3 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Van der Lee

Vragen van het lid Van der Lee aan de minister van Financiën over het mislukken van de volledige verkoop van TenneT Duitsland.

De voorzitter:

Dan heet ik de minister van Financiën van harte welkom. Hij krijgt een vraag van de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks-PvdA.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen donderdag kregen we het bericht dat de volledige verkoop van TenneT Duitsland niet doorgaat. Dat ontving ik met gemengde gevoelens. De minister weet dat ik geen voorstander was en ben van het splitsen van TenneT Holding. Dat beheert zo'n beetje het grootste elektriciteitsnet in Europa: dat van Nederland en dat van een groot deel van West-Duitsland. Het is koploper bij de ontsluiting van windparken en behaalt veel schaalvoordelen. Maar goed, er is met brede instemming vanuit de Kamer ingezet op een traject, dat nu mislukt is. Wij hadden hier in maart ook al een debat over. Toen heb ik de minister al voorgehouden dat de Duitsers, gezien de uitspraak van het Constitutioneel Hof in Duitsland en gelet op de Duitse schuldpositie, waarschijnlijk geen geld hebben om dit te betalen. We moeten nu constateren dat dat het geval is.

Mij is in de summiere brief die we hebben gekregen een aantal dingen niet duidelijk geworden. Er waren twaalf scenario's die besproken zouden worden. De volledige verkoop was daar eentje van. Zijn die nu allemaal van tafel? Zo niet, welke wel en welke niet? Ik wil ook graag inzicht hebben in de concrete budgettaire gevolgen op korte termijn. Dit jaar betekent het al een gat in de begroting van 1,6 miljard en er was op gerekend dat dat uit de verkoop betaald zou worden. Maar er is ook op de korte termijn een grote kapitaalbehoefte, tot 2030 10 miljard voor Nederland en 15 miljard voor Duitsland. Dat betekent een extra kapitaalinjectie en ik neem aan ook al in 2025 voor de periode 2025-2026 en misschien zelfs wel voor het jaar daarop, want de alternatieven die nu onderzocht moeten worden, lijken me niet in één jaar te realiseren en slechts misschien in twee jaar. Ik wil graag van de minister weten hoeveel tijd die alternatieven naar zijn inschatting zouden kunnen kosten.

Voorzitter. Ik heb nog een aantal andere vragen, maar laten we hiermee beginnen.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Weyenberg:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de heer Van der Lee voor zijn vragen over dit belangrijke onderwerp. Even kort vooraf: met brede steun van uw Kamer is het kabinet in gesprek gegaan met de Duitse overheid, die aangaf zelf eigenaar te willen worden van het publieke elektriciteitsnet, zoals we dat in Nederland ook zijn voor het Nederlandse deel. Sterker nog, in Nederland staat zelfs in de elektriciteitswetgeving dat het net in publieke handen is.

Daarbij hadden wij drie voorwaarden: de continuïteit van TenneT in Nederland, het behoud van de samenwerkingsvoordelen, de "synergievoordelen" in jargon, tussen Nederland en Duitsland, zeker ook bij alles wat we op zee aan het doen zijn, en een marktconforme en overtuigende verkoopprijs. De Duitse regering had ons verzocht dat gesprek met hen aan te gaan. Dat heeft anderhalf jaar gelopen.

Sinds november — want dat was de vraag van de heer Van der Lee — is er ook veelvuldig contact geweest tussen de minister-president, de minister voor Klimaat en Energie en mijzelf met onze verschillende Duitse counterparts en is het Duitse commitment steeds duidelijk geweest. Zij wilden proberen intern hun begrotingsuitdagingen dusdanig op te lossen dat men met een finaal bod kon komen. Ik heb daar zelf ook veelvuldig met collega Lindner over gesproken. Ik heb in maart aangegeven dat het moeilijk liep en dat het moment naderde waarop we alternatieven moesten gaan onderzoeken. Ik heb u uiteindelijk in mei laten weten dat we die alternatieven ook echt gingen uitwerken. Daar waren we al voorzichtig mee begonnen, maar toen zijn we ze verder gaan uitwerken. Ik heb daarbij toen ook aangegeven dat 1 juli wat mij betreft de harde deadline was. De Duitse regering had ook om die tijd verzocht om het een plek te kunnen geven in hun interne begrotingsonderhandelingen. Maar toen ze ons vorige week aangaven dat het niet ging lukken, heb ik uw Kamer natuurlijk meteen geïnformeerd.

De heer Van der Lee vroeg ook welke opties er eigenlijk nog over zijn. Volgens mij zijn er nu twee hoofdroutes. De eerste is de route waarin de overheid toch een kapitaalstorting doet, ook voor TenneT Duitsland. De tweede route is een verkoop aan private partijen. Dat kan via een beursgang of op een andere wijze via een verkoop. Ik verwacht overigens dat het in dat scenario eerder om een gedeeltelijke verkoop zal gaan, zeker in het begin. De uitwerking van die scenario's vindt nu plaats. Daar kun je natuurlijk ook deels pas echt mee beginnen als helder is dat de route van een verkoop aan Duitsland is stopgezet. Dat is ie sinds de brief van vorige week. Dat betekent natuurlijk ook dat je op een heel andere manier met bijvoorbeeld private partijen kunt spreken. Welke keuze gemaakt wordt, is aan een nieuw kabinet. De planning bij ons op Financiën is nu dat bij de uitwerking van die variant en ook alles wat daarbij hoort — we hebben hiervoor ook weer een extra adviseur in de arm genomen en er wordt met private partijen gesproken — alles gericht is op besluitvorming snel na de zomer. Welke keus dan wordt gemaakt, is vanzelfsprekend niet meer aan mij maar aan het nieuwe kabinet.

De laatste vraag van de heer Van der Lee was wat dit nou budgettair betekent. Daar heb ik in de brief al wat over geschreven. Wij rekenen nog op 1,6 miljard terugstorting in 2024 van een eerdere kapitaalinjectie en er zal op korte termijn moeten worden besloten over een nadere overbruggingsfinanciering. Voor 2024 en 2025 hebben we — dat was mijn eerste daad als minister — 25 miljard euro via een lening ter beschikking gesteld. Er zal de komende maanden ook een keuze moeten worden gemaakt, zeker voor het jaar 2026. Daarnaast heb je meer op de middellange termijn waarschijnlijk geen verkoopopbrengst die geld oplevert om daarmee ook de Nederlandse investeringen van TenneT Nederland in de komende jaren te kunnen betalen. Ook dat zal een plek moeten krijgen.

Tot zover, voorzitter.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Er zijn twee hoofdscenario's over, zegt de minister. Over beide heb ik een vraag. Er moet een additionele kapitaalinjectie komen. Dan is even de vraag hoe dat wordt beoordeeld in het kader van de EMU-cijfers. Zijn er nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de manier waarop Eurostat hiertegen aankijkt? Ik vraag mij ook af of onderzocht is of er ook alternatieven zijn. Hier wreekt zich het ontbreken van de gulden regel voor groene investeringen in het Stabiliteits- en Groeipact. Dat blijkt maar weer. Maar nu die er niet is, is er dan bijvoorbeeld ook wat creatiever nagedacht over Dutch-German bonds om op deze manier, als beide landen samen, het kapitaal op te halen voor zo'n traject en daarmee ook misschien richting Brussel een ander gesprek op gang te brengen dan dit enorme bedrag uit te geven? Want het gaat in potentie om 25 miljard aan kapitaalstorting de komende jaren. Daar gaan de kerncentrales van het komende kabinet, denk ik, maar goed. Hoe denkt de minister over dat type scenario en kijken of daar nog creatieve oplossingen mogelijk zijn?

Minister Van Weyenberg:

Sterker, als je naar de kapitaalbehoefte voor 2030 kijkt, is die volgens de laatste inschatting 13 miljard euro voor TenneT Nederland en 18 miljard voor TenneT Duitsland, dus samen 31 miljard. Wij zijn beide varianten, dus zowel een storting … De Kamer heeft tot nu toe altijd aangegeven niet te willen storten en geen Nederlands belastinggeld te willen steken in de investeringen voor TenneT Duitsland. Ook die route zijn wij nu wel aan het verkennen. Dat wordt uitgewerkt. Een van de vragen is dan: hoe wordt dat beoordeeld, ook door de statistiekautoriteiten? Dat hoor je altijd pas na afloop definitief, maar we zullen dit gesprek natuurlijk ook de komende maanden verder voeren. Je krijgt nooit absolute garanties aan de voorkant.

De tweede route gaat over partiële verkoop. Wij hebben de Duitse regering natuurlijk ook gewezen op het feit dat er nu voor de overbrugging wel een overbruggingsvraag ligt. Wat mij betreft kan het gesprek daarover met de Duitse regering worden gestart. Dat hebben wij ook naar hen toe aangegeven, maar dat gaat meer over de overbrugging.

Wij zijn al die scenario's nu aan het uitwerken. Dat zal hopelijk snel na de zomer gereed zijn voor besluitvorming. De heer Van der Lee heeft een duidelijke voorkeur; daar is de fractie van GroenLinks-PvdA ook altijd buitengewoon duidelijk over geweest. Het kabinet heeft wel altijd tegemoet willen komen aan de wens van de Duitse regering om zelf eigenaar te worden. Nu dat er niet in zit, wil ik zorgen dat deze beide routes, de publieke investeringsroute en de partiële private verkoop in wat voor vorm dan ook, verder worden uitgewerkt en dat de markt goed wordt verkend. Dan kan het nieuwe kabinet knopen doorhakken.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Nog even over die partiële private verkoop. We hebben een hele grote systeembeheerder van ons elektriciteitsnetwerk, in publieke handen. We zitten aan de vooravond en zelfs al midden in een enorme transitie, die nog veel omvangrijker wordt en waarvoor hele grote investeringen nodig zijn, ook pan-Europees. Het zou natuurlijk te zot voor woorden zijn dat we dan zo'n partij voor een deel gaan privatiseren. De intentie van de Duitsers was juist: we willen meer greep hebben in plaats van dat we naar de markt brengen. Ik zou die route graag willen voorkomen. Maar als die toch onderzocht wordt, heb ik er nog wel een vraag over. Is het mogelijk om bijvoorbeeld een exclusieve samenwerking aan te gaan met de Nederlandse pensioenfondsen om dit traject te financieren en daarbij niet weer allerlei andere marktpartijen te betrekken? Dan blijft het toch met enige creativiteit in semipublieke handen.

Minister Van Weyenberg:

Twee dingen. Om te beginnen begreep ik de Duitse wens heel goed. Ook in Duitsland vindt men het teleurstellend dat men daar in de coalitie niet tot een oplossing en daarmee een finaal bod heeft weten te komen om het in Duitse publieke handen te hebben. Daarbij lag overigens ook de variant op tafel dat de zeggenschap bleef, maar er niet 100% eigenaarschap van de Duitse overheid zou blijven bestaan. Wij zijn alle varianten aan het verkennen. Ik hoor wat de heer Van der Lee zegt. Ik kan mij er vele voorstellen, maar ik wil hier een beetje terughoudend zijn om een bepaalde variant helemaal te gaan uitspellen. Wij doen een brede marktverkenning. En de randvoorwaarde dat de synergie heel belangrijk is voor ons, staat ook als een paal boven water.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Ik ga natuurlijk straks de discussie aan met het nieuwe kabinet. Ik constateer wel dat we nu een enorme financiële uitdaging met elkaar te beslechten hebben, want het gaat om een heel groot kapitaal. Ik vind dat het net in publieke handen moet blijven, en daar zullen wij het volgende kabinet aan houden.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vervolgvraag van de heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Het is mooi om te zien dat de heer Van der Lee toch alvast creatief aan het meedenken was voor als dat niet gebeurt.

Een teleurstellende uitkomst, denk ik. Ik snap dat we de meer principiële discussie met het volgende kabinet moeten voeren, maar de heer Van der Lee heeft het terecht over de financiële problemen die hieruit volgen. Ik miste nog even de helderheid over wat de overbrugging ook voor volgend jaar betekent.

Minister Van Weyenberg:

De 1,6 miljard waar ik het over had, gaat over dit jaar. Dat was de terugbetaling van een kapitaalstorting van vorig jaar. We zullen op enig moment iets moeten. Het hangt natuurlijk weer van de vorm van die overbrugging af wat de begrotingsimpact daarvan is. De lening die ik in januari, enkele uren na mijn aantreden, als aandeelhouder heb verstrekt, was een lening. Dat is niet EMU-relevant. Maar ook de vorm die je kiest waarin je de overbrugging wil benutten, heeft weer impact op of het wel of niet saldorelevant is. Laat ik er overigens wel aan toevoegen dat als we het scenario van de heer Van der Lee een jaar geleden hadden gevolgd, we ook kapitaal hadden moeten vinden. Daar moeten we gewoon eerlijk over zijn. Wij hebben er alles aan gedaan. Ik durf wel te stellen dat de minister-president en ik zelf op momenten dag en nacht in contact met Duitse collega's hebben geprobeerd dit te laten slagen en dat het commitment er ook was. Men wilde graag zaken met ons doen. Ik ben dan ook vooral buitengewoon teleurgesteld dat het uiteindelijk de Duitse regering niet gelukt is om met een concreet en finaal bod te komen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Onze visie is dat dit soort netten in publieke handen moeten zijn, al zou er niet bij het Nederlandse maar bij het Duitse deel mogelijk sprake zijn van het binnentreden van privaat kapitaal. Voor nu is mijn vraag aan de heer Van Weyenberg: hoe definitief is definitief? Ik lees namelijk vooral dat het heeft te maken met begrotingssores. Dat kan je jarenlang parten spelen, maar op een gegeven moment kan dat, als je je begroting op orde krijgt, ook wel weer voorbijgaan. Dus hoe definitief is definitief? En is dat eventueel een reden om een strategie te hanteren waarin we TenneT niet te snel aan de markt overlaten?

Minister Van Weyenberg:

Ik ga de vraag zo beantwoorden, maar vooraf zeg ik: de uiteindelijke keuze voor welk scenario en hoe nu verder vind ik echt aan een nieuw kabinet. Het heeft grote publieke belangen, we moeten het heel goed inregelen vanwege de impact op TenneT Nederland — we weten allemaal hoe groot de uitdaging daar ook is, bijvoorbeeld met netcongestie — en het heeft een grote impact op de begroting; dat stel ik dus vooraf. Kijk, we hebben dit heel lang een kans gegeven, ook vanuit het commitment van de Duitse collega's. Die zeiden: geef ons nog x-tijd, want we willen dit in Duitse publieke handen hebben. Ze wilden dat in ieder geval met zeggenschap, even los van de vraag of het honderd procent in publieke handen van de Duitse overheid was gekomen. Dat hebben we heel lang een kans gegeven, maar op enig moment moeten we ook door en moeten we duidelijk zijn over investeringsbedragen. Die duidelijkheid hebben we dus nu. Wat de toekomst brengt, weet je nooit helemaal. Dat weet de heer Grinwis net zo goed als ik. Maar ik ga nu niet in de wachtstand. Dat zou ik mijn opvolger ook echt afraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Het was weer een plezier u hier te hebben.

Minister Van Weyenberg:

Dank u wel, voorzitter.

Naar boven