3 Beëdiging van de heer Van Houwelingen (FVD)

Beëdiging van de heer Van Houwelingen (FVD)

Aan de orde is de beëdiging van de heer Van Houwelingen (FVD).

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Aan de orde is beëdiging van een nieuwe collega. Ik geef als eerste het woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Gaat uw gang.

De heer Ellian

De heer Ellian (voorzitter van de commissie):

Dank u wel, voorzitter. Alvorens ik kom tot het verslag van de commissie, merk ik graag het volgende op. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft kennisgenomen van de vragen over het aanstaande Kamerlidmaatschap van de heer P. van Houwelingen te 's-Gravenhage en in het bijzonder van de vraag of er sprake is van een situatie die aan zijn toelating als Kamerlid in de weg staat.

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven dient zich in haar onderzoek te beperken tot de vraag of een kandidaat aan de wettelijke vereisten voor het Kamerlidmaatschap voldoet, zoals die volgen uit artikel 56 van de Grondwet, en geen met dat lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, zoals volgt uit artikel 57 van de Grondwet. Concreet dienen aldus de volgende voorwaarden vervuld te zijn:

  • -betrokkene is in het bezit van de Nederlandse nationaliteit;

  • -betrokkene heeft de leeftijd van 18 jaar bereikt;

  • -betrokkene is niet uitgesloten van het kiesrecht;

  • -betrokkene vervult geen met het Tweede Kamerlidmaatschap onverenigbare betrekking.

Andere dan bovengenoemde aspecten spelen bij de beoordeling over de toelating nadrukkelijk geen rol. Wordt aan de wettelijke vereisten voldaan, dan kan de kandidaat als Kamerlid worden toegelaten.

De commissie kan bij haar beoordeling van de Geloofsbrieven niet de vraag betrekken of de kandidaat in overstemming heeft gehandeld of zal handelen met de nog af te leggen zuiveringseed. Bovendien kan pas in strijd worden gehandeld met de zuiveringseed nádat de eed is afgelegd met de daaraan verbonden procedures.

Dat gezegd hebbende, voorzitter, heeft de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer P. van Houwelingen te 's-Gravenhage. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer P. van Houwelingen te 's-Gravenhage terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De commissie stelt u daarom voor om hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120, af te leggen.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

Dank u wel, voorzitter.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik dank de hele commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

De heer Van Houwelingen is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden af te leggen.

Ik verzoek de Griffier hem binnen te leiden.

(De heer Van Houwelingen wordt binnengeleid door de Griffier.)

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

De door u af te leggen eden luiden als volgt:

"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

De heer Houwelingen van (FVD)

De heer Van Houwelingen (FVD):

Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dan wens ik u van harte geluk met het lidmaatschap van deze Kamer. Ik feliciteer u bij dezen. Ik schors de vergadering even. U kunt daar blijven staan en dan kunnen de collega's u feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven