Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 93, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 93, item 4 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 13 juni 2022 (CD 8/6).
De voorzitter:
Aan de orde is thans het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad. Het commissiedebat vond plaats op 8 juni jongstleden. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; laten we het even volmondig doen. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Eppink van de fractie van JA21. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.
De heer Eppink (JA21):
Voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de stikstofcrisis Nederland op slot zet;
constaterende dat deze kwestie maatschappelijke spanning voortbrengt en tot een maatschappelijke explosie kan leiden;
verzoekt de regering de huidige Wet natuurbescherming in die mate aan te passen dat de normen haalbaar zijn, het tijdpad realiseerbaar is en bodemmetingen prioritair zijn in het stikstofbeleid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Wet natuurbescherming onhaalbaar is, vanwege de te strikte doeleinden en een te kort tijdpad;
overwegende dat het stikstofbeleid in grote mate wordt bepaald door theoretische rekenmodellen in plaats van feitelijke bodemmetingen;
verzoekt de regering een reparatiewet te introduceren om zo snel als mogelijk Nederland van het stikstofslot te halen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eppink (JA21):
Dank u.
De voorzitter:
Dank u. Er is een vraag van de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Ik zou de heer Eppink willen vragen: heeft zijn fractie lessen getrokken uit hetgeen is gebeurd met het Programma Aanpak Stikstof, oftewel PAS? Heeft zijn fractie daar lessen uit getrokken?
De heer Eppink (JA21):
Ik zal u zeggen dat we het hier hebben over een wet. Bij deze wet is het heel eenvoudig, want de normen zijn te strikt. Om de situatie te verbeteren, moeten die normen ruimer worden en daarvoor is een reparatiewet nodig. Als u vraagt welke lessen ik heb getrokken, dan zeg ik dat de les een reparatiewet is. Ook een heel deel van uw achterban vindt dat.
De voorzitter:
Heel goed. We gaan door naar de tweede spreker en dat is de heer Van Campen. Hij kan aan het woord komen op deze plaats. De heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Voorzitter. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar dit had voorkomen kunnen worden als u mijn tweede interruptie had toegestaan.
De voorzitter:
Ja, ja, ja, ja, ja.
De heer Van Campen (VVD):
Dan doe ik het via deze weg. Ik heb twee minuten, wow.
Voorzitter, dank u wel. Ik heb zojuist geluisterd naar de moties van de heer Eppink. Mij moet van het hart dat als we met deze twee moties dit land van het stikstofslot zouden kunnen halen, ik heel graag mijn handtekening daaronder gezet had. Maar met elkaar hier weten we dat de Raad van State een streep heeft gezet door het PAS en dat dat al drie jaar lang dit land op slot zet. Dat geeft onzekerheid voor heel veel boeren. Denk vooral aan die 3.600 PAS-melders. Dat zijn mensen die op dit moment buiten hun schuld om zonder vergunning zitten. Ik vind dat wij in dit huis een verantwoordelijkheid hebben om deze ondernemers daarbij te helpen. Dat zijn de stappen die deze coalitie met deze regering zet.
Ik heb afgelopen weekend een congres gehad met mijn partij, waar ik heel goed heb geluisterd naar zorgen en ideeën die ook in mijn eigen achterban leven. U kunt ervan op aan dat ik daarover in het stikstofdebat van aanstaande donderdag stevig de discussie zal voeren met het kabinet. Maar hier de indruk wekken dat wij het met eenvoudige wet- en regelgeving gaan oplossen, is strooien van zand in de ogen van mensen. Wij hebben dat namelijk geprobeerd. Uit het amendement van 2009 vloeide het PAS voort. Dat was een programma waarin we hadden beloofd dat we weliswaar vergunningen mochten uitgeven voor economische ontwikkeling, maar ook moesten zorgen dat de natuur in een goede staat van instandhouding verkeert. Dat is niet gebeurd. Ik vind dat we in dit huis het eerlijke debat moeten voeren, om geen valse hoop te wekken. Mensen moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid. U kunt erop rekenen dat de VVD-fractie alle voorstellen en initiatieven zal doen om daaraan tegemoet te komen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is de volgende spreker mevrouw Van der Plas van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Ik begin met een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er verschillende steunmaatregelen zijn die voor de visserij beschikbaar zijn gesteld vanuit de Europese Commissie, zoals de BAR-gelden en de de-minimisregeling;
overwegende dat de visserijsector nu financiële steun nodig heeft;
verzoekt de regering om de visserijsector op de kortst mogelijke termijn maximaal te ondersteunen met een of meerdere van deze steunmaatregelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter. Dan wil ik kort wat zeggen over de hangende pop boven de A1 gisteren. Ik begrijp alle emoties bij boeren en met de pop wilden ze symboliseren dat er slachtoffers vallen in de agrarische sector, zelfs leidend tot zelfdodingen. De agrarische sector zit in de top tien van sectoren met het hoogste aantal zelfdodingen. Dat is verschrikkelijk. Hoewel de emoties hoog oplopen, zou ik de boeren met klem willen oproepen dit soort uitingen niet meer te doen. Er zijn vele mensen in Nederland die iemand in hun familie of vriendenkring hebben verloren aan zelfdoding. Een aantal van hen heeft een dierbare gevonden, hangend aan een touw. Deze mensen zijn ernstig getraumatiseerd en kampen nu nog met posttraumatische stress. Geconfronteerd met de beelden van dit protest, zien zij ook hun dierbare weer hangen. Dat wens je niemand toe. Natuurlijk mag je je in Nederland uiten op de manier zoals je wilt; we leven in een vrij land. Maar tegen de mensen die deze pop gisteren ophingen of mensen die overwegen dit ook te doen, wil ik zeggen: niet alles wat mag, hoef je te doen. Vraag je af: moet dit? Ik hoop dat deze mensen mijn oproep ter harte willen nemen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Thijssen van de Partij van de Arbeid.
De heer Thijssen (PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb twee prachtige moties. De eerste gaat over de voedselcrisis die eraan komt. Kunnen we stappen zetten om als Nederland een bijdrage te leveren om die te dempen?
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de druk op de mondiale voedselvoorziening toeneemt, dat er wereldwijd meer dan 800 miljoen mensen honger lijden en dit aantal elke dag oploopt;
overwegende dat voedselonzekerheid zorgt voor regionale instabiliteit en boven alles voorkomen moet worden dat mensen honger lijden;
overwegende dat Nederland met onze havens en de overslag, met onze kennis van voedselproductie, met onze eigen landbouwproductie, vraag naar voedsel- en voedergewassen, en biobrandstofproductie een grote rol heeft in de mondiale voedselvoorziening;
verzoekt de regering om dit jaar nog een stappenplan op te stellen om bij te dragen aan de verbetering van de mondiale voedselzekerheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Thijssen (PvdA):
En nog een tweede motie, over het rapport van de Europese Rekenkamer. Die zei dat heel veel uitgaven die groen waren gelabeld, toch niet doelmatig waren. We gaan kijken of we daar wat aan kunnen doen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Rekenkamer heeft gerapporteerd dat de klimaatuitgaven tussen 2014 en 2020 niet altijd relevant en/of doelmatig waren voor de klimaataanpak en te optimistisch zijn gerapporteerd door de Europese Commissie;
overwegende dat ook in ons land de klimaatdoelen voor het afgelopen jaar niet gehaald zijn;
verzoekt de regering zich in te spannen en erop te sturen dat het geld uit de relevante fondsen alleen wordt uitbesteed aan werkelijke effectieve maatregelen die doelgericht bijdragen aan de in de EU gestelde klimaat- en energiedoelen, zoals aanbevolen door het Europese Rekenkamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Heel goed. Dan de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is crisis in veel sectoren door de extreem gestegen energieprijzen, maar zeker in de visserijsector. Op dit moment liggen al ruim 60 kotters aan de kant en wekelijks komen er daar 4 of 5 bij. De vissers willen verduurzamen en innoveren, maar ze moeten daar wel de kans toe krijgen. De kans is heel groot dat ze kopje-onder gaan, terwijl andere landen zoals Frankrijk al wel zijn overgegaan tot steun en onze vissers er dus uit varen.
Voorzitter. We hebben daar een goed debat over gehad. De minister is daarmee aan de slag. Maar ik wil graag dat wij als Kamer daar een extra zetje bij geven, zodat we niet onnodig tijd verliezen. Daarom de volgende motie met zicht op dekking.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de situatie in de visserijsector nijpend is, dat het aantal kotters dat noodgedwongen aan de kant ligt wekelijks toeneemt en onderwijl andere EU-lidstaten tot het verstrekken van extra ondersteuning zijn overgegaan, waardoor er geen sprake meer is van een level playing field;
overwegende dat Europees sanerings- en innovatiegeld voorzien is, maar dat Brusselse goedkeuring van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) nog op zich laat wachten;
overwegende dat innovatie naar een duurzame visserij noodzakelijk is, maar dat voor behoud van een levensvatbare visserijsector overbruggingssteun essentieel is totdat sanerings- en innovatiegeld beschikbaar is;
verzoekt de regering om op de kortst mogelijke termijn een overbruggingsregeling uit te werken voor tijdelijke steun aan de sector, in het bijzonder de kottervissers, totdat de BAR- en innovatiegelden beschikbaar zijn, en dit te dekken uit de LNV-begroting en/of EMFAF,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik weet dat andere collega's, zeker collega Van der Plas, zich de afgelopen tijd hiervoor hebben ingezet. Achter de schermen zijn wij natuurlijk ook bezig geweest. Maar dit is wel echt het moment, na vorige week, om ook als Kamer hier een extra uitspraak over te doen. Vandaan deze motie met zicht op dekking.
De voorzitter:
Maar u bent de enige ondertekenaar, hè?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja.
De voorzitter:
Heel goed. Dan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.
De heer Wassenberg (PvdD):
Voorzitter. Een groot deel van de zeeën en oceanen is overbevist. Om onze aarde leefbaar te houden en onze ecosystemen gezond te houden, telt echt elke vis. Het minste dat je dan nodig hebt, is dat je betrouwbare vangstrapportages hebt. Die vangstrapportages moeten gewoon kloppen. Illegale en ongerapporteerde visvangst moeten we tegengaan, maar dat gaat niet als Brussel regels invoert die ertoe leiden dat er op papier veel minder gevist gaat worden dan in werkelijkheid het geval is.
Van de onderhandelaren in Brussel horen we dat de Raad op het punt staat om het onderhandelingsmandaat aan te passen op het punt van tolerantiemarges. We horen ook dat de Raad van plan is om het onderscheid tussen verschillende vissoorten min of meer op te heffen door soorten met een morfologische gelijkenis, zeg maar soorten die op elkaar lijken, allemaal bij elkaar te vegen. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Europese vissers wettelijk verplicht zijn om te rapporteren hoeveel vis zij vangen, waarbij een maximaal toegestane foutmarge van 10% per soort geldt;
overwegende dat in Brussel voorstellen worden besproken om hogere foutmarges tot 25% toe te staan en in de rapportage geen onderscheid meer te maken tussen soorten die uiterlijk op elkaar lijken (met een morfologische gelijkenis);
constaterende dat, indien deze voorstellen worden aangenomen, dit leidt tot meer onderrapportage en verkeerde rapportage, waardoor overbevissing wordt gestimuleerd;
overwegende dat vispopulaties die nu al onder grote druk staan, zoals de geelvintonijn in de Indische Oceaan, nog meer in gevaar worden gebracht door verhoging van de foutmarge en vertroebeling van de rapportage;
verzoekt de regering om zich in te spannen om de bestaande maximaal toegestane foutmarges niet te verhogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is de laatste spreker van de zijde van de Kamer de heer Bisschop van de fractie van de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u zeer. Ik heb één motie. Er zijn inmiddels een aantal moties ingediend waar ik sympathiek tegenover sta. Maar ervan uitgaande dat die zouden worden ingediend, kom ik daar niet nog een keer met een motie over. De motie betreft een, naar het lijkt, kleine sector: de telers van vezelgewassen. Ik heb het aan de orde gesteld tijdens de inbreng. De minister heeft daarop gereageerd. Alleen zou ik de in het vooruitzicht gestelde informatie en besluiten wat meer richting willen geven. Ik verzoek de minister deze motie dan ook als een soort ondersteuning van beleid te zien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de teelt van vezelgewassen als vlas en hennep bij de vergroeningsregeling kon rekenen op een toeslag van €150 per hectare, maar dat onder de nieuwe ecoregeling als rustgewas een financiële stimulans van €50 per hectare overblijft;
overwegende dat vezelgewassen niet alleen een rustgewas zijn, maar ook een wezenlijke bijdrage leveren aan de vastlegging van CO2 en de verduurzaming van bouwmaterialen;
overwegende dat vezelgewassen relatief weinig gewasbeschermingsmiddelen en bemesting nodig hebben;
verzoekt de regering de vlas- en hennepteelt in de ecoregeling anders te waarderen dan gewone rustgewassen en ervoor te zorgen dat deze vezelteelten ten minste op evenveel of zelfs meer ondersteuning kunnen rekenen als bij de vergroeningsregeling,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Dan wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om publiekelijk mijn excuses te maken, ook in de richting van de bewindspersoon. Ik word om 10.30 uur in een andere bijeenkomst verwacht, dus ik kan helaas niet aanwezig zijn bij de beantwoording. Maar u kunt ervan verzekerd zijn dat de beantwoording via de digitale systemen ademloos gevolgd zal worden.
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dat houdt ons op de been. Als u daar om 10.30 uur moet zijn, dan moet u opschieten. Kan de minister meteen de moties becommentariëren? Het zijn er acht. Ik schors vijf minuten.
De vergadering wordt van 10.30 uur tot 10.35 uur geschorst.
De voorzitter:
De minister is nog sneller gekomen dan ik hem gevraagd had. Hij mag de rest van de dag met rood schrijven. Om 10.40 uur begint het volgende debat. Ik neem aan dat we dan lang en breed klaar zijn. Het woord is aan de minister.
Minister Staghouwer:
Voorzitter, dank u wel. De moties op de stukken nrs. 1439 en 1440 zijn van de heer Eppink. Ik begrijp natuurlijk uw wens om met ons in discussie te gaan over de stikstofzaken. Dat debat vindt volgende week donderdag plaats. Dan is er ruimte om samen met mijn collega mevrouw Van der Wal uitgebreid te discussiëren. Ik begreep dat er gereserveerd is van 's morgens 10.00 uur tot 's middags 17.00 uur. Dan gaan we uiteraard in op alle vragen die u heeft. Ik begreep dat er inmiddels ook al ruim 250 schriftelijke vragen zijn gesteld. Wij doen er alles aan om uw Kamer van informatie te voorzien.
Dan de motie op stuk nr. 1441.
De voorzitter:
Ik wil wel een appreciatie hebben van de moties.
Minister Staghouwer:
Ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Staghouwer:
De BoerBurgerBeweging had een motie over de compensatie van de visserijsector. Natuurlijk is de visserijsector hard getroffen. De transitie is nodig. Ik kom voor het debat van 6 juli met een brief. Ik heb vorige week in een debat met uw Kamer gezegd dat ik bezig ben om de opties ter overbrugging te verkennen. De lijn van het kabinet is om op dit moment geen steun te verlenen. Ik kom daar straks nog even op terug bij de motie van de ChristenUnie. Daarom ontraad ik deze motie.
De motie op stuk nr. 1442 van de heer Thijssen namens de Partij van de Arbeid gaat over voedselzekerheid. Ik deel de zorgen van de heer Thijssen over voedselzekerheid. Ik heb dat ook in eerdere debatten gezegd. Ik deel de analyse dat de urgentie hoog is en dat wij onze positie daarvoor moeten gebruiken. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1443 over de opmerking over de Europese Rekenkamer. Doeltreffende en doelmatige besteding van fondsmiddelen is natuurlijk altijd het doel. Daar wordt het ook op getoetst. Oordeel Kamer.
De heer Grinwis van de ChristenUnie heeft ten aanzien van de visserijsector op hetzelfde punt een motie ingediend. Ook daarop is mijn antwoord dat de transitie noodzakelijk is. Wij zijn heel hard bezig om de gelden die daarvoor beschikbaar zijn, daarvoor in te zetten. Ik heb vorige week gezegd dat ik met Brussel bezig ben om daar duidelijkheid over te krijgen. Er is inmiddels nog een klein aantal vragen die eind deze week van een duiding voorzien worden. Daarna hoop ik heel snel de regeling open te kunnen zetten. Daar wordt aan gewerkt. Daar is alles ook klaar voor. In de tussentijd houd ik mij aan de afspraken die gemaakt zijn in het kabinet over de steun voor alle sectoren. Dat betekent dat ik deze motie ontraad.
De heer Wassenberg had het namens de Partij voor de Dieren over de foutmarges van 10%. Dit is het Raadsmandaat. Ik zou deze motie willen ontraden, want uiteraard houd ik mij aan die 10%, althans voor zover ik daar invloed op kan uitoefenen. Ik denk dat we ons daaraan vast moeten houden. Als blijkt dat het inderdaad meer gaat worden en de discussie daarover gaat lopen, dan kent u mijn standpunt en dan zal ik dat ook kenbaar maken.
De heer Wassenberg (PvdD):
Het is prima dat de minister wil vasthouden aan die 10%, maar er staat in het voorstel ook dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen vissen met een morfologische gelijkenis; met andere woorden, tussen vissen van andere soorten die op elkaar lijken. Dat zit er ook bij. Ik wil dat de minister zich daar ook tegen verzet.
Minister Staghouwer:
Het antwoord daarop is ja. Dat valt wat mij betreft in dezelfde categorie.
De heer Wassenberg (PvdD):
Waarom krijgt de motie dan niet oordeel Kamer?
Minister Staghouwer:
Omdat die met name gaat over ... Dat heeft natuurlijk te maken met de informatie die ik kreeg over die 25%. De motie spreekt over 10%. Als we haar zo benaderen, dan kan ik het oordeel aan de Kamer laten. Dat vind ik ook prima. Dat is geen probleem. U kent mijn inzet daarop.
De voorzitter:
Dus dan krijgt de motie oordeel Kamer?
Minister Staghouwer:
Ja, oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 1446 van de heer Bisschop. Deze motie stelt het dilemma over de ecoregelingen en de vlas- en hennepteelt. Ik snap het punt heel goed. In de vragen van de Kamer wordt een datum genoemd, namelijk 1 oktober. Het antwoord daarop komt een dezer dagen naar uw Kamer. Daarin geef ik daar duiding aan. Ik neem dit punt mee: de regeling niet in 2023 openzetten, maar in 2024. Het staat op mijn netvlies. Dat is ook de reden waarom ik de heer Bisschop zou willen voorstellen om deze motie aan te houden, met deze motivatie. Als dat niet het geval is, dan zou ik deze motie willen ontraden.
De voorzitter:
De heer Bisschop is niet aanwezig, dus we kunnen het hem niet vragen. Dan is de motie bij dezen ontraden.
Tot zover dit debat. Dank aan de minister.
De beraadslaging wordt gesloten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20212022-93-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.