4 Vragenuur: Vragen Van Ginneken

Vragen van het lid Van Ginneken aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Geen enkele vervoerder wil vanaf 2025 busvervoer in Zeeland verzorgen".

De voorzitter:

Dan heet ik de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. Ik nodig mevrouw Van Ginneken uit om haar vraag te stellen aan de staatssecretaris over het bericht "Geen enkele vervoerder wil vanaf 2025 busvervoer in Zeeland verzorgen". Het woord is aan mevrouw Van Ginneken, D66.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Dank, voorzitter. Ik wil nog even zeggen dat de hartverscheurende beelden en berichten uit Israël en Gaza mij ook diep geraakt hebben. Ik voel eigenlijk een soort ongemak bij het overschakelen naar een heel ander onderwerp. Vergeef mij dat ik dat toch ga doen.

Ik maak mij grote zorgen over het openbaar vervoer in Zeeland. Het wordt weleens vergeten, maar de provincie Zeeland is net zo groot als de Randstad. Die wordt ook nog eens flink doorsneden door heel veel water, dus goede bereikbaarheid in die provincie is altijd extra lastig. Die bereikbaarheid komt nu nog veel verder onder druk te staan. Er heeft zich namelijk niemand gemeld om het busvervoer te gaan verzorgen vanaf 2025. Veel Zeeuwen zijn hiervan afhankelijk om bij werk, school, studie of zorg te komen, of om familie te bezoeken. Ik vraag mij af hoe dat nu verder moet. En dit is hét moment voor actie vanuit de staatssecretaris, vindt D66. Daarom wil ik van de staatssecretaris weten hoeveel Zeeuwen afhankelijk zijn van busvervoer in Zeeland. Is de staatssecretaris het met D66 eens dat het verdwijnen van bussen vanaf 2025 echt onbestaanbaar is? Welke garanties kan de staatssecretaris bieden dat er wel busvervoer is vanaf 2025? Kan de huidige concessie, indien noodzakelijk, verlengd worden? Wat zijn eigenlijk de oorzaken van het uitblijven van interesse onder de vervoerbedrijven? Waarom wil de bestaande vervoerder bijvoorbeeld niet door?

Voorzitter. D66 pleit al langer voor het slimmer combineren van verschillende soorten vervoer om een goed en betaalbaarder ov-systeem te krijgen. Denk aan gewone bussen in combinatie met doelgroepenvervoer, taxi's, deeltaxi's en noem maar op. Dat kan een oplossing zijn voor het op orde houden van het ov in veel dunnerbevolkte gebieden in ons land. Zeeland durft nu die stap te zetten maar dit loopt vast in regels en onbegrip. Ik heb eerder aan de staatssecretaris gevraagd om op dit soort innovatief publiek vervoer meer regie te gaan voeren. En u ziet, voorzitter, wat ervan komt als ze dat niet doet. Hoe kijkt de staatssecretaris naar de oproep van de Zeeuwse gedeputeerde dat voor dit soort vervoer wetswijzigingen nodig zijn? Kan zij toezeggen met de provincie in gesprek te gaan over wat zij kan doen om het innovatieve plan van Zeeland mogelijk te maken? Kan zij toezeggen de Kamer te informeren over wettelijke obstakels, bijvoorbeeld in de Wet personenvervoer 2000? En ik heb nog een paar vragen voor straks.

De voorzitter:

Ja. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Net als u heb ik vernomen dat de recente inschrijvingsperiode voor de busconcessie in Zeeland niet tot de inschrijving van vervoerders heeft geleid. De belangrijkste boodschap voor mij is dat Zeeland heeft aangegeven dat er altijd openbaar vervoer zal zijn. Dat staat niet ter discussie, ook niet voor mij. De gedeputeerde geeft aan dat de Zeeuwen zich dus ook geen zorgen hoeven te maken. Hij zegt letterlijk: "Een ding is duidelijk, er zal altijd busvervoer zijn, alleen de wijze waarop we dat organiseren is de vraag." Dat stelt mij gerust en dat wil ik hier ook nogmaals benadrukken; er blijft openbaar vervoer beschikbaar in Zeeland.

