en daar beslist een burger niet over. Dat is mijn visie. Daarom is dit second, second, second best. Dat zeg ik met pijn in mijn hart, maar het is niet anders, meneer Van Campen.

De voorzitter:

De heer Van Houwelingen is van Forum …

De heer Graus (PVV):

Die visie volgt nog een keer. Dat doen we weleens een keer samen, want dat gaat deze voorzitter nooit goedvinden.

De voorzitter:

De heer Van Houwelingen is van Forum voor Democratie en niet van de VVD.

De heer Graus (PVV):

Van Houwelingen?

De voorzitter:

U had het toch net over de heer Van Houwelingen? Op wie doelde u dan? U had het over de heer Van Houwelingen.

De heer Graus (PVV):

In welke context? Dan heb ik namelijk een verkeerde naam genoemd.

De voorzitter:

Iets met wolven.

De heer Graus (PVV):

Nee, dinges. Hoe heet hij? Nee, dat klopt. Ik bedoel … Ik ben zijn naam kwijt, inderdaad.

De voorzitter:

Een VVD'er die bang was voor de wolf.

De heer Graus (PVV):

Heette hij niet Houwers of zo? Houwers, geloof ik.

De voorzitter:

O, minister Houwers.

De heer Graus (PVV):

Dat moet u weten. Die is hier …

De voorzitter:

O, meneer Houwers. Ja, nu zijn we eruit.

De heer Graus (PVV):

Die is toen uit de VVD gekegeld. Dat moet u weten, meneer Van Campen. Het was het lid Houwers. Sorry. Bedankt dat u me gered heeft.

De heer Van Campen (VVD):

Johan Houwers uit Winterswijk.

De voorzitter:

En excuses aan de heer Van Houwelingen, die we nodeloos in deze discussie hebben betrokken.

De heer Graus (PVV):

Sorry, meneer Van Houwelingen. Ik bedoelde meneer Houwers.

De voorzitter:

Meneer Van Campen moet deze discussie weer op de rails krijgen.

De heer Van Campen (VVD):

Allereerst die gevulde koek. Dat moeten we zeker gaan doen. Die hebben ze hier in ons Ledenrestaurant.

De heer Graus (PVV):

O, u zou ook al cocktails met mij gaan drinken, maar het komt er allemaal niet van.

De heer Van Campen (VVD):

We weten niet hoe laat het wordt, dus ik sta overal voor open.

De heer Graus (PVV):

U bent via WhatsApp altijd heel vriendelijk naar mij. Dan biedt u mij van alles aan, maar het komt er nooit van.

De heer Van Campen (VVD):

We hebben nog heel veel uren met elkaar door te brengen, zou ik zeggen.

Ik hoor op dit punt gewoon een heel consequent betoog van de heer Graus. Ik waardeer het heel erg dat hij als het gaat om de wolf toch een beetje de verbindende middenrol kiest, die ook heel hard nodig is, denk ik. Voor de zomer waren wij op werkbezoek in Gelderland. De fractie van de heer Graus was daar ook bij aanwezig. Daar hebben ze een Wolvencommissie, waarin de terreinbeherende organisaties, de wildbeheereenheden, de jagers, de boeren en de provincie om de tafel zitten om samen te kijken: hoe kunnen we voorkomen dat de wolf schade aanricht en kunnen we een manier vinden waarop we er toch enigszins harmonieus mee kunnen leven? Ik denk dat het voorstel dat de heer Graus doet daar een hele belangrijke bijdrage aan kan leveren, dus de VVD steunt dat. Laten we luisteren naar wat het kabinet daarover te zeggen heeft.

De voorzitter:

Prima. Hartstikke goed.

De heer Graus (PVV):

Misschien wilt u ook nog even met de heer Flach gaan praten. Dat zou fijn zijn.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik heb ook nog wel een vraag hierbij. Begin dit jaar wierp de heer Graus bij de begrotingsbehandeling de vragen op: wat geeft ons als mensen eigenlijk het recht om schapen te eten en waarom zouden wij de wolf het recht mogen ontzeggen om een paar schapen te eten? Daarbij deed hij de suggestie om "kst" te zeggen, en dan zou die wolf weg zijn. Ik zie nu toch een soort doorontwikkeling in het denken van de heer Graus, want hij zegt: ja, we hebben toch wel een probleem met de wolvenpopulatie in ons land, dus dan moet er maar een anticonceptiepijl in. Mijn vraag is: wat is dan de optimale wolvenpopulatie die de heer Graus nastreeft? Eigenlijk constateert hij namelijk dat de wolf geen natuurlijke vijanden heeft in Nederland en dat de roedels groter en groter worden; er komen er dus steeds meer. Wat is het wolvenquotum dat de heer Graus voor ogen heeft? Of moeten we net zo lang doorgaan met anticonceptie tot de wolf weer is teruggedrongen naar Duitsland?

De heer Graus (PVV):

Ik heb daarnet verteld … Trouwens, ik wil toch beginnen door in mijn handen te klappen, zoals ik toen deed. Ik ben bij VI, bij die snorren en bij dat lachebekje, een jaar lang door de stront gehaald, maar vanuit de overheid wordt nu geadviseerd om een beweging en een geluid te maken richting de wolf. Hoe komt dat? Ik heb dat geleerd van een wolvendeskundige, maar dat weten die dombo's die daar aan tafel zitten niet. Die heeft me dat geleerd en die heeft gezien dat zelfs een heel wolvenroedel dook toen hij dat deed. Dat was op een afgesloten terrein met wolven. Ik ben tussen de wolven geweest. Ik heb dat geleerd van iemand die ter zake deskundig is. Het grappige is dat op televisie altijd mensen een podium krijgen die van toeten noch blazen weten. Hun verstand van wolven is gelijk aan een poffertje, maar zij hebben de zendtijd en ze hebben de macht en kracht om een Kamerlid onderuit te lullen dat wél goed geïnformeerd is. Dat vind ik erg.

Wat betreft het terugbrengen: als u goed geluisterd heeft, zeg ik tegen meneer Grinwis via de voorzitter, heeft u gehoord wat ik heb gezegd. Als ik de wolf had kunnen tegenhouden bij onze grens, had ik gezegd "jongens, draai je om en ga terug naar het Zwarte Woud", want ik wist dat dit ging gebeuren. Ik weet dat Nederland een paniekland is. Heel veel mensen — een schrikbarend aantal; ik ben daar echt van geschrokken — zitten helemaal niet te wachten op de wolf. Ze weten ook helemaal niet wat die wolf allemaal als predator doet. Dat is de reden dat ik de wolf ervoor wil behoeden dat hij wordt opgejaagd, platgereden, neergeschoten of met een riek gestoken. Dat is wel aan het gebeuren, want geloof me: bij heel veel wolven die gevonden worden, zijn er verdachte omstandigheden. Ik wil ook dat die wolven naar het veterinair forensisch team van de dierenpolitie worden gebracht voor onderzoek naar de doodsoorzaak. Dan zullen wij eens kijken hoeveel wolven er op een natuurlijke manier sterven in Nederland.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Was de heer Graus al klaar met zijn betoog? Want ik wilde dat eigenlijk helemaal afwachten.

De heer Graus (PVV):

Soms.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, dat begrijp ik, maar bent u klaar met de bijdrage die u van plan was uit te spreken of werd u …

De voorzitter:

Ja, de heer Graus had zijn betoog afgerond.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Goed, want ik had nog een vraag over iets wat laatst opkwam in het commissiedebat over dieren in de veehouderij. De minister zei: in het hoofdlijnenakkoord staat dat we geen nationale koppen op Europese regelgeving willen zetten. Zij gebruikte dat als argument om dingen die we voor dieren willen doen, zoals een verbod op het stroomstootwapen, toch niet door te voeren. Ik was benieuwd hoe de PVV-fractie daarin staat. Uit dat debat begreep ik — maar de heer Graus was toen ook voorzitter, dus we konden niet echt interrumperen — dat de PVV zegt: "Nee, maar dat argument geldt niet als het gaat over dierenwelzijn. Dan kan je niet schermen met: we willen geen nationale koppen. De Tweede Kamer heeft gewoon gezegd: wij willen hiervanaf en de minister moet dat uitvoeren." Is dat inderdaad hoe de PVV-fractie het hoofdlijnenakkoord leest?

De heer Graus (PVV):

Ik ben zeventien jaar lang woordvoerder geweest van mkb'ers en zzp'ers. Ik heb altijd gezegd: zo min mogelijk nationale koppen met het oog op regeldruk en administratievelastenverlichting voor ondernemers. Maar nu gaat het om het faciliteren van dierenmishandeling. Ik heb toen tegen de minister gezegd: het is onmogelijk dat het de bedoeling van mijn fractievoorzitter is geweest dat door het weghalen van een nationale kop dierenmishandeling wordt gefaciliteerd. Dat is namelijk met mij echt een van de grootste dierenvrienden. Die man behandelt zijn katten als kinderen; dat heb ik al gezegd. Bijna alle partijen zijn tegen nationale koppen die ondernemers onnodig belasten, maar je gaat niet aan de volksgezondheid komen en ook niet aan het dierenwelzijn. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Een andere collega zei "als het de BBB niet uitkomt, dan is het plotseling een nationale kop", maar dat heb ik niet gezegd. Ik heb wel gezegd: als er een nationale kop wegvalt, mag dierenmishandeling nooit worden gefaciliteerd. Je moet nóóit aan volksgezondheid en dierenwelzijn komen, en zeker geen dierenmishandeling faciliteren.

De voorzitter:

Prima.

De heer Graus (PVV):

Daar heb ik het bilateraal ook nog met de minister over gehad. Dat zijn allemaal geen leuke gesprekken, maar ik sterf nog liever dan dat ik een dier laat mishandelen. Zo eenvoudig is dat. Sorry, mevrouw Van der Plas, maar zo ben ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De heer Graus weet helemaal niet wat ik ga zeggen. Hij wordt al boos als ik hier sta. Mijn vraag aan de heer Graus is de volgende. Het is interessant om te weten welke afweging je maakt. Net in het voorgaande tweeminutendebat werd een motie ingediend over diertransporten. Kijk, overal zitten natuurlijk haken en ogen aan. Een motie die heel mooi, sympathiek en goed kan lijken, kan een neveneffect hebben wanneer die wordt aangenomen en er een regel bij komt, waardoor het dierenwelzijn wordt aangetast. Mijn vraag aan de heer Graus is welke overwegingen daarachter zitten, want wat op het oog goed lijkt te zijn, kan dus een compleet ander effect hebben, waardoor het niet goed is.

De heer Graus (PVV):

Dat klopt, mevrouw Van der Plas. Daar moeten we natuurlijk voor waken. Daarom moet je het eigenlijk per keer bekijken. Mevrouw Ouwehand had het over het stroomstootwapen. Daarvan heb ik gezegd dat het nooit zo mag zijn dat het weghalen van die kop dierenmishandeling faciliteert. Daarbij heb ik ook nog volksgezondheid genoemd. Fleur Agema — zij is inmiddels ook minister — en ik waren er altijd kampioen in om juist op dierenmishandeling, dierenwelzijn en volksgezondheid van alles te plakken, omdat wij een gidsland zijn en vooroplopen. Daar hebben wij altijd voor gestreden. Dat kan dus nooit de bedoeling zijn. Kijk, ik heb zelf ook altijd moties ingediend om ondernemers, alle zzp'ers en mkb'ers, te helpen door zo veel mogelijk regels weg te halen: één regel erbij, twee ervanaf, en een reductie van de administratievelastendruk met 25% tot 50%. Maar dit ging er specifiek over dat het weghalen van die nationale kop zou betekenen dat er dierenmishandeling zou kunnen plaatsvinden. Daarvan heb ik toen gezegd: dat kan gewoon niet, dat kan gewoon niet. Mensen van de leiding van de Dierenpolitie zien dat ook gewoon als een wapen dat gebruikt wordt tegen dieren en die zien dat ook als dierenmishandeling. Ik ben dus niet de enige die dit zegt. Ik word natuurlijk ook geadviseerd door andere ter zake deskundigen. Dat is waar het om ging, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik ga hier niet de hele discussie over de veeprikker opnieuw voeren. Maar ik weet dat de heer Graus ook met boeren heeft gesproken en boeren persoonlijk kent die hebben aangegeven: soms heb je dat ding toch wel even nodig, omdat het anders leidt tot extra dierenleed. We gaan daar nu niet helemaal inhoudelijk op in, maar dat is dus ook een overweging. Ik hoop dat de heer Graus die overwegingen wel een beetje tegen elkaar afzet. Ik wil een heel klein voorbeeld noemen van iets wat heel onsympathiek lijkt, namelijk het onthoornen van kalfjes. Daarvan wordt gezegd: ja, dat moeten we niet meer doen, want dat is zielig en dat doet pijn. Maar ook biologische melkveehouders die wel de hoorns bij de koeien laten groeien — dat zijn veehouders die natuurlijk heel veel ruimte hebben voor de dieren en noem maar op, wat overigens gangbare melkveehouders ook hebben — geven bij mij aan: jongens in Den Haag, pas hiermee op, want wij hebben koeien met hoorns, maar die koeien … Je hebt bij dieren nou eenmaal dominante en minder dominante dieren; dat weet de heer Graus ook. Datzelfde geldt voor mensen: je hebt rotjongens en rotmeisjes. Dat is bij dieren net zo. Die veehouders zeggen: je moet heel goed overwegen hoe je dit gecontroleerd kan doen; niet zomaar een verbod. De koeien in de stal bij die biologische melkveehouder zijn elkaar immers …

De voorzitter:

Ja, ja. Helder.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

... aan het verwonden. Die geluiden krijgen wij ook. Daarom maken wij steeds afwegingen. Mijn vraag aan de heer Graus is of wij in gezamenlijkheid wel de afweging kunnen maken wat echt goed is voor dieren en wat minder goed is.

De heer Graus (PVV):

Zeker. Dat moet ook per geval bekeken worden. Ik weet dat mevrouw Van der Plas en ik vorig jaar een uitvinding van varkensboer Coen van Gorp hebben gesteund, die een bepaald voedingsmiddel heeft om staartbijten tegen te gaan. Dan hoef je de staartjes niet meer te amputeren. Daar hebben we dus nog samengewerkt. Kijk, het gebeurt altijd. De hond van mijn overleden broer heeft een flinke bijtwond opgelopen tijdens het spelen met andere honden, honden waar hij altijd mee speelt. Er kunnen altijd incidenten gebeuren. We kunnen niet overal voor gaan liggen, dat kan nu eenmaal niet. Er zullen altijd incidenten blijven gebeuren, altijd.

De voorzitter:

Ja, helder.

De heer Graus (PVV):

Ja, maar er werd nog meer gevraagd. Ik heb hier — u heeft dat ook nog meegemaakt, meneer de voorzitter — weleens op boerenlaarzen gestaan tot half zes 's morgens, een van de langste parlementaire debatten in de geschiedenis. De boeren stonden op de tribunes te applaudisseren voor mij als dierenvriend. De belhamels van de boeren, de Farmers Defence Force, de Sjors van de Rebellenclub, wilden een hele tijd alleen maar praten met de SGP en met mij van de PVV. Dat zijn ook allemaal boeren. Zij hebben altijd gezegd: "Je moet zorgen dat we meer verdienen; we hebben een beter verdienmodel nodig. Wij zijn ook bereid om wat beters te doen voor de dieren, maar we moeten daar wel geld voor krijgen." Wie pakt het geld? De slachthuizenjongens uit de Quote 500, de transporteurs en ook de supermarktketens, die niet eens met ons wilden praten. Die pakken het grote geld. Die zitten uit te venten "diervriendelijk, diervriendelijk", maar de boeren zorgen ervoor. Die moeten dus worden aangepakt, want daar blijft het geld. Dat zijn de Quote 500-jongens. Nog nooit heeft een boer tegen mij of tegen Geert Wilders gezegd: jullie zijn gek, met je dierenwelzijn. Nee, ze zeggen: we gaan met jullie mee, maar zorg dat we daar meer voor betaald krijgen, zorg dat we het kunnen betalen. Dat is wat de boeren vragen. Zelfs de jongens van Farmers Defence Force — dat zijn niet de gemakkelijksten, dat weet u zelf ook wel — hebben ...

De voorzitter:

Kort.

De heer Graus (PVV):

… dat gezegd.

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Het was weer gezellig.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik ben nog niet klaar.

De heer Graus (PVV):

O, u bent nog niet klaar?

De voorzitter:

Nee. De heer Graus dacht ermee weg te komen. Maar wel kort, mevrouw Van der Plas.

De heer Graus (PVV):

Anders komt meneer Flach dadelijk ook nog een keer.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik ben het ook eens met wat de heer Graus hier zegt.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De voorzitter wil er de hele tijd doorheen. Ik begin opnieuw. Ik ben het eens met de heer Graus over het verdienmodel of het verdienvermogen. De boer moet wel gewoon een goed inkomen hebben. Dat is waar wij ook voor staan. Het pad ernaartoe is volgens sommige partijen zus en voor andere zo, maar ik denk dat wij dat allemaal willen. Nou is er een reis geweest naar Oostenrijk en Zwitserland. Volgens mij was u daar niet bij. Ik ook niet. Ik had andere dingen te doen, maar een collega-Kamerlid was daar wel bij. In Oostenrijk zie je bijvoorbeeld een boer met 23 koeien op een heuvel. Vervolgens wordt hier gezegd: zie je wel, dat kan ook. Maar dat kost wel veel investeringen. Die mensen hebben vaak ook een neventak. In Oostenrijk leven ze van de wintersport, van het toerisme, en in de zomer staan de koeien op de heuvel en zijn ze boer. Ik wil graag ook met de PVV kijken hoe we daar in gezamenlijkheid naartoe kunnen. Misschien hebben we een verschillende blik op dingen.

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn vraag aan de heer Graus is of hij dat samen met ons gaat doen.

De heer Graus (PVV):

Zeker. Sterker nog, ik vind het jammer. Twee jaar geleden ben ik met de jongens van Farmers Defence Force naar een slachthuis van Vion gegaan. We zijn de hele keten nagegaan om te kijken waar het geld blijft steken dat die jongens toekomt. Toen had ik uw hulp eigenlijk ook al nodig. Alleen, als een supermarktketen niet eens met de premier, destijds meneer Rutte, wil spreken … Ze wilden ook niet spreken met de minister van, toen nog, LNV. Ze hebben ook geweigerd met mij te spreken. Ze hebben gewoon geweigerd om met mij en die boeren te spreken; de arrogantie ten top! Ze steken wel miljoenen in Formule 1-teams, wieler- en schaatsploegen, maar de boeren die het vuile en smerige werk doen en proberen het zo goed mogelijk te doen voor hun dieren … Daar moet het geld naartoe! Dat is iets waarbij we elkaar allemaal zouden moeten samenpakken. Dat is nog niet gebeurd. Ik heb me toen erg alleen gevoeld in die strijd. De boeren zijn toen met me mee geweest. Ik ben toen een heel zomerreces met die jongens naar diverse dingen gegaan. Ik heb toen ook bemiddeld bij die boeren. Het is schandalig hoe wij behandeld zijn en hoe zij behandeld zijn. Ik hoop dat er nu twee bewindspersonen zijn die eens met de vuist op tafel gaan slaan. Die moeten bij hun veter worden gepakt, want daar gaan de miljoenen naartoe.

Dank u wel, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Hè hè. Ik geef graag het woord aan mevrouw Podt van de fractie van D66. Na haar bijdrage ga ik schorsen voor de lunch.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. "Het is geen schande om voorop te lopen." Dat waren de woorden van de juryvoorzitter van de Duurzame 100 afgelopen week. Als nieuw lid van deze commissie heb ik de laatste maanden tijdens debatten en mijn werkbezoeken gemerkt dat het anders moet. Nu strompelen we van crisis naar crisis, terwijl we een landbouw nodig hebben met toekomst voor de boer, een gezonde natuur, welzijn voor dieren en schoon water.

Voorzitter. Ik ben niet de enige die dat vind. Meer dan 100.000 Nederlanders riepen via een petitie in de Tweede Kamer op om werk te maken van duurzame landbouw. Dan is het niet genoeg om maximaal het minimale te doen, om te roepen dat koppen op Europees beleid maar lastig zijn. Dan heb je leiderschap nodig. Onze landbouw heeft altijd vooropgelopen, dus waarom zouden we dat niet opnieuw kunnen?

Voorzitter. De laatste maanden waren niet bepaald bemoedigend. In haar eerste drie maanden schrapte de minister de gebiedsplannen, bedoeld voor natuurherstel en legalisatie van de PAS-melders, ging ze verder met struisvogelpolitiek in de mestcrisis en vergat ze klimaatbeleid mee te nemen in haar plannen. Tijdens het mestdebat werd pijnlijk duidelijk waar de prioriteiten van de minister in elk geval niet liggen. Ze zei: dit pakket, het mestpakket, is niet primair gericht op de waterkwaliteit of een ander ecologisch doel. Even voor de duidelijkheid: dat betekent dat de plannen die we maken omdat onze waterkwaliteit de slechtste is in Europa, er niet zijn om ons water weer schoon te krijgen. Als dat klopt, dan weet ik even niet meer wat we hier aan het doen zijn. Gelooft de minister soms dat die regels er alleen zijn om de boeren te pesten? Zo nee, waarom zegt ze dan zoiets?

Voorzitter. De Wadden, de Veluwe, maar ook Amelisweerd in mijn eigen Utrecht: we zouden voorop moeten lopen om deze prachtige Nederlandse natuur te beschermen. Maar dat begint bij een serieuze stikstofaanpak. Het is tijd om te stoppen met struisvogelpolitiek, want de tijd dringt, niet alleen voor onze natuur maar ook voor PAS-melders. Het meeste geld voor de gebiedsplannen is al verdwenen, maar provincies geven aan dat ze door willen gaan met de stappen die ze al gezet hebben. Alleen, zonder de middelen komen we nergens. Is de minister bereid de provincies wat meer flexibiliteit te geven in het besteden van de gelden die er nog wél zijn, door bijvoorbeeld te zorgen dat de maatregelenpakketten niet na twee jaar al vastgezet moeten worden?

Over de besteding van de gelden voor agrarisch natuurbeheer hebben we nog weinig gehoord, terwijl goede inzet het verschil kan betekenen voor weidevogels, schoon water en algeheel natuurherstel. Is de minister bereid de ANLb-gelden te verbinden aan de gebiedsplannen? Zo werken we aan een samenhangende inzet van alle plannen voor de natuur, in plaats van aan versnipperd beleid met weinig effect.

Voorzitter. Ook bestrijdingsmiddelen belasten onze natuur en onze gezondheid. Dat geldt niet alleen voor ons voedsel. Voor de sierteelt gelden alleen lagere normen voor gebruik. Bijna een kwart van alle bestrijdingsmiddelen wordt hier gebruikt. Omwonenden van lelievelden sprinten naar binnen en sluiten de ramen en deuren wanneer de trekker weer gaat spuiten op het lelieveld bij de buren. Het kinderspeelgoed in de tuin zit vervolgens onder het gif, waardoor kinderen mogelijk extra risico lopen als ze daar weer mee gaan spelen. Er lopen al onderzoeken naar hoe gevaarlijk deze middelen zijn, maar wat doen we in de tussentijd? Kan de minister een stand van zaken geven over het omwonendenonderzoek en toelichten hoe omwonenden worden betrokken en geïnformeerd? Is de minister eigenlijk zelf al met deze mensen in gesprek geweest? Gaat de minister onverminderd door met het beloofde plan van aanpak voor het verminderen van de lelieteelt?

Voorzitter. D66 kijkt vooruit. Terwijl de coalitie mens en natuur laat vallen, laten Nederlandse ondernemers dat niet gebeuren. Zij nemen verantwoordelijkheid en tonen het leiderschap dat nu zo hard nodig is. Onlangs bezocht ik inspirerende bedrijven zoals Zonvarken en Hoeve Biesland. Dat zijn goede voorbeelden van bedrijven die met hun diervriendelijke en duurzame ambities voor de troepen uit lopen; ware koplopers. Deze koplopers zijn essentieel om onze voedselvoorziening duurzaam te hervormen. Maar ons huidige intensieve landbouwsysteem belemmert juist de ondernemers die willen verduurzamen. Ondertussen besteedt de overheid 80 keer meer aan de vlees- en zuivelindustrie in vergelijking met plantaardige eiwitten. Dat is niet echt een gelijk speelveld. Is de minister bereid om actie te ondernemen om deze balans rechter te trekken? Zo ja, wat gaat ze dan concreet doen?

Voorzitter, tot slot. Het was weer raak. Dit keer ging het bericht over het vervoer van hele jonge kalfjes. Ze worden op hun gezicht en rug geslagen, krijgen 30 uur geen moedermelk, krijgen weinig of geen water en worden aan de oren voortgesleept. De minister gaf eerder aan dat dit soort berichten "incidenten" zijn. Staat ze nog steeds achter die woorden? We zien te vaak misstanden bij dieren, soms door een tekort aan controle en soms door gebrekkige wetgeving. Daarom wil D66 een centrale en neutrale ombudsman voor dieren, die gevraagd en ongevraagd onderzoek doet en advies geeft om de dieren in Nederland beter te beschermen. We hebben daar in de tweede termijn een voorstel voor.

Voorzitter. Als dit kabinet struisvogelpolitiek blijft bedrijven, gaan boerenbedrijven omvallen en holt onze natuur verder achteruit. Haal de koppen uit het zand. Kies voor onze boeren, onze natuur en onze koplopers. Het is geen schande om voorop te lopen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors voor de lunch tot 13.15 uur. Dan gaan wij stemmen over de moties inzake de Europese top.

De vergadering wordt van 12.38 uur tot 13.14 uur geschorst.

Naar boven