Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 65, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 65, item 8 |
Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen
Aan de orde is het tweeminutendebat Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29023, nr. 393).
De voorzitter:
We gaan meteen door met het tweeminutendebat Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (29023, nr. 393). De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Leijten van de fractie van de SP. Ik geef haar graag het woord.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. De tijdelijke regeling is aangekondigd, maar is er nog niet. Toch doet zij al een hoop stof opwaaien en zorgt zij al voor een hoop onzekerheid. Veel mensen zeggen dat het de bedoeling is dat de regeling, conform de motie van de heer Kops van de PVV, eigenlijk zoiets is als het prijsplafond, maar zo gaat die niet uitwerken. De SP-fractie vindt dat wel een probleem. Er zitten heel veel ongelijkheden in, als je kijkt naar de regeling van het prijsplafond. En die vonden we al niet optimaal, om het zo maar even te zeggen. Waarom duurt het nou zo lang? Dat zou ik wel van de minister willen weten. Wanneer is er nou duidelijkheid? Want we gaan nu moties indienen — dat ga ik ook doen; ik heb twee moties — maar we weten eigenlijk niet waar we op schieten. Dat is wel een probleem. Het is ook een probleem voor de mensen die erop zitten te wachten.
Ik ga toch schieten, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering te zorgen dat de tegemoetkoming voor blokaansluitingen aansluit op het prijsplafond door de verbruikscijfers voor gas en elektra gelijk te stellen met het prijsplafond, het meergebruik vanwege gezamenlijke ruimtes mee te laten tellen en de "voordeurregeling" te hanteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Leijten (SP):
Dan mijn tweede motie.
Heel goed. Dan de heer Kops, van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen alleen geldt "voor eenheden waarvan de functie of het gebruik wonen betreft en niet voor eenheden met enkel een bedrijfsfunctie of bedrijfsmatig gebruik" (29023, nr. 393);
constaterende dat het prijsplafond geldt "voor alle kleinverbruikers [...]: voor huishoudens, maar ook voor zzp'ers, winkels, verenigingen, kleine maatschappelijke organisaties en een deel van het kleine mkb" (36200, nr. 77);
verzoekt de regering de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen te doen gelden voor alle kleinverbruikers, zoals bij het prijsplafond,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat er een blokaansluitingsregeling komt. Allereerst veel dank daarvoor. Het heeft nog heel veel voeten in de aarde gehad. Je ziet dan waar een Kamerdebat soms nuttig voor kan zijn, namelijk dat je voor een groep van honderdduizenden mensen — het zijn vaak niet de mensen in de villa's, maar de mensen in de wat oudere flats en gemeenschappelijke woningen — toch nog een regeling rond krijgt.
We hebben de regeling vandaag helaas niet. Dat zou ik wel fijn gevonden hebben, want als je de conceptregeling hier had gehad — deze moet per 1 januari ingaan — zou je erdoorheen hebben kunnen gaan. Er zijn een paar problemen met deze regeling. De regeling gaat feitelijk in per 1 november, omdat nog die twee keer €190 uitbetaald wordt. Het eerste probleem dat ik dan zie, houdt verband met de terugwerkende kracht. Als je verhuist op 1 april, had je nog recht gehad op twee keer €190, is €380, en waarschijnlijk ook op €200 voor de eerste twee maanden. Dan had je dus recht gehad op ongeveer €600 à €700. Dat loop je mis, omdat het alleen gaat om wie er op 1 april woont. Ik kan me best voorstellen dat het niet om €10 nauwkeurig gaat, maar het mislopen van €600 als je een heel laag inkomen hebt, lijkt mij best wel een ding.
Er worden nog even wat handtekeningen geronseld ...
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Er is geen geschillencommissie. Dus als je het er niet mee eens bent, kun je wel naar de Huurcommissie, maar die is totaal overbelast. Of je kunt naar de rechter. Voor een conflict met de vve over €200 of €300 ga je niet naar de rechter. Dat is totaal onzinnig. Voor de normale verwarming hebben we de geschillenregeling, die overigens net twee dagen geleden online gekomen is. Daar kan ik dus geen kritiek op hebben; knap gedaan. Ik dien de volgende motie in.
Heel goed. Dan geef ik graag het woord aan de heer Thijssen, de laatste spreker van de zijde van de Kamer.
De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Geen moties van mijn hand, maar wel een tweetal vragen aan het kabinet. Dit is natuurlijk een vrij generieke subsidiemaatregel voor de huishoudens met een blokaansluiting. We weten wel dat er kwetsbare huishoudens zitten in huizen met een blokaansluiting. Ik snap de redenatie van de minister om te zeggen: we willen het gelijktrekken met het energieprijsplafond. Maar moet het kabinet hier niet wat genereuzer zijn, juist omdat we weten dat hier mensen bij zitten die vaker in energiearmoede zitten? Is de minister niet te bewegen om te zeggen: ik trek die grens wat verder omhoog, zodat we hierin generieker zijn en meer mensen helpen?
Deze subsidie wordt aangevraagd door de beheerder van de blokaansluiting. Dat zijn niet de huishoudens zelf. De PvdA heeft er wel vertrouwen in dat dit goed gaat bij de woningcorporaties, maar hoe zit het met pandjesbazen? Hoe kan de minister garanderen dat, als pandjesbazen inderdaad die subsidie aanvragen, deze ook terechtkomt bij de huurders zelf?
Dat zijn nog twee vragen die ik heb. Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors drieënhalve minuut en dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Jetten:
Dank u wel, voorzitter. Zoals de heer Omtzigt net zei — en dat is ook wel gebleken uit de eerdere inbreng van de heer Kops en mevrouw Leijten — is het goed dat we een aantal keer hebben gedebatteerd over de blokaansluitingen. We zijn vorig jaar begonnen om met stoom en kokend water een prijsplafond te introduceren om mensen te helpen via een tegemoetkoming voor de extreem gestegen en volatiele energiekosten. Maar een groot aantal huishoudens, vaak in een kwetsbare positie, bleek buiten dat prijsplafond te vallen. Daarom moet er een aparte regeling voor blokaansluitingen komen, zodat ook deze huishoudens een tegemoetkoming krijgen in de energiecrisis.
Ik begrijp heel goed dat een aantal van u vraagt: waarom duurt dit zo lang? Ik vind het buitengewoon frustrerend — dat geldt ook voor de staatssecretaris — dat we de regeling blokaansluitingen nog niet hebben kunnen publiceren, juist ook omdat we deze huishoudens het liefst snel willen helpen. Maar de werkelijkheid is dat het gewoon buitengewoon complex is om voor de huishoudens met een blokaansluiting tot een goede en uitvoerbare regeling te komen. Wij hebben daarvoor in de afgelopen tijd, mede dankzij een heel goede samenwerking met de Belastingdienst, het Kadaster, gemeenten en het ministerie van BZK, heel veel kunnen voorbereiden, maar ook hier geldt: the devil is in the details. Ook in de uitvoeringstoetsen die wij hebben laten maken, staan de seinen niet bepaald op groen. Dat laat zien dat dit een ingewikkelde regeling is en geen perfecte regeling zal zijn.
Dat gezegd hebbende, kunnen wij u volgende week in een uitgebreide Kamerbrief over de laatste stand van zaken informeren. Binnen een aantal weken kunnen wij de regeling ook publiceren, zodat wij over de regeling het debat kunnen voeren en de Kamer zich daarover kan uitspreken. Voor de definitieve publicatie van de regeling zijn wij nog in afwachting van een paar laatste adviezen en uitvoeringstoetsen. Volgende week krijgt u in de Kamerbrief de laatste stand van zaken.
In de inbreng van vandaag zijn allerlei suggesties gedaan om de regeling toch nog wat te verbreden, iets genereuzer te maken of wat dan ook. Ik begrijp dat, maar mijn eerlijke antwoord daarop is: alles wat we er nu nog bij stoppen, zal de regeling nog complexer en ingewikkelder maken en zal waarschijnlijk tot meer vertraging leiden. Daarom kiest het kabinet er nu voor om gewoon zo snel mogelijk door te gaan met alles wat we nu hebben voorbereid. Zoals gezegd ontvangt u daarover volgende week een Kamerbrief.
Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 399 van mevrouw Leijten vraagt om een aantal zaken. Ten aanzien van de verbruiksvolumes zal de tegemoetkoming in potentie 50% tot 60% van alle huishoudens in de doelgroep volledig compenseren. Dit percentage is gelijk aan het percentage bij het prijsplafond. We hechten er als kabinet aan dat de regelingen zo veel mogelijk op elkaar lijken qua bereik.
De vraag is of wij hier voor een hogere tegemoetkoming moeten kiezen dan bij het plafond. Het klopt dat een deel van de huishoudens met een blokaansluiting kwetsbare huishoudens zijn. Maar we zien dat in de totale doelgroep ook allerlei huishoudens met een hoger inkomen zitten, bijvoorbeeld in de wat luxere koopappartementen, die dus niet per se tot de kwetsbare doelgroep behoren. Dat blijkt ook uit de statistieken die daaronder zitten. Daarom denken wij met deze spreiding tot een passende en goed vergelijkbare regeling te komen.
