4 Doorstroomvennootschappen

Aan de orde is het tweeminutendebat Doorstroomvennootschappen (CD d.d. 07/12).

De voorzitter:

Goedemorgen. Aan de orde is het tweeminutendebat Doorstroomvennootschappen. De eerste spreker namens de zijde van de Kamer is de heer Romke de Jong namens de fractie van D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter. We hebben het over doorstroomvennootschappen. We weten inmiddels allemaal dat die gretig worden gebruikt door multinationals om belasting te kunnen ontwijken. Maar twee weken geleden werd ik getriggerd door een artikel van Jort Kelder in Het Financieele Dagblad. Hij had het namelijk over de vermogensongelijkheid tussen normale miljonairs en miljardairs, of de hyperrijken, zoals ik ze graag noem. De hyperrijke laat zich graag bedienen door doorstroomvennootschappen en internationale belastingontwijkingconstructies. Gaat de vermogensbelasting in Nederland omhoog? Dan verplaatsen we het toch naar Italië? Daar draait deze groep haar hand niet voor om. We hebben daar slecht zicht op, omdat we zelden informatie hebben over wat er over de grenzen gebeurt. Dat is eigenlijk de situatie zoals die tien jaar geleden was voor multinationals, voordat de eerste verhalen over Google en Starbucks naar buiten kwamen. Daar wil mijn fractie graag wat aan doen. We moeten zicht krijgen op het geschuif met miljoenen en miljarden door deze particuliere hyperrijken, want ook zij moeten hun fair share betalen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat internationale afspraken binnen de OESO over de aanpak van belastingontwijking door bedrijven en internationale informatie-uitwisseling hebben geleid tot een effectieve aanpak van belastingontwijking zoals een minimumwinstbelasting en de DAC-richtlijnen;

overwegende dat ook belastingontwijking door hyperrijken niet alleen binnen de Nederlandse landsgrenzen plaatsvindt;

constaterende dat naar aanleiding van het ibo Vermogensverdeling jaarlijks de meest opmerkelijke belastingconstructies door de Belastingdienst worden gedeeld;

constaterende dat inzicht in internationale belastingontwijkingsconstructies door particuliere hyperrijken daar een nuttige aanvulling op kan zijn om te komen tot effectieve maatregelen;

overwegende dat internationale samenwerking cruciaal is om in beeld te krijgen welke internationale ontwijkingsconstructies bestaan onder particuliere hyperrijken;

verzoekt de regering te verkennen of internationale afspraken kunnen worden gemaakt over de aanpak van belastingontwijking door hyperrijken en hierbij in ieder geval te kijken naar de openbaarheid van gegevens over belastingontwijking door particulieren om hiermee effectievere maatregelen te kunnen treffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Romke de Jong.

Zij krijgt nr. 307 (25087).

De heer Romke de Jong (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Jong. Dan is het woord aan de heer Van der Lee namens de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dat was een leuke motie van de heer De Jong. Ze was wat lang, maar het dictum kan ik steunen.

Ik wil zo dadelijk één motie indienen, maar niet dan nadat ik heb gezegd dat collega Nijboer en ikzelf een initiatiefnota hebben gemaakt met nog een hele serie aan maatregelen die de doorstroomvennootschappen echt fundamenteel gaan aanpakken. Maar het lijkt me beter om dat debat nog even af te wachten. Op één punt zou ik de staatssecretaris echter al willen vragen om een advies van de commissie over te nemen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de aanbeveling van de Commissie doorstroomvennootschappen om de safe harbour voor rente- en royaltydoorstromers te schrappen en deze te vervangen door een open norm;

overwegende dat implementatie van deze aanbeveling Nederland minder aantrekkelijk zal maken voor doorstroomvennootschappen, waarmee het faciliteren van belastingontwijking aangepakt wordt;

verzoekt het kabinet de aanbeveling van de Commissie doorstroomvennootschappen onverkort te implementeren, en de Kamer hierover uiterlijk bij de publicatie van de Voorjaarsnota te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Nijboer en Omtzigt.

Zij krijgt nr. 308 (25087).

Dank u wel. De initiatiefnota wordt op 17 april behandeld. Dit ter info. Dan is het woord aan de heer Omtzigt namens de fractie-Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Was ik maar een fractie! Dan had ik twee minuten spreektijd, voorzitter.

De voorzitter:

U heeft er toch maar één. Aan u het woord.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het coalitieakkoord is afgesproken dat de aanvullende CFC-maatregel wordt aangescherpt conform de aanbeveling van de commissie-Ter Haar I;

constaterende dat de staatssecretaris de aanscherping uit het coalitieakkoord niet wil overnemen omdat bedrijven met een omzet van meer dan 750 miljoen euro vanaf 2024 onder de minimumbelasting van 15% gaan vallen;

overwegende dat de voorgestelde minimumbelasting bijheft tot 15% in plaats van het statutaire Vpb-tarief van 25,8%;

overwegende dat de voorgestelde minimumbelasting het gros van het internationale bedrijfsleven met operaties in Nederland ongemoeid laat;

verzoekt de regering alsnog de aanbeveling van de commissie-Ter Haar uit te voeren conform de afspraak in het regeerakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Dassen, Stoffer, Van der Lee, Nijboer, Ephraim, Alkaya, Van Raan, Van der Plas, Gündoğan en Den Haan.

Zij krijgt nr. 309 (25087).

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Daarmee is ze ondertekend door zo ongeveer iedereen die niet in de coalitie zit, zullen we maar zeggen, en die het coalitieakkoord wil uitvoeren.

Voorzitter. De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris van Financiën meent dat Nederland grosso modo unilateraal alles heeft gedaan wat mogelijk is om de belastingontwijking verder aan te pakken;

overwegende dat de afname mede het gevolg is van diverse (inter)nationale belastinghervormingen van de afgelopen jaren;

constaterende dat de buitenlandse directe investeringen (BDI) in 2021 zijn gestegen van 4.500 miljard euro naar 4.700 miljard euro, waardoor Nederland in de top tien blijft op lijsten van belastingparadijzen zoals die van Tax Justice Network;

constaterende dat de uitzonderlijk hoge BDI-positie van Nederland in relatie tot de omvang van de Nederlandse economie een indicatie is dat Nederland een populair doorstroomland is voor partijen die belasting willen ontwijken;

verzoekt de regering zowel unilateraal als Europees een proactieve instelling te blijven houden ten aanzien van belastingontwijking;

verzoekt de regering onafhankelijk onderzoek te laten plaatsvinden naar de doorstroom richting landen waar de werkelijke belastingdruk onder de 9% ligt, en de Kamer bij de Voorjaarsnota te informeren over de beoogde onderzoeksmethode en de beoogde onderzoekers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Dassen, Stoffer, Van der Lee, Nijboer, Ephraim, Alkaya, Van Raan, Van der Plas, Gündoğan, Den Haan en Eppink.

Zij krijgt nr. 310 (25087).

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Het moet bij dat onderzoek ook gaan over waarom er nog steeds 4.500 miljard euro doorstroomt. Ik kijk naar de voorzitter, die ook iets met armoede heeft. Dit heeft niks meer met armoede te maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Alkaya namens de fractie van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Dank u wel, voorzitter. Er is een belangrijk rapport geschreven, waarover we een debat hebben gevoerd, om te stoppen dat Nederland een doorstroomland is voor miljarden aan belastingontwijking. Er zijn goede moties ingediend om delen uit dat rapport in de praktijk te brengen. Ik heb een wat algemenere motie, waarmee ik de regering wil oproepen om meer te doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat niet alle aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen worden overgenomen;

van mening dat het van groot belang is dat Nederland niet langer wordt gebruikt als schakel om belasting te ontwijken;

verzoekt de regering de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen onverkort over te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya.

Zij krijgt nr. 311 (25087).

De heer Alkaya (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Alkaya. Ik kijk naar de staatssecretaris om te zien of hij meteen kan antwoorden.

Staatssecretaris Van Rij:

Ik heb nog niet alle moties gezien. Drie minuten graag.

De voorzitter:

Dan schors ik de vergadering voor drie minuten.

De vergadering wordt van 11.27 uur tot 11.32 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met het tweeminutendebat Doorstroomvennootschappen. Het woord is aan staatssecretaris Van Rij voor zijn beantwoording.

Staatssecretaris Van Rij:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 307 geven we oordeel Kamer, mits de motie als volgt wordt gelezen. We blijven inzetten op de bestrijding van allerlei structuren over de grenzen heen, ook als het gaat om zeer vermogende particulieren. Dat is overigens niet nieuw; dat gebeurt al. Het gebeurt al sinds 2009 in OESO-verband. De Nederlandse Belastingdienst werkt ook samen met verschillende andere belastingdiensten. We hebben ook een speciale groep daarvoor. Dat gaat zowel om uitwisseling van informatie als om verhuld vermogen. Daar zetten we dus op in, en we zijn bereid om daarop te blijven inzetten. Als de motie zo wordt gelezen, krijgt die oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Romke de Jong knikt naar de voorzitter, dus de motie krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Rij:

Voorzitter. De tweede motie, op stuk nr. 308, is van de heren Van der Lee, Nijboer en Omtzigt. We gaan als kabinet inderdaad de komende tijd bezien of de safe harbour in artikel 8c van de Wet op de vennootschapsbelasting kan worden afgeschaft door een open norm te introduceren. Dat is een van de aanbevelingen van Ter Haar. Wij informeren u daarover in het voorjaar. Uiteraard zullen we dan met alle afwegingen komen. Ik geef dus in overweging om deze motie aan te houden totdat wij de Kamer daarover hebben geïnformeerd. Dat is namelijk het uitdrukkelijke voornemen.

De voorzitter:

Ik kijk naar de heer Van der Lee. Hij houdt de motie niet aan, zie ik. Dan wordt de motie dus ontraden.

Staatssecretaris Van Rij:

Ja.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 309. Daarin wordt eigenlijk verondersteld dat wij het coalitieakkoord niet uitvoeren. Dat is niet juist. We hebben hierover een gesprek gevoerd met de commissie-Ter Haar. Ook de commissie-Ter Haar heeft gezegd dat als Pillar Two komt, met een minimumbelasting van 15%, het oorspronkelijke plan van het uitbreiden van de "controlled foreign corporation"-regeling eigenlijk niet nodig is. Die gaat namelijk alleen over passieve inkomsten, terwijl Pijler 2 over actieve en passieve inkomsten gaat. Wij willen dus het volgende in overweging geven, omdat we een wetsontwerp over Pillar Two in internetconsultatie hebben gedaan. Wij stellen voor om deze discussie te vervolgen als het wetsontwerp naar de Tweede Kamer komt. Dat zal voor de zomer zijn. Dan kunnen wij namelijk ook laten zien waarom de afwegingen die wij gemaakt hebben naar ons inzicht ook conform het coalitieakkoord zijn.

De voorzitter:

Dus, als ik het goed begrijp, is het verzoek om de motie aan te houden.

Staatssecretaris Van Rij:

Ja.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Als we die maatregel doorvoeren, gebeurt er toch helemaal niks met bedrijven met een omzet van minder dan 750 miljoen? Die kunnen toch gewoon door een enorme maas in de wet wegzwemmen?

Staatssecretaris Van Rij:

Die gegevens komen bij de behandeling van het wetsontwerp, want dan praten we gewoon over de feiten. Het zijn natuurlijk de grote multinationals die gebruikmaken van die CFC's. Als het onvoldoende zou zijn, zullen wij natuurlijk bekijken of we met een aanvullende maatregel moeten komen. Ook de commissie-Ter Haar heeft eigenlijk gezegd dat Pillar Two belangrijker is dan deze unilaterale maatregel van Nederland. Ik stel voor dat we de discussie echt voeren op basis van feiten en niet op basis van veronderstellingen en dat we dit dus vervolgen op het moment dat het wetsontwerp er is. Dat is mijn voorstel.

De voorzitter:

Meneer Omtzigt, wilt u de motie aanhouden?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, voorlopig niet, want Ter Haar wil inderdaad dat het multilateraal opgepakt wordt. Dat is beter dan unilateraal. Maar hij heeft deze maatregel wel voorgesteld, dus ik wil de motie graag in stemming laten brengen.

De voorzitter:

Oké.

Staatssecretaris Van Rij:

Dan ontraden we de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 309 is ontraden.

Staatssecretaris Van Rij:

Voorzitter. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 310. Daarin staat het verzoek om zowel unilateraal als Europees een proactieve instelling te blijven houden. Ik heb tijdens commissiedebatten al gezegd dat wij nú inzetten op het zo snel mogelijk tot stand laten komen van een Europese richtlijn, de zogenaamde Unshellrichtlijn. Het is veel effectiever als we in EU-verband afspraken maken om doorstroomvennootschappen, in de volksmond "de lege brievenbussen", aan te pakken. Het Zweeds voorzitterschap heeft gezegd dat we daar in mei de eerste discussie over hebben. Ik heb niet gezegd dat wij nooit iets unilateraals zouden doen; zie ook de appreciatie op de eerdere motie over artikel 8c over vennootschapsbelasting en de open norm. Het moet alleen in de juiste volgorde plaatsvinden. De prioriteit is nú om daar in Europa, in de Europese Unie, overeenstemming over te houden. Wij ontraden deze motie dus. Verder is het zo dat De Nederlandsche Bank dit monitort. De eerstvolgende monitor komt eraan. Wij zijn wel graag bereid om de onderzoeksmethode nog wat beter uit te leggen. Het wordt dus al door een derde gemonitord.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 310 wordt ontraden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De Nederlandsche Bank monitort. De Nederlandsche Bank en een aantal andere instellingen zeggen dat 4.700 miljard aan BDI, zoals wij hebben, wel heel veel is. Ondanks alle maatregelen die we genomen hebben — en dat zijn er best wel wat — neemt dat niet af. Dit heeft natuurlijk niks te maken met onze reële economie; helemaal niks! Als je een directe investering van 4.700 miljard zou hebben, zou je geen stikstofprobleem meer hebben, want dan blijft er geen grassprietje meer groen. Dan moet je heel Nederland volbouwen met fabrieken, maar dat is niet zo. Je wilt toch weten waar dat vandaan komt om daarna ... Welk beleid daarop moet komen, weet ik niet, maar het is toch onwenselijk dat wij de draaischijf blijven die we nu toch blijken te zijn?

De voorzitter:

Het antwoord is aan de staatssecretaris, maar de motie is in ieder geval ontraden.

Staatssecretaris Van Rij:

Ja, heel kort. Ja, 4.700 miljard is veel in relatie tot ons bruto nationaal product. De Nederlandsche Bank meet de royalty's en de rentes die uitbetaald worden naar de lage belastingjurisdicties, dus 9% en minder. En dat is afgenomen, zelfs substantieel afgenomen. Dat is van 38 miljard of 39 miljard teruggelopen tot ongeveer 5 miljard of 6 miljard. We gaan op 1 januari 2024 de dividendbelasting invoeren. Dus die tak, de echt onwenselijke stromen door Nederland, is sowieso al behoorlijk gekeeld. Het is natuurlijk niet zo dat alles wat door Nederland stroomt — dat is nou eenmaal het gegeven, het gevolg van de rol die Nederland misschien tientallen of wel honderden jaren vervuld heeft in de wereld — bestaat uit allemaal onproductieve bedragen. Dat zal uit de volgende rapportage blijken. Maar die bedragen slaan niet allemaal neer in de Nederlandse economie. Ik ben het met de heer Omtzigt eens — daarom zetten wij ons ook in Europees verband zo in — dat we niks hebben aan lege brievenbusvennootschappen en doorstroomvennootschappen die geen bijdrage leveren aan de reële economie hier of elders in de wereld. Dat is ook de inzet van het beleid.

De voorzitter:

Afsluitend, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Tussen die 4.700 miljard aan BDI zal best iets productiefs zitten. Ik zeg helemaal niet dat er niks productiefs tussen zit. Maar daar moeten toch enorme doorstromen tussen zitten? Anders zou heel Nederland volgebouwd zijn met fabrieken en weet ik niet wat allemaal. Het is een enorm bedrag. Daarom staan we in die lijsten in de top tien. Dat bedrag is niet afgenomen maar toegenomen. Dat kan omdat je van die royalty's, waarvan nu bijgeheven wordt, embedded royalty's maakt. Daar worden allerlei manieren voor bedacht. Dat is helemaal niet erg, maar je wilt het inzichtelijk hebben, zodat je weet of je volgende stappen moet nemen. Het enige wat ik wil weten, is: wat is de reden dat er nog steeds 4.700 miljard per jaar door Nederland stroomt? Wat belet de regering om die kennis te willen hebben en daarna te bekijken of dat wenselijk is of niet? Er staat nog niet eens in hoeverre dat onwenselijk is, maar het lijkt me een beetje hoog in vergelijking met de Nederlandse economie.

Staatssecretaris Van Rij:

Nederland heeft een netwerk van internationale verdragen. Nederland heeft de deelnemingsvrijstelling. Nederland heeft productieve activiteiten van buitenlandse investeerders. Die buitenlandse investeerders gebruiken Nederland inderdaad ook om geld te laten doorstromen naar investeringen elders in de wereld. Ik wil hier echt het beeld weerspreken alsof deze 4.700 miljard allemaal improductief zou zijn. Sterker nog, het vorige kabinet heeft ook maatregelen genomen. 1 januari aanstaande krijgen we de dividendbelasting op de niet-wenselijke uitstroom naar lagebelastingjurisdicties, die fors is afgenomen. Wij zijn er zeer waakzaam op, zoals we ook in het commissiedebat hebben gezegd, of deze stromen niet omgekat worden, naar andere landen of naar embedded royalty's, zoals de heer Omtzigt zegt. Ik stel voor dat we daar in het kader van de volgende monitoring, aan de hand van de cijfers, een goede discussie over hebben. Die 4.700 miljard is hoog, maar die is het gevolg van de rol die Nederland misschien al wel eeuwenlang vervult als betrouwbare bankier. Als dat gaat om productieve investeringen, ook elders in de wereld, dan is daar niets mis mee. Als dat niet zo is, dan moeten we dat aanpakken. Dat doen we in Europees verband met Unshell. Lukt dat niet, dan gaan we verder met unilaterale maatregelen.

De voorzitter:

Echt kort, meneer Omtzigt, want het moet geen debat tussen twee personen in een tweeminutendebat worden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Het is precies de reden ...

Staatssecretaris Van Rij:

Ik vind het wel interessant, voorzitter.

De voorzitter:

Iedereen vindt het interessant, maar het volgende onderwerp is ook interessant.

Staatssecretaris Van Rij:

Ja, sorry.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De staatssecretaris zegt: als het productief is, is het goed, als het niet productief is, is het niet goed. Dan ondersteunt hij mijn motie feitelijk, want die verzoekt om uit te zoeken wat hier productief van is. Dan kunnen we een discussie voeren over de vraag of het wenselijk is of niet. Daarom zou ik hem in overweging willen geven om dat onafhankelijk te laten onderzoeken. Dan kunnen we daarna een debat hebben. Ik pleit niet voor overhaaste maatregelen, maar dit lijkt a priori zo hoog dat je gewoon moet willen weten wat daar gebeurt.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister ... Sorry, aan de staatssecretaris, voor de appreciatie van de motie op stuk nr. 311.

Staatssecretaris Van Rij:

Voorzitter, na zo'n debat met de heer Omtzigt word ik meteen gepromoveerd tot minister, begrijp ik.

De voorzitter:

Ja, zo gaan die dingen.

Staatssecretaris Van Rij:

De motie op stuk nr. 311 ontraden wij. De reden daarvoor heb ik eigenlijk ook al gegeven, want in de motie staat dat we álle aanbevelingen van de commissie onverkort moeten doorvoeren. Dat gaan we niet doen, om de redenen die ik eerder heb gegeven.

De voorzitter:

Bedankt voor uw beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een heel enkele minuut, waarna we doorgaan met het tweeminutendebat Humanitaire hulp na de aardbeving in Turkije en Syrië.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven