3 Tuinbouw, visserij en biotechnologie

Tuinbouw, visserij en biotechnologie

Aan de orde is het tweeminutendebat Tuinbouw, visserij en biotechnologie (CD d.d. 03/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Tuinbouw, visserij en biotechnologie. Het commissiedebat vond plaats op 3 oktober jongstleden. Wij hebben acht deelnemers van de zijde van de Kamer, van wie er zeven gaan spreken.

Ik geef graag het woord aan mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB. Zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties, allebei over de visserij en het gezonde eetpatroon om meer vis te eten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voedsel uit zee past in een gezond dieet en een relatief lage CO2-uitstoot kent, en daarom wordt meegenomen in de eiwittransitie;

constaterende dat steeds meer gemeenten het promoten van visproducten verbieden, wat in strijd kan zijn met het stimuleren van duurzame en gezonde voedingskeuzes;

verzoekt het kabinet om in de gesprekken met de provincies en gemeenten te wijzen op het belang van visproducten in een gebalanceerd voedingspatroon en de voordelen daarvan te benadrukken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 16 (36600-XIV).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie subsidie beschikbaar stelt om de consumptie van vis te promoten;

constaterende dat, ondanks de bekendheid van de gezondheidsvoordelen van visproducten, consumptie in Nederland achterblijft bij de aanbevolen normen van gezondheidsorganisaties;

overwegende dat Nederlandse producten afkomstig uit zee en binnenwateren een relatief lage CO2-uitstoot kennen en kunnen bijdragen aan duurzame consumptiepatronen;

overwegende dat er een groter deel van Nederlandse visproducten in Nederland geconsumeerd kan worden;

verzoekt de regering zich in Europa actief in te zetten om bestaande Europese subsidies te bestemmen voor de promotie van visconsumptie in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 17 (36600-XIV).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Sorry, dan wil ik tot slot nog iets zeggen. Tijdens het commissiedebat heb ik gevraagd om duidelijkheid voor de garnalenvissers. De staatssecretaris heeft toen aangegeven dat er een verlenging komt van de vergunning voor zes maanden. Wij willen graag dat de garnalenvissers zo snel mogelijk echt duidelijkheid krijgen en daarom teken ik vandaag mee met een motie van de heer Grinwis, die daarom gaat vragen. De heer Grinwis zal die straks mede namens mij indienen.

De voorzitter:

Heel goed. Dan geef ik het woord aan de heer Meulenkamp van de fractie van de VVD.

Ik vertel u nog even dat er geen berichten van verhindering zijn vandaag.

De heer Meulenkamp (VVD):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat Nederland koploper dient te blijven op het gebied van innovatieve voedselproductie, zoals kweekvlees, precisiefermentatie en CRISPR-Cas, die bijdragen aan de voedselzekerheid van de toekomst;

constaterende dat Nederlandse ondernemers producten ontwikkelen op basis van innovatieve fermentatie, zoals plantaardige eiwitten of kaas, maar daarbij te maken hebben met Europese wet- en regelgeving die de ontwikkeling van innovaties vaak vertraagt;

constaterende dat landen buiten de Europese Unie reeds producten voortkomend uit dergelijke biotechnologieën commercieel kunnen aanbieden;

constaterende dat Nederland reeds proeverijen toestaat voor kweekvlees;

verzoekt de regering zo snel mogelijk in overleg te treden met Nederlandse biotechnologiebedrijven om proeverijen met producten voortkomend uit innovatieve fermentatie onder gecontroleerde en veilige omstandigheden mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Meulenkamp en Bromet.

Zij krijgt nr. 18 (36600-XIV).

De heer Meulenkamp (VVD):

De volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat Nederland koploper dient te blijven op het gebied van innovatieve voedselproductie, zoals kweekvlees, precisiefermentatie en CRISPR-Cas, die bijdragen aan de voedselzekerheid van de toekomst;

overwegende dat Europese wet- en regelgeving momenteel de ontwikkeling en goedkeuring van nieuwe biotechnologieën vertraagt;

verzoekt de regering om in samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen een overzicht van bestaande obstakels binnen de Europese Novel Foods-procedures op te stellen en de Kamer daarover te informeren;

verzoekt de regering zich er in Europa voor in te zetten deze knelpunten in de Novel Foods-procedures weg te nemen en de Kamer regelmatig te informeren over deze inspanningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Meulenkamp en Grinwis.

Zij krijgt nr. 19 (36600-XIV).

De heer Meulenkamp (VVD):

Deze motie is mede ingediend door de heer Grinwis van de ChristenUnie. De vorige motie was mede ingediend door mevrouw Bromet van GroenLinks-PvdA. Excuses daarvoor.

De voorzitter:

Ik zat er al op te wachten. Mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. We lazen vorige week in de krant het treurige nieuws dat in Frankrijk een kind van een bloemiste overleden is aan kanker als gevolg van de bestrijdingsmiddelen op de bloemen. Er is gelukkig een alternatief, dat wij als GroenLinks-PvdA van harte willen ondersteunen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aandeel biologisch in de Nederlandse sierteelt slechts 1% bedraagt;

overwegende dat de biologische sierteelt geen of zelfs een positieve impact heeft op de bodem-, water- en luchtkwaliteit;

overwegende dat Biologische Sierteelt Nederland reeds in kaart heeft gebracht welke drempels eraan in de weg staan om de biologische sector te laten floreren;

verzoekt de regering om uitvoering te geven aan het driepuntenplan van Biologische Sierteelt Nederland en samen met de biologische sierteeltsector te kijken naar wat wél kan om het aandeel biologisch te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bromet en Kostić.

Zij krijgt nr. 20 (36600-XIV).

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Maandag is er een biodiversiteitstop. De staatssecretaris gaat daar niet heen. Het is een top van de VN. Ik vind het schaamteloos dat Nederland verstek laat gaan. Ook de ondertekening en de ratificatie van een ander verdrag loopt vertraging op door dit kabinet. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Verenigde Naties in 2023 na ruim vijftien jaar onderhandelen een akkoord hebben bereikt over het verdrag voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de zeegebieden buiten de nationale rechtsmacht van staten (het BBNJ-verdrag);

overwegende dat de Europese Unie nu wacht op het ratificatieproces van haar lidstaten met een deadline van juni 2025, maar Nederland wegens vertraging de boot dreigt te missen;

verzoekt de regering om zich te committeren aan het nationale ratificatieproces van het BBNJ-verdrag, zodat dit tijdig voor de deadline in juni 2025 afgerond is;

verzoekt de regering om nauw betrokken te blijven bij de verdere uitvoering van het VN-verdrag, om de doelen voor het beschermen van 30% van het aardoppervlak en de oceanen in 2030 te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 21 (36600-XIV).

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Deze motie is in het belang van de coalitiepartijen zelf, die in Europa meer voor elkaar willen krijgen, maar die zich ook hiermee weer niet aan de afspraken houden.

De voorzitter:

Het lid Kostić, Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Goedemorgen. Voorzitter, eerst een verzoek. We ontvingen een brief van de staatssecretaris naar aanleiding van een toezegging om de Kamer te informeren over vissenwelzijnsmaatregelen die door twee andere landen worden genomen. Dank daarvoor. Onduidelijk blijft nog welke best beschikbare technieken en andere maatregelen om het vissenwelzijn te beschermen precies in andere Europese landen worden toegepast. Met welke precieze maatregelen lopen die landen voorop, die ook in Nederland zouden kunnen worden toegepast? Wat kunnen wij daar eventueel van leren? Kan de staatssecretaris daar in een brief uitgebreider op ingaan?

Ik wil iedereen eraan herinneren dat de Raad voor Dierenaangelegenheden al in 2018 heeft vastgesteld dat vissen lijden en dat beleid nodig is om het vissenwelzijn te beschermen. Sindsdien is er weinig gebeurd. Dieren sterven een langzame dood op ijs, of worden levend opengesneden en gestript. Het gaat om 3,5 miljard dieren per jaar. Je hoeft geen grote dierenvriend te zijn om te begrijpen dat we heus wel beter kunnen.

Daarom twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris van LVVN in de media heeft gezegd dat hij Nederland een ander standpunt laat innemen op dossiers waar Nederland eerder een wat "moralistisch toontje" aansloeg, in de hoop dat andere lidstaten in de toekomst Nederland iets terug zullen gunnen;

overwegende dat het wenselijk is dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van wijzigingen van het standpunt van de staatssecretaris;

verzoekt de regering, wanneer zij weer besluit om het standpunt van Nederland te wijzigen, de Kamer hier voortaan vooraf over te informeren (informatieplicht artikel 68 van de Grondwet), zodat de Kamer daar nog inspraak over kan hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 22 (36600-XIV).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat negen op de tien Nederlanders vindt dat het welzijn van vissen beter moet worden beschermd;

constaterende dat de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) al in 2018 adviseerde om meer erkenning te geven aan de intrinsieke waarde van vissen en dat we een morele verantwoordelijkheid hebben om rekening te houden met vissen en hun welzijn, gezondheid en integriteit;

overwegende dat de staatssecretaris van LVVN bij recente besluiten die invloed hebben op vissen motiveert waarom Nederland vanuit een economisch oogpunt bepaalde standpunten inneemt, zonder aan te geven welke gevolgen deze standpunten hebben voor het welzijn van vissen;

verzoekt de regering om voortaan bij het informeren van de Kamer over besluiten die vissenwelzijn raken ook aan te geven op welke manier de intrinsieke waarde en het welzijn, de gezondheid en de integriteit van vissen zijn meegewogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 23 (36600-XIV).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Flach van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Flach (SGP):

Dank, voorzitter. Terugkijkend op het commissiedebat vond ik het jammer dat ik dat niet helemaal kon bijwonen. Een aantal van ons werden afgeleid door het slijk der aarde: de Financiële Beschouwingen. Daarom konden we niet het hele debat bijwonen, maar we hebben het verslag kunnen teruglezen. Dat riep nog een paar vragen op met betrekking tot de visserij. De minister is bezig met een uitvoeringsagenda. Betrekt hij daarbij ook de punten die het Visserij Innovatie Netwerk heeft ingebracht voor de visserijvisie?

Verschillende fracties hebben gevraagd om een nieuwe openstelling van de subsidieregeling voor katalysatoren voor garnalenvissers. De reactie van de staatssecretaris daarop vonden wij wat vrijblijvend. Gaat hij dit doen als hier behoefte aan is?

De staatssecretaris heeft in Brussel gepleit voor de bijstelling van de onterechte korting op het tongquotum. De vraag die ik nu aan de staatssecretaris heb, is of hij ook de bilaterale contacten met onder meer de Britse visserijminister hiervoor benut. Trekt hij ook op samen met de Eurocommissaris?

Tot slot heb ik één motie. Die dien ik mede in namens collega Grinwis. Eerder is die volgorde al een keer omgedraaid. Bij die gebeurtenis is bijna dezelfde motie ingediend. Maar we blijven het proberen, net zolang tot het gelukt is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gelet op de verschillende milieuheffingen voor de glastuinbouw een opt-in voor ETS2 niet nodig is om de sectorale CO2-doelen te halen en een onnodige lastenverzwaring met zich meebrengt;

overwegende dat het regeerprogramma aangeeft dat de afspraken uit het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 leidend zijn;

verzoekt de regering om niet over te gaan tot de genoemde opt-in voor de glastuinbouw, tenzij alle partners in het genoemde convenant hiermee instemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Flach en Grinwis.

Zij krijgt nr. 24 (36600-XIV).

Dank u wel. De heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Wie houdt er niet van de Hollandse garnaal, de oer-Hollandse garnaal? Maar ja, die moet wel opgevist kunnen blijven worden. De garnalenvissers zitten al ongeveer twee jaar in onzekerheid. Dat is een tergende onzekerheid en daar moet een einde aan komen. Ik ben enerzijds blij dat de staatssecretaris de gedoogperiode heeft verlengd tot 1 juli. Maar tegelijkertijd moet dat er niet toe leiden dat er pas op 30 juni een soort duidelijkheid ontstaat. Daarom deze motie, die collega Van der Plas al aankondigde. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de gedoogperiode voor garnalenvissers voor wat betreft de Wnb-vergunning verlengd is met nog eens zes maanden van 1 januari naar 1 juli 2025;

overwegende dat garnalenvissers al een paar jaar in onzekerheid zitten over een nieuwe vergunning en dat voorkomen moet worden dat er pas tegen het einde van de gedoogperiode zekerheid komt;

overwegende dat er momenteel nog onduidelijkheid is over de saneringsregeling voor de garnalenvisserij;

verzoekt de regering garnalenvissers uiterlijk drie maanden voor het aflopen van de gedoogperiode, en bij voorkeur eerder, duidelijkheid te geven over een nieuwe Wnb-vergunning, en tevens zo snel mogelijk helderheid te verschaffen over de voorgenomen saneringsregeling voor de garnalenvisserij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Van der Plas, Vedder, Flach, Meulenkamp en Boomsma.

Zij krijgt nr. 25 (36600-XIV).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Dan geef ik graag het woord aan de heer Boomsma van de fractie van NSC. Hij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

De heer Boomsma (NSC):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Tuinbouw en biotechnologie zijn cruciale sectoren voor Nederland. Dat geldt zeker ook voor de visserij. Maar wat is er met deze mensen gesold de afgelopen jaren. We moeten mensen nu dus echt zo snel mogelijk duidelijkheid en zekerheid geven. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij garnalenvissers langer gaat gedogen. Dat is inderdaad goed, maar we moeten zo snel mogelijk echte zekerheid bieden, en een normale vergunning. Dat je mensen zo lang in onzekerheid laat vanwege een onmeetbare, minuscule hoeveelheid stikstof is zo ver verwijderd van elke vorm van gezond verstand dat het te gek voor woorden is dat het zo lang duurt om het op te lossen. Daarom dus ook de motie-Grinwis.

Voorzitter. De Noordzee, die zo onlosmakelijk verbonden is met onze Nederlandse geschiedenis, is ook belangrijk als bron van duurzaam scharrelvlees, in de vorm van wilde vis en schelpdieren. We zijn blij met de voedselvisie en zien uit naar de uitvoeringsagenda daarvan. Daarbij heb ik nog één motie, want we willen meer mosselen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat schelpdierkweek gezond voedsel biedt voor een gevarieerd dieet met een zeer lage footprint;

overwegende dat de Nederlandse kustzone perspectief biedt om de voedselzekerheid te versterken en "voedsel uit zee" als een van de prioriteiten staat genoemd, maar er op dit moment weinig ruimte is voor huidige kwekers;

overwegende dat het mogelijk is om tijdelijk mosselen te kweken op zandwinlocaties die nog niet in gebruik zijn;

verzoekt de regering met een plan te komen om samen met de schelpdierensector een tweetal demonstratieprojecten uit te rollen waar zandwinlocaties die niet in gebruik zijn, tijdelijk gebruikt kunnen worden voor schelpdierkweek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boomsma.

Zij krijgt nr. 26 (36600-XIV).

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 10.31 uur tot 10.41 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Rummenie:

Allereerst de vragen. Van de Partij voor de Dieren had ik een vraag over vissenwelzijn. Ik zal die meenemen in de al toegezegde reactie op het rapport Naar een dierwaardige visserij en aquacultuur. Die reactie zal u binnen enkele weken toekomen.

Dan was er nog een vraag van de SGP over het tongquotum. Zoals u weet onderhandelt de Commissie over het tongquotum. Ik kan dat dus zelf niet bilateraal doen. Het belang van deze bijstelling is door mij ook wel heel duidelijk in de Raad naar voren gebracht.

De voorzitter:

Meneer Flach, één vraag, kort, want we moeten echt door naar de begroting.

De heer Flach (SGP):

Dat was ik ook van plan, voorzitter. De minister spreekt zijn ...

De voorzitter:

De staatssecretaris.

De heer Flach (SGP):

O ja, sorry. Ik raak helemaal in de war van deze druk, voorzitter. De staatssecretaris spreekt zijn Britse collega regelmatig. Zouden die contacten dan bilateraal benut kunnen worden om onder het genot van een hapje daar toch eens over te praten?

Staatssecretaris Rummenie:

Als ik spreek over innovatief vistuig, kan ik daar uiteraard een opmerking over maken. Maar ik doe niet de onderhandelingen.

Dan een vraag van de SGP over visserij en het VIN. Het Visserij Innovatie Netwerk is een netwerk waar ook de sector aan deelneemt. De input vanuit de praktijk is daarbij uiteraard van groot belang.

Dan nog een vraag van de SGP over visserij. Kan de katalysatorregeling weer open? Indien daar behoefte aan is, zal ik deze regeling zeker opnieuw openstellen. Wij gaan daarover in gesprek met de sector.

Dan nu de moties. De motie op stuk nr. 16 van mevrouw Van der Plas betreft decentrale overheden. Die kunnen zelf beslissen of zij reclame ter bevordering van de consumptie van vis willen toestaan of niet. Wel kan ik het gesprek aangaan met de decentrale overheden om aan te geven dat de promotie van visconsumptie ook voordelen heeft, omdat vis, schaal- en schelpdieren een duurzaam en gezond alternatief kunnen zijn voor andere dierlijke eiwitten. Daarnaast zet ik mij via de uitvoeringsagenda vanuit de visie op voedsel uit zee en grote wateren in voor het uitwerken van het belang van voedsel uit zee en het verder in kaart brengen van de duurzaamheid van deze producten. Zo wil ik bijdragen aan het beter onder de aandacht brengen van het belang van deze producten. Dan ben ik nog …

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris Rummenie:

… iets vergeten. Oordeel Kamer. Neemt u me niet kwalijk, voorzitter.

De voorzitter:

Als het oordeel Kamer is, hoeven we eigenlijk niet echt een toelichting te hebben. De kreet "oordeel Kamer" is voldoende. Dan zoeken de fracties het zelf wel uit.

Mevrouw Bromet, kort, kort.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Ik las vanochtend in de krant dat de staatssecretaris niet naar de Biodiversiteitsconferentie gaat omdat hij druk is in eigen land. Is gemeentes aanspreken op hun reclamebeleid nou zo'n voorbeeld van druk zijn in eigen land?

Staatssecretaris Rummenie:

Mevrouw Bromet, het is helemaal niet ongebruikelijk dat een bewindspersoon niet naar deze conferenties gaat. Toen ik in Mexico was, was daar ook een COP. De ambassadeur heeft die toen voor mij waargenomen. Er is dus niks bijzonders aan de hand. U hoeft dingen niet groter te maken dan ze zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, één vraag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Even om de beeldvorming die mevrouw Bromet hier nu neerzet …

De voorzitter:

Nee, nee, ik wil niet dat u gaat reageren op mevrouw Bromet, want we zijn hier …

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, er staat duidelijk in de motie: in gesprekken met gemeenten en provincies. Er staat dus niet dat de staatssecretaris hierover gesprekken moet voeren, maar als hij toch voor iets anders in een provincie of gemeente is, is het verzoek …

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

… om dan ook de vis aan de orde te brengen.

De voorzitter:

De vis aan de orde brengen. Lid Kostić, ook één vraag.

Kamerlid Kostić (PvdD):

In welke werkelijkheid zijn we nou beland? Er wordt hier aan de staatssecretaris gevraagd om in gesprekken met provincies en gemeenten te wijzen op het belang van visproducten. De staatssecretaris is toch geen visboer? Waar zijn we mee bezig? We hebben ook gezag.

De voorzitter:

In welke wereld zijn we beland, is de vraag aan de staatssecretaris.

Kamerlid Kostić (PvdD):

We hebben voedingsexperts. Zullen we dat niet aan hen overlaten?

Staatssecretaris Rummenie:

We zijn in een wereld beland waarin het heel belangrijk is dat mensen gezonde vis eten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 17.

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, de motie op stuk nr. 17 over de promotie van visconsumptie in de EU krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 18 van de VVD over fermentatie kan ik oordeel Kamer geven, mits ik deze motie zo mag interpreteren dat ik in gesprek ga met de sector op basis van de proeverijen met kweekvlees. Ik informeer de Tweede Kamer over de voortgang hiervan en over hoe ik de proeverijen met precisiefermentatie mogelijk wil maken.

De voorzitter:

De heer Meulenkamp komt dat even beamen.

De heer Meulenkamp (VVD):

Doet u dat wel parallel aan de pilots met kweekvlees? Gaat u dus niet eerst de pilots met kweekvlees afronden, maar gaat u tegelijkertijd ook gewoon met deze biotechnologiebedrijven in gesprek?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, zeker.

De voorzitter:

Dus is het oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 19.

Staatssecretaris Rummenie:

Deze motie over Novel Foods krijgt oordeel Kamer, mits wij 'm mogen interpreteren als een verzoek om hierop in de visie op biotechnologie terug te komen.

De voorzitter:

De heer Meulenkamp steekt zijn duim omhoog. Dan krijgt die oordeel Kamer.

Staatssecretaris Rummenie:

Dan de motie op stuk nr. 20 over biologische sierteelt. Zoals de minister van LVVN al schreef aan uw Kamer, waardeert het kabinet de biologische sierteeltsector. Tijdens het commissiedebat heb ik u echter al verteld dat dit kabinet niet aan alle verzoeken uit het driepuntenplan wil en kan voldoen. Bovendien zijn lagere waterschapsheffingen niet mogelijk. Het kabinet steunt de biologische sector in den brede en wil liever niet bepaalde teelten meer kansen geven om om te schakelen naar biologisch dan andere sectoren. Ik hoor gelach; ik weet niet wat er nou eigenlijk zo humoristisch is. Zoals toegezegd verkent het kabinet de mogelijkheden om een groter aandeel biologisch plantgoed en biologische bloemboeketten in te kopen binnen de overheid. Hierover wordt u voor het zomerreces van volgend jaar geïnformeerd.

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris Rummenie:

Ik ontraad de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 21.

Staatssecretaris Rummenie:

Die motie onraad ik. Het is niet mogelijk het BBNJ-verdrag te ratificeren voor de streefdatum die de Europese Commissie heeft vastgesteld, vanwege het nationale implementatieproces. Nederland is trouwens ook niet de enige die dat niet haalt.

De voorzitter:

Eén vraag, mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Staat de staatssecretaris nog wel achter die doelstellingen?

Staatssecretaris Rummenie:

Daar hebben we het helemaal niet over. Het gaat erom dat er wettelijke problemen zijn.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 22.

Staatssecretaris Rummenie:

Oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 23.

Staatssecretaris Rummenie:

Oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 24.

Staatssecretaris Rummenie:

Die verzoekt de regering om niet over te gaan tot de genoemde opt-in voor de glastuinbouw, tenzij alle partners in het genoemde convenant hiermee instemmen. Aanhouden en anders ontraden, omdat ik niet vooruit kan lopen op de besluitvorming in het kabinet, die in het voorjaar plaatsvindt. Dat vind ik niet gewenst.

De voorzitter:

Dan wordt de motie ontraden, tenzij de heer Flach … Eén vraag.

De heer Flach (SGP):

Ik wil 'm niet aanhouden. Juist omdat die besluitvorming plaatsvindt, vind ik het belangrijk dat de Kamer daar nu een uitspraak over doet. Ik zou 'm toch graag laten staan.

De voorzitter:

Prima. De motie blijft gewoon ingediend.

Dan de motie op stuk nr. 25.

Staatssecretaris Rummenie:

Dan moet ik 'm dus ontraden.

De voorzitter:

De motie is ontraden, ja.

De motie op stuk nr. 25.

Staatssecretaris Rummenie:

Die gaat over de garnalenvisserij. Ja, sorry; het is weer oordeel Kamer, mits de interpretatie …

De voorzitter:

Prima. Welke interpretatie is dat?

Staatssecretaris Rummenie:

Ik kan oordeel Kamer geven, mits ik de motie als volgt mag interpreteren. Ik wil uiteraard zo snel mogelijk aan de garnalenvissers duidelijkheid geven over het vervolg. Ik bezin mij momenteel, in samenspraak met de sectorvertegenwoordigers, op een robuuste aanpak van de stikstoftoets. Het operationeel maken van de gekozen aanpak wil ik in nauwe samenspraak met de vissers doen. Dat kost tijd, want ik hecht aan zorgvuldigheid. Ik zal echter mijn uiterste best doen.

De voorzitter:

Meneer Grinwis, kunt u leven met die interpretatie?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ja, dat is prima. Goed dat het samen met de sector wordt opgepakt. Die stikstoftoets is het grote probleem.

De voorzitter:

Dan is het dus oordeel Kamer, stel ik vast.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ja, precies.

De voorzitter:

Oké. Dan de motie op stuk nr. 26. Zandwinningsgebieden.

Staatssecretaris Rummenie:

Oordeel Kamer, weer mits interpretatie. Ik kan deze motie ook oordeel Kamer geven, mits de motie als volgt wordt geïnterpreteerd. Zandwinning op de Noordzee is gereserveerd in de zone tussen de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn en de 12 mijlsgrens. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing op de Noordzee. Hierover is interdepartementale afstemming geweest. Afgesproken is dat de schelpdierensector hiertoe een aanvraag met plan van aanpak kan indienen bij Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat zal deze aanvraag vervolgens beoordelen en meedenken over eventuele mogelijkheden. Onder die interpretatie kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De heer Boomsma bevestigt dat. Daarmee krijgt de motie oordeel Kamer.

Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties.

Naar boven