Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 87, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 87, item 5 |
Stikstof, NPLG en Natuur
Aan de orde is het tweeminutendebat Stikstof, NPLG en natuur (CD d.d. 17/04).
De voorzitter:
Dan gaan we verder met het tweeminutendebat Stikstof, NPLG en natuur. Een hartelijk woord van welkom. De heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, ik zou u en mijn collega's toestemming willen vragen om kort het woord tot u te richten, omdat er zo veel commissiedebatten zijn geschrapt en ik hier graag een duit in het zakje zou willen doen.
De voorzitter:
Dus u wilt eigenlijk zeggen dat u niet aanwezig bent geweest bij het commissiedebat en wel wilt meedoen aan het plenaire debat. Bestaat daar enig bezwaar tegen? Nee. Nou, daar komt u goed mee weg. We voegen u toe aan de sprekerslijst, maar wel helemaal onderaan, hoor, voor straf. Ja, zo doen we dat. Dan geef ik graag het woord aan het lid Kostić.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Ik heb me er altijd over verbaasd hoe goed de politiek is in het doorschuiven van problemen in plaats van het oplossen ervan. Daarom heb ik twee moties om door te gaan met vooral oplossen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het transitiefonds wordt geschrapt en er daarmee 10 miljard euro minder beschikbaar is voor de agrarische sector;
constaterende dat het IPO stelt dat deze middelen "onmisbaar" zijn en provincies nu in onzekerheid zitten over de ontwikkeling van het landelijk gebied;
overwegende dat er grote ondernemingen zijn die veel winst hebben gemaakt met de schaalvergroting en intensivering van de Nederlandse landbouw, terwijl de gewone burger voor de maatschappelijke kosten heeft moeten betalen;
overwegende dat de Tweede Kamer eerder heeft verzocht dat banken en leveranciers moeten bijdragen aan de transitiekosten voor de veehouderij (aangenomen motie-Thijssen c.s. op stuk nr. 292, 33576);
verzoekt de regering in kaart te brengen op welke manier een verplichte agro-industrieheffing voor ondernemingen die lang aan de Nederlandse veehouderij hebben verdiend, niet zijnde boeren, kan worden gebruikt als gedeeltelijke vervanging van de geschrapte middelen uit het transitiefonds,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dan de tweede.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat slechts 4% van de Nederlandse landbouw biologisch is en we daarmee hekkensluiter van de Europese Unie zijn;
constaterende dat terwijl veel andere Europese landen steeds meer biologische landbouw hebben, de achterstand van Nederland volgens cijfers van Eurostat toeneemt;
constaterende dat onderzoekers een te weinig actieve overheid als een van de oorzaken van deze achterstand noemen, terwijl de biologische boeren te maken krijgen met een oneerlijk bedrijfseconomisch speelveld waarbij ze extra kosten moeten dragen;
constaterende dat biologische landbouw veel voordelen kan hebben voor onze gezondheid, de bijen- en hommelpopulaties en de bodem- en waterkwaliteit;
verzoekt de regering extra maatregelen te nemen zodat Nederland de achterstand in Europa op het gebied van biologische landbouw zo snel mogelijk inloopt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Pierik, BBB.