Ten aanzien van het gestelde over de gemeenschappelijke ruimtes het volgende. We hebben onderzocht, ook na een eerder verzoek van de Kamer, of dat kan worden ondergebracht in deze regeling. Wij hebben geconcludeerd dat dat niet mogelijk is, deels vanwege de ongelijkheid die dan zal ontstaan met bijvoorbeeld appartementencomplexen die wél onder het prijsplafond vallen, maar deels ook omdat het een enorme scope-uitbreiding zou betekenen, die de complexiteit van de regeling doet toenemen. Dus de motie op stuk nr. 399 wordt met deze toelichting ontraden.
In de motie op stuk nr. 400 van mevrouw Leijten en de heer Omtzigt wordt verzocht om ook mensen met een blokaansluiting toegang te geven tot het private Noodfonds Energie. Ik heb daar laatst in het vragenuur op geantwoord dat dat op dit moment helaas niet mogelijk is, gelet op de vormgeving van dit noodfonds. Maar net zoals de suggestie die zojuist in het vorige tweeminutendebat werd gedaan, zal ik ook deze suggestie aan de minister voor Armoedebeleid overbrengen, zodat bij een eventueel vervolg van de regeling kan worden bekeken of dit de regeling nog verder kan verbeteren.
De motie op stuk nr. 401 van de heer Kops verzoekt alle kleinverbruikersaansluitingen ...
De voorzitter:
De vorige motie is dus ontraden.
Minister Jetten:
Ja, de motie op stuk nr. 400 wordt ontraden. Excuus.
De motie op stuk nr. 401 verzoekt alle kleinverbruikersaansluitingen eronder te brengen. Daarvoor geldt ook dat het de regeling op dit moment helaas onnodig complex maakt. Maar voor die bedrijven geldt wel dat de regeling Tegemoetkoming Energiekosten recentelijk voor mkb'ers is opengesteld en daar kan dan een groot deel van die doelgroep alsnog terecht.
De motie op stuk nr. 402 verzoekt de regering ...
De voorzitter:
Maar is ie nou ontraden?
Minister Jetten:
Heb ik het nu weer overgeslagen?
De voorzitter:
Het wordt een beetje slordig, hè.
Minister Jetten:
Ja, dat is inderdaad slordig, voorzitter. De motie op stuk nr. 401 is ontraden.
De motie op stuk nr. 402 verzoekt huishoudens nog deze maand uit te betalen. Onder verwijzing naar mijn inleiding van zojuist zeg ik dat dat helaas niet mogelijk is. De motie op stuk nr. 402 ontraden we dus. We werken er wel aan om het zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen.
De motie op stuk nr. 403 van Omtzigt, Van der Plas en Thijssen verzoekt de compensatie evenredig te verdelen en vraagt verder om aandacht voor verhuizingen. We hebben ervoor gekozen om de periode aan te laten sluiten bij de energiekosten 2023, zodat de Huurcommissie ook kan toetsen op de uitvoering van deze tegemoetkoming. Een aparte uitkering is helaas niet mogelijk. Het is niet uitvoerbaar, omdat we gewoon heel weinig zicht hebben op welke huishoudens er achter die blokaansluitingen zitten. Dat is ook een van de redenen voor deze complexiteit.
Ik zeg ook tegen de heer Thijssen dat dit deels een regeling is die op vertrouwen in de samenleving is gebaseerd. Wij vertrouwen erop dat de eigenaar van die blokaansluiting en de appartementen of de woningen die achter die aansluiting zitten, in goed vertrouwen met elkaar tot uitbetaling van deze regelingen komen. Ik begrijp dat het rechtvaardiger zou zijn dat we die twee keer €190 van november en december, waar de heer Omtzigt specifiek naar verwees, ook gericht zouden kunnen uitkeren. Maar daarmee komen we in een verrekeningssystematiek terecht die we dus vanwege alle complexiteit op dit moment niet kunnen uitvoeren.
Bij vve's vervalt de rechtsrelatie met de voormalige bewoners na verkoop van het appartementsrecht. Voor vve's is het daardoor ook onmogelijk om voormalige bewoners makkelijk terug te vinden en te compenseren. Daarom moet ik ook de motie op stuk nr. 403 ontraden.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat gaat tot een hele rare situatie leiden. Als u een woning tot 1 april in bezit heeft, dan zou u eigenlijk €950 aan energiecompensatie hebben moeten krijgen, namelijk €390 uit het verleden en een stuk voor gas en warmte en een stuk voor elektriciteit. Maar als u voor 1 april verhuist, krijgt u helemaal niks. De bewoner die daar drie maanden blijft zitten, krijgt een tegemoetkoming van ongeveer €1.200 tot €1.300. Het gaat dan dus om een bewoner die vanaf 1 april tot 1 juli in zo'n woning zit. Nou, je moet wel heel veel stoken en weet ik wat niet doen om in die drie maanden — het zijn lente- en zomermaanden — €1.300 aan elektriciteit te verbruiken. Dus die bewoners krijgt netto waarschijnlijk gewoon meer dan €1.000 handje contantje extra terug, terwijl daar geen enkele reden voor is.
Zo is de regeling ingericht! Is het daarom niet mogelijk om in de regeling te zetten ... De minister zegt "achter de voordeur" en hoopt dat de verhuurders het goed doen, maar dat kun je in de regeling vastleggen. Je kunt in de regeling vastleggen dat je van de verhuurder vraagt: u dient het pro rata aan de huurders te geven.
Zal ik u vertellen hoe het gaat met de pandjesbazen waar de heer Thijssen op doelde? Die pandjesbazen zorgen ervoor dat er op 1 april iemand nieuw in komt en zeggen dan tegen de mensen die er na 1 april in komen: u krijgt voor drie maanden compensatie. Dat zou overigens in dit geval ook nog redelijk zijn. En vervolgens steken ze die €900 in hun eigen zak. Het eindigt bij de pandjesbazen, want er is geen geschillenregeling. Niemand kan er aanspraak op maken en dat is het eind van deze regeling.
Minister Jetten:
Vaak, in veel gevallen, kunnen mensen wel naar de Huurcommissie, want we maken de regeling zo dat er wel een route naar de Huurcommissie is. Maar zoals ik net ook al zei: ik voel echt heel erg met de heer Omtzigt mee, want er zit inderdaad een stukje onrechtvaardigheid in. Maar ik zie helaas op dit moment geen mogelijkheden om dat op te lossen, zonder de regeling nog weer complexer te maken en nog verder in de vertraging te komen. Maar ik stel voor dat ik in de brief die we volgende week aan de Kamer sturen wat uitgebreider op dit punt van de heer Omtzigt ingaan dan ik dat nu vanaf deze plek kan doen.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat zie ik dan heel graag, want dit gaat een groot probleem worden. Er kan in de regeling vastgelegd worden dat de verhuurder verplicht is om het pro rata te vergoeden. Dan is het gewoon een recht en dient de voormalige huurder een aanvraag in bij de verhuurder. Meldt die voormalige huurder zich niet, dan heeft de verhuurder gewoon geluk gehad. Maar als hij dat recht niet krijgt, dan verdwijnt een groot gedeelte van deze subsidieregeling ergens waar die nooit zou moeten eindigen.
Hetzelfde geldt voor een vve. Dat is een uitgewerkte rechtsverhouding; dat klopt. Maar ook via een uitgewerkte rechtsverhouding — dat doen we heel regelmatig in deze Kamer — kun je gewoon zeggen "u woonde toen nog bij ons, u heeft een heel hoge energierekening moeten betalen, u krijgt nog wat terug". Als je het in de regeling vastlegt, dan ligt het gewoon in rechte vast en kan die voormalige eigenaar in die vve het gewoon van die vve terugvragen.
Minister Jetten:
Zoals ik net zei: ik zal proberen om daar volgende week in de brief uitgebreider op terug te komen. Ik geef nogmaals de waarschuwing dat er waarschijnlijk allerlei situaties te bedenken zijn waarin deze regeling nog niet perfect zal zijn. Ik vrees ook dat we die niet allemaal weg kunnen nemen. Maar op dit specifieke punt zal ik volgende week uitgebreider schriftelijk ingaan.
De voorzitter:
Dat lijkt me helder.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik heb nog een vraag aan de minister. Komt er niet een register waarin de huurders kunnen zien of de verhuurder het heeft aangevraagd? Dan kunnen zij namelijk ook een beroep doen op de verhuurder, van "hè, dat stukje is van mij".
Minister Jetten:
Dat is volgens mij nu niet voorzien. Maar ik neem de vraag van de heer Thijssen ook even mee en reageer daarop in de brief van volgende week.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 404.
Minister Jetten:
Tot slot de motie op stuk nr. 404 van de leden Omtzigt, Van der Plas, Leijten en Thijssen. Die verzoekt de regering om een laagdrempelige geschillenbeslechting te organiseren, zoals we dat ook hebben gedaan bij de regeling prijsplafond. Ik vind dat een goede suggestie, dus de motie op stuk nr. 404 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
Oordeel Kamer, hartstikke goed. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de ingediende moties.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-65-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.