Het is wel redelijk uniek dat er geen inschrijvingen zijn bij het aanbesteden van een regionale concessie. In de afgelopen jaren zijn, zelfs in de nasleep van corona, verschillende concessies regionaal met succes vergund en gegund. De provincie Zeeland onderzoekt momenteel wat de belangrijkste redenen zijn waarom vervoerders tot nu toe niet hebben ingeschreven. Voor nu moeten we afwachten wat er uit de gesprekken met de provincie komt. De gedeputeerde van Zeeland, Harry van der Maas, heeft aangegeven dat hij het gesprek aan wil gaan met de busvervoerders om ook te kijken waarom ze zich niet hebben gemeld. Dat lijkt mij een hele goede stap. Ik houd de situatie in Zeeland nadrukkelijk in de gaten, want ik vind dat heel Nederland goed bereikbaar moet zijn met het openbaar vervoer, of je nou in de stad woont of in de regio. Het belang om op een andere manier naar de bereikbaarheid te kijken in Zeeland wordt wat mij betreft met dit nieuws onderstreept. Ik ben al langer met Zeeland in gesprek om ook mee te denken over wat we allemaal kunnen doen om een goede bereikbaarheid voor alle Zeeuwen te kunnen garanderen.

Mevrouw Van Ginneken vroeg heel concreet hoeveel mensen gebruikmaken van het openbaar vervoer. Er zijn 400.000 Zeeuwen en in principe zou natuurlijk iedereen op een goede manier gebruik moeten kunnen maken van het openbaar vervoer. Het gaat overigens niet eens om het aantal Zeeuwen an sich, er zijn ook andere mensen in Zeeland die gebruik willen maken van het openbaar vervoer. Zeeland heeft bijvoorbeeld ook veel toerisme. Het is dus breder dan dat. Ik ben ook volop met Zeeland in gesprek over hun plan om fijnmazig publiek vervoer te introduceren. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hen ook vaker aanhaal, ook in debatten die we hebben tijdens commissievergaderingen, als goed voorbeeld van hoe je als provincie probeert na te denken over een fijnmazig netwerk door slimme oplossingen te verzinnen. Zoals ook verzocht door de Kamer in de motie van de leden Van Ginneken, Minhas en Krul, breng ik in kaart wat de financiële en juridische belemmeringen zijn die decentrale overheden en vervoerbedrijven ervaren in het tot stand brengen van publiek vervoer. Verder ben ik nog niet zo lang geleden zelf in Zeeland geweest om het daar ook over te hebben met de lokale bestuurders. Ik zal de Kamer nog dit jaar, na het BO MIRT, informeren over de samenwerking met Zeeland.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

De staatssecretaris citeert de gedeputeerde die belooft dat er altijd busvervoer zal zijn. Nou ken ik die gedeputeerde ook als iemand die dingen voor elkaar krijgt, maar toch vind ik dat die 400.000 Zeeuwen meer garanties moeten hebben dan dat. Ik ben er niet gerust op. De staatssecretaris beantwoordt namelijk nog niet de vraag hoe dat dan voor elkaar komt. Ik heb bijvoorbeeld de vraag gesteld of de huidige concessie in geval van nood verlengd kan worden. We zijn namelijk nog maar iets meer dan een jaar verwijderd van 2025. Een staatssecretaris die regie neemt over het openbaar vervoer in de regio — zij is tenslotte stelselverantwoordelijke — komt met concretere antwoorden dan dit. Ik wil dus echt meer van de staatssecretaris weten. Zij brengt zelf ook de motie ter sprake die ik heb ingediend over dit soort innovatief publiek vervoer. Kan de staatssecretaris nu dan ook meteen aangeven wanneer zij met de antwoorden op die motie gaat komen?

Staatssecretaris Heijnen:

Mevrouw Van Ginneken vraagt: kun je de huidige concessie in geval van nood verlengen? Ik heb net aangegeven dat de provincie in gesprek gaat met alle verschillende busbedrijven om te vragen waarom zij zich niet hebben ingeschreven en hoe de provincie hen kan motiveren om dat alsnog te doen. Die verantwoordelijkheid ligt ook in de eerste plaats bij de provincie. Die is verantwoordelijk voor de regionale concessie. Maar mevrouw Van Ginneken heeft wel gelijk dat ik stelselverantwoordelijke ben. Dat is ook de reden waarom ik intensief in gesprek ben met de Zeeuwen om te kijken hoe wij hen kunnen helpen in zo'n groot gebied, waar 400.000 mensen wonen en toeristen en werknemers gebruikmaken van het openbaar vervoer. Die hebben ook allemaal recht op goede bereikbaarheid.

Maar die onderzoeken van de provincies moeten we wel eerst afwachten. Als wij vervolgens kunnen helpen en ondersteunen door te kijken wat er nodig is om dat openbaar vervoer gaande te houden, dan doen wij dat natuurlijk, ook vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke voor het hele systeem. Ik vind het wel heel goed dat de provincie nu het voortouw neemt door gesprekken met de busbedrijven te hebben. Wij kijken aanvullend daarop of er bepaalde beknellende regelgeving is vanuit de landelijke overheid. Daarover zijn we ook allang met de Zeeuwen in gesprek. In sommige gevallen blijkt het niet eens zozeer te gaan om knellende landelijke regelgeving, maar kan er binnen de bestaande regelgeving meer maatwerk toegepast worden. Maar we kijken echt samen hoe we dat op een goede manier kunnen doen. Er wordt gegarandeerd door de provincie dat er openbaar vervoer zal zijn, maar ik zal dat uiteraard wel heel nauwlettend volgen.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Ik hoop dat de staatssecretaris meer doet dan het volgen, want Zeeland doet hier een stap naar voren om innovatief publiek vervoer te organiseren. Dat kunnen we op heel veel plekken in ons land goed gebruiken om de bereikbaarheid overal in dunner bevolkt gebied op orde te houden. Ik zou dus graag zien dat de staatssecretaris zich wat actiever opstelt door zelf met vervoerders in gesprek te gaan over waarom zij de concessie niet aantrekkelijk genoeg vonden en dat mee te nemen in de beantwoording op de motie die ik eerder heb ingediend, over belemmeringen. Daar ligt namelijk een rol voor de staatssecretaris: om die belemmeringen in wet- en regelgeving en beleid op te lossen, zodat Zeeland weer bereikbaar kan blijven.

Staatssecretaris Heijnen:

De laatste oproep van mevrouw Van Ginneken is niet nodig. Ik hoef zelf niet actiever te worden, omdat ik al heel erg actief ben. De provincie is nu de partij die aangeeft: wij willen de gesprekken met de busvervoerders voeren. Als wij daarin kunnen ondersteunen en die hulpvraag krijgen, dan zullen wij dat natuurlijk doen. Wij zien Zeeland echt als voorbeeld van een provincie die op een creatieve manier nadenkt over slimme oplossingen om iedere Zeeuw op een goede manier bereikbaar te houden. Op 13 november hebben we nog een grote conferentie, die "Bereikbaarheid voor iedereen" heet. Daar gaan we weer samen met lokale overheden, met kennisinstellingen en met het bedrijfsleven, en hopelijk ook met Kamerleden, nadenken over hoe je heel Nederland en alle Nederlanders op een goede manier bereikbaar houdt door te zoeken naar creatieve, slimme oplossingen. De vorige keer is Zeeland daarbij zelfs als voorbeeld genoemd van een provincie die heel erg haar best doet om daarin voorop te lopen. Uiteraard gaan wij alles doen wat wij moeten doen om Zeeland daarin te ondersteunen.

De voorzitter:

Dank u wel, ook aan mevrouw Van Ginneken. Met het oog op de tijd wil ik graag verzoeken om de vervolgvragen wat korter te houden dan net. Daar zult u begrip voor hebben. Allereerst de heer De Hoop van de PvdA, dan mevrouw Van der Graaf en dan mevrouw Den Haan.

De heer De Hoop (PvdA):

Dit is ontzettend slecht nieuws voor de mensen in Zeeland. Je zou bij dit bericht bijna vergeten dat er de afgelopen vijf jaar al 1.500 bushaltes geschrapt zijn door heel Nederland; ook in Zeeland een hele hoop. Ik vraag de staatssecretaris of zij het met mij eens is dat we moeten constateren dat de doorgeschoten marktwerking in het openbaar vervoer juist negatieve effecten heeft in de regio's waarin de verschraling al heel erg toegenomen is.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik vind het heel voorbarig om nu, op dit moment, conclusies te trekken zonder dat we echt weten wat het probleem is. Ik vind het overigens wel een probleem dat er buslijnen worden geschrapt, want dat komt de bereikbaarheid niet ten goede. Daarom heb ik het initiatief genomen om op zoek te gaan naar creatieve oplossingen, naar meer maatwerk en om de ruimte te laten aan de provincies om als concessiehouder dat maatwerk te bieden. Ik weet dat de PvdA er vaker voor heeft gepleit om bijvoorbeeld eigen provinciale busbedrijven op te richten. Op dit moment is de wetgeving daar niet eens op ingeregeld. Het is alleen aan de vier grote steden om eigen ov-bedrijven te hebben. Ik breng op dit moment in kaart welke aanpassingen in de wet nodig zouden zijn om het voor provincies mogelijk te maken om een eigen ov-bedrijf op te richten. Dat is ook verzocht door de Kamer. Dat onderzoek is in het najaar afgerond.

De heer De Hoop (PvdA):

Ik ben daar blij mee, want ik vind echt dat we moeten zorgen dat ov meer een publieke voorziening wordt. In de tussentijd word ik toch een beetje kriebelig als ik hoor "creatieve, innovatie oplossingen" en "meer vraaggestuurd". Ik weet dat juist voor een oudere die afhankelijk is van het openbaar vervoer of om naar je baan, het ziekenhuis of school te gaan, een bus die gaat bij een halte dé norm en dé manier is om mee te doen in de samenleving. Ik vraag de staatssecretaris om tot de tijd dat we provinciale ov-bedrijven of andere oplossingen hebben, dát overeind te houden, juist voor degenen die nu al heel moeilijk mee kunnen doen in de samenleving.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat zijn wij met elkaar eens. Goede bereikbaarheid in heel Nederland is heel erg van belang. Dat is de reden dat we zeggen — dat klinkt misschien niet prettig in de oren van de heer De Hoop — dat we moeten zoeken naar creatieve oplossingen. Ook hij zal ongetwijfeld in Friesland, net als ik in Limburg op bepaalde momenten, hele grote stadsbussen zien rijden door het platteland met daarin nul reizigers. Dat is een systeem waar je echt goed naar moet kijken. Helpen we daarmee? Houden we het systeem daarmee optimaal in stand, of gaan we zoeken naar slimme, andere oplossingen, zoals Zeeland op dit moment zelf aan het doen is? Ik moedig dat juist heel erg aan. Ik vind ook dat wij vanuit Den Haag die beleidsmatige ruimte vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid moeten geven. Waar op dit moment knelpunten worden ervaren in de hele transitie — dat is waar Zeeland nu in zit — moeten wij ervoor zorgen dat we ze ondersteunen en dat we de belemmeringen die er zijn zo veel mogelijk wegnemen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Het openbaar vervoer is een basisrecht dat we in Nederland zouden moeten regelen, zodat mensen met elkaar in verbinding kunnen komen. Je kunt naar school gaan, je kunt naar je werk gaan, je kunt mantelzorg verlenen, je kunt naar het ziekenhuis gaan. Dat is een basisrecht dat we zouden moeten regelen in Nederland. De bereikbaarheid van het openbaar vervoer staat nu gewoon onder druk, ook in Zeeland, omdat partijen zeggen: dit is voor ons niet rendabel. Daar zijn de Zeeuwen mooi mee in het pak genaaid. Dat vraagt actie, meer actie van de staatssecretaris. De staatssecretaris kan zeggen: we weten nog niet precies wat de redenen zijn. Ze vinden het niet rendabel om daar te rijden met hun bussen en het openbaar vervoer te regelen voor de mensen die in Zeeland wonen. Dat stelt de mensen in Zeeland op achterstand.

De voorzitter:

Komt u tot een vraag?

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Zeker. We hebben bij de Algemene Beschouwingen extra geld ter beschikking gesteld. Dat zullen we ook moeten besteden aan Zeeland. Ik wil de staatssecretaris echt vragen om de provincies meer in handen te geven qua instrumentarium. Pas de Wet personenvervoer aan. Zorg ervoor dat ze eigen provinciale busbedrijven kunnen oprichten. Dat is voor ons de route.

Staatssecretaris, kunt u dat hier toezeggen aan de mensen in Zeeland, die daar recht op hebben?

Staatssecretaris Heijnen:

Mevrouw Van der Graaf wordt op haar wenken bediend, want wij zijn op dit moment volop met Zeeland in kaart aan het brengen waar zij belemmeringen ervaren en waar wij die kunnen en moeten wegnemen. Wij hebben namelijk gezegd — daar hebben we al eerder debatten over gehad — dat als er belemmeringen zijn in de landelijke wet- en regelgeving, wij die willen wegnemen om het systeem optimaal te kunnen laten functioneren zoals de Zeeuwen dat ook hebben bedacht. Het is nu echt eventjes aan de gedeputeerde om het gesprek te hebben met de vervoerbedrijven. Mevrouw Van der Graaf geeft aan dat zij precies weet wat het probleem is. Dat is bij de gedeputeerden nog niet helemaal scherp, dus zij willen echt nog even het gesprek hebben om te kijken waar de ruimte zit en waar er eventueel aanpassingen kunnen worden gedaan zodat het wel aantrekkelijk is voor busbedrijven om in te schrijven. Ik vind dat we die ruimte wel even moeten geven. Alles wat wij vanuit de landelijke overheid daarin kunnen doen ter ondersteuning, zullen wij uiteraard doen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik ben blij dat de staatssecretaris aangeeft dat het heel erg belangrijk is dat we overal in Nederland goed bereikbaar zijn. Ik vind het ook fijn dat de staatssecretaris aangeeft dat de creatieve oplossingen die Zeeland heeft gevonden, te prijzen zijn. Dat zou in de rest van Nederland natuurlijk navolging moeten hebben. Toch denk ik dat het belangrijk is om de Wet personenvervoer aan te passen, ook als het gaat om het alternatieve vervoer, dus de deelauto's, deelfietsen, flextaxi's, buurtbussen en noem maar op. In hoeverre kan dat nu al? Dat zou dan toch navolging moeten hebben in de rest van Nederland. In hoeverre zou de staatssecretaris ook qua financiering kunnen helpen? Er is net een amendement aangenomen van 300 miljoen. In hoeverre kan dat meehelpen? Ik stel deze vraag mede namens de VVD.

Staatssecretaris Heijnen:

Over de Wet personenvervoer zeg ik het volgende richting mevrouw Den Haan. Wij zijn op dit moment aan het kijken, met Zeeland maar ook met andere provincies die creatieve oplossingen hebben en aangeven het gevoel te hebben dat de Wet personenvervoer mogelijk tot belemmeringen leidt, wat er dan precies moet worden aangepast. Op dit moment is het nog niet helemaal duidelijk of het wel nodig is om de Wet personenvervoer aan te passen om meer maatwerk te kunnen leveren. Als het nodig is, zullen we het absoluut doen. Dat is ook de afspraak die ik met de Kamer heb gemaakt. We moeten dan wel weten wat er dan precies zou moeten worden aangepast. Vooralsnog zien we nog niet precies welke aanpassingen zouden leiden tot een verbetering en welke echt nodig zijn om meer maatwerk te kunnen leveren. Waarschijnlijk kan het binnen de bestaande kaders, maar als dat niet zo is, dan passen we het aan.

Dan nog even over de financiën.

De voorzitter:

Ja, heel kort.

Staatssecretaris Heijnen:

Er is door een meerderheid van de Kamer een motie aangenomen om het regionale openbaar vervoer te ondersteunen. Daar ben ik vanuit mijn portefeuille natuurlijk heel erg blij mee. We kunnen daar heel veel goede dingen mee doen. Zeeland heeft mijn speciale aandacht omdat die provincie bijna een voorloper, een pionier, is in het goed bereikbaar houden van dunbevolktere gebieden. Ik wil dus kijken wat ik daar aanvullend kan doen. Ik zal de Kamer daar op een later moment dit jaar nog over informeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Er zijn nog vragen van de heer Alkaya, SP, en de heer Krul, CDA.

De heer Alkaya (SP):

Er is maar één manier om de kaalslag in het openbaar vervoer structureel te stoppen. Dat is door te stoppen met de zogenaamde marktwerking en de aanbestedingen en de commerciële bedrijven, waardoor alles maar rendabel moet zijn. Verschillende partijen hebben hier al naar gevraagd. Dat is één punt waarop de Wet personenvervoer zeker moet worden aangepast. De staatssecretaris geeft aan dat ze nog aan het onderzoeken is en dat ze ergens in het najaar nog met het resultaat komt, maar dat komt toch veel te laat voor Zeeland? Die kaalslag vindt niet alleen plaats in Zeeland, maar in veel provincies. Is de staatssecretaris bereid om de Wet personenvervoer 2000 dusdanig aan te passen dat niet alleen in Zeeland, maar in alle twaalf provincies mensen weer aan de slag kunnen met hun eigen publieke openbaarvervoerbedrijf?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik weet niet of de oplossing voor Zeeland per se is om een eigen provinciaal busbedrijf te hebben. Ik weet wel dat de heer Alkaya en de SP vinden dat dat een goede oplossing zou zijn. Ik denk dat het mogelijk zou kunnen, maar we zijn het aan het uitzoeken. We hebben nog heel even de tijd nodig om dat vervolgens zorgvuldig aan de Kamer aan te bieden. Als er dan mogelijkheden zijn, staat het iedereen vrij om te kijken welke ruimte ze daarin willen nemen.

De heer Krul (CDA):

De Zeeuwen hadden het vandaag liever over een tunnel gehad, maar ik zeg altijd maar: you win some, you lose some. We zien hier wat er gebeurt als marktwerking doorslaat in een openbare voorziening. We zien dat niet alleen in Zeeland, maar ook in Rotterdam, waar de minder rendabele lijnen worden geschrapt. We vragen ons echt hardop af waar het bij het openbaar vervoer eigenlijk om gaat. Is dat mensen de mogelijkheid geven om bij voorzieningen, bij familie en vrienden, bij werk en bij studie te komen? Of gaat het gewoon om geld?

Staatssecretaris Heijnen:

Rotterdam heeft natuurlijk wel de RET. Dat is een provinciaal vervoerbedrijf. Daar is dus niet zo heel veel marktwerking. Ik denk wel dat het van belang is — ik snap het punt van de heer Krul natuurlijk wel goed — om te kijken hoe je ervoor kunt zorgen dat openbaar vervoer, wat ik ook zie als een basisrecht, betaalbaar en toegankelijk blijft voor alle Nederlanders. Het vergroot gewoon je kansen en je mogelijkheden op onderwijs, zorg en noem het allemaal maar op. Dat zijn we dus heel erg met elkaar eens. We moeten vooral zoeken naar slimme oplossingen. Dat kan zijn dat je een provinciaal busbedrijf opricht, of dat je het anderszins inregelt om slimme oplossingen te verzinnen, zoals in Zeeland. Daar moeten we het nog met elkaar over hebben op een later moment.

De voorzitter:

Dank u wel. En dank aan de heer Krul: binnen 30 seconden, zo hoort het. Dank u zeer. Dan gaan we verder met het treintje, met mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook ik vraag mij, net als de heer Krul, het volgende af. Hij kon de zin net niet uitspreken waarin hij vroeg of het om geld of om publieke voorzieningen gaat. Dat was zijn vraag. We zien dat Zeeland, met name ook weer Zeeuws-Vlaanderen, extra hard getroffen wordt. Daar is de bereikbaarheid slecht; ze moeten daar ook al betalen om door een tunnel heen te gaan om goede voorzieningen te kunnen bereiken. We zien dus wel doorgestegen benzineprijzen, dieselprijzen en personeelskosten. Dat is mogelijk een van de redenen waarom zo'n busvoorziening ook gaat uitvallen. Ik wil aan de staatssecretaris vragen: zijn er meer van dit soort signalen in Nederland van andere regio's die vergelijkbaar zijn met Zeeland: ver weg, en met een groot, uitgestrekt buitengebied? Zijn er nu al signalen van meer provincies waar op deze manier straks misschien helemaal geen bussen meer gaan rijden? Zo ja, kunnen we dan een overzichtje krijgen van waar het heel nijpend gaat worden?

Staatssecretaris Heijnen:

Heel even, om mensen niet onnodig ongerust te maken: de gedeputeerde heeft gegarandeerd dat er busvervoer blijft in Zeeland. Laten we wat dat betreft enigszins de rust bewaren. Je ziet wel dat meerdere gebieden dunner bevolkt zijn. We hebben corona gehad. Maar er zijn, ook in coronatijd, concessies en aanbestedingen geweest in dit soort gebieden, die wel allemaal uiteindelijk tot een gunning hebben geleid. Het is de eerste keer dat dit gebeurt. We moeten natuurlijk wel gaan kijken of dit een voorbode is. Daar zal ik wel heel goed op letten.

De voorzitter:

En de vraag van mevrouw Van der Plas of er een overzicht gemaakt kan worden van waar het nijpend is?

Staatssecretaris Heijnen:

Het is nog niet eerder zo geweest dat er ergens een gunning niet tot stand heeft kunnen komen in dunbevolkte gebieden. Ik ga dit wel nauwlettend volgen, omdat ik natuurlijk niet wil dat dit het begin van een trend is. Dan moeten we bijsturen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de staatssecretaris danken voor haar beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven