4 Tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie: reizigers, toegankelijkheid en decentralisatie

Aan de orde is het tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie: reizigers, toegankelijkheid en decentralisatie (CD d.d. 01/11).

De voorzitter:

Ik heet de mensen op de publieke tribune weer van harte welkom, alsook de mensen die het op afstand volgen, de Kamerleden en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Aan de orde is het tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie: reizigers, toegankelijkheid en decentralisatie. Het volgt op het commissiedebat dat gisteravond laat is gehouden. Zoals door de heer Alkaya werd aangegeven, is dat nogal kort op elkaar. We zullen elkaar dus een klein beetje ruimte geven voor wat afstemming. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Ginneken, namens de fractie van D66, voor haar bijdrage en moties.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Voorzitter, dank. Ik heb nu iets minder haast dan zojuist. Ik zal de seconden die ik in mijn bijdrage van eerder vanochtend te veel heb gebruikt, compenseren.

Dit is inderdaad wel een moment om afspraken te maken over KPI's, de prestatie-indicatoren, die wij graag in de concessie willen terugzien. Tegelijkertijd is dat in dit stadium lastig. Dat merken we ook aan de respons van de staatssecretaris. Ik heb met de heer Van der Molen een motie op dat vlak. Ik laat het even aan hem om deze in te dienen.

Ik houd het bij deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de fiets als voor- en natransport een essentiële rol vervult in de aantrekkelijkheid van de trein;

constaterende dat het huidige programma van eisen voor de hoofdrailnetconcessie niet voorziet in afspraken over fietsenstallingen;

constaterende dat niet duidelijk is of en hoe de Stationsagenda hierin voorziet;

verzoekt de regering in het programma van eisen al dan niet tijdelijke afspraken te maken over de fietsenstallingen bij stations en hierbij zorg te dragen voor minstens gelijkblijvende dienstverlening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Ginneken.

Zij krijgt nr. 1033 (29984).

Dank, mevrouw Van Ginneken. Ik geef graag het woord aan de heer Alkaya namens de fractie van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Laat ik beginnen te zeggen dat ik als socialist, maar ook gewoon als Nederlander, uiterst teleurgesteld ben in de regering, omdat ze toch de voorkeur lijkt te hebben om een beperkte marktanalyse te doen. Dat waren althans de woorden van de staatssecretaris. Dat opent toch de deur om onderdelen van onze spoorwegen te verpatsen aan buitenlandse staatsbedrijven, in plaats van dat we onze eigen nationale spoorwegen behouden. Dat was niet wat we gisteren in het debat hebben besproken.

Laat ik mij richten tot mijn ambtsgenoten, mijn medevolksvertegenwoordigers. Ik verwacht van hen ook dat zij het historische belang van dit moment niet onderschatten. Als we nu zwichten voor de Europese Commissie en onderdelen van onze spoorwegen gaan verpatsen, dan is dat de norm. Niet alleen richting andere lidstaten, maar in de toekomst ook voor ons land. We kunnen het maar één keer goed doen en dat is nu. Daarom hoop ik dat de motie om geen marktanalyse te doen en te blijven vasthouden aan wat ons eigen parlement wil en wat de regering aanvankelijk van plan was, met grote meerderheid gesteund wordt.

Dat gezegd hebbende, heb ik nog een motie over dit onderdeel van het debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat iedere reiziger recht moet hebben op een gelijk niveau van comfort, voorzieningen en zitplaatskans;

verzoekt de regering om in het programma van eisen op te nemen dat de tweede klas in de trein op termijn moet worden afgeschaft en te borgen dat er bij de aanschaf van nieuw rijdend materieel geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen vervoersklassen;

verzoekt de regering hierbij het prijsniveau van tweedeklasreizen als uitgangspunt te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1034 (29984).

Dank, meneer Alkaya. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van der Molen namens de fractie van het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Waar collega's wat bescheidener waren dan in de eerste ronde, doe ik het gewoon nog een keer dunnetjes over met drie moties. Met uw welnemen.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Van der Molen (CDA):

Dank.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het dubbele overstaptarief veel reizigers een doorn in het oog is;

overwegende dat vanwege technische redenen het niet mogelijk is om het dubbele overstaptarief per 1 januari 2023 af te schaffen en het verlagen van dit tarief naar het symbolische bedrag van €0,01 een redelijk alternatief vormt;

verzoekt het kabinet in het programma van eisen voor de nieuwe hoofdrailnetconcessie op te nemen dat reizigers met ingang van de nieuwe concessie nergens meer een dubbel overstaptarief hoeven te betalen;

verzoekt het kabinet op korte termijn in gesprek te gaan met alle vervoersaanbieders teneinde het dubbele overstaptarief per 1 januari 2023 af te schaffen, dan wel €0,01 te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen, Minhas en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1035 (29984).

De heer Van der Molen (CDA):

En dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorgestelde prestatie-indicatoren kijken naar het landelijke gemiddelde;

overwegende dat reizigers in aanvulling daarop gebaat zijn bij een gegarandeerde basiskwaliteit per traject en dat ook overleg met ProRail hierover verstandig is;

verzoekt het kabinet in het programma van eisen voor de KPI's reizigerspunctualiteit, zitplaatskans en algemeen klantoordeel naast de landelijke KPI ook een bodemwaarde op te nemen die op elk traject afzonderlijk moet worden gehaald en deze prestaties per traject elk kwartaal te laten publiceren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen, Van der Graaf en Van Ginneken.

Zij krijgt nr. 1036 (29984).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de bestaande concessie de verantwoordelijkheden van de concessiehouder met betrekking tot fietsenstallingen zijn uitgewerkt, maar dit in het nieuwe programma van eisen ontbreekt;

overwegende dat uitwerking in uitsluitend beleidsstukken zoals de stationsagenda's onvoldoende juridische borging biedt;

verzoekt het kabinet voor ingang van de nieuwe concessie de verantwoordelijkheden van de concessiehouder ten aanzien van fietsparkeerplekken vast te leggen en juridisch te borgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Molen en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1037 (29984).

De heer Van der Molen (CDA):

Ik zag dat mevrouw Van Ginneken van D66 daar ook een motie over heeft ingediend. Voor de andere collega's is het misschien goed om te benadrukken dat de motie die ik samen met mevrouw Van der Graaf voorstel wel wat verdergaat. We leggen de voorwaarden die nu gelden ook weer in de nieuwe concessie vast. Dat geeft zekerheid voor iedereen die op de fiets naar de trein gaat en weer met de fiets terug naar huis moet.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank, meneer Van der Molen. Dan zijn we aangekomen bij de heer Madlener namens de fractie van de PVV.

De heer Madlener (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over de ambities.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de recent gepubliceerde halfjaarverantwoording van de NS is gebleken dat het bedrijf ondanks alle treinuitval en overvolle treinen nog steeds binnen de gestelde norm ten aanzien van reizigerspunctualiteit valt;

van mening dat het kabinet meer ambitie zou moeten tonen om de reizigerspunctualiteit fors te verbeteren en voor zichzelf meer mogelijkheden moet creëren om de NS hierover aan te spreken;

verzoekt de regering om in de nieuwe concessie de streefwaarde ten aanzien van reizigerspunctualiteit te wijzigen naar 96% op basis van drie minuten en de bodemwaarde hierop aan te laten sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 1038 (29984).

De heer Madlener (PVV):

De tweede motie gaat over de zeer irritante treinuitval.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NS keer op keer de dienstregeling aan het afschalen is vanwege onder andere personeelstekorten;

verzoekt de regering om bij de NS met klem te benadrukken dat nog verdere treinuitval niet langer geaccepteerd wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener.

Zij krijgt nr. 1039 (29984).

Dank, meneer Madlener. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Nog even een korte opmerking over het vorige debat, waarin de staatssecretaris zei: we zijn een en-enkabinet. Dat geldt natuurlijk voor een hele hoop dingen, maar niet voor geld uitgeven. Als je geld aan asfalt uitgeeft, kun je dat niet meer aan het spoor uitgeven. Dat wilde ik toch nog even melden, als zij de argumenten over het klimaat of andere zaken dan niet wil geloven. Het gaat ook over geld.

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ProRail heeft aangegeven dat het spoornetwerk al enige tijd tegen zijn grenzen aanloopt en voor corona de analyse was dat het spoor in 2025 al aan zijn maximumcapaciteit kon zitten;

constaterende dat de staatssecretaris in het PvE heeft opgenomen dat als NS knelpunten in de infrastructuur ervaart, zij eerst een oplossing moet zoeken in haar dienstregeling en logistiek model, vervolgens in de inzet van ander materieel en daarna pas (in samenspraak met ProRail) in de infrastructuur;

overwegende dat hiermee de problematiek in de infrastructuur bij NS als vervoerder wordt neergelegd;

overwegende dat het, met de blik op de toekomst, verstandig is om sneller over te gaan tot uitbreiding van het materieel en de infrastructuur;

verzoekt de regering om in het PvE op te nemen dat voor het oplossen van infrastructurele knelpunten oplossingen in de dienstregeling, het logistiek model, de inzet van materieel en de aanpassing van de infrastructuur als gelijkwaardige varianten worden beschouwd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan, Alkaya, De Hoop en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 1040 (29984).

De heer Van Raan (PvdD):

Nog één motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet inzet op nieuwe incheckmethoden inclusief een proef waarbij reizigers continu hun locatie moeten delen;

constaterende dat bij Mobility as a Service meer bedrijven toegang hebben tot reizigersgegevens;

constaterende dat de veelheid aan bedrijven en de alternatieve betaalmethode consequenties hebben voor de kwetsbaarheid en privacy van de reizigersgegevens;

verzoekt de regering in de concessie op te nemen dat ingezet moet worden op de hoogste privacybescherming en er periodieke pentesten worden uitgevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Alkaya.

Zij krijgt nr. 1041 (29984).

De heer Van Raan (PvdD):

Pentesten zijn penetratietesten waarbij je kijkt of je in het systeem kunt komen, ook wel "ethisch hacken" genoemd.

De voorzitter:

Dank, meneer Van Raan. Dan geef ik graag het woord aan de heer Minhas namens de fractie van de VVD.

De heer Minhas (VVD):

Voorzitter. We hebben zojuist, in het eerste deel van het tweeminutendebat over hetzelfde onderwerp, een motie gehad over een marktanalyse. Ik vind het écht belangrijk dat we die uitvoeren. Maar ik heb ook geluisterd naar de staatssecretaris en dus heb ik een nieuwe motie, in ruil voor de motie op stuk nr. 1021, die zojuist is ingediend. Daarvan lees ik alleen het verzoekpunt op, want dat is gewijzigd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om alsnog te bekijken hoe een marktanalyse zoals bedoeld door de Europese Commissie, recht doend aan de doelstellingen van de HRN-concessie en de aard van het Nederlandse netwerk, uitgevoerd kan worden en in samenspraak met ProRail, de NS en andere vervoerders in elk geval een plan B uit te werken waarvan een vorm van een marktanalyse deel uitmaakt en dit plan uiterlijk in Q2 van 2023 aan de Kamer aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Minhas.

Zij krijgt nr. 1042 (29984).

Aangezien de motie-Minhas (29984, nr. 1021) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Minhas (VVD):

Dan heb ik nog twee moties, voorzitter. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer pas in een laat stadium bekend werd met de bezwaren van de Europese Commissie, waarover de staatssecretaris in de komende tijd nog zal doorpraten;

verzoekt de regering om de Kamer op kwartaalbasis op de hoogte te houden van het verloop en de tussenuitkomsten van dat overleg,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Minhas, Van der Molen, Van Ginneken en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1043 (29984).

De heer Minhas (VVD):

Voorzitter, tot slot. Ik zou graag een onderzoek willen naar de decentralisatie van spoorlijnen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat eerdere decentralisaties en aanbesteding van regionale spoorlijnen hebben aangetoond dat deze grote kansen bieden voor verbetering van het regionaal vervoer;

constaterende dat die kansen nog onvoldoende zijn verkend en dat de voorgenomen HRN-concessie de ruimte laat voor verdere decentralisaties;

verzoekt de regering om in samenspraak met regionale vervoerders en overheden versneld en grondig onderzoek te doen naar de kansen en risico's van decentralisatie en of aanbesteding van regionale spoorlijnen en de bijbehorende financiële en overige kaders, waarbij gericht gezocht wordt naar de mogelijkheden om die lijnen eerder dan in 2035 te decentraliseren en dit onderzoek in Q2 van 2023 aan de Kamer aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Minhas en Van der Molen.

Zij krijgt nr. 1044 (29984).

Dank, meneer Minhas, voor uw bijdrage. Dan de heer De Hoop namens de fractie van de PvdA.

De heer De Hoop (PvdA):

Dank, voorzitter. De eerste motie gaat over de verbetering van de dienstregeling buiten de Randstad.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het PBL in zijn rapport "Toegang voor iedereen?" onversneden concludeert dat sleutelvoorzieningen buiten de Randstad met het ov slecht of niet te bereiken zijn;

constaterende dat er in het huidige PvE ruimte wordt geboden om de dienstregeling buiten de Randstad verder te verschralen;

verzoekt het kabinet in de gesprekken met de potentiële concessiehouder af te dwingen dat de dienstregeling voor stations buiten de Randstad verbetert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1045 (29984).

De heer De Hoop (PvdA):

Dan wat betreft goedkopere kaartjes voor lage inkomens.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er mogelijk tariefverhogingen komen voor de spitsuren om verspreiding over de dag te bevorderen;

constaterende dat de drempel voor mensen met lage inkomens al erg hoog is om de trein te nemen en veel mensen geen keuze hebben hoe laat ze beginnen met hun werk;

verzoek het kabinet in de gesprekken met de concessiehouder bij tariefverhoging voor de spits een vrijstelling af te dwingen voor mensen met een laag inkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Bouchallikh en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1046 (29984).

De heer De Hoop (PvdA):

Dan wat betreft KPI's op regionaal niveau.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de concessiehouder op dit moment alleen op gemiddelden van KPI's wordt beoordeeld;

constaterende dat regionale verschillen hierdoor mogelijk niet opgemerkt worden;

verzoekt het kabinet bij het beoordelen van de KPI's niet alleen naar gemiddelden te kijken, maar ook op stationsniveau,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Van Raan en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1047 (29984).

De heer De Hoop (PvdA):

Dan de motie over het noodnummer 1318 1318.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het nummer 1318 1318 de sociale veiligheid in het ov aanzienlijk heeft verbeterd;

constaterende dat ook regionale vervoerders hiervan gebruik zouden willen maken;

verzoekt het kabinet in de gesprekken met de potentiële concessiehouder erop aan te dringen om het noodnummer 1318 1318 ook voor de reizigers van regionale concessies beschikbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Van Raan en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1048 (29984).

De heer De Hoop (PvdA):

Voorzitter. Ik zou net als de heer Alkaya aan de Kamer de oproep willen doen om voor die motie te stemmen om geen marktanalyse te doen. Van links tot rechts is gisteren gezegd dat het openbaar vervoer een basisvoorziening, een basisrecht, is. In dit tijdsgewricht, waarin we allemaal zien wat de liberalisering met onze samenleving doet, zou het een gigantische fout zijn om het openbaar vervoer aan de grillen van de markt over te laten. Doe dit dus niet. Ik kijk ook naar D66, de ChristenUnie en het CDA: maak deze historische fout niet.

De voorzitter:

Dank. Er is een interruptie van de heer Minhas op de indiening van de moties.

De heer Minhas (VVD):

Mijn vraag aan de heer De Hoop is als volgt. Hij komt uit Friesland. Hij ziet dat een decentralisatie tussen Leeuwarden en Groningen veel betere resultaten heeft opgeleverd. Als uit zo'n marktanalyse zou blijken dat op andere plekken in het land, aan de randen van het netwerk, een decentralisatie een beter reisproduct voor de reiziger kan opleveren, zou de heer De Hoop daar dan tegen zijn?

De heer De Hoop (PvdA):

Dat hangt ook van de voorwaarden af. We hebben bij de concessies bij Arriva gezien dat er natuurlijk ook provinciaal geld bij komt. We hebben gezien dat ondanks dat er best een kwalitatief product is, rendabelheid natuurlijk wel echt meer een afweging is bij commerciële bedrijven dan bij de NS. Ik zie dat echt als een groot probleem. Als ik om me heen kijk, zie ik hoeveel buslijnen er verdwijnen en hoeveel minder treinen er rijden in de regio. We hebben het rapport van het PBL gezien. We moeten dit echt niet doen. De VVD wil het misschien nog verder decentraliseren. Dat lijkt me gewoon ontzettend dom. Dat lijkt me echt onverstandig, juist voor de mensen die het ov keihard nodig hebben.

De voorzitter:

Dank, meneer De Hoop. Nee, meneer Minhas, u zult de argumenten op een ander moment moeten uitwisselen, en anders had u dat gisteren kunnen doen. Ik stel voor dat ik naar de achtste spreker ga: mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb nog vier korte moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in NOVB-verband voor de start van de concessie afspraken te maken om voor alle spoorconcessies de geld-terug-bij-vertragingsregeling ook te laten gelden bij overstappen tussen verschillende spoorvervoerders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf, Van der Molen en Van Ginneken.

Zij krijgt nr. 1049 (29984).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat NS voor ritten tot 10 kilometer hetzelfde tarief vraagt en hierdoor korte treinritten en abonnementen voor korte afstanden duur zijn en deze tarieven niet goed aansluiten bij de tarieven in het overige openbaar vervoer;

verzoekt de regering NS te verplichten aan te sluiten bij het minimumtarief zoals is opgenomen in het landelijke tarievenkader van de decentrale concessieverleners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1050 (29984).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een spitstoeslag van 10% slecht is voor de concurrentiepositie van de trein ten opzichte van de auto;

verzoekt de regering de mogelijkheid van een spitstoeslag in het programma van eisen niet op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1051 (29984).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in het NOVB afspraken te maken over gratis reizen voor kinderen (Kids Vrij) en dit vervolgens te borgen in het programma van eisen, en NS te verplichten trajectabonnementen aan scholieren aan te bieden tegen gereduceerd tarief,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf en Van der Molen.

Zij krijgt nr. 1052 (29984).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik zou graag nog willen zeggen dat in deze moties hetzelfde dilemma zit als in sommige moties die we net in het eerste debat met elkaar bespraken. Ik wil kijken naar ruimte voor de staatssecretaris om in de onderhandelingen zaken in te brengen, maar er zijn wel duidelijke wensen die vanuit de Kamer leven om te realiseren. Over de motie over het minimumtarief die ik heb ingediend, zou ik nog willen zeggen dat daarin een link zit met de moties in het vorige debat over het dubbele opstaptarief en het afschaffen daarvan. Dit hangt met elkaar samen. Wij willen voorkomen dat de heenreis een afwijkende prijs gaat krijgen van de terugreis. Met een minimumtarief voor alle reizen zou je dat kunnen voorkomen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Van der Graaf. Dan is het woord aan de laatste spreker: mevrouw Bouchallikh namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nederlandse openbaar vervoer zo aantrekkelijk mogelijk moet zijn en dat de werkelijke reistijd voor reizigers een van de belangrijkste redenen is om wel of niet te kiezen voor het openbaar vervoer;

constaterende dat in het programma van eisen de ambitie is opgenomen dat reizigers zo optimaal en drempelloos mogelijk van deur tot deur kunnen reizen;

constaterende dat de helft van de treinreizigers met de fiets naar het station komt, maar dat fietsparkeren bij stations op dit moment nog nergens geborgd is;

verzoekt de regering om de exploitatie van stationsfietsenstallingen alsnog op te nemen in het programma van eisen voor het hoofdrailnet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Van Raan en Alkaya.

Zij krijgt nr. 1053 (29984).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het spoornetwerk volgens ProRail al enige tijd tegen zijn grenzen aanloopt, onder andere doordat de bodem en infrastructuur niet overal stevig genoeg zijn om zwaarder materieel met een hogere snelheid en frequentie te kunnen laten rijden;

overwegende dat er rond 2030 ten minste 30% meer reizigers worden verwacht en er daarom moet worden ingezet op groei;

constaterende dat investeringen in infrastructuur in het conceptprogramma van eisen pas als laatste optie worden meegenomen wanneer er knelpunten zijn in de dienstregeling;

verzoekt de regering om in het programma van eisen op te nemen dat infrastructurele investeringen even zwaar worden meegewogen als aanpassingen aan de dienstregeling, logistiek model en de inzet van ander materieel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh en Alkaya.

Zij krijgt nr. 1054 (29984).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Voorzitter. Deze motie lijkt heel erg op de eerder ingediende motie van collega Van Raan, dus we gaan zo even kijken of we ze kunnen samenvoegen. Ik wilde deze motie echter toch even ter appreciatie voorleggen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Bouchallikh. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. De staatssecretaris heeft aangegeven ongeveer vijftien minuten nodig te hebben, dus ik schors de vergadering tot 11.53 uur.

De vergadering wordt van 11.38 uur tot 11.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessies: reizigers, toegankelijkheid en decentralisatie. Het is het vervolg op het commissiedebat van 1 november, van gisterenavond. Mag het iets stiller op de publieke tribune en ook in de zaal? Het is mooi om te zien dat er zo veel mensen interesse tonen in dit debat, alhoewel ik vermoed dat ze met name geïnteresseerd zijn in het volgende debat, dat alles met pensioenen te maken heeft. Ook dat gaan we straks doen, maar ik geef eerst het woord aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om de ingediende moties te appreciëren.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik wil nog heel even terugkomen op het vorige punt dat we hadden. Er was een motie van mevrouw Van Ginneken en de heer Minhas, de motie op stuk nr. 1008. In die motie werd gevraagd om een onderzoek en bij nader inzien kan ik die motie alsnog oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Een ogenblik. Dat was de motie van mevrouw Van Ginneken in het vorige debat.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, en van de heer Minhas.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1033 kan ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1033 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1034 wil ik ontraden. Daar is geen dekking voor voorzien.

De motie op stuk nr. 1035 ontraad ik. Het kost geld en ik wil daar eerst meer inzicht in. Het ligt ook niet alleen bij NS. Ik wil eerst inzicht krijgen in dat tarievenonderzoek en daar zal ik nader over in gesprek treden met de partnerorganisaties.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1035 is ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1036 …

De voorzitter:

Een ogenblik. Meneer Van der Molen heeft een vraag, echt heel kort alstublieft.

De heer Van der Molen (CDA):

Deze motie sluit het krijgen van verder inzicht niet uit. Het geeft u een richting. Dat u er nog meer inzicht voor nodig heeft om het uit te kunnen voeren, is te billijken. Waarom heeft u de motie dan toch ontraden?

Staatssecretaris Heijnen:

Omdat het in de eerste plaats geld kost en in de tweede plaats niet alleen bij NS ligt. Je hebt daar ook de andere vervoerders voor nodig. We hebben dat gisteren ook besproken. Vandaar dat ik de motie, zoals die nu is geformuleerd, wil ontraden. Maar ik zal zeker het gesprek aangaan om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat je de overstapkosten voor mensen zo beperkt mogelijk houdt. Dat kan ik de heer Van der Molen wel toezeggen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 1036. Ik kan die oordeel Kamer geven als ik de motie zo mag interpreteren dat ik over informatie moet kunnen beschikken om de prestaties op lijnniveau in te zien. Ik deel dat doel ook. Het datamanagementsysteem kan daarvoor een geëigend instrument zijn. Dit datamanagementsysteem bevat actuele informatie over prestaties. Ik wil de concessiehouder wel de ruimte bieden om de landelijke optimalisatie te blijven uitvoeren en daarvoor is het niet wenselijk om KPI-sturing op lijnniveau te gebruiken. Die KPI-sturing wil ik wel ontraden.

De voorzitter:

Meneer Van der Molen, met die interpretatie krijgt de motie oordeel Kamer.

De heer Van der Molen (CDA):

Ik ben het niet eens met de interpretatie omdat dit nou juist beoogt een bodemwaarde op te nemen, zodat er voor elke lijn, voor elk traject, helderheid is welke kwaliteit de reizigers mogen verwachten. Ik ben dus heel blij met oordeel Kamer — houden zo, zou ik zeggen — maar niet met de interpretatie van de staatssecretaris, want dan gaat er in de praktijk voor de reiziger heel weinig veranderen.

De voorzitter:

De vraag is wat dit voor de appreciatie betekent.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat betekent dat ik de appreciatie moet wijzigen naar ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1036 is ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1037 wil ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1037 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 1038. Ik wil vragen om die motie aan te houden omdat ik daarover ook in onderhandeling ga met NS.

De voorzitter:

Meneer Madlener, wilt u de motie aanhouden? De staatssecretaris wil graag in onderhandeling. Het gaat om de motie op stuk nr. 1038.

De heer Madlener (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Madlener stel ik voor zijn motie (29984, nr. 1038) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Heijnen:

Fijn.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1039.

Staatssecretaris Heijnen:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 1039, van de heer Madlener, laat ik aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1039: oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 1040. Deze wil ik ontraden. Uiteraard wil ik blijven investeren in infra, maar de capaciteit is erg beperkt. Daarom verlang ik dat NS eerst kijkt naar de dienstregeling. Maar de optie om infra-investeringen te doen, blijft uiteraard.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1040: ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1041 wil ik ontraden omdat de privacy is geborgd doordat NS en andere vervoerders al moeten voldoen aan de AVG.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1041: ontraden. Meneer Van Raan heeft over deze motie nog een korte vraag voor u.

De heer Van Raan (PvdD):

Ja, een korte vraag. Ze moeten voldoen aan de hoogste privacystandaarden die op papier staan. Dat is prima. Ik bedoel: dat moet sowieso bij de wet. Maar deze motie vraagt nog iets extra's, namelijk om actief bijvoorbeeld ethische hackers uit te nodigen om te kijken of de systemen wel voldoen.

Staatssecretaris Heijnen:

Zoals gezegd is de borging in feite gedaan door de AVG. Als het gaat om wat de NS dan allemaal moet doen om vervolgens te komen tot een goede beoordeling, kan dat misschien wel met de testen zoals de heer Van Raan die voorstelt. Maar die ruimte laat ik aan NS zelf.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 1041 is ontraden. Gaat u verder.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1042: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1042: oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat wil wel het volgende zeggen. Het is natuurlijk een heel klein beetje een vreemde constructie. We hebben het daar net ook al over gehad. Maar de formulering geeft me wel ruimte ten aanzien van het doen van een beknopte marktanalyse. We bewandelen op dit moment nog steeds twee sporen. Daarom laat ik het oordeel uiteindelijk aan de Kamer. Ik wil wel zeggen dat ik nog steeds met de Commissie in gesprek ben. Ik heb ook aangegeven dat ik de uitkomst van dit debat wil afwachten en die met de Eurocommissaris wil bespreken. Met die kanttekening kan ik deze motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1042: oordeel Kamer. Dat is waarschijnlijk niet waarom de heer Van Raan een vraag heeft.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat klopt. Het is even een tussentijds verhuisbericht. De naam van mevrouw Bouchallikh komt onder de motie op stuk nr. 1040 te staan.

De voorzitter:

Dan mevrouw Bouchallikh.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Voorzitter. Zoals bij het indienen aangekondigd, trek ik vanwege dit verhuisbericht mijn motie op stuk nr. 1054 in.

De voorzitter:

Hartstikke goed. Dank.

Aangezien de motie-Bouchallikh/Alkaya (29984, nr. 1054) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Gaat u verder. We zijn bij de motie op stuk nr. 1043.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1043. De heer Minhas vraagt mij om de Kamer op kwartaalbasis op de hoogte te houden van de vorderingen van de gesprekken met de Europese Commissie. Als het vaker moet, dan ga ik het vaker doen. Ik snap dat de Kamer actief op de hoogte wil worden gehouden. Volgens mij is dat ook de toon geweest van het debat gisteren. Daar hebben we in alle openheid met elkaar van gedachten gewisseld. Ik zeg dus sowieso toe om de Kamer op de hoogte te houden. Met die kanttekening zou ik de motie eigenlijk willen ontraden, omdat ik haar overbodig vind.

De voorzitter:

Tenzij u zegt dat het ondersteuning beleid is, want u doet het al.

Staatssecretaris Heijnen:

Het is ondersteuning beleid. Maar ik heb begrepen dat je die hier dan moet ontraden. Wat mij betreft mag de motie in stemming worden gebracht, maar ik ga het toch doen.

De voorzitter:

Als u de motie interpreteert als actief informeren, waarbij dat kwartaal maar een interpretatie is, dan kunt u de motie overnemen.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat is waar.

De voorzitter:

De motie-Minhas c.s. (29984, nr. 1043) is overgenomen.

Deze motie wordt overgenomen met de interpretatie dat het actief informeren wordt in plaats van specifiek per kwartaal informeren. De heer Minhas is het ermee eens.

Staatssecretaris Heijnen:

We zijn eruit. Het ei is gelegd.

De motie op stuk nr. 1044: oordeel Kamer. Ik streef ook naar goed onderzoek. Ik heb daar wel minimaal een jaar voor nodig. Het is mijn wens om decentrale overheden en de sector er heel goed bij te betrekken. Dat gaat niet samen met de strakke deadline die door de heer Minhas en de heer Van der Molen wordt gesteld. Als ik iets meer tijd mag hebben, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik zie dat die interpretatie oké en akkoord is, dus de motie op stuk nr. 1044 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik wil vragen om de motie op stuk nr. 1045 aan te houden. Ik zal dat meenemen in de onderhandelingen met NS.

De voorzitter:

Dan wil ik daar graag antwoord op. Meneer De Hoop, wilt u de motie aanhouden? Dat is het verzoek van de staatssecretaris.

De heer De Hoop (PvdA):

Dit is eigenlijk hetzelfde argument dat de ChristenUnie net ook had. We zijn hier om te sturen. Ik zou dat ook graag vanuit de Kamer doen. Ik kies er dan voor om de motie niet aan te houden. Ik weet dat het de staatssecretaris na aan het hart gaat, dus ik denk dat ze het sowieso wel zal meenemen. Daarvoor hoef ik de motie niet aan te houden. Ik wil graag een oordeel van de Kamer. Ik ga de motie dus gewoon indienen.

De voorzitter:

Dan is het oordeel van de staatssecretaris ontraden?

Staatssecretaris Heijnen:

Als ik consequent ben, zeg ik nu dus ook dat ik de motie ontraad, omdat ik nog aan het onderhandelen ben met NS over de precieze voorwaarden. Maar de heer De Hoop weet dat ik een warm hart heb voor goed regionaal openbaar vervoer, dus wat dat betreft verstaan we elkaar volgens mij prima.

De voorzitter:

Met die kanttekening wordt de motie op stuk nr. 1045 ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik ontraad de motie op stuk nr. 1046, omdat er een gebrek is aan dekking.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1046 wordt ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1047: ontraden. Mijn inzet is er al op gericht om een minimumniveau te borgen. Ik vraag ook om informatie die meer op detailniveau is dan nu. Het gaat nu bijvoorbeeld op treinserieniveau in plaats van stationsniveau, maar ik wil de focus in de KPI-set wel behouden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1047 wordt ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1048 wil ik ontraden, omdat het noodnummer dat vervoerders gebruiken niet tot de scope van de concessie behoort. Dat neemt niet weg dat het een goed idee is. Ik ben wel bereid om dit in te brengen in het overleg dat we hebben in het kader van sociale veiligheid.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1048 wordt ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1049 wil ik oordeel Kamer geven, maar wel met een aantal voorbehouden. Ik heb andere vervoerders en concessieverleners daarbij nodig. Ik kan dat niet eenzijdig besluiten. Als ik de motie mag interpreteren als een wens van de Kamer om daarover in NOVB-verband het gesprek te gaan voeren, dan ben ik bereid om daarmee aan de slag te gaan.

De voorzitter:

Een ogenblik. Dan kijk ik even naar mevrouw Van der Graaf, maar die zie ik zo snel niet. Zij is vertrokken. Meneer Van der Molen kan nog het best inschatten of deze interpretatie kan.

De heer Van der Molen (CDA):

Dat zal ik nog even met mevrouw Van der Graaf achteraf afstemmen, maar ik kan zelf leven met de interpretatie van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Helder. Dan doen we het zo. De motie op stuk nr. 1049 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1050 wil ik ontraden, omdat NS daar geen partij in is. NS bouwt zelf de eigen tariefstructuur. Dat kost geld. Daar is ook geen dekking voor.

De voorzitter:

Ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1051 ontraad ik, omdat de toeslag nodig is. Er is zeer beperkte capaciteit op het net en er is geen dekking om die af te schaffen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1051 wordt ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1052 wil ik ontraden, omdat het Kids Vrij-abonnement ook geldig is bij andere spoorvervoerders. Dat geeft ook korting op bijvoorbeeld bus, tram en metro. Daarom kan ik niet eenzijdig een bepaalde eis opleggen ten aanzien van die specifieke kaartsoort.

De voorzitter:

Helder.

Staatssecretaris Heijnen:

De 21ste motie, die op stuk nr. 1053, wil ik graag oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1053: oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 1054 wil ik ontraden. Ik blijf investeren in infra, maar de ruimte is beperkt.

De voorzitter:

Eén ogenblik. Een van de twee is ingetrokken. Is deze ingetrokken? Ja, deze is ingetrokken, omdat mevrouw Bouchallikh meegetekend heeft met een soortgelijke motie van de heer Van Raan. Die is dus wat dat betreft niet meer aanwezig.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan ben ik erdoorheen, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, dan bent u erdoorheen, en zijn wij er eigenlijk ook doorheen wat betreft het tweeminutendebat Hoofdrailnetconcessie: reizigers, toegankelijkheid en decentralisatie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande dinsdag gestemd. Ik dank de Kamerleden, de mensen die het debat hebben gevolgd, en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat.

Ik schors de vergadering tot 12.10 uur, en dan gaan we starten met het debat over de pensioenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven