2 Vragenuur: Vragen Kuik

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Kuik aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er geen heffing komt op vapen.

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet van harte welkom de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het mondelinge vragenuur volgen.

Ik geef het woord aan mevrouw Kuik van het CDA. Ze heeft een mondelinge vraag aan de staatssecretaris over het bericht dat er geen heffing komt op vapen. Het woord is aan mevrouw Kuik van het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Dank, voorzitter. Precies, daar gaat het over: vapende jongeren. Uit cijfers blijkt dat van de kinderen tussen de 12 jaar en 14 jaar een op de tien aan de vape zegt te zijn met een zogenaamd smaakje. Trimbos geeft ook aan: een op de vijf jongeren tussen de 12 jaar en 25 jaar heeft het afgelopen jaar gevapet. Dat is wel problematisch, want we hadden hier met elkaar een ambitie afgesproken in het Nationaal Preventieakkoord, namelijk de "rookvrije generatie". Ook zien we dat meer dan twee derde van die jongeren die maandelijks e-sigaretten, vapes gebruiken, maandelijks ook gewone sigaretten roken. En vapen is enorm verslavend. Eén vape bevat vaak meer nicotine dan een heel pakje sigaretten. Nicotine verstoort de hersenontwikkeling bij tieners en verhoogt het risico op blijvende schade, met mentale problemen als gevolg.

Vapen is ook een stuk goedkoper dan het roken van een gewone sigaret. Een pakje met twintig sigaretten kost bijna €11. De elektronische sigaret met daarin net zo veel nicotine als twee pakjes peuken, die in totaal dus €22 kosten, heb je al vanaf €6. Oftewel, hier moeten we wat aan doen.

Voorzitter. We zien dat in andere landen, in veertien andere Europese landen, nationale accijnzen op e-sigaretten zijn ingevoerd. Het kan dus ook in Nederland! Mijn oproep en vraag aan de staatssecretaris zou dus zijn: waarom voeren we dat nu niet in? Want we hebben geen tijd te verliezen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst zou ik willen beginnen met een aantal feiten over het roken van de e-sigaret. Collega Kuik noemde ze ook al. Het zijn verontrustende feiten. 10% van de jongeren, grosso modo, gebruikte in 2023 maandelijks de e-sigaret en 18% heeft 'm gebruikt. Maar misschien nog wel het meest schrikbarende is dat 70% van die jongeren de e-sigaret én de gewone sigaret rookte. Het is niet of-of maar het is en-en. Kortom, daarom is het echt hard nodig en noodzakelijk om stevige maatregelen te nemen om het vapen tegen te gaan.

Daarom wil ik allereerst zeggen welke belangrijke maatregelen we op dit moment al inzetten. Allereerst is sinds 1 juli van dit jaar het online verkopen en aankopen van de e-sigaret verboden. Er zijn problemen met de handhaving, maar het is verboden. Vanaf 1 januari aankomend jaar, dus over een paar maanden, worden alle smaakjes verboden, behalve als het naar tabak smaakt. Ten slotte kun je vanaf 1 januari volgend jaar de vape alleen nog maar kopen in een tabaksspeciaalzaak. Met die drie grote maatregelen behoren we — en dat zeg ik toch ook enigszins zonder gêne — tot de voorhoede van landen in Europa om het vapen en de e-sigaretten tegen te gaan.

Dan de vraag van mevrouw Kuik: waarom dan niet ook maatregelen op het punt van de verbruiksbelasting? We hebben de afgelopen jaren een tijd de lijn gehanteerd dat het waarschijnlijk de snelste en beste methode is om dit te regelen via een Europese regeling. Wij constateren ook, breed in het kabinet, dat zo'n regeling lang op zich laat wachten. Daarom hebben we een tijd geleden alweer een brief gestuurd naar de Europese Commissie — dat heeft nota bene de minister van Financiën gedaan — om nog eens te rappelleren waarom de Europese Commissie niet zelf de stap naar voren zet. Maar ook daar blijft het proces traag en wat ons betreft te traag. Daarom is het punt genaderd om er wel toe over te gaan om te kijken of we uiteindelijk naar een nationale accijns op vapes toe zouden moeten werken.

De voorzitter:

Nou, een effectief mondelinge vragenuur! Mevrouw Kuik.

Mevrouw Kuik (CDA):

Nou, wat goed! Dit is natuurlijk wat wij willen, namelijk zorgen dat je vapen duurder maakt. Als het veel goedkoper is dan een sigaret, heeft dat zo z'n gevolgen. De staatssecretaris geeft aan dat er een aantal maatregelen zijn genomen. Inderdaad zijn de smaakjes er straks helemaal uit. Maar we weten natuurlijk dat één maatregel écht effectief is en dat is de prijsprikkel. Het is heel goed dat de staatssecretaris zegt dat er niet meer gewacht wordt op Brussel. Ik ben wel benieuwd wat hij nu gaat doen om zo snel mogelijk de accijnzen te verhogen.

Voorzitter. Het vorige punt was natuurlijk het belangrijkste, maar ik kom even bij een tweede punt. We zien dat tieners beïnvloed worden door de tabaksindustrie. Maar het collectief van artsen dat alarm heeft geslagen, heeft ook aangegeven: joh, we zien dat de meeste tieners een hele sterke band met hun ouders hebben, dus zet ook ouders in om het gesprek met jongeren aan te gaan om jongeren te beschermen en hen gezond te houden en om de tabaksindustrie te weren. Kan de staatssecretaris daar ook op ingaan?

Maar eerst dank voor de toezegging. Ik ben benieuwd hoe dit gaat gebeuren.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Allereerst over de toezegging. Daar zeg ik nog iets bij, namelijk dat de staatssecretaris van Financiën en ik, de staatssecretaris van VWS, het niet opportuun hebben geacht om in een demissionaire tijd over te gaan tot het heffen van een nieuwe belasting. Dat vinden wij ingewikkeld omdat het echt een nieuwe belasting is. Kortom, daarom zou ik op dit moment het volgende tegen de Kamer willen zeggen. De Kamer is niet demissionair, maar als zij van het kabinet verwacht dat het kabinet op dit punt in actie komt, zou ik ook op dat punt expliciet een opdracht van de Kamer verwachten. Vanuit het demissionaire kabinet geredeneerd vind ik het namelijk ingewikkeld — datzelfde geldt voor de staatssecretaris van Financiën — om met een nieuwe belasting te komen in demissionaire tijd. Dat wil ik er wel aan toegevoegd hebben.

Dan ten aanzien van de rol van ouders. Op dit punt zou ik echt willen wijzen naar de rol die in de "Artsen slaan alarm"-actie is neergezet. Daarbij staat centraal dat ouders het vapen, het roken van de e-sigaret, bespreken met hun kinderen. Kortom, ik denk dat dit eigenlijk de belangrijkste richting is op dit moment die we vanuit VWS ondersteunen richting alles op social media en alles in het preventieve veld en op scholen. De artsen roepen de ouders op om met hun kind het gesprek aan te gaan over vapen, ongeacht of daar wel of geen sprake van is. Je weet immers één ding zeker, namelijk dat het veel voorkomt op school en bij vriendjes en vriendinnetjes. Kortom, ga het gesprek aan met je kind.

Mevrouw Kuik (CDA):

De staatssecretaris zegt dat dit een nieuwe belasting is, maar we hebben natuurlijk wel het Nationaal Preventieakkoord. Daarin hebben we afspraken gemaakt. Maar ik hoor de staatssecretaris, dus we gaan absoluut een amendement indienen om die opdracht mee te geven aan de regering. Als ik zo naar mijn collega's kijk, verwacht ik dat we daar wel een meerderheid voor kunnen regelen. Dank daarvoor.

De staatssecretaris geeft aan dat het goed is als ouders in gesprek gaan. Is er nog iets wat de overheid kan doen om dat verder te stimuleren, ook als het gaat om waar het artsencollectief mee bezig is? Dat tot slot.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik denk inderdaad dat we het artsencollectief vooral moeten ondersteunen. Dat doen we dus ook. Bovendien zou ik van de gelegenheid gebruik willen maken om tegen alle ouders die zich hier bewust van zijn te zeggen: ga het gesprek aan over het roken, niet alleen over het roken van sigaretten, maar zeker ook over het roken van e-sigaretten. We hebben lange tijd in een roes geleefd dat dit alles wel mee zou vallen, maar de huidige gezondheidseffecten blijken totaal niet mee te vallen. Dus ga het gesprek aan. Heel veel ouders gaan dat al aan over roken, het roken van wiet en van sigaretten, maar doe dat ook over het roken van de e-sigaret. Dat is namelijk een middel dat niet onbesproken mag blijven.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kuik.

Mevrouw Kuik (CDA):

Dank. Het is mooi dat we in ieder geval gaan regelen dat de accijnzen op vapes omhooggaan.

De voorzitter:

Er is een aantal vervolgvragen. Hou het graag kort en krachtig, want anders moet ik u gaan onderbreken. Allereerst is mevrouw Van der Laan van D66 en daarna de heer Ceder van de ChristenUnie, de heer Mohandis van de PvdA en de heer Dijk van de SP.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Het mag gezegd worden dat vapes natuurlijk ook troep zijn en dat de industrie over de rug van met name jongeren geld probeert te verdienen; u begrijpt hoe ik daarover denk. De Kamer heeft wel al eerder wat stappen gezet. De prijsprikkel lijkt me logisch, maar de Kamer heeft bijvoorbeeld ook onze motie aangenomen, die ook namens de heer Ceder was ingediend, die verzocht om vapes een zo neutraal mogelijk uiterlijk te geven. Er zou onderzocht worden welke stappen daarin genomen moeten worden. Ik vraag de staatssecretaris dus: wanneer kunnen we daar iets over verwachten?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Daar zijn we inderdaad heel hard mee bezig. Ik wil mevrouw Van der Laan ook de credits geven dat zij inderdaad het initiatief heeft genomen om die elektrische sigaret totaal saai te maken, dus niet meer met kleurtjes, de hele kermisattractie en noem alles maar op. Die geven het gevoel van gezelligheid dat ermee samengaat en dat jongeren juist enorm aanspreekt. We hebben uw motie dus voortvarend ter hand genomen. Ik moet erbij zeggen dat dit ook uiteindelijk wetstechniek is die best ingewikkeld is. We constateren namelijk dat de industrie die deze vapes maakt, bijna letterlijk elke millimeter aan gegeven ruimte benut om er uiteindelijk toch weer een kleurtje, geurtje of smaakje aan toe te voegen. Daarom kost het best even tijd en is het niet eenvoudig om dit zo dicht te regelen dat het echt een saai uiterlijk heeft dat uiteindelijk niet meer de aantrekkingskracht heeft op jongeren. Maar uw motie wordt en is voortvarend ter hand genomen. Die voeren we ook uit.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Laan nog even? Nee? Dan gaan we naar de heer Ceder, ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ik denk dat we allemaal kunnen zien wat de verslavende en verschrikkelijke effecten zijn van vapen. Ik ben blij dat de staatssecretaris en het kabinet al stappen hebben gezet: per 1 juli is er een onlineverbod en over een paar maanden, per 1 januari, gaan we ook de smaakjes verbieden. Ik vraag me wel het volgende af naar aanleiding van de interactie met mevrouw Kuik. De staatssecretaris geeft aan dat het kabinet demissionair is. Volgens mij zijn mevrouw Kuik en ook mijn collega, de heer Grinwis, bezig om ervoor te zorgen dat we hier echt mee aan de slag kunnen gaan. Maar als zoiets wordt aangenomen in opdracht van de Kamer, hoelang duurt het dan voordat dit ook echt wordt ingevoerd en de verbruiksbelasting ook is ingevoerd?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Allereerst is het inderdaad terecht wat de heer Ceder aangeeft ten aanzien van de rol die de Kamer hierin heeft. Nogmaals, het kabinet is demissionair. Als het kabinet hiermee aan de slag kan, dan is het echt goed als de Kamer zich hier expliciet over uitspreekt, want dan kan je op dat punt ook je demissionaire bescheidenheid en terughoudendheid laten varen. Maar dan is de vraag inderdaad: hoelang gaat dit duren? Ik constateer ook bij de andere onderwerpen die we ook voortvarend ter hand hebben genomen, dat op elk van die onderwerpen geldt dat de wetstechniek dermate complex is dat het soms langer duurt dan we zelf willen. Ik geef toch even een voorbeeld daarvan: er werd natuurlijk al eerder gedacht aan invoering van het smaakjesverbod, maar dat hebben we met een aantal maanden moeten uitstellen, simpelweg omdat de techniek niet goed genoeg was uitgekristalliseerd om er echt een einde aan te kunnen maken. Hierbij geldt dus dat we zo snel gaan als mogelijk. Maar als het niet zorgvuldig is, zijn we uiteindelijk verder van huis. Ik zeg in alle eerlijkheid erbij dat het daardoor best even kan duren voordat we dit voor mekaar hebben.

De heer Mohandis (PvdA):

We constateerden al jaren geleden dat we hierin snel slagen moeten maken. Ik constateer dat we in alle debatten hebben gezegd: wacht op Europa; het heeft tijd nodig. En wat blijkt nu? Het is het einde van de kabinetsperiode en nu gaat er misschien iets gebeuren. Ik hoorde de staatssecretaris zeggen dat het nog wel even gaat duren voordat het ook werkelijk gerealiseerd is. We zijn dus blij met dat stapje dat we hier nu zien, maar voor de vraag of we hierin echt een stap gaan zetten, is het gezien de afgelopen debatten: eerst zien en dan geloven.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Mohandis (PvdA):

Mijn vraag is de volgende. Er zijn wat maatregelen genomen; denk bijvoorbeeld aan onlineverboden. Hoe gaan we die ook handhaven? Hoe gaan we ervoor zorgen dat die ook werken? Want er is al gebleken dat dit allerlei gaten met zich meebrengt en dat heel veel jongeren online alsnog vapes kunnen aanschaffen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Inderdaad, RTL Nieuws kwam daar de afgelopen week ook mee, met name met het bericht dat de handhaving op het onlineverkoopverbod nog niet dermate is dat de verkoop online echt weg is. Op basis van die signalen ben ik naar de NVWA gegaan en ben ik daarmee in gesprek gegaan over wat we kunnen doen en wat hun huidige zicht op de praktijk is. Daarbij wil ik ook gezegd hebben dat de signalen dat er nog te veel gaten zijn, inderdaad terecht zijn en dat er ook een aantal bedrijven, met name grotere bedrijven, zijn die wél gestopt zijn en de wet gewoon ter harte nemen. Dat wil ik ook gezegd hebben, want dat is het evenwicht dat ik hier ook wil tonen. Maar er zijn inderdaad nog te veel gaten. Daarom gaan we de boetes verhogen, zodat de bedrijven die dit nog steeds verkopen, zeker door zullen hebben dat het verbod geen wassen neus is. Uiteindelijk — maar ook dat kost even tijd — gaan we over tot eventuele lasten onder dwangsom, zodat de bedrijven die door blijven gaan met verkopen, uiteindelijk de overheid tegenkomen en elke dag dat ze nog doorgaan, de maatregel uiteindelijk zien oplopen.

De heer Dijk (SP):

Ik moet even kijken of er een vraag voortvloeit uit mijn inbreng, want er zijn al best wel een aantal vragen beantwoord. Ik merk in dit debat dat er heel erg op beprijzing wordt aangestuurd. Daar valt iets voor te zeggen als je de onderzoeksresultaten bekijkt, maar aan de andere kant zien we ook dat de lobby van de tabaksindustrie de oorzaak hiervan is. Het is de bedoeling om jonge mensen zo snel mogelijk aan het roken te krijgen, met alle gevolgen van dien. Een verslaving kun je beboeten en beprijzen zoals je wil, maar mensen blijven dan verslaafd. U had het net al over hogere boetes. Ik zag dat de maximumboete nu maar €9.000 is. Sorry, dan wordt het heel lucratief om gewoon te blijven verkopen. Mijn vraag is hoe snel dit ingevoerd kan worden, want als we aan de ene kant een accijnsverhoging invoeren, moeten er aan de andere kant minimaal een enorme beboeting en een keiharde aanpak van die tabaksindustrielobby komen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Met de hoogte van de boetes zijn we dus bezig, want we kijken of we die … Nee, die gáán we verhogen. Ik kan niet zeggen wat de precieze hoogte daarvan is, want die is echt afhankelijk van de grootte van het bedrijf: hoe groter het bedrijf, hoe hoger de boete. Dat is ook noodzakelijk, omdat je juist die kleine verkoper niet met een dermate onmogelijke boete wil opzadelen dat het disproportioneel en niet juist is. Je wilt juist de grote bedrijven, die hier heel veel en heel lucratief aan verdienen, veel scherper en veel harder beboeten dan kleine bedrijven die het toch doen. Dat is ook niet de bedoeling, maar we willen juist de grote vissen het hardste aanpakken. Daarom is het afhankelijk van de grootte.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik ben blij om te horen dat we nu eindelijk toch stappen zetten in de goede richting. Ik deel wel de frustratie van de heer Mohandis dat we deze opties ook al van de voorganger van deze staatssecretaris op papier hebben gekregen en we dus twee jaar verloren hebben. Maar ik ben blij om te weten dat we ook als Nederland eindelijk een keer stappen kunnen zetten waarbij we niet op Europa wachten. Ik ga zeker ook zeker kijken wat er mogelijk is omtrent het verbod op sigarettenfilters, want volgens mij wachten we daar ook op Europa en dat is zonde. Ik ben echter wel benieuwd hoe deze staatssecretaris terugkijkt op de afgelopen twee jaar, wetende dat hij voorstander is geweest van het belangrijke drieluik van beprijzing, het omlaagbrengen van reclame en verkoopverboden. Ik ben wel benieuwd of hij vindt dat het de afgelopen jaren eigenlijk anders had gemoeten.

Staatssecretaris Van Ooijen:

In eerste instantie zou ik zeggen: als het via Europa sneller en beter gaat, dan gaat mijn eerste voorkeur nog steeds uit naar Europa. Alleen zien we nu dat het te lang duurt en dat het nog steeds onzeker is of Europa die stap gaat zetten. De afgelopen periode is de frustratie over de snelheid die Europa op dit punt maakt dus toegenomen, ook bij mij. Als ik dan zie dat er ook nog eens gerappelleerd is door onze minister van Financiën en dat daar ook nog steeds niet het gevoel uit voortkomt dat dit op de korte termijn gaat plaatsvinden, dan kom je op een gegeven moment op het punt dat je zegt: dan doen we het uiteindelijk maar niet via de beste en de snelste route, maar via onze eigen route, namelijk nationale wetgeving.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dit is mijn laatste vraag voor dit mondelinge vragenuur. Dat snap ik, maar ik hoop dat er dan, ondanks de demissionaire status van het kabinet, ook wordt nagedacht over het feit dat dit zo vaak bij onderwerpen naar voren komt. We wachten op Europa; Europa kan dit het snelste invoeren. Keer op keer — ik kan hele lijstjes aanleveren — is het echter niet zo dat het vanuit Europa sneller gaat. De gezondheid, en nu zeker ook die van onze jongeren, hangt aan een draadje omdat we de hele tijd op Europa wachten. Dus ik zou ervoor willen pleiten — ik hoop ook dat de staatssecretaris het daarmee eens — om hier als Nederland echt iets sneller beleid op te gaan maken.

De voorzitter:

De staatssecretaris, tot slot.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik herken de frustratie van mevrouw Van Esch. Die zit ook bij mijzelf, dus in dat opzicht zit er volgens mij geen licht tussen. Natuurlijk zitten er ook voordelen aan die Europese aanpak. Aan nationale wetgeving zitten een aantal nadelen die je bij Europese wetgeving niet zou hebben. Denk bijvoorbeeld aan de grenseffecten. Maar als de frustratie bij u toeneemt, neemt die ook bij mij toe. Het moment is inderdaad simpelweg daar om te kijken naar de stappen die we zelf kunnen zetten.

De voorzitter:

Dan wil ik de staatssecretaris danken voor zijn beantwoording hier.

Naar boven