2 Eurogroep/Ecofin-Raad

Aan de orde is het tweeminutendebat Eurogroep/Ecofin-Raad (CD 8/6).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Eurogroep/Ecofin-Raad van 8 juni 2022. Ik heet de minister van Financiën, de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het debat volgen, van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks voor zijn bijdrage.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben vorige week uitvoerig met de minister gesproken over het feit dat de Europese Commissie een traject is gestart om bijna 36 miljard euro stapsgewijs aan Polen over te maken, terwijl dit land de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondermijnt. Dat is ook geconstateerd door het Europese Hof. In de brief die we gisteren pas aan het eind van de ochtend kregen van de minister, erkent zij dat rechters die door het tuchtsysteem dat volgens het Europese Hof echt niet kon, op een zijspoor zijn gezet of ontslagen, niet direct in ere worden hersteld. Dat is een grote omissie. Verder wordt in de brief gesteld dat de naleving van rechtsstatelijke beginselen als zodanig op grond van de verordening voor het herstel- en veerkrachtfonds geen formeel juridisch toetsingscriterium zou zijn, terwijl in de lijst van criteria staat: lidstaten dienen maatregelen te treffen om corruptie, fraude en belangenverstrengeling te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. Hier lijkt absoluut sprake van een foute belangenverstrengeling. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Poolse regering nog steeds de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondermijnt;

constaterende dat de Europese Commissie in meerderheid heeft besloten akkoord te gaan met het Poolse herstelplan en een traject waarin stapsgewijs 35,4 miljard euro aan Polen kan worden overgemaakt vanuit de Recovery and Resilience Facility;

constaterende dat het Poolse herstelplan niet voorziet in de volledige implementatie van de uitspraken van het Europese Hof om de rechtsstaat te waarborgen en het land nu middelen dreigt te ontvangen terwijl er nog steeds dwangsommen moeten worden betaald;

constaterende dat de Kamer in juni 2021 via de aangenomen motie (35663, nr. 23) de regering heeft verzocht "in de Raad bezwaar te maken tegen uitvoeringsbesluiten die in strijd zijn met rechtsstatelijke en democratische beginselen";

verzoekt de regering om, net als de Nederlandse Eurocommissaris, tegen het uitvoeringsbesluit in de Raad te stemmen en bij de Europese Commissie erop aan te dringen dat het volledig respecteren van de Hofuitspraken de voorwaarde moet zijn voor een goedkeuring van het Poolse herstelplan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee, Nijboer, Omtzigt en Dassen.

Zij krijgt nr. 1859 (21501-07).

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Heinen van de VVD.

De heer Heinen (VVD):

Voorzitter. Laat ik beginnen de minister te bedanken voor de brief die we hebben ontvangen over de weging en de beoordeling van het Poolse herstelplan. Ik snap dat die gezonden is op het desbetreffende tijdstip omdat er ook een zuivere afweging aan vooraf is gegaan. Dus in die zin was ik het niet helemaal eens met de vorige spreker en wil ik graag mijn waardering uitspreken voor die brief.

Voorzitter. In Europa worden op dit moment veel verschillende plannen gelanceerd, of het nu gaat om het opzetten van nieuwe fondsen of het ombouwen van bestaande fondsen. Het kabinet onderhandelt hierover in Europa, zo lazen we ook in de stukken. Ik vind het belangrijk dat we als parlement kaders meegeven en tijdig aangeven waar bij ons de grenzen liggen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Recovery and Resilience Facility (RRF) een tijdelijk crisisinstrument is met strikte voorwaarden voor hervormingen;

overwegende dat verdergaande flexibilisering van crisisinstrumenten onwenselijk is en crisismaatregelen tijdelijk en beperkt van aard behoren te zijn;

overwegende dat structurele gemeenschappelijke financiering van schulden onwenselijk is;

verzoekt het kabinet niet in te stemmen met het structureel maken van de RRF, het ongebruikte leningendeel niet om te zetten in subsidies en bestaande voorwaarden van hervormingen te blijven handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Heinen, Inge van Dijk en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1860 (21501-07).

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Heinen. Dan geef ik het woord aan de heer Van Weyenberg, D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. In het debat over de Ecofinraad hebben wij lang stilgestaan bij de situatie in Polen en de besluitvorming van de Europese Commissie daarover. Mijn fractie betreurt de keuze die de Commissie heeft gemaakt. De heer Timmermans heeft tegengestemd maar is helaas wel onderdeel van een Commissie die gewoon vooruitgaat met dit onderwerp. Ik heb het kabinet daar ook opgeroepen om niet in te stemmen met wat er nu voorligt. Ik vind het verstandig dat het kabinet in de brief die wij gisteren kregen — een uitgebreide brief, waarvoor dank — aangeeft dat het niet voor dit besluit van de Commissie zal stemmen. Dat is natuurlijk het allerbelangrijkste, want daarmee onthouden we ons van steun. Het slechte nieuws is natuurlijk dat Nederland daar helemaal alleen staat. Dat maakt het extra goed, vind ik, dat het kabinet een weg terug heeft, maar natuurlijk wel heel zorgelijk, want daardoor komt dit besluit wel gewoon door de Raad. Dat betreurt mijn fractie. Dan ligt er nog de motie van de heer Van der Lee, die zegt liever tegen te stemmen dan zich te onthouden. Daar staat mijn fractie sympathiek tegenover, waarbij wel de realiteit is dat dat materieel natuurlijk geen verschil maakt. De kern is namelijk al dat Nederland zich van steun onthoudt. Ik zal de motie steunen, maar de crux is wat mij betreft wat de minister al doet, namelijk zich onthouden van steun. Dat wij het enige land zijn dat dat doet, is treurig.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst veel sterkte aan alle vmbo-leerlingen in het basis- en het kaderonderwijs. We wensen wel de vwo- en havoleerlingen hier veel sterkte, maar dit zijn de harde werkers die net zo hard gewerkt hebben.

Dan Polen. Polen houdt zich niet aan de uitspraken van het Europees Hof. De rechtsstaat was een van de essenties waarop de Europese samenwerking gebouwd was. Als je dan uitonderhandelt dat je de uitspraken van het Europees Hof gefaseerd en maar gedeeltelijk hoeft uit te voeren om alsnog al je subsidies te krijgen, terwijl je de opgelegde dwangsommen niet eens betaalt, dan ondermijn je de Europese samenwerking en ondermijn je de rechtsstaat met z'n allen. Het is een verdere stap naar beneden op de lange Europese weg van afspraken maken en niet nakomen. Als je hier niet tegen durft te stemmen, wanneer stem je dan wel tegen? Daarom heb ik de motie van de heer Van der Lee medeondertekend.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het gekomen van de inbreng vanuit de Kamer. De minister heeft aangegeven dat ze meteen kan reageren. Het woord is aan de minister van Financiën.

Minister Kaag:

Veel dank. Veel dank ook aan de indieners van de moties. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we hier een aantal malen bij stil hebben gestaan. Ik herken ook de emotie die de heer Omtzigt verwoordt en de vraag: hoe gaat dit verder? Nederland heeft zich stelstelmatig, het vorig kabinet en dit kabinet, ingezet om op te komen voor de waarden binnen de Unie. Het wil erop toezien dat de rechtsstaat versterkt wordt en niet wordt afgezwakt. Maar u zult ook uit mijn tamelijk lange en uitvoerige brief hebben opgemerkt dat een aantal grote dilemma's hier een belangrijke rol spelen. Een daarvan is dat Polen net als elk ander land een herstel- en veerkrachtplan heeft ingediend, conform de criteria die er waren. Wij moeten het plan overigens nog indienen. Het tweede is dat het herstel- en veerkrachtplan volgens de Commissie voldoet aan de gestelde eisen. De Commissie zelf heeft het plan en de insteek opgerekt, juist om het rechtstatelijke kunnen versterken.

We hebben lang gesproken, ook na onze debatten, met een aantal lidstaten. Normaal gesproken kan Nederland zich scharen onder een grotere groep — denk aan Zweden, Denemarken, Finland, België, andere landen — die opkomen voor dezelfde thema's als wij. Ik heb net bevestigd gekregen dat zowel Zweden als Denemarken na een debat met hun parlementen ook voor gaan stemmen. Wij zijn het enige land dat zich onthoudt van steun. Ik heb een aantal ministers dit weekend — daarom is de brief op maandag verzonden — gesproken om hun nogmaals te zeggen: laat het ons weten; dit zijn onze overwegingen; wij kunnen geen steun uitspreken; doet u mee? Er is geen enkel land dat tegen wil stemmen, niet eens een dat zich wil onthouden, dus de keuze die wij maken is respecteren wat de Commissie heeft gedaan. Wij steunen de Commissie ook, want de Commissie moet verder in fractieprocedures via alle andere sporen die we hebben besproken in het debat vorige week. Ja, het Hof moet worden gerespecteerd. En nee, wij zijn ook nog niet tevreden met de snelheid en de procedure wat betreft de tuchtkamer en de herintreding van de rechters. Maar het signaal dat Nederland zal afgeven is een onthouding en dat is een krachtig signaal. Het is des te krachtiger omdat wij het alleen doen. Het betekent dat we het niet steunen. Het betekent ook: Commissie, er kan geen geld naar Polen gaan totdat wordt voldaan aan alle voorwaarden die we hebben gesteld. Dat indachtig neem ik de intentie van het belang van de rechtsstaat mee. Wij zullen ons blijven inspannen. Wij zullen met een aantal landen een stemverklaring of een brief afgeven aan de Commissie waarin we in heel duidelijke termen zullen aangeven wat wij verwachten en wat wij willen zien voordat er ook maar een euro naar Polen kan worden overgemaakt. Dat indachtig ontraad ik de motie op stuk nr. 1859 qua tekst, want wij zijn van plan om ons te onthouden, dapper, maar wel alleen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dus de motie op stuk nr. 1859 wordt ontraden. De heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het is natuurlijk dieptriest dat Nederland alleen staat. Maar als je alleen staat, kun je dat signaal ook krachtiger maken. Het is niet alleen een sterk diplomatiek signaal, maar een signaal naar alle burgers in Nederland en in de Europese Unie. Vanuit Den Haag, de stad van vrede en recht, waar het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zetelen, is het denk ik heel belangrijk om echt volstrekt duidelijk te zijn over je positie: nee, dit accepteren wij niet. Waarom niet die additionele stap? Die levert toch geen schade op of zo?

Minister Kaag:

Ik ga niet publiekelijk speculeren over de inschatting van mogelijke politiek-diplomatieke schade. Het is heel duidelijk dat een aantal anderen, partners, niet denkt dat Nederland hier nou zo slim in handelt. Dat is een. Het tweede wat belangrijk is, is dat we ook moeten kijken naar wat het plan beoogt. Een tegenstem op een plan dat eigenlijk voldoet aan de criteria voor het herstel- en veerkrachtfonds is een. Het onthouden met een stemverklaring en hopelijk wel met een aantal landen, is het signaal "wij steunen dit niet". Daarbij heeft de heer Van Weyenberg de goede woorden gekozen. Dat is politiek-diplomatiek een heel krachtig signaal, omdat het niet voorkomt. En helaas, we zullen met onze onthouding of tegenstem het proces hier niet tegenhouden. Daar zijn andere paden voor, die we ook moeten bewandelen.

De voorzitter:

De heer Van der Lee tot slot.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Toch vind ik dat jammer. Wij als partij, en veel leden van het parlement, zijn volgens de Grondwet verplicht om de internationale rechtsorde te ondersteunen. We hebben specifieke afspraken gemaakt binnen de Europese Unie en die worden gewoon geschonden. Natuurlijk kun je altijd vanuit een realismebenadering naar internationale verhoudingen kijken, maar we moeten waardegedreven politiek voeren en op dit punt, het grondvest van de Europese Unie, principieel zijn. Dus ik roep de minister toch op om duidelijk te zijn voor alle Nederlanders en Europeanen: dit is een grens; we zeggen gewoon nee.

Minister Kaag:

Ik denk dat we heel duidelijk zijn met de stemverklaring en de soloactie van Nederland op alle niveaus. We zullen ook heel duidelijk zijn in het aandringen bij de Commissie op het openen van een tweede infractieprocedure. Dat is wat telt. En er gaat zeker nog geen geld naar Polen. Ik denk dat dit de start is van een nieuwe ronde.

Dan de motie op stuk nr. 1860 van de heer Heinen. Die sluit geheel aan bij de inzet van het kabinet en die geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 10.50 uur en dan starten we met het debat over de Voorjaarsnota. Ik dank de minister voor haar bijdrage aan dit debat, de Kamerleden en de mensen die dit gevolgd hebben. Wij gaan vandaag nog stemmen over de ingediende moties. Dan weet u dat.

De vergadering wordt van 10.28 uur tot 10.51 uur geschorst.

Naar boven