Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 73, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 73, item 4 |
Staat van de Europese Unie
Aan de orde is het debat over de Staat van de Europese Unie.
De voorzitter:
Aan de orde is nu het debat over de Staat van de Europese Unie. Voor dit debat zijn ook stukken geagendeerd die betrekking hebben op de Raad Algemene Zaken van 21 mei aanstaande. Ik heet de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken van harte welkom. Ik heet de leden die zich hebben ingeschreven welkom en in het bijzonder de Nederlandse leden van het Europees Parlement die vandaag aanwezig zijn. Het zal de laatste keer zijn in de huidige samenstelling van het Europees Parlement dat u ons bezoekt, omdat wij natuurlijk in afwachting zijn van de verkiezingen voor het Europees Parlement.
Ook welkom aan de mensen op de publieke tribune en de mensen die het debat elders volgen.
Voordat we aan dit debat beginnen, wil ik nog even wijzen op de aanslag gisteren op de premier van Slowakije, de heer Fico. Volgens de laatste berichten is zijn toestand nu stabiel en is hij nog steeds buiten levensgevaar. We zien het niet alleen als een aanslag op de premier, maar ook op de Slowaakse democratie en daarmee op een lidstaat waar we in EU-verband nauw mee samenwerken. Ik denk dat ik namens alle leden van de Staten-Generaal spreek, als ik zeg dat we de heer Fico alle kracht van de wereld toewensen en hopen op een spoedig en volledig herstel.
Dan gaan we nu over naar het debat over de Staat van de Europese Unie. Nog even kort de spelregels. De Nederlandse leden van het Europees Parlement zijn door de Tweede Kamer uitgenodigd om aan dit debat deel te nemen met het doel inlichtingen te verstrekken. Leuk om oud-collega's vandaag weer even te treffen in de bankjes. Dat doel is zo verwoord in artikel 13.2 van ons Reglement van Orde. Wel zal ik de leden van het Europees Parlement de gelegenheid geven een verduidelijkende opmerking te maken over de eigen inbreng, bijvoorbeeld als er sprake is van een misvatting of om bijvoorbeeld feitelijke vragen te stellen. De leden van het Europees Parlement mogen niet meedoen aan het debat in de vorm van interrupties die we hier in het parlement kennen.
Ik stel voor dat we vandaag het aantal interrupties per termijn beperken tot vier.
Mag ik nog even beginnen met een mooi gedicht? Albert Verwey, was dat geen Tachtiger? Ik dacht het wel. Hij heeft een mooi gedicht geschreven dat heet Europa.
Om van een rots van Afrika te staren
In zee, en zien zoo neevlige verwazing
Als kust van Spanje, en merken met verbazing
Die zilvren zoom achter de blauwe baren, –
En in één droom Europa rond te varen,
't Blauw Hellas langs, langs Erins groene grazing,
En de IJszee door en 's Noors ijzen verglazing,
Daar 't staal dat staroogt met de pool wil paren: –
Zoo met zijn ziel te omvatten als op kaarten
D' oogen doen, 't werelddeel van kust en kapen,
't Gekarteld voorgebergt en 't lang schiereiland,
Maakt me als een reuzenstandbeeld dat de vaarten
Ziet in het inland die daar veilig slapen,
't Beboomde land en 't glinsterende weiland.
Ja, zo deden ze dat vroeger, meneer de minister-president. Albert Verwey was dat.
Ik geef graag het woord aan de eerste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Emiel van Dijk van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Het woord is aan hem.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dank u wel, voorzitter. In heel Europa waait een wind van verandering. Partijen die fors minder immigratie en asiel willen en de belangen van hun eigen mensen verdedigen, zijn bezig aan een opmars. Dat geeft hoop. Hoop dat we het tij kunnen keren, want de afgelopen jaren zijn we steeds verder de EU-fuik in gezwommen zonder dat de burger iets gevraagd is. Deze verkiezingen voor het Europees Parlement zijn dan ook historisch. We staan op een keerpunt. Dit is de kans op een politieke ommezwaai waarbij alles mogelijk is. Dat hebben de Tweede Kamerverkiezingen, waarbij de Partij voor de Vrijheid veruit de grootste partij werd, ons al laten zien. De komende EP-verkiezingen gaat het dan ook over de volgende vragen. Kiezen we voor nog meer gelukszoekers of zetten we Nederlanders op één? Willen we ongebreidelde EU-integratie of beschermen we de Nederlandse soevereiniteit? Kortom, kiezen we voor meer geld naar Brussel of voor meer geld voor de Nederlanders?
Voorzitter. Dit debat gaat niet alleen over de toekomst van de Europese Unie, maar het is ook een terugblik. Met de aanstaande verkiezingen in zicht zouden we ook kunnen reflecteren op de afgelopen vijf jaar, vijf jaar van betutteling, vijf jaar van bemoeizucht en vijf jaar van een ever closer union. De afgelopen jaren zijn we bestookt met verstikkende regelgeving. Denk hierbij aan de Europese Green Deal, CO2-doelen en -heffingen en de energietransitie. Dit zijn allemaal regels die onze boeren, vissers en andere ondernemers keihard raken en de burgers nodeloos op kosten blijven jagen.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Een terugblik? Ik denk dat iedereen vandaag vooral bezig is met wat er de komende jaren nou gaat gebeuren. Er is net ...
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik ben nog niet klaar met mijn tekst.
De heer Paternotte (D66):
Oké. Ik heb toch alvast een vraag. Er is een coalitieakkoord gepresenteerd. Ik weet niet of de heer Van Dijk daar wat over gaat zeggen, maar daarin staat dat de vier partijen zeer kritisch gaan zijn wat betreft de toetreding tot de Europese Unie.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Zeker.
De heer Paternotte (D66):
De vraag is wat dat betekent voor de toetreding van Oekraïne. Kan Oekraïne toetreden tot de Europese Unie?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Als u het akkoord heeft gelezen, kunt u zien dat het ervan afhangt of er niet gemarchandeerd gaat worden met de Kopenhagencriteria. Dat is nu in elk geval niet aan de orde.
De heer Paternotte (D66):
Dat het afhangt van de Kopenhagencriteria is altijd zo bij toetreding. Daar is ook niemand in deze zaal het mee oneens. Maar begrijp ik goed dat Oekraïne kan toetreden tot de Europese Unie als men over twee of drie jaar voldoet aan de Kopenhagencriteria?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Op basis van dit hoofdlijnenakkoord, dat gaat leiden tot een regeerakkoord, zal door de ministersploeg worden besloten hoe daar tegen die tijd mee wordt omgegaan. Maar ik zie daarvoor ruimte.
De heer Paternotte (D66):
Oké. Dat is goed nieuws. Ik zag ook dat de nieuwe coalitie graag wil dat Nederland een korting van 1,6 miljard op de bijdrage aan de Europese Unie krijgt. Dat is natuurlijk door een aantal eerdere coalities ook al eens gezegd. Mijn vraag is: waar moet dat geld vandaan komen? Waar moet het van af?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dat is heel makkelijk. Dat wordt gewoon niet aan de Europese Unie gegeven. We geven nu meer dan 10 miljard per jaar. Dat wordt straks gewoon 1,6 miljard minder.
De heer Paternotte (D66):
Dat snap ik, maar de Europese Unie is niet een soort gat waar je geld in stopt. Die geeft geld uit aan bijvoorbeeld steun voor Oekraïne, investeringen in innovatie en wetenschap, en landbouwsubsidies; daar steekt trouwens de Europese Unie het meeste geld in. Waar gaat het van af?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dat wordt straks bij de onderhandelingen over het nieuwe MFK besloten. Dat kan ik hier niet zo zeggen. Dat snapt u zelf ook wel. Die onderhandelingen beginnen als de Europese Commissie het nieuwe voorstel heeft gepresenteerd. Ik begrijp dat dat in juni 2025 komt. Vervolgens gaan de onderhandelingen over dat MFK alvorens het in 2028 van kracht gaat zijn. U weet dat dat een heel getouwtrek is gezien alle landen die ermee moeten instemmen. Ik kan me dus niet voorstellen dat we daar nu al afspraken over gaan maken. We zijn nog niet eens dit jaar door. Om dan al te beginnen over 2028 en te praten over waar die 1,6 miljard vandaan moet komen, lijkt me een beetje voorbarig.
De voorzitter:
Ik had afgesproken: vier interrupties. Die heeft u nu gehad. Zullen we het aantal verhogen tot zes? Dan heeft u er nog twee. Maar dan ga ik mijn regel alweer …
De heer Paternotte (D66):
Voor dit debat?
De voorzitter:
Nee, per termijn.
De heer Paternotte (D66):
Ah, oké.
De voorzitter:
Nee, zo gek gaan we het niet maken. Zullen we dan nog van twee interrupties van u genieten en zullen we dat dan voor iedereen laten gelden?
De heer Paternotte (D66):
Ja, voorzitter, maar ik ben even wat verbaasd door de totale vaagheid. Als je met 1,6 miljard euro bijvoorbeeld een lagere zorgpremie of een lager eigen risico wil gaan betalen, dan heb je op z'n minst toch wel een idee van waar dat vandaan moet komen? Dan zeg je niet: dat moet uit de onderhandelingen komen. Dan heb je zelf toch wel een idee van waar dat vandaan moet komen? Ik hoor van de heer Van Dijk wat betreft helemaal niets.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dat is niet aan mij. Er ligt een hoofdlijnenakkoord. Straks gaat een nieuw kabinet daar een regeerakkoord van samenstellen. Ik ga daar nu geen voorschot op nemen. Ik ga daar dus niet op in.
De voorzitter:
Prima. U continueert.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Voorzitter. Het kan toch niet zo zijn …
Betrapt! De premier zit filmpjes te kijken. Ja, ja, ja!
De voorzitter:
Een vraag van de heer Klaver desondanks.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik geef de minister-president volkomen gelijk! Zou ik ook willen doen.
U zegt: dat is niet aan mij. Even voor de goede orde: u verdient hier meer dan een ton. Het is wel uw taak. U zit in die fractie. U wordt hier ruim betaald voor het werk dat u hier doet. Het is wel uw taak. U bent lid van die fractie. U heeft een coalitieakkoord goedgekeurd en wij stellen hier vragen over wat daarin staat. U heeft langer de tijd gehad dan wij om dat te bekijken. U heeft ermee ingestemd, dus u komt er echt niet mee weg als u zegt: ja, daar ga ik niet over; dat is aan Brussel. Daarom heb ik ook nog een vraag aan u.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Het is heel simpel.
De voorzitter:
De heer Klaver is bezig een vraag te stellen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Als het heel simpel is, hoor ik graag de antwoorden. De hele internationale paragraaf beslaat één pagina. Dat is dus vrij overzichtelijk en toch wordt er veel te grabbel gegooid. Maar er is niks afgesproken over steun aan Oekraïne, over financiële steun aan Oekraïne. Wat betekent dit? Gaat de PVV de komende jaren het steunen als er extra geld nodig is voor Oekraïne?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Als u het akkoord heeft gelezen — u geeft aan dat u dat heeft gedaan — dan ziet u dat daarin staat: financiële steun, materiële steun, militaire steun, humanitaire steun. Daarover ligt er een akkoord. De details moeten uitonderhandeld worden door het nieuwe kabinet. Dat ga ik hier niet staan doen; dat heb ik al gezegd.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Uw partij heeft zes maanden onderhandeld.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dus?
De voorzitter:
Nee, nee, de heer Klaver is met een interruptie bezig en die moet hij kunnen doen zonder gestoord te worden. En ik verzoek de heer Klaver om via de voorzitter te spreken.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Met genoegen, voorzitter. Er is een halfjaar onderhandeld. Ik heb deze woorden ook gelezen, maar ik begin meestal bij de financiële bijlage. Woorden zijn leuk, maar wordt er ook geld voor uitgetrokken? Nul euro. Er is geen geld uitgetrokken voor steun aan Oekraïne. Mijn vraag is als volgt. Als het nodig is dat daar meer geld naartoe gaat — dat gaat gelijk over miljarden, want militaire steun is duur — steunt de PVV dat dan?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik val in herhaling. Zoals ik al gezegd heb: op basis van het akkoord dat hier ligt, gaat een nieuw kabinet een regeerakkoord maken. Zij gaan hierin keuzes moeten maken. Wij hebben hier onze handtekening onder gezet, dus wij steunen alles wat binnen deze afspraken valt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, via u zou ik willen zeggen: ga werken voor uw geld.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik sta hier voor ...
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ga werken voor uw geld! Het kabinet doet allerlei voorstellen, maar ik heb geen debat met het kabinet. Er ligt een regeerakkoord of een coalitieakkoord ...
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Er ligt geen regeerakkoord.
De voorzitter:
De heer Klaver is aan het woord. Laat hem even uitpraten.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Er ligt een coalitieakkoord dat wordt gesteund door de fracties die hier zitten. Daar heeft u gisteren over vergaderd. Daar heeft u mee ingestemd.
De voorzitter:
Daar heeft de heer Van Dijk mee ingestemd.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Daar heeft de heer Van Dijk mee ingestemd. Via u, voorzitter, zeg ik: ga werken voor uw geld. Wij stellen hier vragen over wat dit betekent. Ik vraag niet wat de regering gaat doen. Ik vraag wat de heer Van Dijk gaat doen. Wat gaat de PVV-fractie doen als er een voorstel van de regering komt waarin staat dat er meer geld naar Oekraïne moet? Steunt u dat dan of steunt u dat niet? Dat is een hele simpele vraag.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Het antwoord is heel simpel. Er ligt hier een hoofdlijnenakkoord. Dat wordt straks uitgewerkt door een nieuwe coalitie, door een nieuwe regering. Ik ga over mijn eigen antwoorden. De heer Klaver kan daar een beetje lopen mekkeren ... Dat wordt straks uitgewerkt in een nieuw kabinetsakkoord. Die ministers gaan over de invulling van wat hier op papier is afgesproken. Ik werk heel graag voor mijn goede inkomen. Daarom sta ik hier ook om dit soort vragen te beantwoorden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. Ik concludeer dat er op deze vraag maar één antwoord mogelijk was: ja, wij gaan dat steunen. Op de vraag of wij het gaan steunen als er extra geld nodig is voor Oekraïne verwacht ik van iedere coalitiepartij maar één antwoord en dat is: ja. Door deze vraag niet te beantwoorden is mij heel veel helder geworden. In deze uiterst onzekere tijden, waarin er een oorlog woedt op ons continent, durft de grootste coalitiepartij niet volmondig te zeggen: als er extra financiële steun nodig is voor Oekraïne, dan gaan wij dat steunen. Dit is zorgelijk. Dit is een regelrechte bedreiging voor de veiligheid van Nederland.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Hartstikke mooi.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dit best ingewikkeld. Er ligt een akkoord, maar niet van het kabinet. Dit akkoord is van de fracties. Dit is uw akkoord. Het is niet van een toekomstig kabinet. U mag hierop bevraagd worden. U moet hierop bevraagd worden. Als in het akkoord staat dat Nederland een constructieve partner is van de EU, dan is het aan u, zeg ik via de voorzitter, om de vraag te beantwoorden wat dat voor de PVV betekent, want u heeft hiermee ingestemd. U kunt niet verwijzen naar een kabinet dat er nog niet is. Zij gaan een akkoord maken. Dat is hun akkoord, maar dit akkoord heeft u gesteund. Mijn vraag is: wat betekent het voor de PVV als u instemt met teksten zoals "Nederland blijft een constructieve partner binnen de EU"? Wat betekent dat voor de PVV, ook in het licht van het begin van uw betoog?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Het betekent wat het betekent, zoals het op papier staat. Wij blijven een constructieve partner. Ik ga dat verder niet afkaderen. Ik laat dit over aan een nieuw te vormen kabinet. Dat is heel duidelijk gemaakt. Dit is een hoofdlijnenakkoord. Een nieuwe regering gaat straks met een ministersploeg bepalen hoe hier uitvoering aan wordt gegeven. Ik wil die mensen de ruimte geven. Ik neem aan dat u dat begrijpt. Maar dat neemt helemaal niet weg dat alles wat hier op papier staat ... Zoals de heer Klaver zei ... Hij is even weg. O, nee. Zoals de heer Klaver zei: er is zes maanden over onderhandeld. Er is dus goed over nagedacht. Ik ga hier nu niet verder over uitweiden, hier kanttekeningen bij plaatsen of de kaders verkleinen. Ik geef de ruimte aan de nieuw te vormen kabinetsploeg om daar invulling aan te geven, maar onze handtekening staat hieronder. Ik neem aan dat het u tevreden stemt dat wij hier onze handtekening onder hebben gezet en dat wij ons dus constructief opstellen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dat een mooie zin. Ik vind het jammer dat ik hier een interruptie aan moet wijden, maar ik ga dat toch doen. Is de heer Van Dijk het met mij eens dat dit akkoord niet van het kabinet is, maar mede van u en van alle PVV-Kamerleden? Bent u het ermee eens dat dit uw akkoord is?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ja.
De heer Ceder (ChristenUnie):
In dat kader lijkt het mij heel redelijk dat, als ik u een vraag stel, ik u in dit democratische huis kan bevragen om onze democratische controle uit te oefenen. Wij hebben een simpele vraag. Wat betekent voor de PVV die ene zin? U zegt dat u daar zes maanden over heeft kunnen onderhandelen en dat u daar goede gedachten bij heeft. Ik snap dat er een kabinet gaat zijn dat vervolgens iets gaat uitwerken, maar daar vraag ik niet naar. Wij zijn hier om een debat met elkaar te voeren — het zal een lange dag zijn. Nederland is benieuwd naar wat de PVV vindt, ook omdat er een verkiezing aankomt waar er wat op het spel staat. Hoe staat de PVV tegenover een "constructieve rol binnen de EU", waar u gisteravond uw handtekening onder gezet heeft?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik verval in herhaling. Ik vind het allemaal leuk en aardig hoor, maar volgende week is daarover gewoon een debat. Dan krijgt u waarschijnlijk precies hetzelfde antwoord van degene die dan het debat doet. Er is een akkoord op hoofdlijnen afgesloten, waar onze handtekeningen onder staan. Dat is het kader. Het is heel simpel: binnen dat kader wordt straks door een nieuw te vormen kabinet een regeerakkoord uitgewerkt. Ik ga die mensen niet voor de voeten lopen op dit moment door daar allemaal mitsen en maren aan te verbinden. Daar is door de onderhandelaars zes maanden over onderhandeld. Er ligt nu een prachtig akkoord. Ik ga dat niet vernauwen of uitbreiden. Dit is wat het is. Nogmaals, dit is niet een debat over het hoofdlijnenakkoord maar een debat over de Staat van de Europese Unie.
Daar wil ik het bij laten, voorzitter.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Tot slot. Ik vind het jammer en ook zorgelijk dat het in het eerste debat nadat er een akkoord ligt — een debat dat nota bene over de EU gaat; we hebben hier vandaag Europarlementariërs op bezoek om het over de EU te hebben — niet lukt om de PVV te bevragen over wat zij vindt van de EU in het licht van het akkoord dat zij gisteren gesloten heeft. Dat is niet aan de woordvoerder van het debat volgende week; dat is ook aan u als woordvoerder EU. Ik vind het jammer dat we het gesprek over wat dat betekent voor de EU hier niet kunnen voeren. Ik wil mijn collega verleiden om daar toch wat meer uitspraken over te doen, omdat ik denk dat Nederland daar recht op heeft.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik vervolg mijn betoog, voorzitter. Het kan toch niet zo zijn dat 450.000 Nederlanders in verborgen voedselnood verkeren, terwijl in Brussel de begroting alleen maar blijft stijgen? Meer dan 10 miljard euro per jaar kost deze ongein. De nu al buitensporige salarissen worden ondertussen gewoon verder verhoogd, terwijl het aantal Brusselse ambtenaren gestaag blijft toenemen. Tegelijkertijd verhuist het Europees Parlement maandelijks nog steeds van Brussel naar Straatsburg. Waarom eigenlijk? Pure kostenverspilling die blijk geeft van totale minachting richting de mensen die zij pretenderen te vertegenwoordigen.
Voorzitter. De Europese Unie ontwikkelt zich in rap tempo tot een geopolitieke unie, waarbij Nederland zich als vazal onderdanig opstelt tegenover de broodheren in Brussel. Niet meer, als het aan de PVV ligt. Wij willen geen Europese superstaat, en zullen er dan ook keihard aan werken om de EU van binnenuit te veranderen. Wij willen een fors lagere EU-begroting, zoals ons ook beloofd is na de brexit, en geen Nederlands belastinggeld meer naar gezamenlijke schulden of fondsen, of die nu binnen of buiten de EU-begroting worden opgetuigd.
Economische samenwerking met andere landen is voor ons belangrijk, maar alleen met behoud van nationale soevereiniteit en identiteit. Maar wat buiten de economische samenwerking nog veel belangrijker is, is dat we zorgen voor fors minder asielaanvragen in Nederland. Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld moeten in beginsel in hun eigen regio worden opgevangen. Economische migranten moeten linea recta worden teruggestuurd naar het land van herkomst of doorreis. Onze inzet is een zeer restrictief migratiebeleid en daarmee fors minder asielaanvragen in Nederland. Wij willen weer zelf kunnen bepalen wie ons land binnenkomt en wie blijft. Ik ben dan ook enorm blij met de afspraak om een opt-out op het gebied van asiel en migratie bij de Europese Commissie aan te kondigen.
De PVV ziet vele risico's in de expansiedrift van de ongekozen eurocraten in Brussel. Volgens de eurofielen moet de EU steeds groter en machtiger worden, ongeacht de gevolgen. Het wordt tijd dat er aan die trend een einde komt. Het wordt tijd dat we gaan handelen in het Nederlands belang. Wij zijn dan ook klaar om samen te werken met gelijkgestemden in het Europees Parlement, voor meer soevereiniteit en een pas op de plaats. Wij zijn klaar om Nederland en de Nederlanders weer op één te zetten in de Europese Unie.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Klaver van de fractie van GroenLinks-PvdA.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
"Journalisten zijn tuig van de richel." "Ons rechtssysteem is slechter dan dat van Noord-Korea." "Dit is een nepparlement." "Een hoofdoek is een kopvod, en daar moet een belasting op komen." "Moskeeën in dit land gaan we dichtmetselen." "En minder Marokkanen, dat willen we ook." De leider van de PVV is, als enige in dit parlement, veroordeeld voor groepsbelediging. Tegen de collega's van NSC, VVD, BBB en PVV zeg ik: gefeliciteerd met dit PVV-kabinet. Ik hoop dat jullie er trots op zijn. Ik hoop ook dat jullie echt geloven dat dit is wat Nederland op dit moment nodig heeft. Ik denk het niet. Ik denk dat hier een historische vergissing wordt begaan.
We zien trouwens op allerlei plaatsen in Europa dat centrumrechts denkt dat het verstandig is om extreemrechtse partijen naar binnen te trekken en om met ze te regeren, om daarmee te laten zien dat het allemaal wel meevalt of dat ze fouten gaan maken en ze daarmee buitenspel te zetten. Dat zal een historische vergissing blijken.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Ik wil even een opmerking maken over het continu rondslingeren van de woorden "radicaal-rechts" en "extreemrechts". Er wordt een klimaat geschapen. Politici in andere landen worden aangevallen. Ik zou de heer Klaver willen vragen om daar een beetje blijk van te geven en geen klimaat te scheppen waarin dit soort aanvallen kunnen plaatsvinden. Hou alstublieft op met "radicaal-rechts" en "extreemrechts" zeggen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Het zou grappig zijn, als het niet om te huilen was, dat de PVV hier naar voren loopt om te vragen of ik wil stoppen met het scheppen van een klimaat waarin agressie kan ontstaan en waarin mensen tegen elkaar worden opgezet. Serieus? Dat is het verdienmodel van uw partij, meneer Van Dijk, zeg ik via de voorzitter. Dat is het verdienmodel van de PVV. En u gaat mij hier vertellen dat ik de PVV niet "radicaal-rechts" zou moeten noemen? Ik noem het beestje gewoon bij de naam. Dat is wat jullie zijn; dat is wat jullie internationale vrienden zijn. Deze partijen kiezen ervoor om daar hier in het parlement mee samen te werken. Een historische vergissing! We zien het op heel veel plekken in Europa.
Mijn grootste zorg op dit moment, of het nou gaat over de PVV in dit parlement, over de AfD in Duitsland, of over al die andere rechts-radicale krachten in Europa, is dat er ofwel rechtstreekse banden met het Kremlin zijn, ofwel dat het useful idiots zijn, die propaganda van het Kremlin verspreiden. Dat is een directe bedreiging voor onze nationale veiligheid. De taal die hier wordt uitgekraamd door de PVV-fractie is de taal die ook rechtstreeks vanuit het Kremlin komt. Dat is gevaarlijk. Op ons continent woedt een oorlog en NSC, VVD en BBB denken dat het dan verstandig is om met zo'n partij een kabinet te gaan vormen. Dat is pure ondermijning van onze nationale veiligheid. Er zijn geen afspraken gemaakt over de steun aan Oekraïne. Zojuist stelde ik de vraag: wat als er extra geld moet worden uitgetrokken om Oekraïne te steunen? Daar is maar één antwoord op mogelijk: ja. Maar ook de collega's blijven nu al zitten. Je mag niet accepteren van een coalitiepartij, en zeker niet van de grootste, dat die niet gewoon ronduit ja zegt als er extra geld nodig is. Dat zal er moeten komen.
Ik heb ook zorgen over de strategische onafhankelijkheid die Nederland wil.
De voorzitter:
Als u wil interrumperen, moet u echt bij de interruptiemicrofoon gaan staan, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
De heer Klaver kent het standpunt van ons als CDA over het kabinet dat er nu zit en het regeren met de PVV. Wij delen ook de zorgen als het gaat om de opkomst van extreme partijen in Europa, die inderdaad de solidariteit ondermijnen. Tegelijkertijd wil ik via de voorzitter ook het volgende aan de heer Klaver vragen. We zien de polarisatie; we zien de verdeeldheid in de samenleving. We delen allemaal de zorgen daarover. Maar wat gaat GroenLinks-PvdA er zelf aan doen om die polarisatie tegen te gaan? Welke voorstellen en welke toon in het debat zouden eraan kunnen bijdragen om mensen in Nederland toch te laten zien dat verdeeldheid en het mensen naar de flanken toe jagen niet helpt? Er moet samenwerking in het midden gezocht worden. Wat gaat GroenLinks-PvdA daar zelf aan doen? Hoe kunnen we die polarisatie en verdeeldheid gezamenlijk, met het CDA en hopelijk alle andere partijen hier, stoppen?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Samenwerking in het midden? Altijd toe bereid! Dat is ook de grote trendbreuk. Uiteindelijk is dit land altijd ergens vanuit het midden geregeerd. Dat was soms meer naar rechts hangend en soms meer naar links hangend, maar altijd — laat ik het zo zeggen — door krachten in het parlement die de feiten serieus nemen en die, hoezeer je ook van mening kan verschillen ... Ik zou willen zeggen: de constructieve krachten. Dat is ook de trendbreuk. Wij zullen altijd zoeken naar meerderheden in dit parlement, om ervoor te zorgen dat we dit land verder vooruithelpen. Dat hebben we altijd gedaan en dat zullen wij ook blijven doen. We zullen de hand blijven uitsteken naar partijen die dat ook willen. Maar één ding ga ik niet doen en dat is doen alsof de PVV een normale partij is. Het is radicaal-rechts en dat zal ik altijd blijven benoemen. Ik vind de normalisering die ik denk waar te nemen in onze samenleving en ook hier in het parlement, gevaarlijk. Ik doel op de gedachte dat dit een normale manier van regeren is en dat het normale standpunten zijn. Dat vind ik niet alleen nu; dat heb ik altijd gevonden en dat zal ik ook altijd blijven zeggen.
De heer Van Campen (VVD):
Als de heer Klaver zich verzet tegen de manier waarop we hier met elkaar omgaan, of de manier waarop sommige partijen dat doen, dan moet mij ook het volgende van het hart. Ik heb er moeite mee dat hij, als het gaat om de steun voor Oekraïne, mijn fractie woorden in de mond lijkt te leggen door te zeggen: fracties blijven liggen wanneer ik hen uitdaag tot het bieden van financiële, morele en humanitaire steun voor de strijd die Oekraïne voert. Ik kan de heer Klaver verzekeren dat er voor de VVD geen twijfel over is dat we de steun aan Oekraïne die nodig is om zich te kunnen verdedigen, zullen blijven bieden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Daar heb ik ook geen twijfel over. Dat heb ik ook helemaal niet gezegd. Ik heb nul twijfel over de positie van de VVD als het gaat over de steun aan Oekraïne. Ik sprak u aan op iets anders. Ik stelde de PVV-fractie de volgende vraag. Als er extra financiële steun nodig is voor Oekraïne, gaat u die dan geven? Ik kreeg een warrig antwoord. Maar er is maar één antwoord mogelijk op die vraag, en dat is: ja. Deze nieuwe combinatie heeft het over een extraparlementair kabinet en zegt dat we iets anders gaan zien. Ik had verwacht dat er hier drie fracties, met de VVD voorop, waren opgesprongen, naar voren waren gelopen en hadden gezegd: wacht eens heel even, nu u met ons in dit kabinet zit, verwachten wij dat u gewoon ja zegt op deze vraag. U bleef zitten, en daar heb ik op gewezen.
De heer Van Campen (VVD):
De heer Klaver zal in de bijdrage die ik namens mijn fractie zal uitspreken, horen hoezeer onze fractie blijft staan voor de steun aan Oekraïne. Dat was hiervoor zo, dat was voor gisteren zo, en dat zal morgen zo zijn.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voor de goede orde zeg ik even het volgende tegen de heer Van Campen. Ik heb nul twijfel over de opstelling van de VVD-fractie op dit punt. In alle eerlijkheid: de afgelopen jaren heeft u ten aanzien van Oekraïne precies gedaan wat wij ook wilden; daar trekken we samen in op. Daar zit mijn zorg niet. Herhaalt u dat dus straks vooral in uw bijdrage, zeg ik tegen meneer Van Campen. Mijn zorg zit ergens anders. Daar zit een fractie, de grootste coalitiefractie, die dat niet zegt, en die coalitiefractie wordt niet aangesproken. Daar zit mijn zorg en daar gaat de heer Van Campen niet op in.
De heer Van Campen (VVD):
Hoe mooi, krachtig en waardevol is het dan dat in een democratie, in een democratisch parlement, de meerderheid altijd bepaalt hoe het in een land gaat. Dat was zo en dat zal ook vandaag en morgen zo zijn.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Even voor de goede orde. Er is zes maanden onderhandeld over een regeerakkoord. Als er één kerntaak is van een kabinet — we hebben dat deze premier toch vaak horen zeggen en dat deel ik — dan is het dit land veilig houden. Dan mag ik toch hopen dat er in dat regeerakkoord afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop wij dit land veilig houden. De grootste existentiële bedreiging voor de veiligheid in Nederland is momenteel wat Poetin in Rusland aan het doen is. Dat betekent dat onze steun er niet alleen op papier moet zijn, maar ook in materiële zin. De grootste fractie hier in het parlement, uw nieuwe beste vriend hier in uw coalitie, weigert te zeggen dat die financiële steun er komt. Dan moet u mij hier niet bevragen; dan zou u moeten opspringen en tegen de PVV-fractie moeten zeggen: "Dit kan niet. Wij verwachten dat u ja zegt tegen iedere financiële steun die nodig is." Dat heb ik de heer Van Campen niet zien doen en dat baart me zorgen.
De heer Van Campen (VVD):
Zoals gezegd bepalen 76 zetels de meerderheid in dit parlement. De heer Klaver kan in het coalitieakkoord lezen dat de steun voor Oekraïne onverminderd groot blijft, op de manier en volgens de systematiek die we afgelopen twee jaar ook hebben gehanteerd. Hij kan daar ook in lezen dat we streven naar de NAVO-norm van 2%, of dat de inzet op investeringen in defensie van ten minste 2% onverminderd overeind blijft staan. Er is een krachtige paragraaf op het gebied van defensie. Er is een krachtige paragraaf over Nederland als constructieve partner in de Europese Unie. Ik heb er vertrouwen in dat dat nodig is om dit continent en dit land veilig te houden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Over die 2% naar de NAVO: dat is hartstikke goed; dat vinden wij ook. We moeten zorgen dat we die norm halen. Maar de steun aan Oekraïne moet niet daaruit komen. Dat zou onze eigen krijgsmacht hier namelijk ondermijnen, en dat moeten we niet doen. Als het gaat over een krachtige Europese partner: serieus? Wat was het? O ja. We moeten de EU-afdrachten verminderen met 1,6 miljard. We gaan terugonderhandelen over ongeveer alles wat er op landbouw aan de hand is, waar we al twintig jaar over aan het terugonderhandelen zijn. Ze zien ons aankomen. Op ontwikkelingssamenwerking wordt 2,6 miljard bezuinigd, om nog maar te zwijgen over wat er staat over Israël en Palestina, over onderzoeken of de ambassade verplaatst zou moeten worden naar Jeruzalem. De internationale positie van Nederland wordt volledig ondermijnd met dit akkoord. Dat is ontzettend knap, want één A4'tje gaat over internationale veiligheid. In één A4'tje weet deze nieuwe coalitie de internationale positie van dit land, dat zorgvuldig is opgebouwd door onder andere deze minister-president van VVD-huize, gewoon bij het grofvuil te zetten.
De heer Kahraman (NSC):
De heer Klaver probeert een hoofdlijnenakkoorddebat te voeren. Dat is prima; dat is zijn recht. Ik stoor me wel een beetje aan het frame. Volgens mij heeft de heer Klaver het hoofdlijnenakkoord gelezen. Daarin staat echt klip-en-klaar: we blijven Oekraïne steunen. Dat werd zelfs door de heer Van Dijk uitgesproken. Dan zegt u: ja, maar u zet er geen geld tegenover. Nee, het huidige kabinet heeft al voor dit jaar, volgend jaar en het jaar daarop miljarden gereserveerd. Die zitten in de begroting. Die zijn niet weggehaald. Dat geld is dus gereserveerd. Het mooie van een extraparlementair kabinet is: hier ligt het mandaat. Hier bepalen we welk geld waarnaartoe gaat. Ik hoop dat ik u straks aan mijn zijde krijg als we meer geld nodig hebben. Dat geld is namelijk al gereserveerd voor de komende twee jaren. Ik hoop dat ik u als GroenLinks-Partij van de Arbeid aan mijn zijde heb om mee te stemmen voor dat extra geld.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Oké. Even bij het begin beginnen. Er wordt gedaan alsof een extraparlementair kabinet bijzonder is omdat we daarmee in het parlement bepalen wat er gaat gebeuren en met welke meerderheid. Ik heb nieuws voor u: dat is altijd zo. Het budgetrecht ligt bij de Tweede Kamer, welk stickertje je ook op het kabinet plakt. Extraparlementair … De fracties hebben er gewoon mee ingestemd. Het is gewoon een meerderheidscoalitie. Ik vind het prima. Ik ben er niet eens op ingegaan. Ik heb het geen onderdeel van mijn bijdrage gemaakt, omdat het me niet uitmaakt hoe u het noemt. Voor de NSC-fractie is het blijkbaar van cruciaal belang om dit "een extraparlementair kabinet" te noemen, maar de fracties hebben gisteren vergaderd en hebben ingestemd. Dit is een coalitieakkoord dat gedragen wordt door vier fracties die een meerderheid hebben. Er ligt hier een meerderheidsakkoord. Een meerderheid in het parlement besluit altijd, want het budgetrecht ligt bij de Tweede Kamer, altijd. Wat u nu doet, is de omgekeerde wereld. U heeft een halfjaar onderhandeld. Wat u nu zegt, is eigenlijk: …
De voorzitter:
Wat de heer Kahraman nu zegt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
"Ik ben aan het bidden dat de fractie van D66 en de fractie van GroenLinks-PvdA, als dat nodig is, extra uitgaven voor Oekraïne willen steunen, want ik weet niet zeker of de PVV dat gaat doen." Ik vind ten principale dat je bij een regering die gesteund wordt door vier partijen die een coalitieakkoord hebben gesloten, geen akkoord kan sluiten zonder dat er een hard commitment is voor extra geld voor Oekraïne. Dat is er niet en nu staat u hier al met: willen jullie dat dan alsjeblieft, alsjeblieft wel steunen?
De heer Kahraman (NSC):
Ik vind het echt geweldig. Het is een hoofdlijnenakkoord. We hebben geprobeerd om op een aantal punten afspraken te maken, zodat we wel duidelijk een richting aangeven. Daarom heet het "een hoofdlijnenakkoord", maar ik hoor de heer Klaver bijna zeggen: u had op alle onderwerpen alles dicht moeten tikken en dan hadden wij als Kamer lekker … Ik moet eerlijk zeggen dat ik het niet netjes vond dat u zei: "Ga werken voor uw geld". Emile van Dijk is hier gewoon bij elk debat. Dat u dat uitspreekt, is aan u.
De voorzitter:
Dat de heer Klaver dat uitspreekt.
De heer Kahraman (NSC):
Sorry, voorzitter. Dat de heer Klaver dat uitspreekt, is aan de heer Klaver zelf. Wat wilt u? Wilt u dat de Kamer straks mee gaat sturen in een nieuw kabinet dat straks komt? Of wilt u dat alles dicht is getikt?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik wil dat u zich een klein beetje beperkt tot de feiten. Dat zou echt heel fijn zijn. Ik heb niet gezegd dat alles dicht moet zijn getikt. Ik heb één heel specifiek punt aangegeven met betrekking tot de steun aan Oekraïne. Ja, voor de komende twee jaar heeft dit kabinet met onze steun geld uitgetrokken. Hartstikke goed! Ik ben buitengewoon precies in de woorden die ik kies. Als er extra geld nodig is buiten wat er voor de komende twee jaar staat … Ik hoop dat deze coalitiepartijen ervan uitgaan dat dit kabinet vier jaar blijft zitten. Na twee jaar is dat geld op. Dan moet er meer geld zijn. De vraag die ik heb gesteld, is of de PVV het besluit over dat extra geld dan gaat steunen. Wat ik vind, is dat dat had moeten worden opgeschreven. Niet alleen voor twee jaar maar voor de hele kabinetsperiode had dat geld moeten worden ingevuld. Kom echt niet bij mij aan met "een regeerakkoord op hoofdlijnen met lekker inspraak voor de Kamer". Op dit specifieke punt wil ik dat er een regering is die initiatief toont en dat er coalitiepartijen zijn die hier alles op steunen, alles. Tot slot over de ruimte die er is voor de Kamer: die ruimte is er altijd, want het budgetrecht ligt bij de Tweede Kamer. In al die jaren dat ik hier zit, heb ik altijd voorstellen gedaan voor wijzigingen van de begroting. Soms lukte het om dat voor elkaar te krijgen en soms niet. Doe dus niet alsof de wereld volstrekt anders is. Dit is een meerderheidskabinet. Er komen voorstellen vanuit een meerderheidscoalitie. Er komen straks voorstellen vanuit een kabinet. Die zullen wij beoordelen, maar de kern van wat hier aan de hand is, is uiteindelijk dat NSC, BBB en VVD, die zeggen Oekraïne te willen steunen, een akkoord hebben gesloten met de PVV, die weigert uit te spreken dat ze extra geld voor Oekraïne altijd, maar dan ook echt altijd zal accorderen. Dat is kwalijk en ik neem u allen kwalijk dat u daarmee heeft ingestemd.
De voorzitter:
Het debat over het hoofdlijnenakkoord vindt volgende week woensdag plaats. Vandaag gaat het over de Staat van de Europese Unie.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter …
De voorzitter:
Ik hoop de trein weer een beetje op de rails te krijgen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nee, voorzitter. Nee, met alle respect: wat betreft het hoofdlijnenakkoord zou ik kunnen ingaan op de zorg, op de sociale zekerheid, op 130 kilometer per uur rijden of op stikstof. Ik doe dat niet, want dit is niet het moment daarvoor. Dit gaat over de Staat van de Unie. Dit gaat over hoe de Europese Unie ervoor staat en wat de positie van Nederland daarin is. Daarin is de positie van Oekraïne tamelijk cruciaal. Ik vind het dus zeer terecht dat we hierover debatteren. Dit past echt binnen de scope van dit debat.
De heer Tuinman (BBB):
Ik ben door de heer Klaver toch wel een beetje teleurgesteld en ook wel verward. Hij heeft het over het feit dat er geopolitiek een kanteling in de wereldorde heeft plaatsgevonden. Ik ben zelf nota bene met hem in Oekraïne geweest. Hij heeft het hier over een hoofdlijnenakkoord en over initiatief nemen. Er zijn toevallig een aantal partijen die initiatief hebben genomen. Weet u hoe dat heet? Initiatiefwet. Minimaal 2%. Er is een partij die dat niet ondertekent. Zijn dit holle frasen of is dit de grote Klavershow?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Geen van beide.
De heer Tuinman (BBB):
Wat is dan de reden dat u de wet voor de minimale 2% niet ondertekent? Ik heb u bij de talkshows gezien en daar vertelde u dat we in de wet moesten vastleggen dat de NAVO met 0,25% ondersteund moet worden. Wat is de reden dat u nu niet overweegt om, net als de SGP, met uw fractie te zeggen dat u dit gaat ondersteunen? Nu kan het nog. Dat is tenslotte wat uw grote voorman in de verkiezingscampagne ook zei.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp volgens mij niet helemaal het punt, maar ik ga proberen rustig uit elkaar te trekken wat hier allemaal wordt gezegd. Allereerst heb ik een voorstel gedaan om 0,25% van het bbp voor tien jaar niet toe te zeggen aan de NAVO, maar aan steun voor Oekraïne. Ik heb een pleidooi gedaan om dat voor alle Europese landen te laten tellen. Waarom is dit bedrag gekozen? Door een instituut in Estland is berekend dat dit bedrag nodig is om Oekraïne de oorlog te laten winnen. Ik wil dit vastleggen, om de reden waarom we dit debat hier nu hebben. Wij hebben ons gecommitteerd aan die 2%. Wij houden ons daaraan vast en wij hoeven dat niet per se in een extra wet vast te leggen. Wij hebben dat wel gedaan. En ik zie dat er een brede meerderheid is in dit parlement die dat wil. Ik maak me om de steun voor Defensie in Nederland dan ook geen zorgen. Daar is brede politieke overeenstemming over. Ik maak me wel zorgen om de concrete steun aan Oekraïne. We kunnen wel 2% aan Defensie geven, maar ik hoop dat de heer Tuinman het met mij eens is dat we dat geld niet allemaal naar Oekraïne moeten brengen. Dus ja, er moet 2% naar Defensie in Nederland en daarbovenop is het nog nodig dat we Oekraïne steunen. I rest my case, zou ik willen zeggen, vandaag met dit debat. De grootste coalitiepartij weigert hier uit te spreken dat ze Oekraïne altijd zullen steunen en dat ze al het extra geld dat daarvoor nodig is altijd zullen accorderen. Dat is precies waar ik bang voor was. Dat is precies de reden dat ik dat wél hard wilde vastleggen. Ik vreesde er namelijk voor — en het is gebeurd — dat er drie partijen in het kabinet stappen zonder hier keiharde afspraken over te maken. Dat is de reden.
De heer Tuinman (BBB):
Dan verzoek ik de heer Klaver toch om dat akkoord nog een keer goed te lezen. Wat er namelijk in staat, is dat vier partijen, elkaars hand vasthoudend, hebben besloten om financiële, politieke en militaire steun aan Oekraïne te geven zolang dat noodzakelijk is en whatever er noodzakelijk is. Ik begrijp dus niet waarom de heer Klaver hier elke keer een punt van weet te maken. Ik kan niet anders dan concluderen dat het toch een Klavershow is.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Waarvan akte. Kijk, wat ik altijd als eerste lees — en dat zou ik iedereen hier aanraden — is de financiële bijlage. Ga naar de financiële bijlage die bij de mooie woorden hoort. Ik maak toch even een klein uitstapje, voorzitter. BBB is ontzettend trots dat er weer ov-lijnen en buslijnen komen in de regio. Fantastisch. Daar ben ik ook voor; echt hartstikke mooi. Maar ik kijk nooit als eerste naar de mooie woorden. Ik bekijk eerst of er geld voor wordt uitgetrokken. In dit akkoord is dat nul euro. Hetzelfde geldt voor een zinnetje over Oekraïne financieel, materieel en humanitair steunen. Dat is een prachtig zinnetje. Dat zinnetje is gratis, maar het echt doen, kost klauwen met geld en in de financiële bijlage staat daar helemaal niks over. Als je de PVV daar niet op vastlegt, dan gebeurt het gewoon niet. Daar hebben jullie het gewoon laten lopen. Dat is waar ik jullie op aanspreek. Meneer Tuinman, geloof me: ik heb het van a tot z gelezen. Ik wil met liefde over alle onderwerpen spreken, maar dit is wat er is gebeurd. De PVV heeft gewoon zijn handen vrij als het gaat over Oekraïne. Ik vind dat gevaarlijk.
De heer Tuinman (BBB):
Wat ik gevaarlijk vind, en dat is wat de heer Klaver hier doet, is polariseren. We hebben een heel deel van de samenleving, een meerderheid, dat achter deze vier partijen staat. Om dat deel elke keer weg te zetten als "jullie doen nu even niet mee" vind ik een heel kwalijke zaak.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Even stoppen met huiliehuilie. U wegzetten alsof u nu even niet meedoet? Dat slaat natuurlijk nergens op. Er is zojuist een coalitieakkoord gesloten; de BBB doet hartstikke mee. Ten tweede, ja, deze coalitie heeft een meerderheid. Maar gaat deze meerderheid nu tegen de oppositie, de minderheid dus, zeggen dat ik een beetje moet dimmen en wat minder stevig moet zijn omdat een meerderheid dit nou eenmaal wil? Meneer Tuinman, we leven in een democratie. Er vindt hier een levendig debat plaats. Tot de laatste snik zal ik hier, in dit parlement, strijden voor mijn idealen. Daarnaast zal ik het kabinet blijven bestrijden, omdat ik denk dat dit nieuwe kabinet een regelrechte bedreiging is voor onze nationale veiligheid vanwege alle punten die ik zojuist heb genoemd. Het past een meerderheid absoluut niet om hier een oppositiepoliticus aan te spreken met "kan het misschien een onsje minder, want wij hebben wel de meerderheid". Dat past niet. Ik zal me daarop ook nooit inhouden. Nooit.
De heer Van Campen (VVD):
Ik vind het treurig, want dit is mijn vierde interruptie, maar ik vind het van wezenlijk belang om te interrumperen omdat het gaat over de noodzakelijke steun voor Oekraïne. De strijd die daar wordt gevoerd, is niet alleen een strijd van Oekraïne en de Oekraïners. Dat is een strijd die gaat over onszelf en onze eigen vrijheid. Ik zou de heer Klaver erop willen wijzen dat alle steun die Oekraïne de afgelopen jaren is geboden ook buiten bestaande kaders ging en in de papieren liep. Laat de heer Klaver de zinsnede lezen zoals die staat opgenomen in het coalitieakkoord. We doen whatever it takes, wat nodig is, om Oekraïne zich te laten verdedigen. Daar zullen we elkaar hier in de Kamer aan houden. Daar zullen we elkaar in onze samenwerking aan houden. Maar we weten niet wat er morgen nodig is. De Oekraïners kunnen bij de uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien in de toekomst altijd rekenen op een luisterend oor van Nederland. De VVD in deze coalitie staat ervoor dat we de nodige steun bieden — ik heb het over militaire, humanitaire en financiële steun — om hen hun strijd te laten voeren.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Mijn zorg zit helemaal niet bij de VVD-fractie. Mijn zorg zit bij de grootste coalitiefractie, die zich verschuilt achter woorden en zegt: nee, dit moet allemaal uit worden onderhandeld door de ministers. Die fractie durft niet het simpele antwoord te geven dat zij een eventueel voorstel, als dat hier komt, zullen steunen met al het geld wat nodig is. Dat antwoord is er niet gekomen. Ik zou bijna een wedervraag willen stellen. Ik mag hopen dat dit de rode lijn voor de fractie van de VVD is. Als de PVV niet instemt met extra steun voor Oekraïne, is dat dan de rode lijn die niet overschreden mag worden?
De heer Van Campen (VVD):
Ik heb een correctie. Ik hoop dat de heer Klaver nu luistert, want dat zou helpen in het debat. Ik sprak niet namens de VVD; ik sprak voor de coalitie. We zullen elkaar daaraan houden. De heer Klaver kan die zinsnede zo lezen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik zie dat de heer Van Campen zich de coalitie al heel snel eigen heeft gemaakt, gezien hij nu al namens de coalitie spreekt.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dan gaan we door. Ik zag ook in het coalitieakkoord staan dat er een aantal kerncentrales komt. Ik ga niet uitgebreid spreken over deze kerncentrales, hoewel dat overigens wel heel interessant zou zijn. Daar zouden we echt een boom over kunnen opzetten. Mij gaat het echter om het volgende, namelijk om de brandstof die nodig is voor deze kerncentrales. Er is eerder al een uitgebreid sanctiepakket gekomen, maar ik maak mij daar toch echt zorgen over. Nu richt ik me tot de minister van Buitenlandse Zaken. We zien dat de Russische economie eigenlijk nog te goed presteert. Met alle goede bedoelingen die er zijn, betekent dit dat het sanctiepakket niet effectief genoeg is. En dat betekent weer dat we dat moeten uitbreiden. Daar wordt over gesproken en daar ben ik heel blij mee. Ik heb een aantal suggesties daarvoor. Wat mij betreft zouden we de directe import van lng moeten aanpakken. Die moet ook op de lijst komen. De maximale prijs die we betalen voor een vat olie, moet ook omlaag. Maar het gaat me vooral om uranium. Dat staat niet op de sanctielijst. Dat staat op geen enkele sanctielijst en dat vind ik zorgelijk, omdat we zien dat het Russische bedrijf dat uranium produceert, onwijs veel winst hierop maakt. Het is een belangrijke bijdrage aan de Russische economie. Ik wil absoluut geen debat voeren over de wenselijkheid van kerncentrales of niet. Daar gaat dit niet over, maar ik hoop dat we het er met elkaar over eens zijn dat de kerncentrales in Nederland en in de rest van Europa niet op uranium uit Rusland moeten draaien. Ik vind dan ook echt dat we op dat vlak stappen moeten zetten en dat uranium op de sanctielijst moet komen.
Daarin staan we overigens niet alleen. In Amerika is daar al een initiatief op genomen door de regering-Biden. Daar hebben ze hier de afgelopen jaren aan gewerkt om ervoor te zorgen dat ze niet langer afhankelijk zijn. Ik vind het eigenlijk onacceptabel om te zien dat 22% van het uranium dat in Europa gebruikt wordt — ik geloof dat het in Nederland 17% is — nog steeds afkomstig is uit Rusland. Ik zou de minister echt willen vragen om hierop te reageren. Wil zij zich ervoor inspannen dat dit op de lijst komt te staan? Kan zij ook aangeven wat de capaciteit is als het gaat om uranium, als die extra centrales zouden worden gebouwd? Uit welke andere delen van de wereld zouden we dan uranium kunnen halen?
Voorzitter. Ik heb nog één minuut en dus kom ik tot een afronding. Het meeste is behandeld. Ik maak me grote zorgen. Ik maak me grote zorgen over het kabinet. Ik maak me zorgen over de internationale positie van Nederland. Ik heb me jarenlang zorgen gemaakt over het huidige kabinet, maar ik ga dat nog missen, want ik maak me zorgen over het kabinet dat eraan gaat komen. Ik maak me er inmiddels zorgen over dat dit kabinet gaat vertrekken.
De voorzitter:
Het wordt allemaal opgeschreven, meneer Klaver. Dit wordt allemaal genoteerd, hè.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Dat mag absoluut worden opgeschreven, want dit is misschien ook wel het laatste debat dat ik heb met deze minister-president, terwijl we dat de afgelopen veertien jaar regelmatig met elkaar hebben gehad. We zijn het buitengewoon vaak oneens met elkaar. De minister-president is ook regelmatig heel gemeen tegen mij in debatten. Dat is geheel wederzijds, overigens. Maar dat gebeurt altijd vanuit wederzijds respect en altijd vanuit het idee dat we dit land vooruit moeten helpen, waarbij we heel goed weten waar de politieke verschillen zitten, maar waarbij we er altijd op gericht zijn om er constructief uit te komen. Ik zal de debatten met de minister-president missen. Ik wil hem ook bedanken voor wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan. Ik wijs erop dat dat de manier van politiek bedrijven is waar ik in geloof voor Nederland.
De heer Boswijk vroeg mij hoe ik het voor me zie en wat het politieke midden betekent. Wat gaat GroenLinks/PvdA daaraan bijdragen? Het politieke midden betekent niet dat we het altijd met elkaar eens zijn. Sterker nog, de verschillen zijn heel groot. Het politieke midden betekent dat je de wil hebt om elkaar op te zoeken, om binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat te komen tot oplossingen die dit land beter maken. Dat zullen wij altijd blijven doen. Degenen die een gevaar zijn voor dat midden en voor die democratische rechtsorde, zullen we altijd bestrijden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Chahim. Hij is lid van de Europese fractie van de Partij van de Arbeid, maar hij spreekt ook namens de fractie van GroenLinks aldaar, begrijp ik. Als ik het verkeerd zeg, moet u mij rectificeren.
De heer Chahim (EP/PvdA):
U heeft het heel goed.
De voorzitter:
Ah, zie je wel!
De heer Chahim (EP/PvdA):
De heer Klaver spreekt namens de fractie GroenLinks-PvdA en ik spreek namens GroenLinks én de PvdA. Is dat oké?
De voorzitter:
Nu snap ik het weer.
De heer Chahim (EP/PvdA):
Ja, het is allemaal heel ingewikkeld.
Voorzitter. Net, voordat we het debat begonnen, kwam de minister-president en hij vertelde dat het natuurlijk heel erg bijzonder is wat we hier aan het doen zijn. Eén keer per jaar staat de Tweede Kamer stil bij de Staat van de Europese Unie. Eén keer per jaar hebben we een debat over wat we met Europa moeten. Ik moet eerlijk zeggen: zo bijzonder is het niet. Er zijn meerdere lidstaten die dit gewoon maandelijks doen en veel vaker in gesprek gaan met hun Europarlementariërs, aan de ene kant om verantwoording af te leggen en aan de andere kant gewoon om Europa dichter bij de mensen te brengen. Het resultaat is dat in dat soort landen Europa niet zomaar de schuld krijgt en mensen gewoon snappen dat wíj Europa zijn. Europa maakt geen regels die ons overkomen. Het is geen onzichtbare hand die ons dingen oplegt. Wij, en zeker de minister-president, hebben een enorm grote invloed.
Vandaag zei iemand dat we aangekomen zijn bij een keerpunt. Ik denk dat dat wel klopt: een keerpunt waarbij we de rechtsstaat en onze reputatie in Europa aan het afbreken zijn. Ik vind dat wel zonde. Juist Nederland staat erom bekend dat het staat voor de internationale rechtsorde en de rechtsstaat heel hoog heeft zitten.
Nu gaan we in zee met de broer van Orbán, zeg ik dan. Gisteren had ik een debat met de VVD, met een zeer gewaardeerde collega, die aangaf dat hij het heel erg moeilijk vindt dat er partijen zijn als de PVV die in het Europees Parlement nergens aan meewerken. Daar stoorde hij zich heel erg aan. Hij vindt dat verschrikkelijk. Maar de VVD gaat wel in zee met diezelfde partij. Wat betekent dat dan voor de toon van de Nederlandse overheid in de Raad? Gaan we daar ook constant dwarsliggen? Gaan we dan ook, net als Orbán, Europa van binnenuit afbreken, verzwakken? Je kan wel dat ongemak hebben, maar dat is de realiteit waarmee we te maken hebben. Je hebt dat ongemak. Dat spreek je uit. Je haalt je schouders op en gaat over tot de orde van de dag. Ik stoor me daar echt heel erg aan. We zien dat overal in Europa radicaal-rechts aan de macht komt en mensen erop achteruitgaan. Vraag het aan de vakbonden in Finland, waar het stakingsrecht wordt beperkt. Vraag het aan de vrouwen in Polen. Vraag het aan journalisten in Italië en Hongarije. Zo kan ik een hele tijd doorgaan.
Het kabinet hier heeft het dan over "baas in eigen bedrijf". Baas in eigen bedrijf betekent dus: werknemers uitknijpen. Het betekent praten over bestaanszekerheid en tegelijkertijd het wettelijk minimumloon terugdraaien. Ik krijg het echt niet uitgelegd. Wat zijn we nu aan het doen? Wat betekent het om Europa te versterken? Europa is het beste antwoord dat we hebben om mensen te beschermen tegen grote technologiebedrijven uit de VS, maar ook tegen autocraten zoals Poetin. 1,6 miljard beknibbelen op de Europese begroting betekent beknibbelen op innovatiegeld, beknibbelen op de Green Deal en beknibbelen op ons concurrentievermogen. We moeten onze bedrijven — ik heb het over de havens van Amsterdam en van Rotterdam, en ook over Chemelot — juist mee laten gaan in de energietransitie. We moeten groene banen creëren en bestaande banen opbouwen. Wat kun je meer verzinnen om de bestaanszekerheid van mensen juist te versterken?
Voorzitter. In de wereld van vandaag moeten we schouder aan schouder staan met iedereen die de democratie en rechtsstaat beschermt, binnen en buiten Europa. We moeten Europa versterken en een vuist maken tegen autocraten die dit ondermijnen, ook binnen en buiten Europa. Een sterk Europa maakt Nederland niet zwakker maar juist sterker. Hoe eerder we dat hier in Den Haag doorhebben, hoe beter dat is voor onze veiligheid, de toekomst van onze industrie en de leefbaarheid van ons land.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Tot op de seconde nauwkeurig. We gaan luisteren naar de heer Van Campen van de fractie van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Meneer de voorzitter. Afgelopen januari ging ik mijn 35ste levensjaar in. Dat maakt mij een onbetwiste millenial. Mijn geboortejaar, 1990, was beslist een belangrijk jaar, want op de eerste dag van 1990 vierden meer dan 200.000 West- en Oost-Duitsers Nieuwjaar bij de Brandenburger Tor, die in december was geopend. Een maand later besloot de Amerikaanse president Bush sr. Om het aantal Amerikaanse en Sovjet-Russische militairen te verlagen tot 195.000 aan weerszijden. Als absoluut hoogtepunt stemde het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie toe om het eenpartijstelsel op te geven, de opmaat naar het uiteindelijke uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
Voorzitter. Het leek een opmaat naar de eenentwintigste eeuw waarin conflict en confrontatie tot het verleden zouden gaan behoren. Als klein jongetje hing ik aan de lippen van mijn oma wanneer zij vertelde over de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Net als de overgrote meerderheid van Nederland groeide ik op in vrijheid, waarin oorlog iets van vroeger of heel ver weg was. In dat perspectief hadden we, wellicht naïef, nooit kunnen bevroeden dat onze onveiligheid vandaag de dag juist in die twee historische momenten hun oorsprong vinden. De cruciale westerse samenwerking van NAVO en Europese Unie zijn de doodsangst van Poetin, die volken naast zich moet dulden die in vrijheid en veiligheid willen samenleven.
Voorzitter. Met nietsontziende agressie kiest Poetin ervoor om zijn volk een schim uit het verleden voor te houden. Poetin moet en zal zijn minderwaardigheidscomplex botvieren op onze manier van leven. De Russische terreur waarmee het Oekraïense volk al tien jaar te maken heeft, verplicht ons iedere dag tot het bieden van alle noodzakelijke steun die nodig is om de Russische agressor terug te dringen achter de Oekraïense grenzen. Nederland kan dat niet alleen. Nederland doet dat ook niet alleen. Als liberalen omarmden wij de Europese samenwerking voorheen misschien lang in het belang van markt en munt, maar vandaag de dag worden we er iedere dag weer mee geconfronteerd dat juist de Europese samenwerking onze vrijheid, onze veiligheid en onze welvaart waarborgt. Die samenwerking houdt Poetin buiten de deur en vereist op een aantal punten zelfs verdere Europese integratie.
Voorzitter. Polen brengt dit jaar zijn defensiebestedingen op 4% van het bbp. Hoewel de NAVO voor de VVD natuurlijk de hoeksteen van onze verdediging blijft, is de veiligheid onder de Amerikaanse verdedigingsparaplu ook niet langer vanzelfsprekend. De Unie zal het been moeten bijtrekken op het gebied van strategische veiligheid en autonomie. Allereerst moeten alle Europese lidstaten daarvoor aan de 2%-NAVO-norm voldoen. Dat vereist meer wapen- en munitieproductie, een harmonisering van wapensystemen door Europese lidstaten. Langjarige orders aan Europese wapenproducenten versterken het investeringsklimaat voor deze bedrijven. Ook de afhankelijkheid van China voor kritieke grondstoffen maakt ons kwetsbaar.
Voorzitter. In twintig jaar tijd groeide de Unie uit tot een unie van 27 soevereine lidstaten, door een grote uitbreiding met onder meer de Baltische staten, Hongarije en Slowakije. Met name de relatie met die laatstgenoemden voelt soms bijzonder ongemakkelijk. Hongarije is een stoorzender; het schendt de rechtsstaat. Poetin kijkt begerig naar het uitbreiden van zijn invloed in landen als Servië, Bosnië en Georgië. Het is in ons welbegrepen eigenbelang dat we deze landen stevig aan de borst drukken, dat we voorkomen dat Poetin nog verder voet aan de grond krijgt op het Europees continent. Voortgang bij het toetredingsproject, "strict and fair", helpt om deze landen gecommitteerd te houden aan het Westen. Voordat volledige toetreding plaatsvindt, zou op andere belangrijke onderwerpen ook al samenwerking gezocht kunnen worden. Denk aan afspraken op het gebied van migratie. Denk aan afspraken op het gebied van groene groei en de aanpak van georganiseerde misdaad.
Voorzitter. Niet alleen landen buiten de Europese Unie moeten bij de les gehouden worden. Het is niet uit te leggen dat we de hoogste democratische en economische eisen stellen aan nieuwe toetreders, maar bestaande EU-landen laten wegkomen met rechtsstatelijk vandalisme. We willen dat er voldoende instrumenten zijn om deze landen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Dit is niet alleen in het belang van de EU-burgers, maar ook in ons belang. Zwakke rechtsstaten kunnen namelijk gevoelig zijn voor ongewenste buitenlandse beïnvloeding. Wij willen dat de artikel 7-procedure sneller kan worden ingezet.
Tot slot, voorzitter. 1990 leek het jaar van de opmaat naar een vrije democratische wereld, gestoeld op liberale waarden. Die oneindige vrijheid bleek een illusie. Poetins agressie laat vandaag zien dat de strijd voor vrijheid en veiligheid nooit mag verslappen. Het is een strijd die we als klein, maar sterk land niet alleen kunnen voeren en waarvoor we samenwerking zullen moeten blijven zoeken, zoals we dat na de Tweede Wereldoorlog deden en zoals we dat zullen blijven doen in de strijd tegen Poetin.
Dank u, voorzitter.
De heer Boswijk (CDA):
Van de ene 35-jarige aan de andere 35-jarige: waren we maar eerder geboren, dan hadden we wellicht heel veel kunnen voorkomen.
De heer Van Campen (VVD):
Ja!
De heer Boswijk (CDA):
Ik hoor hier …
De voorzitter:
Gaat u met een motie komen?
De heer Van Campen (VVD):
Dat zal mijn moeder leuk vinden.
De heer Boswijk (CDA):
Ik hoor hier woorden die mij uit het hart zijn gegrepen: de 2% als een absolute bodem en niet als een plafond. Ik hoor meer Europese samenwerking als het gaat over defensie en veiligheid enzovoort enzovoort. Ik hoor de heer Van Campen ook over landen die nog geen lid zijn stevig tegen de borst aandrukken en uit de invloedssferen van Rusland en China houden. Daar ben ik het allemaal mee eens, maar ik lees hier ook in het hoofdlijnenakkoord dat Nederland zeer kritisch staat tegenover verdere uitbreiding van de Europese Unie en dat er moet worden voldaan aan de Kopenhagencriteria. Mijn vraag aan collega Van Campen is: hoe is dat anders dan het standpunt van het huidige demissionaire kabinet? Is dat niet gewoon hetzelfde?
De heer Van Campen (VVD):
De conclusie laat ik trekken door de heer Boswijk zelf. Laat ik daarbij zeggen dat de VVD niet een taboe zal zetten op verdere uitbreiding, maar dat de toetreding van landen natuurlijk wel volgens de juiste stappen moet plaatsvinden. Ik vind het recente debat dat we hebben gevoerd over de positie van Bosnië en Herzegovina daarvan een heel belangrijk voorbeeld, waarin we aan de ene kant zien dat daar zaken spelen die het land nog lang niet klaarmaken voor de daadwerkelijke toetreding, maar waarvan we ook de geopolitieke noodzaak zien om het land in onze eigen invloedssfeer te houden. Ik denk dat de heer Boswijk de zin zoals die staat opgenomen in het akkoord zo mag lezen. Dat zullen we blijven doen.
De heer Boswijk (CDA):
We zien dat wij in de Europese Unie soms negatiever zijn over de Europese Unie dan de landen eromheen. Lees Oekraïne, maar ook vandaag de dag natuurlijk Georgië, waar mensen massaal de straat op gaan en waar mensen hun toekomst juist ook zien in de Europese Unie. Collega Van Campen refereerde even aan het debat dat we een aantal weken geleden hebben gehouden. Dan concludeer ik eigenlijk dat de lijn die door een groot deel van de Kamer, waaronder de VVD, uiteindelijk is gekozen duidelijk anders is dan de lijn van bijvoorbeeld NSC. Kan ik dan concluderen dat de lijn die de VVD destijds heeft gekozen uiteindelijk ook de lijn is geworden van deze nieuwe coalitie?
De heer Van Campen (VVD):
De conclusie laat ik aan de heer Boswijk, maar ik kan hem garanderen dat we ieder land dat stappen zal zetten streng, dus strikt zullen houden aan de voortgang daarop. Er zal voldaan moeten worden aan de Kopenhagencriteria, waarbij er onderhandelingsraamwerken kunnen worden geopend en de discussie op eindeloos veel hoofdstukken heel fel gevoerd wordt tussen de Commissie en het betreffende land zelf. Maar uiteindelijk, als een land daadwerkelijk kán toetreden en voldoet aan de eisen die wij met elkaar zo hoog stellen, zal je ook fair moeten zijn en de uiteindelijke laatste stap moeten zetten om toetreding van een land te accepteren.
De heer Dassen (Volt):
Ik ben het helemaal met de heer Van Campen eens dat op dit moment een van de grote bedreigingen voor de Europese Unie de agressie van Poetin is. Het is goed dat wij ons daar als Kamer altijd voor ingezet hebben. Maar er is ook nog een andere dreiging voor de Europese Unie en dat is de opkomst van extreemrechts en radicaal-rechts. Ik ben benieuwd of de heer Van Campen dat met mij eens is.
De heer Van Campen (VVD):
Volgens mij is het nooit verstandig en goed als ideologieën radicaal zijn. Dus ik neig dat met de heer Dassen eens te zijn.
De heer Dassen (Volt):
Dan is de logische vervolgvraag natuurlijk, waar de heer Van Campen en zijn fractie gisterenavond naar buiten zijn gekomen en in een coalitieakkoord, in een meerderheidskabinet zijn gestapt met de extreemrechtse, radicaal-rechtse PVV …
De heer Van Campen (VVD):
Ja, dat dacht ik al. Die zag ik aankomen.
De voorzitter:
Ik wil hier even ingrijpen. De heer Dassen stelt nu dat de PVV een extreemrechtse partij is en dat is een vergelijking met het nationaalsocialisme, en dat gaat mij zes stappen te ver.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, wat een onzin! Sorry, hoor, maar als je als partij jarenlang rechters hier verdacht hebt lopen maken, als je journalisten tuig van de richel noemt en als je tegen hele groepen die in Nederland wonen en die gewoon Nederlanders zijn, kwetsbaren in de samenleving, eigenlijk zegt dat ze er niet bij horen, dan ben je gewoon een rechts-radicale partij.
De voorzitter:
Dat is heel wat anders. Ik vind echter niet dat we fracties of leden van de Staten-Generaal voor extreemrechts moeten gaan uitmaken.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb een punt van orde.
De voorzitter:
Ik wil even een reactie van de heer Dassen hierop hebben, als hij dat wil.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, ik ben het absoluut niet eens met wat u hier zegt. En ik vind het ook heel raar dat u mij op deze manier eigenlijk het woord wil ontnemen …
De voorzitter:
Ik ontneem u niet …
De heer Dassen (Volt):
… of dat u aangeeft dat ik dit niet mag aangeven. Volgens mij is heel duidelijk wat de PVV al jaren is, namelijk een extreemrechtse partij. Dat is vanwege de uitlatingen die zij zelf hebben gedaan en dat is dus niet vanwege wat ik ervan gemaakt heb.
De voorzitter:
Nee, maar …
De heer Dassen (Volt):
Als we dat hier niet meer in het parlement met elkaar mogen benoemen, dan wordt het toch wel heel erg benauwend, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, maar ik zie het als een nazivergelijking en ik vind niet dat we dat hier moeten doen. Extreemrechts is een nazivergelijking.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb hier toch echt een punt van orde.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb toch echt een punt van orde. Ik vind eigenlijk dat u hier over de schreef gaat als voorzitter in de wijze waarop u hierover spreekt. Ik heb u er, in de tijd dat u nu Voorzitter bent, nooit op aangesproken, maar u hebt zelf boeken geschreven waarin u vergelijkingen met de jaren dertig en bijvoorbeeld de sociaaldemocraten en wat er allemaal zou zijn gebeurd, niet heeft gemeden. Ik vind het dus echt ongepast dat u collega Dassen op deze manier hierop aanspreekt. Wij mogen echt zelf weten op welke wijze wij hier politieke partijen benoemen. Ik vind dit echt buiten de orde. Ik hoop ook dat het bij deze keer blijft.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Ik wil er toch op wijzen dat extreemrechts niet per definitie meteen een nazivergelijking is. AfD en Front National zijn toch wel degelijk extreemrechtse partijen. Die worden ook door iedereen als extreemrechts bestempeld, niet alleen door mij maar ook al jarenlang door de pers. Ik wil toch wel het punt maken dat ik echt wel onderscheid maak tussen wat collega Dassen net zei en een vergelijking met een nazi-ideologie of wat dan ook. Ik denk ook niet dat de heer Dassen dat ooit heeft bedoeld.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. "Onze musea zijn in handen van extreemlinks." Was getekend, Martin Bosma, in een WGO in de Tweede Kamer op 27 december 2020. Als u hier nu zegt dat "extreemrechts" niet gebruikt mag worden terwijl u zelf aan de lopende band "extreemlinks" heeft gebruikt, neemt u een verkeerde afslag. Ik stel voor dat u dat terugneemt en dat we verdergaan met het debat.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Paternotte. Ik vind dat wij als parlementariërs onderscheid moeten kunnen maken tussen rechts en extreemrechts, ook om gedachtegoed op een goede manier te kunnen duiden en benoemen. Ik ben het dus niet eens met uw voorstel.
De voorzitter:
Nou, ik heb geen voorstel gedaan. Ik heb alleen gewezen op het gebruik van deze term. Dat is het enige wat ik heb willen zeggen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Er wordt een voorstel gedaan door de heer Paternotte dat u dat terugneemt. Ik zou dat zeer waarderen.
De voorzitter:
Nee, ik neem dat niet terug. Het is mijn standpunt dat ik … De vorige Voorzitter, mevrouw Bergkamp, heeft ook constant een punt gemaakt van nazivergelijkingen. Ik denk dat ze daar zeer gelijk in had, omdat het een verloedering is van het debat. Ik handhaaf dat graag. Ik doe graag een beroep op de gewaardeerde collega's om die terminologie niet te gebruiken in de richting van andere leden van de Staten-Generaal. Dat is het enige pleidooi dat ik wil houden. Voor de rest is het aan u om daarmee akkoord te gaan of niet, maar ik heb het punt willen maken.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dat is onacceptabel. U bent de onafhankelijke Voorzitter. Tot nu toe heeft u dat, zoals iedereen hier heeft gezegd, echt goed gedaan. U gaat hier gewoon over de schreef. U schuift een collega namelijk in de schoenen dat hij een nazivergelijking maakt. U zegt dat we extreemrechts niet extreemrechts zouden mogen noemen. In Duitsland heeft zojuist een rechter gezegd dat AfD, een van de bevriende partijen van de PVV, wel degelijk extreemrechts genoemd kan worden. U trekt zichzelf nu in een debat waar de Voorzitter van de Tweede Kamer niet in zou moeten zitten. Als u echt vindt dat de heer Dassen hier nazivergelijkingen maakt, dan moet u ingrijpen. Dan moet hij zijn woorden terugnemen. Dat moet u het schrappen; dan moet u maatregelen nemen. Dat is niet het geval. U gaat hier over de schreef, voorzitter, en ik vind dit niet acceptabel.
De voorzitter:
Hm.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Neem het alstublieft terug, in het belang van dit instituut, in het belang van de positie van de Voorzitter van de Tweede Kamer.
De voorzitter:
Nee, dat doe ik niet. Maar als de heer Dassen hierbij duidelijk wil maken dat voor hem de term "extreemrechts" niet een nazivergelijking is, dan hoor ik dat met plezier. Dan zou ik dat bijzonder waarderen.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, dat is niet het probleem. U legt mij deze woorden in de mond en dat vind ik onacceptabel, want ik heb dat nooit gezegd. U maakt die vergelijking nu zelf. Dan kunt u nu toch niet tegen mij gaan zeggen dat ik me daarover moet gaan verantwoorden?
De voorzitter:
Nee, u hoeft zich niet te verantwoorden.
De heer Dassen (Volt):
Dat is toch van de zotte? U moet aangeven dat u het niet zo bedoeld heeft. U moet zeggen dat u het terugneemt en dat u mij deze vergelijking in de mond legt.
De voorzitter:
Nee, dat is niet het geval. Maar in het spraakgebruik wordt met "extreemrechts" veelal bedoeld "het nationaalsocialisme". Dat vind ik zeer kwalijk …
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter, dit is echt onzin. Ik wilde de heer Van Campen vragen om een document dat zijn partij zelf mede heeft ondertekend, waarin continu wordt gesproken over "extreemrechts". Deze vergelijking is dus zo ontzettend scheef. Ik vind het eigenlijk ook echt aanmatigend dat ik door u op deze manier wordt weggezet.
De voorzitter:
Ik heb mijn punt willen maken en ik blijf daarbij. It is what it is.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik ben het met de heer Klaver eens. Het is tot nu hartstikke goed gegaan. We hebben een hele goede Voorzitter van de Tweede Kamer. Maar als je nu tegen een Kamerlid zegt dat de term "extreemrechts" niet mag worden gebruikt, terwijl je zelf hebt gezegd dat je nazi's extreemlinks vindt — dat heeft de heer Bosma gezegd — en je zelf aan de lopende band de term "extreemlinks" hebt gebruikt, dan is dat geen geloofwaardige opstelling van een voorzitter. Dat kan niet. Daarmee blokkeer je het debat en het gebruik van termen waarvan nota bene rechters zeggen dat je die prima mag gebruiken. In het belang van het parlementair debat en omdat het wel geloofwaardig moet blijven wat we hier in het parlement doen, stel ik voor dat de heer Bosma hier zegt dat je de term "extreemlinks" mag gebruiken — dat doet hij zelf aan de lopende band — en de term "extreemrechts" ook. Dat is het enige wat geloofwaardig is.
De voorzitter:
Nee, ik zal dat zeker niet doen. U zegt dat bepaalde woorden niet gebruikt mogen worden; dat is niet het geval. Als u die wilt gebruiken, is dat prima, maar niet in de zin dat u een fractie of een lid van de Staten-Generaal als zodanig kenschetst. Dat is een enorme verruwing. Dat is ook de lijn van de vorige Voorzitter, die dat punt eerder heeft gemaakt. Ik stel dus voor dat we collega's niet als extreemrechts gaan wegzetten. Maar u mag … Ik heb verder geen sanctiemogelijkheden en ik doe verder geen voorstellen. Het is aan u om zich daar al dan niet iets van aan te trekken. Dat is het punt.
De heer Paternotte (D66):
Ik zie een collega van de NSC-fractie bij de interruptiemicrofoon staan, voorzitter. Die fractie had ik nog niet gehoord over de vrijheid van spreken hier in het parlement. Ik stel voor dat we hem ook even de kans geven om iets te zeggen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik vind dat dit een redelijk gênant gehalte begint te krijgen. Als ergens de vrijheid van meningsuiting geldt, is dat in deze zaal. Dat geldt ook voor allerlei typeringen. Je moet daar heel voorzichtig mee zijn. Ondertussen helpt het als we echt op zoek zijn naar een inhoudelijk debat — dat hoorde ik zowel gewoon links als gewoon rechts zeggen — niet om elkaar te beschuldigen van extremiteiten. Laten we dus alsjeblieft teruggaan naar de orde van dit debat, elkaar heel scherp bevechten op de inhoud en echt het debat met elkaar zoeken.
De voorzitter:
Prima. We gaan luisteren naar …
De heer Boswijk (CDA):
Het gebruik van de woorden "extreemlinks" of "extreemrechts" is volgens mij niet het probleem. Het probleem is dat collega Dassen "extreemrechts" gebruikt en dat dat wordt uitgelegd als nazivergelijking. Dat is, denk ik, het probleem.
De voorzitter:
Ik denk dat alle punten inmiddels gemaakt zijn. Na de heer Ceder, die ik nog niet heb gehoord, gaan we luisteren naar de heer Van Campen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dit problematisch, want de voorzitter zegt hier eigenlijk dat wij het woord "extreemrechts" de komende jaren niet mogen gebruiken in de typering.
De voorzitter:
Nee, dat is niet wat ik zeg. Ik vind dat we moeten uitkijken voor een verruwing van het debat. Het debat wordt verruwd als we elkaar, dus andere leden of een fractie van de Staten-Generaal, gaan kenschetsen als extreemrechts. Het woord "extreemrechts" is in de connotatie een referentie aan — lees het allemaal maar — een donkere bladzijde. Dat is niet wat ik wil. Ik denk dat het in ons aller belang is dat we zorgen dat er zo weinig mogelijk sprake is van verruwing in ons debat.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Sorry, ik was nog niet klaar. Betekent dit dat de voorzitter de komende jaren elke keer gaat ingrijpen op het moment dat er een vergelijking wordt gemaakt of de term extreemrechts wordt toegekend aan een partij of kabinet?
De voorzitter:
Nou ja, ik maak niet noodzakelijkerwijs elke keer hetzelfde punt. Dat zie je ook met spreken via de voorzitter. Soms doe ik dat en soms doe ik dat niet, maar ik heb hier mijn standpunt willen weergeven. Dat is ook het standpunt zoals dat eerder te berde is gebracht.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Een laatste vraag, voorzitter. Geldt dat ook voor de term "extreemlinks"?
De voorzitter:
Nou nee, want die term is in de connotatie anders.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik zeg echt vanuit de grond van mijn hart: doe dit nou alsjeblieft niet. Doe dit het parlement niet aan.
De voorzitter:
Maar ik heb het zojuist gedaan.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. U heeft dit inderdaad gedaan.
De voorzitter:
Ik heb het punt gemaakt. U mag zich er iets van aantrekken of niet.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik ga me er helemaal … Het punt is: wat u hier doet, schaadt het parlement. Dat schaadt de functie van de Voorzitter. Nogmaals, als u dit niet gewoon terugneemt, dan valt u hier keihard door de mand omdat u hier een politieke positie inneemt in plaats van dat u hier het debat aan het leiden bent.
De voorzitter:
Nee.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dit is schadelijk voor het instituut, dit is schadelijk voor de Voorzitter. Ik vind het eerlijk gezegd onacceptabel dat dit gebeurt.
De voorzitter:
Ik heb het zojuist gedaan.
We gaan luisteren naar de heer Van Campen, die zijn bijdrage voortzet. Het woord is aan de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
… die zijn bijdrage heeft afgerond, eerlijk gezegd. Dank u wel.
De voorzitter:
Dan is de volgende spreker de heer Azmani van de fractie van de VVD, maar eerst komt de heer Klaver nog even voor een interruptie.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een vraag over de eenheid in de Europese Unie als het gaat over het buitenlandbeleid. De paragraaf die ik heel erg opvallend vond, was die over Israël en Palestina. Er wordt namelijk gezegd dat de ambassade verplaatst zou moeten worden naar Jerusalem en dat wel de staat Israël wordt erkend, maar eigenlijk niet het zelfbeschikkings- en bestaansrecht van de Palestijnse staat. Erkent de VVD dat wel?
De heer Van Campen (VVD):
De heer Klaver vraagt mij of de VVD de tweestatenoplossing, waarbij … Zeker. Dat is onze lijn, dat was onze lijn en dat zal onze lijn blijven.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Is dat ook afgesproken in het coalitieakkoord? Is dit ook de basis van wat deze regering gaat doen, aangezien dit in alle eerlijkheid de afgelopen jaren de basis is geweest van het buitenlandbeleid van de verschillende regeringen? In 2010 stond dit nog expliciet in het regeerakkoord. Ik vraag dit in de context van dit debat omdat we ons met deze positie lijken te isoleren van wat er gebeurt in de rest van de EU-landen en dit gevolgen heeft voor onze positie in de Europese Unie. Is er dus in het coalitieakkoord afgesproken dat de Nederlandse regering nog steeds staat voor een tweestatenoplossing, die zowel kijkt naar de belangen van Israël als die van de Palestijnen?
De heer Van Campen (VVD):
Wat is afgesproken, staat opgetekend. Maar laat er alstublieft geen twijfel over bestaan dat wat de VVD betreft in het buitenlandbeleid de tweestatenoplossing, waar een veilige Israëlische staat en een levensvatbare Palestijnse staat vreedzaam naast elkaar leven, het uitgangspunt is en zal moeten blijven.
De voorzitter:
De heer Klaver is door zijn interrupties heen. Ja, ik heb tot zes geteld. Het spijt me. De heer Azmani van de fractie van de VVD.
De heer Azmani (EP/VVD):
Voorzitter. Daar wilde ik eigenlijk ook mee beginnen. Het is natuurlijk altijd bijzonder om terug te zijn in de Tweede Kamer, zeker als oud-Tweede Kamerlid, terug in het hart van de Nederlandse democratie. Laat ik allereerst beginnen met het uitspreken van mijn afschuw over de recente geweldsaanslagen tegen politici. Gisteren was natuurlijk de aanslag op premier Fico van Slowakije. We zagen ook vrij recent dat politici in Duitsland met geweld te maken kregen. Geweld heeft geen plaats in onze democratie en ondermijnt ook alles waar we met elkaar voor staan. We bestrijden elkaar met ideeën en woorden, op een, zo benadruk ik, een beschaafde manier, om vervolgens samen onze maatschappij verder te brengen.
Wat mij betreft gaan we het vandaag hebben over de Europese democratie, de Europese Unie en over de staat van de Unie. Voor mij is het eigenlijk heel helder: een sterk Europa houdt Nederland vrij, veilig en welvarend. De VVD zet zich in voor een sterk Europa. In Europa moeten er ook keuzes gemaakt worden. Ik heb maar vier minuten in dit debat. Dit betekent ook dat ik een keuze moet maken. Mijn thema zal dus veiligheid zijn. Ik ga het hebben over hoe een sterk Europa bijdraagt aan onze veiligheid. In een wereld die op haar grondvesten trilt, hebben we houvast nodig. Want of u nu op een nieuwssite, naar het journaal, naar iets anders op de televisie kijkt, of de krant openslaat, alles lijkt onzeker en veel lijkt onveilig.
Poetin is bezig met een brute oorlog in Oekraïne, op maar een paar uur vliegen hiervandaan. Deze grove en nietsontziende oorlog bedreigt ook onze vrijheid. Oekraïne heeft niets gedaan om deze misdaden uit te lokken, niets behalve democratisch en vrij te zijn. De strijd van Oekraïne is ook onze strijd. Nederland draagt hieraan bij en zal hieraan bijdragen, ook dankzij deze Kamer. Daar ben ik jullie dankbaar voor.
In Europa dragen we daar ook aan bij, door sancties, door munitie en door landen die wapens leveren te compenseren. Maar er is meer nodig, dames en heren. We zagen hoe snel de situatie penibel kan worden als de steun voor Oekraïne opdroogt. Als Poetin wint, waar stopt hij dan? Durft u het te zeggen? Ik niet. Ik durf wel te zeggen dat we niet naïef moeten zijn. Dat we Europa moeten versterken heeft ook consequenties voor eventuele uitbreiding van de Unie. Uitbreiding moet de Unie versterken en niet verzwakken. We zien hoe Orbán in Hongarije met zijn chantage de Unie verzwakt en de ontwikkelingen in Georgië zijn een zorg. De pro-Russische regeringspartij in Georgië heeft eerder deze week voor een Poetinwet gestemd, om daarmee de democratische oppositie aan banden te leggen. Al dagenlang protesteert de Georgische bevolking hiertegen. Ik vind dat wij ze moeten steunen.
Georgië wil lid worden van de Europese Unie en in oktober dit jaar zijn daar parlementsverkiezingen. Voor mij is heel duidelijk dat een stem voor deze regering een stap verder weg is van EU-toetreding. Zolang de regering deze Poetinwet niet intrekt, moeten de toetredingsonderhandelingen met Georgië in de diepvries worden gegooid. We mogen Europa niet verzwakken door een ondemocratisch land toe te laten. Als we Europa willen versterken, kunnen we Poetin en zijn vrienden niet belonen. Alleen een sterker Europa houdt Nederland vrij, welvarend en veilig.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste interruptie van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind dat we moeten voorkomen dat dit een debat is waarbij de Europarlementariërs alleen tussendoor hun verhaal houden en niet ook een keer een vraag krijgen. Ik heb een feitelijke vraag, want het is geloof ik de bedoeling dat we feitelijke vragen mogen stellen.
De voorzitter:
Dat geldt voor de Europarlementariërs, ja, dus een feitelijke vraag.
De heer Paternotte (D66):
Ja, ik heb een feitelijke vraag. De heer Azmani waarschuwt in Brussel vaak voor het samenwerken met extreemrechts in Europa. Hij zegt: dat zijn partijen die Europa uithollen. Ik denk dat dat terecht is. De PVV komt bij de ID-groep in het Europees Parlement, met partijen als Vlaams Belang en Alternative für Deutschland. Als de heer Azmani het heeft over extreemrechts, doelt hij dan ook op die ID-groep, dus op de PVV en haar zusterpartijen?
De voorzitter:
Ik vind dit geen feitelijke vraag, maar u heeft hem gesteld.
De heer Azmani (EP/VVD):
Ik vind dit ook geen feitelijke vraag, voorzitter. Het is een politieke vraag, maar dat is aan u, voorzitter. Ik heb er geen moeite mee om de vraag te beantwoorden. Ik zie de VVD in het Europees Parlement samenwerken met partijen die Europa willen versterken en niet met partijen die Europa willen verzwakken, juist in deze tijd, waarin er een oorlog op ons continent woedt en waarin er in Oekraïne gevochten wordt, niet alleen voor hun vrijheid en veiligheid, maar ook voor die van ons. Ik werk vooral samen met partijen in het Europees Parlement als het gaat om het versterken van Europa en niet als het gaat om het verzwakken van Europa.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Kahraman van de fractie van NSC.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter. Ik wil beginnen met een warm welkom aan de Europarlementariërs en een speciaal warm welkom aan de heer Dirk Gotink, onze lijsttrekker voor de Europese verkiezingen. Hij zit dit jaar nog niet naast mij in de bankjes, maar dat zal volgend jaar zeker het geval zijn.
Voorzitter. De boodschap van de Europese vlag staat onder druk, dus het is juist nu onze taak om bij te sturen en om de Europese Unie te hervormen. Ik zal het maar direct zeggen: wij zijn niet een EU-sceptische partij. Wij zien namelijk het belang van de Europese Unie op belangrijke thema's. Nieuw Sociaal Contract is voorstander van een hervormde Europese Unie. We moeten beperken en versterken, beperken als er spijkers op laag water worden gezocht en versterken op belangrijke thema's. Zoals ik aangaf: wij willen een andere Europese Unie. De Unie moet er zijn om problemen op te lossen die landen niet zelf kunnen oplossen.
We moeten beperken wat er in de afgelopen jaren is gebeurd, namelijk dat de soevereiniteit steeds meer is opgeëist door de Europese Unie. We moeten beperken dat de Green Deal heel ver ingrijpt in de klimaat- en energietransitie van Nederland. We hebben niet eens een totaalbeeld van de consequenties en de uitvoerbaarheid. We moeten ook de Europese arbeidsmigratie beperken en de plannen voor de hervorming en financiering van de EU. Daarom vraag ik nogmaals aan de minister-president: waar blijft het rapport van Draghi?
We moeten beperken dat het sociaal beleid wordt vormgegeven vanuit de EU en dat onze financieel kwetsbare mensen moeten meebetalen aan armere Europese landen. Natuurlijk moet Nederland een constructieve partner blijven. Dit betekent alleen niet dat je alles wat in Brussel besloten is, domweg moet accepteren, zeker niet als dat nadelig is voor onze burgers. We kunnen vaker op de rem gaan staan in het belang van Nederland. Maar dit gaat niet als ministers de wens van de Kamer stelselmatig negeren. Denk bijvoorbeeld aan staatssecretaris Van Huffelen, die de wens van de Kamer negeerde door in Europees verband toch in te stemmen met de digitale identiteit. Begin deze week was het weer raak: een meerderheid van de Kamer verzocht om uitstel aan te vragen van de stemmingen over de pandemiewet en om anders tegen te stemmen, maar minister Dijkstra besloot om voor te stemmen. Daarom moet de Kamer meer betrokken worden dan nu het geval is bij nieuwe initiatieven en mandaten voor onderhandelingen.
Voorzitter. Zoals ik aangaf, moete we Europa beperken en versterken. We moeten de Europese samenwerking versterken op het gebied van grote uitdagingen, want dat een goede samenwerking vruchten kan afwerpen, zien we gelukkig na de krankzinnige inval van Rusland in Oekraïne. In korte tijd kwam er humanitaire, politiek en financiële steun voor Oekraïne. Deze onvoorwaardelijke steun aan Oekraïne en aan het thema "vrede en veiligheid" moet in de komende jaren EU-prioriteit blijven en verder geoptimaliseerd worden met gebundelde krachten, niet met een Europees leger, zoals sommige partijen hier in de Kamer willen, maar wel met een gezamenlijk versterking en uitbreiding van de Europese defensie-industrie. Om dit te bekostigen moet er meer geld naar het Europees Defensiefonds. Wat ons betreft kan daarmee begonnen worden door overgebleven gelden uit het coronaherstelfonds voor het EDF te reserveren. Hierbij gaat het specifiek om het giftengedeelte. Hierbij de vraag aan de minister-president hoeveel geld, dat nog gereserveerd is voor subsidies in het coronaherstelfonds, er nog uitgegeven kan worden.
Ook kijkend naar de eenheid van de Europese Unie moeten we een en ander versterken. Onze lijsttrekker voor de Europese verkiezingen, de heer Gotink, zei dat laatst treffend: "Als het over de rechtsstaat gaat, zit er betonrot in de Europese Unie. Er zijn landen die nu lid zijn, maar helemaal niet meer toegelaten zouden worden als ze nu kandidaat-lid zouden zijn." Denk aan het Hongarije van Viktor Orbán. Hij is hard op weg om het land buiten de rechtsstaat te plaatsen."
Voorzitter. Ik sluit af. We moeten terug naar de basis. De EU moet vanaf 10 juni worden beperkt en versterkt. Alleen zo kunnen de grote vraagstukken op het gebied van goed bestuur, bestaanszekerheid en vrede en veiligheid worden opgelost.
De heer Boswijk (CDA):
Ik hoor collega Kahraman zeggen: de EU moet versterkt en beperkt worden. Dat lijkt een beetje in tegenspraak met elkaar. Ik hoor de heer Kahraman ook roepen dat er allerlei geopolitieke uitdagingen zijn. Is de heer Kahraman het met mij eens dat opt-outs dan juist ondermijnend werken, omdat het dan toch weer een beetje ieder voor zich gaat worden, wat uiteindelijk toch de bijl aan de wortel van de Europese solidariteit zet? Hoe ziet collega Kahraman dat? Enerzijds wil hij versterken, samenwerken en een vuist maken en anderzijds pleit hij voor opt-outs. Maar als wij opt-outs willen, dan willen andere lidmaten natuurlijk ook opt-outs op hun thema's. Dus hoe versterkt dat de EU?
De heer Kahraman (NSC):
Laat ik daarop antwoorden dat dit niet iets nieuws is; opt-outs zijn van alle tijden. Het Verenigd Koninkrijk had meerdere opt-outs, zaken waaraan ze niet meededen in EU-verband. Voor ons is een opt-out meer een stok achter de deur. Wij hebben gepleit voor een opt-out op migratiegebied. We hopen dat het migratiepact gaat werken en dat de instroom van migratie beperkt wordt in de Europese Unie. Maar we hebben dan wel een stok achter de deur: mocht dat niet lukken, dan willen we die opt-out gebruiken om zelf acties te ondernemen ten aanzien van die migratiestromen.
De heer Boswijk (CDA):
Ik vind Groot-Brittannië echt het slechtste voorbeeld dat er is. Want uiteindelijk zijn ze, na al die uitzonderingen die ze hadden, uit de Europese Unie gestapt onder allerlei valse voorwendselen, met als gevolg dat ze daar ook economisch achteruitkachelen. NSC vindt bestaanszekerheid belangrijk. We zien dat de mensen in een aantal Oost-Europese landen, die wél in de EU zitten, inmiddels meer in de portemonnee overhouden dan de gemiddelde Brit. Ik denk dus dat opt-outs — zeker het Verenigd Koninkrijk heeft dat laten zien — de EU niet versterken maar juist verzwakken. Ik zou dus toch aan NSC willen vragen om niet aan cherrypicking te gaan doen en te erkennen dat opt-outs de Europese Unie uiteindelijk niet versterken maar ondermijnen.
De heer Kahraman (NSC):
Ik ben het er niet mee eens. Maar inderdaad, misschien was dat een slecht voorbeeld: laat ik dan Denemarken als voorbeeld nemen. Dat heeft een opt-out op migratie. Daar werkt een migratiepact prima. Denemarken heeft zijn migratie goed onder controle. Als Europa werkt, willen we gewoon meedoen. We hebben ook gezegd: als het migratiepact werkt, ondersteunen we dat van harte. We hopen dat de problemen die wij niet zelf kunnen oplossen, Europees opgelost kunnen worden. Maar mocht Europa het probleem niet kunnen oplossen, dan behouden wij ons als optie het recht voor om dat weer terug te nemen en het probleem zelf op te lossen. Dat vind ik gewoon goed bestuur.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb ook dat voorstel voor een opt-out rondom migratie gelezen. Ik snap de wens, maar cijfermatig, relatief per persoon, vallen wij qua asielaanvragen in de middenmoot van de Europese Unie. Dat wij dan een opt-out gaan aanvragen, waar alle andere Europese landen unaniem mee moeten instemmen, kan de suggestie wekken dat wij onze eigen positie enorm schaden. Want waarom zouden wij dat moeten vragen terwijl wij in de middenmoot zitten? Is NSC het met mij eens dat dit voorstel ook binnen de Europese Unie onze positie kan beschadigen? Zo ja, hoe past dit in het verhaal dat ik net gehoord heb, namelijk dat NSC van mening is dat wij Europa ook moeten versterken? Ondermijnt u daarmee niet uw positie? Want de cijfers leiden er niet toe dat het gerechtvaardigd is om een opt-out te vragen als andere landen dat niet doen, omdat wij gewoon in de middenmoot zitten.
De heer Kahraman (NSC):
Wij noemen bewust het woord "migratie". Ik heb in mijn spreektekst zelfs "migratie binnen de Europese Unie" gezegd. De mensen die hier het land binnenkomen zijn niet alleen maar vluchtelingen. Het zijn voornamelijk migranten op het vlak van arbeid en studie. 80% is arbeidsmigratie, grotendeels uit de Europese Unie. Als partij willen we daar wat aan doen, zodat mensen gewoon een huis kunnen vinden in dit land. Op dit moment kunnen we die mensen niet huisvesten. Als u het over vluchtelingen heeft: we hebben echt een crisis. Mensen slapen buiten in Ter Apel. We kunnen de mensen niet huisvesten. We moeten dus iets doen. We kunnen het niet meer aan. We zullen daar iets moeten doen, zodat we de mensen die wel asiel krijgen, gewoon netjes kunnen huisvesten en netjes in Nederland kunnen laten landen.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb nog een vraag. Hoe versterkt deze opt-out nou de Europese Unie?
De heer Kahraman (NSC):
We hoeven de Europese Unie niet op elk onderwerp te versterken. Meneer Dassen zou de sleutels van dit parlement graag aan de Europese Unie overdragen. Dat willen wij niet. Wij willen een Europese Unie waarbij we problemen die we zelf misschien alleen niet kunnen oplossen, gezamenlijk gaan oplossen. Ik heb ook gezegd dat ik hoop dat de Europese Unie de migratiestromen gaat indammen en dat dat het probleem oplost. Als dat opgelost is, zullen wij onze opt-out niet inzetten.
De heer Dassen (Volt):
Inderdaad, migratie moeten we volgens mij echt gezamenlijk in Europa aanpakken. Dat kunnen we niet als land alleen. Want als je zegt dat als land alleen te willen doen, dan zeg je eigenlijk tegen de zuidelijke landen: zoek het maar uit; het is jullie probleem; het is niet onze zaak om ons daar hard voor te maken. Wat is dan het signaal dat je richting andere landen in de Europese Unie stuurt?
De heer Kahraman (NSC):
Het enige signaal dat ik stuur, is het volgende. Zorg dat we het probleem op Europese Unieniveau oplossen. Wordt het niet opgelost, dan hebben we gefaald als Europese Unie. Uiteindelijk heeft Nederland in de Grondwet staan dat wij bepalen wie binnen onze landsgrenzen aanwezig mag zijn.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb nog een andere vraag. Ik heb namelijk het gevoel dat de heer Kahraman er hier eigenlijk voor pleit dat we allemaal dus toch weer individualistischer moeten gaan doen. Maar hoe kijkt de heer Kahraman, als lid van een partij die zegt voor goed bestuur te staan, nu naar de Europese Unie en de toekomst? Hoe vindt hij dat de Europese Unie ingericht moet worden? Wat moet de verantwoordelijkheid worden van het Europees Parlement? Wat moet de verantwoordelijkheid worden van de Europese Commissie? Wat moet de verantwoordelijkheid worden van de Europese Raad? Hoe ziet hij nou de toekomst van de Europese Unie voor zich? Hoe zorgen we dat we die kunnen versterken?
De heer Kahraman (NSC):
Wij staan achter de Europese Unie. Wij willen de Europese Unie versterken. Dat staat ook gewoon in ons verkiezingsprogramma. Dat moet alleen wel op de onderwerpen die wij niet zelf kunnen oplossen. Dus als zaken gewoon in Nederland opgelost kunnen worden, hoef je dat niet Europees niveau te doen. We moeten stoppen dingen vanuit Europa te regelen die op nationaal niveau gewoon uitstekend te regelen zijn.
De voorzitter:
U heeft nog acht seconden.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter, ik ben ook door mijn spreektekst heen. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartstikke goed. Dan gaan we luisteren naar de heer Paternotte van de fractie van D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Vaak staan we er niet bij stil hoe bijzonder het eigenlijk is om in Europa te wonen. Hier hoef je niet bang te zijn voor de staat omdat je anders bent. Hier hoef je niet bang en voorzichtig met je mening om te gaan, maar kan je die elke dag uitspreken tegen iedereen die haar wil horen. Van Lissabon tot Tallinn en van Den Helder tot Nicosia is iets heel bijzonders te vinden: allemaal kleine landen die samen sterk en daardoor vrij zijn. Vandaag sta ik daar even extra bij stil, want die vrijheid wordt bedreigd. Als je in Rusland wilt zeggen wat je denkt, kan dat ertoe leiden dat je uit het raam wordt gegooid of verdwijnt in de goelag. Rusland heeft een soeverein, democratisch land in Europa binnengevallen en maakt daar nog elke dag tientallen, honderden slachtoffers. Rusland ondermijnt verkiezingen in Europa. Die vrijheid wordt net zo goed bedreigd door China, dat cyberaanvallen uitvoert, ook op ons ministerie van Defensie, dat politici in Europa als Filip Dewinter omkoopt om China's belangen te dienen en dat technologie en financiën levert aan Rusland en Iran. Iran maakt daar drones van, die over de hele wereld worden geëxporteerd. Iran maakt afspraken met de Houthi's, waardoor zij de scheepvaart in de Rode Zee kunnen aanvallen. Iran steunt Hamas, waardoor die terreuraanvallen kan uitvoeren.
Dat is de wereld. En dan hebben we een sterk Europa nodig. De heer Azmani uit het Europees Parlement zag het heel scherp. Hij waarschuwde daarbij voor het samenwerken met extreemrechts, want extreemrechtse partijen willen volgens hem uit de EU stappen of de EU verzwakken. De enige die daarbij gebaat zijn, zijn Rusland, China en Iran. In feite geef je daarmee Poetin dus een heel groot cadeau. Hij zegt dat scherp omdat hij, net als iedereen in Europa, weet dat wie samenwerkt met extreemrechts, hetzelfde lot treft. Want telkens gaan rechtse partijen in Europa samenwerken met radicaal-rechts. Ditmaal gaan VVD en NSC het experiment aan. VVD en NSC normaliseren zo radicaal-rechts, want de PVV is zo'n partij. Keer op keer zie je dan dat die rechtse partijen als eerste worden opgegeten, waardoor hun extreemrechtse vrienden nog meer groeien. VVD en NSC hebben deze historische afslag genomen, waar ze nog jaren aan zullen terugdenken. Vraag dat maar aan het CDA na wat er in 2010 is gebeurd.
Voorzitter. Wat het zo pijnlijk is maakt, is dat de woordvoerders van deze twee partijen, VVD en NSC, vandaag eigenlijk niets uit het akkoord noemen over Europa waar ze trots op zijn en wat ze hier durven te verdedigen. Je hoort eigenlijk een timide toon als het gaat om Oekraïne. De behoefte om deze nieuwe coalitie te verdedigen, ontbreekt al op dag één. Dan is de vraag wat ze terugkrijgen voor die samenwerking. Gaan Europa en Nederland nou veiliger worden? Er is niemand die het weet, want er ontbreekt van alles. De VVD wil een sterk Europa, en dat juicht D66 natuurlijk toe. Maar kan er ook maar één maatregel uit dat hoofdlijnenakkoord worden genoemd die Europa ook echt sterker of veiliger maakt? Ik lees helemaal niets over veto's, niets over een Europese defensiesamenwerking, meer dan wat we nu al doen. Ik lees niets over betere Europese sancties. Er staat helemaal niets in, geen enkel voorbeeld van hoe we Europa inderdaad sterker maken. Er staan wel heel veel dingen in die we niet willen. Als je Europa dus sterker wilt maken, waarom staat er dan alleen maar in waar we in Brussel over gaan klagen en wat we niet willen? Dit staat nog los van de steun aan Oekraïne, want die zie ik enkel terug in woorden; daar is geen cent voor vrijgemaakt terwijl de druk op het front stijgt en de Russen dichter bij Charkiv komen.
Voorzitter. Hetzelfde geldt voor NSC, want de partij van Omtzigt vond Europese financiën altijd heel belangrijk. Omtzigt kwam in alle debatten over de Europese Centrale Bank met eurobonds, maar in het hele akkoord is niets terug te vinden over hoe we omgaan met dit belangrijke onderwerp. Partijen komen niet verder dan het statement dat de afdracht omlaag moet, en dat is een zinloze missie. Maar de vraag is wat we gaan doen met het Meerjarig Financieel Kader, met de begrotingsregels en met de euro. Er is niemand die het weet, ook de woordvoerders niet.
Voorzitter. In tijden van oorlog op ons continent moet je niet je hoofd in het zand steken. Dan werk je samen, zodat we veiliger worden.
De heer Kahraman (NSC):
Ik kan het niet laten. De heer Paternotte daagt me uit met de opmerking dat de woordvoerders het niet weten, en noem maar op. Dan denk ik: dan moet ik toch naar de interruptiemicrofoon. Ik zit na te denken over de vraag wat de heer Paternotte nou wil met zijn betoog over wat hij niet heeft gelezen in het hoofdlijnenakkoord. Volgens mij zijn we gewoon heel duidelijk. Wij staan achter de Europese Unie. U mag mij als lid van Nieuw Sociaal Contract op alles bevragen. Wij staan achter de Unie. In mijn spreektekst heb ik gezegd dat we de Europese Unie zelfs op een aantal onderwerpen, vrede en veiligheid, willen versterken. Wij stellen daarvoor in onze begroting ook 2% beschikbaar. De afgelopen kabinetten hebben dat niet gedaan. Wij zeggen dat we het zelfs in een wet gaan vastleggen. Daar staan we ook achter als de vier partijen die dit hoofdlijnenakkoord hebben gesloten. Wat verwacht de heer Paternotte nog meer? Het is toch duidelijk wat we met de Europese Unie willen?
De heer Paternotte (D66):
We staan voor de Europese Unie, oftewel: we staan ervoor dat die bestaat. Dat is wat je dan leest. Er is één A4'tje over internationaal beleid in Europa, één A4'tje, en daarop lees ik echt helemaal niets over hoe we Europa sterker gaan maken. We hebben een enorm dreigende situatie in de wereld. Het aantal democratieën neemt af. We zien continu de ondermijning. We zien de cyberaanvallen. We zien de fysieke aanval van Rusland. We zien dat Iran steun geeft aan terreur. Wat heb je dan nodig? Een sterker Europa dat sancties met tanden kan neerzetten, dat een veel sterkere Europese defensie bouwt. Daarover staat er helemaal niets in. Er staat wel in dat we in Brussel nog een keer gaan proberen om uitzonderingen op regels voor landbouw en stikstof te krijgen. Er staat dat we nog eens een keer gaan proberen om een opt-out te krijgen en dat we nog eens een keer gaan vragen: kan onze bijdrage niet een beetje omlaag? Er staat alleen maar wat we niet gaan doen. Ik vind het prachtig dat NSC zegt: we willen een sterk Europa. Ik vind het prachtig dat de heer Van Campen zegt: we willen een sterk Europa. Dat wil ik ook. Maar dan had je gehoopt dat er in het akkoord iets te vinden was over wat Europa sterker maakt.
De heer Kahraman (NSC):
Heb ik nog een interruptie, voorzitter?
De voorzitter:
Ja.
De heer Kahraman (NSC):
Ik begrijp het oprecht niet. Het is een hoofdlijnenakkoord. Ik ben al blij dat er één hoofdstuk is over de Europese Unie. Het is een hoofdlijn. We willen dus ook niet alles al vastleggen. De heer Klaver gaf het al aan: we willen als Kamer ook de richting kunnen bepalen die we de komende vier jaar op willen gaan. Dus ik zeg tegen de heer Paternotte: wees blij. Hij kan straks gewoon meesturen. Niet alles is dichtgetimmerd. Over de onderwerpen die wij het belangrijkst vinden, vrede en veiligheid, hebben we er gewoon in staan: 2% is het minimum dat we daaraan willen besteden. Wij zijn inderdaad niet voor een Europees leger. Wij willen geen Europees leger. Wij willen een sterk Nederlands leger dat een bijdrage levert aan de NAVO en aan de Europese Unie. Dat staat gewoon duidelijk in het stuk.
De heer Paternotte (D66):
Het vorige kabinet heeft Nederland op die 2% gezet. Dat hebben we vorig jaar voor het eerst gehaald. En dat is maar goed ook. Wij steunen die wet waarin staat dat dat gehaald moet worden ook. Maar dat is natuurlijk geen steun voor Oekraïne, hè. Tenminste, ik mag hopen dat u niet van plan bent om de steun aan Oekraïne daar nog eens van af te gaan halen, want dan halen we die 2% niet. Daarom is het zo belangrijk dat het ook wettelijk wordt vastgelegd.
De heer Tuinman (BBB):
Die steun voor Oekraïne is ontzettend belangrijk. We hebben ook in de Europese Unie voor die munitie … Dat is wat Oekraïne nu het meest nodig heeft. Als je niet kunt schieten, dan kun je jezelf ook niet verdedigen. Juist voor die munitie heeft de Europese Unie een ASAP-faciliteit opgezet. Die zou een miljoen granaten opleveren. We hebben er 300.000 tot 400.000. Nu loopt er een Tsjechisch initiatief. Die munitie is schaars in de wereld en wordt duurder en duurder. De vraag is dus wat de heer Paternotte vindt van de passage uit het hoofdlijnenakkoord waarin staat dat we de defensie-industrie gaan versterken, niet alleen in Europa maar ook in Nederland, want ook in Nederland moeten we uiteindelijk de schop in de grond gaan steken.
De heer Paternotte (D66):
Ja, zeker moeten we dat, maar dat gaat toch helemaal niks opleveren als we dat allemaal weer op eigen houtje gaan doen? We geven in Europa veel meer geld uit aan defensie dan Rusland, maar wat levert dat ons op? Dat we weten dat we ons gigantisch veel zorgen moeten maken als de Amerikanen zich terugtrekken. Dat komt doordat we in Europa 178 verschillende wapensystemen hebben die heel vaak niet eens goed kunnen samenwerken. In Oekraïne was er een commandant in de Donbas die Finse granaten kreeg geleverd voor Italiaanse mortieren van hetzelfde kaliber. De heer Tuinman zou zeggen dat dat fantastisch in elkaar zou moeten passen, maar ze hebben ze daar met een slijptol allemaal moeten bijslijpen om te zorgen dat ze er überhaupt in pasten. We hebben een Europese defensie-industrie nodig. Wat we niet nodig hebben, is dat we hier in Nederland allemaal borden ophangen met oranje geschilderde onderzeeërs, waarbij wij zeggen dat wij daarmee onze eigen onderzeeërs hebben; sommige zouden "duikboten" zeggen. Nee, dat moet je Europees gaan opbouwen, met veel meer gezamenlijke inkoop. Dat moet je laten aansluiten op die wapensystemen. Maar over die Europese defensie staat niets in het akkoord.
De heer Tuinman (BBB):
De heer Paternotte maakt er nu weer een schertsvertoning van met oranje onderzeeboten en dat soort zaken, maar het is mij echt, echt ernst. De hoeveelheid aan artilleriegranaten … U kunt elk rapport … U heeft ze waarschijnlijk allemaal gelezen. Ik stel ook voor dat we 155 millimetergranaten gaan maken. Dat doet namelijk twee dingen. Weet u wat dat doet? Enerzijds brengt dat de prijs van granaten naar beneden. Ten tweede gaat de totale hoeveelheid omhoog. Volgens mij zijn dat twee argumenten die prima in het betoog van de heer Paternotte passen. Daarom denk ik dat de heer Paternotte prima uit de voeten kan met de paragraaf waarin staat dat we moeten investeren in de Europese defensie-industrie en dat we onszelf als Nederland geen wildcard kunnen geven en niet kunnen denken dat we dat op ideologische gronden vandaag maar even niet doen.
De heer Paternotte (D66):
Inderdaad moeten we investeren in de Europese defensie-industrie, maar als dan je enige verhaal over de Europese financiën is dat je geld wil terughalen, is er dus geen extra geld om te investeren in die Europese defensie-industrie. We weten dat de enige manier waarop je die van de grond krijgt, is door Europese landen te helpen met cofinanciering om te zorgen dat je dat Europees gaat opbouwen en dat niet elk land zijn eigen granatenfabriek gaat neerzetten. Samen inkopen, samen produceren; dát is de manier waarop we met het geld dat we hebben — dat is meer dan wat Rusland uitgeeft aan defensie — ook onze eigen veiligheid kunnen gaan waarborgen. Als ik de heer Van Dijk, omdat hij minder aan Europa wil bijdragen en omdat die begroting blijkbaar omlaag moet, dan vraag waarvan we dat dan moeten betalen — met minder landbouwsubsidies of in de innovatie? — dan is het antwoord dat dit een hoofdlijnenakkoord is en dat er nog een regeerakkoord komt. Dan moeten we dat dan maar zien. Het gaat om 1,6 miljard euro van onze bijdrage aan Europa.
De voorzitter:
Prima.
De heer Paternotte (D66):
Ik denk dus dat het glashelder is: je kan niet zeggen dat je voor een sterk Europa bent als je geen enkel voorbeeld kan noemen van iets wat je doet voor een sterk Europa.
Voorzitter. Ik zou de premier het volgende willen vragen, want dat sluit hierbij aan. Wat gaan we eraan doen dat de Europese landen een lappendeken van 178 wapensystemen hebben die vaak totaal niet op elkaar aansluiten en dat we cruciale capaciteiten missen om zelf als Europa ons eigen continent te verdedigen, terwijl Donald Trump misschien gekozen wordt? Is de premier bereid om in te zetten op een Europees akkoord met pensioenfondsen en verzekeraars, zodat we wél gaan investeren in een Europese wapenindustrie?
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. We hebben een sterk Europa nodig en de ideeën zullen vanuit de Tweede Kamer moeten komen.
De voorzitter:
Daar zien we naar uit. Mevrouw Rafaela, eveneens van D66.
Mevrouw Rafaela (EP/D66):
Voorzitter. Nooit meer oorlog; dat is de presumptie waar het Europese project ooit van uitging. Wie had dus ooit gedacht dat mijn generatie een oorlog van dichtbij zou meekrijgen? Het is een signaal dat het Europese project en het voortbestaan hiervan niet gegarandeerd zijn. We zullen keihard moeten blijven knokken voor een verenigd en veilig Europa. De geopolitieke situatie is niet te onderschatten. Europa heeft zich anders te verhouden tot economische grootmachten die niet alleen monopoly op een bord spelen maar ook in de wereld en die steeds meer landen aan hun kant krijgen, voor een groot deel met geld, propaganda en grote investeringen. Dat is een kant waar wij als progressieve democraten niet willen staan. Een verenigd Europa gaat nu aan de slag, met nieuwe economische relaties, handelsakkoorden en met een nieuwe, gelijkwaardige manier van investeren in ontwikkelingslanden. Het werkt aan de economische onafhankelijkheid. Want een sterk Europa kan het zich niet permitteren afhankelijk te blijven van landen die de mensenrechten aan hun laars lappen. Een verenigd Europa spreekt zich dan ook uit als landen zich niet houden aan de internationale mensenrechten. Wellicht heb ik inmiddels een van mijn grootste teleurstellingen als politica meegemaakt: een internationale gemeenschap die erbij staat en ernaar kijkt, die er niet in slaagt om landen tot de orde te roepen als deze faliekant lak hebben aan mensenrechten, die er niet in slaagt om ontheemde Palestijnse mensen, vrouwen en kinderen, een eigen staat te geven, die er niet in slaagt om met één mond te praten.
Ik begon zonet over een generatie die zich niet had kunnen indenken een oorlog van dichtbij mee te maken. Dat is een generatie die ook niet begrijpt dat we niet leren van de geschiedenis en die niet begrijpt waarom een volk als de Palestijnen niet vrij is, zoals wij dat zijn. Als wij in Europa geloofwaardig willen blijven, moeten we hier eerst zelf naar handelen en ons eigen morele kompas goed afstemmen. Laten we naar die confronterende spiegel gaan. Het Europese project heeft honderden miljoenen mensen stabiliteit, zekerheid en perspectief gegeven. De afgelopen jaren heeft Europa bewezen dat het het minimumloon kan verhogen, de genderloonkloof tussen mannen en vrouwen kan aanpakken, bedrijven verantwoordelijk houdt voor hun praktijken, zich verzet tegen dwangarbeid en de privacy van inwoners beschermt vanwege toenemende technologische ontwikkelingen. Het zijn maar een paar voorbeelden van hoe effectief de Europese Unie is geweest om onze zekerheid en ons bestaan te beschermen.
Er is een grote dreiging die het werk van de Europese Unie in gevaar brengt, die onze rechtsstaat uitdaagt en misschien al doet wankelen. Of het nou gaat over het recht op abortus, het recht om een kind op te voeden als stel van het gelijke geslacht of het vinden van een veilige plek in Europa als vluchteling. Er zijn antirechtsstatelijke, ultraconservatieve, extreemrechtse bewegingen die zich niet alleen beperken tot hun vrijheid van meningsuiting en de EU van binnenuit uithollen. Ze vallen vrouwen lastig bij abortusklinieken. Ze verspreiden de racistische omvolkingstheorie in zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen. Ze verspreiden haat richting transgenders en mensen met een migratieachtergrond. Zij zijn het echte gevaar dat we al die jaren hebben onderschat. Ze hebben kunnen bouwen en groeien, mensen kunnen beïnvloeden en kunnen infiltreren in onze democratische instituties. Het grootste gevaar voor het Europese project is dat wij extreemrechts gaan normaliseren. Hier moeten de komende verkiezingen over gaan: hoe de progressieve alliantie zichzelf kritisch een spiegel voorhoudt en de echte oplossingen heeft voor de zorgen van mensen, want die hebben wij, en een afspiegeling is van de maatschappij. Dat moet op zo'n manier dat we geloofwaardig zijn. Laten we dus niet vervallen in geschreeuw, maar laten we aan de slag gaan als echte volksvertegenwoordigers met het dienen van het volk.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Tuinman van de fractie van BBB.
De heer Tuinman (BBB):
Voorzitter. Het was een korte nacht en een vroege ochtend. Toch sta ik hier hoopvol en met trots. Ik ben trots op onze BBB-lijsttrekker Sander Smit, die hier vandaag is.
Voorzitter. Vandaag gaat het over de Staat van de Europese Unie. De Unie nadert de grenzen van wat zij aankan. Eigenlijk kan de Unie wel een beetje BBB gebruiken, met sterke buitengrenzen, met ruimte voor bedrijven en voor burgers die zich geen nummertje voelen. Dat moet snel, want er staat voor ons veel op het spel. Ongebreidelde asielimmigratie drukt op onze huizenmarkt en maakt straten onveilig. Onverantwoord ECB-opkoopbeleid en torenhoge Zuid-Europese schulden drukken op de houdbaarheid van de euro. Europees landbouwbeleid beloont verouderde Franse wijnboeren en bestraft innovaties bij de Nederlandse melkveehouders en pulsvisserij. En waarom toch? Ik wil dat toch aan de premier vragen. Keer op keer vangt Nederland bot. Door Brussel zitten we, soms letterlijk, diep in de penarie. Dat is de Staat van de EU anno 2024.
Voorzitter. Nederland is in de EU nettobetaler. Wij zijn de grootste van de kleine lidstaten de kleinste van de grote lidstaten. Deze doorslaggevende positie geeft ons macht aan de onderhandelingstafel. Echter, Nederland zit vaak liever in de kopgroep van lidstaten die beweegt richting een federatie, een transferunie. We maken onderzeebootdealtjes met de Fransen. We trekken op met de Spanjaarden om de fiscale discipline zo ver om zeep te helpen dat we uiteindelijk weer in een eurocrisis rommelen. We kiezen vaak misschien wel de verkeerde vrienden, en zijn dan verbaasd als daar Europees beleid uitrolt dat de Nederlandse burger opzadelt met Brusselse oekazes. Dat zijn dwangwetten waar wij zelf onze handen vuil aan hebben gemaakt: minder stikstof, meer natuur, minder boeren, een digitale euro en een Europese identiteit. Er is geen burger die dit echt begrijpt.
Wat volgt is de retoriek van solidariteit. De EU wil altijd meer budget, eigenlijk nooit minder. Nederland hielp mee aan een leningenpakket van 807 miljard euro om Italië en Griekenland uit de schulden te helpen. Nederland stond vooraan in de rij om de natuurherstelwet erdoorheen te loodsen. Nederland maakte de fout Turkije in 1999 kandidaat-lidmaatschap te geven en dat land vervolgens 25 jaar in de wachtkamer te zetten. Ik wil dan toch aan de minister vragen: wat voor vertrouwen gaven we daarmee aan nieuwe kandidaat-lidstaten zoals Bosnië en Servië? Onlangs gaf Servië aan sterkere banden met China te zoeken, terwijl er een groeiplan van 6 miljard ligt voor de regio van de Westelijke Balkan. Drie maanden terug hebben we daar akkoord voor gegeven. Ook hebben we 20,9 miljard euro geïnvesteerd in pretoetredingsbudgetten voor die regio. Mijn vraag is dan simpel: gaan we misschien te snel met ons uitbreidingsbeleid?
Voorzitter. Het roer moet daarom om. Het moment daarvoor komt snel, met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht. Een van onze speerpunten zie je ook in het akkoord staan: plattelandsontwikkeling en verbinding van die regio's. Het duurt wellicht nog maar kort tot er een nieuw kabinet is, maar wat doet de minister-president om deze punten in Brussel hard te maken binnen de Europese Raad?
Voorzitter. Ik wil afsluiten met een persoonlijke noot over de Staat van de Europese Unie. Alles wordt naar mijn gevoel opgegeten door grote concepten zonder ziel. We hebben te maken met een Europa waar niemand meer echt invloed op lijkt te hebben. We moeten weer terug naar de basis: lokaal, kwaliteit, oog voor elkaar, oog voor wie we als Nederlanders zijn. Mensen willen weer invloed hebben op hun eigen omgeving. Ze willen het gevoel hebben dat ze gezien worden: gewoon lokale problemen met elkaar samen oplossen. De overheid moet lokale initiatieven steunen. Geef ook het vertrouwen terug aan die voeten in de grond, the boots in the ground, en stop met bureaucratie en geëmmer over regels. Want het gaat over plezier, bouwen, ondernemen en samen winnen. Dat is het Nederland waar ik in wil leven.
De voorzitter:
Heel goed. Een vraag ... Nee, de volgende spreker is de heer Boswijk. O, nee, hij gaat een interruptie plegen. Sorry, het was even onduidelijk.
De heer Boswijk (CDA):
Een schijnbeweging, voorzitter. Ik ben toch een beetje negatief verrast door dit wat negatieve verhaal, door de BBB-visie op de Europese Unie. Ik heb het hoofdlijnenakkoord gelezen, zoals heel Nederland, en dus ook de landbouwparagraaf. Die laatste heeft natuurlijk mijn extra interesse. Ik lees daarin een hele boodschappenlijst die bijvoorbeeld gaat over het herijken van Natura 2000-gebieden. Daarvoor moeten we naar Europa. Ook voor de derogatie moeten we terug naar Europa. Zo zijn er nog heel veel lijstjes en eisen richting Europa met betrekking tot waterkwaliteit, luchtkwaliteit en noem maar op. Is de heer Tuinman het dan niet met mij eens dat we onze onderhandelingspositie door negativiteit heel erg ondermijnen als we Europa op al die terreinen nodig hebben? Ik denk dat het goed is als we af en toe stevig en kritisch zijn richting Europa. Maar als we dat alles voor elkaar willen krijgen, ondermijnen we onze positie dan niet, als we ons uit andere dossiers willen terugtrekken door middel van opt-outs? Wat voor signaal geven we af richting de Zuid-Europese landen die heel erg veel last hebben van migratie? Wat zullen die denken? Dat zal zijn: ja, lekker, Nederland trekt daar zijn handen vanaf, maar vraagt aan de andere kant wel onze hulp als het gaat om meer ruimte op het vlak van derogatie, stikstof en noem maar op. Hoe gaat dat samen?
De heer Tuinman (BBB):
Jazeker. De heer Boswijk draagt een goed punt aan. Dat is precies waar je staatsmensen, staatslieden voor nodig hebt. Kijk naar de historie van Nederlandse staatslieden. Er zit hier een minister-president. Ik ben niet altijd even enthousiast over u geweest, maar ik heb de laatste keer toch een veer ergens in gestoken. Laat ik het netjes zeggen.
(Hilariteit)
De heer Tuinman (BBB):
In uw handen gestoken. Ik heb dat toen ook duidelijk uitgelegd. Juist die leverage … Nu ben ik van mijn à propos.
De heer Boswijk (CDA):
Dit brengt het sg-NAVO-lidmaatschap wel in gevaar, denk ik. Dit ondermijnt de positie.
(Hilariteit)
De voorzitter:
Daar gaat die carrière.
De heer Tuinman (BBB):
Wiens carrière eigenlijk, voorzitter? De heer Boswijk brengt een terecht punt op. Het is altijd een kwestie van geven en nemen. Dat ben ik helemaal met u eens. De afgelopen zes maanden heb ik hier veel geleerd. Een van de dingen die ik heb geleerd, is dat wij als Nederlanders goed zijn maar ook heel graag koploper willen zijn. Laten wij de koploper zijn in Europa die de Europese Unie binnen Europa terugbrengt tot de kern, een economische motor die in balans is. Laten we uitlegbaar maken hoe de gelden die we uitgeven — dat gaat echt over honderden miljarden — uiteindelijk terechtkomen. Het gaat erom dat de Nederlandse burger daar profijt van heeft. Dan geloof ik best dat de Nederlandse burger ook bereid is om op andere vlakken wat toe te geven. Want je merkt namelijk, je voelt, waar je de Europese Unie voor nodig hebt.
De voorzitter:
Een laatste interruptie van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
In het akkoord staat dat er heel veel "terugonderhandeld" gaat worden, of in ieder geval dat het gesprek gevoerd gaat worden met Europa, terwijl we weten dat dat vrij lastig is. Sterker nog, Europa is wel een beetje klaar met die uitzonderingspositie die wij lange tijd gehad hebben. Mijn zorg is een beetje dat, als dit opgeschreven is en we dit gaan doen, het huidige beleid gewoon doorgaat en er over twee, drie jaar een grote teleurstelling ontstaat. BBB en andere partijen hebben gezegd: we gaan het regelen in Europa. Maar als over twee, drie jaar blijkt dat dat niet zo is, zijn boeren maar ook anderen nog dieper een fuik in gezwommen en staan zij er nog slechter voor. Bent u dat met mij eens? Als dat "terugonderhandelen" niet lukt, bent u het met mij eens dat we dan een nog groter probleem hebben?
De heer Tuinman (BBB):
Hiermee legt u mij eigenlijk woorden in de mond. Ik heb geleerd dat je dat moet weerleggen, dus dat ga ik nu ook doen. Er zitten een aantal stapjes in. De eerste stap die u aangeeft, is dat we een bepaalde kant opgaan en dat we terug willen onderhandelen. Toen ik heel klein was, heb ik geleerd dat je, als je uitschiet met je pen of je potlood, weg moet gummen wat je niet meer wilt. Ik vind wel dat we de afgelopen jaren op een aantal vlakken doorgeschoten zijn. Dat staat goed in het akkoord beschreven. Dat moet je dus weggummen.
Dan het tweede punt. U zegt: we trekken hieraan en we zijn hier profiteur. We zijn ook een nettobetaler. Dan is er op een aantal andere vlakken wel wat leverage, vind ik. Dan kun je daadwerkelijk wat zaken terugvragen.
Uw derde punt gaat over wat er gebeurt over twee, drie jaar. Mijn punt is: ik sta hier met hoop, ik sta hier meer trots, ik sta hier met lef. Ik zie hier drie andere partijen die hier ook met hoop, lef en trots zitten. Gaat u ons alsjeblieft beoordelen over een jaar of twee, en bekijk dan in hoeverre we al die doelstellingen hebben behaald.
De voorzitter:
Prima. Dan gaan we luisteren naar de volgende spreker, de heer Boswijk van de fractie van het CDA. U bent door uw interrupties heen, meneer Ceder. En ik denk dat de heer Tuinman van mening is dat hij uw vraag wel beantwoord heeft. De heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Het was een bijzonder moment toen Hans August Lücker in 1953 in een van de eerste vergaderingen van de christendemocratische groep in de Verenigde Raad van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal zijn Franse collega René Charpentier voor het eerst ontmoette. Lücker was een katholieke CSU-politicus uit Duitsland en Charpentier was een Franse boer die in de Tweede Wereldoorlog gemarteld was in Dachau, waarbij zijn beide benen waren verbrijzeld. Daardoor liep hij op krukken. Lücker wist dat en was als Duitser dan ook erg nerveus voor de eerste ontmoeting. Maar Charpentier kwam met een uitgestoken hand op hem af en zei: "Jij bent August Lücker. Ik heb veel over je gehoord en ik wil graag jouw vriend zijn." Toen Lücker iets van zijn verlegenheid kenbaar maakte, zei Charpentier: zit er maar niet mee, ik heb het toch overleefd? Dat was het begin van hun vriendschap.
Voorzitter. Dat is het doel van de Europese gemeenschap. Dat was het toen, en dat is het vandaag de dag nog steeds: een gemeenschappelijke liefde voor en verlangen naar vrede, vrijheid, gerechtigheid en menselijke waardigheid. De Europese Unie is een gemeenschap van lotsverbondenheid, waarin landen die elkaar eeuwenlang de hersenen insloegen uiteindelijk elkaars vrienden zijn geworden. Maar deze Europese gemeenschap is tegelijkertijd hard werken. Zoals Caroline de Gruyter in haar boek "Beter wordt het niet" schrijft: de Europese samenwerking is steeds twee stappen vooruit en één stap terug. Maar steeds als we een grote crisis hebben, weten we weer tot een oplossing te komen. Tegelijkertijd mag de EU geen project zijn waarin we van crisis naar crisis hobbelen. Ook — nee, juist — van Nederlandse politici mag visie worden verwacht. Europa is te belangrijk om alleen maar over te laten aan Draghi, Letta of Macron. Er zijn verschillende smaken mogelijk. Als ik kijk naar het hoofdlijnenakkoord dat vannacht gepubliceerd is, zie ik vooral een visie op Europa waarin Europa vooral minder moet gaan doen en Nederland zich wat bangig achter de dijken terugtrekt, terwijl deze tijd, als we naar Oekraïne en Georgië kijken, toch iets heel anders van ons vraagt. Andere partijen zien de lidstaten het liefst zo snel mogelijk opgaan in één verenigd Europa, waarbij de burger vooral een Europese burger wordt.
Voorzitter. Gelukkig is er nog een andere weg mogelijk, namelijk een sterke en veelkleurige Europese Unie, die ruimte laat aan lidstaten om eigen regio's, culturen en tradities te beschermen, maar die stevig samenwerkt om de Europese defensie op orde te brengen, groene industriepolitiek te bevorderen en meer grip te krijgen op migratie en de bewaking van de Europese buitengrenzen. Twee denklijnen wil ik de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken voorhouden, en hun reactie daarop vragen. Het Verdrag van Maastricht kent drie pijlers. De eerste pijler is stevig uitgewerkt in verschillende gemeenschappen binnen de Unie, maar de tweede pijler, een gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid, is nog maar beperkt uitgewerkt. Is het niet de grootste opdracht van deze Unie om de tweede pijler stevig uit te werken, samen met de lidstaten? Ik denk dan bijvoorbeeld aan het ontwikkelen en consolideren van de democratie en rechtsstaat in lidstaten van de Unie. Als de EU een gemeenschap van waarden is, moeten die waarden ook worden verankerd in de lidstaten.
Het tweede. In 2018 heeft de WRR een rapport gepubliceerd waarin hij mogelijkheden schetst en aanbeveelt om in de EU meer in te zetten op de mogelijkheden van variatie. Al snel werd er gekeken naar kopgroepen, verschillende snelheden of opt-outs, maar er zijn veel meer variaties mogelijk in de wijze waarop lidstaten samenwerken binnen de Unie of daarbuiten. Heeft dat rapport wel voldoende aandacht gekregen, of zouden we het er opnieuw bij moeten pakken?
Voorzitter. Het CDA legt ook graag zijn eigen ideeën over de EU op tafel. Onze lijsttrekker Tom Berendsen zal dat zo wat uitgebreider doen dan ik, maar ik geef een aantal speerpunten alvast mee.
Eén. Een Europa dat beschermt en zorgt voor een Europese Defensiecommissaris is wat ons betreft al een concrete uitwerking van de tweede pijler van het Verdrag van Maastricht. Deze Defensiecommissaris moet de defensie-industrie in Europa op orde brengen, zodat de EU zichzelf kan beschermen.
Twee. Een meer autonoom en zelfvoorzienend Europa kan zorgen voor meer grip op energie, voedsel, medicijnen en grondstoffen. Groene industriepolitiek zal een van de kernpunten van de Europese Unie moeten zijn. De vraag is dan ook welke sleuteltechnologieën wij belangrijk vinden om in Europa zelf te ontwikkelen.
Drie. Een Europa dat rechtvaardig en duurzaam is, verbetert ook zijn kapitaalmarktunie. We kunnen nog grote stappen zetten in het verbeteren van het rendement op spaargeld en pensioenen. De kapitaalverstrekking aan bedrijven, vooral aan het mkb, kan stukken beter.
Vier. Europa is een samenraapsel van sterke regio's en moet er dus voor zorgen dat er goede en snelle treinverbindingen tussen die regio's zijn. Denk dan aan de Nedersaksenlijn, het spoor tussen Zwolle, Twente en Münster, en de Lelylijn. Of denk heel simpelweg aan de verbinding richting Berlijn, die we al een paar keer hebben moeten gebruiken, waarbij we soms niet eens aankwamen. Ik zie collega Van Campen ook kijken. Soms duurde dat heel lang. Dat kan ook gezellig zijn, maar het zou toch mooier zijn als het gewoon een volwaardig alternatief is voor de auto of het vliegverkeer.
Voorzitter. Ten slotte wil ik beide bewindspersonen bijzonder bedanken voor de opstelling in de afgelopen jaren richting Oekraïne. We zien elkaar vanavond nog; dan ga ik er uitgebreider op in. Ik hoop dat het nieuwe kabinet het blijft doen en dat die lijn wordt doorgetrokken. Het nieuwe kabinet heeft het goede voorbeeld in ieder geval gezien, dus laat het daar ook gebruik van maken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed, dank u wel. Hij werd reeds aangekondigd: de heer Berendsen van het CDA. Ik ga uit van een schorsing voor de lunch na de eerste termijn van de Kamer.
De heer Berendsen (EP/CDA):
Dank u wel, voorzitter. Het is allereerst bijzonder eervol om hier als Europarlementariër te mogen zijn en te mogen genieten van de luxe van vier minuten spreektijd in plaats van de minuut of anderhalve minuut die wij in het Europees Parlement krijgen.
Dit debat doet ertoe. Europa doet ertoe. Er is namelijk nogal wat aan de hand in de wereld. Goede samenwerking met de landen om ons heen is cruciaal om onze veiligheid, onze welvaart en onze manier van leven te kunnen blijven beschermen. Niemand heeft de Staat van de Europese Unie in de afgelopen jaren zo treffend beschreven als voormalig secretaris-generaal van de NAVO Jaap de Hoop Scheffer. Hij stelde dat Europa na de val van de muur een strandstoeltje en een glas wijn heeft gepakt en achterover is gaan leunen om te kijken hoe Amerika onze veiligheid is gaan waarborgen, Rusland ons van energie is gaan voorzien en China onze spullen is gaan maken. Wij zijn veel te afhankelijk geworden van andere delen van de wereld en die afhankelijkheid wordt als wapen tegen ons gebruikt. Het maakt ons kwetsbaar. Het is oorlog op ons continent, maar we kunnen zonder de Amerikanen de veiligheid van onze eigen inwoners al niet waarborgen, laat staan dat we als Europese Unie in staat zijn om de Oekraïners voldoende te steunen, die niet alleen vechten voor hun veiligheid, maar ook voor die van ons. We hebben gezien hoe Rusland onze afhankelijkheid van gas als wapen tegen ons gebruikte. Onze veiligheidsdiensten waarschuwen al jaren voor het risico van spionage, sabotage en economische afhankelijkheid door de groeiende Chinese invloed in onze kritieke infrastructuur. In onze eigen Rotterdamse haven is bijna 75% van de containerterminalcapaciteit in handen van bedrijven uit China en Hongkong. We noemen onze havens de poort naar Europa, maar we hebben de sleutels uit handen gegeven aan China. Kortom, onze bestaanszekerheid en onze veiligheid staan op een veel grotere wijze onder druk dan veel mensen soms beseffen.
Maar samen met de landen om ons heen kunnen we dit aan. De Europese samenwerking heeft de afgelopen decennia sterk bijgedragen aan de vrede en welvaart op ons continent en in ons land. Zoals de heer Boswijk net al treffend schetste, zijn we daarbij van ver gekomen. Om dit ook in de komende decennia te kunnen blijven doen, moet de Europese Unie snel geopolitiek volwassen worden. Dat betekent in de eerste plaats dat we onze veiligheid zelf moeten kunnen garanderen. Dat vraagt om verregaande samenwerking op het gebied van defensie en om versterking van de Europese defensie-industrie. Geopolitiek volwassen worden betekent ook de controle terugkrijgen over onze gemeenschappelijke buitengrenzen. Het Asiel- en Migratiepact is een goede eerste stap, maar het werk is nog lang niet af. Geopolitiek volwassen worden betekent ook het stimuleren van schone technologieën, een sterke energie-infrastructuur en een groene en strategische industriepolitiek waarmee wij veel meer zelf op een duurzame manier gaan produceren, wat we hard nodig hebben in onze economie van de toekomst.
Voorzitter. Het CDA heeft zorgen over de Staat van de Europese Unie. Er ligt een grote opdracht voor ons. Tegelijkertijd zijn we ook vooral hoopvol. We zijn hoopvol over een Europese Unie die in het verleden meer grote crises heeft doorstaan en daar steevast sterker uit is gekomen. We zijn hoopvol over ons vermogen om de uitdagingen die ik zojuist heb genoemd samen het hoofd te kunnen bieden. Het CDA gelooft in een Europese Unie waarin we op een fatsoenlijke manier samenwerken waar dat moet en elkaar de ruimte geven waar nodig.
Als ik de informatierol van de Europarlementariërs zo ver mag oprekken dat ik ook nog een advies mag geven aan het komende kabinet: sluit je niet op achter de dijken, zit aan tafel in de Europese Unie, draai mee aan de knoppen om richting te geven, zwaai niet met opt-outs, maar neem verantwoordelijkheid aan die tafel waaraan we oplossingen zoeken voor gezamenlijke uitdagingen.
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Volgens de Duitse filosoof en historicus Philipp Blom leven we in een kanteltijd. Het kan de ene of de andere kant op vallen. Of het eindigt in catastrofe met uit de hand gelopen klimaatverandering, nieuwe pandemieën, oorlogen om toegang tot natuurlijke hulpbronnen en uitholling van democratieën of we gaan een andere kant op, maar kantelen, dat doet het, dat staat vast. Je kunt de kop in het zand steken, wat steeds meer partijen doen, maar het is ook mogelijk een nieuw verhaal te creëren. Het fundament daarvan, zo verwacht Blom, zal zijn dat we mensen niet meer zien als individuen die losstaan van hun omgeving maar juist de verbinding zoeken. Helaas, we zien dat de analyse van Philipp Blom tot nu toe klopt en dat het ook in ons eigen land ernstig de verkeerde kant op kantelt. Dat is beangstigend. Geen enkel structureel probleem, de klimaatcrisis, de uitputting van de aarde en de toename van conflicten, wordt opgelost en de schuld wordt gelegd bij de meest kwetsbare mensen. Nadat de zondebokpolitiek jarenlang is gegroeid, wordt het nu verankerd in beleid.
Ook in andere Europese landen staat de rechtsstaat ernstig onder druk. Een tekenend voorbeeld zijn de vergaande beperkingen die in verschillende landen worden opgelegd aan vreedzame demonstraties waarbij het beleid van Israël in Gaza centraal staat. Zelfs autoriteiten maken zich schuldig aan discriminatoire en stigmatiserende teksten. Het recht op vreedzaam protest is beschermd volgens het internationaal recht. Hoe kijkt het kabinet aan tegen de kwetsbaarheid van een demonstratierecht en hoe kijkt het zelf terug op de eigen inspanningen om het demonstratierecht te beschermen? Graag een reflectie.
Mensenrechten beschermen betekent ook dat Europa zijn tanden moet laten zien om de onschuldige burgers in Gaza te beschermen. Hulporganisaties roepen in alle talen dat ze nog nooit eerder in zo'n extreme situatie hebben gewerkt. De aanval op Rafah is begonnen. Een half miljoen mensen moet de stad verlaten en er vallen bommen. De rode lijn die de premier zelf heeft benoemd, is ruimschoots overschreden. Het is schandalig dat de premier een woordenspel maakt van die rode lijn en Israël de hand boven het hoofd blijft houden. Daarvoor hebben we ook een sterke EU nodig. De EU veroordeelt de aanvallen nu wel, maar Netanyahu legt de kritiek volledig naast zich neer. Dat is heel duidelijk. De Europese Unie kan de druk opvoeren door handelssancties. Ik roep het kabinet dan ook op om daar onmiddellijk mee aan de slag te gaan in Europa. Neem een leidende rol aan. Voer de druk op Israël op om zijn verplichtingen na te komen. Kom zelf de internationale verplichtingen na. Voorkom genocide.
Naast dat radicaal-rechtse partijen Europese samenwerking willen verzwakken, wil Poetin Europa ook bewust verzwakken over de ruggen van de Oekraïners. De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat het belangrijk is dat de landen die de democratie en de rechtsstaat hoog in het vaandel hebben, elkaar steunen. De financiële en militaire hulp aan Oekraïne en de solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen moeten dan ook ten volle worden voortgezet. Welke mogelijkheden ziet het kabinet op dit moment om sancties tegen Rusland aan te scherpen?
Voorzitter. In het hoofdlijnenakkoord staat dat de nieuwe coalitiepartijen geen nationale koppen willen op Europees beleid. Dat is wederom het afbreken van de bescherming van kwetsbare waarden, temeer omdat het Europese klimaat- en natuurbeleid uitgehold wordt. Willen we de razendsnelle achteruitgang van natuur en klimaat nog stoppen, dan moet er juist aanvullend beleid komen. Waar de EU nog de laatste strohalm leek te zijn waaraan we ons vastklampen om nog iets van de natuur te beschermen, wordt de natuur razendsnel ondergeschikt gemaakt aan de economische belangen van de grote vervuilers, waaronder de agro-industrie. We zagen keihard aan de tak waar we op zitten.
Voorzitter. De klimaatcrisis, de uitholling van de democratie, de uitbuiting van mens en dier — zoals de historicus en filosoof Philipp Blom aangeeft, is een nieuw verhaal mogelijk. Daar is echter een radicale koerswijziging voor nodig, één van lef, verbinding en compassie. Dat is harder nodig dan ooit.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Hazekamp van de Europese fractie van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Hazekamp (EP/PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil vandaag stilstaan bij de ecologische staat van de Unie. 81% van de Europese natuur is in slechte staat. Oceanen worden omgeploegd en leeggevist voor economisch gewin, zelfs tot in de beschermde zeegebieden. Jaarlijks houdt de Europese vee-industrie zo'n 8,5 miljard dieren opgesloten in kooien en in megastallen, met desastreuze gevolgen voor de natuur, voor het klimaat, voor dierenwelzijn en ook voor onze gezondheid. Heel even leek, na de vorige Europese verkiezingen, zelfs in Brussel het besef door te dringen dat mensen en dieren niet kunnen overleven zonder een leefbare aarde. De Green Deal werd gepresenteerd. Een klein aantal plannen uit de Green Deal konden we succesvol over de streep trekken, maar veel van de beloofde acties voor dieren, natuur en milieu zijn uitgesteld of afgezwakt. Europa zwicht voor de druk van de agro-industrie, pesticidefabrikanten zoals Bayer Monsanto en grootvervuilers zoals Shell.
Ik noem een paar voorbeelden. De natuurherstelwet, die zo hard nodig is om onze beschadigde natuur te herstellen, lijkt nu niet door te gaan door toedoen van Nederland. Als Nederland de natuurherstelwet niet steunt, torpedeert het een natuurherstelplan voor een groot deel van het Europese continent. Wegen de nationale economische kortetermijnbelangen daar echt tegenop? Zeker niet. Ook de pesticidereductiewet is geschrapt. Elke dag wordt er 1 miljoen kilo landbouwgif verkocht in de Europese Unie, gif dat terechtkomt op onze voeding en in ons milieu, gif dat hele nare ziektes veroorzaakt zoals de ziekte van Parkinson of kanker. Boeren en hun buren lopen daartoe het grootste risico. Ik vind het dan ook werkelijk schandalig dat partijen die zeggen op te komen voor de leefbaarheid op het platteland, een wet hebben gesaboteerd die dit gifgebruik zou verminderen. Het in de handel houden van gevaarlijk landbouwgif is enkel in het belang van grote multinationals, die jaarlijks tientallen miljarden verdienen aan hun giftige verkoop.
Voorzitter. De beloofde wetgeving voor dieren, natuur en milieu staat de komende verkiezingen op het spel. De agro-industrie en gifreuzen dreigen het Europese landbouw- en milieubeleid volledig naar hun hand te zetten. Hetzelfde dreigt nu ook hier in Nederland te gebeuren. Een politieke partij die is opgericht door en voor de Europese agro-industrie, dreigt in het nieuwe kabinet het landbouwbeleid te gaan bepalen. In ons land zijn nu al te weinig insecten om alle planten te bestuiven. Het nieuwe kabinet steekt haar kop in het zand en wil daar niets aan doen. Megastallen mogen openblijven, Schiphol mag doorgroeien en we gaan met z'n allen gewoon weer 130 rijden op de snelweg. Onze Noordzee wordt gedegradeerd tot visserijakker, waar gevist mag worden met de allerschadelijkste visserijmethoden. Dit is een totale uitputting van onze natuur en leefomgeving voor kortzichtig economisch gewin over de ruggen van mensen, dieren, natuur, milieu en klimaat. Is dit nu werkelijk het land dat we willen achterlaten voor onze kinderen? Is dit het Europa dat we willen achterlaten voor toekomstige generaties? De maatregelen liggen klaar om onze leefomgeving te beschermen en om onze planeet leefbaar te houden voor mens en dier. Het is letterlijk van levensbelang dat we nu doorpakken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Baudet van de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Er is sprake van geestesziekte wanneer de realiteit structureel wordt miskend en deze miskenning vervolgens leidt tot schadelijk gedrag. Genderdysforie is om die reden bijvoorbeeld een geestesziekte; die wordt immers gekenmerkt door miskenning van de biologische realiteit van de mens, van een man of van een vrouw, en dit vertaalt zich in het plegen van ernstige gewelddaden tegen het eigen lichaam in het nastreven van een ziekelijke illusie. De schade die mensen die lijden aan genderdysforie bij zichzelf aanrichten, kan vaak nooit meer worden hersteld. Ze veroordelen zichzelf tot een leven lang lijden. Eenmaal over de ziekelijke aandoening heen gegroeid, zoals in veel gevallen gebeurt, hebben ze dan ook dikwijls afschuwelijke spijt. Tragisch. Het is terecht dat de DSM, het handboek over mentale aandoeningen, genderdysforie als ziekte onderkent.
Zo zijn er meer geestesziekten. Ook politieke of maatschappelijke geestesziekten bestaan. Oikofobie is er zo een: een ziekelijke afkeer van het eigene, een onwil of onvermogen om op te komen voor de eigen belangen, de eigen natie, de eigen geschiedenis en identiteit, vaak gecombineerd met een groot, alomvattend schuldcomplex en de masochistische dwangbehoefte om de nationale identiteit, economie en cultuur te verzwakken, uit te hollen, te bespotten en stuk te maken. We zien de tragische gevolgen van deze oikofobie, die wijd verspreid is onder Europese elites, bijvoorbeeld in de misvorming van onze steden door de misdadige bouwsels van moderne architecten, in de atonale verschrikkingen die eigentijdse componisten de wereld in slingeren en in tal van ander zelfdestructief beleid, zoals massa-immigratie, excuses voor ons verleden en de woeker van de groeneschuldreligie, die onze industrie en welvaart beëindigt en ons landschap vernietigt met weerzinwekkende windmolens.
Maar, voorzitter, eurofilie past helaas ook in deze categorie. Dat is ook een soort geestesziekte. Want terwijl de eurofiel denkt dat hij Europa versterkt, vernietigt hij juist ons fantastische, onbeschrijfelijk mooie continent. De eurofiel lijdt aan een verstoord beeld van de realiteit en handelt op basis van die misconceptie zodanig dat hij ernstige schade toebrengt aan hetgeen hij juist wil versterken en verstevigen. Deze eurofilie — heel wat leiderschap in Europa lijdt eraan — zorgt ervoor dat Europa zichzelf, zijn bedrijven, zijn economieën en het leven van zijn burgers ernstige en vaak onherstelbare schade toebrengt door continue daden van zelfdestructie. Neem de euro. De eurofiel denkt dat we daardoor rijker worden, terwijl deze eenheidsmunt ons in werkelijkheid oneindige inflatie, verdamping van onze pensioengelden, onbetaalbare huizenprijzen en verzwakking van onze concurrentiepositie oplevert. De open grenzen. De eurofiel denkt dat diversity onze strength is, terwijl de massa-immigratie en de omvolking die deze tot gevolg heeft vanzelfsprekend ons continent dodelijk verzwakken.
Minder dan tien jaar geleden, in 2008, hadden de eurozone en de Verenigde Staten nog een gelijkwaardig bruto binnenlands product. Nu bedraagt de kloof tussen het bbp van de EU en de VS 80%. Europeanen zijn gemiddeld maar liefst 30% armer dan Amerikanen en de groeikloof wordt alleen maar groter. De EU heeft namelijk dertien sanctiepakketten tegen Rusland uitgevaardigd, zogenaamd in naam van Europese waarden, zogenaamd om de oorlog te stoppen en Rusland op de knieën te krijgen. Maar het verstoorde werkelijkheidsbeeld van de eurofiel wreekt zich ook hier, want het IMF meldde in april nog dat de Russische economie dit jaar met 3,2% zal groeien, sneller dan de economie van alle andere geavanceerde landen die we als vergelijkingsmateriaal kunnen gebruiken. Westerse bedrijven hebben ruim 100 miljard dollar verloren door zich terug te trekken uit Rusland. De activa van deze veelal Europese bedrijven zijn met enorm verlies verkocht aan Russische bedrijven, die daarmee een enorme welvaartsgroei hebben kunnen realiseren tijdens een van de grootste kapitaaloverdrachten ooit. Shell heeft bijvoorbeeld zijn bezittingen aan Gazprom verkocht. De verliezen van Danone, in maart aangekondigd, bedragen meer dan 1,3 miljard. Nu bereidt de EU-Commissie zich voor om de economische zelfmoord nog verder te voltooien door de Russische tegoeden te willen gaan stelen die bevroren zijn bij Europese banken. Niet alleen zal dit het vertrouwen in het Europese banksysteem en in de euro vernietigen, het zal ook leiden tot Russische vergeldingsmaatregelen op spectaculaire schaal. Vergeet niet dat er nog 300 miljard aan Europese tegoeden in Rusland op banken staan. Die zullen ongetwijfeld in beslag worden genomen als represaille.
De voorzitter:
U bent door uw tijd heen.
De heer Baudet (FVD):
Achter onze rug blijven de Amerikanen natuurlijk gewoon handel drijven met Rusland, terwijl Europa de klappen opvangt. Opnieuw zien we het vertekende wereldbeeld van de eurofiel. Het is hoog tijd dat wij daar een einde aan maken door op 6 juni massaal op Forum voor Democratie te stemmen.
De voorzitter:
De heer Diederik van Dijk van de SGP.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. "De Europese Unie staat op een kruispunt van wegen." Met die uitspraak opende in 2001 de verklaring van Laken over de toekomst van Europa en ook nu zijn er weer belangrijke keuzes te maken. Er zijn kandidaat-lidstaten, grensoverschrijdende problemen en het is een verkiezingsjaar. De SGP kiest voor een bescheiden Unie, een focus op de kerntaken en ruimte voor verschillen. Ik loop dit langs aan de hand van klimaat en landbouw, medische ethiek en gender, en migratie.
Voorzitter. Klimaat is bij uitstek grensoverschrijdend en de EU kan daarbij een rol spelen. Maar werk daarbij vooral aan goede samenwerking en pak knelpunten in de uitvoering aan voordat je de ambities verhoogt. Wat de SGP betreft is het tijd voor handen uit de mouwen en een nuchter klimaatbeleid. Dat betekent bijvoorbeeld geen hogere reductiepercentages of eerder klimaatneutraal zijn, als het elektriciteitsnet het niet kan dragen. Laat subsidiariteit een serieuze weging zijn, niet een dode letter. Klimaat en duurzaamheid komen bij veel andere onderwerpen kijken. Het is al snel een reden voor meer regelgeving tegen alle subsidiariteitsbezwaren in. In dit kader maken we ons zorgen over regelgeving rond landbouw, natuurherstel en bodemkwaliteit. Die zorg geldt meerdere wetgevingstrajecten. Zet de regering zich in om de natuurherstelwet en de richtlijn bodemkwaliteit definitief van tafel te halen?
Voorzitter. De SGP maakt zich zorgen over teksten die raken aan de zorg, medische ethiek en gender in de Staat van de Europese Unie. Niet ieder progressief idee kan zomaar tot fundamenteel recht verheven worden. Er is helemaal niks conservatiefs aan het opkomen voor de bescherming van het ongeboren leven. Het doden van menselijk leven als mensenrecht, dát is niet van deze tijd, althans, niet zolang we een beschaving willen vormen. Ook is er niks mis met pleidooien voor het gezin of met het koesteren van het klassieke huwelijk tussen een man en een vrouw. Binnen de EU wordt hierover verschillend gedacht, net als in deze Kamer. Het minste wat je kan doen, is toch wel om daar respect voor te hebben en niet iedere lidstaat in een progressief-seculiere mal te dwingen. Laat ook hier de EU juist in verscheidenheid verenigd blijven. Onlangs was de Finse parlementariër Päivi Räsänen in Nederland te gast. Alle rechtszaken tegen haar bewijzen toch wel de krimpende ruimte in Europa voor de klassieke christelijke opvattingen.
Voorzitter. De inkt van de handtekeningen onder het migratiepact is opgedroogd. Nu wordt er gewerkt aan de uitwerking daarvan, zodat de nieuwe migratieregels over tweeënhalf jaar echt van kracht worden. Om migratie beter te reguleren, zullen we ons binnen Europa ook steviger op moeten stellen en voortdurend aandacht moeten vragen voor onze uitzonderlijke demografische situatie. De Kamer nam eerder een SGP-motie aan die de regering verzoekt om zich in te zetten voor het meewegen van de bevolkingsdichtheid bij de verdeling van asielzoekers. Kan de minister-president toezeggen dat Nederland hierop inzet bij de uitwerking van de EU-verordening voor crisissituaties?
Voorzitter. Volgens mij kan ik stellen dat iedereen in deze zaal van het politieke spel houdt. Onze minister-president speelt al wekenlang stratego met het oog op zijn toekomstige functie bij de NAVO. Maar met het oog op de Europese verkiezingen heb ik hier een SGP-kwartetspel, dat ik via de bode heel graag wil overhandigen aan de bewindspersonen in vak K. Ik maak er meteen twee voor de prijs van één van. Ik heb er ook een voor de andere minister, alsjeblieft. Ik dacht: demissionaire bewindslieden houden natuurlijk een hoop tijd over omdat ze niet geacht worden nieuw beleid uit te zetten, dus zo'n kwartetspel kan dan een heel leerzaam en aangenaam tijdverdrijf zijn. Overigens kan ik dit kwartet iedereen aanbevelen. Beter kun je je niet voorbereiden op de Europese verkiezingen. Het is voor iedereen verkrijgbaar op onze fractiekamer en voor de mensen thuis via sgp.nl.
De voorzitter:
Zullen we gewoon weer inhoudelijk verdergaan en er geen Sterreclame van maken?
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Volgende keer neem ik voor de voorzitter mens-erger-je-niet mee. Tot zover Zendtijd Politieke Partijen. Ik dank u hartelijk.
De voorzitter:
De beide bewindspersonen zeggen "dank je wel", dus die heeft u gelukkig gemaakt. Dan gaan we luisteren naar de heer Ruissen, eveneens van de SGP. We zijn benieuwd of hij ook productplacement gaat toepassen.
De heer Ruissen (EP/SGP):
Dank u wel, voorzitter. Tegen al diegenen die ook vandaag weer pleiten voor een sterke Europese Unie zou ik willen zeggen dat we volgens mij vooral behoefte hebben aan een dienend Europa, een Europa dat zich concentreert op zijn kerntaken en dat tegelijkertijd inziet dat veel problemen zich niet uniform, centraal vanuit Brussel laten oplossen, eenvoudigweg omdat Europa daarvoor te divers is. Die kerntaken zijn: het zorgen voor een goed functionerende interne markt, het veiligstellen van de voedselproductie, het aanpakken van grensoverschrijdende milieuvervuiling, criminaliteit en mensenhandel, het bewaken van de gemeenschappelijke buitengrenzen, het binnen de kaders van de NAVO versterken van de defensie, maar ook, zeker, het geven van een gezamenlijk antwoord op geopolitieke uitdagingen.
Ik denk concreet aan China, dat overduidelijk een strategie volgt van verdeel en heers. Europa moet hier echt meer ruggengraat tonen. Europa moet ervoor zorgen dat de vitale infrastructuur niet in handen van China komt, moet veel actiever optreden tegen Chinese inmenging in de academische wereld en op sociale media, en moet onze afhankelijkheid van China verminderen door veel zuiniger te zijn op onze eigen industrie.
Voorzitter. Ondertussen blijkt de machtshonger van Brussel nagenoeg onverzadigbaar te zijn. In plaats van te vragen hoe men dienstbaar kan zijn aan de burgers en de lidstaten draait het toch vaak om de vraag: hoe kunnen we nou alles zo veel mogelijk centraal vanuit Brussel regelen? Het subsidiariteitsbeginsel is in mijn beleving een leeg begrip geworden. Denk aan de pogingen om een zorgunie in het leven te roepen en een Europese sociale pijler. Als ik dat op mij af zie komen, denk ik: Brussel, hou je bij je leest; beperk je tot je kerntaken.
Te grote bemoeizucht zien we overal. Kijk naar het voorstel voor een richtlijn over bodemkwaliteit. Waarom zou Brussel zich daarmee moeten bemoeien? Bodems steken, anders dan water en lucht, immers niet de grens over. Dat kun je dus prima nationaal regelen. Daar heb je Europa niet voor nodig. Of kijk naar de Europese aanbestedingsregels, waaraan ook de jeugdzorg en de Wmo moeten voldoen. Ik stel voor dat we ons in Brussel gezamenlijk sterk gaan maken voor een vrijstelling voor deze sectoren.
Dan de pogingen om een EU-ouderschapscertificaat in het leven te roepen. Dat is een regelrechte inmenging van Brussel in het familierecht, terwijl dat toch echt een bevoegdheid is van de lidstaten. Deze bevoegdheden overhevelen naar Brussel lost geen problemen op. Het wordt de hoogste tijd om het subsidiariteitsbeginsel weer de plek te geven die het verdient om zo van de EU weer een dienende Unie te maken.
Voorzitter. Ik heb tot slot nog drie concrete verzoeken die in mijn beleving wel problemen oplossen. Eén. Help ons om de beschermingsstatus van de wolf te verlagen. Het Europees Parlement is om en de Commissie ook, nu de Raad nog. Twee. Houd voet bij stuk rond de natuurherstelwet. Deze wet zorgt echt voor een stikstofcrisis 2.0. Daarom: geef niet op en blijf bij een duidelijke tegenstem. Drie. Help ons om organisaties zoals Samidoun, die banden hebben met terroristische organisaties in het Midden-Oosten, op de Europese lijst van terroristische organisaties te krijgen. De gevaren van het moslimextremisme in de EU vragen om leiderschap en daarmee om een krachtig optreden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Het gaat meer dan ooit over de Europese Unie, die vaak wordt verpakt in het inmiddels quasischeldwoord "Brussel". Brussel bemoeit zich te veel, Brussel bepaalt te veel, Brussel kost te veel en Brussel levert ons niet genoeg op. De mannen en vrouwen op straat zullen herkennen dat gesprekken over de Europese Unie vaak beginnen of in ieder geval eindigen met dit soort uitspraken. Aan dat cynisme over de Europese Unie doen sommige partijen graag mee, in ieder geval op de onderwerpen waarbij dat goed uitkomt.
Voorzitter. Ik verzet mij daartegen. Ik vind de Europese Unie allesbehalve perfect en ik vind ook niet dat die alles zou moeten overnemen, maar het goede dat er is, is het waard om te koesteren. Die stellige overtuiging haal ik ook uit mijn eigen christelijke traditie. Het zijn juist christelijke denkers en bestuurders geweest die aan de basis hebben gestaan van de EU. Ik doel op grote namen uit de Europese geschiedenis, zoals Robert Schuman, Konrad Adenauer en Alcide De Gasperi. Zij stonden allen bekend om hun verzetsdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog en hebben de moed vastgehouden om een hele nieuwe afslag te nemen op ons continent. Er moest een einde komen aan de eeuw van oorlog. In plaats daarvan moest men blijvend gaan samenwerken, zo was de gedachte, omdat ze geloofden dat alle mensen op aarde schepselen van God zijn en omdat we de ander over de landsgrenzen niet als vijand moeten zien maar als medemens.
De heer Baudet (FVD):
Welke verzetsdaden heeft Robert Schuman volgens de spreker zoal gepleegd of ondernomen?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik struikelde daarover, want ik weet dat Robert Schuman een bestuurder is geweest en niet per se een verzetsheld. Dat stond er, maar ik struikelde daarover. Het is in ieder geval iemand geweest die na de ontwikkelingen van de Tweede Wereldoorlog het lef had om te zeggen: we moeten voorwaarts kijken en de samenwerking centraal laten staan. Ik denk dat dat iets is wat we vandaag mogen koesteren, juist omdat we hier staan na decennia van vrede. Helaas staat er nu wel iets op het spel. We zien dat aan de grenzen van Oekraïne. In tegenstelling tot wat de heer Baudet net heeft aangegeven over de EU, denk ik dat we dankbaar moeten zijn en dat we het goede moeten koesteren.
De heer Baudet (FVD):
De heer Ceder noemde net een aantal namen, waaronder Robert Schuman, van mensen die bekendstaan om hun verzetsdaden in de Tweede Wereldoorlog. Of heb ik dat verkeerd gehoord? Dat zei hij toch, of niet?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik noemde een rijtje namen van mensen die juist ook na de Tweede Wereldoorlog gezegd hebben: wij moeten stappen voorwaarts zetten. Maar ik ben het met de heer Baudet eens dat hij niet een verzetsheld is.
De heer Baudet (FVD):
Is de heer Ceder zich er bijvoorbeeld ook van bewust dat bij uitstek Robert Schuman een steunpilaar van Pétain was, de machtsgreep van Pétain in het Franse parlement steunde en de deal met de nazi's en het regime van Pétain steunde? Is hij zich daarvan bewust?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ga graag met meneer Baudet tijdens een kop koffie in gesprek over verschillende handelingen en daden rond en tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ik wil het wel hebben over het punt dat ik heb gemaakt ...
De heer Baudet (FVD):
Waarom is dit nou belangrijk, hè? Waarom is dit nou belangrijk?
De voorzitter:
De heer Ceder maakt nog even zijn antwoord af, denk ik.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. De heer Baudet probeert nu ... Het punt dat ik probeer te maken is het volgende. De vraag na de Tweede Wereldoorlog was: hoe gaan we nu verder met dit continent? Toen zijn er een aantal mensen opgestaan die hebben gezegd: wij moeten samenwerken. Dat is uiteindelijk ook de basis geweest voor de Europese Unie. Dat is een waarde die ik koester. Daarmee zeg ik niet dat de Europese Unie een allesomvattend orgaan zou moeten zijn. Dat vindt u niet, en volgens mij kent u de standpunten van de ChristenUnie daarover ook. Maar dat is wel een punt dat wij goed vinden. Daarover verschillen we met de heer Baudet van mening. Dat is ook een waarde die wij vandaag willen uitlichten.
De heer Baudet (FVD):
Want waarom is het nou belangrijk, hè? Waarom is het nou belangrijk om daadwerkelijk met een historische blik naar de ware, feitelijke oorsprong van de EU te kijken en niet alleen naar de mythologie en de propaganda die daarna is gemaakt? Omdat de antidemocratische wortels van de EU het wezen van de EU blootleggen. Dus de EU hult zich in een mantel van democratie, maar het grondidee van een overkoepelend bestuurlijk orgaan was juist — dat geldt dus voor alle grondleggers van de EU — om de nationale democratie in te perken. De oorsprong van de Europese gedachte is dus antidemocratisch en niet prodemocratisch. Daarom is het zogeheten democratisch deficit van de EU ook niet een weeffout van de EU, nee, het is de essentie daarvan. Het is het hele idee van de EU om nationale democratieën te kortwieken, te overvleugelen. De grondleggers van die Europese Unie, Jean Monnet, Robert Schuman enzovoorts, waren ten diepste antidemocraten. Daarom wilden ze dit. Daarom is het toch heel belangrijk om dit soort dingen even te weten, en om niet mee te gaan in de retoriek van: allemaal verzetshelden, vrede. Daar heeft het helemaal niets mee te maken. Dat is later bedacht om het te verkopen en om het te contrasteren, want "vrede" was de term van de communisten. De Komintern had internationale vredesconferenties, en toen dacht de EU: "Weet je wat wij moeten doen? Wij moeten dat woord ook gaan gebruiken, want dat is gewoon een aantrekkelijk propagandawoord." Dus toen gingen ze het ook maar over vrede hebben. Dat is nooit het idee geweest. Het ging erom de oorlogsindustrie te centraliseren, om een oorlog tegen de Sovjet-Unie mogelijk te maken. De NAVO was de militaire tak en de EGKS de economische tak. De oprichters daarvan waren ten diepste antidemocraten.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dan is het ze niet gelukt, gelet op het feit dat u hier een interruptie kunt plegen in een vrij en democratisch land, decennia na de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om het gedachtegoed dat wij moeten samenwerken, zonder dat het een eenheidsworst wordt; dat zeg ik ook later in mijn betoog. Wij moeten op dit continent samenwerken. Dat is de enige randvoorwaarde om als waardengemeenschap ervoor te zorgen dat wij op een continent kunnen leven met de afwezigheid van oorlog en met het behoud van vrede. Het feit dat u deze interruptie hier kunt plegen, toont aan dat wat u net allemaal zei niet klopt. Maar nogmaals, ik drink graag een kop koffie met u. Dan kunnen we het hebben over de geschiedenis rond en na de Tweede Wereldoorlog.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Die samenwerking van de Europese Unie ging over economie, over veiligheid en over vrijheid. Ik heb soms de indruk dat we nu denken dat dat alles is waar de EU voor was bedoeld. Maar vanaf het begin was de Europese Unie ook meer dan dat. Het was een waardengemeenschap. Een continent dat gezamenlijk uitspreekt dat het bepaalde principes hoog wil houden in z'n samenlevingen: de principes van gelijkwaardigheid, vrijheid en betrokkenheid op elkaar. Dat is ook de Europese Unie die ik graag in 2024 zie. Ik koester die niet alleen omdat het economisch interessant is om onze afzetmarkt te vergroten en zo veel mogelijk economische groei na te jagen. Nee, ik koester die omdat ik geloof dat dit instituut helpt om een continent te blijven van vrede, vrijheid en barmhartigheid, juist ook voor de vele minderheden in Europa. Economie is belangrijk, maar de EU is zo veel meer dan dat.
Voorzitter. Europa als waardegemeenschap staat echter wel onder druk, aan de ene kant door partijen die het wel degelijk slechts als economische markt willen gebruiken, en aan de andere kant door partijen die nauwelijks werk willen maken van onze eigen waarden en die van al die minderheden graag een seculiere eenheidsworst willen maken. Dat gaat voorbij samenwerking. Dat laatste zie ik bijvoorbeeld op het gebied van godsdienstvrijheid. In verschillende Europese landen zie ik steeds meer controverse rond het simpelweg uiten van geloofsovertuigingen. Ernstiger nog vind ik dat ik steeds minder verontwaardiging hoor over de vele vervolgingen van gelovigen buiten Europa.
Daarom helpt het wat mij betreft niet dat Europa bijvoorbeeld zo treuzelt bij het aanstellen van een nieuwe gezant voor godsdienstvrijheid. Die gezant was er juist om dit cruciale onderwerp vanuit de EU hoog op de internationale agenda te houden. De EU mompelde en treuzelde om een opvolger te benoemen. Nu er een nieuwe Europese Commissie komt, is het nog maar de vraag wat er met de gezant gebeurt. Daarmee dreigen we miljoenen vervolgde christenen en andere gelovigen in de steek te laten. Voor hen telt namelijk elke dag, voor leven en dood. Ik kom daarom ook met een motie om alles in het werk te stellen om juist die benoeming, iets wat we vanuit Europa kunnen regelen, veilig te stellen.
Voorzitter. Wij zijn een partij met een christelijke visie. Dat is ook de visie die Europa heeft opgebouwd. Dat betekent dat samenwerking belangrijk is, maar dat je ook belangrijke grenzen moet hebben en de soevereiniteit moet laten waar die thuishoort. Het is een visie die duidelijk stelt waar Europa wel, en waar het niet over moet gaan. De visie is voor samenwerking waar nodig, maar met respect voor autonomie en verschil tussen landen en culturen. Het Europa van die waarden wil ik graag verdedigen, maar ook verbeteren.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Haga van de Europese fractie van de ChristenUnie.
Mevrouw Haga (EP/ChristenUnie):
Dank u. Ik vind het mooi om hier een keer te staan. Wat me als eerste opviel, is dat het hier zo kaal is wat betreft de vlaggen. In het Europees Parlement zijn we heel veel meer vlaggen gewend, dus ik heb mijn eigen Friese vlag maar meegenomen. Ik dacht: dan is in ieder geval iets van de diversiteit van Europa hier.
Over Friesland gesproken: afgelopen zondag was ik bij een antisemitismemanifestatie. Nu woon ik in Dokkum, dus het was ook niet zo wonderlijk dat ik daar makkelijk bij kon zijn. Maar waar het mij om gaat en waar ik het over wil hebben, is de uitspraak die opperrabbijn Jacobs daar deed. Hij zei: "Haat. Het begint bij joden, slaat over naar christenen en verslindt uiteindelijk alles. De overgrote meerderheid doet niets. Daar moeten we tegen in opstand komen. Mensen moeten zich uitspreken." Wat hij bedoelde is: als er onrust is in de samenleving, dan is het heel makkelijk om een zondebok, één groep, aan te wijzen en daar je focus op te leggen, maar dat is niet wat we moeten doen.
Daarom maak ik me zo heel veel zorgen over extreemrechts in Europa. Ik noem Orbán in Hongarije. Wat hij doet, is namelijk onder het mom van de joods-christelijke traditie xenofobische taal uiten en de rechterlijke macht, de media en de democratie in Hongarije uithollen. En wat zien we? Wilders, de leider van de grootste partij in Nederland, is hoofdspreker op het congres van Orbán. Wat hebben we gezien tijdens dat congres? Xenofobische en racistische taal. Dat is wel degelijk extreemrechts. Want extreemrechts is dat je de nationale identiteit vergroot door middel van racistische taal. Dat zagen we daar. Daar is helemaal niets christelijks aan. Christelijk is dat je de naaste liefhebt als jezelf. Dat hebben we daar niet gezien.
Maar aan de andere kant zien we de extreemprogressief-liberalen, die onder het mom van inclusie een sterk antireligieus sentiment tentoonspreiden, en een fanatisme over gender en seksualiteit waardoor je gewoon niet eens meer een redelijk gesprek kunt voeren. Eigenlijk hebben die extremen, of we het nou over links of rechts hebben, hetzelfde motto. Ze delen iets. Dat is het motto: we laten de ander vrij — zolang die maar is of denkt zoals wij. Dat is geen vrijheid en dat is niet de vrijheid waar de ChristenUnie voor staat. De ChristenUnie staat voor geloofsvrijheid. Je mag geloven, ook als dat wat anders is dan wat jij gelooft. Die vrijheid hebben we in dit land en dat moeten we koesteren. Maar dankzij de progressief-liberalen heeft het jaren geduurd voordat de EU-gezant voor godsdienstvrijheid zijn taak kon gaan vervullen. Ze hielden het tegen. Voor mij is dit een speerpunt. Als ik straks verkozen word, ga ik hier als eerste mee aan de slag. Ik vind dat alle politici zouden moeten strijden voor vrijheid. Want vrijheid, zoals we opperrabbijn Jacobs in Dokkum hoorden zeggen, is kiezen voor liefde en niet voor haat. Maar dat moeten wij als politici doen. Daarom heb ik een aantal vragen. De eerste vraag is aan de SGP. Gaat de SGP …
De voorzitter:
Nee, nee, nee. U moet geen vragen stellen aan de Kamerleden.
Mevrouw Haga (EP/ChristenUnie):
Nou, dan stel ik een vraag aan mijn collega-Europarlementariër.
De voorzitter:
Nee, dat wil ik ook niet hebben. U dient zich te richten tot het kabinet.
Mevrouw Haga (EP/ChristenUnie):
Nou, dan doe ik een veronderstelling. Ik ga ervan uit en ik hoop ten zeerste dat de SGP uit de ECR stapt als Orbán met zijn extreemrechtse partij toetreedt tot de ECR. Ik hoop ook dat de BBB afstand neemt van de uitspraken van haar lijsttrekker, en dat samenwerken met ID-groep, de meest rechts-extreme groep in het Europees Parlement, geen optie is. Ik ga er ook van uit dat NSC kleur gaat bekennen. Waar staat het? Wat wil het? Gaat het samenwerken met ID? Is dat een optie voor NSC? Is het een optie voor NSC om samen te werken met ECR?
De voorzitter:
Dit is niet de bedoeling, hè. U bent hier om inlichtingen te verschaffen en niet om oorlog te maken met de mensen in de zaal. Sorry, hoor.
Mevrouw Haga (EP/ChristenUnie):
Nee, ik probeer helderheid te krijgen over wat er op Europees niveau gaat gebeuren. Want dit gaat over de staat van de Unie en het maakt nogal uit in welke groepen partijen gaan zitten en met welke groepen ze gaan samenwerken, als ze verkozen worden. Dat heeft enorm veel impact. Dat wilde ik dus graag weten.
Voorzitter. Dan zal ik afronden. Dan ga ik er ook van uit dat de progressief-liberalen — ik bedoel dan D66 en GroenLinks-PvdA — ook iets doen aan hun religieallergie. Dat kan heel simpel door in gesprek te gaan met christenen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ja, dan gaat de heer Diederik van Dijk natuurlijk reageren, maar daar heeft hij recht op.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De SGP werd rechtstreeks aangesproken. Ik zal het zo feitelijk mogelijk houden bij het beantwoorden van de vraag van mevrouw Haga. De SGP zal kiezen voor die groep waarin die zo helder en zo vrij mogelijk het christelijke geluid, het geluid voor het leven, voor Israël en tegen antisemitisme et cetera, kan laten horen. Ik hoop dat dat duidelijk genoeg is.
De voorzitter:
Prima, dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de volgende spreker. Dat is de heer Dassen van de fractie van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Een jaar geleden stond er een vrouw in de straten in Georgië tijdens een groot protest voor de democratie. Zij zwaaide trots met de Europese vlag, die hoog boven haar hoofd wapperde. Een machtig waterkanon probeerde haar met een sterke waterstraal weg te spuiten, maar ze bleef overeind. Het werd haar echter wel steeds moeilijker gemaakt. Ze leek te vallen, maar toen kwamen er een voor een mensen om haar heen staan. Ze hielden haar vast, beschermden haar met hun eigen lichaam tegen het brute watergeweld, en de vlag bleef overeind. Voor vele mensen staat die vlag symbool voor vrijheid, voor veiligheid, voor democratie en voor een betere toekomst. Die vlag zou hier in de Tweede Kamer overigens ook niet misstaan. Ik zie de VVD-fractie gelukkig kijken. Ook nu gaan in Georgië weer honderdduizenden mensen de straat op. Ik vraag aan het kabinet hoe wij hen kunnen ondersteunen. Hoe kunnen wij hen helpen om ervoor te zorgen dat de democratie daar overeind blijft? Waar wij die Europese veiligheid en de democratie al zo lang genieten dat we die als vanzelfsprekend zijn gaan zien, strijden mensen buiten de Unie om erbij te horen. Deze strijd wordt in Oekraïne bekocht met mensenlevens. Zoals vaker in deze Kamer aangegeven, zal Poetin daar niet stoppen. De strijd die de Oekraïners voeren is ook onze strijd.
Voorzitter. De wereld van het jaar 2024 is namelijk onzeker. Als wij grip op die wereld willen hebben, dan ligt de toekomst in een sterk en democratisch Europa, een Europa dat in staat is om ons te beschermen, met of zonder de VS. Aan de minister-president heb ik dan ook de volgende vragen. Is hij het met mij eens dat de Europese Unie zelfstandig in staat zou moeten kunnen zijn om zichzelf te verdedigen? Want stel dat Donald Trump, die eerder bepaalde uitspraken over de NAVO heeft gedaan, dadelijk aan de macht komt, welke stappen zijn er volgens de minister-president dan nodig? Ruttes voorganger, of toekomstig voorganger, oud-secretaris-generaal van de NAVO De Hoop Scheffer, stelde: als Oekraïne verliest, is dat het einde van Europa. Hoe kijkt de minister-president naar deze uitspraak? Ik heb eerder complimenten gegeven over de manier waarop het kabinet een voortrekkersrol heeft genomen in Europa om Oekraïne te ondersteunen. Maar we zien nog steeds dat het onvoldoende is. We zien dat het financieel en militair onvoldoende is. Ik vraag aan de bewindspersonen: waarom lukt het niet om in Europa verdere stappen te nemen?
Voorzitter. Er is ook een concurrentierace gaande met Amerika en China. Europa moet meedoen, zodat we geld verdienen voor onze defensie, onze verzorgingsstaat en voor de klimaattransitie, en zodat de wereldeconomie van de toekomst draait op Europese waarden. Letta stelt onder andere een vijfde vrijheid voor: vrij verkeer van onderzoek, innovatie, competenties en onderwijs. Ik vraag aan het kabinet hoe de uitwerking hiervan tot een Europees kennisecosysteem zou kunnen leiden.
Voorzitter. Voor Volt is het duidelijk: wij willen toewerken naar een echte Europese parlementaire democratie, zoals wij die hier in Nederland kennen. Daar heeft de kiezer recht op. Toen het ging over de transnationale kieslijsten trok de Tweede Kamer de gele kaart. Het spitzenkandidatensysteem werd afgeschoten. Het afschaffen van het veto komt niet verder. Nu zie je in de campagnetijd weer dat het voor de kiezer onduidelijk is waar die op gaat stemmen. De VVD zegt in Europa niet samen te willen werken met extreemrechts, maar in Nederland hebben ze daar net een kabinet mee gevormd. Het CDA sluit samenwerking op Europees niveau niet uit, maar in Nederland wel. GroenLinks en PvdA vormen hier samen één lijst, maar zitten straks in twee aparte fracties. Voor veel kiezers is dat onbegrijpelijk. Er zijn genoeg krachten in de wereld die de kwetsbaarheden van die onafgemaakte democratie misbruiken, Rusland en China, maar ook extreemrechtse partijen in de Europese parlementen. Desinformatie, cyberaanvallen, omkoping: alles om ons te verdelen, ook in aanloop naar de Europese verkiezingen. Ik vraag aan het kabinet welke maatregelen het neemt om te zorgen dat de verkiezingen ook in de laatste weken niet verder ondermijnd worden.
Voorzitter. Er is geen gemeenschap van landen ter wereld waar zoveel mensen onderdeel van willen zijn. Wij, met niks anders dan wilskracht, maakten onszelf van een continent van bloed tot een continent van vrede. We verenigden onszelf om van de som van onze soevereiniteit iets groters te maken, niet alleen vanuit de lessen van ons verleden of de noodzaak van ons heden, maar ook vanuit de kansen van de toekomst. Wij hebben een uniek voorrecht. Wij, ieder van ons, zijn de architecten van deze toekomst. Wij zijn Europa. In deze verandering van tijdperk bepalen wij, Europeanen, hoe wij ons lot in eigen handen nemen, allereerst op 6 juni tijdens de Europese verkiezingen. Wij zijn Europa.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
O, o, o, voorzitter. Wat zijn de druiven op links weer zuur vandaag. Vindt u niet? Huilie, huilie, huilie, huilie. Dat belooft nog wat te worden, zou Pim Fortuyn gezegd kunnen hebben. Een extreem leuk vooruitzicht, denk ik.
Dan naar Europa, de Staat van de Unie. "Begrens EUropa" is het motto van JA21, de boodschap bij de komende verkiezingen onder leiding van Michiel Hoogeveen. Deze topper zal na mij spreken hier in deze zaal. Met hem gaan we als partij de Europese verkiezingen in, letterlijk én figuurlijk, omdat Europa de afgelopen decennia mijlenver is afgedreven van waar de EU voor zou moeten staan. Heel helder: JA21 is vóór samenwerking, Europese samenwerking, maar dan voor waarvoor die ooit bedoeld was, dus een economische samenwerking, een interne markt en vrijhandel. De EU moet dus weer die welvaartsmachine worden die we ooit voor ogen hadden, een EU waar we inderdaad "chapeau" tegen kunnen zeggen. Mijn vraag aan de minister-president is eigenlijk heel eenvoudig en enkelvoudig: hoe ziet hij de Staat van de Unie in 2010-2024 op het gebied van welvaart, op het gebied van de bemoeienissen, op het gebied van de spilzucht en op het gebied van de open grenzen? Kan hij daar voor ons vandaag op reflecteren?
Voorzitter. Het probleem voor ons is dat de EU een moloch is geworden die op grote schaal bevoegdheden naar zich toe heeft getrokken, soevereiniteit van de lidstaten heeft afgenomen, een ambtenarenapparaat heeft opgebouwd waar je akelig van wordt en een kapitaal kost, maar ondertussen ook heel veel geld van fiscaal gedisciplineerde en economisch succesvolle lidstaten naar schuldenlanden in het zuiden heeft getransporteerd. Dat is niet de Europese Unie van JA21. De EU van ons, van JA21, is een EU die welvaart en economische voorspoed brengt, een EU die werkt voor Nederland, met minder bureaucratie, minder regels voor ondernemers en minder bedilzucht. Geen klimaatdictaten zoals de Green Deal van Frans Timmermans. Ik heb het hier al eerder gezegd: €26.000 per hoofd van de bevolking kost die deal. Dus ook geen verbod op benzineauto's, geen Europees leger, geen gemeenschappelijke schulden, geen digitale euro enzovoorts. Een lang verhaal kort: wij willen dus een EU die krachtig inzet op de oorspronkelijke thema's, de kernthema's, die vooral datgene goed doet waarvan wij vinden dat zij zich daarmee moet bemoeien.
De heer Van Campen (VVD):
Op zich ben ik het eens met die inzet, maar ik zou de heer Eerdmans dan wel willen vragen om een reflectie op de veiligheidscomponent in die onveilige wereld, waarin een vrij en democratisch Europa zo onder druk staat met een agressor als Rusland met Poetin op het continent. Ziet de heer Eerdmans daar ook een rol weggelegd voor die Europese samenwerking? Ik ben benieuwd hoe hij daarnaar kijkt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja. Dat heb ik hier ook al vaker betoogd. Jazeker, want Europa en de lidstaten kunnen zich als blok, als economisch machtsblok maar ook als militair machtsblok, heel goed vinden om elkaar te versterken. Natuurlijk. Dat is iets anders dan met elkaar bepalen dat een Europees leger welk land dan ook moet binnenvallen. Daar waken wij voor. Daarmee overstijg je ook de soevereiniteit van de lidstaten. Dus jazeker, Europa kan sterker zijn met elkaar dan een voor een.
Voorzitter. Het begrenzen van Europa is dus ook echt een letterlijke wens van JA21. Dan heb ik het dus over de buitengrenzen. De realiteit is dat die buitengrenzen zo lek zijn als een mandje. De EU is een magneet voor migranten uit de hele wereld. De buitengrenzen zijn poreus en je gaat gemakkelijk, kinderlijk eenvoudig, over de binnengrenzen heen. Kortom, Europa is een migratiewalhalla. De EU werkt dat helaas in de hand. Dat moet stoppen. Daarom moeten wij Europa begrenzen. Dat is ons thema: Begrens EUropa. Dat is de boodschap van JA21. Met onder andere dat migratiepact, waaronder Nederland deze week definitief de handtekening zet, gaan we dat natuurlijk niet bereiken. Dat is een fiasco. Wij vinden dat er veel stevigere stappen nodig zijn.
Voorzitter. Het hermetisch afsluiten van de Europese buitengrenzen dient een absolute topprioriteit te zijn voor degenen die de gemeenschappelijke markt en het vrije verkeer van waarde vinden en willen koesteren. JA21 wil daarom inzetten op het steunen van lidstaten aan de buitengrenzen van de EU zoals Italië, Polen en Hongarije. Frontex zou weer moeten terugkeren naar de kerntaak van het beschermen van de buitengrenzen en het tegengaan van illegale migratie.
Voorzitter. Wij kijken vooral naar Denemarken. Ik heb dat land hier al vaker genoemd en ik hoop dat de nieuwe coalitie daar ook naar zal kijken. Wij hopen dat het akkoord van PVV, NSC, BBB en VVD een koerswijziging gaat brengen. De kern daarvan is dat onze asielopvang wordt verplaatst naar buiten de Europese Unie, naar het voorbeeld van Denemarken, zoals dat nu in de praktijk wordt gebracht door het Verenigd Koninkrijk en in navolging van Italië met de Albaniëdeal. Zelfs de Europese Commissie zegt daarover dat het kan. Ga dus niet akkoord met verplichte herverdeling van asielzoekers als gevolg van het migratiepact, zeg ik tegen de nieuwe coalitie. Koop ze af, in lijn met de aangenomen motie van JA21.
Voorzitter. Er is echt heel veel mogelijk. Daarom zullen Michiel in het Europees Parlement en ikzelf in de Tweede Kamer ons blijven inzetten voor het begrenzen van Europa, voor een EU die werkt voor Nederland en voor Nederlands geld in Nederlandse handen, in plaats van in Italiaanse, Griekse of Roemeense handen. Wij zullen ons blijven inzetten voor economische voorspoed in plaats van Europese klimaatdictaten en asieldwangwetten. Wij zullen ons, kortom, blijven inzetten voor een Europa met een open economie en gesloten grenzen.
Ik dank u zeer, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Hoogeveen van de Europese fractie van JA21.
De heer Hoogeveen (EP/JA21):
Dank u, meneer de voorzitter. Dank dat wij als Europarlementariërs zijn uitgenodigd om ons hoogste politieke orgaan te informeren over de harde economische en politieke realiteit.
Europa is hard op weg een tweederangseconomie te worden. Onze schulden lopen op, onze regel- en belastingdruk zijn een nachtmerrie en ons aandeel in de wereldhandel neemt af. In de dagen van de vrije markt met Europa als top-industriële speler gaf de politiek burgers en bedrijven de vrijheid; de vrijheid om te ondernemen, handel te drijven en, jawel, geld te verdienen. Tegenwoordig neemt de Brusselse politiek die vrijheid juist af. De Europese Commissie bestaat uit 27 Eurocommissarissen met daaronder 50 verschillende departementen met 32.000 ambtenaren. En wat denken jullie dat die ambtenaren de hele dag doen? Zij karnen de ene verstikkende verordening na de andere groene richtlijn. Daarmee wil de EU de zogenaamd oude bedrijfsmodellen uitfaseren en vervangen door een groene industriepolitiek, door een naar Frans model centraal gedirigeerde economie, die draait op subsidie, schuld en tariefmuren. De nieuwe wetmatigheid in Brussel lijkt de survival of the unfittest te zijn. Economische groei is een vies begrip geworden. In plaats daarvan pleiten sommigen voor ontgroeien of degrowth. Vrijhandelsakkoorden gaan niet meer over waarover ze zouden moeten gaan, namelijk handel, maar over de Sustainable Development Goals en het Parijse klimaatakkoord. Als ondernemer word je niet meer gezien als schepper van banen, maar als uitbuiter. Meer regels, meer rapportageverplichtingen en meer bureaucratie worden met een spervuur op onze ondernemers en bedrijven afgeschoten. Lastenverlichtingen zitten er niet in. In plaats van dat we snijden in de Brusselse bureaucratie, krijgen Nederlanders een CO2-taks, een plastictaks en een financiëletransactietaks. De miljarden van het coronaherstelfonds moeten uiteraard worden gedekt. Mijn vraag aan de premier is: hoe reflecteert hij erop dat hij ooit zijn handtekening onder die gemeenschappelijke Europese schulden heeft gezet en dat de doos van Pandora voor gemeenschappelijke Europese schulden is geopend? President Macron staat bij elke kleine crisis weer vooraan om te pleiten voor meer gemeenschappelijke schulden om zijn eigen industrieën te spekken. Wat is het gevolg? Ons concurrentievermogen holt achteruit. Onze invloed op het wereldtoneel neemt af. En niet te vergeten: voor de mensen thuis wordt alles duurder.
Voorzitter. Uiteindelijk zijn het de mensen thuis die de prijs betalen voor duurdere producten. Dat geeft de EU zelf ook toe, want uit angst voor goedkopere producten van buiten de EU komt er een CO2-grensheffing. Kortom, u moet zonnepanelen nemen, maar wel dure Duitse zonnepanelen. U moet elektrisch rijden, maar wel in een dure Franse auto. Aan de ene kant wordt voor onze eigen burgers en bedrijven alles duurder. Aan de andere kant houdt de EU de landen uit Afrika, Zuid-Amerika en Azië arm, simpelweg omdat zij niet voldoen aan onze bindende klimaatparagrafen. Deze landen betichten de EU dan ook niet voor niets van klimaatkolonialisme. Dat is de reden dat China wel aan economisch terrein wint, en de EU dit juist verliest.
Voorzitter. Wij van JA21 zijn voorstander van de Europese Unie — als een open economische gemeenschap, welteverstaan. Als JA21 hebben wij daar de afgelopen jaren aan gebouwd door onze verantwoordelijkheid te nemen, door dossiers aan te nemen en door bijvoorbeeld een versoepeling van langetermijninvesteringen te bewerkstelligen, die voor 100 miljard euro aan private investeringen zorgt. Geen subsidies! Geen verstikkende regels! Wij geven de Nederlandse en Europese bedrijven de ruimte, dan volgt de rest vanzelf.
Voorzitter, ik rond af. Feit is dat meer vrijhandel en deregulering, bij gebrek aan een beter woord, goed is. Dat is goed voor de welvaart, goed voor onze banen, goed voor verkrijgbare producten en goed voor de toegang tot grondstoffen. Het hebben van meerdere leveringsketens maakt ons geopolitiek gezien sterker, niet zwakker. Ik denk dat wij dat verwachten van de Europese unie, als Nederlanders en als zeevarende natie.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Hoogeveen (EP/JA21):
Wij …
De voorzitter:
U bent door uw tijd heen.
De heer Hoogeveen (EP/JA21):
Ik rond af. Wij van JA21 willen richting een Europa van het oorspronkelijk ideaal, namelijk dat vrijhandel leidt tot vrijheid, welvaart en — let op mijn woorden — een economische supermacht.
Dank u wel.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 14.00 uur en dan gaan we luisteren naar de beide bewindspersonen. Nee, ik schors tot 14.10 uur, zoals ik zojuist al zei, haha.
De vergadering wordt van 13.24 uur tot 14.13 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-73-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.