4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Daniëlle Jansen

Vragen van het lid Daniëlle Jansen aan de minister voor Medische Zorg over het bericht "Groot tekort aan 'pufjes' voor astmapatiënten".

De voorzitter:

We heten de minister voor Medische Zorg van harte welkom. Fijn dat u bij ons bent. Ik geef graag het woord aan mevrouw Daniëlle Jansen van Nieuw Sociaal Contract voor het stellen van een vraag aan de minister. Het woord is aan haar.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Beste voorzitter. Hier staan we weer. Voor de zoveelste keer in mijn nog korte Kamercarrière hebben we het weer over een tekort aan geneesmiddelen. We blijven maar praten over de tekorten en we blijven maar moties indienen waarvan we hopen dat die dit probleem gaan oplossen, maar we komen geen steek verder. Sterker nog: het probleem wordt alleen maar urgenter. Nu treft het geneesmiddelentekort zelfs een grote groep kinderen, de meest kwetsbare groep van onze samenleving. 87.000 jonge kinderen die letterlijk in ademnood komen. 87.000 kinderen onder de 6 jaar lopen het risico op ernstige benauwdheid, zeker nu we midden in het hooikoortsseizoen zitten. Deze groep moet wachten totdat de regering eindelijk een deugdelijke oplossing heeft, maar deze kinderen kunnen niet wachten. Hier moet per direct een oplossing voor komen. Ik heb dan ook één vraag aan de minister: hoe gaat de minister dit oplossen?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Dijkstra:

Dank u wel, voorzitter. Een korte vraag. Mevrouw Jansen begon met te zeggen dat hierover al veel vragen gesteld zijn. Ik heb ook geconstateerd dat ik voor de derde keer in een paar weken tijd over dit onderwerp kom spreken met de Kamer. Ik moet dan ook helaas een teleurstellend antwoord geven, want in die paar weken doe je niet zo veel aan dit ongelofelijk complexe probleem, maar goed.

Vandaag gaat het over salbutamol, een veelgebruikt astmamedicijn. Het tekort is in dit geval ontstaan door een probleem in het productieproces bij verschillende fabrikanten. Nou heeft de IGJ voor salbutamol een tekortenbesluit afgegeven, waardoor het is toegestaan om tijdelijk geneesmiddelen uit andere landen te importeren. Groothandelaren geven vandaag aan welke leveringen geïmporteerd kunnen worden. Maar er is eigenlijk sprake van een tekort in vrijwel alle Europese landen, dus import gaat niet het tekort opvangen. In Italië en Roemenië is er nog wel wat voorraad, maar dat is niet voldoende voor de Europese markt. Ik ben dan ook heel blij met het initiatief van de Long Alliantie Nederland om te komen tot een overzicht van alternatieven om de beschikbare voorraden die we nog hebben in dit land goed in te zetten. De huisartsen bekijken regionaal wat passende oplossingen zijn. Daarnaast wordt zowel binnen het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten als binnen het Operationeel Team Geneesmiddelentekorten hard gezocht naar acute oplossingen, samen met de relevante veldpartijen. Het is de verwachting dat in de komende weken de productie weer op gang zal komen.

Dat is het antwoord dat ik op dit moment kan geven aan mevrouw Jansen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Dit zijn allemaal oplossingen die nu niets oplossen en ook op korte termijn niets oplossen. De minister noemt landen waarin geen voorraad is of waarin de voorraad onvoldoende is voor export naar onder andere Nederland. Er zijn wel degelijk landen die een voorraad hebben. Hier in Nederland zou een verplichte voorraad aanwezig moeten zijn. Hoe kan het dat we ondanks die verplichte voorraad toch geen medicijnen hebben?

Minister Dijkstra:

Het probleem is dat we op tijd de meldingen moeten krijgen waardoor we weten dat er een tekort aan komt. Daar ontbreekt het nog weleens aan. Leveranciers melden niet of niet tijdig bij het meldpunt voor tekorten. Ik vind dit dan ook wel het moment om leveranciers weer op te roepen om niet onnodig maar wel tijdig en volledig melding te doen van een mogelijk tekort.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Dit speelt al een hele tijd. Iedereen wijst naar elkaar. De tekorten worden niet op tijd doorgegeven. Wanneer neemt de minister verantwoordelijkheid? Als we iedere keer naar elkaar wijzen, wordt het probleem niet opgelost. Ondertussen zitten die kinderen en hun ouders nog steeds te wachten op hun salbutamol. Die kinderen hebben geen boodschap aan waar het fout zit. Zij willen naar de apotheek, desnoods naar een apotheek een stukje verderop in de wijk. Zij willen weten waar ze aan toe zijn. Kan de minister de garantie geven dat dit probleem over een maand is opgelost?

Minister Dijkstra:

Ik heb net in mijn eerste antwoord al aangegeven dat de verwachting is dat er in de komende weken weer geleverd kan gaan worden. Of dan het hele tekortenprobleem is opgelost, valt nog niet te zeggen. Maar er wordt dus heel hard aan gewerkt. Je kunt doen wat je wilt, maar als er in het productieproces een probleem is, is zo'n middel tijdelijk even niet beschikbaar. Daar wijs ik nog maar weer even op. Ik gaf al aan dat er alleen in Italië en Roemenië nog voorraden zijn. Alle andere Europese landen hebben een probleem. We zijn dus vooral Europees aan het kijken hoe je acuut noden kunt lenigen en in hoeverre we daar voorraden kunnen aanleggen, omdat alle landen met dit probleem te maken hebben. Maar het zullen altijd de publieke en commerciële partijen zijn die dat moeten oplossen.

Misschien is het goed om even aan te geven dat salbutamol met name in Europa wordt geproduceerd. Dat gebeurt in Ierland, Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De grondstoffen hiervoor komen, naast China en India, ook voor een groot deel uit Europa, namelijk uit Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Zwitserland. We vragen ons telkens af hoe het nou kan dat we zo afhankelijk zijn van China en India, maar dat is in dit geval dus niet aan de orde. Dit is echt weer een ander probleem dan we bij andere geneesmiddelen hebben gezien. We zullen hier met z'n allen, Europees, een antwoord op moeten vinden. Ik heb daarbij al aangegeven dat de IGJ voor salbutamol een tekortenbesluit heeft afgegeven om alternatieven te importeren uit het buitenland, maar dat moet dan wel kunnen. We hebben namelijk ook signalen ontvangen dat bestaande voorraden moeilijk kunnen worden geïmporteerd. We zijn daar nu dus druk mee bezig. We doen ook een oproep tot Europese solidariteit.

De voorzitter:

Even voor de mensen thuis: wat is ook alweer de IGJ?

Minister Dijkstra:

De IGJ is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Dat is hét orgaan dat kan besluiten hierin in te grijpen. Normaal mag je geneesmiddelen niet importeren uit andere landen, maar in zo'n geval geeft de IGJ dan binnen 24 uur toestemming om dat wel te doen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Het stoort mij een beetje dat we doen alsof we op zoek zijn naar een nieuwe fietsband of iets dergelijks waarbij je de tijd kunt nemen om na te gaan hoe je aan die fietsband of fietsbel kunt komen. Als dit middel niet voorhanden is, dan worden kinderen benauwd en lopen zij het risico om opgenomen te worden. Er kunnen zelfs mensen aan overlijden. Waarom doen wij zo relaxed over het tekort en gaan we op zoek naar allerlei mogelijkheden die op de korte termijn niks bijdragen?

Minister Dijkstra:

Ik bestrijd volledig dat ik relaxed doe over dit probleem. Ik heb eerder ook al aangegeven dat ik de urgentie heel groot vind. Als ik het antwoord had om dit snel op te lossen en bij wijze van spreken een medicijn uit de grond te stampen, dan zou ik dat onmiddellijk doen, maar dat heb ik niet. Ik zou dat heel graag willen. Ik zou die mogelijkheid heel graag hebben, maar die is er niet. Dus wat doen we dan? We doen wat er binnen onze mogelijkheden ligt. We kunnen het niet in Australië halen, want daar hebben ze een tekort aan salbutamol. We kunnen het niet halen in andere Europese landen, want ook daar is dit probleem opgetreden. We moeten dus met elkaar verantwoordelijkheid nemen. Als ik zakelijk antwoord zou geven, dan zou ik zeggen: leveranciers en zorgverzekeraars zijn met elkaar eindverantwoordelijk, dus die moeten het oplossen; ze doen het niet, maar ze moeten het wel doen.

Ik zie toch echt een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle partijen en daarom zijn wij heel hard aan het werk om het wel op te lossen met elkaar. Zoals ik al zei, wordt er nu gekeken naar de mogelijkheid om binnen korte tijd salbutamol geleverd te krijgen. We zien dat bij sommige producenten de reguliere productie weer voorzichtig op gang komt, maar het is nog niet genoeg voor de volledige vraag. Ik gaf al aan dat het daarom zo ontzettend belangrijk is dat huisartsen weten dat zij de middelen voor jonge kinderen moeten reserveren en dat ze volwassen het middel in poedervorm moeten geven. De Long Alliantie heeft ook aangegeven wat hiervoor nodig is. Ik bestrijd dus ten enenmale dat ik de urgentie hiervan niet zie. Integendeel, er wordt voortdurend aan gewerkt. Wat mij betreft is het ook echt een hele prangende situatie. Ik word ook wekelijks op de hoogte gehouden van de situatie rondom de geneesmiddelentekorten.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Er kijken vast ouders mee. Wat zou de minister tegen de ouders willen zeggen om ze nu gerust te stellen?

Minister Dijkstra:

Ik denk dat het belangrijk is dat de ouders zich tot de behandelend arts wenden en dat de behandelend arts daarmee aan de slag gaat volgens de richtlijnen die er hiervoor zijn en waar ik net al even iets van noemde.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Ik heb natuurlijk nog wat vragen. We hebben het al eerder over een voorraad gehad. Het blijft mij een raadsel waarom we nog steeds geen voorraad hebben, ondanks dat het hebben van een voorraad verplicht is. Het blijft mij ook een raadsel waarom eigenlijk niemand zicht heeft op de voorraad. Als ik wil weten hoeveel voorraad er is, zodat we daar rekening mee kunnen houden, lijkt het alsof niemand die cijfers kan geven. Kan de minister mij toch duidelijk maken hoe het staat met die voorraad? Voldoet men aan die verplichte voorraad? Ik neem eigenlijk geen genoegen met het antwoord dat het antwoord op die vraag bij de inspectie ligt. Ik vraag het aan de minister. Eerst die vraag maar.

Minister Dijkstra:

Over het aanleggen van voorraden hebben we afspraken gemaakt. Tegelijkertijd hebben we in Nederland een van de beste distributiesystemen ter wereld. Daarom vind ik het vooral heel belangrijk om binnen dit distributiesysteem te onderzoeken waar de voorraden het beste ingezet kunnen worden. Als de middelen er niet zijn, kun je ook geen voorraad aanleggen. Bovendien komt het probleem van de houdbaarheid in beeld wanneer je voorraden te lang aanhoudt. Hoelang kun je ze dan behouden? Kortom, ik ben het aan het verkennen. Ik heb hoop dat dat goede resultaten zal opleveren, maar ik weet niet of dat zo is. Ik verken de mogelijkheden voor het aanleggen van voorraden van grondstoffen, de zogenoemde API's, binnen de keten, want die zijn veel langer houdbaar en die zijn ook geschikt om veel verschillende middelen mee te produceren. Dat is dus de reden waarom ik zeg: laten we dáár vooral naar kijken.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Ik heb nog tien seconden. Dit zijn antwoorden die ik al veel eerder heb gehoord en die, nogmaals, niks oplossen. Ik vrees dus dat ik nog met een brief met meer vragen aan u zal komen.

De voorzitter:

We zijn gewaarschuwd. Mevrouw Paulusma van de fractie van D66.

Mevrouw Paulusma (D66):

Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik nodig de minister van harte uit om zeer dwingend te zijn naar de leveranciers. Wat mij betreft kan dat een wat dwingender karakter hebben dan een uitnodiging. We hebben eerder aandacht gevraagd voor de terughoudendheid die we in het veld opmerken om tot een tekortenbesluit te komen, want wij hebben het hier nu voor de tweede keer over kwetsbare kinderen en de medicijnen die zij niet kunnen gebruiken. Het besluit om salbutamol uit het buitenland te bestellen is pas 22 maart genomen. Er is nu nog enkele weken levertijd. Ik vraag mij af of de terughoudendheid die door het veld gesignaleerd wordt omtrent dat tekortenbesluit niet steviger aangepakt kan worden door de minister.

Minister Dijkstra:

Als het niet gemeld wordt, kan de IGJ ook niet ingrijpen.

Mevrouw Paulusma (D66):

Ik heb mijn vragen opgespaard voor dit rondje, voorzitter. Ik snap heel goed dat de IGJ niet kan ingrijpen als er geen signalen zijn, maar ik en vele anderen hebben onder andere contact gehad met de Long Alliantie. Ik hoorde de minister daar ook over. De Long Alliantie is een club die zeker niet stil is. Er zijn heel veel signalen uit het veld dat het niet goed gekomen is, dus ik vraag mij echt af wat de IGJ dan aan het doen is. Daar maak ik mij ernstig zorgen over. Mijn vraag aan de minister heeft ook te maken met het tekortenbesluit. Het gaat weer over kwetsbare kinderen. Kunnen we voor deze groep niet een andere procedure inrichten als het gaat om het nemen van dat tekortenbesluit, zodat we tempo organiseren en niet deze vertraging?

Minister Dijkstra:

Ik gaf het net al aan: er moet wel tijdig gemeld worden, en ook op de juiste plek. Als je met elkaar vaststelt dat er een tekort dreigt, is het belangrijk dat er door leveranciers tijdig wordt gemeld bij het meldpunt tekorten. Daar zijn we overigens over in gesprek met CBG, IGJ en de leveranciers. Mevrouw Paulusma gaf het al aan: wees streng tegen die leveranciers. Maar het gaat erom dat iedereen die hiermee te maken krijgt, daar op de juiste plek melding van doet.

De heer Claassen (PVV):

We staan hier weer te praten over medicijnen die heel slecht, nauwelijks nog of dadelijk niet meer te verkrijgen zijn. We hebben verschillende plannen van aanpak gehad. We hebben het nu over salbutamol. Landen om ons heen produceren dat zelf. Wordt het niet eens tijd dat wij het heft in eigen handen nemen en het zelf gaan produceren? Wanneer kunnen we het voor elkaar krijgen dat we dat hier in Nederland gaan doen?

Ten tweede ben ik benieuwd naar het volgende als het gaat over de voorraad van medicijnen, waaronder antibiotica en salbutamol, waar we het nu over hebben. Ik kan ook nog een paar andere medicijnen bedenken. Wanneer staan die medicijnen in het noodcentrum? We hebben hier breed een motie aangenomen om dat noodcentrum ergens in het midden van Nederland in te richten en te zorgen dat de ouders en hun kinderen aan die medicijnen kunnen komen.

Minister Dijkstra:

Twee dingen. Waarom gaan we niet zelf produceren? We zien dat er in de landen die zelf produceren ook een tekort is. Dat had deze situatie dus niet opgelost. Want je kan wel heel veel in je eigen land maken, maar er is ook heel veel dat van elders moet komen. Het is een enorme keten; dat heb ik al eens eerder gezegd in deze Kamer. Als er ergens een kink in de kabel komt, wordt dat medicijn niet gemaakt. Dat is één. Om te weten of dat veel zou oplossen en of het dit probleem nu had opgelost, zou je moeten kijken naar de landen die het allemaal maken en het ook niet hebben op dit moment.

Dan het tweede. Wanneer komt die noodvoorraad? Ik geloof dat u drie weken geleden die motie hebt ingediend. Ik kan me voorstellen dat u zich zelfs kunt voorstellen dat dit niet in zo'n korte tijd uit de grond gestampt kan worden. Kortom, we werken keihard aan al deze oplossingen. We hebben niet voor niks de capaciteit geïntensiveerd bij het Meldpunt geneesmiddelentekorten. We hebben niet voor niks het Operationeel Team Geneesmiddelentekorten opgestart, waarin de verschillende veldpartijen samen met CBG en IGJ naar oplossingsrichtingen kijken. We zijn hard bezig, maar het gaat niet van vandaag op morgen. Dus als ik volgende week weer naar de Kamer word geroepen omdat er een tekort is aan een ander middel, moet ik u helaas dezelfde antwoorden geven. Want dit laat zich niet van vandaag op morgen oplossen.

De heer Claassen (PVV):

Dat begrijp ik. Maar is de minister dan wel bereid om naar de landen te kijken waarin het medicijn wel te krijgen is? Hoe krijgen zij wel voor elkaar wat hier in Nederland misgaat? Wil zij dat dan per aanstaande invoeren?

Ten tweede. We zijn drie weken verder. Ik neem aan dat er al een ruimte gehuurd is, dat er militairen geïnstrueerd zijn en dat er al is bedacht welk vervoersmiddel dat transport moet gaan doen. Of is het alleen nog maar een papiertje onderin een la?

Minister Dijkstra:

Ik zou een wedervraag willen stellen, maar dat is niet de bedoeling, geloof ik. Dat laat ik dus maar even achterwege. Maar ik ben wel heel erg benieuwd naar hoe de heer Claassen denkt dat zoiets wordt opgelost en om welke middelen die je zou moeten produceren het dan gaat. Want het gaat van het ene naar het andere. Er is van alles aan de hand.

De heer Claassen (PVV):

U mag me altijd bellen.

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee.

De heer Krul (CDA):

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de minister bijna geïrriteerd is omdat we hier in korte tijd drie keer over willen praten als Kamer. Maar dat lijkt me heel erg logisch, want het gaat om kwetsbare mensen die simpelweg geen toegang hebben tot hetgeen ze nodig hebben. Dus natuurlijk staan we hier weer. Ik heb een vraag over de meest kwetsbare groep, over de 85.000 kinderen die dit middel gebruiken. De Long Alliantie Nederland heeft nu het advies gegeven aan huisartsen en apotheken om dat te verstrekken aan de kinderen tot 6 jaar, want die kunnen geen poeder gebruiken. We hebben inmiddels ook begrepen dat er volwassenen zijn die nu proberen een herhaalrecept te krijgen, omdat ze weten dat er sprake is van een tekort. Met andere woorden, wat kan de minister dan wel doen om af te dwingen dat de meest kwetsbaren — dat zijn die kinderen — waar geen alternatief voor is, in ieder geval toegang hebben tot het laatste beetje?

Minister Dijkstra:

Even reagerend op wat u zei over irritatie: dat verbaast me wel. Want ik sta hier en heb er geen enkel probleem mee om die vragen opnieuw te beantwoorden. Ik denk wel: kan ik iets nieuws melden? Nee, niet in zo'n korte tijd. Het antwoord op de vraag is dat apothekers die de geneesmiddelen leveren, opgeroepen zijn en hier zelf ook grote problemen mee hebben. Die zullen echt geen middelen voor kleine kinderen verschaffen aan volwassenen die dat middel op een andere manier kunnen gebruiken.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Helaas zijn we inderdaad bijna wekelijks met elkaar in gesprek over hoe we de schrijnende tekorten aan medicijnen kunnen aanpakken. Ik deel de opvatting van de minister dat het een veelkoppig monster is dat niet op één manier kan worden aangepakt. Maar een ding triggerde mij wel, over de tekortenbesluiten; het debat tussen mevrouw Paulusma en de minister ging daar ook over. Op het moment dat er een tekort dreigt, zou je misschien al eerder zo'n tekortenbesluit willen nemen, zodat je wat langer de tijd hebt om medicijnen uit het buitenland te halen. Dat is pas net mogelijk geworden. De minister zegt: ja, omdat we niet eerder wisten dat er tekorten aankwamen. Moeten we dat proces dan niet anders inrichten, zodat de minister eerder op de hoogte wordt gesteld van de tekorten en eerder tot een tekortenbesluit kan komen? Dan kan de minister tijdig handelen en de middelen ergens anders vandaan halen.

Minister Dijkstra:

Ik vind dat helemaal geen rare suggestie. Het zou ook niet goed zijn als ik dat zo zou zeggen: wat een rare suggestie. Dat vind ik niet. Ik stel het volgende voor. Op 30 mei vergaderen we weer met elkaar over dit onderwerp. Voorafgaand daaraan versturen we een brief. Ik stel voor dat ik er even in duik in hoeverre dat kan worden versneld en dat ik daarop terugkom in die brief. Dan kunnen we dat daarna met elkaar bespreken.

Mevrouw Tielen (VVD):

Dan wil ik ook nog wel iets in die brief zien. Ik hoorde de minister een paar keer zeggen: dan moet het wel gemeld worden, dan moet het wel gemeld worden. Daarbij kreeg ik de indruk dat leveranciers aan het begin van het proces te lang wachten, bijvoorbeeld wanneer leveranciers productieproblemen of leveringsproblemen hebben, of een verhoogde vraag zien komen. Mijn vraag is dan: vanuit welke belangen wordt daarmee gewacht? Zou de minister, met het oog op alle tekorten die we hebben gehad en alle tekortenbesluiten die genomen zijn, in kaart kunnen brengen of daar bepaalde trends in zijn die laten zien dat leveranciers niet doen wat wel hun verantwoordelijkheid is?

Minister Dijkstra:

Ik neem dat graag mee in de brief.

De voorzitter:

Dank voor uw aanwezigheid. Ik zou zeggen: tot volgende week. Grapje. Tot zover het vragenuurtje. Ik schors enkele minuten, en dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven