3 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Teunissen

Vragen van het lid Teunissen aan de minister voor Klimaat en Energie, viceminister-president over het bericht "Ambtenaren Rob Jetten hielpen Vattenfall aan subsidie voor biomassacentrale: 'Toekenning deugt niet'; in strijd met kabinetsbesluit".

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren. Zij stelt een vraag aan de minister voor Klimaat en Energie, die wij van harte welkom heten. Het woord is aan mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. De inzet op biomassa leidt tot gezondheidsschade en natuurvernietiging en levert niets op voor het klimaat. Toch heeft de minister 395 miljoen euro aan subsidies toegekend aan Vattenfall voor een biomassacentrale in Diemen, ondanks dat de SER in 2020 al adviseerde om te stoppen met subsidies voor biomassa, ondanks dat de Kamer in 2021 al een motie van de Partij voor de Dieren aannam die klip-en-klaar zei "stop met nieuwe subsidies voor houtige biomassa", ondanks dat 300.000 burgers de minister een petitie aanboden waarin zij hem opriepen om met biomassa te stoppen en ondanks zijn eigen kabinetsbesluit van april 2022 waarin hij zei per direct te zullen stoppen met het afgeven van subsidies voor houtige biomassa voor laagwaardige warmte.

In het kabinetsbesluit zegt hij duidelijk dat het gaat om lagetemperatuurwarmte, die voornamelijk wordt gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en kassen. De uitzonderingen die nog werden genoemd, zijn hoogwaardige toepassingen, zoals voor de zeevaart. En nu blijkt uit de twee Woo-verzoeken dat het ministerie actief heeft meegedacht met Vattenfall om alsnog de subsidie toe te kennen nadat het kabinet had gezegd te zullen stoppen met biomassasubsidies. Ook bleek dat het ministerie heeft gezocht naar een oplossing door het vervormen van de definitie van laagwaardige warmte.

Voorzitter. Mijn eerste vragen aan de minister zijn de volgende. Erkent hij dat het ministerie heeft meegedacht met Vattenfall om toch nog een subsidie voor biomassa mogelijk te maken? En erkent hij dat hij daarmee in strijd handelde met het rapport van de SER, met het signaal van 300.000 bezorgde burgers, met een aangenomen motie van de Kamer om per direct met biomassasubsidies te stoppen en nota bene met zijn eigen kabinetsbesluit? Mijn tweede vraag is of de minister willens en wetens op zoek gegaan is naar mogelijkheden om de subsidie ondanks zijn eigen kabinetsbesluit toch goed te keuren. Klopt het dat hij op zoek is gegaan naar een geitenpaadje om de subsidie toe te kennen? Klopt het dat hij dat heeft gevonden in het veranderen van de definitie van laagwaardige temperatuurverwarming? Kan hij hier klip-en-klaar duidelijk maken dat de biomassacentrale in Diemen bedoeld is voor het verwarmen van gebouwen en dat de centrale daarmee uitgesloten is van de subsidies voor biomassa, zoals heel helder wordt benoemd in zijn eigen kabinetsbesluit van april 2022?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Jetten:

Voorzitter. Het antwoord op alle vragen van mevrouw Teunissen is nee.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik denk dat de minister mij wel iets meer toelichting verschuldigd is. Waarom is het antwoord nee?

Minister Jetten:

Dan ga ik het wat uitgebreider doen, maar ik werp echt alle aantijgingen die hier worden geuit verre van mij. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft vorig jaar al per schriftelijke Kamervragen gevraagd naar de subsidieaanvraag van Vattenfall voor de centrale in Diemen. Ik heb toen uitgebreid geantwoord en dat doe ik nu weer.

De subsidieaanvraag in 2022 voldeed aan alle eisen van de subsidieregeling duurzame energie. Op 18 maart 2022 en op 22 april 2022 is de Kamer over de subsidieregeling duurzame energie geïnformeerd. De voorwaarden daarvoor zijn ook al in mei 2022 in de Staatscourant gepubliceerd. Dus zowel voor de Kamer als voor iedereen in dit land was duidelijk onder welke voorwaarden er in 2022 nog subsidies konden worden aangevraagd voor de toepassing van biogrondstoffen voor hoge temperaturen. Die aanvraag is netjes en transparant verlopen en helemaal onafhankelijk door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland beoordeeld en uiteindelijk toegekend. Er is dus geen enkele sprake van beïnvloeding door deze minister of door ambtenaren van EZK. Het verliep transparant en helder, met alle spelregels vooraf aan de Tweede Kamer gecommuniceerd en vooraf bij de RVO bekend.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dan heeft de minister mij toch het een en ander uit te leggen, want in april 2022 heeft hij heel duidelijk besloten: ik ga geen subsidies voor biomassa meer uitgeven voor laagwaardige toepassingen. Dat betekent dat dit onder andere geldt voor de gebouwde omgeving. Vattenfall heeft in september 2022 een aanvraag gedaan — dat was dus ná dat kabinetsbesluit — voor een subsidie voor een biomassacentrale die bedoeld is voor het verwarmen van gebouwen. Dat valt onder laagwaardige toepassingen. Is de minister dat met mij eens?

Minister Jetten:

Dan gaan we toch even de hele tijdlijn met elkaar aflopen. In 2019 is een eerste beschikking afgegeven aan Vattenfall, onder de toen geldende regels voor SDE-beschikkingen voor de toepassing van biogrondstoffen. Dat was dus in 2019. Omdat er allerlei kinken in de kabel waren bij de realisatie van dit project werd het project later gerealiseerd. Het is nog steeds gaande, ook de gesprekken tussen Vattenfall, gemeente en provincie. Dat leidde ertoe dat Vattenfall in 2022 een hernieuwde aanvraag heeft gedaan ter vervanging van die aanvraag uit 2019.

Op 18 maart 2022 heb ik de Kamer de brief gestuurd met de openstelling van de SDE++ 2022. In die brief heb ik aangegeven: zolang er nog geen afbouwpad is vastgesteld, blijft de 100 gradentemperatuureis voorlopig ook van kracht voor de SDE++ 2022. We hebben daar op 24 maart 2022 ook een commissiedebat met elkaar over gevoerd. In dat commissiedebat hebben mevrouw Teunissen en ik, en ook vele anderen in de Kamer, met elkaar gewisseld dat er een brede wens leeft om de inzet van biogrondstoffen fors terug te dringen tot alleen maar de hoogwaardige inzet van biogrondstoffen. Ik denk dat deze minister, in tegenstelling tot voorgaande kabinetten, er ook alles aan heeft gedaan om de moties van de Partij voor de Dieren tot uitvoering te brengen.

Dat leidde uiteindelijk op 22 april 2022 tot de Kamerbrief beleidsinzet biogrondstoffen. Daarin heb ik ook aangegeven dat we zo snel mogelijk naar die hoogwaardige inzet toe willen, maar dat we in het lopende openstellingsjaar van de SDE++ nog niet voor alle categorieën al tot een definitieve aanpassing konden komen. Dat leidde op 4 mei tot de definitieve publicatie in de Staatscourant. Daarin is aangegeven hoe we omgaan met de 100 gradeneis voor houtige biomassa. Onder die spelregels heeft Vattenfall op 27 september 2022 de aanvraag gedaan.

Ik heb vervolgens gekeken hoe de spelregels voor de SDE++ nog meer aangescherpt konden worden. U ziet dus ook dat er per 2023 een nog strenger regime geldt, helemaal conform de wens van de Kamer. En ik hecht er ook wel aan om het volgende nogmaals te benadrukken. Dat heb ik onlangs ook in een ander debat gedaan. Natuurlijk ken ik de wens uit deze Kamer om zo snel mogelijk te stoppen met de inzet van biogrondstoffen in elke vorm waar de gebouwde omgeving om de hoek komt kijken. Maar in dit geval, het bestaande warmtenet in Amsterdam, gaat het om een reeds bestaand en oud warmtenet dat nou eenmaal draait op hoge temperaturen. Daar kunnen we van de ene op de andere dag van zeggen: daar stoppen we mee, want dat vinden we heel onwenselijk. Maar dan kunnen we ook met elkaar aan alle inwoners van Amsterdam uitleggen waarom dat warmtenet niet meer goed functioneert. Het andere voorbeeld is de centrale in Brabant, waar kolen voor een groot deel zijn vervangen door biogrondstoffen. We vonden kolen heel vervelend en nu vinden we biogrondstoffen ook heel vervelend. Maar als we stoppen met de inzet van die biogrondstoffen in de centrale in Brabant, dan kunnen we ook met z'n allen aan tienduizenden inwoners in Noord-Brabant uitleggen waarom daar het warmtenet vanaf aankomende winter uitgaat.

Het eerlijke verhaal dat we hier dus met elkaar moeten vertellen, is dat we zo snel mogelijk willen stoppen met biogrondstoffen. We hebben alleen niet op alle locaties van vandaag op morgen een volledig duurzaam alternatief, dus in de tussentijd zullen we moeten roeien met de riemen die we hebben. We passen vanuit EZK en RVO de bestaande spelregels eerlijk en transparant toe. In dit geval heeft Vattenfall daar ook op een eerlijke wijze gebruik van gemaakt.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik hoor de minister zeggen dat hij erkent dat de Kamer graag wil dat we biomassasubsidies afbouwen en dat het kabinetsbesluit ook in die geest is. Dan ligt het helemaal niet in de geest van die besluiten en die wensen om toch een subsidie te verlenen aan een biomassacentrale die er nog niet staat. De minister noemt het een tussenoplossing, maar die hele biomassacentrale staat er nog niet. En we kunnen blijven steggelen over hoe het nou precies is gegaan, maar het feit is dat die biomassasubsidie nog niet is uitgegeven maar wel is toegekend en dat dat niet in de geest is van wat de Kamer wil en wat het kabinet zelf wil. Daarom zeg ik tegen de minister: laten we met Vattenfall in gesprek gaan, trek die toekenning van de subsidie in en zorg ervoor dat Vattenfall echt overgaat naar een duurzaam alternatief. Maak nou niet die fout om in te gaan zetten op biomassa, wat alleen maar gaat leiden tot meer natuurvernietiging en meer klimaatschade.

Minister Jetten:

Met alle respect, "blijven steggelen"? Ik word hier naar het vragenuur in de Kamer geroepen naar aanleiding van een krantenartikel. Mevrouw Teunissen stelt vervolgens allerlei insinuerende vragen, waarop ik antwoord met de tijdlijn en de exacte feiten over hoe deze subsidieregeling tot stand is gekomen. Dat is niet steggelen, mevrouw Teunissen, zeg ik via u, voorzitter, dat is gewoon feitelijk antwoord geven op feitelijke vragen die hier aan mij worden gesteld.

Dan kom ik op de terechte oproep van mevrouw Teunissen: deze centrale staat er nog niet. Daarin vinden we elkaar. Er is hier sprake van een bestaand warmtenet dat deels wordt uitgebreid en er ligt een hele grote wens om voor de inwoners in de regio Amsterdam tot een betaalbaar, betrouwbaar en zo duurzaam mogelijk warmtenet te komen. Naar aanleiding van eerdere vragen uit deze Kamer heb ik contact gehad met de gemeente Amsterdam, met de provincie Noord-Holland en met het energiebedrijf over de vraag of er geen alternatief mogelijk is voor deze biomassacentrale, ook gezien het gebrek aan maatschappelijk draagvlak en gezien de politieke realiteit in deze Kamer, namelijk dat die zo snel mogelijk van die biomassa-inzet af wil. Er lopen nu gesprekken tussen Vattenfall, de gemeente en de provincie om te kijken welke alternatieven er voor deze centrale zijn, zodat die nauwelijks of misschien zelfs helemaal niet nodig is. Ik hoop dat de gesprekken tussen die drie partijen snel tot een beter alternatief leiden dat volgens mij dan niet alleen maar op draagvlak in deze Kamer kan rekenen, maar ook op veel meer draagvlak in de regio Amsterdam.

Mevrouw Postma (NSC):

De minister zei heel mooi: we zijn in gesprek met de gemeente en provincie. Ik heb maar één vraag. Het is heel Nederlands dat we allemaal die biomassa niet willen. De vergunning is nu gestopt bij de Raad van State. Zijn de voorwaarden ook zo dat we onze 400 miljoen, of iets meer zelfs, gewoon terugkrijgen als het niet doorgaat, zodat we dat geld op een andere manier kunnen inzetten, een manier waarvan we allemaal denken dat die de juiste is en waarop de inwoners wel warmte krijgen?

Minister Jetten:

Als Vattenfall op een gegeven moment de biomassacentrale niet zou realiseren of als het er zelf voor kiest om deze subsidiebeschikking daar niet meer voor te gebruiken, dan zal Vattenfall die op een gegeven moment moeten teruggeven aan RVO. De realiteit is natuurlijk dat Vattenfall dan wel een andere warmtebron zal moeten vinden om het warmtenet te kunnen voeden. Ik sluit niet uit dat Vattenfall dan ook ondersteuning nodig heeft om toch op een goede andere manier warmte aan het warmtenet te kunnen leveren. De afgegeven beschikking zou dan inderdaad mogelijk kunnen vervallen. Dat geld komt dan gewoon terug in de SDE-pot en dan kunnen we het voor andere zaken inzetten.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik heb een wat meer algemene vraag. Is het, voor zover de minister weet, zo dat op dit moment ook Nederlandse bomen in biomassacentrales worden verbrand of in de centrale in Diemen in het bijzonder?

Minister Jetten:

Onder andere naar aanleiding van eerdere inzet van mevrouw Teunissen en mevrouw Kröger kijken we veel kritischer naar de herkomst van biogrondstoffen. Nederlandse biogrondstoffen zijn over het algemeen echt afvalstromen. Het is dus niet zo dat er bewust bomen worden gekapt om ze vervolgens in te zetten als biogrondstof. Ze kunnen wel onderdeel zijn van snoeiafval, gft-afval en dergelijke. Er komen ook veel biogrondstoffen uit het buitenland. Daarvan hebben we natuurlijk al eerder met elkaar geconstateerd dat niet altijd voldoende transparant is of dat duurzame biogrondstoffen zijn en of de controles in het land van herkomst goed genoeg zijn. Dus daarvoor lopen aparte trajecten om dat hele systeem van de biogrondstoffenstromen verder te verbeteren.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank voor dat antwoord. Ik proef een beetje dat de minister niet helemaal zeker weet of er ook Nederlandse bomen voor gekapt worden. Dan mijn laatste vraag. Zou het dan ook zo kunnen zijn dat bijvoorbeeld natuurorganisaties in het kader van natuurherstel bomen kappen, waar ze geld voor krijgen, waarbij die bomen mogelijk in de biomassacentrales verdwijnen, wat toch zorgelijk zou zijn? Lopen we dat risico?

Minister Jetten:

Ik heb echt nog nooit signalen gekregen dat dit soort praktijken zich in Nederland voordoen.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

De Klimaatwet kent hele stevige CO2-ambities. Voor het bereiken van de CO2-reductie is echter voor een substantieel deel biomassa ingeboekt. Als we nou af willen van die biomassa, wat inderdaad de wens is, betekent dat dan ook niet een bijstelling, dus eigenlijk een verlaging van die hele ambitieuze CO2-doelstelingen?

Minister Jetten:

Dat laatste denk ik niet. We moeten wel veel beter nadenken over waar we de biogrondstoffen dan voor inzetten, want uiteindelijk is het totale areaal aan duurzame biogrondstoffen beperkt. Ik ben het dan met mevrouw Teunissen eens dat we die beperkte biogrondstoffen niet moeten inzetten voor het verwarmen van onze huizen, maar bijvoorbeeld voor het maken van chemische producten of brandstoffen voor scheepvaart- en luchtvaartsectoren waar nu geen alternatieven voor mogelijk zijn. Dat is ook de reden waarom ik naar aanleiding van de motie ben gestopt met het afgeven van nieuwe subsidies en we met de Kamerbrief inzake de beleidsinzet biogrondstoffen van april 2022 echt naar die hoogwaardige inzet streven. Ik noem hierbij onder andere het amendement-Grinwis om biogrondstoffen vooral voor houtbouw te gebruiken bij de bouw van nieuwe woningen. Dan ben je echt op een hoogwaardige manier wel die grondstoffen aan het toepassen. Het leidt dus niet per se tot een aanpassing van de klimaatdoelen maar wel tot een drastische aanpassing van de inzet van die biogrondstoffen.

De heer Erkens (VVD):

Ook wij vinden dat biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk toegepast moeten worden en ook op beperkte schaal. Voor dit specifieke project is wel warmte nodig voor die wijken. Is het ook mogelijk dat u in gesprek gaat met Vattenfall en de gemeente om te kijken of er andere oplossingen mogelijk zijn op in ieder geval de middellange termijn, zoals aardwarmte of wat dan ook, zodat je inderdaad niet eindeloos doorgaat met deze suboptimale oplossing?

Minister Jetten:

Er zijn twee zaken relevant voor de gesprekken die nu al lopen. Kun je een volledig alternatief voor de inzet van biomassa hier realiseren of in ieder geval een gedeeltelijk alternatief? Dan wordt in de volle breedte gekeken naar andere restwarmtebronnen die in de regio beschikbaar zijn. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de inzet van e-boilers. Aardwarmte is volgens mij op deze locatie wat minder geschikt, wat ook blijkt uit de kaart van Nederland die we hebben laten maken. Ik stel voor, ook naar aanleiding van dit vragenuur, dat ik u als Kamer binnenkort bij brief informeer over de voortgang van de gesprekken met Vattenfall, de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Hollland en over wanneer men verwacht tot een eindconclusie te komen.

De heer Vermeer (BBB):

Dat criterium over hoge- en lagetemperatuurwater is wat ons betreft wel discutabel omdat het echt gaat om het gebruiksdoel, namelijk lage temperatuur. Ik heb echter nog een hele andere vraag aan de minister. Is een geldige vergunning geen voorwaarde voor toekenning van de subsidie?

Minister Jetten:

In deze casus zijn mensen naar de rechter gestapt om de vergunning vernietigd te krijgen. Dat traject loopt ook nog. Vattenfall is daar zelf voor verantwoordelijk. Zij zullen als bedrijf uiteindelijk een vergunning moeten hebben voor de installatie die zij willen realiseren. Als ze die installatie gerealiseerd hebben, dan kunnen ze gedurende een aantal jaren gebruikmaken van de SDE-subsidie om de onrendabele top van die inzet deels te financieren. Dus mocht uiteindelijk Vattenfall niet tot een definitieve vergunning komen en daarmee de centrale niet kunnen realiseren binnen de gestelde termijn, dan zal ook de SDE-beschikking weer vervallen.

De heer Vermeer (BBB):

Maar was er op het moment dat die subsidieaanvraag liep een vergunning? Zo niet, is dat dan geen criterium bij de verlening van subsidie?

Minister Jetten:

Deze exacte tijdlijn weet ik niet zo uit mijn hoofd, maar uiteindelijk is het relevant dat vanaf het jaartal dat de SDE-subsidie daadwerkelijk zou moeten worden uitbetaald, er sprake is van een compleet vergunde installatie die ook werkt. Dus die finale check zou dan wat verder in de tijd hebben gelegen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Misschien nog op datzelfde punt. Op het moment dat de subsidie beschikt werd, was het eigenlijk volstrekt onduidelijk of die vergunning zou kunnen komen. Inmiddels is het duidelijk dat het draagvlak voor deze centrale beneden nul is. De vraag is dan welke juridische mogelijkheden de minister ziet om deze beschikking toch ongedaan te maken.

Minister Jetten:

Ik zie geen juridische mogelijkheid om de beschikking ongedaan te maken, omdat Vattenfall op het moment van de aanvraag gewoon voldeed aan alle op dat moment geldende spelregels in de SDE-openstelling 2022. Zowel de rechterlijke uitspraak maar zeker ook de maatschappelijke onrust in de regio Amsterdam waren aanleiding voor Vattenfall om die gesprekken met de gemeente en de provincie te starten. Ik denk ook dat dit vragenuur een extra signaal zal zijn dat mensen liever zien dat er een alternatief komt, bijvoorbeeld een e-bonus of anders, dan deze biomassacentrale. Ik zal dat signaal ook vanuit mijn rol nogmaals overbrengen aan de drie gesprekspartijen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik vind dat deze hele casus toch ook vragen oproept over hoe dit soort besluiten tot stand komt. We hebben nu extra informatie gekregen via de krant door Woo-verzoeken. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan hij ervoor zorgen dat dit soort besluiten over subsidies transparanter worden en dat we ook niet achteraf met dit soort feiten worden geconfronteerd?

Minister Jetten:

Ik ben zelf niet van mening dat er vandaag in de krant andere feiten staan dan wat u al wist, op basis van mijn brieven van 18 maart 2022, 22 april 2022 en de schriftelijke beantwoording van afgelopen zomer. Wat wel met het Woo-verzoek naar buiten is gekomen, zijn een aantal onderliggende stukken waaruit wordt geciteerd. Bij het lezen van het krantenartikel zou je de indruk kunnen krijgen dat ambtenaren hier hebben geprobeerd er wat van te maken. Ik lees dit citaat op een hele andere manier, namelijk: ambtenaren van mijn team die mij proberen te waarschuwen dat er heel veel onrust is over de inzet van biogrondstoffen. Ik vind dat eigenlijk een teken van omgevingsbewuste ambtenaren die proberen te waarschuwen: zouden er niet betere alternatieven zijn dan de biomassacentrale?

Maar goed, in de volle breedte — dus even los van deze casuïstiek — realiseer ik me wel dat ik als minister voor Klimaat en Energie elk jaar met de SDE++-openstellingsronde een grote subsidiepot ter beschikking stel voor de verduurzaming van Nederland, en dat het daar relevant is dat zowel de samenleving maar ook u als Kamer zich goed bewust bent van wat er dan aan spelregels geldt voor het openstellingsbudget van dat jaar. Het lijkt me dus best nuttig om eens vanuit het ministerie met de Kamercommissie te bekijken of we naast deze Kamerbrief ook standaard een technische briefing of andere zaken aan u kunnen aanbieden, zodat u als Kamer meer kan doorleven aan de voorkant wat er in de SDE-openstellingsronde aan spelregels speelt, en we niet het gevoel hebben dat we achteraf met elkaar nog die spelregels moeten beoordelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit onderwerp. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid.

Tot zover het vragenuurtje.

De vergadering wordt van 14.49 uur tot 15.03 uur geschorst.

Naar boven