3 Klimaat en energie

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaat en energie (CD d.d. 27/09).

De voorzitter:

Ik heet de leden van harte welkom en uiteraard ook de minister bij het tweeminutendebat Klimaat en energie, een tweeminutendebat naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 27 september. We hebben twee sprekers van de zijde van de Kamer, die allebei present zijn. Ik wil maar meteen voortvarend van start gaan. Ik zie nu dat we maar één spreker hebben van de zijde van de Kamer. Nou, die staat er al, dus dan nodig ik de dame in kwestie van harte uit om naar voren te komen. Dat is mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb twee moties, de ene om energiecoöperaties de wind mee te geven en de andere om juist de obstakels in de transitie weg te nemen, namelijk de fossiele subsidies.

De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat energiecoöperaties ervoor zorgen dat onze energievoorziening duurzaam, solidair en democratisch wordt vormgegeven en daarom de hoeksteen van de energietransitie zouden moeten vormen;

overwegende dat energiecoöperaties juist nodig zijn om vaak kleinere projecten voor wind en zon op land te realiseren op plekken waar geen (fysieke) ruimte voor grote molens dan wel grote parken mogelijk zijn;

constaterende dat voor vele projecten van energiecoöperaties op dit moment de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) niet leidt tot een sluitende businesscase en de voorwaarden voor het aanvragen van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) te beperkend zijn voor veel projecten;

constaterende dat energiecoöperaties niet dezelfde toegang tot de elektriciteitsmarkt hebben als gevestigde commerciële partijen met internationale handelsvloeren;

constaterende dat sommige energiecoöperaties hierdoor tussen wal en schip vallen en onvoldoende financiering krijgen om te zorgen dat projecten van de grond komen;

verzoekt de regering de voorwaarden van de SCE te verruimen naar een geïnstalleerd vermogen of maximale vraag tot 6 megawatt voor zonne-energieprojecten en tot maximaal 18 megawatt voor windenergieprojecten;

verzoekt de regering een verhoogd tarief voor projecten die 100% in coöperatieve handen worden ontwikkeld op te nemen in de SDE++-regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Boucke en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1296 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan héél snel de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat fossiele subsidies een obstakel zijn in de transitie naar een klimaatneutrale samenleving en de regering op diverse momenten sinds 2009 heeft aangekondigd deze te zullen afbouwen;

constaterende dat in de laatste inventarisatie gedaan voor de Miljoenennota een bedrag tussen de 39,7 en de 46,4 miljard aan fossiele subsidies in kaart is gebracht;

overwegende dat veel van deze regelingen interacteren en het dus van belang is hoe samenhangende maatregelen kunnen worden getroffen om de sociale gevolgen voor kwetsbare groepen en bedrijven op te vangen;

verzoekt de regering scenario's op te stellen voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies (op de termijn van twee, vijf en zeven jaar), waarbij per regeling ook wordt aangegeven op welke manier eventuele negatieve effecten kunnen worden gemitigeerd, en eventuele nationale maatregelen worden geschetst voor als fossiele subsidie in Europees verband vastliggen, en hierbij ook de positieve impact op innovatieve, circulaire bedrijvigheid mee te nemen en deze voor het kerstreces met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Boucke.

Zij krijgt nr. 1297 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger, voor uw inbreng. We hebben dus twee moties. Ik kijk even naar de minister om te zien hoelang hij nodig heeft. Een paar minuten? Dan schors ik voor vijf minuutjes.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaat en energie, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 27 september. We hebben net de inbreng van de zijde van de Kamer gehad. Daarbij zijn twee moties ingediend. Ik geef de minister het woord om die te appreciëren.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan mevrouw Kröger voor de twee moties. Ik denk dat die ook goed in lijn liggen met het commissiedebat dat we vorige week hebben gehad.

De eerste motie, op stuk nr. 1296, gaat over de energiecoöperaties. Daar zitten eigenlijk twee verzoeken in. Ik begin even bij het laatste dictum. Het verzoek is om in de SDE met een aparte categorie te gaan werken. Dat gaat helaas niet binnen de SDE zoals we die nu kennen, omdat het een generieke regeling is die gericht is op grootschalige uitrol. Daarbij kan ik niet differentiëren naar het type aanvragen. Daarom hebben we ook een aparte regeling, de SCE, die specifiek gericht is op het ondersteunen van energiecoöperaties. Het tweede deel van de motie, het tweede dictum, moet ik dus ontraden.

In het eerste dictum zitten een aantal interessante elementen. Ik heb het PBL al eerder om advies gevraagd over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat de SCE beter gaat functioneren, zodat we meer energiecoöperaties op een goede manier kunnen bedienen. Daarbij is ook gevraagd om, mocht het PBL voldoende concrete coöperatieve projecten in een vergevorderd stadium zien, advies uit te brengen over mogelijke nieuwe categorieën waarin die binnen de SCE geaccommodeerd zouden kunnen worden. Hierover wordt de Kamer voor het eind van het jaar sowieso geïnformeerd in de openstellingsbrief over de SCE voor 2024. Maar omdat ik het tweede dictum dus niet oordeel Kamer kan geven, zou mijn vraag aan mevrouw Kröger zijn of ze het tweede verzoek zou kunnen schrappen en het verzoek in het eerste dictum, dat specifiek gaat over de SCE, zou kunnen verwoorden als een onderzoek of het maximaal accommoderen hiervan. Dan ga ik kijken hoe ik dat zo goed mogelijk kan doen.

De voorzitter:

We gaan kijken of mevrouw Kröger daartoe bereid is.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Over het tweede dictum hebben we het in het debat natuurlijk ook gehad. Toen heeft de minister aangegeven dat hij juist ook binnen de SDE wil gaan kijken hoe we er nou voor gaan zorgen dat energiecoöperaties wel op een goede manier gefinancierd kunnen worden. Het probleem is natuurlijk dat energiecoöperaties misschien niet altijd op de goedkoopste manier of de meest kostenefficiënte manier stroom opwekken. Maar ze doen dat wel op een manier die draagvlak heeft en ook echt bijdraagt op een andere wijze. Daarbij gaat het dus om de maatschappelijke meerwaarde. De vraag is hoe je die kunt verdisconteren in de prijzen, de tarieven, die energiecoöperaties kunnen krijgen. Ik worstel dus een beetje met deze reactie van de minister, gezien de toezegging die hij al gedaan heeft in het debat en het feit dat je het type aanvrager wel degelijk een onderdeel kan laten zijn van de criteria in de SDE.

Minister Jetten:

Ik heb in het commissiedebat inderdaad toegezegd dat we breder aan het kijken zijn hoe we ervoor kunnen zorgen dat de SDE ook echt het werkpaard van de energietransitie blijft. Dat vraagt om een bredere evaluatie en herijking van de SDE. Ik heb toegezegd om daarbij specifiek goed te kijken naar het type aanvragers. Maar deze motie gaat natuurlijk veel verder. Die vraagt om dit nu al te regelen, terwijl we het nog aan het onderzoeken zijn. Daarom vind ik dit nu te vroeg. Ik vind uw eerste dictum interessanter, omdat dat vraagt om het instrument dat we al hebben voor energiecoöperaties, de SCE, in ieder geval beter te laten functioneren zolang dat ons beste instrument is voor deze groep projecten. Daar wil ik me maximaal voor inzetten. Ik moet alleen nog wel even goed uitzoeken of dat kan op de manier waarop het nu in dit dictum staat. Maar als u mij zou verzoeken om te kijken hoe ik dit maximaal kan accommoderen, dan wil ik dat graag oppakken.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, tot slot over deze motie.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat van het eerste dictum begrijp ik. Wat betreft het tweede dictum wil ik de minister dan vragen of in die verkenning of evaluatie van de SDE toch ook een apart tarief voor 100%-energiecoöperaties als optie meegenomen kan worden. Het probleem is nu namelijk gewoon dat de SCE voor een bepaald type projecten is. Heel veel projecten komen terecht bij de SDE en daar kunnen ze gewoon niet uit. Dat is doodzonde. Dat wil deze minister niet en dat wil ik niet. Dat betekent toch dat we ook moeten kijken hoe we de SDE beter kunnen laten aansluiten bij de praktijk van energiecoöperaties. Daarom staat er ook dat het alleen gaat om 100%-energiecoöperaties.

Minister Jetten:

Volgens mij delen we hetzelfde doel, namelijk: hoe kun je de komende jaren meer projecten van energiecoöperaties laten slagen? Is de beste route dan voor een aparte benadering kiezen in de SDE of de SCE beter laten functioneren? Ik ben er nog niet helemaal over uit wat de meest effectieve vorm is. Daarom vind ik dat eerste dictum van mevrouw Kröger heel interessant, want dan maken we in ieder geval de SCE een beter functionerende regeling die beter aansluit op de praktijk. Ik wil best nog een keer de toezegging herhalen dat ik in de bredere evaluatie van de SDE ga kijken hoe energiecoöperaties beter gefaciliteerd kunnen worden, maar ik kan nog niet echt vooruitlopen op de uitkomst daarvan.

De voorzitter:

Oké, dan constateer ik dat de motie op stuk nr. 1296 in de huidige vorm is ontraden. Dan is het aan mevrouw Kröger om nog te overwegen of ze een aangepaste motie indient.

Minister Jetten:

Ja, oké.

De voorzitter:

Dan noteren we voor nu: ontraden.

Minister Jetten:

Dank, voorzitter. Als het nodig is, dan kunnen we natuurlijk altijd nog even contact daarover hebben.

De motie op stuk nr. 1297 gaat over het afbouwen van fossiele subsidies. Daar hebben we de afgelopen tijd natuurlijk veel met elkaar van gedachten over gewisseld. Het ministerie van Financiën is bezig met het maken van een zogenaamd bouwstenentraject. Dat komt begin 2024 uit, zodat het ook in de volgende kabinetsformatie optimaal benut kan worden. Ik heb eigenlijk twee reacties op de motie zoals die er ligt. U vraagt om dit voor het kerstreces uit te werken. Dat lijkt me niet helemaal haalbaar, maar als het mee zou kunnen lopen in dat bouwstenentraject van Financiën, dan is het begin 2024 klaar en kan het ook worden benut aan de start van de volgende Kamerperiode. Als ik de motie zo mag lezen dat wat tussen haken staat, namelijk "op de termijn van twee, vijf en zeven jaar", een suggestie is van mevrouw Kröger en de heer Boucke, maar dat het ook langere termijnen mogen zijn, dan kan het op die manier in de formatiefiches worden meegenomen. Dan zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de beide indieners.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wij denken dat je zo veel mogelijk regelingen op die termijnen van twee, vijf en zeven jaar moet afbouwen om er vaart in te houden. Ik denk dat het heel belangrijk wordt om per regeling te kijken: wat is nou mogelijk, op welke termijn en met welke effecten? Daarom staan deze tijdpaden erin benoemd.

Minister Jetten:

Dat snap ik, maar uit de eerste impactanalyses die gemaakt zijn, weten we ook dat de termijn waarschijnlijk langer zal moeten zijn, zeker als het gaat om grondstoffen, wil je ook alle neveneffecten er goed in meenemen. Als u ons dus toestaat om wat breder te kijken en te laten zien wat de impact van verschillende tempo's is, dan kunnen we het volgens mij zo doen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Kröger. Ik wil wel voorkomen dat we de hele discussie opnieuw doen. De minister heeft de lezing gegeven en u de toelichting. Kunt u leven met de appreciatie, inclusief de nadere duiding van de minister?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, maar daarbij wil ik nog één element aanstippen, aangezien hij een aantal keer het woord "impactassessments" noemt. Wat mij betreft is het ook echt ongelofelijk belangrijk dat we de positieve impact op nieuwe innovatieve industrie meenemen, omdat die in de huidige impactanalyses die met de Miljoenennota met de Kamer zijn gedeeld, achterwege is gelaten. Ik denk dat dat erg veel uitmaakt, ook voor die tijdpaden.

De voorzitter:

De minister, tot slot.

Minister Jetten:

Helder. Daar hebben we het in het commissiedebat uitgebreid over gehad.

De voorzitter:

Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 1297: oordeel Kamer.

Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat Klimaat en Energie. Ik dank de aanwezigen, de bewindspersoon en uiteraard ook de woordvoerders. Ook op de publieke tribune zie ik nog iemand lopen; dank daarvoor.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 10.32 uur tot 11.01 uur geschorst.

Naar boven