3 Energieraad

Energieraad

Aan de orde is het tweeminutendebat Energieraad (CD d.d. 03/10).

De voorzitter:

Aan de orde is een tweeminutendebat over de Energieraad. Dit is één van zes tweeminutendebatten die deze week zijn toegevoegd aan een overvol schema. Dat betekent dat ik geen onderlinge interrupties toelaat. U kunt uw bijdrage doen, moties indienen en bij de appreciatie mogelijk vragen stellen over de motie aan de minister. Het onderlinge debat is in de commissie geweest. Er is geen ruimte om dat nu plenair voort te zetten.

Ik geef het woord aan de eerste spreker, mevrouw Postma. Zij voert het woord namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Postma (NSC):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed debat gehad met elkaar. Ik wil de minister nog eens danken voor de toezeggingen aan ons tijdens het commissiedebat ten aanzien van het EU-coronaherstelfonds en het Sociaal Klimaatfonds van de EU. We willen de minister echter nog vragen om een kleine toevoeging, eigenlijk om een extra toezegging, namelijk om de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te betrekken bij de aanvragen voor het Sociaal Klimaatfonds van de EU. Hij is in zijn functie namelijk verantwoordelijk voor de armoedebestrijding. Dat is een belangrijk onderdeel daarvan. Graag een reactie daarop van de minister.

Verder zien we uit naar de brief aan de Kamer die nog voor aanvang van de COP29 zal volgen, met daarin een precisering van de inzet van de minister. We hopen daarin terug te zien waar we het met elkaar over gehad hebben: de aandacht voor gendergelijkheid en vrouwenrechten en het bespreken van de methodieken waarmee kan worden voorkomen dat ontwikkelingslanden die zich moeten wapenen tegen klimaatadaptatie, daarvoor schuld op schuld op schuld moeten stapelen.

Tot slot, voorzitter. We ondersteunen de inzet van de minister op de uitbreiding van de internationale coalitie voor afbouw van fossiele subsidies en de versnelling van kernenergie.

Voorzitter. Dank voor het debat en dank voor de toezeggingen. Ik hoop dus nog op het antwoord op één vraag die ik heb. De moties die ik had klaarliggen, hoef ik niet meer in te dienen vanwege de toezeggingen die ik heb gekregen.

De voorzitter:

Oké. Mevrouw Kröger namens GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. We hebben een belangrijk debat gevoerd over de inzet voor de klimaattop. Met alle waarschuwingen die er liggen vanuit de wetenschap, ook die van de afgelopen dagen, denk ik dat een stevige inzet meer dan nodig is. Ik heb de volgende drie moties om aan de minister mee te geven.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland vorig jaar tijdens COP28 in Dubai een internationale coalitie heeft gelanceerd om fossiele subsidies af te bouwen;

verzoekt de regering om zich ervoor in te zetten dat in de EU-positie voor COP29 een speerpunt gemaakt wordt van de ontwikkeling van een tijdgebonden afbouwpad voor fossiele subsidies en hier ook in EU-verband, samen met andere lidstaten en de Europese Commissie, invulling aan te geven;

verzoekt de regering in een brief aan de Kamer over de inzet voor de COP aan te geven hoe de minister dit oppakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Teunissen.

Zij krijgt nr. 1086 (21501-33).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat binnen het VN-klimaatverdrag is afgesproken dat bijdragen aan internationale klimaatfinanciering nieuw en additioneel aan het ODA-budget moeten zijn;

constaterende dat innovatieve vormen van financiering essentieel zijn om de benodigde bedragen te behalen en daarom ook een belangrijk onderdeel vormen van de onderhandelingen over het nieuwe klimaatfinancieringsdoel;

verzoekt de regering om bij het COP-voorzitterschap te lobbyen voor meer aandacht voor vernieuwende vormen van innovatieve vormen van het mobiliseren van institutionele financiers voor klimaatactie, buiten het ODA-budget,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1087 (21501-33).

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ontwikkelingslanden vijf keer meer geld uitgeven aan afbetaling van schulden dan aan de aanpak van de klimaatcrisis en vaak genoodzaakt zijn de natuurlijke hulpbronnen die het land heeft, zoals fossiele brandstoffen, in te zetten om de financiële middelen te genereren die nodig zijn om te voldoen aan de aflossingen van de buitenlandse schuld;

verzoekt de regering om met progressieve landen een "coalition of the willing" te vormen die tijdens de COP pleit voor een nadruk op financiering in de vorm van giften voor klimaatadaptatie binnen het klimaatfinancieringsdoel;

verzoekt de regering om bij de eerstvolgende vergaderingen van de Wereldbank en het IMF te pleiten voor het bij de beoordeling van de houdbaarheid van de schulden uitvoeren van een verplichte analyse van de langetermijngevolgen van klimaatverandering op de overheidsfinanciën,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1088 (21501-33).

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De heer Erkens gaat nu spreken namens de VVD. Gaat uw gang.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 's werelds grootste banken hun steun voor kernenergie hebben toegezegd en deze steun kan bijdragen aan de financiering van toekomstig te bouwen kerncentrales in Nederland;

verzoekt het kabinet om in gesprek te gaan met de Nederlandse financiële sector en hen op te roepen om ook deze pledge te ondertekenen voorafgaand aan de COP29;

verzoekt het kabinet actief tijdens de COP29 aandacht te vragen voor het betrekken van de financiële sector bij kerncentralebouw in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Erkens.

Zij krijgt nr. 1089 (21501-33).

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Tot slot mevrouw Teunissen namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal lobbyisten van de agro-industrie op de klimaattop is gestegen naar 340, waarvan 120 specifiek voor vlees en zuivel, een verdrievoudiging ten opzichte van COP27;

constaterende dat er een recordaantal van 2.456 lobbyisten van de fossiele brandstofindustrie aanwezig was op COP28, vier keer zoveel als op COP27;

overwegende dat de groep fossiele brandstoflobbyisten op COP28 groter was dan de delegaties van de meeste individuele landen;

verzoekt de regering:

  • -zich uit te spreken tegen de onevenredige invloed van zowel de agro-industriële lobby als de fossiele brandstoflobby op klimaatonderhandelingen;

  • -te pleiten voor een verbod op de aanwezigheid van lobbyisten uit vervuilende industrieën op toekomstige klimaattoppen;

  • -transparantie te eisen over de rol en invloed van industriële lobbyisten tijdens klimaatonderhandelingen;

  • -te waarborgen dat de Europese (en daarmee Nederlandse) delegatie vrij blijft van vertegenwoordigers van vervuilende industrieën,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 1090 (21501-33).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn;

overwegende dat een meer plantaardig voedingspatroon helpt tegen overbevissing en bomenkap en bijdraagt aan natuurlijke CO2-opslag;

overwegende dat de transitie naar een meer plantaardige voeding de milieu-impact van ons voedselsysteem aanzienlijk kan verminderen;

overwegende dat politici een belangrijke voorbeeldfunctie hebben in het stimuleren van duurzaam gedrag;

overwegende dat de voedselkeuzes op internationale klimaatconferenties een symbolische en bovendien praktische impact kunnen hebben;

verzoekt de regering tijdens de komende Energieraad voor toekomstige COP's te pleiten voor het aanbieden van plantaardige maaltijden en geen vlees- en zuivelmaaltijden aan de deelnemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 1091 (21501-33).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan een minuut of zes schorsen. Dan krijgen we een appreciatie van de zes ingediende moties.

De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.29 uur geschorst.

De voorzitter:

We zijn toe aan de termijn van de minister van Klimaat en Groene Groei. Ik geef haar het woord.

Minister Hermans:

Voorzitter, dank u wel. Ik begin met de vraag van mevrouw Postma over het betrekken van de minister van Sociale Zaken bij de vormgeving van de twee voorstellen die we gaan maken voor de invulling van het Sociaal Klimaatfonds. Die toezegging kan ik doen. Ik ga dat zeker met de minister van Sociale Zaken doen, maar ook de minister van VRO en de minister van IenW en de minister van Financiën zullen betrokken zijn. Maar u heeft volkomen gelijk dat dit natuurlijk ook echt een onderwerp is dat de minister van Sociale Zaken bezighoudt.

Dan kom ik bij de moties. De eerste motie, die op stuk nr. 1086, van mevrouw Kröger en mede-ingediend namens mevrouw Teunissen gaat over de afbouw van fossiele subsidies als speerpunt. Ik zei vorige week al in het debat en dat herhaal ik hier: Nederland heeft deze coalitie gevormd en ik zal mij daar ook voor blijven inzetten, en er ook voor zorgen en er werk van maken dat die negen landen die nu deel uitmaken van die coalitie zich gaan uitbreiden. Daar zal ik de Milieuraad komende maandag voor gebruiken, als ik daar de Europese potentiële nieuwe partners van deze coalitie spreek, maar natuurlijk ook de andere landen, zoals ik ze vorige week noemde, in Azerbeidzjan. Ik kan de motie oordeel Kamer laten als ik die mag interpreteren als een inspanningsverplichting op het specifieke punt van dat tijdgebonden afbouwpad van fossiele subsidies, want dit zal lastig zijn. Daarmee zeg ik niet dat ik er niet mee aan de slag ga, maar dit zal op veel weerstand stuiten en mogelijk niet tot succes leiden in dat we met die coalitie verdere stappen kunnen zetten, dus uitbreiden, maar ook de inhoudelijke dingen doen die we moeten doen. Met die kanttekening geef ik deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger knikt instemmend.

Minister Hermans:

Dan de motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 1087 over innovatieve klimaatfinanciering. Die ging over innovatieve vormen van het mobiliseren van institutionele financiers voor klimaatactie, buiten het ODA-budget. Ook deze motie kan ik aan het oordeel van de Kamer overlaten, en ... Ja, punt. "Oordeel Kamer", dat is eigenlijk misschien de beste samenvatting.

Mevrouw Kröger had nog een motie over een coalition of the willing, de motie op stuk nr. 1088. Die ging over schuldenproblematiek en financiering in de vorm van giften. Deze motie moet ik ontraden. Ik onderschrijf het belang van giften, maar met alleen giften gaan we er niet komen. Alle financieringsstromen zijn noodzakelijk, dus daarom wil ik er niet op voorhand een beperking in maken. Het tweede verzoek in de motie gaat over bij de jaarvergadering van bijvoorbeeld de Wereldbank en het IMF pleiten voor de beoordeling van de houdbaarheid van de schulden en analyses uitvoeren. Dat is eigenlijk overbodig, want dat gebeurt al. Wij pleiten al lange tijd bij de Wereldbank en het IMF voor meer aandacht voor klimaatrisico's bij de schuldhoudbaarheid van ontwikkelingslanden. En de oproep van Nederland en gelijkgezinde landen om rekening te houden met klimaatrisico's heeft geleid tot analyses via de Country Climate and Development Reports.

Dan kom ik bij de motie van de heer Erkens, die op stuk nr. 1089, over het betrekken van de financiële sector bij kerncentralebouw in Nederland. Ik heb met bijzondere interesse kennisgenomen van de aankondiging van de internationale financiële sector om de komende jaren meer projecten in kerncentrales te willen steunen. Dat is goed nieuws, met de ambities die we hier in Nederland hebben. Het is primair aan de Nederlandse financiële sector om over deze pledge zelf ook een standpunt in te nemen. Maar ik wil graag de oproep ondersteunen dat ook Nederlandse banken deze pledge ondersteunen, dus ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Dan de motie van mevrouw Teunissen, die ik niet meer zie maar die dit ongetwijfeld hoort, op stuk nr. 1090 over de aanwezigheid van lobbyisten bij de klimaattop in Azerbeidzjan. Deze motie moet ik ontraden. Dat hier transparantie over nodig is, dat belang onderschrijf ik. Dat gebeurt ook al. Maar deelnemers uitsluiten, dat is niet aan mij persoonlijk en ook niet aan Nederland. En ik benadruk wat ik ook vorige week zei: landen onderhandelen en lobbyisten doen dat niet.

Tot slot, voorzitter. Mevrouw Teunissen had ook nog een motie, op stuk nr. 1091, over tijdens de komende Energieraad en voor toekomstige COP's pleiten voor het aanbieden van plantaardige maaltijden, en geen vlees- en zuivelmaaltijden, aan de deelnemers. Ook deze motie moet ik ontraden. Bij multilaterale bijeenkomsten is het aan het organiserende land om de praktische zaken, waaronder de catering, te regelen. Vanwege de culturele diversiteit, die we met elkaar ook hoog in het vaandel hebben staan, staat de keuzevrijheid van de landen centraal.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw reactie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan hedenmiddag stemmen over de zes ingediende moties. Ik verwacht dat dat tussen 16.30 uur en 16.45 uur zal zijn. Dan gaan we nu kort schorsen en daarna gaan we over naar de voortzetting van de wetsbehandeling van de Uitvoeringswet digitaledienstenverordening.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven