Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 11, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 11, item 10 |
Voorzitter: Martin Bosma
JBZ-Raad 10 en 11 oktober 2024 (Asiel en Migratie)
Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad 10 en 11 oktober 2024 (Asiel en Migratie) (CD d.d. 09/10).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad Asiel en Migratie. De minister komt binnenrennen, buiten adem. Fijn u te zien. Het commissiedebat was zojuist. Ik heb slecht nieuws voor u: ik sta geen interrupties toe, want we hebben een enorme tijdsklem vandaag. Ik geef graag het woord aan de heer Eerdmans van JA21. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank voor uw coulance en dank aan de minister voor het zo snel voor elkaar boksen hiervan, omdat de minister natuurlijk vanavond naar Luxemburg vertrekt.
Voorzitter. De eerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Zweden actief campagne voert in erkende herkomstlanden;
overwegende dat mede hierdoor het aantal asielaanvragen in Zweden op het laagste aantal in 30 jaar ligt;
verzoekt het kabinet via de ambassades een campagne te starten in Marokko, Tunesië en Algerije waardoor veiligelanders worden ontmoedigd om asiel in Nederland aan te vragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat meerdere Europese landen werken aan returnhubs waarmee kansloze asielzoekers effectiever kunnen worden uitgezet;
verzoekt het kabinet samen met gelijkgestemde Europese landen voor de volgende JBZ-Raad met een plan voor returnhubs te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
De derde motie.
De heer Eerdmans (JA21):
De laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er conform de aangenomen motie-Eerdmans/Wilders (36410, nr. 55) in september 2023 een rapporteur moet worden ingesteld om in kaart te brengen met welke landen buiten de EU afspraken gemaakt kunnen worden over een partnerschap aangaande het verplaatsen van asielopvang en procedures buiten de EU;
verzoekt het kabinet voor het kerstreces een rapporteur partnerlanden aan te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Als we het toch over de heer Diederik van Dijk hebben, geef ik hem meteen maar het woord.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens het commissiedebat vroeg ik de minister of ze bij de komende EU-overleggen frequent aandacht wil vragen voor de uitzonderlijk demografische situatie van ons land. Na Malta hebben wij de hoogste bevolkingsdichtheid binnen de EU. Dat moet ook doorwerken in beleid. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 deed de aanbeveling binnen de EU meer aandacht hiervoor te vragen bij de verdeling van asielzoekers. Ik vroeg de minister dit concreet te doen bij de uitwerking van de EU-crisisverordening van het Asiel- en Migratiepact. De verdeelsleutel van de eerste 30.000 asielzoekers over lidstaten is vastgesteld, maar boven op deze jaarlijkse 30.000 asielzoekers is er ook de mogelijkheid in geval van crisissituaties een extra allocatie van asielzoekers aan te vragen bij de Europese Commissie. De verdeelsleutel daarvoor moet nog worden uitgewerkt. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Asiel- en Migratiepact in de EU-crisisverordening de mogelijkheid biedt tot extra allocatie van asielzoekers in geval van crisissituaties;
overwegende dat de verdeelsleutel van deze crisisverordening nog moet worden uitgewerkt;
overwegende dat de Kamer bij motie (36410-VI, nr. 87) in ruime meerderheid heeft uitgesproken dat het kabinet op EU-niveau frequent aandacht moet vragen voor de hoge bevolkingsdichtheid van Nederland;
verzoekt de regering, in lijn met genoemde motie, bij de overleggen over de uitwerking van deze verdeelsleutel in te zetten op het meewegen van de hoge bevolkingsdichtheid van ons land,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik heb nog een paar seconden, zie ik, voor een laatste vraag. We hadden het over de nationale uitwerking van het migratiepact. De minister zei daarvan: dat kan ik niet openbaar maken. Dat zou niet openbaar zijn. Maar ik kreeg de info dat de Europese Commissie inderdaad niet werkt aan die openbaarheid, maar de lidstaten daar wel voor kunnen kiezen en die ruimte wel hebben. Dat zou dan toch wel erg de voorkeur hebben wat de SGP betreft.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bontenbal van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister van Asiel en Migratie voornemens is terugkeerborden te plaatsen bij asielzoekerscentra;
constaterende dat dit geen voornemen is van dit kabinet uit het hoofdlijnenakkoord en regeerakkoord;
overwegende dat er behoefte bestaat aan structurele maatregelen om meer grip op migratie te krijgen;
verzoekt de regering af te zien van het voornemen om terugkeerborden te plaatsen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat was het.
De voorzitter:
De heer Boomsma, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Boomsma (NSC):
Dank, meneer de voorzitter. We hebben net een goede discussie gevoerd in de commissie. Dank aan de minister voor haar antwoorden en toezeggingen. Er zijn steeds meer landen in Europa die ervan werk willen maken en stevige stappen willen zetten om immigratie te beperken. Er komt echt een momentum, dus laten we dat ook aangrijpen. Dat komt onder andere aan op het uitvoeren van het migratiepact, maar we moeten ook verder kijken. Daarom ook deze motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de vorige regering in een kopgroep van vijftien landen in mei een brief heeft gestuurd aan de Commissie over het verkennen van verschillende innovatieve oplossingen om irreguliere migratie te beperken, de bescherming van migranten te versterken en terugkeer te bevorderen;
overwegende dat het van groot belang is om de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers te verbeteren;
verzoekt de regering samen met andere gelijkgestemde lidstaten in te zetten op het realiseren van de "out of the box"-oplossingen, waaronder het versoepelen van het bandencriterium voor veilige derde landen, external processing en terugkeerhubs, en goede afspraken met alle landen op migratieroutes;
verzoekt de regering tevens daarbij altijd oog te houden voor het respecteren van de mensenrechten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Mevrouw Van Zanten, BBB.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Dank, voorzitter. We hebben zojuist het commissiedebat gehad en ik dank de minister ook voor haar antwoorden. Ik had daarbij een vraag gesteld over onder andere het pleiten voor een minimumduur van een inreisverbod. Ik was ook blij om te horen dat de minister het een interessant idee vond om dit mee te nemen, en dat de Kamer hierover wordt geïnformeerd. Maar aangezien er geen tijd meer was om dit concreet toegezegd te krijgen, toch even een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voorzitterschap van de JBZ-Raad de noodzaak heeft benoemd tot het herzien van de Terugkeerrichtlijn;
constateerde dat een van de vier hoofdthema's de terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen is die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid, openbare orde of veroordeelden van een misdrijf;
van mening dat deze groep vreemdelingen na terugkeer naar het land van herkomst, de toegang tot Europa voor lange tijd moet worden ontzegd, zoals bepaald in artikel 11, tweede lid van het terugkeerbesluit;
daarnaast van mening dat er een minimumduur voor het inreisverbod moet worden ingesteld voor deze groep vertrekplichtige vreemdelingen;
verzoekt de regering bij de JBZ-Raad te pleiten voor een minimumduur ten behoeve van het inreisverbod binnen artikel 11, tweede lid van het terugkeerbesluit wanneer uitgezette vreemdelingen een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Mevrouw Piri, GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Op 27 september, twee weken geleden al, had deze minister een overleg met alle lokale bestuurders, provinciaal en op lokaal niveau. Voor de gemeenten is er eigenlijk heel veel onzekerheid over wat er nou concreet staat te gebeuren. Een van de vragen die natuurlijk leefden ging over de Spreidingswet. Toen heeft de minister gezegd: het kan wel twee tot drie jaar duren voordat ik die ga intrekken, want ik ga gewoon een normaal wetgevingsproces voeren. Vandaag is zij daarop teruggekomen. Ze zegt: ik was moe, het was een foutje. Mijn vraag aan de minister is: wanneer had ze door dat ze een fout heeft gemaakt? Was dat pas vandaag? Zo niet, waarom heeft ze in die afgelopen twee weken die fout niet meteen hersteld? Heeft zij de gemeentes geïnformeerd, met "wat ik jullie heb verteld twee weken geleden, blijkt niet te kloppen"? En als dat niet zo is, waarom niet?
Dan als het gaat om de noodwetmaatregelen, het noodpakket om het zo te zeggen. Deze minister horen we elke keer zeggen: het aller-, allergrootste belang, mijn taak, is het om de instroom van asielzoekers drastisch te beperken. Dat zijn de woorden van de minister. En we weten nu al wekenlang dat een van de middelen waardoor het kabinet dat wil doen, dat noodpakket is. Nu hebben journalisten van Trouw uitgerekend dat dit maximaal 0,3% gaat betekenen voor het inperken van de instroom van migratie. Ik neem aan dat de minister, wanneer zij zo'n maatregel neemt, natuurlijk ook kijkt wat de effecten zijn van zo'n noodpakket. Dus ik hoor graag of die impactanalyse is gemaakt op het ministerie. Zo ja, kan die dan met de Kamer worden gedeeld? En zo nee, waarom kijkt u niet naar het effect van uw beleid?
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Podt, D66.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter. Ik heb het debat van afgelopen middag even laten bezinken en even gekeken wat er nou allemaal gebeurd is in dat debat. Ik moet zeggen dat ik eigenlijk nog steeds in een soort van totale verwarring ben. Het lijkt namelijk alsof deze minister zowel de problemen als de oplossingen bij elkaar fantaseert. In Denemarken fantaseerde ze over een bordje en aan de grens fantaseerde ze over een FlixBus die mensen aan het smokkelen is.
We kunnen erom lachen, maar ik maak me ook grote zorgen. Want een bedrijf verdacht maken onder de noemer "ik stel alleen maar vragen" komt rechtstreeks uit het handboek van extreemrechts. En ondertussen moet de heer Bontenbal nu een motie over verzonnen borden indienen, omdat de minister signalen uit de Kamer negeert met de woorden: ik bén beleid.
Stop hiermee! Heb een beetje respect voor het ambt en neem verantwoordelijkheid, want de mensen in Nederland met oprechte zorgen over migratie zijn de dupe van dit gedrag.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank, voorzitter. We staan hier natuurlijk in het kader van de JBZ-Raad. Ik wens de minister daarbij veel succes de komende dagen.
Voorzitter. Tijdens het debat kwam ook aan het licht dat in ieder geval onze fractie zich zorgen maakt over een aantal dingen die landelijk gebeuren, zoals de Spreidingswet. Vorige week heeft deze Kamer nog in meerderheid een motie aangenomen over dat de Spreidingswet naar letter en geest uitgevoerd zou moeten worden, juist om bestuurlijke rust te brengen. Vandaag krijgen we te horen wat het ten aanzien van de Spreidingswet betekent dat de minister aangeeft dat zij zich vergist heeft omdat zij vermoeid was. Ik denk dat gemeenten nu weer in de war zijn. Gemeenteraden en burgemeesters zien namelijk een deadline aankomen. Mevrouw Piri heeft daar een aantal vragen over gesteld. Het gaat niet om wanneer de minister met een wet komt of wat haar wensen zijn, maar het gaat erom dat zij een verantwoordelijkheid heeft, ook richting de medeoverheden, om deugdelijk en verantwoord bestuur te voeren. Dat doet ze niet alleen of alleen met de ambtenaren, maar dat doen we met alle honderden gemeenten, gemeenteraden en burgemeesters. Ik hoop dat de minister in het kader hiervan vandaag dus toch snel duidelijkheid kan geven, want de komende weken zullen er weer gemeenteraadsavonden zijn. Er zullen ook provincies en burgemeesters zijn die zich afvragen: wat moeten we hiermee? Dat komt de rust niet ten goede.
Voorzitter. Daarnaast heeft de minister ook iets aangegeven over doorstroomlocaties voor statushouders. Onze fractie is daar niet op tegen, maar de minister liet de mogelijkheid doorschemeren dat het zou kunnen gaan om grootschalige locaties. Dat is niet goed voor de omgeving en voor de integratie van mensen die in Nederland gaan blijven. Dit zijn namelijk statushouders, dus er is al beslist dat zij erkende vluchtelingen zijn en dus een toekomst in Nederland gaan opbouwen. Deze Kamer heeft zich meerdere malen uitgesproken over de kleinschaligheid daarvan. Daarom wil ik de volgende motie indienen. Ik hoop dat de minister daar ook overleg over kan voeren met de ministers in Europa.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een groot deel van de huidige asielopvangcapaciteit gaat naar statushouders en doorstroom bevorderlijk zou zijn voor het aantal opvangplaatsen;
constaterende dat de minister doorstroomlocaties in gemeenten wil inzetten om statushouders (tijdelijk) te huisvesten, in afwachting van een definitieve woning, en zo de asielketen te ontlasten;
overwegende dat de Kamer zich meermaals heeft uitgesproken voor de inzet op kleinschaligheid vanwege de vele voordelen, bijvoorbeeld op het gebied van integratie, zowel ten behoeve van de omgeving als de statushouders;
verzoekt de regering om in de verdere gesprekken met gemeenten over doorstroomlocaties in te zetten op kleinschalige doorstroomlocaties, bij de JBZ-Raad haar collega-ministers te vragen naar best practices op dit specifieke onderdeel en dit ook in de gesprekken te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors een kwartier en dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 16.27 uur tot 16.45 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister. Er mag per motie één informerende vraag gesteld worden door de eerste indiener. Het woord is aan de minister.
Minister Faber:
Dank u wel, voorzitter. De moties. Ik begin uiteraard met de eerste motie. Dat is de motie op stuk nr. 894 van meneer Eerdmans over de bordjes in veilige landen. Die motie ga ik ontraden. Wij doen namelijk al aan actieve campagnes in deze veilige landen. We willen de partnerschappen met deze landen niet doorkruisen. We hebben goede relaties met diverse landen. Dat willen we vooral zo houden, want dat bevordert de terugkeer. Deze motie ontraad ik dus.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 895.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 895 betreft het plan van de terugkeerhubs van meneer Eerdmans en meneer Van Dijk. Dat gaat om ondersteuning van beleid. Ik geef deze motie dus oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 896.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 896 is van meneer Eerdmans en gaat over de binnenlandse grenscontroles. Deze motie ontraden we. Ik ben uiteraard voor binnenlandse grenscontroles, maar momenteel werkt het kabinet al heel hard aan de uitwerking hiervan. Ik kan hier nog niet op vooruitlopen en ook niet op de besluitvorming in de ministerraad. Ik heb aangegeven dat ik hier zeker voor het kerstreces mee zal komen.
De voorzitter:
U heeft één informerende vraag van de heer Eerdmans. Kort.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat laatste is wel teleurstellend. Ik hoop dat de Kamer daar toch anders over denkt dan de minister. Maar ik wil nog even terugkomen op de bordjes. Ik begrijp nu dus dat wij bordjes gaan neerzetten bij azc's waarop staat "hier werken we aan uw terugkeer", maar we zijn niet bereid om een expliciete campagne te voeren in Marokko, Tunesië en andere landen. Dat gebeurt namelijk niet. De minister kan wel zeggen dat dat wel zo is, maar er is geen directe campagne in veilige landen waarbij gezegd wordt "kom niet naar Nederland", zoals Zweden dat doet. Dat is nu niet aan de orde. Dus graag een reflectie.
Minister Faber:
Wij hebben gesprekken met deze landen. Met onder andere Marokko hebben we hier intensief contact over. De relatie met Marokko is goed. Zij nemen dus ook mensen terug via de Dienst Terugkeer en Vertrek. Die samenwerking is goed en die ga ik niet doorkruisen met een bord op het strand.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 897.
Minister Faber:
Die motie betreft de rapporteur van de partnerlanden. Eigenlijk vind ik deze motie overbodig. De minister rapporteert zelf al aan de Kamer en in dezen ben ik dat zelf. In feite ben ik zelf dus al rapporteur. De rapporteur is er dus al. Ik vind de motie dus eigenlijk overbodig. Ik ondersteun de bedoeling van deze motie, maar er is al een rapporteur.
De voorzitter:
En dus?
Minister Faber:
Ik ontraad de motie op stuk nr. 897.
De voorzitter:
Ja. De motie op stuk nr. 898.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 898 betreft de verdeelsleutel van de EU-crisisverordening en is van meneer Van Dijk en meneer Eerdmans. Deze betreft de bevolkingsdichtheid. Ik begrijp het standpunt in dezen helemaal. Het is ook heel logisch. Maar het probleem is dat er in mijn duiding geen ruimte zit in de verordeningen van dat pact om een element toe te voegen aan de verdeelsleutel. Die is namelijk gebaseerd op het bevolkingsaantal en het bruto nationaal product. Ik geef toe dat het bevolkingsaantal iets anders is dan de bevolkingsdichtheid, maar zo is het al vastgelegd. Daar kan ik helaas niks meer aan doen.
De voorzitter:
Dus wordt de motie ontraden?
Minister Faber:
Ja, ik ontraad 'm. Maar ik zal het punt van bevolkingsdichtheid zeker zo veel mogelijk op tafel leggen als het gaat over het indammen van de migratiestroom.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 899. O nee, de heer Diederik van Dijk heeft nog één vraag.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Even voor alle helderheid: we hebben het dus niet over de verdeelsleutel voor de 30.000, maar over de verdeelsleutel van wat daar bovenop komt, de crisisverordening. Ik heb me laten uitleggen dat daar wel degelijk wat interpretatieruimte zit, waardoor je ook voor die categorie eventueel de bevolkingsdichtheid kunt inbrengen.
Minister Faber:
Ik heb het dus anders begrepen. Het getal van 30.000 is nu vastgesteld. Het kan zijn dat dat hoger wordt, maar dat schijnt aan elkaar gekoppeld te zijn.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 899.
Minister Faber:
De motie op stuk nr.899 is van de heer Bontenbal. Die motie gaat over de terugkeerborden. Waar is meneer Bontenbal? O, daar zit hij; ik kijk mensen altijd graag aan. Ik ontraad die motie, omdat ik nu bezig ben met een zorgvuldige uitwerking.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 900 van de heer Boomsma. Meneer Boomsma, dit is staand beleid. De motie is eigenlijk ondersteuning van ons beleid, dus die krijgt oordeel Kamer.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 901 van mevrouw Van Zanten. Mevrouw Van Zanten, wat u heeft beschreven, vind ik een heel goed idee. Helaas moet ik de motie toch ontraden, omdat de Commissie nu eerst met een voorstel moet komen. Daarna kunnen wij een inhoudelijk beleidsvoorstel doen. Ik heb dat ook al aan u toegezegd tijdens het debat van vanmiddag. Deze motie is dus ontraden.
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten heeft nog één informerende vraag.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
De motie vraagt of u het wilt meenemen ...
De voorzitter:
... of de minister het kan meenemen ...
Mevrouw Van Zanten (BBB):
... of de minister het kan meenemen naar de JBZ-Raad om het daar te bespreken.
Minister Faber:
Ik wil dat uiteraard gewoon meenemen. Maar het is zoals ik al zei: er moet eerst een voorstel komen en daarna kunnen we pas een inhoudelijk beleidsvoorstel doen. Uiteraard wil ik dat wel bespreken. Dat is geen enkel probleem.
De voorzitter:
Dan de laatste motie.
Minister Faber:
Dan heb ik de motie op stuk nr. 902 van de heer Ceder. Volgens mij lopen hier een paar dingen door elkaar. Ik heb het niet over grootschalige doorstroomlocaties gehad. Het is wel zo dat ik een voorkeur heb voor grootschalige opvanglocaties betreffende asielzoekers, maar niet voor statushouders. Daar gaat het dus niet om. Die locaties kunnen klein of groot zijn, net wat de gemeente in de aanbieding heeft, bijvoorbeeld door een bepaald kantoorpand om te bouwen om statushouders in op te vangen. Nogmaals, ik wil niet alleen inzetten op kleinschalige locaties; ik wil het liefst inzetten op grootschalige locaties, maar dan heb ik het over asielopvang. Ik zal ook zeker inzetten op zo spoedig mogelijk uitplaatsen van statushouders, zodat ik meer ruimte krijg in de asielopvang. Daarom moet ik 'm ontraden.
De voorzitter:
Ik wil alleen één vraag van de eerste ondertekenaar van de motie en dat is de heer Ceder. Een punt van orde?
Mevrouw Podt (D66):
Ik vind het allemaal gezegend dat de minister een voorkeur heeft voor grootschalige locaties …
De voorzitter:
Dit klinkt niet als een punt van orde.
Mevrouw Podt (D66):
Jawel, want er ligt al een aangenomen motie over. Het is leuk dat zij dat vindt, maar de Kamer vindt van niet.
De voorzitter:
Oké. De heer Ceder, voor een korte, informatieve vraag aan de minister.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik weet het verschil tussen asielzoekers en statushouders. Zij heeft het specifiek over statushouders. Ik vermoedde al dat de minister ook grootschalig als optie ziet. Daarom heb ik expliciet deze motie ingediend, omdat die overeenkomt met de wens van de Kamer. Ik wil toch vragen om een herappreciatie, mede in het licht van dat dit geen fout is, maar dat het wel degelijk gaat over asiel.
De voorzitter:
Een herappreciatie.
Minister Faber:
Ik blijf 'm ontraden.
De voorzitter:
Nou, dat was nog eens een korte en puntige herappreciatie!
Minister Faber:
Dan heb ik nog …
De voorzitter:
U had nog een enkele vraag.
Minister Faber:
Ja, ik had nog een enkele vraag. Even kijken waar die zijn gebleven. Meneer Van Dijk van de SGP had het over het implementatieplan bij het migratiepact. Hij vroeg om de stukken zo veel mogelijk openbaar te maken. Het klopt, u heeft gelijk dat de stukken op nationaal niveau openbaargemaakt kunnen worden. Wat openbaargemaakt kan worden, komt naar uw Kamer.
Mevrouw Piri is er niet. Ik ga haar vraag toch beantwoorden. Die betreft de Spreidingswet. Ik had in een eerdere situatie gezegd dat het intrekken van de Spreidingswet twee tot drie jaar zou duren. Ik heb ook gezegd dat dat onjuist was. Ik had toen moeten zeggen: zo snel mogelijk. Dat is ook fout. Ik heb vanmiddag in het commissiedebat ook uitvoerig besproken hoe dat is gegaan.
Dan betreffende de impactanalyse van de maatregelen van het kabinet …
De voorzitter:
Mevrouw Podt, één vraag. We moeten echt door.
Mevrouw Podt (D66):
De minister geeft geen antwoord op de vraag van mevrouw Piri. Mevrouw Piri vroeg waarom zij dat niet al veel eerder had gezegd tegen de gemeenten, tussen het krantenartikel en deze bijeenkomst, om iedere verwarring te voorkomen.
Minister Faber:
Ik was me dat verder niet bewust.
Goed, dan ga ik door naar de impactanalyse. Op het moment dat er maatregelen worden genomen, kan je pas gaan informeren betreffende de impact. Als wij komen met wetgeving en maatregelen, is het zo: dan kijk je altijd naar de kosten en naar de uitvoerbaarheid. Het is natuurlijk ook zo dat het heel lastig is om een precies cijfer te geven bij de instroomverwachtingen, want je bent van meerdere factoren afhankelijk. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de weersomstandigheden en hoe aantrekkelijk Nederland is in verhouding tot andere landen.
Tot zover.
De voorzitter:
Prima. Tot zover. We gaan hierover stemmen over vijftien minuten, om 17.10 uur. Als u wilt interrumperen, moet u echt bij de interruptiemicrofoon gaan staan. De heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een vraag gesteld naar aanleiding van de uitspraak van de minister dat zij zich vergist heeft. Wat betekent dit qua duidelijkheid voor de gemeenten die op 1 november een plan moeten indienen? Moeten zij dat alsnog doen? Wordt er gehandhaafd? Of heeft de minister nu een ander standpunt? Ik wil graag duidelijkheid, want er zijn veel mensen die meekijken.
Minister Faber:
De wet is de wet en de Spreidingswet is nog actief.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik vroeg net aan de minister of het alleen ging om dat "pleiten" en toen zei zij dat zij dat kan doen. Krijgt de motie dan nu wel oordeel Kamer?
Minister Faber:
Dan moet u mij even helpen over welke motie u ook weer had.
De voorzitter:
Dat is de motie-Van Zanten op stuk nr. 901. Het is in wezen een toezegging.
Minister Faber:
Ja.
De voorzitter:
Dan is deze eigenlijk overbodig, want dat is toegezegd.
Minister Faber:
Ja. Dat was al gebeurd bij het commissieoverleg.
De voorzitter:
Ze is overbodig en dan is het aan de minister om te zeggen of die oordeel Kamer is of niet. U kunt deze gewoon intrekken.
Minister Faber:
Oké.
De voorzitter:
Dank aan de minister. Om 17.10 uur gaan we stemmen. We wensen de minister veel succes in het verre Luxemburg en een veilige reis.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Om 17.10 uur gaan we stemmen.
De vergadering wordt van 16.56 uur tot 17.10 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-11-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.