4 Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021

Aan de orde is het tweeminutendebat Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 (22343, nr. 299).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021. Het Kamerstuk is 22343, nr. 299. We hebben hoog bezoek gekregen: de minister van JenV heeft zich bij ons aangesloten. Fijn dat u bij ons bent. Ik begrijp dat u straks een belangrijke afspraak heeft met een belangrijk politicus. We moeten het dus kort houden. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer.

De eerste spreker is mevrouw Van Esch van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er dieren vanuit Nederland zijn uitgevoerd die afkomstig zijn van een illegaal fokbestand;

constaterende dat voor deze dieren vergunningen zijn afgegeven die in strijd zijn met de Europese CITES-verordeningen en deze vergunningen daardoor onrechtmatig zijn;

verzoekt de regering onmiddellijk alle dieren afkomstig van het illegale fokbestand in beslag te nemen en onder te brengen bij opvangcentra;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat er geen vergunningen meer mogen worden afgegeven voor dieren waarvan niet kan worden vastgesteld dat het fokbestand bestaat uit rechtmatig verkregen dieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 325 (22343).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wildlife crime wereldwijd de vierde grootste criminele industrie is en jaarlijks met 5% tot 7% toeneemt;

constaterende dat een belangrijk deel van deze illegale handel bestaat uit producten of traditionele medicijnen waarin bedreigde wilde dieren en planten zijn verwerkt;

constaterende dat wildlife crime verweven is met andere vormen van criminaliteit en sommige terroristische organisaties deels gefinancierd worden door wildlife crime;

constaterende dat Nederland wordt gezien als groot doorvoerland binnen de EU vanwege de Rotterdamse haven en Schiphol, alsook zelf een belangrijke afzetmarkt is;

constaterende dat er een structureel tekort is aan opsporings- en handhavingscapaciteit van deze vorm van criminaliteit;

verzoekt de regering om de opsporings- en handhavingscapaciteit op het gebied van wildlife crime, inclusief de handel in traditionele medicijnen, uit te breiden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Beckerman.

Zij krijgt nr. 326 (22343).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Dan mevrouw Beckerman van de fractie van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedemorgen. Dumping van drugsafval is een steeds groter wordend probleem. Het zorgt ook voor veel milieuschade. Het is natuurlijk cruciaal dat drugsafval dat wordt gedumpt, direct wordt opgeruimd, zodat grotere milieuschade voorkomen wordt. Op dit moment ontstaan conflicten over wie aansprakelijk is en wie de financiële lasten moet dragen. Nu worden de kosten soms afgewenteld op onschuldige inwoners. Daar is debat over en daar moet een oplossing voor komen. Een voorbeeld. Toon, een man van 90 jaar, is nog amper in staat om te lopen en volstrekt onschuldig, maar wordt wel verantwoordelijk gehouden voor het opruimen van drugsafval dat op zijn land is gedumpt. Dat kan tonnen kosten. Nou, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat illegale dumping van drugsafval zorgt voor milieuschade;

constaterende dat er nu conflicten ontstaan over wie aansprakelijk is voor de financiële lasten voor het saneren van vervuilde drugsgrond;

van mening zijnde dat er een oplossing moet komen voor situaties waarbij landeigenaren die onschuldig zijn toch een zorgplicht krijgen opgelegd voor drugsafval op hun perceel;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het voorkomen en verhelpen van milieuschade vooropstaat en er niet gewacht wordt met saneren wanneer er een conflict ontstaat over wie de rekening voor het saneren moet betalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Van Nispen en Van Esch.

Zij krijgt nr. 327 (22343).

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik begrijp dat ook bij JenV nog wordt gewerkt aan een motie op dit punt, maar juist vanuit het oogpunt van milieu, milieuschade oplossen en milieuschade voorkomen, dien ik deze motie in.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Bouchallikh van de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Een beter milieu begint bij jezelf. Dat wordt heel vaak tegen burgers gezegd, maar dat is niet heel geloofwaardig als grootvervuilers ondertussen met heel veel troep wegkomen, letterlijk en figuurlijk, en daarmee ook de samenleving beschadigen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 wederom laat zien dat milieucriminaliteit leidt tot ernstige schade aan mens, dier en milieu en dat de aanpak ervan niet op orde is;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer recent ook concludeerde dat een kleine groep veelplegers verantwoordelijk is voor een groot deel van de milieucriminaliteit en hierin gefaciliteerd wordt door gebrekkige handhaving;

overwegende dat een grotere prioriteit bij opsporing en vervolging van milieucriminaliteit veel maatschappelijke kosten, zoals gezondheidsschade of milieuvervuiling, kan voorkomen;

constaterende dat de vormen van milieucriminaliteit variëren van dreigingen voor bodem- en waterkwaliteit tot wildlife crime, en van afval- tot vuurwerkcriminaliteit;

constaterende dat al deze vormen van milieucriminaliteit om een andere aanpak vragen van de handhavende instanties;

verzoekt de regering om bij de uitwerking van de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen expliciet aandacht te besteden aan de wijze waarop het stelsel versterkt wordt voor de aanpak van de diverse vormen van milieucriminaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Beckerman en Van Esch.

Zij krijgt nr. 328 (22343).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Volgens mij is er niets frustrerender dan dat je als hardwerkende rechtschapen ondernemer je concurrent voordelen ziet genieten doordat die zich niet houdt aan de regels en daar vervolgens ook nog eens niet op wordt aangesproken door de overheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor boeren die zich keurig aan alle mestregelgeving houden. Dat geldt voor verkopers van vuurwerk die niet bijverdienen aan de lucratieve handel van illegale Cobra's. En dat geldt voor bedrijven die op een nette manier bijdragen aan het verwerken van afval tot grondstof. Ondernemers, vaak innovatief, die kosten maken om wél aan regelgeving te voldoen. De goeden lijden zoals altijd onder de kleine groep kwaaien. Die milieuhufters moeten we stevig aanpakken. Dat appel doet de VVD-fractie.

Voorzitter. Bij het debat over vergunningen, toezicht en het handhavingsstelsel, waar de aanpak van de milieucriminaliteit een onderdeel van is, zijn we uitvoerig ingegaan op de aanpak en de verbeteringen die deze staatssecretaris met omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport moet bereiken. En ik ga ervan uit dat de punten, die zorgpunten, die ik daar heb uitgesproken, nog steeds scherp op het netvlies van de staatssecretaris staan. Wij volgen dat proces met veel interesse, en zien de resultaten dan ook met belangstelling tegemoet. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, heel mooi. Mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter. Milieucriminaliteit heeft een ongekend ondermijnend effect. Onze leefomgeving, onze natuur, onze gezondheid en zelfs onze visvangst en oogsten hebben zwaar te lijden onder milieucriminaliteit. D66 wil milieucriminaliteit dan ook hard aanpakken door zo snel mogelijk opvolging te geven aan de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen. Een belangrijk deel van de adviezen van de commissie-Van Aartsen gaat over informatiedeling en samenwerking tussen alle partijen die betrokken zijn bij het bestrijden van milieucriminaliteit. Eerder diende ik samen met collega Sneller een motie hierover in. Deze motie hebben wij destijds aangehouden, omdat de toenmalige staatssecretaris aangaf het gesprek nog op te willen zoeken met de collega van JenV. Inmiddels zijn we zes maanden verder, en is deze motie helaas per abuis komen te vervallen. Daarom dien ik deze motie graag opnieuw in, en zie de appreciatie van beide kabinetsleden graag tegemoet.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de datakwaliteit in informatiesystemen (zoals Inspectieview) betreffende milieucriminaliteit tekortschiet, zowel als het gaat om toezicht door inspecties zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) als strafrechtelijke handhaving door politie en justitie;

overwegende dat correcte informatievoorziening noodzakelijk is voor het effectief uitoefenen van toezicht en het garanderen van aansluiting op de strafrechtketen, zoals door verschillende rapporten in 2021 is bevestigd;

overwegende dat tientallen teams binnen het OM, politie, justitie en handhavingsdiensten zich bezighouden met milieucriminaliteit, maar deze niet centraal worden aangestuurd;

overwegende dat huidige verbeteringen in de informatievoorziening zich voornamelijk richten op de ILT en omgevingsdiensten en niet zozeer op de informatiedeling tussen de verschillende instanties;

verzoekt de regering om een met privacywaarborgen omkleed gedeeld informatiesysteem op te zetten waarvan alle bestuurlijke en strafrechtelijke diensten die betrokken zijn bij opsporing en handhaving van milieucriminaliteit gebruik kunnen maken, zodat de handhaving van het milieurecht en de slagvaardigheid en effectiviteit van VTH-taken worden verhoogd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Sneller.

Zij krijgt nr. 329 (22343).

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter, voor de administratie: dit was voorheen de motie op stuk nr. 31 (35925-XII).

De voorzitter:

Maar die motie is vervallen, dus dit is gewoon een nieuwe motie, die ook een nieuw nummer gaat krijgen. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de minister en de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 11.39 uur tot 11.44 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste is van mevrouw Van Esch over het illegaal fokbestand, op stuk nr. 325. Ik zal die motie doorgeleiden naar de minister voor Natuur en Stikstof en haar vragen om een appreciatie te geven.

De voorzitter:

Dan ontvangen we die nog. Mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ontvangen we die dan nog voor de stemmingen van dinsdag? Is de conclusie dan dat ik haar gewoon in stemming kan laten brengen en dat er een oordeel komt? Is dat de conclusie?

Staatssecretaris Heijnen:

Daar ga ik van uit. Ik zal haar doorgeleiden en aangeven dat de Kamer graag zo snel mogelijk een appreciatie wenst te ontvangen.

De voorzitter:

Dan komt de motie wel dinsdag op de stemmingslijst. Dan de motie op stuk nr. 326.

Staatssecretaris Heijnen:

Nee, voor mij is er nog de motie op stuk nr. 328, van mevrouw Bouchallikh. Die laat ik graag aan het oordeel van de Kamer. De motie op stuk nr. 329 is van mevrouw Hagen. Die laat ik ook graag aan het oordeel van de Kamer.

De voorzitter:

Goed. Dan geef ik graag het woord aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel. Dan ga ik ook direct naar de moties, voorzitter. Dat is voor mij de motie op stuk nr. 326. Die krijgt van mij oordeel Kamer als ik haar zo mag lezen dat dit wordt betrokken bij de Veiligheidsagenda. Je kunt haar ook zo lezen dat er de facto een uitbreiding van capaciteit moet plaatsvinden. Dat zou ik echt niet adviseren, maar wel om het nadrukkelijk op te nemen in de Veiligheidsagenda. Volgens mij kom je dan overeen met wat hiervan de intentie en de bedoeling zijn.

En de motie op stuk nr. 327 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

Wacht even, ik moet even instemming hebben van mevrouw Van Esch.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ah, natuurlijk.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

De voorzitter zit al instemmend voor mij te knikken.

De voorzitter:

Ik hielp u een beetje.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Wat aardig, dank u wel, voorzitter. Laat ik dan de voorzitter een gunst bewijzen en dat op die manier interpreteren.

De voorzitter:

Dan is de motie oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 327.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dat was het.

De voorzitter:

Dank voor uw beknoptheid. Ik heb u weleens langer gehoord. Maar het wordt des te meer gewaardeerd.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven