4 Voorjaarsnota 2022

Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota 2022.

De voorzitter:

Voordat we van start gaan wil ik de vmbo-kader- en de vmbo-basisstudenten heel veel succes wensen vandaag, want vandaag komt de examenuitslag. We denken aan jullie vanuit de plenaire zaal.

Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota 2022. Ik wil met de leden afspreken zes vragen aan elkaar en zes vragen aan de bewindspersonen. Ja, dat is veel, maar dan kunnen we in ieder geval goed doorvragen.

De heer Wilders (PVV):

Daar zou ik niet akkoord mee willen gaan. Ik zie niet in waarom. Naar elkaar snap ik, maar naar het kabinet … Het is een belangrijk debat met de premier en de vicepremier, en de staatssecretaris van Financiën is er ook bij. Ik zou dat naar het kabinet niet willen beperken.

De voorzitter:

Dan wil ik met u afspreken — ik kijk ook even naar de leden — dat we het aantal interrupties aan elkaar verminderen naar vier, want we hebben veel sprekers, negentien. We kijken hoe het in de praktijk gaat. Dan laten we het aantal naar de bewindspersonen los, maar laten we dan wel de vragen aan elkaar en aan de bewindspersonen kort en krachtig houden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dit is mijn eerste keer. Ik vind het stellen van twee keer drie vragen wel een must om er een beetje leuk debat van te kunnen maken. Je hoeft geen hele lange interrupties te houden, maar alsjeblieft wel zes naar elkaar en naar de bewindspersonen wat past en billijk is, zoals de heer Wilders zei.

De voorzitter:

Dan ga ik daarop handhaven en als het de spuigaten uit loopt, heb ik in ieder geval uw permissie om daar iets aan te doen.

Dan gaan we van start, maar ik zie dat de heer Eerdmans van JA21 ook nog iets wil zeggen.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, goedemorgen. Ik heb inderdaad een punt van orde bij dit debat. Ik heb er veel zin in, maar er moet me wel iets van het hart. We hebben de premier de afgelopen weken horen zeggen: die koopkracht, hartstikke mooi, maar we gaan er niets aan veranderen; er zit geen ruimte meer. We hebben allemaal de premier met minister Kaag bij de fracties langs gehad om te praten over koopkracht en verruimingen daarin. Wij hebben daar niks meer op teruggehoord. Wij houden van debatteren, maar ook van resultaten. De grote vraag is: als mijn fractie aan dit debat deelneemt, is er dan ruimte voor verbetering in de koopkracht of is alles vast- en dichtgemetseld? Want dan hebben we een debat waar we alleen maar wat komma's aan het verschuiven zijn. Ik denk dat de hele oppositie — dat geldt voor links en rechts — veranderingen wil. Maar als dat van tevoren geblokkeerd is door de uitspraken van de premier in de media, kunnen we net zo goed met z'n allen naar huis gaan.

De voorzitter:

En dan doet u niet mee aan het debat, begrijp ik. Ik kijk even naar de minister van Financiën of de minister-president om daarop te reageren. De minister-president.

Minister Rutte:

Dat heb ik niet gezegd in de media. Ik heb gezegd dat we niet alles kunnen compenseren. Natuurlijk kijken we steeds wat er, in aanvulling op de pakketten die er zijn, in totaal optellend tot meer dan 6 miljard, misschien nog meer nodig is. Daarbij heb je altijd een bijzonder oog voor de mensen met de laagste inkomens en de middengroepen, die mogelijk ook geraakt worden. Je hebt ook in acht te nemen dat de CPB-cijfers over eind 2023 gaan. In dat geheel kunnen we niks beloven, maar noch de minister van Financiën noch ik heeft gezegd: het is categorisch "nee". Het is wel ingewikkeld en je kunt niet alles compenseren. Dit debat heeft dus absoluut nut.

De voorzitter:

Daar wil ik het bij laten, want anders gaan we een debat krijgen en dat wil ik niet. Het was een punt van orde en u verbond daaraan de procedurele consequentie om wel of niet mee te doen, afhankelijk van het antwoord. Laten we daar nu geen debat over hebben. Nee, ik laat het niet toe. We gaan nu echt beginnen.

Ik heet de minister-president, de minister van Financiën en de staatssecretaris van Financiën van harte welkom. Ook van harte welkom aan de volle tribune — fijn dat u vandaag bij ons bent — en aan de mensen die op een andere manier het debat volgen. Ik geef het woord aan de heer Wilders van de PVV voor zijn inbreng.

De heer Wilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Miljoenen Nederlanders zitten in een diepe financiële crisis. Ze worden keihard in de steek gelaten door dit kabinet. Gepensioneerden, mensen met een uitkering, mensen met een baan en gezinnen redden het vaak niet meer. De inflatie is torenhoog en alles wordt alleen maar duurder: de boodschappen, de energierekening en de prijs van benzine en diesel. Het is onbetaalbaar.

Een paar weken geleden heb ik mensen die het financieel moeilijk hebben gevraagd mij hun verhaal toe te sturen. Daar is massaal op gereageerd. De reacties zijn hartverscheurend. Wat een leed in Nederland en wat een financiële ellende. Ik zal hier vandaag een aantal van die verhalen vertellen en concrete voorstellen doen om die mensen te helpen, want zo kan het echt niet langer.

Voorzitter. Zo schrijft een mevrouw dat ze al drie jaar lang niet naar de tandarts is geweest, de verwarming op 17 graden zet als het fris is en geen bloemetje meer kan kopen als ze naar het kerkhof gaat om het graf van haar man te bezoeken. Een stel met twee kinderen waarvan de man fulltime en de vrouw parttime werkt, schrijft me dat ze na het betalen van de vaste lasten zo weinig overhouden dat ze wekelijks naar de voedselbank gaan. En een mevrouw die in de thuiszorg werkt, schrijft wat ze tegenkomt bij haar cliënten: mensen met reuma die geen geld hebben om de verwarming aan te zetten als het koud is en die met een dikke sjaal om de hele dag in bed blijven liggen; mensen die hun wasmiddel aanlengen met water om er langer mee te doen; mensen die hun zieke huisdier laten inslapen omdat ze de rekening van de dierenarts niet meer kunnen betalen. Of de mevrouw die me schrijft dat haar energierekening is gestegen van €200 naar €550 en dat ze de maandelijkse bijdrage van €500 voor het verpleeghuis van haar man niet meer kan betalen. "Ik weet echt niet meer wat ik nu moet doen", schrijft ze wanhopig. Of de meneer met hartfalen, die eerst niet mee wilde met de ambulance, omdat hij dan zijn eigen risico helemaal zou moeten betalen. Of de mevrouw die mailt dat ze chronisch ziek is en moet kiezen tussen medicatie en voedsel, want allebei is te duur.

Voorzitter. Of het echtpaar dat de halve huisraad al op Marktplaats heeft verkocht om boodschappen te kunnen doen. En dan de meneer van 93 jaar oud die, zo schijft hij, zijn hele leven keihard heeft gewerkt en die nu €25 per week over heeft om boodschappen te kunnen doen. Hij is ontzettend boos op de premier en zegt te weinig geld te hebben om van te leven, maar net te veel om dood te gaan. Of de werkende moeder van twee zonen die vanwege haar inkomen geen enkele toeslag krijgt, maar het ook niet trekt van haar salaris. Of de meneer met alleen AOW, die het allemaal niet meer kan betalen, die er niet meer tegen kan en die er ook geen zin meer in heeft. Hij kreeg van de apotheker zijn medicijnen niet mee, omdat hij moest meebetalen. Maar hij kón niet bijbetalen. Hij moest bijbetalen, maar hij had het geld niet, dus ging de meneer zonder medicijnen naar huis. Ik krijg er kippenvel van dat dit gebeurt.

Of het gezin dat de vaste lasten en vooral de energierekening niet meer kan betalen en alleen nog oud brood bij de bakker koopt en drie dagen per week gekookte macaroni eet. Of de oud-militair met PTSS die zegt ten einde raad te zijn omdat hij de reiskosten naar zijn behandelaar, zijn therapeut, niet meer kan betalen. "Het gewone volk gaat kapot, meneer Wilders", schijft hij mij. Of de man van 79 die alleen AOW heeft met een klein pensioen van €30 per maand en die bijna door al zijn spaargeld heen is. Hij hoopt, zo schrijft hij, op deze manier de 80 niet te halen.

Voorzitter. Dit is Nederland anno 2022. Mevrouw Kaag en meneer Rutte zouden zich kapot moeten schamen dat ze dit laten gebeuren in een rijk en welvarend land als Nederland. Het is toch te krankzinnig voor woorden en ook niet uit te leggen dat ze wel 100 miljard uitgeven aan asielzoekers, stikstof, klimaat en ontwikkelingshulp, maar onze eigen mensen laten stikken? Het is zelfs zo erg dat asielzoekers inmiddels op luxe cruiseschepen worden ondergebracht, terwijl veel Nederlanders niet eens meer op vakantie kunnen. In welk D66-circus zijn we beland? Wat zijn dat voor idiote prioriteiten? Onze koopkracht, onze boeren, onze zorg, onze huizen, onze pensioenen: alles wordt kapotgemaakt. Door het slaafs jaknikken van premier Rutte naar mevrouw Kaag tijdens de onderhandelingen voor dit kabinet zijn we nu in een soort giftige D66-dictatuur beland. Vind je het gek dat 82% van de Nederlanders geen vertrouwen meer heeft in het kabinet? Nog maar 18% vertrouwt in het kabinet.

Een fatsoenlijk kabinet zou dag en nacht bezig moeten zijn, dag en nacht, om de financiële problemen van die Nederlanders te helpen oplossen. Dat zouden prioriteit één, twee en drie moeten zijn. Maar dat is niet het geval. Mevrouw Kaag en meneer Rutte vliegen zelf in luxe vliegtuigen van Davos naar Washington en andere plekken op de wereld om zich daar lekker te laten fêteren en te genieten van vijfsterrenhotels en dure diners. Ze kennen zelf het woord "crisis" alleen uit de krant. Ze hebben geen idee hoe een groot deel van onze bevolking lijdt. We hebben een premier en een vicepremier die totaal zijn losgezongen van de werkelijkheid van de gewone man en vrouw, van miljoenen Nederlanders. Dat is verschrikkelijk.

Voorzitter. Ik heb in zes amendementen zes concrete voorstellen gedaan om de koopkracht van mensen nog dit jaar te verbeteren. Geef maar 10 miljard euro minder uit aan stikstofbeleid en meer aan onze mensen. Mijn eerste voorstel: verlaag de huren vanaf 1 juli met 10%. Mijn tweede voorstel: zet tijdelijk, tot 1 januari, het lage btw-tarief op 0%, zodat boodschappen weer betaalbaar worden. Mijn derde voorstel: zet ook de brandstofaccijnzen op benzine en diesel tijdelijk op 0%, zodat een liter benzine minstens €0,65 goedkoper wordt. Mijn vierde voorstel: zet ook de btw op gas en elektriciteit op 0%, zodat mensen hun energierekening weer kunnen betalen. Mijn vijfde voorstel: verhoog de energietoeslag voor mensen met een smalle beurs naar €1.200. En mijn zesde voorstel: verhoog ook voor die vele mensen met alleen een klein aanvullend de inkomensondersteuning AOW met €25 per maand. Dat is toch niet te veel gevraagd? Veel mensen zijn daarbij geholpen.

Voorzitter. Dit is een broodnodig en realistisch plan, waarmee we miljoenen mensen nog dit jaar kunnen helpen, zodat ze hun leven weer een beetje op de rails kunnen krijgen en een ander toekomstperspectief krijgen dan de bittere armoede die Kaag en Rutte voor hen in petto hebben. Ik hoop dat zij daar goed over na willen denken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wilders. Er is een interruptie van de heer Paternotte, D66.

De heer Paternotte (D66):

De heer Wilders komt met een aantal verhalen van Nederlanders die natuurlijk iedereen hier raken. Het is volkomen terecht dat hij die aan de orde stelt. Ondertussen geen woord van de heer Wilders over hoe het komt dat de energieprijzen zo hoog zijn geworden. Dat snap ik wel, want dat heeft alles te maken met Vladimir Poetin. Dat heeft alles te maken met het feit dat Rusland een land is binnengevallen, dat wij sancties hebben moeten instellen waardoor de energieprijzen zijn aangejaagd, als gevolg waarvan nu de inflatie zo hoog is. De grootste vriend van Vladimir Poetin in dit parlement staat daar. Dat is de heer Wilders. Hij heeft zelfs een vriendschapsspeldje van hem gekregen. Mijn vraag is: als de heer Wilders ook eens kijkt naar de oorzaak van de economische situatie waarin wij nu zitten, is hij dan bereid om dat te erkennen en is hij bereid om dat vriendschapsspeldje retour te sturen naar Moskou?

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Het is een schande dat de fractievoorzitter van D66 dit debat over mensen die hun medicijnen niet kunnen betalen, gebruikt, of misbruikt, voor zijn platte PVV-haat. Laat hij gewoon ingaan op de punten die ik noem.

Als u het over de oorlog heeft, dan zeg ik u — want de minister-president heeft ook vaker de oorlog als excuus gebruikt voor het feit dat het nu zo slecht gaat — dat dat gelegenheidssmoesjes zijn. Al voor de oorlog, in december vorig jaar, had Nederland een inflatie van bijna 6%. Toen was er nog geen oorlog. Dat was helemaal niet het geval. Al voor de oorlog bestond iedere liter benzine voor meer dan één euro uit accijns en btw. Allemaal kosten die voor de oorlog al de pan uit rezen. Al voor de oorlog heeft deze minister-president Nederland honderd keer een betere koopkracht beloofd, van €1.000 tot iedereen in de plus en weet ik wat alleemaal. Het bleken allemaal leugens te zijn. Maar wat u wel heeft gedaan met uw eenzijdige boycot van olie naar Rusland, is dat u niet de Russen heeft gepakt, maar dat u Nederland heeft gepakt. Ik zeg u: Rusland exporteert inmiddels zijn fossiele brandstoffen alleen maar voor meer geld. De fossiele brandstoffen zijn door de boycot van Europa in prijs gestegen. De Russen krijgen nu dus meer geld voor hun export. Ze exporteren nu naar India en China. Uw doel was om met die olieboycot de oorlogskas van Poetin leger te maken — wat ik een fantastische doelstelling vind — alleen heeft u het tegenovergestelde bereikt. Hij krijgt meer voor zijn olie; hij haalt het van andere landen. En weet u wie de dupe is, meneer Paternotte? Weet u wie de dupe is? Dat is de Nederlandse burger. Door uw spelletje wordt Poetin er geen cent armer van, maar de Nederlander wel, want die krijgt te maken met een hogere olieprijs en een hogere energieprijs en die kan de rekening nog minder betalen. Nu u weer!

De heer Paternotte (D66):

Wat een onzin! Als er iemand is die steeds de verkeerde voorstellen doet, dan is het Wilders. Tien jaar geleden, toen hij die twee jaartjes gedoogpartner was, wilde hij bezuinigen op Defensie. Daardoor moeten we nu extra investeren om de Oekraïners te kunnen helpen. Wilders was altijd de man die het felste streed tegen investeringen in duurzame energie. Dat was allemaal onzin volgens hem. Maar het feit dat we te weinig duurzame energie hebben en afhankelijk zijn geweest van Rusland, bepaalt dat mensen nu aan de pomp zo veel betalen en dat de energieprijzen stijgen. Het eerste wat hij hier voorstelt, nu ik ernaar vraag, is om de sancties tegen Rusland maar weer op te heffen. Maar hij heeft helemaal niets te bieden aan de Oekraïners die zijn aangevallen, aan Oekraïne waar tienduizenden mensen zijn gestorven voor hun vrijheid. Dus nogmaals mijn vraag: staat de heer Wilders aan de kant van Poetin of staat hij aan de kant van Nederland?

De heer Wilders (PVV):

Ik sta alleen maar, vanaf de eerste dag dat ik hier ben, voor Nederland. Ik sta hier niet om over de oorlog te praten. Ik sta hier om op te komen voor de Nederlandse burger die het niet meer trekt. Die trekt het niet meer, omdat we dankzij D66 totaal de verkeerde kant op gaan. U maakt de economie kapot, u maakt met uw stikstofbeleid de boeren kapot, u zet de grenzen wagenwijd open, waardoor we in Nederland overstroomd worden met asielzoekers. Dat kost bakken met geld. Dat kost miljarden per jaar. Dat geld hadden we allemaal kunnen besteden aan de Nederlander, aan de boeren, aan de mensen die hun rekening niet kunnen betalen, aan die 93-jarige man die zijn medicijnen niet meekrijgt van de apotheek. Maakt u zich daar eens druk over! Ik sta hier juist voor de Nederlanders en om voor hen op te komen. Uw spelletje zal daarbij niet werken.

De heer Paternotte (D66):

Ik hoor nog steeds geen enkel antwoord. Want wat is nu de reden dat zo veel Nederlanders problemen hebben en weinig geld te besteden hebben? Voor het allergrootste deel is dat omdat ze te veel geld kwijt zijn aan energie, aan elektriciteit, waardoor ze warm in huis kunnen zitten, en aan gas en brandstof aan de pomp. Dat zijn allemaal dingen die we importeerden uit Rusland, waarvan de Duitse bondskanselier ook heeft gezegd dat het een historische fout was om daarop te rekenen. Wilders was hier altijd de grootste voorstander van warme banden met Rusland en van het daarvandaan blijven halen van de fossiele brandstoffen. Hij is tegen elke hulp aan Oekraïne. Mijn vraag is of hij bereid is om van dat vriendschapsspeldje, dat teken dat hij hier in het parlement de grootste vriend van Poetin is, afstand te doen en de vriendschap met Rusland te verbreken. Is bij daartoe bereid?

De heer Wilders (PVV):

Ik ga niet in op goedkope retoriek die de oorlog misbruikt voor dit koopkrachtdebat, al vraagt u het honderdduizend keer. Ik weet wel dat ik die olieboycot niet had ingesteld. Waarom niet? Niet omdat ik een vriend van Poetin ben — Poetin is hier de grote agressor, dus het is zeer terecht dat hij wordt aangepakt — maar omdat het de Nederlandse bevolking raakt. Nogmaals, doordat u eenzijdig, de premier met anderen, de olieboycot heeft ingesteld, is de prijs van olie gestegen. Doordat Poetin zijn olie verkoopt aan India en China, krijgt hij nog steeds zijn geld. Dat zijn hele grote landen en daar wordt hij ontzettend rijk van. Dat geld misbruikt hij voor zijn verschrikkelijke oorlogsmachine. Het gevolg is dat hij meer geld heeft. Hij is dus meer uw vriend dan mijn vriend, want u zorgt ervoor dat Poetin meer geld krijgt, omdat hij door die olieboycot de olie voor meer geld elders verkoopt. En de Nederlander is de klos. De Nederlander kan zijn rekening niet betalen. De Nederlander moet dadelijk met een sjaal om in bed blijven liggen, omdat hij dankzij de boycot van D66 zijn energierekening niet kan betalen. Nu u weer!

De heer Van Raan (PvdD):

Ik werd eigenlijk wel geraakt door het betoog van de heer Wilders en de opsomming van de problemen van de Nederlander. Wat mij daarin vooral raakte, en waarvoor ik hem een compliment wil geven, is dat hij het had over alle Nederlanders. Dat is toch best bijzonder voor een man die veroordeeld is voor het tegen elkaar opzetten van groepen. Mijn vraag is de volgende. Hij stelt een aantal maatregelen voor, maar dat is eigenlijk meer pleisters plakken. Het zijn geen structurele maatregelen om alle Nederlanders te helpen. Mijn vraag is dus: vind ik de PVV aan mijn zijde als we voorstellen doen om bijvoorbeeld het belastingtarief op arbeid structureel te verlagen en vervuiling zwaarder te belasten? Dat doe je namelijk structureel voor alle Nederlanders.

De heer Wilders (PVV):

Nogmaals, de eerste onzinopmerkingen laat ik even terzijde. Ik stel hier voor om per saldo voor alle Nederlanders ... Ik wijzig de wet en doe voorstellen voor iedereen. En ja, ik heb geen voorstel van u gezien. Ik weet alleen dat wij het verlagen van de btw ... Neem alleen al de btw op boodschappen. Ik was vorige week bij de Aldi. Later bleek men daar boos over te zijn, maar ik zag daar allemaal mensen, oude mannen en vrouwen, maar ook jonge gezinnen, met een karretje. Zij hadden €10 bij zich. Van €10 moesten ze drie dagen eten. Er lagen vier producten in dat mandje. Vier producten. We moeten ons toch doodschamen dat we in Nederland mensen hebben met één karretje met vier producten erin, die tegen mij zeggen: ik kan niet eens meer melk kopen. Er zat andijvie in en een stuk kaas. Er zat niet eens vlees in, niks. Daar hadden die mensen gewoon geen geld voor. Daar moeten we wat aan doen.

Een land als Polen heeft de btw nu op 0% gezet. Het land Polen — weet u het nog? — dat 10 miljard euro per jaar van de Europese Unie krijgt, en dus ook van Nederland. Daar doen ze het wel. En hier kunnen onze eigen mensen hun eigen boodschappen niet meer betalen. Ze kunnen hun eigen energierekening niet meer betalen. Ze kunnen hun ziektekosten niet meer betalen. We moeten ons hier toch doodschamen als we daar niets aan doen? Dat is mijn antwoord op uw vraag.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wilders. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Hermans van de VVD.

Meneer Eerdmans, mevrouw Hermans is nog niet begonnen.

De heer Eerdmans (JA21):

Sommige vragen stel je aan het eind, en sommige vragen moeten aan het begin gesteld worden.

De voorzitter:

Is het niet netjes om mevrouw Hermans eerst even een inleiding te laten geven?

De heer Eerdmans (JA21):

Ik stel voor dat ik nu een vraag stel en mijn andere vraag bewaar voor later.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):

Er staat volgens mij een olifant in deze Kamer. Dat is een stikstofolifant. Dat onderwerp heeft nogal wat beroering teweeggebracht in Nederland, onder andere op uw congres. Daar is een motie ingediend door de dames Pauwels en Nelisse. Die motie is aangenomen. Mijn vraag is heel eenvoudig. Die motie vraagt erom het stikstofbeleid aan te passen. Als ik vandaag deze motie indien, gaat de VVD-fractie die dan steunen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter. De heer Eerdmans heeft gelijk: we hadden afgelopen zaterdag een congres waarop er verhit en hevig is gediscussieerd over stikstof en het stikstofprobleem dat we in Nederland hebben. Dat vind ik goed en dat vind ik ook terecht. Het is namelijk nogal wat, wat er aan de hand is en wat er op boeren afkomt. Boeren hebben in grote onzekerheid gezeten en zitten dat nog steeds, omdat het perspectief waar we naartoe gaan werken nog uitgewerkt moet worden. Mijn fractie vindt ook dat dat op een aantal onderdelen nog scherper kan en moet.

U heeft één motie in uw handen. Er zijn afgelopen zaterdag vier moties over stikstof aangenomen. Met alle vier die moties gaat mijn fractie aan het werk. Volgende week is het eerste stikstofdebat. Wij zullen die moties gebruiken om met minister Van der Wal en minister Staghouwer in debat te gaan. Dat betreft de vraag hoe we ook de moties die op ons congres zijn aangenomen goed een plek kunnen geven in de uitwerking van de stikstofplannen, die nu met de provincies moet plaatsvinden. Maar ik neem aan dat er hier in de Kamer nog veel meer ideeën en suggesties zijn voor die uitwerking.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik denk dat Nederland graag wil weten hoe de VVD zich hier positioneert. Wat minister Van der Wal of minister Staghouwer daarvan vindt, zal zo zijn. Ik vraag mij af of u achter de leden van uw partij staat, en achter de boeren en de mensen die protesteren tegen dat rigide stikstofbeleid. Of staat u meer achter D66? D66 zegt: u kunt hoog en laag springen, maar we laten het zoals het is. Ik wil graag antwoord hebben op de vraag naar die positie. Wij gaan als JA21 deze motie namelijk indienen, om te vragen wat de Tweede Kamer, de politieke afvaardiging van de partijen, van het stikstofbeleid vindt. Moet het worden aangepast? We kunnen later bekijken hoe het wordt aangepast, maar de uitdaging en de opdracht van uw eigen congres is vrij helder: pas dit beleid aan. Dus nog een keer de vraag: gaat u straks onze motie steunen?

De voorzitter:

Ik wil u er wel aan herinneren dat we volgende week het grote stikstofdebat hebben. Dat gaf u zelf ook aan. Vandaag hebben we het over de Voorjaarsnota.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik sta hier als fractievoorzitter van de VVD en ik sta voor de handtekening die ik en mijn fractie hebben gezet onder het coalitieakkoord. Daarin hebben we een afspraak gemaakt over het terugdringen van de stikstofuitstoot. Dat doel, daar sta ik 100% achter. Afgelopen vrijdag heeft het kabinet naar de Kamer en naar Nederland een brief gestuurd met daarin de doelen per gebied waar plannen voor moeten komen om die doelen het komende jaar te kunnen realiseren. Die doelen staan overeind. En nu komt het erop aan, meneer Eerdmans, dat wij hier in het debat met de Kamer, samen met het kabinet, de invulling vorm gaan geven van het behalen van die doelen, de weg naar die doelen toe. Die brief van vrijdag was een startpunt. We beginnen nu pas echt en dat debat gaat hier volgende week woensdag of donderdag — ik weet niet wanneer dat debat is — inhoudelijk gevoerd worden.

De voorzitter:

Dank u wel. U start uw betoog.

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter, dank u wel. We spreken vandaag over de Voorjaarsnota. Het woord "Voorjaarsnota" klinkt ontzettend Haags, maar dat is het eigenlijk helemaal niet. De Voorjaarsnota en alles wat daaronder ligt, gaat over voorstellen van het kabinet om problemen van mensen thuis op te lossen. Een aantal problemen dat zich kort na het sluiten van het coalitieakkoord aandiende, zijn de koopkracht — we hebben daar in de regeringsverklaring lang met elkaar over gedebatteerd — bij ouderen, een belastingtegenvaller, een uitspraak van de Hoge Raad en natuurlijk die vreselijke oorlog in Oekraïne. Het hoort bij politiek dat wij reageren op de actualiteit en dat we nieuwe problemen die op ons pad komen, oplossen en het hoofd bieden. Dat betekent altijd dat we keuzes moeten maken. Als je met vier partijen samenwerkt, moeten er ook altijd compromissen worden gesloten. Dat is de enige manier om stappen vooruit te zetten.

De VVD-fractie is tevreden dat het kabinet met deze Voorjaarsnota een aantal grote problemen ook echt oppakt. Dat er bijvoorbeeld wordt voorgesteld om de AOW alsnog mee te laten stijgen met het minimumloon. Dat we het probleem van die belastingtegenvaller oplossen. Dat we de uitspraak van de Hoge Raad over box 3 uitvoeren en dat er wordt gereageerd op die vreselijke oorlog in Oekraïne. Dat doen we natuurlijk door Oekraïne te helpen — humanitair, met militaire steun — maar ook door nog eens extra te investeren in onze defensie, in onze veiligheid hier in Nederland. Het oplossen van die problemen kost ook geld. Voor de VVD is het ook belangrijk dat we netjes met onze financiën omgaan. Ook al is minder uitgeven altijd lastig en pijnlijk, we zijn tevreden dat het kabinet ook daarvoor kiest.

Voorzitter. In het hele pakket springt er voor de VVD toch één ding echt uit, namelijk het extra geld, de extra investering in defensie. Voor onze veiligheid hier in Nederland, voor de veiligheid van Nederland in Europa en voor de mensen die zich inzetten voor de veiligheid van ons land. 2 miljard extra bovenop de extra 4 miljard per jaar in deze periode uit het coalitieakkoord: samen de grootste investering die dit kabinet doet. Een investering waar mijn fractie hard voor onderhandeld heeft, is ook een broodnodige investering. Broodnodig, omdat de oorlog in Oekraïne iedereen met zijn neus op de feiten heeft gedrukt. Hoe belangrijk is het dan dat we met die extra investeringen de mensen die werken bij Defensie een hoger loon kunnen bieden? Hoe belangrijk is het dan dat wij die mensen ook het juiste materieel geven om op oefeningen of tijdens inzetten hun werk te kunnen doen?

Voorzitter. Voor het eerst sinds het maken van de Wales pledge-afspraken en voor het eerst sinds 1995 investeren we weer 2% van onze economische uitgaven aan de bescherming van ons land. Voor het eerst en — ik zei het eerder al deze week — wat mijn fractie betreft ook niet voor het laatst.

De voorzitter:

Er zijn veel collega's die u een vraag willen stellen. Ik geef eerst het woord aan mevrouw Marijnissen van de SP.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Mevrouw Hermans sprak aan het begin van haar betoog over keuzes die gemaakt moeten worden. Dat is absoluut waar. Die keuzes moeten we maken, maar de kosten voor mensen moeten omlaag. De prijzen van boodschappen, tanken, de energierekening gaan nu gewoon door het dak. Mensen kunnen het niet meer betalen. Mevrouw Hermans refereerde ook aan waar we het vandaag over hebben, de Voorjaarsnota. In die Voorjaarsnota is dus niets extra's te vinden om ervoor te zorgen dat de prijzen voor mensen omlaaggaan. Wat vindt zij daarvan?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik was nog niet bij het onderwerp koopkracht en hoe die hoge prijzen mensen op dit moment hard raken. Het is niet zo dat dit kabinet niks doet aan de koopkracht en aan die financiële problemen. Toen wij eind vorig jaar zagen dat die energieprijzen gingen stijgen — dat was al voor de oorlog — is er geld beschikbaar gekomen om de energiebelasting te verlagen. Toen we net na het begin van de oorlog zagen hoe snel en hard ze verder opliepen, heeft dit kabinet een pakket voorgesteld om al vooruitlopend op de Voorjaarsnota, zou je kunnen zeggen, een aantal dingen te doen voor de koopkracht van mensen. Dat omvat de btw op de energiebelasting, de accijnzen en een verhoging van de toelagen voor minima, voor huishoudens met lage inkomens. Ik vind dat goed. Ik vind het goed dat dat pakket in april, uit mijn hoofd, snel gepresenteerd is. Zeg ik daarmee dat nu alle problemen zijn opgelost? Nee, absoluut niet. De problemen zijn daarna groter geworden, nog verder toegenomen. Het CPB-rapport van vorige week laat dat ook zien. Ik kom daar zo op in mijn inbreng. Ik vind ook dat we alles op alles moeten zetten om te kijken wat we nog extra kunnen doen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Mevrouw Hermans somt op wat al bekend is. Nou, dat is al bekend, dus dat wisten we al. Wij staan hier vandaag om als Kamer te debatteren over wat wij hopen dat er nog extra kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat de kosten van mensen nu omlaaggaan. Ja, er is het een en ander gebeurd, maar tegelijkertijd blijven de prijzen stijgen en kunnen heel veel mensen het gewoon niet meer betalen. Mevrouw Hermans heeft het over keuzes maken. Ik zou haar ook een keuze willen voorleggen. Tegelijkertijd zien we namelijk dat de grote bedrijven op dit moment gigantische winsten maken. Die winsten zijn alweer hoger dan in het topjaar 2019, voor corona. Is het nou niet eerlijk en een hele goede keus om van die grote bedrijven een eerlijkere bijdrage te vragen, een hogere winstbelasting, en dat geld in te zetten om er direct voor te zorgen dat de kosten voor mensen omlaaggaan?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik gaf in eerste instantie heel bewust een uitgebreid antwoord op de vraag van mevrouw Marijnissen omdat zij suggereerde dat dit kabinet helemaal niets doet aan het verzachten van het leed, aan het dempen van de hoge kosten. Nu vraagt zij terecht of er ook nog extra dingen kunnen omdat we zien dat het probleem nog niet is opgelost. Sterker nog, de problemen lopen op. Ik deel dat. Ik zie dat. Het is ook niet meer alleen een probleem bij de laagste inkomens. Het begint nu ook bij de middengroepen een serieus probleem te worden.

Dan kom ik nu bij de vraag van mevrouw Marijnissen. Er zijn verschillende termen voor zo'n belasting. Een "solidariteitsheffing" heb ik ook voorbij zien komen. Ik vind dat op zichzelf best een interessante gedachte, want, hoewel we niet moeten doen alsof het alle bedrijven zijn, deel ik het gevoel dat er nu bedrijven zijn, zoals de energiebedrijven en oliemaatschappijen, die door de situatie waar we nu in zitten, inderdaad veel geld verdienen. Dat voelt heel onrechtvaardig als mensen thuis tegelijkertijd enorm in de knel zitten. De gedachte dat je daar een beweging tussen zou kunnen maken, vind ik dus in elk geval een gedachte die we moeten verkennen en onderzoeken. Ik zou daar wel een paar vragen bíj willen stellen, want ik zei al dat het niet alle bedrijven zijn. Ik zou ervoor willen oppassen om nu zomaar alle bedrijven extra te gaan belasten, omdat er ook bedrijven zijn die aan het opkrabbelen zijn na de coronacrisis. Niet met iedereen gaat het zomaar heel goed. En het tweede is: wat doet het in een breder perspectief voor ons vestigingsklimaat? Ik weet dat dat voor mevrouw Marijnissen misschien niet het allerbelangrijkste is, maar ik voel me daar ook verantwoordelijk voor. Ik vind het wel belangrijk dat we ook daarnaar blijven kijken, zodat onze economie blijft draaien.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Mevrouw Hermans vindt het een interessante gedachte die we nog eens moeten gaan onderzoeken, maar dat is absoluut niet genoeg. Het voelt niet alleen een beetje onrechtvaardig. Het is gewoon superoneerlijk dat de kosten voor mensen maar blijven stijgen, dat steeds meer mensen in de problemen komen en dat er tegelijkertijd bedrijven zijn die gigantisch rijk worden, die op dit moment profiteren van de crisis. Het zou niet meer dan eerlijk zijn dan van die bedrijven een eerlijke bijdrage te vragen. Dat doe je via de winstbelasting, want een winstbelasting wordt betaald over je winst. Die wordt betaald door bedrijven waar het goed mee gaat. Als we nou van bijvoorbeeld die oliebedrijven, die nu superrijk worden, een eerlijke bijdrage vragen, dan kunnen we dat geld inzetten om de accijns aan de pomp te verlagen, zodat mensen nog kunnen tanken zonder dat ze zich kapot schrikken van wat ze moeten betalen. Is mevrouw Hermans bereid om dat niet alleen eens te onderzoeken en daarover na te denken, maar om als Kamer vandaag te zeggen: er moet echt iets extra's gebeuren om de koopkracht van mensen op peil te houden, te verbeteren? Een eerlijke bijdrage van die grote bedrijven vragen en dat inzetten om de kosten voor mensen te verlagen is een prima maatregel daarvoor.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik ben het met mevrouw Marijnissen eens dat wij hier vandaag als Kamer moeten kijken of we iets extra's kunnen doen vanwege de financiële druk die mensen thuis nu ervaren. Ik heb gezegd dat ik de solidariteitsheffing of de belasting op bedrijven die nu door de crisis veel geld verdienen een gedachte vind waar ik echt serieus naar wil kijken. Volgens mij was een van mijn vragen aan het kabinet — ik stel hem bij dezen via een interruptie — of de uitkomsten van het onderzoek dat nu loopt snel naar de Kamer kunnen komen, zodat we dat als optie kunnen bekijken. Uiteindelijk moet het ook allemaal betaald worden en dit zou een variant kunnen zijn. Maar er zijn er meer denkbaar.

De voorzitter:

Dan gaan we naar de heer Azarkan, dan mevrouw Kuiken, de heer Klaver en de heer Dassen.

De heer Azarkan (DENK):

Ik keek van het weekend ook even naar het VVD-congres. Ik zag mevrouw Hermans daar staan en ik dacht: daar staat een leider. Zeker van de fractie van de VVD. Maar het is ook een leider die een belofte heeft gedaan, namelijk: een evenwichtige en positieve koopkrachtontwikkeling. De vraag aan de leider van de VVD is: is ze die belofte aan de Nederlanders nagekomen?

Mevrouw Hermans (VVD):

De heer Azarkan refereert hier aan een debat dat we hebben gehad over de regeringsverklaring begin januari, net na het verschijnen van het coalitieakkoord. Er staat inderdaad een zin in het coalitieakkoord over een gemiddeld evenwichtig en positief koopkrachtbeeld voor iedereen. Dat was eind januari en een maand daarna brak er een vreselijke oorlog uit in Oekraïne. De wereld is wel een beetje veranderd, meneer Azarkan. Dat doet niets af aan mijn intentie om kei- en keihard te werken om ervoor te zorgen dat we die financiële druk op huishoudens en ondernemers dempen waar we kunnen. Maar nu doen alsof de wereld hetzelfde is zoals ze eind januari was, vind ik iets te gemakkelijk.

De heer Azarkan (DENK):

Dat is zeker iets te gemakkelijk, maar de vraag is of dat niet iets blootlegt. De vraag is of de crisis die is uitgebroken de oorzaak is van het feit dat miljoenen Nederlanders niet meer rondkomen. Of legt het iets bloot wat fundamenteel verkeerd is in onze samenleving? Ik wil van mevrouw Hermans horen hoe zij ertegen aankijkt dat in een samenleving als in Nederland er zo veel gezinnen in de problemen komen als de energiekosten een paar honderd euro stijgen. Kennelijk zijn er bedrijven die ongelofelijk veel winst maken, maar aan de andere kant kunnen burgers het einde van de maand niet halen en moeten ze naar de voedselbank. Legt zo'n crisis niet een aantal fundamentele ongelijkheden in onze samenleving bloot?

Mevrouw Hermans (VVD):

Met het uitbreken van de oorlog zien we op heel veel plekken onzekerheden. Een van de grootste is de financiële druk door de verhoogde prijzen. Die druk is groot. We zien nu een heleboel problemen naar boven komen. Ik vind ook — dat zei ik net al — dat we een inspanningsverplichting hebben om er alles aan te doen om waar we kunnen de druk van de ketel te halen. Die blijft overeind en die staat als een paal boven water. Ik zei het al, eind januari stonden we hier in een totaal andere wereld en spraken we over een evenwichtig koopkrachtbeeld, maar een maand later was de wereld niet meer in evenwicht. Dat is de situatie van waaruit we hier spreken en een debat voeren. Dat heeft een vergrootglas gelegd op heel veel dingen waar we mee bezig zijn, ook onze veiligheid; ik noemde het al. We hebben in de naïeve veronderstelling geleefd dat het wel kon met een beetje minder. Het kan dus niet met een beetje minder investeren in veiligheid. Zo is er een heleboel tegelijkertijd. Ik erken een heel aantal problemen die de heer Azarkan noemt. Ik vind ook dat we ons stinkende best moeten doen om daar waar we het kunnen oplossen of in elk geval het leed kunnen verzachten, dat moeten doen. Maar we moeten ons realiseren dat de wereld echt veranderd is sinds eind februari.

De heer Azarkan (DENK):

Maar we moeten niet alleen elke keer als er een crisis uitbreekt kijken wat we kunnen repareren. Het is ook eens een keer afstand nemen en kijken: wat is er in de samenleving aan de hand? Ik wil mevrouw Hermans meegeven dat de winstbelasting van bedrijven in de afgelopen 30 jaar van 49% naar effectief 6% of 7% is gegaan. Maar op de burgers wordt het geld verhaald. Dat betekent dat we een samenleving hebben die uit evenwicht is. Als zich dan een crisis voordoet, zie je dat een heleboel mensen het niet redden. Bedrijven redden het wel, maar mensen redden het niet. We hebben al jarenlang zo'n beetje de hoogste benzineprijzen. Dat is zo. Voor de Oekraïnecrisis zagen we al dat de gas- en elektriciteitsrekeningen enorm opliepen. Al in september of oktober, toen u aan het onderhandelen was, een beetje los van de samenleving, waren er burgers die zeiden: er vallen energiebedrijven om en ik moet nu het driedubbele betalen. Ik wil mevrouw Hermans meegeven dat we aan de ene kant goed moeten kijken hoe we elke keer bij een crisis iets moeten aanpassen, maar we moeten onszelf ook fundamenteel de vraag stellen of we, onder leiderschap van de VVD, een samenleving hebben gebouwd die uit evenwicht is, die op onderdelen niet eerlijk is en waar miljoenen Nederlanders het lastig hebben.

Mevrouw Hermans (VVD):

In het najaar is onderhandeld over het coalitieakkoord. We zagen toen inderdaad de prijzen stijgen. In die tijd heeft het kabinet besloten om al een eerste bedrag beschikbaar te stellen om de energierekening te verlagen. In dat coalitieakkoord waarover toen onderhandeld werd, hebben we juist de afstand genomen. We hebben gekeken: wat zijn nou de grote opgaven voor de toekomst, wat zijn de grote vraagstukken waar dit land voor staat, wat moeten wij doen om ervoor te zorgen dat dit land er ook in de toekomst stevig en sterk voor staat? Dat heeft geleid tot flinke investeringen in het onderwijs. Dat heeft ertoe geleid dat we hebben gezegd: we gaan nu écht serieus en ambitieus met de klimaatdoelstellingen aan de slag. Precies dat zien we nu in de oorlog gebeuren. De heer Paternotte noemde het net al in een interruptie bij de heer Wilders: de ontzettende afhankelijkheid van Rusland maakt dat we nu met extreme prijsstijgingen te maken hebben. Wij moeten dus onafhankelijk worden van Rusland. Dat gaat weer leiden tot ander gebruik van brandstoffen. Al die capaciteit daarvoor moet ook beschikbaar zijn in dit land. Maar we hebben een coalitieakkoord waarin we zeggen: dit zijn de grote vraagstukken voor de toekomst. Daar kwam even midscheeps een vreselijke gebeurtenis, namelijk een oorlog, doorheen. Met dat alles proberen we nu een aanpak te maken en de dingen te doen die het juiste zijn voor dit land.

De heer Azarkan (DENK):

Ik heb nu een discussie met mevrouw Hermans waarin zij elke keer Rusland als grote verklaring aanhaalt voor datgene wat er aan de hand is. Ik vind dat we daar voorbij moeten. Ik vind dat we onderliggend moeten kijken wat er in de afgelopen jaren, de afgelopen tien à vijftien jaar, is gebouwd aan de samenleving. Daar zitten fundamentele ongelijkheden in. Daar zitten ongelijkheden in waardoor burgers het heel zwaar hebben en bedrijven relatief makkelijk. Inkomsten uit vermogen worden nauwelijks belast, terwijl je als je werkt, als je €30.000 verdient, 38% belasting betaalt. Dat zijn ongelij… Dat zijn onevenwichtigheden. Hoe je het ook noemt: het leidt ertoe dat burgers het bij tegenslag heel zwaar hebben. We kunnen natuurlijk wel verwachten dat er nooit iets gebeurt, maar als leider moet je kijken in de samenleving en daarbuiten welke risico's er allemaal op ons afkomen.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik gebruikte Rusland één keer in reactie op een vraag van de heer Azarkan. Het is dus niet heel terecht om dat in het belachelijke te trekken. Als het gaat over reflecteren: ik geloof dat u de VVD heel veel kunt verwijten, maar niet dat wij niet reflecteren op ons eigen handelen. Ik heb dat afgelopen zaterdag op ons congres nog gedaan. Een van de dingen ging precies daarover. Dat ging precies daarover. Het ging over de balans in ons land tussen het heffen van belasting op vermogen en winst, zo u wilt, en het heffen van belasting op arbeid. Dan is voor mij het vertrekpunt dat werken moet lonen. Ik zou de lasten op arbeid dus heel graag omlaag willen. Ik wil naar een balans die past en die klopt, waar de bakker niet meer belasting betaalt dan de pandjesbaas en waar de tandartsassistent met hard werken niet meer betaalt dan iemand die leeft van het rendement op zijn vermogen. Dat zijn dingen waar we over na moeten denken. Daar ben ik toe bereid. Daar is de VVD toe bereid. Dat moeten we echter zorgvuldig doen, want de neiging hier in deze Kamer is nog weleens dat we alles over één kam scheren, al het vermogen op één hoop gooien en dan denken dat we het met één maatregel hebben opgelost. Daar wil ik voor waken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik herken dat de problemen in de afgelopen maanden groter zijn geworden. Tegelijkertijd moet ik constateren dat onder andere mijn fractie in het najaar al zei en in het voorjaar herhaalde: de maatregelen die het kabinet nu heeft genomen, zijn op zich goed, maar ze zijn te ongericht en onvoldoende. Dat zien we nu terug. Dat zien we terug in de voorspellingen van het CPB. Dat zegt dat niet volgend jaar, maar al dit jaar 1,2 miljoen mensen niet meer kunnen rondkomen. Mevrouw Hermans ziet dat ook. Mijn vraag is dan ook: wat gaan we op dit moment, nú, doen? Het is mooi dat u een solidariteitsheffing, waar wij samen met GroenLinks al lang voor pleiten, omarmt. Maar als die alleen wordt onderzocht en er nu geen concrete maatregelen worden genomen, worden mensen niet geholpen. Dus waarom doen we bijvoorbeeld niet al dit jaar een extra toeslag van €500 om juist die gezinnen, die hardwerkende Nederlanders, te helpen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Mevrouw Kuiken stipt een heel terecht probleem aan, namelijk: hoe neem je nu de maatregelen gericht op de gezinnen en de huishoudens waar de problemen op dit moment het grootst zijn? Dat is natuurlijk altijd het dilemma waar we in zitten. Als je snel, van vandaag op morgen, iets wil doen om mensen te helpen, kom je altijd uit op generieke maatregelen. Dan is het veel lastiger om het zo te sturen dat het op de goede plek terechtkomt. Onze politieke wensen hier zijn vaak om het sneller te doen. Dat is ook logisch, want wij allemaal staan voortdurend in contact met mensen, bedrijven en ondernemers in het land die ons hun problemen voorhouden. Maar als je echt heel gericht maatregelen wil nemen, staan die politieke wensen en de realiteit nog weleens op gespannen voet met elkaar.

Dan de vraag van mevrouw Kuiken over de toelage via de zorgtoeslag. Ook dat vind ik echt een creatief voorstel. Dan zoek je naar iets waarmee je nog dit jaar iets kan doen, zonder dat je daarvoor hele nieuwe systemen en regelingen moet optuigen. Voor mij zit daar echter één vraag aan vast. Het CPB, dat mevrouw Kuiken terecht aanhaalde, zegt dat niet alleen de lagere inkomens nu met problemen te maken hebben, maar ook de middeninkomens, de middengroepen. Mijn vraag aan mevrouw Kuiken zou eigenlijk zijn hoe je met het voorstel waar zij mee speelt of over nadenkt, ook iets doet voor die groepen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Deels. Deels kun je dat doen door voor meer groepen de huren te bevriezen of te verlagen en op andere manieren gerichte maatregelen te nemen. Als we daarover het gesprek voeren, komen we er wel uit. We moeten het er alleen eerst over eens zijn dat de problemen acuut zijn, dat de gezinnen niet kunnen wachten tot de najaarsbegrotingen. Ze moeten nu helderheid hebben. Dat kan ook, want we zeiden in het najaar al: onderneem actie. We zeiden in het voorjaar: onderneem actie. Toen we koffie gingen drinken met minister Kaag en premier Rutte, zeiden we: onderneem nu actie. We denken met u mee en we doen heel gerichte voorstellen om mensen met gewone banen, lage inkomens en middeninkomens te ondersteunen. Mijn oprechte vraag aan u is nu: voelt u het momentum ook? Voelt u ook dat het nu moet, dat we niet kunnen wachten om te onderzoeken en te verkennen, maar dat we nu afspraken met elkaar moeten maken, met concrete moties en amendementen, om het te realiseren?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik voel de urgentie enorm, omdat ik de verhalen waar de heer Wilders het over had en waar ongetwijfeld collega's in hun inbreng ook nog aan gaan refereren, herken. Die verhalen hoor ik ook. Ik zou ook dolgraag iets willen doen. Maar ik probeer in die zin wel een beetje reëel te zijn over wat er op welke termijn kan. Als wij vandaag een motie aannemen, is het namelijk niet morgen geregeld. Dingen hebben ook tijd nodig om uitgewerkt te worden. Daarmee zeg ik dus niet dat ik het niet zou willen, en beweeg ik er niet van weg. Ik vind wel dat we realistisch moeten zijn: zeggen dat we iets willen, betekent niet dat het morgen geregeld is.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat ben ik dus fundamenteel met u oneens. Wij hebben een geschiedenis samen, mevrouw Hermans. Wij weten dat er veel kan als je iets wilt. Dat kan nu ook, maar het gaat wel om politieke wil. Het gaat om erkennen dat de lat omhoog moet, dat er nu actie nodig is, dat mensen niet kunnen leven van een boterham met tevredenheid, maar dat ze nu gerichte politiek nodig hebben van u, van het kabinet. Het kan op dit moment geregeld worden, zodat mensen weten waar ze staan in het najaar. Dan kan die onzekerheid weggenomen worden van 1,2 miljoen mensen die straks in de kou staan, niet meer naar zwemles toegaan of geen boodschappen meer kunnen halen bij de Aldi, omdat ze het gewoon niet meer kunnen betalen. En dat zou echt onnodig zonde zijn. Ik hoop dat u zelf hoort dat het anders en beter kan.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik denk toch dat mevrouw Kuiken mijn woorden een beetje uit hun verband rukt. Ik zeg dat ik de urgentie deel. Ik wil ook heel graag dat er iets gebeurt. Het enige wat ik zeg, is dat het niet morgen of overmorgen geregeld is als wij vandaag een motie aannemen. Ik zou dolgraag willen dat het ons vandaag lukt om met elkaar een richting te bepalen waardoor we kunnen zeggen: zo kunnen we dus dit jaar nog iets doen aan die financiële druk op huishoudens. Dat kost altijd even tijd, maar dat is wat anders dan zeggen: we duwen het wel voor ons uit en we zien t.z.t. wel. Dat zeg ik dus niet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wat is het voorstel van de VVD vandaag om dit jaar iets te doen voor de mensen die nu niet kunnen rondkomen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik was nog niet bij dat deel van mijn betoog aangekomen. Maar mijn vraag aan het kabinet zou zijn: wat zijn de knoppen waar je dit jaar nog aan kan draaien? Daarom heb ik net tegen mevrouw Kuiken gezegd dat ik de gedachte van de zorgtoeslag helemaal niet oninteressant vind. Maar welke knoppen zijn er nog meer? Want ik wil juist die middengroepen bereiken. Als je dit jaar nog iets kan doen, wil ik dat je daarmee ook hen bereikt. Welke mogelijkheden zijn er om dat te betalen? Want — dat zeg ik toch ook maar even — voor niets gaat de zon op. We moeten het ook betalen. We hebben al het idee van de solidariteitsheffing voorbij horen komen. Ik zou daar de mogelijkheid van een dekking aan toe willen voegen: wat kunnen we met die verhoogde btw-opbrengsten? Zouden we die ook kunnen inzetten om mensen thuis gericht te kunnen ondersteunen?

De heer Klaver (GroenLinks):

Het spijt me vreselijk, maar dit is echt gratis medelijden, door hier te zeggen: ik voel ook de urgentie en ik vraag het kabinet welke knoppen we hebben om aan te draaien. Op 18 februari hebben we een debat gevoerd met het kabinet dat hierover ging. Op 22 maart hebben we alle opties doorgeakkerd met het kabinet en gekeken waar de mogelijkheden liggen. U heeft onderhandeld over de Voorjaarsnota. Daar had u moeten spreken over de vraag aan welke knoppen we kunnen draaien. U zegt nu: ik zou nu wel willen weten wat we zouden kunnen doen. Dat is laat, veel te laat, zeker voor een coalitiepartij. We hebben al eerder voorstellen gedaan over de zorgtoeslag. De staatssecretaris heeft toen gezegd: er zitten uitvoeringsrisico's aan, maar het kan. Dus dan ligt de vraag niet meer bij het kabinet, maar bij ons: zijn wij bereid om die risico's te nemen? Bent u bereid om die risico's te nemen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik neem echt afstand van het beeld dat er helemaal niets gebeurt of dat wij helemaal niets gedaan zouden hebben. In april is er een fors koopkrachtpakket gepresenteerd. Dat gaat over accijnzen aan de pomp, over btw-verlaging en een verhoging van de toelagen voor gezinnen met lage inkomens. Dat is echt niet niks, en dat nog boven op het pakket dat we eind vorig jaar al gedaan hebben. Al deze maatregelen lopen door tot het eind van dit jaar. Zeg ik daarmee dat het voldoende is? Zeg ik daarmee dat het genoeg is? Ik erken ook dat er nog meer nodig is, maar ik probeer wel een beetje de realiteit in het oog te houden, in de zin dat we niet moeten doen dat als we vandaag iets besluiten, het morgen geregeld is. Dat is één. Twee: dat voor niets de zon opgaat, geldt helaas ook hierbij. Als we een maatregel hebben gevonden die gericht de huishoudens raakt die we willen raken, moeten we die ook kunnen betalen met elkaar.

De heer Klaver (GroenLinks):

Sorry, maar dit is een debattruc. Dit gebeurt de hele tijd. U probeert nu tegen mij te zeggen: u zegt dat het kabinet niets doet. Dat heb ik in de vorige debatten niet gezegd — ik heb alle bijdragen van toen teruggelezen — en dat heb ik nu ook niet gezegd. Ik spreek u erop aan dat de kosten voor mensen nog hoger oplopen en dat de groep tot anderhalf keer modaal echt het bokje is en dat we daar iets voor moeten doen, dat daar opties voor zijn. Het is onze keus om niet te vragen aan het kabinet wat er nog kan, maar om er zelf vorm aan te geven. Als ik het goed hoor is de VVD dit debat in gewandeld zonder een idee, zonder een voorstel over hoe we nog iets extra's zouden kunnen doen. Ik vind dat ernstig, want ik voel de urgentie. Wat hebben mensen in Nederland die nu niet kunnen rondkomen eraan als de VVD zegt: ja, we voelen de urgentie maar we komen niet met een voorstel om er iets aan te doen? Dat kan toch niet?

Mevrouw Hermans (VVD):

We leven in een wereld waarin er ongelofelijk veel aan de hand is. Sinds de oorlog in Oekraïne trillen alle zekerheden die we hadden op hun grondvesten. Dat raakt op heel veel manieren ons leven en de mensen thuis en de ondernemers ook zeker in hun portemonnee. Het is superheftig als je je aan het eind van de maand zorgen moet maken of je de eindjes aan elkaar kunt knopen, of dat je op zondag moet besluiten het familiebezoek even te laten zitten omdat de benzinekosten zo hoog zijn. Dus ik wil ook dat we alles op alles zetten om te kijken wat we extra kunnen doen. Wat kunnen we doen om die gezinnen, waar de druk op dit moment het allerhoogst is, gericht te raken? Ik heb gezegd dat ik die zorgtoeslag, dat idee van uw partij en de PvdA dat zat in het "hoofd boven water"-pakket, zoals dat volgens mij uit mijn hoofd heet, een optie vind waar we serieus naar moeten kijken. Ik voegde er wel aan toe: raken we daarmee ook de middeninkomens? Er is nu een aantal dingen gedaan, zoals ten aanzien van btw en accijnzen, en die lopen nog dit jaar. Mijn vraag aan het kabinet is of er mogelijk nog iets extra's kan worden gedaan, betaald uit die extra btw-opbrengsten die er nu zijn. Dat zou een van mijn vragen, ideeën zijn. Dat is de bereidheid die ik toon en die we volgens mij hier met z'n allen moeten tonen. Aan het einde van het debat moeten we dan kijken waar we elkaar kunnen vinden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mevrouw Hermans weet dat ik haar open houding altijd buitengewoon waardeer en meestal ook omarm in debatten, maar ik heb toch moeite met wat hier nu gebeurt. Het is namelijk niet een nieuw voorstel. U stelt vragen naar de bekende weg. We weten wat de toeslaggrenzen zijn. We weten dat dit middeninkomens helpt. We weten dat waar het gaat om de zorgtoeslag in relatie tot een gezinsinkomen van €40.000, dus ongeveer modaal, je deze mensen daarmee kunt helpen. Die antwoorden liggen er al. We hebben het hier zo vaak over het vertrouwen dat mensen in de politiek moeten kunnen hebben. Dan moeten ze ook weten dat hier mensen staan die weten waar ze over spreken en die niet open deuren intrappen richting het kabinet en vragen naar de bekende weg. U weet het of zou het in ieder geval moeten weten. Dit is een hele gerichte maatregel. We kunnen mensen helpen. Het kost twee miljard. Er zijn twee vragen die we daarbij moeten beantwoorden. Er zitten uitvoeringsrisico's aan. Zijn we bereid die risico's te nemen? De tweede is of we bereid zijn daar ongeveer 2 miljard euro voor te betalen. That's it! Wij praten hier al sinds het voorjaar over. Dit is niet iets wat we vorige week hebben bedacht. Sinds het voorjaar! Dan verwacht ik dat de grootste partij van Nederland niet zegt: interessant, we gaan ernaar kijken. U had er al naar moeten kijken. U had hier moeten zeggen: "we gaan dit doen", of: "we gaan dit niet doen". Of u komt straks met interessante vragen terug over iets wat misschien nog ingewikkeld is. Maar wat u nu doet, is open deuren intrappen, want u kent alle antwoorden al.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik ben het echt fundamenteel met de heer Klaver oneens. Ja, in het voorjaar is dit voorstel ook een keer voorbijgekomen. Toen heeft het kabinet keuzes gemaakt om met de btw en de accijnzen dingen te doen. Nu staan we voor de vraag of we nu nog bereid zijn iets extra's te doen. Dan zeg ik dat ik die zorgtoeslag helemaal geen gekke, geen rare gedachte vind. Ik heb daar vragen over. Die heb ik voorbereid om bij uw inbreng en bij die van mevrouw Kuiken te stellen. Dat ga ik dus ook doen. Ik heb zelf ook een paar vragen aan het kabinet. Aan het einde van de dag maken wij hier met elkaar de balans op waar we een meerderheid zien om gericht iets te kunnen doen voor de mensen bij wie de druk hoog is en ook met een financiering, een dekking, waarmee we allemaal kunnen leven.

De voorzitter:

De heer Dassen en dan de heer Eerdmans. U kunt gewoon zelf naar de interruptiemicrofoon lopen. U hoeft niet te wachten tot ik u het woord geef. De heer Dassen als eerste.

De heer Dassen (Volt):

"Alles op alles zetten", dat is wat ik nu een paar keer hoor bij mevrouw Hermans. Een crisis vraagt ook om solidariteit. In andere landen hebben ze dat beter bekeken. In Italië, Spanje, de UK, maar ook in België en Roemenië kijken ze naar een meevallersheffing aan de hand van een windfall tax. Ik snap heel goed dat mevrouw Hermans zegt: we kunnen niet alles morgen geregeld hebben. Daarom hadden we hier ook al maanden geleden mee moeten beginnen. Volt heeft toen ook al aan het kabinet gevraagd om te kijken of zo'n windfall tax, zo'n meevallersheffing, in Nederland ook ging werken. De beantwoording is uitgesteld, dus we hebben daar nog geen antwoord op. Ik ben ook benieuwd wat er vanuit het kabinet gaat komen. Het moet wel heel snel geregeld worden. We hebben het bij de coronacrisis gezien. Toen waren er bedrijven, farmaceutische bedrijven, die enorm profiteerden, terwijl andere bedrijven gecompenseerd moesten worden. Nu zien we het weer. Kwetsbare huishoudens kunnen niet meer rondkomen. De heer Wilders gaf net een hele voorzet. Die zouden gecompenseerd kunnen worden via die meevallersheffing van grote energie- en grondstofbedrijven. Als we het hierover eens zijn en in de toekomst weer tegen zo'n crisis aanlopen, is mevrouw Hermans het dan met mij eens dat het kabinet vandaag nog aan de slag moet gaan om een juridische basis te creëren in het Belastingplan 2023 om te zorgen dat er, als we in een crisis komen te zitten, meteen gehandeld kan worden en er dan dus niet weer uitstel moet komen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik heb in reactie op de vraag van mevrouw Marijnissen aangegeven hoe ik naar de solidariteitsheffing kijk. Ik wijs die niet op voorhand af, maar ik heb er wel een heel aantal vragen bij. U vraagt mij nu gelijk of we het in de wet kunnen zetten. Daarop is mijn antwoord nu toch echt nee. Ik wil daar eerst een aantal antwoorden van het kabinet over krijgen.

De heer Dassen (Volt):

Dat is precies niet wat ik vraag. Ik vraag of we een grondslag kunnen creëren, zodat we dat in de toekomt kunnen regelen op het moment dat we dat graag zouden willen, om te voorkomen dat we dan weer achter de feiten aan lopen en daar vervolgens weer op moeten wachten. Willen we dat in het Belastingplan 2023, dan moet daar vandaag mee begonnen worden, hebben wij teruggekregen. Anders is het gewoon niet meer haalbaar.

Mevrouw Hermans (VVD):

Dan vraagt de heer Dassen toch aan mij of ik nu bereid ben om het in de wet te zetten en daarmee dus bereid ben om het instrument in te zetten? Ik wijs het absoluut niet op voorhand af, maar ik heb gewoon een aantal vragen. Ik wil een aantal dingen weten van het kabinet voordat ik ga zeggen of ik het überhaupt een goed idee vind. Als het antwoord daarop ja is, dan kunnen we kijken wat je in de wet moet regelen. Nu worden de dingen wel een beetje in de omgekeerde volgorde gedaan.

De heer Dassen (Volt):

Precies niet, want wij willen er juist voor zorgen dat die grondslag er is, zodat het, als mevrouw Hermans het ermee eens is, meteen doorgevoerd kan worden. Daar komen we nu niet uit. Ik ben ook nog benieuwd hoe mevrouw Hermans kijkt naar het plan om met het bedrag dat we daar eventueel mee op zouden kunnen halen mensen heel gericht te compenseren via een verdubbeling van de zorgtoeslag. Daardoor worden de mensen die het het hardst nodig hebben heel gericht gecompenseerd. Dan hebben we dus niet die generieke maatregelen waarvan het CPB ook zegt dat die niet doelmatig en effectief zijn, maar helpen we juist die kwetsbare huishoudens.

Mevrouw Hermans (VVD):

De vraag over de zorgtoeslag en die optie kreeg ik net ook van mevrouw Kuiken en de heer Klaver. Ik heb daarvan gezegd dat ik mij die route kan voorstellen. De vraag blijft voor mij over of we daarmee ook de middeninkomens, de middengroepen, raken die nu ook echt de klappen van de crisis voelen.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik hoorde mevrouw Hermans in haar bijdrage over de oorlog in Oekraïne praten. In perspectief hadden wij voor die oorlog hier de hoogste benzineprijs ter wereld, op Hongkong na geloof ik. En voor de oorlog heeft het kabinet-Rutte de btw verhoogd. We gaan, denk ik, de oorlog niet als vergoelijking gebruiken voor het beleid dat daaronder ligt. Ik ben blij dat u dat enigszins schoorvoetend toegaf. Maar de kern van dit debat wordt niet geraakt. De kern is dat wij de prijzen in Nederland kunstmatig zo hoog hebben gemaakt, omdat je bij een tankbeurt de helft afdraagt aan de staatskas van mevrouw Kaag, omdat je weet dat de helft van de energiebelasting ook naar de overheid gaat. Kortom, ons systeem is pervers. We dragen te veel af. Juist in een tijd van noden, zoals dat nu ook wordt gevoeld, en de wens tot koopkrachtverbetering, is mijn vraag aan mevrouw Hermans: accepteert de VVD dat wij het mes veel forser in die afdrachten moeten zetten? Mensen met een boodschappenkar betalen nog steeds zo veel btw. Wij hebben voorgesteld om de btw in tijden van crisis naar nul te brengen. In tijden van crisis moet je de mensen helpen. Is deze boodschap bij de VVD geland?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik heb op weg naar dit debat heel veel voorstellen voorbij zien komen en ideeën gehoord over wat je kan doen om de koopkrachtproblemen aan te pakken. We hebben het net over een route via de zorgtoeslag gehad. Btw en accijnzen zijn daar ook voorbeelden van. Het kabinet heeft daar in april al stappen op gezet. Ik ben in principe bereid om naar een heleboel varianten en voorstellen te kijken, maar aan het einde van de dag komt het ook aan op de vraag hoe we het betalen. En daarover verschillen we nogal van mening.

De heer Eerdmans (JA21):

Dat denk ik niet, eigenlijk. Ik denk dat wij dichter bij mekaar zitten dan u en meneer Paternotte op dat punt. Het is mij al vaker duidelijk geworden dat D66 de broek aan heeft in het kabinet, helaas. Dat moet veranderen. Als u naar de miljarden kijkt in de "groene grabbelton van D66", zoals wij dat plegen te noemen, zou je inderdaad bijvoorbeeld het Duitse voorstel kunnen volgen door de accijnzen en de btw op de literprijs aan de pomp veel verder omlaag te brengen. Dat scheelt je namelijk wel €25 op een volle tankbeurt. De pomphouders willen dat ook graag in Nederland. Het is jammer dat de keuze gaat naar een eeuwigdurend voortschrijdend klimaatbeleid zonder effect, boven de kosten van de mensen die op een auto zijn aangewezen, naar het werk moeten rijden en, onder andere dankzij uw beleid, de helft van de literprijs gewoon aan de Staat moeten afdragen. Dat is toch gewoon graaien van de burgers? Dat is toch geen sociaal beleid?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ergens midden in het lange betoog van de heer Eerdmans zit precies het verschil tussen zijn partij en die van mij. Het gaat namelijk over het belang van en de waarde die je aan het klimaat toekent. Het klimaatprobleem moet worden opgelost en ook het stikstofprobleem moet worden opgelost. En ja, daarin investeert dit kabinet flink en fors. Het is ongelofelijk belangrijk om het probleem in de natuur dat we met stikstof hebben, op te lossen en om het probleem dat we met het klimaat hebben, op te lossen. Laten we zorgen dat we dit land schoon doorgeven aan volgende generaties. Er is een tweede, heel belangrijke reden bijgekomen. Door de oorlog in Oekraïne zien we dat we zo snel als mogelijk onafhankelijk moeten worden van Rusland.

De heer Eerdmans (JA21):

Het grote verschil is dat u het klimaat wil aanpassen, de wereldtemperatuur, en dat wij ons willen aanpassen aan het klimaat. Dat is JA21. Klimaatrealisme noem je dat. En wij willen niet de hele grabbelton volgooien met miljarden voor een effect dat door China in een paar uur weer ongedaan wordt gemaakt. Wij willen niet het hele land vol zetten met windturbines, enzovoort en zo verder. Daarin verschillen wij nogal. Volgens mij vindt u dat in uw hart ook zonde van het geld, want zo ken ik de VVD nog. Maar u zit op schoot bij D66 en betaalt daar de prijs voor. Dat is heel triest, want wij vinden dat dit een prijs is die niet betaald moet worden. Het gaat ten koste van de mensen die door de linkse partijen en in de bijdrage van de heer Wilders benoemd worden. Jazeker, die mensen hebben het einde van de week niet meer in zicht. Daar zou u zich veel meer om moeten bekommeren. For the record, wij geven ook om het klimaat, maar niet om zinloos miljarden uit te geven aan een bodemloze put. Daar zit het grote verschil in.

Mevrouw Hermans (VVD):

Het is volstrekt onrealistisch om te denken dat je het klimaatprobleem kunt oplossen met adaptatie. Realisme is dat je een heleboel dingen tegelijk moet doen: windenergie, zonne-energie, adaptatie — ja, daar moeten we ook naar kijken — en kernenergie. Ik weet dat de heer Eerdmans daar ook voorstander van is. Zijn partij denkt dat het met alleen kernenergie is opgelost. Dat lijkt mij wat onrealistisch. Volgens mij hebben we een keurig en gebalanceerd pakket om die gigantische klimaatdoelstelling die we hebben, en waar wij ons honderd procent achter scharen, te realiseren, en dat ook nog op een manier die een beetje betaalbaar is voor iedereen.

De voorzitter:

De heer Van Raan en dan de heer Stoffer.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik denk dat het winst is dat mevrouw Hermans van de VVD zegt dat bepaalde systeemeigenschappen, bepaalde systeemkenmerken, achterhaald zijn. We komen uit een periode van veel private winsten, het onttrekken van publieke waarde en daar inderdaad naar doorstromen. Dat is winst. Dat is in ieder geval een erkenning dat een systeemverandering misschien wel nodig is, iets dat mijn fractievoorzitter vaak zegt. De analyse van de heer Azarkan dat de verschillen te groot zijn geworden, deel ik ook. Maar het gaat er ook om dat je bij wat je nu probeert op te lossen geen middelen gebruikt die je later nodig hebt om het andere probleem op te lossen, de klimaatcrisis. Mevrouw Hermans had het er zelf al over. Een deel van de problemen die nu ontstaan zijn door die systeemproblemen, gaan we oplossen met het halen van geld uit het Klimaatfonds. In de Voorjaarsnota staat de stelling geschreven "we houden de doelen intact met minder geld". Dan moet je efficiënter gaan werken. Dat is de lijn van het kabinet. Dat betekent ook dat je hardere normering moet stellen, betere wetgeving moet hebben, betere handhaving, meer besparing. Mijn vraag is: is mevrouw Hermans het met de Partij voor de Dieren eens dat we daaraan moeten werken? Vind ik mevrouw Hermans aan mijn zijde als we daar voorstellen voor gaan doen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Met het hele pakket aan maatregelen dat nu voorligt, lag er ook een grote financiële opgave om de uitgaven te kunnen dekken. Daarvoor hebben we een aantal lastenverzwaringen moeten doorvoeren, helaas maar begrijpelijk in het grote verhaal. We hebben ook naar de uitgaven gekeken. Ik zei al in het begin van mijn bijdrage dat dat altijd pijnlijk en lastig is. Ja, we hebben ook naar de fondsen gekeken, ook naar het Klimaatfonds. Naar de overtuiging van de VVD kunnen we met het bedrag dat we nu uit het Klimaatfonds halen een bijdrage leveren aan die andere grote opgaven die er ook zijn. Het is nu niet nodig om verder te gaan normeren of beprijzen. We houden natuurlijk in de gaten of we de doelen, de gestelde ambities halen, want die hebben we afgesproken. Die mogen verder niet onder druk komen te staan. Bij de verdere uitvoering van het klimaatbeleid zullen we heel goed in de gaten moeten houden of we met het pakket aan maatregelen dat we nu hebben afgesproken, gecombineerd met het geld dat daarvoor beschikbaar is, op het pad blijven om die doelstellingen te halen.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat klinkt raar. Het is ook lastig uit te leggen. Misschien moet mevrouw Hermans het nog een keer doen. We hebben die doelen gesteld. Mevrouw Hermans zegt dat we daar een pakket en een financiering voor hebben. Je haalt een deel van die financiering weg uit een pakket dat misschien nog niet helemaal op vijf cijfers achter de komma is uitgerekend, zoals de minister-president zegt. Maar je neemt wel een risico door het bedrag te verminderen. Is mevrouw Hermans, om dat risico te verkleinen en dus niet te gokken met de toekomst, bereid om bijvoorbeeld de normering aan te scherpen of meer te gaan handhaven op de besparingsplicht, dat soort zaken?

Mevrouw Hermans (VVD):

Tegenover het halen van een beetje geld uit het fonds, staat één maatregel die de heer Jetten heeft aangekondigd aan de Kamer. Ik moet u bekennen dat ik even niet meer scherp heb welke maatregel dat is. Er is één maatregel genomen. Als u daar prijs op stelt, wil ik daar in tweede termijn op terugkomen.

De heer Stoffer (SGP):

Het doet de SGP goed dat mevrouw Hermans benoemde dat de 2% van het bbp die wordt besteed aan Defensie, zodat eindelijk de Defensie-investeringen op orde zijn, een hoogtepunt is voor de VVD. Dat deed ons echt goed. Ik zou zeggen: laten we de schouders eronder zetten om te voorkomen dat we er ooit weer naartoe moeten. Laten we het vasthouden. Daar gaat mijn vraag niet over. Mijn vraag gaat over het onderwerp dat ook zo'n puzzel is voor mevrouw Hermans: hoe geven we de middenklasse, de middeninkomens, dat steuntje in de rug om nog een beetje normaal te kunnen leven? Ik heb daar weken op zitten puzzelen. Eindelijk dacht ik gisteren: volgens mij is de meest simpele en de meest zekere manier het verlagen van de eerste belastingschijf. Die loopt tot €69.000. Dan heb je de lage inkomens ook, net die groep die je wilt hebben. Mijn concrete vraag is: zou dat ook een oplossingsrichting zijn voor mevrouw Hermans en de VVD?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik denk dat het geen verrassing is dat de VVD het hartstikke mooi vindt, zoals ik net al zei over de last op arbeid, als je iets kunt doen aan de tarieven voor die schijf. Tegelijkertijd zei ik ook al: alles wat wij hier willen doen om lasten te verlichten en koopkrachtdruk te verlagen, kost geld. Dat geldt zeker voor het voorstel dat de heer Stoffer hier doet. Dat is nogal wat. Het komt dan weer aan op de vraag hoe we dat gaan betalen. Ik heb het al een paar keer gezegd, maar daar lopen de meningen natuurlijk wel wat over uiteen.

De heer Stoffer (SGP):

Dat kan ik me voorstellen. Ik vind het mooi om te horen dat deze oplossingsrichting er in ieder geval ligt. Ik heb van de staatssecretaris die in het vak zit dit jaar geleerd dat als je iets goeds en positiefs voor de mensen doet, je dat met terugwerkende kracht kunt doen. Dit zou dus al per 1 januari van dit jaar kunnen. We moeten dan met elkaar naar de dekking kijken. Die uitdaging zou ik graag willen aangaan. Die kunnen we natuurlijk pakken door te kijken of we iets kunnen doen met een aantal heffingskortingen enzovoorts. Als we die uitdaging willen aangaan, zou ik tussen de eerste en de tweede termijn graag willen kijken of we daar met elkaar uit kunnen komen. We zouden ook kunnen zeggen: laten we die tweede schijf volgend jaar een beetje ophogen. Daar sta ik best voor open, al kan dat niet dit jaar. Ik weet niet of mevrouw Hermans daar ook voor openstaat. In crisistijden moeten degenen die het net wél kunnen hebben — dat bent u, dat ben ik en dat is denk ik iedereen hier in de zaal — iets over hebben voor mensen met een middeninkomen die we zo graag willen helpen. Volgens mij hebben we geen andere optie dan deze en moeten we dit gewoon doen. Mijn concrete vraag is dus of we daar samen de schouders onder zullen zetten en zullen kijken of we daar met elkaar een meerderheid voor kunnen krijgen.

Mevrouw Hermans (VVD):

Het voorstel dat de heer Stoffer doet, vind ik in de kern interessant. Wel is het vrij groots en ingrijpend. Dit is niet iets wat je van vandaag op morgen even regelt. Ik vind het altijd goed om te kijken waar en hoever we samen kunnen komen, en of we collega's kunnen vinden die dit ook een goed idee vinden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Allereerst een opmerking naar aanleiding van de interruptie van de heer Stoffer. De 2%-grens is natuurlijk de ondergrens en niet de bovengrens. Het is heel mooi dat daar nu aan voldaan gaat worden, maar laten we dit als ondergrens beschouwen. We hebben daar nog nooit aan voldaan. Dat als eerste opmerking. Mijn tweede opmerking is: ik hoor de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne continu langskomen als een excuus. Ik wil graag van mevrouw Hermans weten welk prijsverhogend effect die oorlog had als het ging om bijvoorbeeld het afschakelen van de kolencentrales. Dat is ruim daarvoor gebeurd. Door het sluiten van het gasveld in Groningen werd onze afhankelijkheid vergroot en ging de gasprijs omhoog. Wat heeft dat te maken met de oorlog in Oekraïne? Wat heeft het openen van biomassacentrales voor vele miljarden te maken met de oorlog in Oekraïne? Wat heeft de migratiestroom en het daardoor exploderen van de woningmarkt daarmee te maken? Collega Eerdmans begon er net al over: wat heeft de stikstofhoax daarmee te maken? Dat heeft allemaal werkelijk niets te maken met de oorlog in Oekraïne en het heeft allemaal een prijsverhogend effect.

Mevrouw Hermans (VVD):

Het is heel makkelijk om mij nu woorden over de oorlog in de mond te leggen. De oorlog en wat er gebeurt in Oekraïne heb ik gebruikt om aan te geven dat de wereld nogal veranderd is sinds het debat over de regeringsverklaring. Heel veel voorbeelden die u noemt die raken aan het klimaatbeleid of het stikstofbeleid zijn maatregelen die al eerder genomen waren of waar wij in het coalitieakkoord afspraken met elkaar over gemaakt hebben. Dat is omdat we óók een stikstofprobleem met elkaar op te lossen hebben en óók een klimaatproblemen samen op te lossen hebben. Dat u dat anders ziet en dat u misschien wel ontkent dat dat probleem er is, vind ik allemaal prima. Mijn fractie, de VVD, neemt verantwoordelijkheid voor het oplossen van deze problemen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Laten we dan het stikstofprobleem bij de kop pakken. Ik ontken helemaal niet dat stikstof bestaat. Stikstof, N2, is een prachtig element. 80% van de lucht is stikstof. We gaan nu 25 miljard uitgeven, de hele boerenstand vernietigen en ons voedselprobleem naar de maan sturen. Dat is een dramatische situatie. Meer dan de helft van uw partij heeft nu gezegd dat we daarmee moeten stoppen. Het stikstofprobleem bestaat inderdaad niet. Als er stikstofoxide of stikstofdioxide neerslaat op een zandvlakte … Nee, laat dat mijn volgende vraag zijn. Wat gebeurt er als stikstofdioxide of stikstofoxide neerslaat op een zandvlakte of een heidegebied?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik ga reageren op iets wat de heer Van Haga in zijn inleiding zei, namelijk "we gaan de hele boerenstand vernietigen", of woorden van gelijke strekking. Ik gruwel van dat soort uitspraken. Ik vind dat verschrikkelijk en ik neem daar afstand van. Dat is op geen enkele manier wat nu beoogd is en wat bedoeld is met het kabinetsbeleid. Integendeel. Dit kabinet heeft gezegd — de VVD heeft het coalitieakkoord ondertekend, dus ik sta daarvoor — dat wij een probleem hebben met onze stikstofuitstoot. Dat heeft een gigantisch effect op onze natuur, die wij moeten doorgeven aan volgende generaties. Het aanpakken van de stikstofproblematiek is ook belangrijk voor de toekomst van de landbouw, want wij willen schone en vruchtbare landbouwgrond. Daarover gaan wij vanaf volgende week in debat, hier, maar daarna op heel veel plekken in het land. Wij gaan dan in gesprek in de provincies, met iedereen die daarbij betrokken is, om dat op een goede en nette manier te doen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dit is een hele emotionele reactie. Ik begrijp die wel, want het stikstofprobleem wordt gecreëerd door politicologen en bestuurskundigen die er werkelijk niets van begrijpen. Dus ik herhaal mijn vraag. We gaan 25 miljard uitgeven. De boerenstand kan niet meer slapen. De mensen kunnen hun rekeningen nu al niet meer betalen door al die absurde heffingen die in het verleden zijn ingevoerd. Mijn vraag was heel simpel: als stikstofoxide, stikstofdioxide neerslaat op een zandvlakte in een heidegebied, wat gebeurt er dan? Er is geen enkele dwang vanuit Europa of vanuit waar dan ook om natuurgebieden in stand te houden door stikstofuitstoot te verminderen. Zelfs als je dat zou willen, zelfs als je dat nuttig zou vinden, kun je dat op allerlei innovatieve manieren doen, maar niet door de boeren uit te kopen. Dus mijn vraag blijft staan: stikstofoxide of stikstofdioxide slaat neer op een zandvlakte; wat gebeurt er dan?

Mevrouw Hermans (VVD):

Stikstof slaat op heel veel plekken in het land neer en heeft ongelofelijk heftige effecten op de natuur en daarmee op onze waterkwaliteit en op heel veel andere vlakken. Het kabinet heeft gezegd dat we al heel veel jaren geleden met elkaar afspraken hebben gemaakt over de natuur en de staat van de natuur in ons land. Die hebben we verwaarloosd. Dat moeten we inhalen en dat moeten we rechtzetten. Daar staan we voor en daar gaan we voor. We gaan nu komen tot een aanpak om de doelen te halen die dit kabinet stelt en die in het coalitieakkoord gesteld worden. Dat gaan we op een zorgvuldige manier doen. Daarover gaan we in gesprek met provincies en met boeren. In aller-, aller-, allerlaatste instantie kan er sprake zijn van een maatregel die de heer Van Haga net noemde. Maar er zijn nog een heleboel stappen daarvoor. Daarover gaat het debat nog heel vaak gevoerd worden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik krijg geen antwoord, dus ik zal het antwoord zelf geven. Als er stikstofoxidedepositie plaatsvindt op een zandvlakte of op een heidegebied — dat is nota bene een transitiegebied — dan ontstaat daar uiteindelijk misschien een eikenbos. Dan komen er twijgjes omhoog en dan gaat het beter. Het is gewoon voeding. Dus er is geen enkel probleem. Het verbaast mij dat bij de VVD 49% tegen die moties heeft gestemd. En het verbaast me dat de VVD deze kans niet heeft aangegrepen om dit absurde voorstel van tafel te halen. Ik vind het wel mooi om te zien dat het CDA wél de ballen heeft om de stekker eruit te trekken.

Mevrouw Hermans (VVD):

Wat mij verbaast, is dat ik hier in een debat kom om te spreken over een groot probleem voor de toekomst van dit land, en dat u dit ontkent en klein maakt met de opmerking: ach, wat maakt het nou uit, een eikenbosje in plaats van een heidelandschap? Dat is helemaal niet de discussie waarover het gaat. Het gaat hier in de kern om de wijze waarop wij omgaan met de natuur in Nederland en hoe wij die doorgeven aan volgende generaties. En hoe wij ervoor zorgen dat de landbouwgrond vruchtbaar en schoon blijft, zodat er ook in de toekomst gebruik van kan worden gemaakt, al zal dat misschien gebeuren op een andere manier dan de manier waarop het nu gebeurt. Daarover gaat het gesprek met de provincies. Maar we zorgen er wel voor dat er ook een toekomst is voor de agrarische sector in dit land.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Segers, ChristenUnie, en dan de heer Wilders.

De heer Segers (ChristenUnie):

Als de heer Van Haga het niet erg vindt, wil ik het weer over de Voorjaarsnota hebben. Het onderwerp stikstof komt volgende week uitgebreid in het debat aan de orde. We zullen daar nog heel vaak over spreken, omdat het een heel groot vraagstuk is.

Toch weer terug naar de Voorjaarsnota. De solidariteitsheffing. Ik pak even de draad op van collega Dassen, die mevrouw Hermans vroeg of zij ervoor zou zijn om zo'n wettelijke grondslag te creëren. Nu weet ik niet of dit politieke onwil is, dan wel dat er sprake is van een misverstand, vandaar mijn vraag om dat even op te helderen. De vraag van de heer Dassen was: zou het niet goed zijn om een wettelijke grondslag te hebben, net zoals het Verenigd Koninkrijk of een land als Italië dat doet? Er is bijvoorbeeld een farmaceutisch bedrijf dat in coronatijd heel veel winst heeft gemaakt, of een supermarkt die heel veel minst maakt terwijl er elders moet worden gecompenseerd. In geval van crisis zou dan tijdelijk zo'n heffing kunnen worden toegepast. Het gaat er niet om dat wij nu besluiten om dat hier onmiddellijk toe te passen; het gaat erom dat middel in je hand te hebben om dat eventueel te kunnen toepassen. Staat de VVD-fractie daar open voor?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik heb gezegd hoe ik naar die solidariteitsheffing kijk. Ik vind het, zeker ook in deze discussie, een instrument om over na te denken, maar ik heb er ook vragen bij gesteld. Wat zijn nu de effecten van zo'n heffing in de specifieke situatie waar we voor staan? Wat doet het voor de investeringscapaciteit van deze bedrijven in de verduurzaming, die we ook zo belangrijk vinden? En aan de ander kant: wat doet het voor het vestigingsklimaat in het algemeen? Ik wil daar ook wel een beetje oog voor houden. Die vragen heb ik aan het kabinet en die zou ik graag beantwoord willen hebben. Nu wordt aan mij de vraag gesteld of we het vast in de wet kunnen gaan vastleggen. Het is geen politieke onwil als ik zeg dat ik dat even een stapje te ver vind gaan. Ik vind het van politiek degelijk en zorgvuldig je werk doen getuigen om eerst dat plaatje scherp te krijgen.

De heer Segers (ChristenUnie):

We weten dat andere landen het al toepassen. Ik noemde het Verenigd Koninkrijk en Italië, wat verwante landen zijn. Zij vinden het rechtvaardig om, als in extreme tijden exorbitante winsten worden gemaakt door enkele bedrijven en andere bedrijven het loodje dreigen te leggen, tijdelijk in te grijpen om het te kunnen doen. De vragen zijn hele legitieme vragen, maar die stel je als je het wilt toepassen. Wat doet het met een bedrijf? Is het rechtvaardig? Is het proportioneel? Dat zijn allemaal vragen die je toepast als je het middel in handen hebt. Alleen hebben we dat niet in handen. De vraag is of we dat niet in handen zouden moeten hebben.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik breng die twee vragen even samen in het specifieke probleem waar we nu voor staan. Ik wil eerst in zijn totaliteit antwoord op de vraag hebben wat zo'n heffing doet voor de investeringscapaciteit, wat het in het algemeen doet voor het vestigingsklimaat, om daarna, als we daar een beeld van hebben, te zeggen: zou dit een instrument moeten zijn dat je in de wet vastlegt, zodat je het kan toepassen als zich een specifieke situatie voordoet? Maar ik ga nu echt niet vooruitlopen op een wet.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wat de VVD-fractie niet wil, dat wil de VVD-fractie niet. Maar wat het doet met het vestigingsklimaat, hangt af van hoelang je het toepast en hoe hoog je het maakt. Dat zijn allemaal afgeleide discussies van de eerste discussie: vind je dat dit überhaupt in de gereedschapskist — om het woord nog maar eens te gebruiken — zou moeten zitten? Nog een keer: als verwante landen dat instrument hebben, dan vind ik het heel legitiem om de discussie te voeren over wat het doet, of het gerechtvaardigd is en of het proportioneel is. Maar ik zou het toch wel mooi vinden als de VVD-fractie de openheid heeft om dit instrument aan de gereedschapskist toe te willen voegen.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik heb op geen enkele manier gezegd dat ik niet bereid ben om over dit instrument na te denken en te kijken of het een rol kan spelen. Maar nu wordt mij gevraagd of we het vast in de wet kunnen zetten. Ik vind dat echt de verkeerde volgorde.

De heer Wilders (PVV):

Ik zou aan mevrouw Hermans willen vragen hoelang zij nog de ambitie heeft om de assistent, de tassendrager, van de heer Rutte te blijven.

Mevrouw Hermans (VVD):

Precies dit was voor mij de reden om hier zaterdag iets over te zeggen. Ik ga er verder niet meer op in. Ik merk dat het me echt raakt. Ik weet niet of dat u wat uitmaakt.

De voorzitter:

Meneer Wilders, zullen we het debat gewoon voeren op de inhoud?

De heer Wilders (PVV):

Ik ga over mijn eigen woorden, voorzitter. Ik heb niets verkeerds gezegd. Ik mag een vraag stellen. Ik zou het graag nader willen toelichten. Ik vind u nog steeds …

De voorzitter:

Meneer Wilders, mevrouw Hermans wil erop reageren. Ze is zover dat ze hierop kan reageren.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik wil hier heel graag op reageren. Ik sta hier als fractievoorzitter van de VVD, met de allerbeste intenties, om goede dingen voor Nederland te doen. Dat is wie ik ben. Dat doe ik met een open blik, met een open vizier. En ja, daarover kunnen we van mening verschillen, meneer Klaver, mevrouw Kuiken, mevrouw Marijnissen en ook u, meneer Wilders. Ik vind het prima om op de inhoud het debat te voeren, maar alsjeblieft op de inhoud en niet op de persoon.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Wilders (PVV):

Het was een rake vraag, zo te zien. U bent wat mij betreft, en ik mag mijn mening geven, nog steeds die tassendrager en die assistent van Rutte.

De heer Paternotte (D66):

Een punt van orde, voorzitter. Dit is een belediging.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb geen verkeerd woord gezegd. Ik heb gezegd wat ik vind en ik …

De voorzitter:

Meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Ik zou mijn zin graag willen afmaken.

De voorzitter:

Dat mag, maar daarna reageer ik.

De heer Wilders (PVV):

Nee, ik licht dat toe. U komt niet met één idee over wat u met de koopkracht van mensen zou willen doen. U komt met nul ideeën. U stelt alleen maar vragen aan de premier. "Ik heb vragen aan de premier. Kunnen we nog wat doen?" Als u echt een fractievoorzitter was geweest, dan had u tegen de premier gezegd: "Mark, meneer de premier, nu is het genoeg. We stoppen met het besteden van die miljarden aan stikstof en klimaat. We gaan niet weer, iedere keer opnieuw, miljarden per jaar aan asielzoekers geven. Dat zijn de verkeerde prioriteiten. Dat doen wij als VVD-fractie niet. Ik wil dat we daar nu mee stoppen en een deel gaan besteden aan de koopkracht van de Nederlanders." Dan bent u een fractievoorzitter. Wat u hier doet ... U staat hier. Ik twijfel er niet aan dat u goede bedoelingen heeft. Die zijn aan u meegegeven. Maar u stelt alleen maar vragen. U moet hem corrigeren. U moet zeggen: geen geld naar asiel en geen geld naar klimaat. U laat onze mensen nu in de steek, ook de middenstanders, ook de mensen met een modaal inkomen die op de VVD stemmen. U luistert alleen maar naar hem en daarom bent u de tassendrager van de heer Rutte.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik ben de fractievoorzitter van de VVD. Ik doe hier een inbreng namens de VVD. Ik heb vragen aan het kabinet. U wil dat ik uw wensen, uw eisen, uw dictaat, opleg aan het kabinet. Dat ga ik niet doen. Ik weiger om op dit moment meer geld uit het klimaatfonds te halen, omdat ik ook onafhankelijk van Rusland wil worden. Ik weiger om nu aan het stikstoffonds te komen, omdat ik wil dat we perspectief bieden aan de boeren. Ik weiger nog een heleboel van de absurde suggesties die u net deed. Ik stel mijn eigen vragen. Ik ga over mijn eigen inbreng. Wat ik wil, is dat wij hier met z'n allen zoeken naar een meerderheid. Ik heb allang opgegeven dat u de verantwoordelijkheid wil nemen om daaraan mee te doen, want dan zou u ook eens een keer een pijnlijke maatregel moeten nemen. Ik wil hier kijken of we met een meerderheid van de Kamer tot een paar voorstellen kunnen komen waarmee we nog dit jaar iets kunnen doen aan de koopkracht van de mensen. Ik realiseer me daarbij ook dat ik eerlijk moet zijn en dat we niet alle problemen kunnen oplossen.

De voorzitter:

Dank u wel. Een aantal collega's wil nog reageren. De heer Klaver, GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

In dit huis moeten we heel scherp met elkaar de degens kruisen. Ik ben het regelmatig volstrekt oneens met mevrouw Hermans. Ik kijk ernaar uit om het debat straks voort te zetten. Maar zoals ik vind dat niemand hier beoordeeld moet worden op of zijn vader of moeder in het Rifgebergte is geboren of op welke huidskleur hij heeft, vind ik ook dat iemand hier niet beoordeeld moet worden op wie zijn vader is, of zijn vader prominent bij de VVD is geweest, of op voor welke personen hij in zijn vorige carrière hebt gewerkt. Hier staat een individu die staat voor haar idealen en die daarvoor strijdt. Ik vind het voorgaande echt buiten alle perken en ik distantieer me ervan. Ik vind het belangrijk om dat te zeggen, ook als lid van de oppositie, omdat ik het debat hard wil kunnen voeren zonder dat dat gevolgen heeft voor persoonlijke relaties en de manier waarop je hier met elkaar omgaat. Ik vind dit onacceptabel.

De heer Paternotte (D66):

We hebben hier laatst met elkaar een debat over de omgangsvormen gehad. De heer Wilders deed daar niet aan mee. Hij vond dat blijkbaar niet de moeite waard. Maar Nederlanders hebben er helemaal geen zak aan dat hij hier met beledigingen het debat probeert te voeren in plaats van het echt te willen hebben over wat wij hier kunnen doen voor Nederlanders. Ik distantieer me daar dus ook van. Ik zou ook willen zeggen: laten wij in dit debat niet meewerken aan beledigingen. Als je daar toch behoefte aan hebt, ga dan alsjeblieft zitten.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik wil me daarbij aansluiten. Het debat over de omgangsvormen ging over het feit dat we niet op deze manier het debat moeten voeren. De aantijgingen van de heer Wilders zijn ten eerste onterecht. Daarnaast is het in algemene zin gewoon ... Ik hoor de heer Wilders "zeer terecht" zeggen. Als de heer Wilders echt een vent was, zou hij hier komen staan. Dan zou hij zijn excuus aanbieden en zeggen dat het geen pas geeft om het in dit debat zó op de man of de vrouw te spelen. Dan zou hij zelf op een waardigere manier het debat voeren. Dit geeft namelijk geen enkele pas en is zeer onterecht.

De voorzitter:

We gaan het debat weer vervolgen, op de inhoud. Ik geef weer het woord aan mevrouw Hermans.

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter, ik zal zo mijn betoog vervolgen. Ik had een paar maanden gelegen een zoomsessie met een schoolklas, in voorbereiding op het debat over de omgangsvormen. Een van de leerlingen van die klas zei tegen mij: ik wist niet dat volwassen mensen zo lelijk ruzie met elkaar konden maken. Volgens mij heb ik dit toen ook in het debat gezegd. Ik hoop niet dat die schoolklas nu kijkt en ziet wat er gebeurt. Ik hoop niet dat er jongens en meisjes in die klas zitten, die denken: ik laat die politiek maar even zitten, want het gaat daar alleen maar over elkaar en ze lopen daar ruzie te maken in plaats van dat ze met de goede dingen bezig zijn. Als die klas nu kijkt, dan zeg ik het volgende. Ik zeg dit ook tegen de mensen op de publieke tribune en andere mensen die kijken. Ik sta hier, en met mij heel veel collega's ... Dank ook voor de woorden net bij de interruptiemicrofoon. Wij staan hier allemaal om vanuit onze idealen en onze overtuigen met de goede dingen voor dit land bezig te zijn. En ja, dan zijn we het heel vaak met elkaar oneens. Daar moeten we snoeihard over debatteren. We zijn niet van suiker en kunnen daarover echt wel wat tegen elkaar zeggen. Maar ik trek wel een grens waar het persoonlijk wordt en persoonlijke belediging betreft. Nu trof het mij, maar ik hoor het ook vaak van andere collega's en ik zal mij daar met hand en tand tegen blijven verzetten.

(Applaus)

Mevrouw Hermans (VVD):

Voorzitter. Ik heb veel gezegd over de koopkracht. De koopkrachtreparatie is ook dit jaar voor de VVD een belangrijk punt. Het kabinet heeft met een aantal maatregelen de pijn verzacht, maar die is zeker niet weg. Sterker nog, het wordt steeds pittiger. We hebben het al gehad over het CPB-rapport dat laat zien dat steeds meer huishoudens in de knel komen, niet alleen de laagste inkomens, maar ook de gemiddelde huishoudens. Leraren, politieagenten, tandartsassistenten en bouwvakkers: de heel gewone middengroepen. Dit laat dus zien hoe groot de gevolgen zijn en dan kan de politiek niet op haar handen blijven zitten.

Ik hoor het kabinet soms weleens zeggen: we kunnen niet alles compenseren. En dat klopt. Dat is geen leuke boodschap, maar het is wel de eerlijke boodschap. Maar ik zeg daar wel bij: dat kan niet het einde zijn van de discussie. "We kunnen niet alles compenseren" mag niet de reden zijn om dan maar op je handen te blijven zitten. Het moet juist een aansporing zijn om al het mogelijke te doen. Er is al een aantal opties en varianten voorbijgekomen. Ik wil daar nog een aantal vragen aan toevoegen. Hoe garandeert het kabinet dat de btw- en de accijnsverlaging echt doorwerkt in de prijzen en niet blijft plakken bij een energiebedrijf of de tankstations? Hoe zorgen we dat werkgevers die hogere reiskostenvergoeding ook echt gaan geven? Hoe monitort het kabinet dit? En hoe kunnen we er extra voor zorgen dat dit soort maatregelen bij de middengroepen terechtkomt?

Zijn er nog knoppen om aan te draaien? Ik weet dat collega's deze vraag vervelend vinden, maar ik stel hem bewust. Toen wij over de Voorjaarsnota spraken en net dat koopkrachtpakket uit april met elkaar hadden afgesproken, zag ik even oprecht geen mogelijkheden en opties meer. Mijn vraag is dus echt: zijn er bij het kabinet in de periode daarna nog nieuwe ideeën naar boven gekomen en zo ja, welke zijn dat? Het zorgtoeslagidee, ik noem het nog maar een keer, is er echt een waar wij met een open houding naar willen kijken.

Voorzitter. Ik loop even een beetje door mijn tekst, want ik heb veel dingen al gezegd tijdens interrupties. Dit zijn belangrijke vragen die gaan over de koopkracht, want die hoge inflatie en de effecten van de oorlog zijn echt niet zomaar weg. We zullen moeten blijven kijken hoe we die middengroepen beschermen en hoe we ze sterker maken. Daarvoor zullen we alle registers open moeten trekken. Daarom was ik ook verbaasd toen ik vorige week las dat de werkgevers en de werknemers met het kabinet willen nadenken over manieren om de koopkracht te verbeteren en om werken meer lonend te maken, maar dat die gesprekken tot nu toe nog niet echt van de grond lijken te komen.

Wat mijn fractie betreft kunnen we niet snel genoeg beginnen met serieuze gesprekken met de sociale partners. Met de werkgevers moet het gaan over hogere lonen, het kabinet gaat over het meer lonend maken van werk, en met de vakbonden moeten we het gesprek voeren over hoe we meer uren kunnen gaan werken. Want de situatie waar we voor staan, is groot en complex en dat vraagt om samenwerking hier in de politiek, maar ook tussen kabinet, werkgevers en vakbonden. We hebben allemaal een rol in het verminderen van de financiële druk op mensen thuis en de VVD wil graag dat het kabinet daarover het gesprek aangaat, serieus aangaat. Graag een reactie daarop.

Voorzitter. Veel gedaan, veel te doen. Dat is wat mijn fractie betreft de beste manier om deze Voorjaarsnota te omschrijven. Nederland wordt veiliger, maar we moeten de mensen in Nederland, we moeten de middengroepen en het mkb sterker blijven maken, voor grip op hun toekomst.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Hermans. Er is nog een interruptie van de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb zitten luisteren en ik hoor helemaal niks. Ik hoor helemaal niks! U draagt met uw bijdrage nul komma nul bij! We kunnen het hier over omgangsvormen hebben. Dat interesseert mij ook helemaal niet, want ik sta hier om op te komen voor de mensen in Nederland, die hun boodschappen niet meer kunnen betalen, die hun energierekening niet meer kunnen betalen, die bij de apotheek staan en hun medicijnen niet meekrijgen omdat ze de bijbetaling niet kunnen betalen. Geen woord erover van de VVD! Helemaal niets! Heeft u nu niet zelf in de gaten, mevrouw Hermans, dat uw bijdrage als het gaat om de koopkracht van Nederlanders een hele grote nul is, dat u werkelijk niets heeft laten zien waar de mensen nu, dit jaar nog, iets aan hebben? U heeft vragen gesteld en nog een keer wat vragen gesteld. U heeft niet één eigen voorstel gedaan. Helemaal niets! Als het gaat om stikstof, als het gaat om klimaat, als het gaat om al die asielzoekers die binnenkomen, heeft u allemaal zo'n grote mond, maar als het gaat om wat we nu voor de mensen doen: een hele grote nul. Mag ik dan vragen: hoe zou u dat noemen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik ben het van a tot z oneens met de reactie van de heer Wilders op mijn betoog. Ik heb een heel aantal vragen gesteld. Ik heb in reactie op interrupties aangegeven hoe wij naar een aantal voorliggende voorstellen kijken. Ik heb de ambitie uitgesproken dat ook wij nog heel graag iets zouden willen doen voor de koopkracht dit jaar, dat we ook zeker moeten kijken naar volgend jaar, maar we hebben het nu even over dit jaar. Daarover voeren wij met elkaar vandaag het debat. Ik kijk uit naar de conclusies die we aan het eind van het debat samen kunnen trekken.

De heer Wilders (PVV):

Ik wil — daar ging ik van uit — nu van de VVD horen wat ze van plan zijn. Wat hebben we aan vragen aan de heer Rutte? Hou toch op met vragen aan de heer Rutte! Wat zijn uw eigen ideeën? Anders geformuleerd: wat zegt u tegen die meneer van 93 die ik heb genoemd, die nog €25 per week heeft om boodschappen te doen? €25 per week, meneer van 93. Wat zegt u tegen die andere meneer die naar huis moest gaan? Mensen moeten zich toch kapot schamen in dit land, en u ook, omdat hij, terwijl hij in de 70, 80 is, naar huis moest gaan en zijn medicijnen niet meekreeg omdat hij ze niet kon betalen, het geld er niet voor had? Wat zegt u tegen die mensen? Wat is uw boodschap voor die mensen? Dat u een vraag heeft gesteld aan Rutte? Is dat uw bijdrage?

Mevrouw Hermans (VVD):

Tegen die mensen zeg ik dat het een ongelofelijk zware tijd is, dat het ongelofelijk heftig is wat er allemaal gebeurt en dat ik me, als je inderdaad bij de apotheek staat en je medicijnen niet meekrijgt, niet eens een begin van een voorstelling kan maken van wat dat betekent. Het enige wat ik wel weet, is dat het dan aan mij is, aan ons allemaal hier, om ons stinkende best te doen om met een oplossing te komen. We kunnen niet het hele probleem wegnemen. Daar moet ik ook echt eerlijk over zijn, want u doet alsof elk betalingsprobleem met een maatregel is opgelost. De problemen zijn inmiddels zo groot dat dat niet zo is. Wij hebben hier met z'n allen de verantwoordelijkheid om te kijken waar we een meerderheid kunnen vinden om voor die mensen iets te doen. Dat is waarvoor ik hier sta en dat was mijn inbreng. Daar wou ik het bij laten.

De heer Wilders (PVV):

Ten slotte. U heeft daar nul oplossingen voor gegeven. Wat zegt u tegen die mevrouw in de thuiszorg die meemaakt dat mensen, als het even wat frisser wordt buiten, met een sjaal om de hele dag in bed liggen? Wat zegt u tegen diegene die zijn huisdier, waar hij veel van houdt, heeft moeten laten inslapen omdat, toen het beestje ziek was, hij geen geld had voor de dierenarts? Wat zegt u tegen die oudere mevrouw die zegt dat ze haar wasmiddel moet aanlengen met water om er twee keer zo lang mee te doen? U heeft daar niet één, nul komma nul oplossingen voor. U bent inhoudelijk, als het gaat om het probleem van de koopkracht, een hele grote nul.

De voorzitter:

Nou, nou.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik zeg tegen deze mensen precies hetzelfde als wat ik tegen de mensen uit het eerste voorbeeld van de heer Wilders zeg. Wat ik ook tegen deze mensen zeg is: als je in de politiek zit, moet je ook verantwoordelijkheid nemen en moet je soms pijnlijke en lastige maatregelen nemen. Wat de heer Wilders hier doet, is allemaal maatregelen noemen die ontzettend leuk klinken voor de bühne, die heel makkelijk zijn, die heel simpel zijn. Maar de wereld zit wat ingewikkelder in elkaar. Die eerlijke waarheid moeten wij ook vertellen aan mensen. Dat is de verantwoordelijkheid die ik neem, samen met een heel aantal partijen hier in de Kamer.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

We hebben het nu heel lang gehad over de mensen die het allemaal niet meer kunnen betalen, waarvoor de VVD de afgelopen twaalf jaar vrijwel niks heeft gedaan. Maar ik heb helemaal niets gehoord over het Nederlandse bedrijfsleven, buiten een reactie op een interruptie. Toen kwam er iets uit als: ja, we denken wel positief na over een solidariteitsheffing. Dan denk ik: we hebben twee miljoen ondernemers. Die worden geknipt en geschoren door dit kabinet in coronatijd. Het water staat ze aan de lippen. Die ondernemers — grote ondernemingen, kleine ondernemingen — vluchten naar het buitenland, vanwege de BOR, vanwege de hoge tarieven, vanwege de moeilijke vergunningstrajecten. Het bedrijfsleven staat het water aan de lippen. Dan heb ik het niet alleen over de boeren, want die zijn er nog veel erger aan toe. Wat heeft de VVD in petto voor het Nederlandse bedrijfsleven en voor al die ondernemers die naar dit debat zitten te kijken en denken "ik ga inderdaad maar naar het buitenland"?

Mevrouw Hermans (VVD):

Dat is precies mijn reactie op de solidariteitsheffing. Dat is precies mijn debatje net met de heer Segers. Ik wil juist bij dat soort maatregelen kijken wat de effecten zijn voor ondernemers. Want ja, er zijn bedrijven, er zijn ondernemers die nu verdienen aan de vreselijke situatie waar we in zitten, maar er zijn er ook een heleboel die juist nog eens extra klappen opvangen en die ook nog eens bezig zijn om op te krabbelen na de coronacrisis. Dat is precies de reden waarom ik niet zomaar even rücksichtslos een heffing over het bedrijfsleven ga uitstorten.

De voorzitter:

De heer Van Haga, laatste vraag.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De laatste alweer?

De voorzitter:

Ja.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dan kan ik naar huis.

De voorzitter:

Het kabinet komt nog.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Of dat was mijn laatste vraag. Dat zou heel vervelend zijn, maar goed.

200.000 bedrijven staan nu op omvallen en zijn technisch failliet, terwijl we in de coronatijd de hele tijd hebben gehoord: nee hoor, het gaat fantastisch met het Nederlandse bedrijfsleven. De medewerkers zijn allemaal weg omdat de armoedeval niet wordt opgelost door de VVD. Het is niet aantrekkelijk om van de bank te komen, te stoppen met netflixen en te gaan werken in een laagbetaalde baan omdat je netto gewoon minder overhoudt. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft dus een heel groot probleem, en dat los je niet op door een sigaar uit eigen doos te geven en de bedrijven die het nu toevallig net wat beter doen te laten betalen voor de bedrijven die het nodig hebben. Nee, we moeten structureel iets doen aan ons vestigingsklimaat, aan ons belastingklimaat, zodat ondernemers kunnen ondernemen, het bedrijfsleven floreert, er meer belastinggeld binnenkomt en Nederland weer een goed land wordt. Maar in de afgelopen twaalf jaar hebben we het omgekeerde gezien en zijn we afgegleden. We rijden nu keihard de afgrond in en het Nederlandse bedrijfsleven gaat straks de rekening betalen.

Mevrouw Hermans (VVD):

Dat is precies de reden waarom voor de VVD de inzet is dat werken moet lonen, precies om die reden.

De voorzitter:

Dan wil ik mevrouw Hermans bedanken. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan we over naar mevrouw Marijnissen van de SP.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen van de SP voor haar bijdrage.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dank, voorzitter. Dit kabinet vergroot de tweedeling. De komende minuten zal ik proberen uit te leggen waarom wij dat zo zien en zal ik daar ons verhaal en onze alternatieve voorstellen tegenover zetten. Dat doe ik aan de hand van koopkracht, klimaat en de publieke sector.

Ik wil graag beginnen met koopkracht. Dat is wat ons betreft vandaag het belangrijkste onderwerp in dit debat. De kosten voor mensen moeten omlaag. De energierekening gaat door het dak. Tanken, boodschappen doen, het is gewoon bijna niet meer te betalen. Tegelijkertijd zien we dat de grote bedrijven gigantische winsten maken. Daarmee gaat het dus goed. Die winsten zijn alweer op het niveau van 2019, wat echt een topjaar was. Het kabinet vergroot dus de tweedeling door niet de winstbelasting te verhogen en dat geld in te zetten om de kosten voor mensen direct te verlagen. We staan hier vandaag om te spreken over de Voorjaarsnota, zoals dat in Den Haag heet. Daar zit dus niks extra's in om nu wat te doen aan het verlagen van de kosten voor mensen.

Het belastingstelsel dat wij in Nederland kennen, is een paradijs voor superrijken met een groot vermogen en een hel voor werkenden. Die zin zou zo uit het SP-verkiezingsprogramma kunnen komen, maar dat komt ie niet. Hij komt van een Rabobank-econoom. Ik hoorde hem dat vorige week nog uitspreken. Hij heeft natuurlijk gelijk. Oxfam becijferde dat de 2.120 rijkste Nederlanders — dan heb je het echt over een hele kleine groep superrijken — meer vermogen bezitten dan de 10 miljoen armste Nederlanders. Dat is dus superscheef. Dat is heel oneerlijk. Wij stellen bijvoorbeeld voor om te zorgen voor een fatsoenlijke vermogensbelasting. Dat doet het kabinet ook niet. Dat laten ze na. Verhoog de winstbelasting voor de bedrijven waarmee het goed gaat, die het kunnen lijden. Geef dat geld aan mensen om de kosten te verlagen. Dat kan heel concreet door bijvoorbeeld de energierekening te verlagen. Wij zouden zeggen: doe het tarief op de energiebelasting op gas naar nul. Denk ook aan het bevriezen van de huren. Dat is vorig jaar gebeurd, maar dit jaar niet. Wij vinden het een onbegrijpelijke keuze dat de huren op 1 juli weer omhooggaan. Die moeten zo snel mogelijk bevroren worden. Ik noem ook de kosten voor tanken. Mensen schrikken zich tegenwoordig lam als ze aan de pomp staan. Oliebedrijven maken daarentegen gigantische winsten. Zorg voor een fatsoenlijke belasting daarop en zet dat in om de accijnzen te verlagen.

Voorzitter. Dan het klimaat. Bij het klimaatbeleid zie je ook dat het kabinet de tweedeling in Nederland vergroot. Als je weet dat de tien grootste vervuilers in Nederland bij lange na veel meer vervuilen en uitstoten dan alle Nederlandse huishoudens bij elkaar, dan is "een beter milieu begint bij jezelf" echt onzin. We zien wel dat het kabinet in het klimaatfonds miljarden uittrekt voor subsidies aan grote bedrijven om schoner te gaan produceren. Hoezo zegt het kabinet niet tegen die grote bedrijven: "zet je winsten daarvoor in; verdeel je winsten dit jaar een keer niet onder de aandeelhouders, maar steek dat in schoner gaan produceren"? Dat is een vraag aan het kabinet. Het kabinet kiest er daarentegen voor om te zeggen dat mensen maar individueel een lening moeten afsluiten voor een warmtepomp. Dat is niet de manier, in ieder geval niet wat de SP-fractie betreft. Het hele klimaatverhaal gaat door generaties heen. Dat is niet iets wat je individueel moet doen. Dat is iets wat we gezamenlijk zullen moeten doen. Wij zeggen dus: kom met een nationaal isolatieplan. Ga er gezamenlijk voor zorgen dat de huizen worden geïsoleerd. Begin met de slechtst geïsoleerde huizen. Dat doet ook gelijk wat met de energierekening van mensen. Die kan dan omlaag. Ga zonnepanelen leggen op de daken die daarvoor geschikt zijn.

Maar ook zoiets als de vliegtaks, die door het kabinet wordt voorgesteld. Bedenk dat 8% van de vliegers verantwoordelijk is voor 40% van de vluchten. Dat is gigantisch. Dat zijn de zogenaamde veelvliegers. Wij denken dat het veel efficiënter is, ook voor het klimaat, om hen te belasten. Dat is ook veel eerlijker. Dus doe geen vliegtaks, waarmee degene geraakt wordt die één keer per jaar met het vliegtuig met vakantie wil. Die moet namelijk extra betalen. Nee, kom met een veelvliegerstaks. Die raakt namelijk de businessvliegers die elk halfjaar de hele wereld over vliegen. Laat die extra betalen. Dus vergroot niet de tweedeling, maar zorg voor klimaatrechtvaardigheid.

Voorzitter. De publieke sector: zorg, onderwijs, veiligheid. Misschien hoort u de spotjes ook wel op de radio met "wilt u ook het beste onderwijs voor uw kind, kies dan voor particulier onderwijs". Ik denk elke keer als ik die spotjes hoor: wie wil dat niet, wie wil niet het beste onderwijs voor zijn kind; dat willen we toch allemaal? De Onderwijsraad waarschuwt ons en zegt: let op, het aantal particuliere scholen en privébijlessen neemt toe. Dat is superfijn voor de kinderen die dat nodig hebben en die ouders hebben die zich dat kunnen permitteren, maar het is maar zeer de vraag of de kinderen die dat nodig hebben, dat ook krijgen. Waarschijnlijk niet.

In de zorg zien we dezelfde ontwikkeling. Het kan echt voor grote problemen zorgen als je bijvoorbeeld niet terechtkunt in het verpleeghuis omdat je daar op de wachtlijst staat. Maar als je geld hebt, kan je vaak wel een excellente zorgboerderij voor je dementerende ouders regelen waar zij gelijk terechtkunnen en waar voldoende personeel is. Dit kabinet kondigt aan honderden miljoenen te bezuinigen op de verpleeghuizen. Dat moeten we dus niet doen. Wij zeggen: er moet echt zowel een financiële als een morele herwaardering komen van onze publieke sector, van onze zorg, van ons onderwijs, van onze veiligheid.

Voorzitter, tot slot. Deze dingen komen natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Dit is geen natuurverschijnsel. Op steeds meer plekken in de samenleving loopt het vast, of het nou de woningnood is, of het nou is dat steeds minder mensen vertrouwen hebben in de overheid, of het nou de tweedeling is die ik benoemde. Dat heeft er alles mee te maken dat we een kabinet hebben dat nog steeds vasthoudt aan de kapitalistische uitgangspunten. Zolang dat zo blijft, zullen gewone mensen altijd aan het kortste eind blijven trekken. Wat ons betreft moet dat dus veranderen.

Helemaal tot slot, voorzitter. Vandaag zit onze publieke tribune vol met medewerkers uit het openbaar vervoer. Ik noemde heel veel groepen mensen die in onzekerheid zitten. Deze groep is er daar een van. Er zijn talloze redenen waarom het onwijs belangrijk is om te investeren in goed openbaar vervoer. Ik roep het kabinet op om deze mensen vandaag de duidelijkheid te geven waar ze recht op hebben.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Dan gaan we luisteren naar de heer Paternotte …

(Applaus)

De voorzitter:

Ik wil de mensen op de publieke tribune vragen om geen instemmende of afkeurende geluiden te maken, want dat beïnvloedt dan ook weer het debat. Dank u wel. Het woord is aan de heer Paternotte, D66.

De heer Paternotte (D66):

Ik denk overigens wel dat het goed is als het kabinet straks ingaat op de zorgen die bij de mensen op de tribune leven.

Voorzitter. Zelden in de geschiedenis maakte een politieke generatie zo'n urgent moment mee. Toen we hier in januari de kabinetsperiode aftrapten, liepen we nog met mondkapjes door het gebouw en was er nog vrede in Europa. Sinds die tijd is Poetin Oekraïne binnengevallen, zijn er tienduizenden Oekraïners om het leven gekomen, zijn er miljoenen gevlucht en zijn er tienduizenden gelukkig ook hier opgevangen. We hebben historische sancties opgelegd aan Rusland. Dat hebben we gedaan terwijl dat onszelf pijn deed, omdat we de tirannie wilden raken. Door die sancties, door die hoge energieprijzen, door de inflatie en door het tekort aan arbeidskrachten zijn de prijzen opgedreven en is het voor mensen moeilijker geworden om de energierekening te betalen en om de boodschappenrekening aan te kunnen.

Als ik dan kijk naar wat het kabinet heeft laten zien met de Voorjaarsnota en hoe we er hier in de Kamer met elkaar over praten, zie ik wel dat het moment gepakt wordt om de juiste stappen te zetten. Want 2 miljard euro extra, ruim 2 miljard, voor Defensie, waarmee we ook de NAVO-norm halen, is hard nodig, omdat we de veiligheid in Europa moeten kunnen waarborgen, omdat we moeten kunnen bouwen aan de Europese krijgsmacht, maar ook omdat we die wapens moeten leveren. Er waren hier partijen die zeiden: "Doe dat nou niet; lever die wapens niet. Geen extra geld voor Defensie. Dat is olie op het vuur." Maar in Kiev, Tsjernihiv, Charkiv en Mykolajiv lopen de Oekraïners weer vrij en veilig op straat. Vluchtelingen konden terugkeren, omdat ze daar met westerse hulp sterker zijn geweest dan de Russen. Dan is mijn vraag: kunnen de wapenleveranties ook versneld worden? Want de Oekraïners zullen meer nodig hebben.

Het kabinet heeft heel veel stappen gezet. Het minimumloon is verhoogd. En ere wie ere toekomt: de koppeling aan de AOW hebben meerdere oppositiepartijen, de PvdA, GroenLinks, JA21, hier voorgesteld. €800 voor de 800.000 huishoudens die het minste te besteden hebben. De benzineaccijnzen omlaag. De reiskostenvergoeding omhoog. En er waren allerlei andere stappen om de koopkracht te verbeteren. Dat is vooral gedaan door ruim 2 miljard, de grootste bijdrage, te vragen aan hen die het op dit moment ook het beste kunnen missen, de grootaandeelhouders, de grote bedrijven en de vermogenden. En laten we eerlijk zijn: ook door geld te halen uit het klimaatfonds en het stikstoffonds, maar zonder dat de doelen van het stikstofbeleid en het klimaatbeleid in het gedrang komen.

Voorzitter. De vraag is dan natuurlijk: is dat genoeg? Als ik eerlijk ben, als ik kijk naar wat er in Nederland gebeurt, de verhalen die we hier ook hebben gehoord, maar ook naar de mogelijke zwarte scenario's die het CPB voor de komende tijd schetst, denk ik dat het waarschijnlijk niet genoeg zal zijn. Mijn oproep aan het kabinet is dan ook om daar deze zomer mee aan de slag te gaan. Ik denk in het bijzonder aan jongeren en studenten, die tot nu toe heel vaak buiten de steunmaatregelen zijn gevallen, die daar niet voor in aanmerking kwamen. Ik snap ook de redenen daarvoor, maar zij hebben natuurlijk net zo goed te maken gekregen met hogere energieprijzen en met het feit dat ze meer moeten betalen voor hun boodschappen. Er zal dus meer nodig zijn. Ik ga er zo meteen nog iets over zeggen.

Tegelijkertijd snap ik ook dat we moeten constateren dat we niet alles kunnen compenseren. Daar moeten we ook eerlijk in zijn. We hebben heel lang in Nederland een vakantie gehad van de wereldgeschiedenis. Die vakantie zal voorbij zijn. In de coronatijd hebben we heel veel gecompenseerd vanuit het idee dat er een stip aan de horizon was, dat we met vaccins uit de crisis konden komen en dat alles weer bij het oude zou zijn. Maar de vanzelfsprekendheid van vrijheid en vrede in Europa komt voorlopig niet meer terug. Lage energieprijzen komen voorlopig niet meer terug. Je kunt mensen daar niet eindeloos tegen afschermen. Het is belangrijk dat we daar eerlijk over zijn en dat ook erkennen.

Voorzitter. Het wordt dus heel erg belangrijk dat we ervoor zorgen dat we in Nederland weer meer kunnen verdienen. In dit debat gaat het veel over koopkracht, over geld uitgeven. Dat is heel begrijpelijk, omdat zo veel mensen het moeilijk hebben. Maar als wij niet iets doen aan de fundamentele problemen in onze economie, komen wij er ook niet uit. Dan zullen wij mensen ook niet de kans geven om meer te verdienen, om te zorgen dat ze zelf meer geld hebben. Het grootste probleem dat we nu in Nederland hebben, is in de economie dat tekort op de arbeidsmarkt. 133 vacatures voor elke 100 mensen die een baan zoeken. 500.000 vacatures die openstaan. Je hoeft maar een winkel in te lopen of je ziet de advertenties die schreeuwen om nieuwe collega's. Ouders en kinderen die thuiszitten omdat er te weinig mensen bij de kinderopvang zijn. Ik zou drie voorstellen willen voorleggen aan het kabinet om de politieke moed te tonen om dit structureel aan te pakken.

Allereerst lagere belastingen. Het is mooi dat het kabinet in de Voorjaarsnota heeft gezegd: we gaan aan de slag met kijken naar de vermogensongelijkheid. Die ongelijkheid is heel groot. In de hele wereld geldt dat als we in 2030 zijn en er geen interventie is, dan twee derde van het geld in de wereld bij 1% van de wereldbevolking zit. Dus mijn oproep zou zijn: pak die vermogensongelijkheid aan en doe dat ook fors door fors de lasten op vermogen te verhogen zodat je ook veel geld vrijspeelt om de lasten te verlagen voor mensen die werken. Dat maakt het ook veel aantrekkelijker om de arbeidsmarkt op te gaan.

Twee: zorg ervoor dat mensen meer uren gaan werken. Nederland is op dit moment de parttimekampioen van Europa. Het is mooi dat mensen die keuze vaak kunnen maken maar we zullen het nodig hebben dat mensen meer uren maken om die vacatures te vullen. Dus doe er wat aan. Zorg dat we op tijd en snel met die bijna gratis kinderopvang kunnen komen omdat dat vaak een reden is dat mensen niet de arbeidsmarkt opgaan. En geef mensen een goede prikkel. Beloon ze als ze meer uren willen gaan maken, bijvoorbeeld met de voltijdbonus in de kinderopvang, het onderwijs en de zorg. Wil het kabinet daarmee aan de slag?

Drie: het lijkt soms wel een politiek taboe hier, maar we zullen ook arbeidsmigratie nodig hebben. Ik vond het mooi dat de minister van Sociale Zaken zei dat ze daar op een positieve manier mee aan de slag wilde gaan maar het lijkt wel alsof veel partijen zeggen dat dit helemaal niet nodig is, terwijl elke econoom erkent dat we het zonder arbeidsmigratie niet gaan redden, ook niet als veel mensen meer uren gaan werken. De Europese Commissie heeft er mooie plannen voor liggen. Een land als Spanje maakt nu afspraken met landen over hoe je met tijdelijke arbeidsmigratie mensen het land in kunt krijgen die kunnen helpen en die daarna met de opgedane kennis weer terug kunnen gaan. Het kabinet heeft met de stikstofcrisis laten zien de politieke moed te hebben om ook moeilijke besluiten te nemen en die te willen verdedigen. Dus mijn oproep zou zijn: laten we niet eindeloos dralen en talmen; maar als we weten dat we arbeidsmigratie nodig zullen hebben, laten we dan op een positieve manier aan de slag gaan met de voorstellen die de Europese Commissie heeft gedaan.

Voorzitter. Mensen gaan helpen en daar deze zomer hard mee aan de slag gaan, boven op alle koopkrachtmaatregelen die we al hebben, en zorgen dat we de economie kunnen gaan versterken. Dat is allemaal belangrijk en ik hoop dat we dat in dit debat en ook de komende tijd met onderling respect kunnen doen, want het gesprek begint vandaag maar dat is zeker niet afgelopen. Er zijn genoeg landen in de wereld die, nu het moeilijk is, een politiek hebben van alleen maar hard tegen hard en recht tegenover elkaar. Ik hoop dat wij af en toe elkaar nog kunnen vinden in die mooie oer-Hollandse kring.

De voorzitter:

U bent aan het einde van uw betoog?

De heer Paternotte (D66):

Eh, ja.

De voorzitter:

Oké. Het leek op een twijfel, maar u gaat erover. Mevrouw Kuiken, PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Mooie beschouwingen, mooie observaties. Ik wil graag even terug naar de Voorjaarsnota, want we kunnen nu namelijk wat doen. U zegt terecht: niet dralen en niet talmen. Dus welke voorstellen kunnen we nu van D66 verwachten voor die 1,2 miljoen huishoudens — dat zijn jongeren maar ook anderen — die nu direct in de problemen zijn en waar we nu het verschil voor kunnen maken? Dat kunnen we nu namelijk bij de Voorjaarsnota regelen.

De heer Paternotte (D66):

Ik denk dat we van het kabinet moeten weten wat er dit jaar nog kan. Mevrouw Kuiken zei zo-even: u heeft inderdaad een hoop gedaan maar het was wel ongericht. Dat was ook de kritiek van het CPB. En dat klopt. We hebben namelijk ontzettend veel gedaan. Ik noem het verlagen van de benzineaccijns. Per 1 juli, dus over twee weken, gaat de btw op energie omlaag van 21 naar 9%. We hebben de reiskostenvergoeding die we versneld verhogen. We hebben het minimumloon dat we volgend jaar versneld gaan verhogen. Maar het CPB zegt over een aantal koopkrachtmaatregelen dat het ongericht is oftewel dat het te veel terechtkomt bij mensen die deze steun niet zo hard nodig hebben. Terwijl het probleem erin zit — dat zie je ook in de scenario's waar u zelf ook al naar verwees — dat er heel veel Nederlanders zijn die aan het eind van de maand geen geld meer overhebben en dat je dus moet zorgen dat het daar gericht terechtkomt. Als het gaat om de vraag wat we de komende twee weken gaan doen, dan zal het gericht moeten. We moeten de steun inzetten voor de mensen die deze steun het hardst nodig hebben. Dat vereist misschien even iets meer werk dan we eerder dit jaar hebben gedaan, maar ik heb daar ideeën voor aangedragen. Allereerst wat ik net zei, lagere belastingen. Ik denk dat dat iets is waar u en ik elkaar snel op zouden moeten kunnen vinden, door de lasten op vermogen te verhogen en de lasten voor mensen die werken te verlagen. Ik vind die solidariteitsheffing — de windfall tax, noemde de heer Dassen dat — heel interessant. Niet alleen interessant, ik vind dat ook een goed idee, als het kan.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik krijg een opsomming van wat er is gedaan. Tegelijktijdig wisten we in januari al dat de energierekening met €1.300 omhoog was gegaan. Ik heb erkend dat een aantal dingen zijn gedaan, maar dat dat te weinig is om de mensen die nú in de knel komen, de mensen die nú in de kou komen te staan, gericht te helpen. Dan verwacht ik van de heer Paternotte niet alleen mooie beschouwingen, maar ook dat hij zegt: dit gaan we nu doen en dat kunnen we bij deze Voorjaarsnota regelen. Dus vóór de zomer, niet ín de zomer, niet ná de zomer, niet in het volgend voorjaar, nú. Welke voorstellen kan ik van de heer Paternotte verwachten? Of laat ik het omdraaien, wij hebben een aantal hele gerichte maatregelen voorgesteld. U heeft er kennis van kunnen nemen, u heeft uw huiswerk gedaan. Welke gaat u steunen en welke voorstellen gaat u zélf nog op tafel leggen?

De heer Paternotte (D66):

Een van die voorstellen van u was volgens mij een najaarstoelage. Ik weet niet of dat iets is wat u precies met "vóór de zomer" bedoelt. Ik vond dat interessant, omdat u daarbij keek naar wat je nou met de zorgtoeslag kunt doen om te zorgen dat die mensen extra geld krijgen, en tegelijkertijd door te zeggen: iedereen die de zorgtoeslag krijgt, ontvangt €500, waarvan ongeveer driekwart niet terechtkomt bij de mensen die dat in de CPB-berekeningen het meeste nodig hebben. Dus dat is ook niet helemaal gericht. Daarvan zeg ik: ja, laten we daarnaar kijken. Misschien kan dat wel een heel goed instrument zijn, misschien is het ook uitvoerbaar in het najaar. Ik wil dat weten, maar ik denk wel dat mijn prioriteit zal zitten bij dat soort steun inzetten voor de mensen die het écht nodig hebben omdat ze anders niet rondkomen.

De voorzitter:

Dank u wel. Laatste vraag, mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik concludeer af dat ik het buitengewoon teleurstellend vind. We zeiden in het najaar al: het is te weinig, het is te ongericht. We zeiden in het voorjaar: je moet nu meer doen. Wij komen met concrete voorstellen en in plaats dat de heer Paternotte aangeeft wat hij wél wil, of zegt "dit kan ik steunen", gaat hij ingewikkeld doen en difficulteert. Dat doet het kabinet al, daar heb ik de heer Paternotte niet voor nodig. Ik zoek in hem een bondgenoot om nú problemen oplossen die acuut gaan ontstaan, al in de zomer en in het najaar bij 1,2 miljoen gezinnen. Ik heb eerst mevrouw Hermans die alles wegwuift naar het kabinet, nu heb ik de heer Paternotte die alles wegwuift naar het kabinet. Waar is het dualisme gebleven, waar komen de concrete oplossingen, en wel nu en vandaag, en niet ergens in het najaar? Dat is écht te laat, dat kúnt u niet uitleggen aan de mensen die nu in de knel komen, niet aan de mensen op de publieke tribune waar u mee begon en niet bij de mensen thuis.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, ik vind dit te makkelijk en ik denk ook dat mevrouw Kuiken echt beter weet, die jarenlang vicefractievoorzitter is geweest van een partij die in het kabinet zat. Zij weet dat je niet nu kunt zeggen: we gaan even over anderhalve week het minimumloon verhogen. Of: we gaan even over anderhalve week alle huren overal bevriezen. Dat kán niet. De keren dat we hebben gezegd: we gaan dat wel proberen, is dat ook vaak misgegaan of werd het geld — heel veel geld — ongericht uitgegeven of kwam het terecht bij mensen die het niet nodig hebben. Dat is de kritiek die nota bene uzelf uit, of die ik de heer Nijboer heb horen uiten, over bijvoorbeeld zoiets als de benzineaccijns. Die kritiek snap ik, maar dan zou mevrouw Kuiken hier niet nu moeten zeggen "ik wil nog dat er binnen anderhalve week allerlei hele grote verschuivingen komen", terwijl er dit jaar heel veel gebeurd is, juist ook dingen waar de Partij van de Arbeid zelf om gevraagd heeft.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik begin met te zeggen dat ik mij wel herken in wat mevrouw Kuiken zegt, niet in wat de heer Paternotte zegt, dat die steun ongericht was die gegeven is. Die blijkt juist supergericht: degenen die het meest verdienen hebben er het meeste aan. Het zou de heer Paternotte sieren als hij dat zou erkennen, want dan kun je ook echt zaken gaan doen. Als je een verkeerde voorstelling van zaken levert, dan is het lastig zakendoen. Dat is mijn eerste vraag.

De heer Paternotte (D66):

Er komen hier allerlei voorstellen voorbij. Het is inderdaad waar, als je dingen goedkoper maakt die mensen die het meeste geld hebben het meeste gebruiken, dan levert dat voor hen ook het meeste op. Maar die €800 die we nu geven aan de 800.000 huishoudens die het minste te besteden hebben, is natuurlijk heel gericht. U heeft volkomen gelijk dat zoiets als een benzineaccijns verlagen natuurlijk ook voor een heel groot deel terechtkomt bij mensen die dat niet nodig hebben. Dat is nou precies waarom ik zeg: ik wil gerichte maatregelen van het kabinet.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat is fijn om te horen en om dit even opgehelderd te hebben. En natuurlijk, die €800 is wel degelijk goed. Mijn tweede vraag gaat over het volgende. De heer Paternotte schetst terecht de problemen die we hebben met het systeem: veel te hoge belasting op arbeid, veel te weinig belasting op vermogen, veel te weinig belastingheffingen op vervuiling. Wat mij triggerde, was dat hij zei dat mensen meer moeten gaan werken, meer uren moeten gaan werken. Ik zou hem graag willen verleiden om dat ook te betrekken bij de systeemkritiek. Dat is namelijk helemaal niet nodig. In de jaren dertig had Keynes al berekend dat bij de toenmalige arbeidsproductiviteit en de behoefte voor een goed leven een 30-urige werkweek al genoeg was. We streven nu naar steeds meer uren, uren, uren. Is de heer Paternotte het met mij eens dat in zijn systeemkritiek ook een plek moet zijn voor het denken over het anders inrichten van de samenleving en er bijvoorbeeld ook gekeken moet worden naar wat we eigenlijk produceren en wat voor zinloze banen we eigenlijk hebben in dit land?

De heer Paternotte (D66):

Laten we gewoon constateren dat het gemiddelde dat mensen nu op de arbeidsmarkt aan uren maken niet zo heel ver af zit van die 30 uur. Daarnaast zijn er best wel redenen om te zeggen dat de jaren dertig van de vorige eeuw niet de meest aantrekkelijke periode waren. We staan op dit moment voor een enorme opgave met elkaar om de klimaattransitie voor elkaar te krijgen. Er zijn te weinig mensen om die warmtepompen te installeren, om die zonnepanelen neer te leggen, terwijl dat nou juist de oplossing is voor de hoge gasprijzen, voor de hoge energietarieven en voor de klimaatverandering. Daar hebben we wel mensen voor nodig. Waarom vinden wij het zo belangrijk dat we bijna gratis kinderopvang in het coalitieakkoord hebben gekregen? Omdat we willen dat ook vrouwen in Nederland een veel grotere kans hebben om te zeggen: ik wil niet drie dagen werken omdat dat handig is, maar ik wil ook vier dagen kunnen werken, want dan kan ik ook een carrière maken. Er zijn heel veel dingen die ik wat dat betreft kan opnoemen die we extra willen doen de komende jaren, maar daar hebben we wel mensen voor nodig. Dat zal ook betekenen dat we het voor elkaar moeten krijgen dat we mensen kunnen verleiden om meer uren te werken.

De voorzitter:

De heer Van Raan, laatste vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik zie dat ik de heer Paternotte niet verleid heb om fundamenteel na te denken over hoe een goede economie eruitziet. We zitten nog volop — de heer Paternotte zit ook in een kabinet dat daarin meegaat — in een soort fossiele reflex, in een fossiele doodsstrijd, dat al die banen maar in stand moeten worden gehouden. Er zijn mensen zat, maar ze zitten op de verkeerde plek. Ze zitten in de fossiele industrie. Ze zitten in de luchtvaart die moet krimpen. Ze zitten misschien wel in de landbouw, waar we echt een heel noodzakelijke transitie moeten doormaken. Daar moet je over nadenken en dan moet je bedenken wat nou een goede economie is.

De heer Paternotte (D66):

Als u tegen alle mensen in de landbouw zegt dat het kabinet te weinig aandacht besteedt aan de noodzakelijke transitie daar, dan denk ik niet dat iedereen zich daarin zal herkennen. Volgens mij delen wij de urgentie van de klimaatopgave. We moeten ook de stikstofcrisis aanpakken. Maar we moeten ook met elkaar blijven erkennen dat dat voor heel veel mensen in Nederland gevolgen heeft en dat je het op zo'n manier moet doen dat mensen niet afhaken. We staan dus aan dezelfde kant. We zullen het heel snel moeten doen. We zullen juist de mensen nodig hebben om ervoor te zorgen dat het ook betaalbaar kan zijn.

De heer Segers (ChristenUnie):

De heer Paternotte hield een pleidooi voor arbeidsmigratie. Dat was heel kort en krachtig, maar er is wel meer over te zeggen. Dat kan liggen aan de vijf minuten spreektijd, maar ik zou hem toch wel graag willen uitnodigen om daar iets meer over te zeggen. Ik ben niet per se tegen arbeidsmigratie, maar we hebben nog wel een miljoen mensen in Nederland die langs de kant staan. We hebben lonen die kunstmatig laag blijven doordat we arbeidsmigranten hierheen halen. Het volgende argument zal de D66-fractie zeker aanspreken. Als je arbeidsmigratie reguleert en niet ongebreideld toestaat, dan stimuleer je innovatie. Als je alleen maar mikt op arbeidsmigratie, dan haal je een prikkel tot innovatie weg. Dus schrijf die mensen nou niet af. Zorg er nou niet voor dat die lonen kunstmatig laag blijven en haal die prikkel voor innovatie niet weg. Wees dus kritisch op arbeidsmigratie. Dat verhaal zou ik de heer Paternotte willen voorhouden. Ik hoop dat hem dat de gelegenheid biedt om iets meer te zeggen dan alleen maar: meer, meer, meer.

De heer Paternotte (D66):

Er is een reden dat ik begon met dingen die bedoeld zijn om het aantrekkelijker te maken om aan het werk te gaan, bijvoorbeeld zeggen dat je minder belasting betaalt over geld dat je verdient als je werkt, en zorgen dat er zoiets als een voltijdsbonus kan komen, omdat we inderdaad in Nederland echt nog wel kansen zien om mensen meer mee te laten doen in de economie. Tegelijkertijd zijn er 133 vacatures voor elke 100 mensen die werk zoeken. U ziet waarschijnlijk ook dat alle deskundigen zeggen dat je dat uiteindelijk niet gaat redden als je niet ook bereid bent om hulp van buiten toe te staan. Dat zeggen niet alleen wij. Ik zag vanochtend het bericht dat er kleine bedrijven zijn die op de fles gaan, omdat ze te weinig mogelijkheden hebben voor arbeidsmigratie. Dat zijn ook dingen die kleine ondernemers nu in Nederland meemaken. Ik ben het met u eens dat het geen heilige graal van oplossingen voor alles is, absoluut niet, maar het zal ook deels nodig zijn.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik ben niet principieel tegen arbeidsmigratie. We zullen het nodig hebben. Dat is soms tijdelijk en soms gereguleerd. Maar een pleidooi voor meer arbeidsmigratie is heel vaak een pleidooi van werkgevers. Waarom? Omdat daarmee de lonen laag blijven. Omdat je daarmee voorbij kunt aan mensen die misschien wat moeilijker te activeren zijn, mensen die nu nog langs de kant staan. Mijn vraag aan de heer Paternotte zou zijn: kunnen we dan op z'n minst afspreken dat we die 1 miljoen niet afschrijven, dat we als eerste met hen aan de slag gaan, dat we als eerste kijken naar lonen en zorgen dat die gaan stijgen, en dat werken loont, ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt? En kunnen we afspreken dat we de prikkel voor innovatie erin houden en dat het niet een free lunch wordt voor werkgevers die het wel heel fijn vinden om snel, eenvoudig, laagbetaalde arbeidsmigranten hierheen te halen?

De heer Paternotte (D66):

Ja, het zal allebei moeten. We zijn het met elkaar eens dat mensen een fatsoenlijk loon moeten verdienen. Het is niet voor niets zo — daar hebben we ons allebei voor ingezet — dat het minimumloon volgend jaar versneld omhooggaat en het jaar daarna ook weer. We geven dat deze periode een flinke impuls. Dat minimumloon geldt voor iedereen, gelukkig maar trouwens. Niet alleen dat, Emile Roemer heeft enige tijd geleden een aantal hele concrete aanbevelingen gegeven — mevrouw Marijnissen zal dat herkennen — om ervoor te zorgen dat arbeidsmigratie eerlijker wordt en dat je niet mensen hiernaartoe kunt halen op basis van "hier heb je een contract mét huisvesting, maar als ik je niet meer nodig heb, ben je ook je woning kwijt". Ze gaan ook over situaties waarin veel te veel mensen in een woning worden gezet en dat je daar concreet wat aan kunt doen. Aangezien we arbeidsmigratie nodig zullen hebben — de minister zegt dat terecht — vraag ik het kabinet daar echt werk van te maken. Ik wil daar resultaten op zien. Het zal nodig zijn om ervoor te zorgen dat we dit op een eerlijke manier kunnen doen.

De heer Azarkan (DENK):

De heer Paternotte noemde drie voorstellen. De eerste was, als ik het mij goed herinner, de verhoging van belasting op winst en vermogen. Nou staat dat in het verkiezingsprogramma van D66. Het is zelfs doorgerekend en het zou ongeveer 15,3 miljard opleveren als het aan D66 had gelegen. Ik ben een beetje in verwarring, omdat ik ervan uitging dat de heer Paternotte dat ingebracht had in de onderhandelingen met de andere partijen. Nu doet hij het voorstel hier, dus ik ben benieuwd hoe dit zich verhoudt tot het verkiezingsprogramma en het uitonderhandelde coalitieakkoord.

De heer Paternotte (D66):

Die onderhandelingen hebben Rob Jetten en Sigrid Kaag gedaan. Dat hebben zij trouwens uitstekend gedaan. Ik ben wel betrokken geweest bij het gesprek over de Voorjaarsnota. Ik denk dat u ziet dat daar een achttal belastingverhogingen in zit, bijvoorbeeld voor beleggers die woningen kopen waar ze niet zelf in gaan wonen. Volgens mij is het ongeveer 300 miljoen euro wat er daardoor bij komt. Voor grootaandeelhouders worden meerdere verhogingen doorgevoerd. Er wordt een toptarief in box 2 gecreëerd. De belastingen in box 3 worden verhoogd. Ook komt er 1,3 miljard euro extra winstbelasting voor bedrijven. Dat zijn allemaal dingen die uit de gesprekken over de Voorjaarsnota zijn gekomen en die ook in de begroting voor volgend jaar zullen terugkomen. Ik denk dat het heel goed is dat we in deze tijd die bijdrage vragen aan inderdaad de grootaandeelhouders in deze samenleving, de bedrijven die dat kunnen missen.

De voorzitter:

Laatste vraag, de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Het ging mij er niet zozeer om dat de heer Paternotte zelf had onderhandeld. Zo flauw ben ik niet. Als het je visie is om 15,3 miljard op te halen, omdat je vindt dat het scheef is — het is een terecht bedrag — en vervolgens ga je met de andere drie partijen onderhandelen die dat in meer of mindere mate ook willen en je komt niet uit op een verzwaring van 15,3 miljard maar op een lastenverlichting van 100 miljoen, is dat een rare onderhandeling geweest. Ik vraag me dan ook af: wil hij aan de oppositie vragen om voorstellen, amendementen en moties in te dienen voor zwaardere belasting zodat hij die kan steunen? Wat vraagt hij van de oppositie over dat eerste voorstel?

De heer Paternotte (D66):

Ik heb nog niet het idee dat ik echt iets vraag van de oppositie. Ik vind vooral dat de heer Azarkan daarbij zelf zou moeten nadenken, maar dat doet hij ook altijd. Ik zie dat in de afgelopen twee jaar de belasting voor bedrijven is verhoogd met 8 miljard en de belasting voor vermogende grootaandeelhouders met 4 miljard. Dat is een goed begin, maar ik vraag aan het kabinet om daar nog een voorstel bovenop te doen en de belasting op vermogen te verhogen, omdat Nederland dat qua vermogensongelijkheid aankan, en om dat in te zetten om te zorgen dat werk aantrekkelijker wordt voor gewone Nederlanders. Je ziet dat nu veel te veel in de wereld: als je meer geld kunt verdienen door geld te hebben dan door hard te werken, is er iets mis. Dat is slecht voor de economie en daar hebben we allemaal last van.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Mooie woorden van de heer Paternotte over de scheefheid in ons belastingstelsel. Ik heb daar zelf net ook wat over gezegd. We hebben ooit samen eens een initiatief genomen voor een miljonairsbelasting. Ik constateer alleen dat die er helaas nog steeds niet is, net als een serieuze belasting op grote vermogens, net als een forse verhoging van de winstbelasting voor bedrijven waarmee het goed gaat. Hij houdt een mooi verhaal, maar D66 levert zelf de minister van Financiën. Daarom is mijn vraag aan de heer Paternotte: vindt u het zelf nog langer uit te leggen dat u al die dingen niet doet, terwijl u zelf de minister van Financiën levert, terwijl de kosten voor mensen gigantisch stijgen, terwijl er zo veel Nederlanders zijn die op dit moment de rekeningen niet meer kunnen betalen?

De heer Paternotte (D66):

Dit is gewoon niet waar. Kijk naar de manier waarop de extra investeringen die in de Voorjaarsnota worden genoemd, worden betaald. Dat is voor het grootste deel door die 1,3 miljard extra winstbelasting voor bedrijven, door een toptarief in box 2 in te stellen, door te zeggen dat grootaandeelhouders meer moeten uitkeren, dus meer belasting moeten gaan betalen over de winsten die ze maken, door de vermogensbelasting te verhogen, door belasting te verhogen voor expats, door belasting te verhogen voor beleggers die niet in hun eigen woning gaan wonen. Dat zit er allemaal in. Dat zijn allemaal dingen waarvan ik denk: als ik daar bij de Voorjaarsnota over zat te praten, had ik ook in mijn hoofd kunnen zeggen "what would Lilian do". Dat zou dan aardig in de buurt komen. Ik denk dat mevrouw Marijnissen wat dat betreft er iets meer met een roze bril naar mag kijken.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Reken maar van niet! Er is zo veel dat u kunt doen, meneer Paternotte. Er is hier al zo veel voorgesteld als het gaat over de belasting die mensen betalen over werk. Het is toch te gek voor woorden dat je in Nederland meer belasting betaalt over je werk dan als je een pandjesbaas bent die letterlijk slapend rijk wordt van de huurinkomsten die je krijgt. Dat soort scheefheid moet u aanpakken. Ik spreek u daarop aan, omdat u in die positie bent, omdat u de minister levert en omdat het nu nodig is. Het is nu meer dan ooit nodig, omdat er aan de andere kant een groeiende groep Nederlanders is die niet meer weten hoe ze de rekening moeten betalen aan de kassa bij de supermarkt of als ze tanken bij de pomp. Daarom is die noodzaak er en daarom is het wat ons betreft niet acceptabel dat we vandaag praten over een Voorjaarsnota waarin het kabinet niks extra's op dat gebied doet, terwijl het wel nodig is.

De heer Paternotte (D66):

Maar het kabinet doet nu juist heel veel door een grotere bijdrage te vragen aan grootaandeelhouders. Mijn oproep is om dat bij vermogenden nog veel meer te doen. Maar die pandjesbazen … De overdrachtsbelasting voor panden waar je niet in gaat wonen, is fors verhoogd. Volgens mij is die de afgelopen twee jaar van 8% naar meer dan 10% gegaan. Dat is nogal een forse verhoging. Dat levert meer dan 0,5 miljard per jaar in de staatskas op. Er zit hier geen vertegenwoordiger van de pandjesbazen in de Tweede Kamer, maar als er hier iemand zou zitten die specifiek voor hen zou opkomen, zou hij tegen me zeggen dat het schandalig is wat het kabinet doen. Laten we wel zijn.

De voorzitter:

De laatste vraag van mevrouw Marijnissen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Het is zo makkelijk om hiermee te schermen terwijl u geen antwoord geeft op mijn vraag. De heer Paternotte zegt net zelf: het is te gek voor woorden dat je in dit land slapend rijk kunt worden. Als je veel geld hebt, word je nog rijker, terwijl er aan de andere kant een groeiende groep Nederlanders is die de rekening niet kunnen betalen. Volgens mij komen we daar nu niet uit.

Ik zou graag nog even door willen op het debat dat de heer Paternotte had met de heer Segers over arbeidsmigratie. Ik zou graag even checken of de heer Paternotte heeft gezegd dat hij het plan van het kabinet dat hier gisteren even op tafel lag — en toen weer van tafel was — eigenlijk wel aardig vond. We moesten maar werkloze jongeren uit Frankrijk hierheen halen om hier te werken. En in het vervolg daarop — ik heb nog maar één vraag: erkent de heer Paternotte dat juist door die arbeidsmigratie, die natuurlijk ontzettend in het belang is van werkgevers, die de kosten op arbeid laag willen houden … We zien nu dat de lonen in Nederland veel minder stijgen dan de prijzen. Dat zeggen mensen massaal: de kosten gaan omhoog, maar mijn inkomen stijgt niet mee. Erkent de heer Paternotte dat juist arbeidsmigratie een van de redenen is dat werkgevers niet de noodzaak voelen om de lonen te verhogen, niet de noodzaak voelen om te gaan innoveren, om aantrekkelijker werkomstandigheden te creëren? En erkent hij dat de uitbuiting van arbeidsmigranten op dit moment aan de orde van de dag is, dat de Arbeidsinspectie zegt "stop nu gewoon met die ongereguleerde arbeidsmigratie" en dat een oproep voor nog meer arbeidsmigratie, zelfs buiten de Europese Unie, dan zeer ongepast is?

De heer Paternotte (D66):

Ja, de lonen moeten omhoog. Daar kan de overheid ook wat aan doen, bijvoorbeeld door het minimumloon flink te verhogen. Dat gaan we volgend jaar doen en het jaar daarna nog meer. Dat doen we versneld. Overigens doen we dat gekoppeld aan de AOW. Dat is iets wat u volgens mij ook belangrijk vindt. Dat moeten we inderdaad allemaal doen. De lonen moeten omhoog.

We moeten er ook voor zorgen dat de belastingen op werk omlaag kunnen. Wat ons betreft moet er een voltijdbonus komen, om ervoor te zorgen dat als je in de kinderopvang, in het onderwijs of in de zorg werkt en best een dag extra wilt gaan werken, je daar ook voor beloond kunt worden. Dat moet inderdaad allemaal gebeuren. Dat zijn we volledig met elkaar eens. Maar er is volgens mij geen deskundige te vinden die zal zeggen dat dit allemaal genoeg is als je niet ook bereid bent om iets te doen aan arbeidsmigratie.

Wat betreft wat de minister gisteren voorstelde: mensen uit Frankrijk kunnen in principe al hiernaartoe komen. Ze hebben in principe een werkvergunning. Daarvoor zal dit niet nodig zijn. De reden dat ze hier niet direct komen, is dat er in heel Europa dit soort tekorten zijn. Dat is een reden waarom een land als Spanje heeft gezegd: wij maken afspraken met landen buiten de Europese Unie over tijdelijke arbeidsmigratie, waardoor mensen naar dit land kunnen komen, kunnen helpen en dingen kunnen leren en ook weer teruggaan. De meeste arbeidsmigranten gaan nu uit zichzelf al terug. Als je daar afspraken over maakt, kun je dat getal nog groter maken. Daardoor kun je landen aan twee kanten helpen. Dat is realistisch. Dat is ook het plan dat de Europese Commissie heeft neergelegd. Daarvan zeg ik: laten we daarmee aan de slag gaan en laten we daar eerlijk voor gaan staan. Ik weet dat onze twee partijen het daar niet snel over eens zullen worden. Ik hoop wel dat we samen het kabinet achter de broek kunnen zitten, zodat het heel snel de aanbevelingen uitvoert die Emile Roemer heeft gedaan om de omstandigheden voor arbeidsmigratie te verbeteren.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Ik heb concreet gevraagd of de heer Paternotte het plan dat hier gisteren even op tafel lag en dat toen weer weg was nou wel of geen goed plan vindt. Daar krijg ik geen antwoord op.

De heer Paternotte (D66):

Dat is gewoon niet het punt dat ik hier inbreng. Als je vanuit Frankrijk naar Nederland wilt komen om te werken, dan kan dat. Dat kan iedereen doen, maar in Frankrijk, Duitsland en Nederland hebben we tekorten. We zullen ook eerlijk moeten zijn over arbeidsmigratie met "derde landen", zoals dat heet. Dat is het punt dat ik hier maakte.

De heer Dassen (Volt):

Ik hoor de heer Paternotte net zeggen dat in tijden van crisis de sterkste schouders nog meer de zwaarste lasten moeten dragen. In de afgelopen crisis hebben we gezien dat sommige schouders wel heel groot worden. In de coronacrisis maakten de farmaceutische bedrijven en de supermarkten heel grote winsten. Nu zien we dat bij energiebedrijven. Ik ben dan ook blij dat de heer Paternotte net verwees naar de windfall tax. Ik vroeg me af of hij het voorstel van de ChristenUnie en Volt steunt om een grondslag te creëren waarmee we dat instrument voor nu en mogelijk in de toekomst kunnen gebruiken, zodat we een extra heffing kunnen opleggen op het moment dat wij vinden dat winsten te groot zijn. De vraag die daarop volgt, is hoe de heer Paternotte ernaar kijkt om dat instrument op dit moment mogelijk in te zetten.

De heer Paternotte (D66):

Ik ga dat voorstel bestuderen. Wat ik daarbij alleen dacht, is waarom we een grondslag creëren, terwijl eigenlijk best veel partijen dit zo interessant vinden dat ze het graag al willen doen. Eerder heeft Wopke Hoekstra, de huidige minister van Buitenlandse Zaken, in zijn rol als lijststrekker voorgesteld om de grote supermarkten een extra bijdrage te vragen, omdat zij tijdens de coronacrisis nogal goed geboerd hadden. Dat bleek allemaal niet te kunnen. U noemde net al een hele trits aan landen die nu bezig zijn om te kijken of ze iets met een windfall tax kunnen. Het zou voor het investeringsklimaat inderdaad erg goed zijn als heel veel Europese landen dat op een vergelijkbare manier doen, zeg ik even richting mevrouw Hermans. Als dat kan en als dat ook nog in meerdere landen kan, moeten we dat dan niet gewoon doen in plaats van een grondslag te gaan creëren, daar heel veel tijd aan te gaan besteden en daarna verder te kijken? Mijn vraag aan het kabinet is of het snel kan uitzoeken of we dit kunnen doen.

De heer Dassen (Volt):

Dat klinkt heel goed. Volgens mij gaat dat hand in hand. Deze vraag hebben wij zeven weken geleden al aan het kabinet gesteld. Wij wachten op de antwoorden. Ik hoop dat we die vandaag krijgen en horen of dit inderdaad mogelijk is. Dan kunnen we ervoor zorgen dat we de kwetsbare huishoudens tegemoet gaan komen. Ik hoorde de heer Paternotte net ook richting mevrouw Kuiken aangeven dat hij de maatregel om eenmalig €500 te geven eigenlijk te generiek vindt. Ik wil daar dan ook een voorstel aan toevoegen. Ik ben benieuwd hoe de heer Paternotte daarnaar kijkt. Dat is om gedurende deze hoge inflatie een inflatietoeslag te geven door de zorgtoeslag te verdubbelen, zodat mensen maandelijks het dubbele aan zorgtoeslag krijgen. Dat is mooi in lijn met wat het CPB zegt, namelijk dat de mensen daar €110 extra op kunnen verdienen en dat dat is wat mensen nodig hebben. Dan kun je heel gericht de meest kwetsbaren compenseren. Dat kun je ook over een langere tijdsperiode doen. Dat zou je 1 juli al kunnen laten ingaan tot het einde van het jaar, om te zorgen dat je de meest kwetsbare huishoudens helpt.

De heer Paternotte (D66):

Ik weet niet of dat 1 juli zou kunnen ingaan. We zien vaak dat als we hier zeggen dat iets heel snel moet worden ingevoerd, de overheid dan fouten maakt. Wat ik charmant vind aan de insteek van de heer Dassen, is dat het automatisch op zo'n manier werkt dat de mensen die de meeste zorgtoeslag krijgen en dus de meeste steun nodig hebben, vervolgens ook de meeste inflatiesteun — zoals de heer Dassen het noemt — ontvangen. Alleen kan ik nog niet overzien hoeveel dat precies kost en hoe gericht dat is. Maar ik ga het in ieder geval met veel belangstelling bekijken.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik zou de heer Paternotte even mee terug willen nemen naar de interruptie van de heer Van Raan. Wat mij daarin opviel, is dat de heer Van Raan de heer Paternotte uitdaagde om naar het grotere systeem te kijken. Dat was volgens mij toch wat ingewikkeld voor de heer Paternotte. Terwijl ik hier het debat volg, bedenk ik me hoe genormaliseerd in deze zaal de liberale gedachte is. We praten hier bijvoorbeeld over hoge energierekeningen alsof het vanzelfsprekend is dat wij allemaal zo diep in onze buidel moeten tasten voor zaken die wij nodig hebben als eerste levensbehoeften. We kunnen voor €10 een mooie stedentrip met het vliegtuig maken, maar we moeten kromliggen om het dak boven ons hoofd te houden, de energierekening te betalen en gewoon eten in onze mond te krijgen.

Ik zou dus de heer Paternotte toch willen vragen, omdat ik dat ook wel bij D66 vind passen, om ons mee te nemen met een wijdere blik. Ook hier zie ik de teneur om pleisters te plakken. Maar we hebben het over botbreuken. €100 hier, €800 daar; het zet structureel geen zoden aan de dijk. Hoe gaan wij, als het aan de heer Paternotte ligt, nu het erop aankomt en nu wij ook de kans hebben om daadwerkelijk het systeem zodanig in te richten dat we helemaal niet meer bezig hoeven te zijn met de zotte gedachte dat de mensen per maand €500 moeten betalen — sommigen €300, maar toch behoorlijke bedragen — alleen om te overleven? Het zijn eerste levensbehoeften.

De heer Paternotte (D66):

Ik zou aan mevrouw Simons willen vragen: waarom denkt u dat mijn voorganger "klimaatdrammer" genoemd werd? Omdat wij juist heel graag die verschuiving willen. Ik vind dat u heel mooie concrete voorbeelden noemt. Als wij straks de energievoorziening flink verduurzaamd hebben, met veel meer windmolens op de Noordzee, met zonnepanelen die we moeten aanleggen en met warmtepompen, dan gaat de energierekening structureel flink omlaag. Heel veel mensen die al de ruimte hebben gehad om die investeringen te doen, zien nu al dat ze daarvan profiteren. Maar dat zijn vaak mensen die de ruimte hadden om die investeringen te doen.

Dan de vliegreizen. Als wij zeggen dat we de vliegtaks gaan verdrievoudigen en dat we moeten gaan kijken naar de tarieven op Schiphol, dan doen wij dat ook omdat wij zien dat vliegen artificieel goedkoop is. Ik heb zelf, samen met de heer Stoffer, ooit voorgesteld in deze Tweede Kamer — een krappe meerderheid heeft daar toen voorgestemd — dat er een kerosineaccijns zou moeten komen. Want het is toch heel raar dat een gewone Nederlander die met zijn Fiat Panda bij de pomp staat meer btw en accijns moet afrekenen dan easyJet die een Airbus A320 voltankt met 80.000 liter? Dat is toch heel raar? Dat is nou precies wat wij willen veranderen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik ben heel blij met deze bevestiging dat het inderdaad een goed idee zou zijn om breder te kijken, zeker als het gaat om de accijns op kerosine. Dat is volgens mij iets wat sowieso moet gebeuren. Toch hoor ik ook in de beantwoording van de heer Paternotte nog veel sturing in de richting van het individu. Het individu dat zonnepanelen op het dak kan plaatsen, een elektrische auto kan rijden en al dat soort voorzieningen kan treffen. We hebben nu kortetermijnzorgen waar we meteen op moeten handelen, maar is de heer Paternotte het met BIJ1 eens dat dit het aangewezen moment is voor de werkelijke discussie over de lange termijn? Dat dit het aangewezen moment is om te gaan praten over degrowth, over het stoppen met de liberale gedachte dat economische groei mogelijk dan wel noodzakelijk is, immer en eeuwig?

De heer Paternotte (D66):

Ik las gisteren het bericht dat de economie voor het eerst weer is gegroeid, maar dat de uitstoot flink omlaag is gegaan. Dat is ons ideaal: een groene economie bouwen, waarin we wel degelijk met elkaar innoveren en meer kunnen verdienen, waarin we niet afhankelijk zijn van gas en olie van Poetin en uit het Midden-Oosten, wat zo afhankelijk is van die inflatie, en we hier zelf voor die energie kunnen zorgen. Ik ben er ook eerlijk in en daar hebben we ook een stap in gezet: dat zijn alle duurzame energiebronnen die ik noemde. Op termijn zullen we daar ook kernenergie voor nodig hebben. Dat is het perspectief dat wij willen schetsen. Wat betreft degrowth: ik snap wat u zegt, maar ik denk dat er niks mis is met groei, als het maar groen is.

De voorzitter:

Mevrouw Simons? Ja, dank u wel. Dan gaan we naar de heer Klaver. Dan doen we nog mevrouw Van der Plas en mevrouw Kuiken en daarna hebben we een lunchschorsing.

De heer Klaver (GroenLinks):

Op 24 februari is de wereld blijvend veranderd. Dat betekent dat we de komende tijd structureel met hoge prijzen te maken gaan hebben. Dat is de realiteit. Maar ik hoorde de heer Paternotte net zeggen dat dat de werkelijkheid is en dat we er eigenlijk niks aan kunnen doen. Dat is een keiharde boodschap naar potentieel meer dan 1 miljoen mensen die daardoor het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Tegen die mensen zeggen dat we daar niets meer aan kunnen doen, is eigenlijk niet acceptabel.

De heer Paternotte (D66):

Dat zei ik niet.

De voorzitter:

De heer Klaver is aan het woord.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het probleem van die stijgende prijzen gaat niet in 2023 plaatsvinden, maar dat vindt nu plaats. Wat zijn de voorstellen van de heer Paternotte om ervoor te zorgen dat ze die rekening wel kunnen betalen?

De heer Paternotte (D66):

Ik neem afstand van het beeld dat wij niks kunnen doen aan die hoge prijzen. Ik zei alleen dat de druk op de energiemarkt voorlopig blijft. Ik sprak net met mevrouw Simons over de enorme investeringen die we nu doen in duurzame energie, voor een deel daarvan ook nog versneld. Ook kunnen we wat doen aan de isolatie van de corporatiewoningen met label D, E en F, waar de mensen wonen die het meeste merken van de energieprijzen. Oftewel, we kunnen onze economie verduurzamen. We kunnen ervoor zorgen dat mensen veel meer beschermd zijn tegen de enorme effecten van de energieprijzen. Voor een deel doen we de dingen al. Ik heb net een aantal voorstellen gedaan om wat meer aan de koopkracht te gaan doen dan we al hebben gedaan. De heer Klaver mag ook wel zien dat allerlei dingen, die hij zelf in januari in het debat over de regeringsverklaring inbracht, ook zijn gebeurd, zoals het koppelen van het minimumloon aan de AOW, het ervoor zorgen dat gemeenten de taakstelling voor de jeugdzorg niet meer voor hun rekening hebben en dat we een veel grotere bijdrage van grootaandeelhouders en vermogenden vragen.

De voorzitter:

Meneer Klaver, laatste vraag.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil altijd graag het debat voeren over wat er structureel moet veranderen en welke systeemfouten er zijn. Als we meer huizen verduurzamen, zorgt dat voor lagere energierekeningen. Dat is heel mooi, maar dat is een project voor de komende jaren. Dat had al gebeurd moeten zijn, maar daar moeten we de komende jaren aan werken. Er is nu een acute crisis. Meer dan 1 miljoen mensen gaan in het zwartste scenario dat het CPB schetst — en waarvan ik denk dat we dat makkelijk nog voor de herfst gaan aantikken — door het ijs zakken; zij kunnen niet meer rondkomen. Daarom stelde ik een hele specifieke vraag: wat doen we om die mensen nog dit jaar te helpen? Toen zei de heer Paternotte: u komt met een heel ongericht voorstel. Ik heb voorgesteld om aan de zorgtoeslag te sleutelen. 75% van de mensen die in de problemen zitten, maakt gebruik van die zorgtoeslag. Hoeveel gerichter wil je het hebben? Ik heb voorstellen gedaan. Mijn collega's hebben voorstellen gedaan. Wat is uw voorstel voor dit jaar, dus niet voor volgend jaar of het jaar erna, om deze mensen extra te helpen? Ik heb niks gehoord.

De heer Paternotte (D66):

Dat is niet waar, want ik heb wel degelijk gezegd dat ik graag wil dat het kabinet gaat kijken naar wat er kan, ook naar de voorstellen die u heeft genoemd. Ik ga daar ook geen enkel taboe op leggen, want ik vind het heel goed dat u die voorstellen op tafel heeft gelegd. Ik zeg er alleen wel wat bij. U zegt dat die 1,2 miljoen makkelijk wordt gehaald. Ik weet dat niet. Ik hoop dat dat zwartste scenario niet uitkomt, maar u zegt dat het dat sowieso wordt. Stel dat dat uitkomt, dan is ook het voorstel dat u zelf doet in meerderheid niet iets wat terechtkomt bij de groep die de steun het hardste nodig heeft. Ik denk dat het gericht mensen helpen die het meest in de problemen komen — ik zei daarstraks al: de mensen die aan het eind van hun geld nog een stuk maand over hebben — het allerbelangrijkste wordt, omdat we nu eenmaal niet alles kunnen compenseren.

De voorzitter:

Ik geef de heer Klaver nog even kort de kans om te reageren omdat u de heer Klaver nu ook aanspreekt. Afrondend.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb één hele korte opmerking en één hele korte vraag. De korte opmerking is dat we al halverwege het scenario zitten. We zijn al heel hard op weg naar het zwarte scenario.

Ten tweede. Ik vraag u wat uw voorstel is. U bekritiseert wat niet goed is aan mijn plan. Dat is prima. Wat is uw voorstel? Wat is uw plan?

De voorzitter:

Graag via de voorzitter, meneer Klaver. De heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

De heer Azarkan zei net al: u heeft drie voorstellen gedaan. Heel veel mensen hier hebben vragen gesteld over mijn voorstellen. U heeft met mevrouw Kuiken afgesproken dat u vandaag allebei zegt: u doet geen enkel voorstel. Maar dat is gewoon niet waar. Daar hebben we dus niet heel veel aan.

De voorzitter:

Dan ga ik naar mevrouw Van der Plas van BBB. Meneer Paternotte, mevrouw Van der Plas heeft ook nog een vraag aan u.

De heer Paternotte (D66):

Sorry, ik dacht dat mevrouw Van der Plas nu aan de beurt was voor haar inbreng.

De voorzitter:

Zo snel gaat het nou ook weer niet vandaag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zag de heer Paternotte echt ontzettend opgelucht weglopen. Hij dacht: die Van der Plas is lekker blijven zitten.

De heer Paternotte (D66):

Nee, ik beantwoord uw vraag graag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb gewoon even rustig alles aangehoord. Ik wil twee dingen voorleggen aan de heer Paternotte. Het eerste is de arbeidsmigratie. De heer Paternotte geeft aan dat we die ook echt nodig hebben om onze producten te kunnen maken. In december 2021 had ik het bijvoorbeeld over de zorg. Daar zijn ook gewoon ontzettend veel mensen nodig. Ik heb toen een motie ingediend om Europese zorgprofessionals die hier graag willen werken in een verkorte bbl, een verkorte beroepsbegeleidende leerweg, te zetten en om daarbij te richten op taalniveau B1. Dat heb je nodig om in ieder geval met mensen te kunnen communiceren. Ik vond dat eigenlijk een harstikke goede motie. Zo zouden we hier dus heel snel zorgprofessionals uit het buitenland kunnen krijgen. Ik vond het jammer dat D66, samen met andere coalitiepartijen, daartegen heeft gestemd. Ik overweeg eigenlijk een soortgelijke motie in te dienen. Nu ik de heer Paternotte hoor praten over "we hebben echt mensen uit het buitenland nodig om hier aan het werk te gaan", zou ik willen vragen of hij straks even kan meekijken en misschien samen met mij die motie wil indienen.

De heer Paternotte (D66):

Een van de grote nadelen van het feit dat wij hier elke week over ongeveer 300 moties stemmen, is dat je ze niet meer allemaal helemaal paraat hebt. Ik was waarschijnlijk ook niet bij dat debat. Maar ik ga er graag met u over in gesprek.

Ik zou zelf iets willen zeggen wat betreft statushouders. We hebben het jaren geleden natuurlijk veel over de Syriërs gehad. Ik merkte dat het voor hen ontzettend lastig is om diploma's, die ze vaak meenemen, snel om te zetten om hier sneller aan de slag kunnen. Daar lopen nu ook veel Oekraïense vluchtelingen tegenaan. Dat lijkt me inderdaad een hele goede kans. Het is alleen maar goed als mensen die hier komen zo snel mogelijk meedoen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb het ook over Europees gediplomeerde zorgprofessionals. Daar zit echt wel wat potentie in. Overigens was de heer Paternotte volgens mij wel bij dat debat, want ik heb die motie ingediend tijdens een coronadebat. In december was de heer Paternotte volgens mij nog gewoon coronawoordvoerder. Maar dat terzijde.

De heer Paternotte (D66):

Dat klopt denk ik wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het tweede punt dat ik met de heer Paternotte wil bespreken, gaat over innovaties. De heer Paternotte is altijd innovatiewoordvoerder geweest. Lang geleden was hij dat wel. Ik heb het even opgezocht.

De heer Paternotte (D66):

Dat duurde acht maanden, volgens mij.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat was hij dus wel, inderdaad. Acht maanden is ook een tijd. Een beetje tijd is ook tijd. Ik heb gezien dat hij innovatie heel erg promootte, ook op de sociale media: in de ruimtevaart, in de zorg, overal innoveren. Dat is hartstikke goed. Daar ben ik ook hartstikke voor. Ik wil dus eigenlijk aan de heer Paternotte vragen: waarom zet D66 wat betreft stikstof en de veehouderij alleen maar in op halveren en reductie, en niet op de innovaties? In de agrarische sector zijn er namelijk ontzettend veel innovaties die heel veel stikstof kunnen reduceren. Er is zelfs een systeem dat op stalniveau bewezen 70% stikstof reduceert. Ik dacht: als we die boeren, in dit geval melkveehouders, dat systeem nou zouden geven, of als we het zouden subsidiëren. Dat systeem kost €150.000. We rekenen even met 10.000 melkveehouders. We doen dat aantal keer €150.000. Dat is anderhalf miljard. Dan hebben we op 10.000 bedrijven gewoon 70% stikstof gereduceerd. Dat is een hartstikke mooie innovatie. Wat vindt de heer Paternotte daarvan?

De heer Paternotte (D66):

Innovatie is hartstikke mooi. Tegelijkertijd moet je niet verwachten dat je met innovatie alle problemen kan wegtoveren, als met een soort duizenddingendoekje. Dat is natuurlijk niet zo. U noemde de ruimtevaart en de zorg. Ja, daar wordt geïnnoveerd, maar we hebben nog steeds een enorm tekort aan mensen in de zorg. Door sommigen is heel vaak gezegd: ach, het klimaatprobleem, op een gegeven moment zijn er zulke goede innovaties. Ik heb zelfs een keer een minister horen zeggen: straks rijden we met auto's over wegen waarbij de auto's vanaf de weg worden opgeladen, dus het komt allemaal goed. We zien nu echter dat de aarde jaar na jaar heter wordt. De klimaatcrisis wordt elk jaar erger. Voor de stikstofcrisis geldt hetzelfde. Innovatie is mooi, maar je moet niet verwachten dat je daarmee alle problemen kan wegtoveren. Niet voor niets zei de rechter nog vorige week dat alles wat we hadden gehoopt en verwacht van innovatie op die stalsystemen veel te weinig oplevert en dat we er dus weer tegenaan lopen dat we die enorme stikstofuitstoot in Nederland niet onder controle hebben gekregen, dat de natuur daarom nog meer geschaad wordt en dat we daardoor bijvoorbeeld ook geen bouwvergunningen meer kunnen afgeven. Dan denk ik: innovatie is mooi, maar laten we daar nou geen luchtkasteel van maken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Heel lang antwoord, maar dit systeem is niet het systeem waar de heer Paternotte over praat bij die rechter, want dat ging over een emissiearm stalsysteem. Het systeem waar ik het over heb, is gewoon een technische innovatie. Ik wil straks best wel even laten zien wat dat is. Dat is geen duizenddingendoekje, maar het is wel een zeventigdingendoekje, want je reduceert er gewoon 70% stikstof mee. Bewezen gereduceerd. Minister Van der Wal is ook op zo'n boerderij geweest — ik was daar zelf bij — en zij was daar heel enthousiast over. Het is helemaal aan haar uitgelegd. Ik snap dan niet dat wij doorgaan met het willen onteigenen van boeren, uiteindelijk, als al het andere niet meer lukt. Dat gaat ontzettend veel geld kosten. Er zit 25 miljard in de pot om die stikstof aan te pakken. Ik snap dat niet! Er is nu een systeem ... De heer Paternotte is ook heel erg van de wetenschap, dat is hartstikke mooi. Er is nu een systeem dat bewezen 70% stikstof reduceert, en dan zegt de heer Paternotte: ja, maar goed, we moeten maar even kijken, maar dat doen we niet. Het gaat er toch om dat we stikstof reduceren? Dan is het toch goed als dat met een innovatie gaat? Dan is dat toch hartstikke mooi? Dat kost ons 1,5 miljard; dat is gewoon peanuts vergeleken bij wat er nu uitgegeven wordt.

De heer Paternotte (D66):

Mevrouw Van der Plas is natuurlijk als voormalige voorvrouw van de agrarische sector in deze Tweede Kamer gekomen. Zij heeft altijd heel veel redenen om te zeggen dat we de stikstofaanpak niet hoeven te doen of dat het op een totaal andere manier moet, wat er uiteindelijk op neerkomt dat er geen fundamentele verandering nodig is. Ik ben daar niet van overtuigd en ik denk dat dat onderstreept wordt door het feit dat rechterlijke uitspraken keer op keer laten zien dat wij dit probleem in Nederland eigenlijk al twintig jaar lang te veel vooruit hebben geschoven. 100 miljoen dieren houden wij hier in Nederland, in dit kleine landje, waar we ook nog industrie hebben, waar we nog een van de vier grootste luchthavens van Europa hebben.

We lopen tegen de grenzen aan en we zullen ervoor moeten zorgen dat we ons land schoner kunnen krijgen, dat niet meer elk jaar zo veel kinderen astma krijgen omdat we te veel stikstof en ammoniak in de lucht hebben, en dat we daardoor weer bouwvergunningen kunnen afgeven, dat we de natuur beter beschermen en dat we het land weer in beweging krijgen. Volgens mij moeten we nu geen uitvluchten en geitenpaadjes zoeken. Wat dat betreft ben ik het zeer eens met de minister. We zullen nu aan de slag moeten. Dát is het eerlijke verhaal.

De voorzitter:

Volgende week hebben we een heel groot stikstofdebat, dus ik wil de leden vragen om het inhoudelijke debat over stikstof echt volgende week met elkaar te voeren, al zitten daar natuurlijk wel heel veel financiële consequenties aan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ten eerste heb ik nooit gezegd: stikstof hoef je niet aan te pakken. Ik vind überhaupt dat mensen in z'n geheel kunnen zorgen dat we duurzamer leven en goed voor de aarde zorgen. Wat ik heb gezegd is dat het zogenaamde stikstofprobleem in Nederland een gecreëerd stikstofprobleem op papier is. U moet niet mijn woorden verdraaien alsof ik zeg: er hoeft niets te gebeuren, want ik word op alle fronten een ontkenner genoemd en dat is gewoon pertinent niet waar. Maar ik blijf er wel bij: ik hoor de heer Paternotte alle kanten opgaan en een beetje afdwalen. Ik vraag mij dan toch af of D66 eigenlijk die innovaties in de veehouderij gewoon niet wil. Wil D66 gewoon af van die dieren? Dat mag. Ik vind het verschrikkelijk als er zo wordt gedacht over veehouders, maar dat mag een standpunt zijn. Maar dan kan de heer Paternotte dat ook gewoon zeggen: mevrouw Van der Plas, hartstikke leuk die innovaties, maar wij willen gewoon de veestapel reduceren en daarom staan wij achter die stikstofplannen. Dat is ook een antwoord.

De heer Paternotte (D66):

Ja, wij zijn de varkensflat en de megastal van Europa en wij denken dat dat niet houdbaar is. Maar wij willen wel degelijk dat er perspectief komt voor boeren, dat ze met minder dieren meer geld kunnen gaan verdienen. Ik denk namelijk dat u en ik allebei heel goed weten dat er de afgelopen jaren voor heel veel boeren in Nederland al geen fatsoenlijke boterham meer te verdienen was. Dat zal een flinke verandering vereisen. Wij willen ook dat het kabinet duidelijker is over de manieren om boeren te helpen om die omslag te maken naar kringlooplandbouw, zoals we dat graag noemen. Daar is ook geld voor vrijgemaakt. Dat is ook innovatie. Dat is duurzame innovatie.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat Nederland de varkensflat en megastal van Europa is, is gewoon pertinent niet waar. Varkensflats zijn er al sowieso niet in Nederland. Wijs mij aan waar er ergens in Nederland een varkensflat staat; dat is gewoon niet het geval. Van alle stallen in Nederland is 1% volgens de definitie een megastal, 1%. De rest, 99%, is gewone stallen. En wat die kringlooplandbouw betreft, het dier is het ultieme kringloopwezen. Van het varken wordt vlees gemaakt. De mest gaat op de gewassen. Daar groeien weer de groenten van. Alles van het varken wat niet wordt gebruikt, gaat in allerlei andere producten, tot medicijnen aan toe.

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dus die kringlooplandbouw is er al. Ik zou graag van de heer Paternotte de eerlijke uitspraak willen: we willen die innovaties niet omdat wij gewoon minder dieren willen. Om welke reden hij minder dieren wil, is aan de heer Paternotte, maar dan ben je eerlijk. We hebben het steeds over eerlijkheid en zeggen dat we mensen het eerlijke verhaal moeten vertellen. Dan ben je gewoon eerlijk. Zeg gewoon: "Wij willen de veestapel reduceren. Daarom doen we dit. We gaan nooit voor die innovaties stemmen, want dat willen we gewoon niet."

De heer Paternotte (D66):

Een woordspelletje en een verdachtmaking. "1% van de stallen is maar een megastal." Ja, als je heel veel kleine stallen hebt en één hele grote megastal met duizenden dieren, dan heb je misschien iets minder megastallen, maar er staan wel heel veel dieren in die megastallen. Daarom wordt het ook een megastal genoemd. En dan wordt er gezegd dat wij dit zouden willen omdat we gewoon die veestapel niet zouden willen. Nee, natuurlijk niet. Dat is gekomen doordat we zien dat de natuur, de grond verzuurt, dat er dieren verdwijnen, dat er planten verdwijnen, dat onze duinen worden aangetast en we niet voor niets op de vingers worden getikt omdat we ons niet houden aan afspraken die we zelf hebben gemaakt, waardoor we ook geen huizen meer kunnen bouwen, die we heel hard nodig hebben. Daarom. Mevrouw Van der Plas heeft ook laatst op Twitter gesuggereerd dat het kabinet het allemaal wil doen om nog meer mensen in Nederland te proppen. De suggestie dat we dit doen om meer mensen naar Nederland te halen is onzin. Iedereen hier kent mensen die op zoek zijn naar een betaalbare woning maar die die niet kunnen vinden. Als we niet genoeg kunnen bouwen, dan blijft dat zo.

De voorzitter:

Laatste vraag voor mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn laatste vraag is eigenlijk meer een constatering. In megastallen staan wel duizenden dieren. In Nederland heb je gewoon een wettelijke ruimte voor dieren. Het is dus niet zo dat dieren op elkaar worden gepropt in een megastal. Wat het duingebied betreft wil ik de heer Paternotte ook nog wel even corrigeren. Het duingebied heeft een hele hoge stikstofneerslag. Dat klopt. Of ja, "dat klopt"; dat wordt gezegd. Er is een hele stikstofneerslag. Het zit in het gebied waar wat moet gebeuren, maar volgens het PBL is juist het duingebied in positieve tot herstellende staat. Dat kan de heer Paternotte gewoon in het rapport lezen van het Planbureau voor de Leefomgeving. Ik vind het een beetje vreemd dat hij nu juist het duingebied noemt als een gebied waar de natuur vernietigd wordt. Dat is volgens het PBL dus juist net niet zo. Ik zou willen vragen aan de heer Paternotte om de feiten toch even goed op een rijtje te krijgen, want we maken wel heel erg rigoureus beleid op basis van wat wij hier ook horen en waar mensen die dat beleid maken eigenlijk helemaal geen kennis van hebben. Dat vind ik wel ernstig.

De heer Paternotte (D66):

Het is natuurlijk winst dat mevrouw Van der Plas het Planbureau voor de Leefomgeving aanhaalt. De fundamentele vraag die we met elkaar moeten beantwoorden is of we dit probleem erkennen. Erkennen we dat die stikstofuitstoot echt flink omlaag moet? Ik hoop dat mevrouw Van der Plas daar straks in haar termijn ook eerlijk over is, want als de Nederlanders wordt voorgehouden dat dit allemaal gebeurt vanuit een soort complot of een politieke wens, dan is dat niet waar. We hebben geen alternatief. Het zal moeten.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, is er nog een vraag van de heer Omtzigt; sorry, mevrouw Kuiken.

De heer Paternotte (D66):

Sorry, mevrouw Kuiken, u mag nog even gaan zitten.

De voorzitter:

Ook de heer Omtzigt mag vragen stellen.

De heer Paternotte (D66):

Ongeduld, hè.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Het CPB heeft berekend dat er in het zwarte scenario 1,2 miljoen mensen zijn die met hun geld niet het eind van de maand halen, zelfs als ze alle horecabezoek, elk bezoek aan de film en hun vakanties cancelen. Als ze alle, maar dan ook alle variabele uitgaven cancelen, dan nog zijn er in het zwartste scenario, waar we dicht bij zijn, 1,2 miljoen huishoudens die het eind van de maand niet halen, maand in, maand uit. Heeft de heer Paternotte enig moment sinds 1945 in gedachten dat wij in zo'n situatie geweest zijn?

De heer Paternotte (D66):

Ik kan het niet volledig overzien. Ik weet dat de oliecrisis in de jaren zeventig er heel hard heeft ingehakt. Ik weet dat mensen in 1945 een tientje van Lieftinck kregen om de maand door te komen. De heer Omtzigt heeft hier volgens mij onder andere aan de Universiteit van Exeter heel veel studie naar gedaan. Hij zal mij dit veel beter kunnen vertellen. Maar het klopt. Ik zeg daarbij ook dat er in het zwartste scenario een grote groep is die binnen drie maanden door zijn reserves heen is. Dat is de reden dat ik tegen het kabinet heb gezegd dat ik denk dat er meer nodig zal zijn dan wat er allemaal al gebeurd is. Die opdracht geef ik het kabinet voor deze zomer.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Die opdracht is aan het begin van het jaar aan de regering meegegeven. Het zou in de Voorjaarsnota geregeld worden. Dat wordt het niet. En inderdaad, ik heb ze niet kunnen vinden sinds 1945. De heer Paternotte noemt de twee momenten waarop het knijp was, maar waar we vrij snel uit kwamen. Het tientje van Lieftinck was een geldhervorming die Nederland daarna aardig op gang gekregen heeft.

Dit kan een langere periode zijn dat heel veel mensen ontzettend veel moeite hebben om rond te komen. Het grootste gedeelte van die mensen zit technisch gezien tussen de 120% van het minimum en modaal. Dat is waar die marginale druk zo enorm hoog is. Daar zitten nog meer mensen dan onder de 120% van het minimum, die de €800 krijgen. Is er concreet beleid dat deze regeringspartijen voorstellen voor precies die mensen die nu maand in, maand uit het einde van de maand niet halen, die interen op hun geld, minder eten moeten kopen, de verwarming op 14 graden moeten zetten of al die drie dingen tegelijk moeten doen? Zijn de voorstellen van D66, die nog dit jaar ingaan, voor deze groep mensen?

De heer Paternotte (D66):

We nemen dit jaar natuurlijk heel veel maatregelen. Voor een deel erkent u volgens mij dat die €800 ook bij deze huishoudens helpt. Voor de huishoudens tussen de 110% en 120% van het wettelijk minimum zijn er heel veel maatregelen, zoals de btw op energie die omlaaggaat, wat daar natuurlijk bij helpt. Die zien een accijnsverlaging die uiteindelijk ook helpt bij mensen die 's ochtends naar een distributiecentrum, naar Schiphol of naar een supermarkt moeten voor hun werk en die daar zo vroeg moeten zijn dat ze dat niet met het openbaar vervoer kunnen doen. Maar het zijn inderdaad relatief ongerichte maatregelen. Daarom zeg ik tegen het kabinet dat ik wil dat dat gerichter gaat worden. Volgend jaar — dat kon niet eerder — gaan we bijvoorbeeld het minimumloon versneld verhogen, met allemaal regelingen daarbij. Dat betekent dat ook de AOW versneld verhoogd wordt. Dat helpt natuurlijk met die opwaartse druk aan de onderkant heel veel mensen die precies in deze situatie zitten. Dat is wat ik nu zie. Ik heb een aantal voorstellen gedaan om te zorgen dat de belasting voor mensen die werken, omlaag kan. Dat kan deze groep ook helpen. Daar moeten we volgens mij naar kijken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik vroeg naar deze groep. Ik zei: vanaf 120%. Daar helpt die €800 niet. Als je €1 te veel verdient of als uitkering hebt, dan mis je die €800. Dat gaat nog hele schrijnende gevallen opleveren, kan ik u verzekeren. Een subsidie van €800 afbouwen voor die groep met een harde grens, gaat heel, heel pijnlijk worden. Is D66 bereid om bijvoorbeeld een … Dat kan via de zorgtoeslag. Dat kan door een toeslag van €400 voor de tweede inkomensgroep. Die betalen we als volgt. Ik zal u één voorbeeld geven. De drie eigenaren van de kolencentrales die nu verplicht stilstaan, krijgen dit jaar met z'n drieën een compensatie van 1,6 miljard om die centrales stil te zetten. Dat is twee keer zoveel als alle arme huishoudens bij elkaar. Dat wordt betaald met een opslag uit de energierekening. Als je die zou kunnen afschaffen, zou je echt meters maken. Maar omdat de regering miljarden heeft klaarstaan voor CO2 en daar een paar buitenlandse investeerders stinkend rijk aan het worden zijn … Er is niks dat beter rendeert dan een stilstaande kolencentrale in dit land. Maar voor de arme werkenden van dit land doen we niks. Is D66 bereid om daar een onderscheid of een verschuiving in aan te brengen?

De heer Paternotte (D66):

Dit is wel iets waarvan ik hoop dat ook de heer Omtzigt, die er bij dit soort vraagstukken vaak bovenop zit, het langetermijnperspectief wil schetsen en wil helpen Nederlanders daarin mee te krijgen. Als wij de energiecrisis en de klimaatcrisis willen aanpakken, moeten we dezelfde maatregelen daarvoor nemen, namelijk overgaan op duurzame energie. Zo zorgen we ervoor dat mensen niet meer afhankelijk zijn van olie uit het Midden-Oosten en van gas uit Rusland, dingen die nu zorgen voor de enorm hoge prijzen, die de inflatie opjagen. Daar moeten we naartoe. Door te zeggen dat de klimaatcrisis misschien maar even moet wachten en we de grootste uitstoter van CO2 maar weer beter open kunnen zetten, zeg je: we hebben nu de ene crisis en daarom besteden we even geen aandacht meer aan de andere. Maar die luxe hebben we niet meer. Wat voor stikstof geldt, geldt ook voor klimaat: het is echt de laatste kans omdat wij de laatste generatie zijn die dat verschil kan maken. Daarom kijk ik heel sceptisch naar de suggestie om dit te doen door middel van het openen van de kolencentrales.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik zei niet dat de kolencentrales geopend moeten worden. Ik zei iets heel anders. Ik zei dat het bizar is dat we 1,6 miljard ervoor betalen, terwijl de kosten die deze exploitanten maken waarschijnlijk niet meer dan 200 miljoen bedragen. Er is een totale overcompensatie door heel grote fondsen klaar te zetten en die op een stupide manier te berekenen. Door het via de energierekening te laten lopen krijgen deze drie uitbaters 1,6 miljard via deze Voorjaarsnota. Dat terwijl je ze ook stil had kunnen zetten met 200 of 300 miljoen. Als je die 1,4 miljard had gedaan, had je bijna alle problemen van de gezinnen waar de heer Wilders in zijn inbreng op wees kunnen oplossen. Je had die toeslag dan niet aan ongeveer 800.000 gezinnen kunnen betalen, maar aan 2,5 miljoen gezinnen. Dat is precies waar volgens het CPB het probleem zit. En dan nog hadden die kolencentrales stilgestaan. Dat is een wens van D66 die ik respecteer. Maar het lijkt erop dat als het om CO2 gaat, het niet uitmaakt hoe duur het is. Wil de heer Paternotte kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we ophouden met bizarre prijzen te betalen voor de buitenlandse aandeelhouders die de kolencentrales opgekocht hebben en hoe we een fatsoenlijke compensatie regelen voor mensen die nu het eind van de maand niet halen?

De heer Paternotte (D66):

Ik merk dat ik de heer Omtzigt dan niet helemaal goed begrepen heb, want ik had het idee dat dat zijn suggestie was. Maar hij zegt eigenlijk: kunnen we ervoor zorgen dat we niet de compensatie hoeven te betalen, maar ook niet de kolencentrales hoeven te openen? Ik denk dat dat echt een wat-alsvraag is, want als dat zou kunnen, zou ik dat natuurlijk heel interessant vinden, maar ik weet niet of dat kan. Dus laten we die vraag samen stellen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik ben blij dat de vraag gesteld is. De vraag is niet óf we compensatie betalen, maar hoeveel compensatie. Er is werkelijk waar geen econoom te vinden die denkt dat je 1,6 miljard moet betalen om drie kolencentrales een jaar lang niet te laten draaien. Ik geef hier alvast een voorwaarschuwing: hetzelfde dreigt met stikstofrechten. Stikstofrechten dreigen net als CO2-rechten het nieuwe goud te worden. Mensen gaan die opkopen om dan tegen de regering te zeggen: "Kom maar op. U wilt minder stikstof. Ik heb de rechten en ik ga uitstoten." Heeft D66 een plan om ervoor te zorgen dat straks die tientallen miljarden niet terechtkomen bij een aantal durfinvesteerders die nu als een gek stikstofrechten en CO2-rechten aan het opkopen zijn? Dat is namelijk wat er op dit moment gebeurt, maar ik ben blij dat we straks gaan kijken. Ik ga straks kijken of de regering een manier weet … De prijs van die kolencentrales is op het allerhoogste punt van de markt gezet, waardoor we nu totaal de hoofdprijs betalen. Maar ik ben blij dat we dat gaan doen. Ik hoop dat er straks ook een plan komt om ervoor te zorgen dat stikstofrechten niet opgekocht worden, zodat het fonds niet even leeggetrokken wordt door een paar opkopers.

De heer Paternotte (D66):

Ik ben blij dat de heer Omtzigt daarbij ook duidelijk heeft gemaakt dat wij dat moeten doen door in hetzelfde tempo de klimaatdoelen na te jagen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Paternotte. Tot slot gaan we voor de lunchpauze nog luisteren naar mevrouw Kuiken van de PvdA. Daarna schors ik voor een halfuur. Gaat uw gang.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ja, door de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen van voedsel en energie pijlsnel opgelopen, maar deze ontwikkeling zagen we ook al voor de oorlog. In januari betaalde een gemiddeld gezin bij het afsluiten van een nieuw contract al €1.300 meer voor energie dan een jaar eerder. De problemen stapelen zich op. Dat zien we bijvoorbeeld ook aan de wooncrisis. Steeds meer mensen krijgen maand na maand moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.

Voorzitter. Ons land wordt collectief armer. Natuurlijk is er geen politiek tovermiddel tegen de stijgende prijzen. Maar de vraag is wel hoe we deze rekening verdelen en bij wie we die neerleggen. Dat is een vraag waar wij vandaag voor staan. Dat is de vraag aan de politiek. Ik vind, wij vinden dat de voorstellen die de coalitie nu doet, onvoldoende en ongericht zijn. Onvoldoende, omdat de energierekening veel harder stijgt dan de compensatie die mensen krijgen. Mensen die het niet kunnen missen, gaan er nu honderden euro's per jaar op achteruit. En ongericht, omdat vooral de mensen met een hoger inkomen — dat schetsten de economen ook voor ons — veel meer profiteren van de compensatie dan de mensen die het het hardste nodig hebben, mensen met een laag of een gemiddeld inkomen, bijvoorbeeld doordat ze in een grotere auto rijden.

Voorzitter. Dat is ook waarom ik kritisch ben op de Voorjaarsnota die we vandaag bespreken. Natuurlijk zijn er goede plannen. Het extra geld en investeren in Defensie: we voelen allemaal dat dat nodig is. Daar praten we in het najaar verder over. Maar deze Voorjaarsnota is de laatste kans om in dit jaar, 2022, nog iets te doen voor de mensen die dat nu nodig hebben. Het CPB waarschuwt dat miljoenen huishoudens in grote problemen dreigen te komen. Daar is iedereen het ook over eens. Als dat moment zich nu voordoet, verwacht je daadkracht en leiderschap van het kabinet. Maar premier Rutte zegt achteloos: we worden allemaal een beetje armer; er zijn weinig knoppen om aan te draaien. En minister Kaag zegt koeltjes: geld groeit niet aan de bomen. Ja, duh, dat weten de mensen zelf ook wel. Dat voelen zij dagelijks in hun portemonnee, en straks nog veel meer.

Ook vandaag zie ik coalitiepartners die vooral verwijzen naar het kabinet. Ze staan wel open voor plannen, maar leggen zelf niets concreets op tafel en schuiven alles door naar het najaar of naar volgend jaar. Of ze zeggen: we konden niet eerder wat doen. Het minimumloon omhoog kon dit jaar wel. Ja, in februari, maar nu ben je te laat. We zeiden het in het najaar al. We zeiden het in het voorjaar. We zeiden het nog toen we bij minister Kaag en de premier de koffie deden. Maar er is niet gehandeld. Dus wel mekkeren, maar niet leveren. Dat is waar we nu staan.

Als we ons gezond verstand laten spreken, dan weten we wat ons te doen staat, dan zorgen we ervoor dat de mensen die het nu nodig hebben, gesteund worden en vragen we een bijdrage aan wie het kan missen. Daarvoor hebben wij een aantal voorstellen gedaan die het kabinet bij deze Voorjaarsnota kan regelen. Een toeslag van €500 voor elke Nederlander die zorgtoeslag ontvangt. Zo krijgen lage en middeninkomens gericht ondersteuning. Dat is ongeveer driekwart van de mensen die steun nodig hebben. Twee: het bevriezen van de huren voor alle sociale huurwoningen en een huurverlaging voor slecht geïsoleerde woningen. Drie: tref de voorbereiding voor het verhogen van het minimumloon per januari 2023, en dan niet met enkele kwartjes maar met hele euro's. Zo maak je het verschil. En vraag om dit te betalen een eerlijke bijdrage aan wie het kan missen. Een solidariteitsheffing voor die bedrijven die nu grote winsten maken, vaak naar aanleiding van deze crisis. En ik hoor warme woorden als: ik sta ervoor open. Ik hoor het mevrouw Hermans zeggen, ik hoor het de heer Paternotte zeggen, maar dan moet je het ook nu willen regelen. Dan moet je weten dat je die buffer hebt zodat je andere maatregelen kunt nemen.

Want de bestaanszekerheid van Nederlanders is in het recente verleden nog nooit zo onder druk komen te staan. De coronacrisis is nog niet voorbij en gaat weer verergeren; morgen hebben we het debat daarover met minister Kuipers. Er is de oorlog in Europa die onze samenleving bedreigt. Daarnaast zijn er stijgende prijzen die onze welvaart en ons welzijn onder druk zetten. Dat vraagt nu om politiek leiderschap voor concrete, gerichte en stevige maatregelen om hier nu iets aan te doen. En daarom: als er geen fundamentele wijzigingen komen, dan zal de Partij van de Arbeid de Voorjaarsnota en wat eruit voortvloeit ook niet steunen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag van mevrouw Hermans, VVD.

Mevrouw Hermans (VVD):

Tijdens mijn inbreng hebben mevrouw Kuiken en ik al even gedebatteerd over het idee om via de zorgtoeslag iets te doen. Ik heb daar een vraag over, gewoon om het te snappen en goed te begrijpen. Kijkend naar het CPB-rapport, komt er een grotere groep huishoudens in de problemen, evenals alleenstaanden. Uw voorstel rond de zorgtoeslag raakt dan natuurlijk ook de grens waarbij je iemand wel of niet zo'n tegemoetkoming kan geven. Ik noem als voorbeeld een alleenstaande politieagent. Die zit dan net boven die grens. Dan komen we dus terecht bij die middengroep waar ik het in mijn inbreng ook over heb gehad. Ik ben benieuwd van mevrouw Kuiken te vernemen hoe we ook voor deze groep iets gericht kunnen doen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ten eerste doen we het niet via de zorgtoeslag. Ik denk dat het goed is om dat even vast te stellen, ook omdat het anders technisch tot grote problemen zou leiden. De maatregel van die €500 is gericht op de mensen die zorgtoeslag ontvangen, zodat je daarmee ongeveer driekwart van de mensen die nu in acute nood komen, kunt helpen. Deels zitten die mensen onder de middeninkomens en deels zitten ze op die middeninkomens. Daarmee doe je dus heel gericht iets voor deze groepen. Als je nog meer zou willen doen, kijk je naar lagere huren en het bevriezen van huren, kijk je op andere manieren naar compensatie, kijk je naar verhoging van het minimumloon et cetera. Er zijn meerdere knoppen waar je aan kunt draaien, maar, echt waar, met deze maatregel doe je al heel gericht wat voor de lage en middeninkomens, deels voor alleenstaanden maar zeker ook voor gezinnen met een modaal inkomen.

Mevrouw Hermans (VVD):

U heeft overigens gelijk, ik koppelde het te direct aan de zorgtoeslag, maar het gaat om de groep die het ontvangt. We hadden het al over de lagere middeninkomens maar het gaat mij nu echt ook over de middeninkomens. Mijn vraag aan u, en wellicht via u ook aan het kabinet, is of wanneer je die zorgtoeslagroute opgaat, je dan ook bij die groep terechtkomt.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ten eerste gaat het er mij niet om welke concrete maatregel het exact is. Als u zegt "ik wil iets doen voor die lagere en die middeninkomens, maar ik wil nog wat extra's", graag! Mijn kritiek zit hem er nou juist in dat u voortdurend zegt: we kunnen niet aan knoppen draaien, het geld groeit niet aan een boom, het is ingewikkeld. Joh, het is niet ingewikkeld als je wilt, als je ziet dat de problemen nú urgent en groot zijn. Dan is dit het moment om maatregelen te nemen zodat je dit jaar nog wat kan regelen. Daarom is ook mijn teleurstelling daar. Niet omdat ik niet samen naar oplossingen wil kijken, maar omdat u zegt "ik zie de problemen, ik wil een handreiking doen", maar vervolgens wordt er vooruitgeschoven, naar het kabinet gekeken en zelf geen concrete maatregel op de mat gelegd. Dát stelt mij teleur. Welke boodschap hebben we dan aan die 1,2 miljoen gezinnen die nu in acute nood dreigen te komen?

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik vind deze reactie toch jammer, want ik probeer oprecht te kijken welke groep mevrouw Kuiken wil raken en over welke maatregelen daarvoor zij nadenkt. In mijn richting komt alleen maar terug dat ik niks zou willen doen. Dat is volstrekt niet het geval. Ik wil alleen wel dat we iets doen wat werkt, wat helpt en ja, waarbij we uiteindelijk ook een dekking vinden waar we ons allemaal in kunnen vinden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ten eerste zie ik dat wij in het najaar zeiden: je moet meer doen, want dit is te ongericht en te weinig maatwerk voor de mensen met lage en middeninkomens die het nodig hebben. In januari hebben we dat herhaald, in februari hebben we dat herhaald, we hebben dat in maart herhaald en er werd voortdurend gezegd: het is niet nodig. Nu zijn we bij de Voorjaarsnota, de állerlaatste kans om wat te doen. Wij komen met vier gerichte maatregelen die de midden- en de lage inkomens helpen, en wij regelen ook nog een keurige dekking. Ik weet niet hoe concreet u het wilt hebben. Ik had zo'n zelfde concreetheid verwacht van de coalitiepartijen en die heb ik nog niet gehoord, behalve alleen: ik zoek, ik wil verkennen, ik ben benieuwd en ik wacht het kabinet af. Dat is niet wat ik verwacht van fractievoorzitters hier in dit huis.

De voorzitter:

Dank u wel. Laatste vraag voor de heer Segers, ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik vind het wel een curieuze voorstelling van zaken als je zegt: er gebeurt niks. Er gebeurt dit jaar heel veel: 6 miljard ter overbrugging om de ergste noden te lenigen. Als mevrouw Kuiken zegt "dat moet gerichter, dat moet anders", dan hebben we gekeken naar de koppeling met de AOW, we hebben gekeken naar verhoging van het wettelijk minimumloon, wat mensen direct raakt, naar de koppeling met álle uitkeringen aan die verhoging van het wettelijk minimumloon. Als mevrouw Kuiken zegt "ik zou graag willen dat dat meer is en dat het nóg gerichter wordt", dan deel ik die wens en moeten we inderdaad zoeken naar wat we nog meer kunnen doen. Maar ik haakte even aan bij de politieke dreiging die aan het eind van de bijdrage van mevrouw Kuiken klonk: als er niks verandert zal ik tegen de Voorjaarsnota stemmen. Volgens mij stemmen we niet over de Voorjaarsnota. Dat ligt ook niet voor. Er liggen wel suppletoire begrotingen voor. Daar zit bijvoorbeeld een loonsverhoging in voor leraren in het primair onderwijs. Daar zit een loonsverhoging voor Defensie in. Er is een cao bij de politie afgesloten met forse loonstijgingen. Gaat de PvdA — dit is een informatieve vraag — daar dan tegen stemmen en zorgen dat die loonsverhoging niet door kan gaan?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Aardig dat u mij de techniek weer even uitlegt. Wat ik hier schets, is dat we nu een acuut probleem hebben voor miljoenen gezinnen die ook u aangaan, die het het komende najaar niet gaan redden als we nu niet meer maatregelen nemen. Ik vraag het kabinet en de coalitiepartners om daarvoor met serieuze voorstellen te komen. We hebben zelf drie gerichte maatregelen voorgesteld en een dekkingsvoorstel. In plaats van dat u zegt "dat vind ik slim, dat vind ik verstandig, want ik zie ook dat die gezinnen anders in de kou komen te staan", krijg ik deze jij-bak. Ik heb niet gezegd dat het kabinet niets doet. Ik heb alleen gezegd: dat is te weinig en te ongericht. De crisis is groter dan nu. Omdat het crisis is, worden er op tal van terreinen maatregelen genomen, en terecht. Maar neem dan nu ook gerichte maatregelen voor die gezinnen die nu in de kou staan. Dat is mijn vraag aan u. U zegt: maar dat betekent ook dit en het betekent ook dat. Ja, maar als u nu geen actie onderneemt en niet nu ingrijpt terwijl het moment nu is, kleeft daar ook het risico aan van die 1,2 miljoen gezinnen die straks in de kou staan. Waarom stemt u daarvoor? Waarom neemt u geen gerichte actie om dat ongedaan te maken? Waarom grijpt u nu niet het moment om juist voor die gezinnen wat te doen?

De voorzitter:

Ik geef de heer Segers afrondend kort het woord omdat u hem weer direct aanspreekt.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dus dit is mijn zesde interruptie? Oké. Ik probeer oprecht te zoeken naar hoe we het hier goed kunnen doen. En waarom? Ik wil het doen voor die 1,2 miljoen gezinnen. Het CPB zegt dat er een zwart scenario is waarin 1,2 miljoen huishoudens echt in de problemen komen. Ik zie een enorme grootte van mensen in de bijstand, mensen aan de onderkant, mensen die van het wettelijk minimumloon of net erboven moeten rondkomen, die echt in de problemen komen. Het kabinet zegt: we trekken nu €800 voor die gezinnen uit. Is het genoeg? Zijn alle problemen weg? Natuurlijk niet. Wij proberen oprecht te zoeken om dat wat kan, dat wat mogelijk is, zo gericht mogelijk te besteden. Daarbij trekken we alles uit de kast. We willen met openheid, ook in augustus, wanneer we kijken naar de koopkracht van dit jaar, maar zeker ook die van volgend jaar, heel gericht kijken naar wat we voor die mensen kunnen doen om ervoor te zorgen dat ze niet door het ijs zakken. Daarvoor zit ik in de politiek. Daarvoor zit u in de politiek. Ik vind het zo'n rare reactie om dan te zeggen: als ik dan niet m'n zin krijg of als er niet iets extra's gebeurt, dan zou het potentieel mogelijk zijn dat die loonsverhoging in het primair onderwijs niet doorgaat, dat die hogere cao bij Defensie niet doorgaat en dat die hogere salarissen voor de politie niet uitbetaald worden. Ik vind dat zo'n vreemde reactie. Waarom nou?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Omdat ik het zo'n raar middel vind. Ik vind het bijna chantage. "U bent of voor mij of automatisch tegen mij." Nee, ik ben niet voor of tegen u. Ik wil iets regelen voor de mensen die thuis straks in de kou staan. Ik ben voor die mensen die maar vier producten in hun boodschappenmandje konden leggen. Ik ben voor die mensen die geen bloemetje meer konden kopen. Ik wil iets voor die mensen betekenen, omdat we er al sinds het najaar voor waarschuwen. In het voorjaar hebben we herhaald dat het gerichter, preciezer en beter moest. Economen steunen ons daarin. Het CPB steunt ons daarin. Het Nibud steunt ons daarin. Gemeenten zien het bij hun loketten en bij de voedselbanken ontstaan. Dan is het nu dus niet het moment om te zeggen: joh, ik ben tevreden met alles wat ik heb geregeld. Nee, daarvoor zitten wij niet in de politiek en dat weet u ook. Dan moeten we nu het moment pakken en bij de Voorjaarsnota een aantal maatregelen nemen, omdat het kan, omdat je de knoppen hebt om aan te draaien en omdat je de politieke wil hebt om daar het verschil te maken. Ik nodig u graag uit om nog voor de zomer samen echt concrete maatregelen te nemen of die in ieder geval in gang te zetten.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik wil beginnen met te zeggen dat ik respect heb voor oppositiepartijen die serieus kijken hoe ze serieuze voorstellen kunnen doen om dingen te verbeteren. Met dat respect sta ik hier. Tegelijkertijd hoop ik dat mevrouw Kuiken ziet dat een aantal van de dingen die het kabinet doet, voortkomen uit moties die aangenomen zijn in debatten die we hier in dit huis gevoerd hebben, bijvoorbeeld in het debat in januari, waar mevrouw Kuiken naar verwijst. Dat ging over die AOW-koppeling. Ik geloof dat ik toen een vrij stevig debat heb gevoerd met de heer Klaver over de jeugdzorg. Daar zijn ook bewegingen gemaakt. Onderdeel van een zoektocht naar weer iets meer dualisme in dit huis is dat er goed geluisterd wordt naar serieuze voorstellen en dat we proberen daar wat mee te doen. In maart is er een pakket geweest van zo'n 3 miljard boven op de 3 miljard van het najaar. Daarmee is in deze Voorjaarsnota, luisterend naar meerdere moties die hier in dit huis met absolute meerderheden, soms met 150 stemmen, zijn aangenomen. Ik hoop dat u ons dan ook vergeeft dat een coalitie dan zegt: we hebben wel wat gedaan. Dat komt namelijk voort vanuit diezelfde intentie. Tegelijkertijd is de vraag gerechtvaardigd of het genoeg is. Ik denk dat die CPB-cijfers en dat meest zwarte scenario bij iedereen, in ieder geval ook bij mijn fractie, leidden tot de vraag of het wel voldoende is wat we gedaan hebben. Toen ik de voorstellen zag van GroenLinks en de PvdA over die solidariteitsheffing, dacht ik: hé, wacht eens even, dit hebben wij zelf ook voorgesteld. Dit voorstel werd aangehaald in een campagne. We hebben er ook een motie over ingediend. Toen was de reactie van het kabinet: het kan niet. Inmiddels zien we dat andere Europese landen het wel doen. De heer Dassen heeft het over een wettelijke grondslag. Ik zal in mijn termijn zeggen dat ik een stap verder ga en het een sympathiek idee vind. Ik zou hier verder mee willen. Dan is het niet gek dat we aan het kabinet vragen: eerder werd in het kader van corona gezegd dat het niet kon, maar kan het niet toch wel? Dat is ook onderdeel van datzelfde proces dat we in januari zagen. Volgens mij is dat ook iets heel positiefs en hoeft er niet gedreigd te worden met tegen alles te stemmen wat eruit voortkomt. Ook de minimumloonsverhoging die 1 januari ingaat komt er namelijk uit voort. Ook de lerarensalarissen hebben ermee te maken. Dan kunnen we toch net zoals we dat in januari gedaan hebben, open het debat voeren, zonder dat die dreiging eraan te pas hoeft te komen?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ga eerst een paar kleine kanttekeningen plaatsen bij uw vraag. Daarna ga ik positief eindigen. Een. Wij waren zeker voor de AOW-koppeling. Ouderen bleven achter, dus die koppeling was nodig. Met de dekking daaronder ben ik niet zo gelukkig. Ik hou van broodjes, maar niet van broodjes salami. Dat mag, hoop ik. Er wordt net gedaan of dat onze wens is. Nee, dan had je aan mij moeten vragen hoe ik de dekking had willen regelen. Dat lijkt mij fair. Ik erken ook dat er dingen zijn gedaan. Absoluut. Chapeau. Twee. We zitten in een situatie die dreigender wordt, die dreigend is voor gezinnen, en niet omdat wij dreigend met elkaar praten. Dan kijk ik wat ik nu kan doen. Het momentum is nu bij de Voorjaarsnota. Daarom hebben de heer Klaver en ik gezegd: we nemen dat serieus, we doen voorstellen die nu nog kunnen en we gaan die netjes dekken. Dan eindig ik positief. Daar komt de solidariteitsdekking vandaan. Het feit dat daar nu openheid over komt en een opening, superfijn! Maar mijn zorg zit 'm er wel in — ik zoek een positief woord — dat het een bekende Haagse manier is om te zeggen "ik vind u aardig" en "ik ga het serieus bekijken" en ondertussen doet het kabinet maanden over een verkennend onderzoek in het VK en in Italië en schuift het de problemen vooruit. Daar ben ik bezorgd over. Wat is nou een concreet houvast dat het ook gaat gebeuren? Het zou ook fijn zijn als het geld dat daarmee vrijkomt, concreet bij de Voorjaarsnota iets kan betekenen voor de mensen die het aangaat. Dat is mijn open houding naar u toe.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik vind dit, vanuit het perspectief van mevrouw Kuiken, vanuit een oppositiepartij, een faire reactie. Tegelijkertijd heb ik dat perspectief proberen te schetsen, omdat ik snap dat mevrouw Kuiken geen tien vogels in de lucht wil, maar iets serieus. Ik trok de vergelijking met januari, omdat er toen in ieder geval serieus mee om is gegaan en coalitiepartijen die stap naar voren hebben gezet. Die intentie is er nu ook en ik snap dat mevrouw Kuiken zegt "eerst zien en dan geloven". Volgens mij zit niemand hier in het debat met de intentie om spelletjes te spelen. Toen ik het voorstel van GroenLinks en de PvdA over de solidariteitsheffing zag — wij hebben daar eerder ook moties over ingediend — dacht ik oprecht: hé, het is goed dat dat weer op tafel komt.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

U heeft straks nog uw eigen termijn. Ik ga met plezier luisteren naar waar die concreet in landt.

Ik rond af, want ik snap dat iedereen trek heeft. Ik snap dat iedereen zegt dat sommige dingen moeilijk zijn, maar laten we niet vergeten dat toen de coronacrisis er was, we heel veel konden, onder leiding van de heer Koolmees. Toen we de huren moesten bevriezen, omdat er acuut iets moest gebeuren, kon dit ook in 2021. We staan nu in het jaar 2022 en een grote crisis dreigt voor heel veel gezinnen, voor de mensen uit het ov die hier op de tribune zitten, voor mensen die dagdagelijks aan het werk gaan, de zorgmedewerkers, de leraren. Voor hen wil ik wat betekenen en veranderen. Ik zie dit als de uitgelezen kans om dat samen te doen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuiken.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 14.45 uur.

De vergadering wordt van 14.11 uur tot 14.46 uur geschorst.

Naar boven