7 Leefomgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Leefomgeving (CD d.d. 09/09).

De voorzitter:

Wij gaan door met het tweeminutendebat Leefomgeving, met als eerste spreker mevrouw Bouchallikh van GroenLinks. Aan u het woord.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik heb twee moties meegenomen vandaag over schone lucht; ontzettend belangrijk.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat schone lucht van levensbelang is;

constaterende dat de advieswaarden voor luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie recentelijk zijn aangescherpt;

constaterende dat er in het Schone Lucht Akkoord is afgesproken om naar de WHO-advieswaarden toe te werken in 2030, maar dat deze afspraak gebaseerd is op de oude WHO-normen;

spreekt uit dat de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie leidend moeten zijn in het huidige en toekomstige luchtkwaliteitsbeleid;

verzoekt de regering om voor het voorjaarsreces aanvullende maatregelen in kaart te brengen die nodig zijn om in 2030 aan de aangescherpte WHO-normen en -advieswaarden te voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Hagen, De Hoop en Beckerman.

Zij krijgt nr. 379 (30175).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat schone lucht van levensbelang is;

overwegende dat er in het Schone Lucht Akkoord voor bijna elke sector een concreet emissiereductiedoel is gesteld om gezondheidswinst te behalen;

constaterende dat er voor de industrie geen concreet doel wordt gesteld en dat de luchtvaart zelfs helemaal niet wordt meegenomen in het Schone Lucht Akkoord;

overwegende dat iedere sector moet bijdragen om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren;

verzoekt de regering om de luchtvaart mee te nemen in het Schone Lucht Akkoord en voor de industrie en de luchtvaart een concreet emissiereductiedoel vast te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh en De Hoop.

Zij krijgt nr. 380 (30175).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank.

De voorzitter:

Dank. Dan is het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties meegenomen. Ik begin met de moeilijkst uitspreekbare motie, dan heb ik die maar gehad.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat groeneaanslagreinigers met de werkzame stof didecyl-dimethyl-ammoniumchloride chemische brandwonden kunnen veroorzaken bij inname door mensen en dieren, en dat dit vooral bij katten voorkomt;

verzoekt de regering om groeneaanslagreinigers met het giftige didecyl-dimethyl-ammoniumchloride te verbieden voor particulier gebruik,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 381 (30175).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Nou, ik vind dat ik geslaagd ben.

De voorzitter:

Best wel soepel.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Daarom.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het RIVM aangeeft geen wetenschappelijke basis te hebben dat de Zwitserse stookmethode een schonere manier van stoken is waarbij er minder overlast en/of schade aan de gezondheid ontstaat;

overwegende dat de overheid haar burgers moet voorlichten over houtstook met op wetenschap gebaseerde informatie, waarbij eerlijke informatie over de volksgezondheid essentieel is;

verzoekt de regering om in de voorlichting over houtstook geen informatie op te nemen over "schoner stoken" waarvoor geen wetenschappelijke basis is dat er daadwerkelijk minder overlast en/of minder schade aan de gezondheid ontstaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 382 (30175).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

En dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er niets groeit op granuliet;

overwegende dat het doel van een afdeklaag die op granuliet wordt gestort is dat groei van bodemleven wel mogelijk wordt;

constaterende dat het in de huidige regelgeving mogelijk is dat in de afdeklaag die op granuliet wordt gestort ook granuliet wordt toegepast;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat granuliet niet mag worden toegepast in de afdeklaag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Beckerman.

Zij krijgt nr. 383 (30175).

Dank u wel. Dan is nu het moment daar: mevrouw Beckerman. Gaat uw gang.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel. In februari bleek dat van de 29 actieve asfaltcentrales er maar acht voldoen aan de gestelde normen. Tien overschrijden de emissiewaarde voor benzeen. Van elf was het onbekend. Het ministerie bleek het allemaal sinds 2018 te weten, maar er werd niet ingegrepen. Nu bleek deze zomer na een meting in Nijmegen dat er zeventien keer meer schadelijke stoffen werden uitgestoten dan toegestaan. Daarom de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de asfaltcentrale in Nijmegen maar liefst een overschrijding van zeventien keer de maximale toegestane uitstoot schadelijke stoffen is gemeten;

overwegende dat de omgevingsdienst over onvoldoende middelen en capaciteit beschikt om veelvuldig de werkelijke uitstoot en gebruik van teerhoudend asfalt bij APN te controleren;

verzoekt de regering te onderzoeken of er een mogelijkheid is de bewijslast voor overtreding van uitstootnormen en milieuwetgeving om te keren, zodat niet de overheid maar de asfaltcentrale moet bewijzen dat ze binnen de marges opereert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 384 (30175).

Mevrouw Beckerman (SP):

En de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit onderzoek van Trouw bleek dat het recyclen van oud asfalt leidt tot uitstoot van het kankerverwekkende benzeen, maar dat onzeker is welke centrales de uitstootnormen overschrijden;

verzoekt de regering te onderzoeken hoeveel de uitstoot van schadelijke stoffen per asfaltfabriek is en dat te delen met de Kamer, zodat de Kamer een totaalbeeld heeft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Van Esch.

Zij krijgt nr. 385 (30175).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Dan is het woord aan de heer De Hoop van de PvdA.

De heer De Hoop (PvdA):

Dank, voorzitter. Luchtvervuiling voltrekt zich als een stille, onzichtbare ramp. 12.000 vroegtijdige doden per jaar door luchtvervuiling en kinderen die worden belemmerd in hun ontwikkeling. Kinderen die op jonge leeftijd met luchtvervuiling een longziekte ontwikkelen en daardoor met ongelijke kansen opgroeien. Kortom, luchtvervuiling is een ongelijk verdeeld probleem. Daar moeten we speciaal aandacht voor hebben en ook beleid op voeren. Vandaar dat de Partij van de Arbeid samen met GroenLinks, de SP en de Partij voor de Dieren de volgende motie indient.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat honderdduizenden mensen in Nederland een longziekte hebben en dat tienduizenden mensen daardoor overwegen te verhuizen;

overwegende dat een deel van deze groep in een sociale huurwoning woont in een gebied met zeer slechte luchtkwaliteit, en dus grote moeite heeft om naar een gezondere leefomgeving te verhuizen;

verzoekt de regering om in overleg met woningcorporaties en gemeenten op zoek te gaan naar een oplossing voor dit probleem, en de Kamer te informeren over de uitkomst hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Bouchallikh, Beckerman en Van Esch.

Zij krijgt nr. 386 (30175).

Dank u wel. Ik kijk even rond. We hebben alle sprekers gehad. Ik schors voor enkele ogenblikken en dan gaan we luisteren naar de beantwoording door de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord.

Van Weyenberg:

Dank u wel, voorzitter. De eerste motie van mevrouw Bouchallikh op stuk nr. 379 gaat over het in beeld brengen van wat je kunt doen als je in 2030 wilt voldoen aan de aangescherpte WHO-advieswaarden. Deze motie wil ik graag oordeel Kamer geven. Ik heb wel een verzoek, dat gaat over "vóór het voorjaarsreces". Ik weet niet wanneer er een nieuw kabinet is, maar dat is best wel snel. Ik wil er wel mijn best voor doen, maar als de toezegging na de zomer kan, ga ik proberen het zo snel mogelijk te doen. Ik ga hier geen dingen beloven waarvan ik nu al weet dat we dit waarschijnlijk in ieder geval niet in dit tijdpad gaan halen om alles uit te werken. Dus als u hier "het zomerreces" van maakt, maakt u mij en mijn hardwerkende medewerkers blij. Over het doel zijn we het eens.

Dan de motie op stuk nr. 380 over een apart doel voor de luchtvaart en de industrie. Over de industrie zit er al een doel in het Schone Lucht Akkoord. Dat zit er een beetje indirect in, dus ik snap die vraag wel. Namelijk, als we niks doen, zou de uitstoot daar 17% stijgen. Door hem gelijk te houden, heb je dus in feite ook al een reductiedoel. Dus dat zit er al in. De luchtvaart is er bewust uit gehouden als aparte sector omdat die internationaal is. Wel telt natuurlijk de totale gezondheid ook in het totale doel. Dus in deze vorm moet ik de motie dan ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 380 wordt ontraden.

Van Weyenberg:

Dan de motie op stuk nr. 381 met de tongbrekende tekst, die mevrouw Van Esch veel beter kon uitspreken dan ik; ik ga het dus niet eens proberen. Ik heb naar aanleiding van het debat gezegd dat ik er nog naar zou kijken. Ik heb contact laten opnemen met de onafhankelijke autoriteit, het Ctgb, die gaat over die toelating. Ik heb hen gevraagd: hebben jullie enige aanleiding om iets anders te doen dan tot nu toe? Zij zijn daarin onafhankelijk. Zij hebben gisteren aan ons laten weten dat het antwoord op die vraag nee is. Dus dan moet ik de motie ontraden. Ik wil hier gewoon niet treden in de bevoegdheid van de onafhankelijke partij die op basis van haar expertise de toelating doet.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 381 wordt ontraden.

Van Weyenberg:

Dan de motie op stuk nr. 382 om verantwoord stoken uit de voorlichting te halen, als ik 'm even zo mag interpreteren. Wij denken wel degelijk dat verantwoord stoken kan helpen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Mevrouw Van Esch noemde nog een specifieke methode die niet zou kloppen. Dat laat ik nog wel even nakijken, maar in algemene zin ontraad ik deze motie omdat ik vind dat verantwoord stoken wel kan leiden tot minder luchtverontreiniging en dus wat mij betreft onderdeel is van de aanpak, naast alle andere dingen die we daar natuurlijk doen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 382 wordt ontraden. Mevrouw Van Esch heeft een vraag.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dat bedoel ik niet met deze motie. Ik bedoel dat ik vind dat als we het over schoner stoken hebben, die informatie een wetenschappelijke achtergrond moet hebben. Er staat nu gewoon informatie online die geen wetenschappelijke basis kent. Er is bij het RIVM gevraagd of dit klopt. Het RIVM kan dat niet bevestigen. Dus dat bedoel ik alleen maar. Ik wil gewoon zeker weten dat de informatie die wij als rijksoverheid delen daar op wetenschappelijke basis is neergezet, that's all.

Van Weyenberg:

Hier ben ik ook gewoon overvraagd omdat ik niet nu van elke stookmethode weet wat het RIVM daarover heeft gezegd. Dus daar wil ik met liefde nog even naar kijken voor mevrouw Van Esch. Alleen, ik proef ook wel generiek in de motie dat zij eigenlijk die voorlichting ingewikkeld vindt. Zo heb ik de motie toch ook wel gelezen. Als u zegt "nee, dat bedoel ik helemaal niet, ga daar vooral mee door, maar ik heb zorgen over die ene", dan wil ik dat even preciezer uitzoeken. Dan vraag ik mevrouw Van Esch om de motie even aan te houden en zal ik daar gewoon op reageren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Prima. Ik wil haar best even aanhouden om met elkaar verder te kijken, want volgens mij gaat het specifiek over de Zwitserse stookmethode, waarbij informatie op websites van de rijksoverheid staat die niet wetenschappelijk gefundeerd is.

Van Weyenberg:

Dan is er natuurlijk nog wel verschil tussen "is er ooit onderzoek gedaan dat al helemaal bewijst dat het werkt" versus "weet u al zeker dat niet werkt". Dingen waarvan je weet dat ze niet werken, vind ik überhaupt … Dat ben ik geheel met mevrouw Van Esch eens. Ik ga hier gewoon even open naar kijken. Ik ben volledig overvraagd over de Zwitserse stookmethode, dus ik kom daarop terug.

De voorzitter:

Daar gaat de staatssecretaris zich in verdiepen. De motie op stuk nr. 382 wordt aangehouden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Mag ik dan wel weten … Ik houd haar aan, maar ik wil dan wel een soort termijn weten waarna we erop verdergaan.

Van Weyenberg:

Ik ga u in oktober, nog deze maand, een brief sturen, in de hoop dat er mensen op mijn ministerie zijn die dit beter weten dan ik. Dat is vast zo. Ik heb de vraag nu; dank ook voor deze nadere duiding.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Oké, dank.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (30175, nr. 382) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Van Weyenberg:

Mevrouw Van Esch zegt: verbied nou de toepassing van granuliet als afdeklaag. Arcadis stelt dat granuliet op basis van de regelgeving ook als afdeklaag kan worden gebruikt. Alleen bij specifieke ecosystemen of natuurdoelen is het minder geschikt, zegt Arcadis. Het is dan aan het bevoegd gezag om te besluiten wat ze wel of niet met het materiaal willen doen. Daar zou ik het ook wel willen laten; daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 383.

Voorzitter. Mevrouw Beckerman wil de bewijslast omkeren. Ja, onderliggend was dat wel de insteek. Ik ben breed aan het kijken en ik heb u een brief toegezegd over de asfaltcentrales. Daar kom ik zo ook nog op bij de volgende motie. Het is daarbij niet mijn inzet om nu al de omkering in het spel te brengen. Deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 384 wordt ontraden.

Van Weyenberg:

Ja, excuus. Dan de motie op stuk nr. 385 om te kijken wat we weten over de uitstoot per asfaltfabriek en ook wat er per fabriek nu eigenlijk wordt gemeten, want ook dat is volgens mij niet overal hetzelfde. Het bevoegd gezag gaat handhaven. Ik ga nu gewoon met hen in gesprek om te kijken of ik in de brief die ik u heb toegezegd over de stand van de centrale, ook deze informatie kan opnemen. In alle eerlijkheid zeg ik dat dit geen Brzo is. Het ligt niet bij mijn ministerie, dus ik ben hier wel afhankelijk van data van het bevoegd gezag dat toezicht houdt op de asfaltcentrales. Ik geef de motie oordeel Kamer, omdat ik ga proberen om in de brief zo veel mogelijk informatie hierover mee te nemen. Ik zeg er wel gewoon bij dat die informatie niet bij mijn ministerie zit.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 385 krijgt oordeel Kamer. Mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):

Ik heb recent ook schriftelijke vragen gesteld over de asfaltcentrale in Nijmegen. Wellicht kan de beantwoording van die vragen meteen integraal worden meegenomen in deze brief.

Van Weyenberg:

Ja. Als ik het goed heb, is er een uitstelbriefje naar u onderweg waarin staat dat het ons, met excuses daarvoor, niet lukt. Misschien is het al binnen. Als ik ze eerder kan beantwoorden, zal ik het eerder doen, want ik vind dat dat zo hoort bij Kamervragen. Dank voor de ruimte om ze, als het niet zou lukken, bij deze beantwoording te betrekken. Dat waardeer ik.

Voorzitter. Dat brengt me bij de motie op stuk nr. 386 van de heer De Hoop. We hebben het er ook in het commissiedebat uitgebreid over gehad, en terecht, dat de overlast ongelijk verdeeld is als je kijkt naar de luchtkwaliteit. Het getal van het aantal doden is volgens mij overigens inmiddels 1.000 lager, omdat we hier wel degelijk dingen bereiken, maar 11.000 is natuurlijk nog steeds een getal om totaal niet trots op te zijn. De reden dat ik het toch even noem, is dat we rond schone lucht wel echt vooruitgang hebben geboekt. Er is nog heel veel te doen, maar hier hebben we al echt stappen gezet, ook via een aantal maatregelen in het Schone Lucht Akkoord en in het vervoer. Dat wil ik ook niet onbenoemd laten. Deze motie gaat erover hoe je omgaat met woningcorporaties en mensen die … We kennen allemaal de voorbeelden en we hebben erbij stilgestaan. Ik heb eigenlijk een verzoek. Dit ligt heel erg op het terrein van de collega van Binnenlandse Zaken. Ik wil u dus vragen of u het mij wilt toestaan dat ik samen met minister Ollongren een schriftelijke reactie geef op de motie. Ik vind niet dat ik daar nu vanuit mijn verantwoordelijkheid in mijn eentje op kan reageren. Ik ga proberen om dat voor de stemmingen te doen. Ik weet oprecht niet of dat lukt, dus u kunt de motie ook nog even aanhouden. Over het belang van het onderwerp verschillen wij totaal niet van mening.

De heer De Hoop (PvdA):

Dat is helemaal prima. Fijn ook als dat voor dinsdag kan. Ik heb natuurlijk ook — zeg ik via u, voorzitter, tegen de staatssecretaris — in het debat mijn complimenten gegeven voor de inzet op het gebied van luchtvervuiling. Ik wilde dat dus helemaal niet naar beneden halen met deze motie. De staatssecretaris kent het belang dat ik hierachter zie.

Van Weyenberg:

Zeker. Daar hebben de heer De Hoop en de mede-indieners van de motie ook helemaal gelijk in.

De voorzitter:

Dus de appreciatie van deze motie volgt nog voor de stemmingen van dinsdag?

Van Weyenberg:

Ja, daar ga ik mijn uiterste best voor doen. Als dat niet lukt voor dinsdag, laten we het ook even weten. Dan kijk ik de heer De Hoop vriendelijk aan: dat is dan nooit omdat wij het belang van dit onderwerp niet met de indieners delen.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Ik heb nog even een vraag aan mevrouw Bouchallikh over de motie op stuk nr. 379 die zij heeft ingediend. Als u die aanpast volgens het subtiele advies van de staatssecretaris, krijgt de motie oordeel Kamer. Ik zie dat u dat van plan bent. Tot zover dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zal dinsdag aanstaande worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven