6 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Aan de orde zijn de stemmingen van dinsdag 10 oktober 2023. Voordat we gaan stemmen, geef ik het woord aan de heer Van Meijeren en daarna aan mevrouw Van der Graaf en de heer Van Baarle.

De heer Van Meijeren (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. We hebben afgelopen week het debat afgerond over het voorstel van de heer Baudet en de heer Van Houwelingen voor een Wet raadgevend referendum naar Zwitsers model. Ik zou willen verzoeken om de stemmingen daarover uit te stellen tot na de verkiezingen, zodat de kiezers dit belangrijke voorstel kunnen betrekken bij het bepalen van hun stem. Ik ga ervan uit dat daar geen bezwaar tegen is, maar dat kunt u misschien even controleren.

De voorzitter:

Dat ga ik inderdaad controleren. Is daar bezwaar tegen? Ja? Dan ga ik even iedereen af.

De heer Sneller (D66):

Niemand heeft een tweede termijn gedaan. Volgens mij is het wetsvoorstel klaar en kunnen we erover stemmen. Het is geen grondwetswijziging, waarvoor dit inderdaad wel een geldige argumentatie zou zijn. Ik vind het een beetje een raar verzoek, maar ik weet niet wat de andere sprekers uit het debat vinden.

De voorzitter:

Geen steun.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou zeggen: we gaan er mooi over stemmen.

Mevrouw Temmink (SP):

Ja, voorzitter, daar kan ik mij bij aansluiten.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik denk dat we er gewoon over moeten gaan stemmen. Ik snap de wens, maar dan zou ik zeggen: dan moet je de planning anders maken, zodanig dat het na de verkiezingen behandeld kan worden. Dat lijkt me reëler.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Dassen (Volt):

We kunnen er gewoon over stemmen, voorzitter.

De heer Chris Simons (VVD):

Stemmen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ook wij zouden er graag over stemmen.

De voorzitter:

Er is nu een meerderheid om erover te stemmen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun om het uit te stellen tot na de verkiezingen.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het is gebruikelijk om een verzoek van fracties om stemmingen uit te stellen, in te willigen. Bijvoorbeeld omdat er nog even overleg gevoerd moet worden of omdat er nog iets moet worden aangepast. Maar de vraag om het uit te stellen alleen maar omdat er verkiezingen zijn, heb ik nog niet eerder gehoord. Dus daar stemmen we niet mee in.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Gewoon stemmen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun voor het verzoek, dus gewoon stemmen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid om vandaag gewoon over het initiatiefvoorstel te stemmen.

Ik kijk naar mevrouw Van der Graaf, die twee moties wil aanhouden.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat klopt, mevrouw de voorzitter. Het gaat over punt 8 van de stemmingslijst: de hoofdrailnetconcessie. Ik wil de moties op de stukken nrs. 1149 en 1151 aanhouden.

De voorzitter:

Ja. Bij punt 8 zullen de moties op de stukken nrs. 1149 en 1151 worden aanhouden. Dan de heer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Ik wil een motie aanhouden onder punt 6 van de stemmingslijst: Inburgering en integratie. Het gaat om mijn motie die oorspronkelijk stuk nr. 397 had over een onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens. Die motie heb ik vanochtend gewijzigd en nader gewijzigd. Ik wil de motie even aanhouden, zodat iedereen de nader gewijzigde motie tot zich kan nemen.

De voorzitter:

Bij punt 6 zal de motie op stuk nr. 397 worden aangehouden. Mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik wil onder punt 12 van de stemmingslijst, het debat over het postcovidsyndroom, mijn motie op stuk nr. 2140 aanhouden. Ik zou de motie waarschijnlijk volgende week in stemming willen brengen.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van der Plas stel ik voor haar motie (25295, nr. 2140) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan klopt onze administratie weer. We gaan van start met de stemmingen.

Naar boven