De heer Pierik (BBB):
Dank u, voorzitter. Ook van onze kant twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Kamer de motie-Akerboom op stuk nr. 9 (36410-XIV) ondanks het "ontraden" van de minister heeft aangenomen;
constaterende dat de uitwerking van de motie grote financiële gevolgen heeft voor de provincies en dat er een wetenschappelijke discussie is over de verschillende in omloop zijnde telprotocollen;
constaterende dat de minister herhaaldelijk heeft aangeven gezien de complexiteit de motie moeilijk te kunnen uitvoeren;
overwegende dat de minister werkt aan een toekomstbestendig stelsel om het huidige systeem van faunabeheer meer in lijn te brengen met de Europese regelgeving bij de ons omringende landen en administratieve lasten voor grondbezitters en beheerders te verkleinen;
verzoekt de regering de uitvoering van de motie te betrekken bij de stelselwijziging als interpretatie van de oproep "zo snel mogelijk" in de aangenomen motie en niet versneld de drie soorten, houtduif, zwarte kraai en kauw, van de landelijke vrijstellingslijst te halen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Pierik (BBB):
Motie twee.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland een Europese verplichting heeft voor de goede staat van instandhouding van meerdere soorten weide- en akkervogels en andere bodembroedende soorten;
overwegende dat Nederland substantiële oppervlaktes voor (agrarisch) natuurbeheer heeft aangewezen en daarvoor ook een substantiële bijdrage beschikbaar stelt;
overwegende dat vos, steenmarter en zwarte kraai het grootste deel van de predatie van weidevogels en andere bodembroedende soorten voor hun rekening nemen;
overwegende dat vos, zwarte kraai en steenmarter zich Europees wel in een goede staat van instandhouding bevinden;
overwegende dat ook andere soorten inheemse predatoren alsmede invasieve soorten als wasbeer en wasbeerhond grote impact kunnen hebben;
overwegende dat binnen Europa alleen in gebieden waar predatorenbeheer integraal onderdeel is van de beheersinspanningen voldoende jonge vogels vliegvlug worden om de populatie weidevogels en andere bodembroedende vogelsoorten niet verder terug te laten lopen;
roept de regering op de daarvoor geëigende methoden toe te staan om predatorenbeheer voor de te beheren soorten mogelijk te maken en de biotoopverbeterende maatregelen te blijven stimuleren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Eén vraag, mevrouw Bromet.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Ik had nog nooit gehoord van een wasbeer die weidevogels bedreigt, maar dat ga ik uitzoeken. Mijn vraag aan de heer Pierik is eigenlijk of het klopt dat de BBB niet meedoet aan het stikstofdebat van vandaag.
De heer Pierik (BBB):
Ja, daar hebben we ons voor teruggetrokken. Dat klopt.
De voorzitter:
De heer Van Campen van de fractie van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. Zo is op deze donderdagochtend de hele ark van Noach al voorbijgekomen. Ik heb één motie. Die gaat over de verzilting in de kustprovincies en de stikstofsituatie in Zeeland, waar de stikstof met name vanuit zee, van de scheepvaart, komt en waar weinig sprake is van veehouderij.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in de kustprovincies sprake is van verzilting van landbouwgronden, het schaarser worden van de zoetwatervoorziening en stikstofdepositie van scheepvaart;
overwegende dat deze factoren druk leggen op de staat van instandhouding van de natuur en daarbij NOx uit de scheepvaart in alle kustprovincies ervoor zorgt dat deze provincies weinig sturing hebben op de stikstofdepositie;
overwegende dat hiermee agrarisch ondernemerschap op de Zeeuwse eilanden en andere kustprovincies zeer moeilijk wordt en daarmee kostbare opbrengsten verloren gaan, zeker aangezien de provincie door beperkte aanwezigheid van veehouderij kan sturen op emissies;
verzoekt de regering om in lijn met het doel "maatwerk per gebied" in het NPLG samen met deze provincies tot een actieplan te komen om in de behoefte van zoetwater te kunnen voorzien en verzilting tegen te gaan en maatregelen in het NPLG op te nemen die sturing op het gebied van de staat van instandhouding kunnen bieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Bromet, GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb een motie en een vraag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het enthousiasme onder boeren over ecosysteemdiensten en natuurbeheer groot is, maar dat dit veelal om een aanpassing van de bedrijfsvoering en een financiële investering vraagt;
overwegende dat het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) hiervoor nu onvoldoende financiële zekerheid biedt vanwege de korte looptijd;
overwegende dat het verlengen van contracten naar twaalf jaar binnen het GLB juridisch mogelijk is;
overwegende dat het agrarisch natuurbeheer en ecosysteemdiensten cruciaal zijn voor het behalen van de doelen uit het NPLG;
overwegende dat in het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat "agrarisch natuurbeheer en ecosysteemdiensten worden beloond met langjarige marktconforme financiële zekerheid";
verzoekt de regering garant te staan voor langjarige contracten van minimaal twaalf jaar om zo boeren die deelnemen aan het ANLb financiële zekerheid te bieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag aan de minister. Begin van dit jaar kon iedereen zienswijzen op het NPLG indienen. Dat hebben 996 partijen gedaan, uiteenlopend van boeren tot natuurorganisaties en bestuurders. In de Kamerbrief van 15 april schrijft minister Van der Wal dat zij begin juni met een analyse van de ingediende zienswijzen zou komen. Die brief is niet gekomen. Ik zou graag aan de minister willen vragen hoe zij naar die zienswijzen kijkt.
De voorzitter:
Eén vraag van de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Als ik de motie van mevrouw Bromet hoor, dan bespeur ik daarin bijna een soort positieve appreciatie van een deel van het hoofdlijnenakkoord op het gebied van landbouw. Is dat het geval? Want dan zou ik dat graag opgetekend willen hebben in de Handelingen.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Nou, dit is een van de hele weinige lichtpuntjes in dit akkoord, misschien wel het enige.
De voorzitter:
Mevrouw Nijhof-Leeuw van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):
Voorzitter. Vorige week heeft de PVV een motie ingediend met betrekking tot controle van de weidegang van de PAS-melders. Op verzoek van de Landbouwminister heeft de PVV die motie aangehouden in verband met de appreciatie. De tijd ertussen hebben we gebruikt om de motie nog wat aan te scherpen. Ik lees graag even de gewijzigde motie voor die we willen indienen. Afgelopen week stond die als aangehouden op de lijst en zij kan dan volgende week in stemming gebracht worden.
De voorzitter:
De motie-Nijhof-Leeuw (21501-32, nr. 1653) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat aanpassing van de drempelwaarde voor verschillende PAS-melders een uitkomst kan bieden, maar dit mogelijk niet op zeer korte termijn ingevoerd kan worden;
overwegende dat er zo snel mogelijk een oplossing moet komen voor de PAS-melders;
overwegende dat er een legalisatieprogramma is vastgesteld en er afspraken zijn gemaakt tussen Rijk en de provincies over het verificatieproces;
overwegende dat PAS-melders buiten hun schuld om in de problemen zijn beland;
overwegende dat er berichten zijn dat het verificatieproces tot grote kosten leidt, bijvoorbeeld omdat ze worden gedwongen tot aanschaf van nieuwe systemen om weidegang aan te tonen, terwijl er ook een controle plaatsvindt met betrekking tot het Qlip-systeem;
verzoekt de regering om met de provincies te overleggen over het verificatieproces, waarbij het doel moet zijn dat er een snelle en juridisch houdbare verificatie moet komen en dat die kostenefficiënt wordt ingericht;
verzoekt de regering om afspraken te maken om tot een snelle afronding van het verificatieproces te komen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik begrijp dat het een bestaande motie is die gewijzigd wordt.
Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):
Dat klopt. Die stond ook op de stemmingslijst van afgelopen dinsdag. Die is aangehouden.
De voorzitter:
Dat betekent dus dat ik u verzoek om even contact op te nemen met de Griffie plenair om de gewijzigde motie daarnaartoe te sturen. Dat betekent ook dat we deze motie geen nieuw nummer geven, omdat we die beschouwen als een bestaande motie.
Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):
Nee, het verzoek was ook om die inderdaad hier weer in te brengen. Omdat de motie gewijzigd is, heb ik die nu ook weer even voorgelezen.
De voorzitter:
Dat had niet gehoeven, maar dat wordt gewaardeerd. Als u het maar even regelt met de Griffie plenair. Dat is alles wat ik wil zeggen. Anders raakt onze administratie in de war.
Dan mevrouw Vedder van het CDA.
Mevrouw Vedder (CDA):
Voorzitter. Ik heb geen motie, maar wel een extra dier voor de ark van Noach, namelijk de wolf. Want het CDA ...
De voorzitter:
Ja, dan zijn we compleet. Het is nu 11.00 uur.
Mevrouw Vedder (CDA):
Kwartet!
De voorzitter:
De Noachbingo is voltooid.
Mevrouw Vedder (CDA):
De volgende keer doen we de Amerikaanse rivierkreeft, meneer Van Campen.
Voorzitter. Alle gekheid op een stokje, het CDA denkt dat we een grote kans onbenut laten door geen gebruik te maken van Europese subsidies voor wolfwerende maatregelen, zoals hekken. Ik wil graag van deze gelegenheid gebruikmaken om de minister nog extra te enthousiasmeren om de samenwerking met de provincies op dit gebied echt een stuk aan te jagen. Ik zeg dit naar aanleiding van de antwoorden op schriftelijke vragen die wij samen met de VVD, GroenLinks-PvdA en NSC hebben gesteld over Europese subsidies zoals EFRO en LIFE. Daarin schrijft de minister dat die weliswaar niet specifiek zijn gericht op activiteiten omtrent het vraagstuk wolf, maar dat een wolfgerelateerd project wel zou kunnen worden ingediend. De mogelijkheden daarvoor zijn echter nog niet onderzocht door het ministerie. Ook schrijft de minister dat er vanuit de provincies geen verzoeken zijn ingediend om de mogelijkheid voor Europese subsidies verder te onderzoeken.
Dat roept bij mij de volgende vragen op. Als we dat niet hebben onderzocht, wat voor kansen liggen daar dan? Hoe kan het überhaupt dat we dat niet hebben onderzocht? Is dat een blinde vlek geweest bij zowel het ministerie als de provincies? Hoe voorkomen we dat we nog een keer zo'n blinde vlek tegenkomen? Wat ons betreft legt de minister in de beantwoording de bal wel erg bij de provincies. Wat ons betreft had de minister zelf ook wel alerter kunnen zijn en het gesprek met de provincies eerder kunnen starten. Mijn vraag is dus of de minister, nu duidelijk is dat Europese subsidies kunnen worden benut, daar nu ook echt mee aan de slag gaat. Hoeveel subsidie is er in potentie beschikbaar? Hoeveel geld hebben we de afgelopen jaren laten liggen door daar geen gebruik van te maken?
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Hertzberger, NSC.
Mevrouw Hertzberger (NSC):
Voorzitter. Ik heb het vandaag toch nog maar eventjes over stikstof en over het gebruiken van een centimeter voor het meten van de temperatuur, oftewel over het gebruiken van een instrument om iets uit te rekenen, dat daar niet voor geschikt is. Ik citeer nog even uit het rapport Beschouwing Stikstoftoets Garnalenvisserij uit augustus 2023 dat het "onredelijk en onbillijk is voor de garnalenvisserij om de stikstofdepositie uitgerekend te hebben met AERIUS Calculator." Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat AERIUS Calculator niet doelgeschikt wordt geacht voor de berekening van de stikstofdepositie van vissersschepen en er geen adviesbureau bereid is de depositie passend te beoordelen tot op heden;
overwegende dat de visserij de stikstofuitstoot al sterk heeft gereduceerd door de installatie van katalysatoren en de sanering;
overwegende dat de visserij voor 1 januari 2025 een natuurvergunning nodig heeft;
verzoekt de regering om bij gebrek aan passend instrumentarium voor depositieberekeningen of uitzicht op een passende beoordeling de minimale deposities van de visserij met een maatwerkvoorschrift en uitstootplafond te vergunnen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. De heer Grinwis, ChristenUnie. Hij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik heb een motie meegebracht die in dezelfde geest is als die van de laatste motie die werd ingediend door collega Hertzberger. Die gaat over PAS-melders, garnalenvissers en de verhoging van de maximumsnelheid naar 130. De motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het hoofdlijnenakkoord afgesproken is dat "de maximumsnelheid op de snelweg — daar waar dat kan — verhoogd wordt naar 130 kilometer per uur";
constaterende dat in het hooflijnenakkoord tevens is afgesproken om "PAS-melders met voorrang" te legaliseren;
van mening dat PAS-melders, waaronder veel boerengezinsbedrijven, maar bijvoorbeeld ook een beroepsgroep als de garnalenvissers, al veel en veel te lang in onzekerheid zitten;
verzoekt de (nieuwe) regering pas over te gaan tot verhoging van de maximumsnelheid nadat alle PAS-melders gelegaliseerd zijn en de garnalenvissers een Wnb-vergunning hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik schors tien minuten. Dan gaan we luisteren naar de beide bewindspersonen.
De vergadering wordt van 11.00 uur tot 11.08 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister van Landbouw.
Minister Adema:
Dank u wel, voorzitter. Ik geef de motie op stuk nr. 378 oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 379. Dat is een beetje vragen naar de bekende weg. Wij steken inmiddels zo'n 75 miljoen in het bevorderen van de afname van biologische producten en het versterken van de biologische markt, zodat er meer trekking komt uit de markt en zodat de consument meer biologische producten gaat afnemen. Dat is ook de enige manier. Je moet niet de productie stimuleren, maar je moet de trekking uit de markt stimuleren. Daar wordt fors in geïnvesteerd met het Biologische Actieplan. Dat hebben wij ook met uw Kamer besproken en behandeld. Natuurlijk heeft het meer tijd nodig, want we zijn net begonnen, en natuurlijk hebben we ook de ambitie om die 4% omhoog te brengen, maar ik ontraad deze motie in dat licht, omdat wij al aan de gang zijn.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Ik snap dat niet. De minister gaat bijna weg en dit is een motie waarmee de Kamer kan zeggen: kom op, we gaan biologisch stimuleren. We hebben een enorme achterstand ten opzichte van de rest van Europa. Waarom niet gewoon omarmen? Wat heeft de minister te verliezen?
Minister Adema:
De minister staat voor zijn eigen beleid zoals dat is uitgevoerd in de afgelopen periode. Het eigen beleid is dat ik een pakket maatregelen heb gepresenteerd. Na het klappen van het landbouwakkoord is er bij de 26 miljoen nog 50 miljoen gekomen om de biologische markt juist te stimuleren. Ik sta achter dat pakket maatregelen. Dat is op dit moment ook wat we moeten gaan doen. We moeten het ook even de tijd gunnen om dat pakket zijn werk te laten doen. Deze motie vraagt om extra maatregelen, maar ik zie daar op dit moment de toegevoegde waarde niet van. Ik blijf deze motie ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 380.
Minister Adema:
Dan de motie op stuk nr. 380 over langjarig financieel agrarisch natuurbeheer. Dat is natuurlijk een motie die eigenlijk aan het volgende kabinet is. Ik vraag de indieners om deze motie aan te houden tot debatten met het volgende kabinet, met de volgende minister van Landbouw of de volgende minister-president. Even een cri de coeur. Wij zijn natuurlijk bezig geweest met het landbouwakkoord. Wij hebben daar ook juist op dit punt intensieve gesprekken gevoerd. Onze intentie met het landbouwakkoord was ook — die afspraken stonden er inmiddels — om het ANLb echt te verlengen met langjarige contracten. Ik vind namelijk dat het noodzakelijk is dat er een goed verdienmodel is voor agrarisch natuurbeheer met langjarige contracten. Het sluit dus geweldig aan bij het beleid van deze minister, maar het gaat hier om de komende periode en om het beleid van het nieuwe kabinet. Met een beetje pijn in het hart moet ik dan ook vragen om de motie aan te houden.
De voorzitter:
Het gaat om de motie op stuk nr. 383. Een vraag van mevrouw Bromet, kort.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Ik wou ook zeggen: het gaat over de motie op stuk nr. 383. Jammer, maar ik ga de motie niet aanhouden. De Kamer is missionair en wij vinden dit belangrijk. Ik heb boeren gesproken die zeggen: als er zo veel geld naar ons komt per 1 januari, dan hebben we tijd nodig om ons daarop voor te bereiden. Als we dit aanhouden tot na het reces, gaan er weer maanden voorbij. Eigenlijk doe ik de oproep aan de collega's om voor te stemmen.
De voorzitter:
En wat is het advies van de minister?
Minister Adema:
Het advies blijft dan ontraden, met de annotatie die ik erbij heb gegeven, meneer de voorzitter.
De voorzitter:
Heel goed. Minister Van der Wal.
Minister Van der Wal:
Voorzitter. Ik zal eerst ingaan op de twee vragen. De eerste vraag, van mevrouw Bromet, gaat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied. De zienswijzen zijn inderdaad binnen. We hebben ongelofelijk veel waardevolle feedback gekregen, feedback die mijn opvolger kan gebruiken om het nog beter te maken ten aanzien van het NPLG. Dus het ligt allemaal klaar. Alleen, als je opvolger al bekend is, is het steeds een afweging als minister wat je nou nog wel deelt en wat niet. Omdat het niet strikt noodzakelijk is om dit nu een stap verder te brengen en het dus best even kan wachten, heb ik bedacht dat ik dit op de stapel leg voor mijn opvolger, maar het traject als zodanig is in die zin afgerond.
De voorzitter:
Nog een vraag van mevrouw Bromet.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Met het NPLG zijn ook miljoenen gemoeid die er door de onderhandelende partijen echter weer uit gehaald zijn. Denkt de minister dat dit ook effect zal hebben op deze zienswijzen?
Minister Van der Wal:
Het is aan mijn opvolger om dat te beoordelen en om met voorstellen naar de Kamer te komen over op welke manier hij of zij invulling blijft geven aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Dan de tweede vraag, van mevrouw Vedder, over de Europese subsidies en de wolf. In mijn brief van 24 mei over het samenleven met de wolf heb ik aangegeven dat ik verder met de provincies in gesprek zal gaan, juist omdat de provincies zo'n cruciale rol hebben in de bescherming van de wolf, maar ook in het faciliteren van de bescherming van vee tegen aanvallen van wolven. De financiering van maatregelen voor het beschermen van vee is daarbij cruciaal. De Europese fondsen kunnen daarbij een hele grote rol spelen. Ik kan toezeggen dat we de Europese fondsen veel meer zullen betrekken bij de gesprekken met de provincies. Samen met de Europese Commissie en de provincies zullen wij kijken hoe we daar veel beter gebruik van kunnen maken. Over de exacte omvang kan ik u de cijfers nu niet geven.
De voorzitter:
De moties.
Minister Van der Wal:
De motie op stuk nr. 380 kan ik oordeel Kamer geven.
De motie op stuk nr. 381 kan ik oordeel Kamer geven.
De motie op stuk nr. 382 is oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 384 moet ik ontraden. We zijn het, denk ik, allemaal met elkaar eens dat we ons echt nadrukkelijk inzetten voor de vergunningverlening aan onze garnalenvissers. Naar verwachting zullen de eerste basisvergunningen deze zomer verleend kunnen worden. We ondersteunen de garnalenvissers daarbij waar mogelijk. Het ontzien van deze sector op die stikstoftoets is gewoon juridisch niet houdbaar. Een positieve afwijzing of het stellen van een plafond is niet haalbaar, want er zijn nog geen geldige voorgaande natuurvergunningen dan wel andersoortige milieutoestemmingen die we als referentiesituatie kunnen aanmerken. Daarom moet de garnalensector een regulier vergunningtraject doorlopen. Nogmaals, de basisvergunningen redden we ook binnen die periode van gedogen. Deze zomer hopen we dat te hebben afgerond. Voor de rest zijn we samen keihard aan het werk om de aanvullende wensen in een vergunbare situatie te kunnen omzetten.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik schrik er echt van dat de minister zegt: de motie op stuk nr. 380 krijgt oordeel Kamer. Ik hoop dat dat een foutje is. Het is een beetje verhuld, maar deze motie verwijst naar een aangenomen motie in deze Kamer over de bescherming van bedreigde diersoorten in lijn met de wetenschap. Ik ken de minister als iemand die enthousiast was om deze motie uit te voeren. Onder andere de PVV heeft voorgestemd, dus ik begrijp niet dat deze motie oordeel Kamer krijgt. Als het gaat om democratie moet de minister zeggen: nee, dit is gewoon een aangenomen motie en daar ga ik of de andere bewindspersoon verder mee aan de slag.
Minister Van der Wal:
Ik ben op dit moment met de provincies in gesprek over het intrekken van de landelijke vrijstelling, conform de motie van de Partij voor de Dieren. Uitvoering van de motie betrekken bij de stelselherziening faunabeheer, zoals in deze motie wordt gevraagd, is in die gesprekken ook aan de orde. Het is dus geen tegenstelling, maar een koppeling. Het maakt daarmee onderdeel uit van de gesprekken. Daarmee loop ik ook niet vooruit op de uitkomsten.
De voorzitter:
Ik sta één vraag per motie toe. Mevrouw Hertzberger.
Mevrouw Hertzberger (NSC):
Ik hoor de minister over de motie op stuk nr. 384 zeggen dat het juridisch niet verantwoord is of zoiets. Vindt de minister het wetenschappelijk verantwoord wanneer zo veel wetenschappers hebben gezegd dat het model niet kan worden gebruikt voor bewegende bronnen zoals vissersschepen?
Minister Van der Wal:
AERIUS is het enige model en heeft zo zijn beperkingen. Dat heb ik altijd volledig erkend. Maar om te komen tot een vergunning, kun je dus naast AERIUS een passende beoordeling doen voor een extra onderbouwing. Die mogelijkheid is er. De sector is er volop mee bezig en daar helpen we bij. Ik zeg daarbij: de basisvergunning komt op orde. Deze zomer kunnen we daar gewoon naar een vergunbare situatie gaan. Aanvullende wensen zullen met een aanvullende passende beoordeling moeten. Daar wordt hard aan gewerkt. Dat is de situatie.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 385.
Minister Van der Wal:
De motie op stuk nr. 385, voorzitter. Ja ... ja ...
De voorzitter:
Dat lijkt me een mooie beoordeling!
Minister Van der Wal:
Ik hoop dat u begrijpt dat dit echt niet aan mij is. Ik vraag de heer Grinwis om de motie aan te houden tot mijn opvolger. Anders moet ik 'm echt ontraden. Of probeer het bij de minister van IenW, dat zou ook nog een tip kunnen zijn.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zal de motie niet aanhouden. Het dictum lijkt mij volstrekt in lijn met het beleid van het demissionaire kabinet om zo snel mogelijk PAS-melders te legaliseren en garnalenvissers van een nieuwe Wnb-vergunning te voorzien. Ik had dus op zijn minst een juichend "oordeel Kamer" verwacht.
Minister Van der Wal:
Ik onthoud mij even van commentaar. Dat lijkt mij het meest wijs. Maar dit is zó vanuit het hoofdlijnenakkoord ... Dat is echt aan mijn opvolger, die gewoon al bekend is. Ik vind het dus heel ingewikkeld om hierop te reageren.
Voorzitter. Dan de laatste motie, die van mevrouw Nijhof, waarvan mij het oorspronkelijke nummer niet bekend is. Dat is de motie die is gewijzigd. Fijn dat de motie is aangepast op deze wijze, zo zeg ik tegen mevrouw Nijhof, want nu kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Deze is oordeel Kamer. Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de beide ministers dat zij hier aanwezig waren. We wensen u een prettige werkdag.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors eventjes en dan gaan we praten over stikstof. Tot zover.
De vergadering wordt van 11.19 uur tot 11.32 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-87-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.