7 Algemene Financiële Beschouwingen

Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Financiële Beschouwingen,

en de behandeling van:

  • - de brief van de minister van Financiën d.d. 21 september 2021 inzake Nota over de toestand van 's Rijks Financiën ( 35925 );

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 ( 35925-IX ).

De voorzitter:

Aan de orde zijn de Algemene Financiële Beschouwingen. Ik heet de minister en de staatssecretarissen van Financiën nogmaals van harte welkom, evenals de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis.

De (algemene) beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

Ik geef het woord allereerst aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. "Zeg me wie of wat je wilt belasten en ik zal zeggen wat voor jou echt telt." Voor mij, voor de ChristenUnie, telt het goede leven, een leven waarin we naar elkaar omzien, waarin we ons niet diep in de schulden hoeven te steken om te kunnen leren en studeren en waarin we rechtvaardig delen, bijdragen en waar nodig bijsturen. Dat doen we niet goed in ons mooie land. Als we iets moeten aanpakken, vereenvoudigen en eerlijker maken, is dat ons totaal uit het lood geslagen belasting- en toeslagenstelsel. Misschien zijn ze voor velen taai en technisch, die belastingen, maar ze zijn o zo bepalend voor ons leven als individu, als huishouden en als samenleving. Dat ingewikkelde stelsel moet naast rechtvaardiger vooral beter uitvoerbaar worden en begrijpelijk, zodat je in één oogopslag weet wat je overhoudt van €100 loonsverhoging en niet, zoals nu, een goed ingevoerde fiscalist moet zijn om dat uit te rekenen, zonder toeslagen en toeslagenangst en dus met een hoger bestaansminimum, een hoger minimumloon en een slimme basiskorting, zodat we toekunnen met minder rondpompen en ons tegelijkertijd niet meer laten regeren door modellen, door statische koopkrachtcijfers die maar een half verhaal vertellen en door een jaarlijkse ruk in augustus aan de kapotte fruitautomaat die het belastingstelsel inmiddels toch wel is.

Want wat we ieder jaar met die augustusbesluitvorming doen, is eigenlijk van de zotte. Neem het bescheiden koopkrachtpakketje van dit jaar. De koopkracht van huishoudens met lage inkomens moest wat beter en dus werd er aan de toeslagenknop gedraaid. Voor alleenstaanden ging de zorgtoeslag met €56 extra omhoog en voor gezinnen het kindgebonden budget vanaf het tweede kind met €55 extra. Ziezo, de onderkant van het inkomensgebouw was ook weer gered; althans, op papier, in het model van het CPB. Daar wordt verondersteld dat 100% van de mensen die recht hebben op toeslagen deze ook allemaal aanvragen als een volleerde homo economicus, waar inderdaad, en terecht, de minister van Financiën bij het aanbieden van de Miljoenennota nog gehakt van maakte. Hij ruilde in deze zaal een paar weken geleden toch niet voor niets de transactionele homo economicus in voor de relationele homo cooperans? En toch is dat vermaledijde mensbeeld van de homo economicus nog altijd de basis onder heel veel beleid, in dit geval leidend tot nog hogere toeslagen, ervan uitgaande dat mensen vanuit welbegrepen eigenbelang, bureaucratisch vaardig en zonder angst voor een overheid die terugvordert, deze wel even zullen aanvragen. Maar dan de praktijk. Veel mensen kennen de bureaucratische weg niet. Veel mensen vergeten aan te vragen waar ze recht op hebben, of erger, ze zijn na het toeslagenschandaal bang geworden om überhaupt nog een toeslag aan te vragen, bang dat de overheid straks langskomt om deze wreed terug te eisen. Ja, wat zeggen koopkrachtplaatjes en puntenwolken eigenlijk nog waar we elkaar hier in Den Haag mee om de oren kunnen slaan als ten minste een op de zes huishoudens geen toeslagen aanvraagt?

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn, die fiscale verrommeling met een onmogelijk toeslagenstelsel zit mij dwars. Uiteindelijk is dat, naast een hartvochtige overheid, dé onderliggende oorzaak van het kinderopvangtoeslagenschandaal, omdat het minimumloon te laag is, waardoor er enkele honderdduizenden werkende armen in ons land zijn, omdat het bestaansminimum te laag is en vooral de kindregelingen te sober, waardoor bijna drie keer zo veel kinderen in armoede opgroeien als ouderen in armoede leven. Ik hoop zo dat er een meerderheid is te vinden in deze Kamer die het lef heeft om dat grondig en rechtvaardig te veranderen, zonder zich te laten gijzelen door modelmatige arbeidsaanbodelasticiteiten uit de overigens zeer gerespecteerde modellenkamer van het CPB.

De voorzitter:

De heer Van Dijck met zijn laatste vraag.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, laatste vraag. Ik deel voor een groot deel de zorgen van de ChristenUnie, maar mijn vraag is dan wel wat u daar de laatste vier jaar, toen u aan de knoppen zat, aan heeft gedaan. Want dit hoor ik al vijftien jaar van de ChristenUnie en u heeft nu een paar keer regeringsdeelname gehad. Of u laat gewoon over u heen lopen en u bent blij dat u daar in vak-K twee, drie mannetjes mag hebben, of u gaat inderdaad opkomen voor die mensen waar u nu een lans voor breekt en gaat iets veranderen voor die mensen. Ik zie het niet. Ik zie geen resultaat van die regeringsdeelname.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ten eerste, het verkiezingsprogramma van maart dit jaar was het eerste verkiezingsprogramma waarin de ChristenUnie klip-en-klaar opschreef: het toeslagenstelsel moet weg en we moeten het belastingstelsel grondig hervormen zonder toeslagen en met een hoger bestaansminimum, een hoger minimumloon. Dat schreven we in 2017 nog niet zo in ons verkiezingsprogramma. Het is dus logisch dat bij de onderhandelingen vier jaar geleden hier niet op werd ingezet en nu wel. Dat heeft niet te maken met wat we de afgelopen jaren wel of niet voor elkaar hebben kunnen boksen maar dat heeft te maken met een veranderd inzicht, met een dieper inzicht in de noodzaak van een grotere hervorming van ons belasting- en toeslagenstelsel. Dat stond er echt pas dit jaar voor het eerst in, nadat we de afgelopen jaren hebben gewerkt aan ideeënvorming om tot een beter stelsel te komen. Dus dat is het directe antwoord. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen jaren niet stilgezeten om, waar er grote onrechtvaardigheden dreigden door bijvoorbeeld een grotere kloof tussen een- en tweeverdieners, die kloof niet veel groter te laten worden. Daar was onze inzet op gericht. En nu is onze inzet gericht op die toeslagen, want dat moet anders.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Dat deze Kamer wat veranderen kan, hebben we laten zien tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van twee weken terug. Met bijna 3 miljard euro de grootste financiële verbouwing ooit bij een APB. Natuurlijk begrijp ik het als collega's die verbouwing zien als een aanmoediging om nog verder te komen omdat het glas nog halfleeg zou zijn. Voor de ChristenUnie geldt: het glas is halfvol. Met overtuiging kunnen we de voorliggende begroting steunen. Niet omdat alles zo leuk is en niet omdat er niet meer zou moeten gebeuren, maar wel omdat er veel is dat goed is. Zo wordt er geïnvesteerd in klimaat en energietransitie, bijvoorbeeld in isolatie van slecht geïsoleerde huizen met de start van het Nationaal Isolatieprogramma. Er worden stappen gezet in het temperen van de snel stijgende energierekeningen en wel zo dat overgaan van gas naar elektriciteit aantrekkelijker wordt voor burgers en bedrijven. Eindelijk wordt de toegang tot het recht voor mensen met een klein inkomen hersteld. Ook wordt er geld uitgetrokken voor veiligheid en defensie. De salarissen voor verpleegkundigen en voor juffen en meesters gaan omhoog. Meer betaalbare woningen kunnen worden gebouwd en de verhuurderheffing gaat met in totaal 831 miljoen per jaar omlaag.

Tegelijk drukt het noemen van die laatste maatregel me met de neus op de feiten. Het glas mag dan halfvol zijn, we zijn er nog allerminst. Ondanks de grootste verlaging sinds de instelling van de verhuurderheffing heeft deze heffing de onhebbelijke gewoonte steeds weer hoger uit te vallen dan geraamd. Om een lang verhaal kort te maken: we moeten er gewoon helemaal vanaf. We moeten dit geld gaan inzetten voor het bouwen van betaalbare huizen, voor het renoveren van te vaak slecht onderhouden portiekflatjes, voor het isoleren van tochtige, vochtige huizen waar mensen wonen met lage inkomens, maar met hoge energierekeningen. Dat is onze inzet voor de nu eindelijk op handen zijnde coalitieonderhandelingen.

Natuurlijk is er voor het herstel van de aloude Nederlandse volkshuisvestingstraditie veel meer nodig, eerst en vooral dat we de financialisering van wonen een halt toeroepen met de hypotheekrenteaftrek et cetera. Natuurlijk moet er veel, snel en betaalbaar gebouwd worden voor daklozen, jongeren en ouderen. Denk bijvoorbeeld aan flexwoningen. Kortom, gebruik de Woningbouwimpuls als een slimme hefboom voor snel en betaalbaar bouwen, van grote steden tot kleine dorpen. Gaat het kabinet dat doen?

Op deze vraag kan de minister gemakkelijk bevestigend antwoorden, maar ik hoop dat hij dat ook wil doen op mijn volgende vraag inzake het Rijksvastgoedbedrijf. Of moet ik zeggen: het Rijksverkoopbedrijf? Ik begrijp namelijk werkelijk niet dat het kabinet aan de ene kant betaalbare woningbouw stimuleert met woningbouwimpulsen en heffingsverminderingen en aan de andere kant het eigen grondbedrijf inzet als een belegger voor wie de woningen niet duur genoeg kunnen zijn.

We hebben het in deze Kamer al vaker gehad over de voorgenomen bouw van 5.600 woningen op het voormalig vliegveld Valkenburg. Wat ik nu ga zeggen, gaat ook op voor andere woningbouwprojecten, zoals Karelspoort in Eindhoven. Ik begrijp niet dat de minister in een tijd van grote woningnood, en vooral nood aan betaalbare woningen, toestaat dat het eigen Rijksvastgoedbedrijf ten eerste grond verkoopt aan projectontwikkelaars, in plaats van die in erfpacht uitgeeft, wat de woningprijs flink zou kunnen drukken, en ten tweede zo conservatief lijkt te rekenen in de grondexploitatie dat meer dan 60% van de te bouwen huizen duurder wordt dan vijf ton en een deel, 10%, zelfs duurder wordt dan 2 miljoen. Ik kan dat werkelijk niet volgen.

Veel gemeenten zonder eigen grond worstelen met het voldoende kunnen bouwen van betaalbare woningen. Het Rijk met zijn eigen vastgoedbedrijf beurt met de conservatieve berekening van baten de laatste euro uit een stuk grond, terwijl eigen grond de meest logische plek is om relatief veel betaalbare woningen te bouwen. Waar is het immers simpeler om sociale huurwoningen te realiseren dan op eigen grond? Waar is het logischer betaalbare huur- en koopwoningen te bouwen dan op eigen grond? Stop desnoods een deel van de Woningbouwimpuls daarin, maar nog beter: neem eens genoegen met minder rendement. Het kabinet schrijft nota bene dat het Rijksvastgoedbedrijf een hefboom voor verandering moet zijn, dat het een belangrijke bijdrage gaat leveren aan maatschappelijke opgaven zoals woningbouw. Waarom stellen we aan het toekennen van de Woningbouwimpuls wél de voorwaarde dat minimaal 50% van de woningbouw betaalbaar moet zijn, maar stellen we deze eis niet aan het Rijksvastgoedbedrijf? Waar is de homo cooperans te vinden bij dit Rijksvastgoedbedrijf, minister?

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Alkaya van de SP.

De heer Alkaya (SP):

De ChristenUnie heeft de afgelopen maanden best wel veel lef getoond. Dat heeft ook tot resultaat geleid. Samen hebben de ChristenUnie en de Socialistische Partij ervoor gezorgd dat de salarissen in de zorg omhooggaan en dat die verhoging wordt betaald uit de winstbelasting. Ik hoor nu dat de heer Grinwis weer een mooi standpunt heeft: de verhuurderheffing zou weg moeten. Daar zijn we het natuurlijk ook over eens. Vervolgens verwijst hij naar de onderhandelingen aan de formatietafel. Ik heb dezelfde vraag ook aan het CDA, D66 en de VVD gesteld. Die zeggen ook allemaal: we moeten het allemaal integraal bekijken. Weet u wat zou helpen bij het integraal bekijken hiervan aan de formatietafel? Een aangenomen motie van de Tweede Kamer. Is de heer Grinwis dus bereid weer lef te tonen en die verhuurderheffing nu van tafel te vegen?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De ChristenUnie is van harte bereid lef te tonen door met de mensen aan tafel te gaan onderhandelen om die verhuurderheffing bijvoorbeeld van tafel te krijgen, zodat woningcoöperaties ruimte krijgen voor betaalbare woningbouw, voor het isoleren van slecht geïsoleerde woningen, voor het renoveren van tochtige woningen. Op dit moment is er natuurlijk de spanning — dat weten we allemaal — dat enerzijds vier partijen gaan onderhandelen om te kijken of ze tot een coalitieakkoord en tot een aantal afspraken op belangrijke onderwerpen kunnen komen, en dat anderzijds de begrotingsbehandeling hier doorgaat. Wij hebben een paar weken terug een prachtige afspraak kunnen maken. De ChristenUnie heeft daarbij inderdaad lef getoond. Dat lef ga ik opnieuw tonen, maar nu in eerste instantie aan de onderhandelingstafel. Ik leg hier dus mijn kaarten op tafel met onze inzet, maar we gaan proberen die te verzilveren aan de onderhandelingstafel. Ik snap dat mijn collega zegt: het zou wel helpen als er een goede motie als steun in de rug ligt. Maar ik heb een heel goed verkiezingsprogramma en dat is een fantastische steun in de rug.

De voorzitter:

Laatste vraag, meneer Alkaya.

De heer Alkaya (SP):

Deze werkwijze lijkt toch echt op de oude bestuurscultuur. Het is echt niet heel verschillend van wat we de afgelopen decennia hebben gezien. Nu gaan vier partijen onderhandelen en dingen integraal bekijken. Ik zie dat de heer Grinwis het niet met me eens is. Oké, laat ik het dan zo stellen en deze partijen het voordeel van de twijfel geven: de verhuurderheffing is zo politiek beladen en de volkshuisvesting is zo complex, dat die integraal bekeken moeten worden.

Maar dan neem ik een ander voorbeeld: de energiebelasting. Supernijpend op dit moment. Mensen worden geconfronteerd met een enorme stijging van de gasrekening; vooral gas is superduur geworden. Als je kijkt naar hoeveel belasting de industrie betaalt over gas en hoeveel belasting gezinnen of huishoudens betalen over gas, dan zie je dat er een factor 30 zit tussen die schijven, tussen de hoogste en de laagste schijf. Dat is onrechtvaardig. Kunnen we dat op z'n minst rechttrekken? Dat is helemaal niet politiek beladen. Wij willen er hier allemaal voor zorgen dat gezinnen zich niet blauw betalen aan de gasrekening, dus dat kunnen we nu oplossen. Of moet dat ook wachten op die vier partijen, die er dan hopelijk snel uitkomen?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

In de motie-Hermans stond ook 500 miljoen voor een lagere energierekening. Dat betreft enerzijds 375 miljoen voor een verhoging van de belastingvermindering energiebelasting en een verlaging van de ODE op elektriciteit in de eerste schijf, en anderzijds 125 miljoen voor verlaging van de ODE op elektriciteit in de tweede en derde schijf. Dat staat letterlijk in de motie. Als er op korte termijn meer moet gebeuren, ben ik heel benieuwd hoe het kabinet daarmee omgaat, want op dit moment kijkt het kabinet nauwkeurig naar hoe de energieprijs zich ontwikkelt. Het probleem lijkt namelijk van dag tot dag groter en erger te worden. Dat heeft op dit moment natuurlijk wel te maken met een geopolitieke oorzaak, namelijk dat Poetin de gaskraan heel goed vasthoudt en niet wijd openzet. Of dit een structureel iets of een kortetermijnissue is, moeten we bekijken. Het lijkt een kortetermijnissue. Dan lijkt het me ook logisch dat het kabinet op korte termijn kijkt of er nog een stap extra nodig is voor de energierekening. Structureel heeft deze Kamer twee weken geleden besloten om de energierekening wat te verlagen, vooral via de elektriciteitsroute. Dat is niet alleen goed voor het temperen van de gigantische stijging van de energieprijzen, maar is tegelijkertijd ook een stimulans om te elektrificeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Snels van GroenLinks voor een interruptie.

De heer Snels (GroenLinks):

In een bijzin noemde de heer Grinwis ook de dak- en thuisloosheid, waar ik in mijn bijdrage al wat vragen over had. Er is een Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren 2019-2021. Dat was niet geregeld in het regeerakkoord. Dak- en thuisloosheid namen heel snel toe, zeker onder jongeren. Het actieprogramma was een zeer succesvol programma. Het zag op een periode van drie jaar, met incidenteel geld, met de afspraak dat het structureel wordt als we een nieuw regeerakkoord hebben. Dat regeerakkoord is er niet, dus volgend jaar is er geen incidenteel geld meer voor dat actieprogramma. Dat is kapitaalvernietiging, want iedereen is het erover eens dat we dit ook structureel moeten regelen. Is de heer Grinwis het met mij eens dat we aan de minister van Financiën moeten vragen om hier toch voor een oplossing te zorgen?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik zag de minister van Financiën goed luisteren, dus ik neem aan dat hij hier met een goed antwoord op komt in zijn termijn. Wat mij betreft zit het zo: de groei van het aantal dak- en thuislozen is de afgelopen jaren schrikbarend geweest, en dan vooral in de afgelopen tien jaren. Het is eigenlijk een geleidelijke groei geweest. Dat heeft in sommige steden te maken met bijvoorbeeld de arbeidsmigranten die we niet netjes huisvesten. In andere steden heeft het weer vooral te maken met jongeren die geen dak boven hun hoofd kunnen vinden. Jaarlijks geeft het Rijk structureel ongeveer 385 miljoen euro aan gemeenten voor maatschappelijke opvang. Daar is de afgelopen jaren inderdaad 200 miljoen bovenop gezet door staatssecretaris Blokhuis om die enorm opgelopen achterstand eigenlijk een beetje in te halen. Ik begrijp dat dat inderdaad succesvol is. Ik begrijp ook dat er grote stappen mee gezet zijn en dat er niet echt een behoefte is om dat programma structureel te maken. Mogelijk zijn er nog wel extra middelen nodig om in die laatste paar gemeenten nog gemeenschappelijke slaapzalen om te bouwen. Die slaapzalen zijn immers eigenlijk niet humaan.

Ik zie dus het punt van collega Snels, maar ik ben ook wel heel benieuwd hoe de minister hiernaar kijkt. Als er dit jaar bijvoorbeeld nog een deel van die 200 miljoen op de plank blijft liggen, dan is mijn oproep aan de minister om ervoor te zorgen dat dat deel meegenomen kan worden naar volgend jaar. Gemeenten zullen er volgend jaar ook nog mee aan de slag moeten. En of er iets meer nodig is? Dat moeten we even zorgvuldiger gaan bekijken. Er is een structurele reeks van bijna 400 miljoen euro om dit probleem op te lossen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK. De bode was net sneller dan u. Knap!

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dank aan de bode en de rest voor de ondersteuning.

Ik heb een vraag over die energieprijzen. Is dat nou iets conjunctureels of is dat structureel? Dat moeten we nog bekijken. Ondertussen zien we wel dat andere landen andere maatregelen nemen. Mijn vraag is: zouden we dat als Nederland ook niet moeten doen? Het kabinet heeft 375 miljoen. Dat is omgerekend €46 of €47 per huishouden. Dat is een beetje een doekje voor het bloeden. Het gaat op dit moment gewoon heel hard. De gasrekening is al tien keer zo hoog. Zouden we niet moeten kijken naar de Elektriciteitswet, artikel 95b, of de Gaswet, artikel 44? Die wetten bieden mogelijkheden om die prijsstijging te maximaliseren. Zou dat een optie zijn?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De ChristenUnie maakt zich ook enorme zorgen over de enorme, pijlsnelle prijsstijgingen. Gisteren was de prijs, geloof ik, €118 per megawattuur, wat zeven à acht keer hoger is dan een jaar geleden. Tegelijkertijd zagen we aan het begin van de coronacrisis een pijlsnelle daling van de prijzen. Alleen, sinds we een beetje aan het herstellen zijn van de coronacrisis, zie je dat Rusland, Gazprom, de kraan wat dichthoudt waardoor die prijs omhoogschiet. Er is een inelastisch aanbod en er is een inelastische vraag, dus die prijs schiet omhoog. Het kabinet heeft hier met al zijn kennis, kunde en ambtenaren heel veel zicht op. Mijn oproep is om hier heel goed naar te kijken. Ik denk dat we snel moeten ingrijpen als het nog verder doorstijgt en het de komende maanden zo hoog blijft. Want er moet deze winter wat gebeuren, niet alleen als het gaat om de vraag hoe je gasopslagplaatsen en zo weer gevuld krijgt, maar ook als het gaat om de vraag hoe je met de energierekening omgaat. Dit gaat honderden euro's kosten. Dat ben ik zeer met collega Azarkan eens. Ik weet niet of dat nu structureel moet worden opgelost door via de belastingen nog een grotere verlaging van de energierekening door te voeren. Maar dat er incidenteel misschien wat nodig is, omdat het op dit moment te extreem is, daar staat de ChristenUnie wel voor open. Maar ik ben wel heel benieuwd hoe het kabinet hiernaar kijkt, want dat breekt hier de afgelopen weken ook het hoofd over.

De voorzitter:

Dank u wel. U vervolgt uw betoog.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. De Koning hield ons in de troonrede voor dat we in een overgangstijd leven, in een tijd van grote transities. En de grootste is zonder twijfel de transitie van een volledig fossiele naar een fossielvrije economie. Over de financiële kaders hierbij en de belastinggrondslagen hieronder is veel te zeggen. Die grondslagen eroderen deels weg. Denk aan de automobiliteit. Straks betaalt de laatste fossiele auto de totale miljarden aan accijns. Dat is althans de consequentie van hoe nu met de groei van elektrische auto's en de daaraan gekoppelde accijnsderving wordt omgegaan.

Dat is toch best bizar, staatssecretaris, even afgezien van het gegeven dat dit de noodzaak van een zo snel mogelijke invoering van kilometerbeprijzing onderstreept. Terwijl er tegelijkertijd geen haan kraait naar waar de hogere veilingopbrengsten van de ETS-rechten blijven, die bijna ongemerkt het EMU-saldo opvrolijken. Misschien is dat nog wel een bron om incidenteel nog iets te doen aan de energierekening. Of denk aan de hogere btw-opbrengsten vanwege de snelle stijging van de energieprijzen, terwijl er aan de andere kant door de kleinere, onrendabele toppen geld op de SDE-plank dreigt te blijven liggen.

Kort en goed, we zijn in deze tijden van gratis lenen en tientallen miljarden uitgeven alsof het niets is en tegelijk tijden met grote transitieopgaven wat betreft klimaat, stikstof, mobiliteit en woningbouw, op zoek naar nieuwe begrotingsankers, met een logische omgang met uitgaven, met een investeringskarakter en met inkomsten met degelijke grondslagen die tegen een transitiestootje kunnen. Mijn vraag is: wat is de visie van de minister en de staatssecretaris hierop? En dat was ook mijn slotvraag in eerste termijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grinwis. Er is nog één vraag. Dat is ook meteen de laatste vraag van de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik ben ook best van het halfvolle glas, hoor. Dat is allemaal mooi. Het is ook een mooie levenshouding. Maar dat betekent niet dat we niet kunnen proberen om de wereld nog wat mooier te maken. Ik weet dat de ChristenUnie van die verhuurderheffing af wil en groot voorstander was van het Volkshuisvestingsfonds vorig jaar. Dat fonds loopt af. Ik vraag de heer Grinwis of er op dat punt mogelijkheden zijn, zeker met het oog op de woonbegroting, die waarschijnlijk wel steun van de Tweede Kamer heeft, maar waarvan we in de Eerste Kamer nog moeten zien welke fractie zich ervoor uitspreekt. Zijn er mogelijkheden om dat fonds voort te zetten en huisjesmelkers aan te pakken? We hebben met GroenLinks bij de algemene beschouwingen een motie ingediend over die drie dingen: de verhuurderheffing, het invoeren van de huisjesmelkersboete en het doortrekken van het Volkshuisvestingsfonds. Valt over die drie dingen nog met de ChristenUnie te spreken richting de woonbegroting?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De ChristenUnie voelt zeer mee met alle drie die dingen. De bescherming van huurders moet beter. Stel dat een verhuurder een te hoge prijs vraagt. De verhuurder kan als uitspraak van de huurcommissie alleen maar te horen krijgen "u moet uw prijs wat verlagen" en dat was het dan. Er staat geen sanctie op. Ik voel erin mee dat we die wel moeten introduceren.

Over de verhuurderheffing heb ik in het debat al wat gezegd. Het is mijn ambitie om die weg te krijgen. Maar het is echt onderdeel van de onderhandelingen.

Ik kan me voorstellen dat het Volkshuisvestingsfonds daar ook een onderdeel van is. Tegelijkertijd heb ik nu vragen gesteld over het Rijksvastgoedbedrijf. Het Rijksvastgoedbedrijf kan volgens mij ook als hefboom voor betaalbare woningbouw fungeren. Er zijn dus meerdere wegen die naar Rome leiden. Kortom, ik ga dit debat open aan. Tegelijkertijd weet ik dat het, zodra het over geld gaat, onderdeel is van de onderhandelingen. Ik ga daar dus enerzijds transparant, maar ook prudent mee om.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grinwis. Dan geef ik het woord aan de heer Van Raan van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, hier staat negen minuten, maar het zal een minuut of vijf worden.

Voorzitter. Als er één periode is waarin we heel nadrukkelijk hebben gezien dat wij mensen niet sec als homo economicus door het leven gaan, dan is dat het afgelopen jaar. Sinds Prinsjesdag beseft ook de minister van Financiën dat de meeste mensen geen egoïstische winstjagers zijn, maar dat ze gewoon een inkomen nodig hebben waar ze normaal van kunnen leven en dat ze ook andere dingen belangrijk vinden, zoals elkaar, dieren, natuur en blauwe luchten.

Vanaf dit jaar geeft de Miljoenennota ook weer hoe het staat met de balans in brede zin, de welvaart in brede zin. Die is gevaarlijk uit balans. Er zijn mensen in Nederland van wie het inkomen zo laag is dat ze niet normaal kunnen leven, of in ieder geval niet zonder toeslagen. De toeslagenramp wordt nog steeds elke week omvangrijker.

We zijn bijna wereldkampioen biodiversiteitsverlies. We zijn grondstoffenverslinder en hekkensluiter op het gebied van duurzame energie. Earth Overshoot Day viel dit jaar drie weken eerder dan vorig jaar.

Voorzitter. De Britse econome Kate Raworth beschreef de donuteconomie: de economie binnen de grenzen van de aarde en boven een bepaald sociaal minimum, een gezond minimum. Onze economie is dwars door alle ecologische en sociale grenzen van een gezonde, duurzame donuteconomie gegroeid. Dat is nou precies wat de Monitor Brede Welvaart ons laat zien. Het laat zien dat onze huidige economie niet vol te houden is. Dat is niet iets wat de Partij voor de Dieren inmiddels zegt; dat erkende zelfs de minister-president dit voorjaar. Ik citeer: "… omdat het nu geen sustainable pad is." Nogmaals excuus namens de minister-president voor het Engels in deze Kamer. Maar dat sprak hij uit. Het was een belangrijke mijlpaal.

Voorzitter. We gebruiken de welvaart van het later en elders als doping voor de welvaart van het hier en nu. Tijdens de duurzame troonrede sprak voorzitter Werner Schouten van de Jonge Klimaatbeweging het als volgt uit: "Terwijl het IPCC steeds zwartere toekomstbeelden schetst, terwijl hevige bosbranden en recordtemperaturen onze zomers domineren, gaan wij rustig door met het stelen van de toekomst van jonge generaties. We stelen hun toekomst. We voorkopen die in het heden en noemen die het bruto binnenlands product, het bbp." Laat nou net de Miljoennota positief zijn over het herstel van het bbp. Maar wat is herstel en voor wie?

Voorzitter. Het bbp dient binnen de grenzen van de aarde en boven een sociaal minimum te blijven, om het leefbaar te houden. Is de minister het hiermee eens?

Voorzitter. Contra-effectieve antiklimaatuitgaven zijn óók klimaatuitgaven, denk aan fossiele ondersteuning. Kan de minister er in elk geval voor zorgen dat de Kamer een overzicht krijgt van alle uitgaven, maar ook van gederfde inkomsten ten behoeve van de winning of het gebruik van fossiele brandstoffen, ook door staatsdeelnemingen en beleidsdeelnemingen? En kan hij toezeggen om dit overzicht voortaan op te nemen in de Miljoenennota? Ik overweeg een motie op dit punt.

Voorzitter. De Rekenkamer en de Raad van State pleiten voor een geïntegreerd denken, ontkokerd begroten en verantwoorden met een brede welvaartsblik. De toeslagenramp, de energiearmoede, de klimaatcrisis, het zijn slechts aspecten van een en dezelfde crisis, een brede welvaartcrisis, met het geloof in de niet-bestaande homines economici en de kracht van de economische groei als grondoorzaken. Dus onderschrijft de minister het belang om die beleidsvraagstukken met elkaar te verknopen?

Voorzitter. De brede welvaartsblik — anderen zeiden dat ook al — zien we eigenlijk niet genoeg terug bij het kabinet. De ene uitgave, een klimaatmitigatie bijvoorbeeld, ongedaan maken door fossiele subsidies die groter zijn. Ontwikkelingshulp tenietdoen door belastingontwijking via Nederland, ook al in 2009. Is de minister bereid tot het geïntegreerd denken en het maken van een volgende schaalsprong in de toepassing van het brede welvaartsbegrip? Is hij dus, met andere woorden, bereid om de Monitor Brede Welvaart en de Klimaat- en Energieverkenning, de KEV, dezelfde status te geven in de begrotingscyclus als de Macro Economische Verkenning? Ik overweeg ook een motie op dit punt.

Voorzitter, tot slot. De brede welvaart is geen uitdaging van de toekomst, zoals de Miljoenennota schrijft. Het is de verplichting nú aan de toekomst. Vindt de minister dat eigenlijk niet ook een veel betere opdracht en is hij bereid die over te nemen?

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan. Dat geef ik het woord aan de heer Van Houwelingen … O, er is nog een vraag van mevrouw Van der Plas, een heel mooi rondje. Mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat zou ik maar doen, ja. Meneer Van Raan dacht: daar kom ik makkelijk onderuit, maar daar was ze dan! Ik had even een vraag. U begon in uw speech over de toeslagenaffaire. Zeer terecht dat daar hier door iedereen aandacht voor wordt gevraagd. Ik wil niet de twee zaken met elkaar vergelijken, maar ook in andere sectoren of in andere groepen van de bevolking worden mensen weleens weggezet als fraudeur, zonder dat daar eigenlijk bewijs voor is, zonder dat dat goed is onderzocht. Daardoor zijn er ook faillissementen en is er ook enorm veel leed aan de keukentafel. Dan noem ik bijvoorbeeld de kalverfraude. Een paar jaar geleden werden 7.000 melkveehouders weggezet als kalverfraudeurs. Van die hele kalverfraude is geen spaan heel gebleven, van de 7.000 bleek uiteindelijk dat 75 geen goede opgave hadden gedaan. Er was ook het geval met de spookvarkens. Er zouden volgens uw fractiegenoot 4 miljoen illegale varkens verkeren op boerderijen in Nederland. Varkenshouders hebben daar ook ontzettend veel last van gehad, ze zijn weggezet als fraudeurs, als sjoemelaars, als cowboys. Ook ontzettend veel leed, nogmaals totaal niet te vergelijken met wat in de toeslagenaffaire is gebeurd, maar het gebeurt dus wel de hele tijd. Mijn vraag aan de heer Van Raan is: zullen we bij al dat soort zaken waar mogelijk wordt gefraudeerd, of wat naar buiten komt in een rapport, of waar mensen van denken "dat zal wel niet goed zijn" afspreken dat we met z'n allen dan eerst even goed de feiten afwachten voordat we daar van alles en nog wat over roepen, voordat er moties worden ingediend en noem maar op? Dat vraag ik speciaal aan de heer Van Raan omdat zijn partij ook wel vaak vooraan in de linies staat om die mensen dan te veroordelen, maar we later, als er niks aan de hand blijkt te zijn, er eigenlijk nooit meer wat van horen.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat beginuitgangspunt delen we natuurlijk helemaal. Dus ik vraag mevrouw Van der Plas om met voorbeelden te komen waarin de Partij voor de Dieren dat gedaan heeft, dan kijk ik daar natuurlijk graag naar. Wat u zelf ook al "de kalverfraude" noemde, was het dus kennelijk niet. Ik ken dat voorbeeld zelf eerlijk gezegd niet goed genoeg. Ik ken wel mestfraude, die overigens wel bewezen is: een enorm schandaal. Je moet iemand niet veroordelen voordat er bewijzen zijn. Dat deel ik helemaal met mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat is goed om te horen.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik denk dat we misschien nog wel meer delen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dan zou ik aan de heer Van Raan willen vragen of we daarin samen kunnen optrekken en dat we dat ook goed monitoren van anderen. Er wordt namelijk al snel gezegd dat mensen fraude plegen. Ik ga er nu niet helemaal op in, maar ook bij mestfraude zijn er gevallen waarin er gewoon vinkjes verkeerd worden gezet. Dat wordt ook geschaard onder fraude. Daar gaan we hier niet op in, want het is geen landbouwdebat, zeker niet. Maar zullen we daar samen eens een kopje koffie over drinken en kijken hoe we dat dan kunnen aanpakken? Ik vind dat we als Kamer naar buiten toe het voorbeeld moeten geven dat je niet meteen als een wilde hond bovenop iedereen gaat duiken omdat er gefraudeerd zou zijn. Dat is eigenlijk mijn enige vraag.

De heer Van Raan (PvdD):

Ja, ik ben alleen wel een beetje bang voor het beeld van de wilde hond die overal opduikt als ik met mevrouw Van der Plas een kopje koffie ga drinken. Maar ik doe het graag. We moeten mensen niet vooraf als schuldig beschouwen. Dat is natuurlijk de essentie van wat er in de toeslagenramp misgegaan is. Dat ben ik helemaal met mevrouw Van der Plas eens. Sojamelk en geen suiker.

De voorzitter:

U maakt het heel beeldend. Mevrouw Van der Plas, tot slot.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Oké. Dat is wel voedselverspilling, want daarna moet je die sojamelk weer weggooien.

De voorzitter:

U kunt volgens mij meteen een kopje koffie drinken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

U mag rustig gaan zitten, meneer Van Raan. Ik wilde alleen nog even iets zeggen over die wilde hond. We moeten dat niet bij mij thuis doen, want ik heb een Mechelse herder. Die is niet wild en vals, maar blaft wel heel erg. Die kan daarom wel worden opgevat als een wilde hond. Dan doen we het dus ergens anders.

De voorzitter:

Dan is dat ook weer opgehelderd, fijn. We zijn getuige van een heel mooi contact. Dat is fijn om te zien. Ik geef het woord aan de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie voor zijn bijdrage.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Voorzitter. Het financiële systeem loopt op z'n eind. Geen enkele marktpartij is nog bereid om Zuid-Europese schulden, waarvan iedereen weet dat ze nooit zullen worden terugbetaald, over te nemen. Om te voorkomen dat banken die eigenlijk allang failliet zijn daadwerkelijk omvallen, heeft de Europese Centrale Bank de afgelopen jaren biljoenen aan Europese staatsschulden opgekocht. Daarmee maakt de ECB zich indirect schuldig aan de monetaire financiering van staatsschulden. Dat is uitdrukkelijk verboden in artikel 125 van het Verdrag van Maastricht, omdat men begreep dat zulks zou betekenen dat wij, de spaarzame noorderlingen, daar uiteindelijk voor moeten opdraaien. Uiteindelijk zal dit kaartenhuis instorten. Het is niet vol te houden. We leven in een gigantisch piramidespel, een bubbel, een opgeblazen zeepbel.

De eerste tekenen van een onvermijdelijke implosie zijn er al. De inflatie loopt op; het is al gezegd. Maar geloof het of niet, in dit oplopende inflatiecijfer is de allerbelangrijkste prijsstijging, voor de meeste Nederlanders veruit de grootste maandelijkse kostenpost, niet meegenomen. Dat is de explosief gestegen huizenprijs. U hoort het goed: de stijgende huizenprijzen worden niet meeberekend in het inflatiecijfer. Zo blijft het inflatiecijfer natuurlijk kunstmatig veel te laag en worden de koopkrachtplaatjes veel te rooskleurig voorgesteld. Gaaf land, toch, Mark Rutte? Vandaar mijn eerste vraag aan de minister: gaat hij er zorg voor dragen dat vanaf nu, en met terugwerkende kracht, ook de huizenprijzen worden meegenomen in het inflatiecijfer?

De enorme verruiming van de geldhoeveelheid door de ECB is ongetwijfeld een van de belangrijkste redenen voor onze zeer sterk gestegen huizenprijzen. In de grafiek die ik nu laat zien, ziet u de balans van de ECB. Zoals u kan zien, is het in de laatste anderhalf jaar, sinds de coronacrisis, verdubbeld van 4 biljoen naar 8 biljoen. Dat is dus 4.000 miljard erbij!

De voorzitter:

Misschien kunnen we van dat A4'tje even een kopie maken via de bode, dan verspreiden we dat.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u wel. De schuldencrisis van tien jaar geleden is nooit opgelost. In plaats daarvan is een nieuwe, nog veel grotere bubbel geblazen in onze huizenmarkt. Daarmee is slechts tijd gekocht, want ook deze bubbel gaat een keer uitbarsten, en dat zal het einde van de euro zijn. Wat doet de minister dan? Vandaar onze tweede vraag aan de minister: heeft de Nederlandse regering een back-upplan voor de herintroductie van de gulden zodra de euro klapt? Zo ja, kunnen wij dat plan krijgen? Zo nee, waarom niet? Kan hij dan dat plan alsnog als de wiedeweerga gaan maken?

Ondertussen wordt Nederland door de kunstmatig lage rentes, een direct gevolg van de opkoopprogramma's van de ECB, het allerhardst getroffen van alle landen in de eurozone. Wij hebben die lage staatsschuld en wij hebben die verspaarde pensioenen. Door de absurd lage rente en de oplopende inflatie worden die compleet uitgehold. Is dat nou echt zo moeilijk te begrijpen? De vette Nederlandse pensioenpotten worden leeggeroofd door de ECB. Dit is was De Nederlandsche Bank hierover schrijft in haar jaarverslag 2020, en ik citeer: "De ECB heeft inmiddels bijna een derde van de totale Europese overheidsschuld op haar balans staan en is bovendien uitgegroeid tot een belangrijke financier van banken. Dat noopt tot het tijdig nadenken over een geleidelijke exitstrategie." Einde citaat. U hoort het goed: een exitstrategie. Zelfs De Nederlandsche Bank heeft het erover.

Ik vervolg het citaat. "Het afschuiven van de overheidsschuld op de balans van de ECB is in het verdrag van Maastricht expliciet verboden." Ik zei het net. "Niet alleen de sterk toegenomen publieke en private schulden, maar ook de toenemende mate waarin banken zich via de ECB financieren, kan een exit uit het ruime monetaire beleid uitdagend maken." Met andere woorden: de ECB heeft inmiddels een derde van de totale Europese staatsschuld op haar balans staan. Staatsschulden die geen enkele marktpartij zal kopen en die dus waardeloos zijn, maar waar Nederland via de ECB garant voor staat. Natuurlijk zou de ECB allang de rentes drastisch hebben moeten verlagen, maar dat kan niet meer. Waarom niet? Omdat de ECB inmiddels met het ruime monetaire beleid zowel overheden als particulieren verslaafd heeft gemaakt aan die lage rentes. Vraag aan de minister: erkent hij dat een exitstrategie uitdagend zal zijn? Zo nee, waarom vergist De Nederlandsche Bank zich dan in haar oordeel? Zo ja, wat is het plan van de minister mocht de ECB het lagerentebeleid niet kunnen loslaten omdat dit te uitdagend is? Kunnen wij dat plan als de wiedeweerga krijgen? En als er geen plan is, gaat de minister dan rustig en lijdzaam toezien hoe onze Nederlandse pensioenen en koopkracht door Europese inflatie langzaam maar zeker compleet worden uitgehold? Allerlei landen komen onmiddellijk in de financiële problemen als de rente stijgt, en particulieren die hun woning moeten herfinancieren ook. Erkent de minister dit probleem?

En nu de ECB in een fuik van ultralage rentes is gezwommen, wat betekent dit als de inflatie verder stijgt, zoals nu overduidelijk het geval is? Zijn er dan nog wel mogelijkheden om de sterk oplopende inflatie of misschien zelfs wel hyperinflatie te voorkomen? De rente verhogen is immers onmogelijk geworden. Wat zijn die mogelijkheden volgens de minister? En wat vindt de minister van de bewering van ECB-president Lagarde dat de sterk oplopende inflatie in de eurozone tijdelijk zou zijn? Wat zijn de aanwijzingen hiervoor?

Ondertussen is ook onze levenstandaard keihard achteruit gekacheld. Aan allerlei basale grondstoffen zoals hout, koper en papier is een tekort ontstaan, met oplopende prijzen tot gevolg. Onze volgende vraag aan de minister: hoe komt dit, denkt u? Waarom zijn de mondiale supplychains onderbroken? Zou dat iets te maken kunnen hebben met de absurde, stupide en bizarre lockdowns? Van welke essentiële grondstoffen is de bevoorrading in Nederland onzeker geworden? Wat doet de minister hieraan? Een huis, een eerste levensbehoefte, is in Nederland voor mensen met een modaal inkomen in elk geval onbetaalbaar geworden. Kijkt u eens naar dit plaatje. Zoals u kunt zien is het modale inkomen gelijk gebleven, dat is de onderste lijn. Die is nauwelijks gestegen sinds het begin van deze eeuw, terwijl de huizenprijzen, de bovenste lijn, als een raket zijn gestegen.

De voorzitter:

Heeft u nog meer sheets?

De heer Van Houwelingen (FVD):

Nee, dit was de laatste.

Vroeger was de gemiddelde prijs van een huis drie of vier keer een modaal inkomen. Tegenwoordig is het tien keer het modale inkomen. Hoe durft de regering te beweren dat het goed gaat met Nederland als Nederlanders met een normaal inkomen niet eens meer een huis kunnen kopen? Veel Nederlanders leven in de illusie van luxe: wel een flatscreen-tv en een dure smartphone, maar geen geld voor fatsoenlijk eten en geen geld voor een woning. En wat zijn de economische kosten van die groteske lockdowns? Kan de minister daar een schatting van geven? Zo nee, waarom niet?

Cashgeld lijkt, met de coronahoax als dekmantel, langzaam uitgefaseerd te worden. Kan de minister garanderen dat Nederlanders altijd met cashgeld kunnen blijven betalen? Zo nee, waarom niet? Wees er eens eerlijk over. Zeg het tegen de mensen. Zeg het in beeld!

Of neem de energiearmoede. Een nieuw woord in onze taal. Naar verwachting zitten er door de snel stijgende energieprijzen talloze Nederlandse gezinnen deze winter letterlijk in de kou, omdat ze de energierekening niet meer kunnen betalen. Dit als gevolg van het bespottelijke klimaatbeleid, waardoor onder andere CO2, een volkomen natuurlijke en onschadelijke stof die we elk moment uitademen en die planten weer inademen, wordt belast. Kan de regering ons laten weten wat het prijsopdrijvende effect is van deze belasting? Hoeveel cent is een kilowattuur of een kubieke meter gas gemiddeld hierdoor duurder geworden? Gisteren ging de gasprijs voor het eerst door de magische grens van €100 per megawattuur. Dat is maar liefst acht keer zo hoog als een jaar geleden. Ik herhaal: dat is acht keer zo hoog als een jaar geleden! Waarom heeft Nederland geen strategische gasreserve, zoals andere landen?

Voorzitter. Tot slot. Ook dit is natuurlijk een schijndebat. Het draait allang niet meer om de economie of de volksgezondheid. Er is een machtsgreep gaande onder het mom van een pandemie. Er moet een digitale euro komen, uitgegeven door de ECB. Cashgeld moet verdwijnen, zodat al uw aankopen getraceerd kunnen worden. Er komt een sociaalkredietsysteem om te kijken of u wel een brave burger bent, en u krijgt een CO2-budget, want u mag straks niet zomaar én vliegen én ook vlees eten. FVD zal hier, samen met alle vrije geesten in Nederland, tegen blijven strijden. Hou vol, want wij gaan winnen!

Overigens ben ik van mening dat die misdadige apartheidspas afgeschaft moet worden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Houwelingen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Gündoğan van Volt.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Dank u wel, voorzitter. "Eenieder die nadenkt over de verhoudingen van de mens tot het goed der aarde zal getroffen worden door het feit dat vaak hij die arbeidt, arm is, terwijl hij die ledig door het leven gaat, zich baadt in overvloed". Dit zijn woorden van de vorige liberale premier, Pieter Cort van der Linden. De huidige minister-president heeft zijn portret in het torentje hangen. Cort van der Linden is ongetwijfeld een inspiratie voor hem, maar als hij nog had geleefd, vermoed ik dat hij moeite zou hebben met de stand van zaken in ons land. Wij zijn een land geworden waar het zwitserlevengevoel niet begint na een leven lang hard werken. Dus hardwerkende Nederlanders, dit systeem is er niet voor u, indien u de wekker vroeg zet, iedere dag naar uw werk gaat en daar uw maatschappelijke taak vervult om vervolgens uw maatschappelijke bijdrage, zijnde belastingen, betaalt. U komt bedrogen uit in ons systeem. Want als u uw geld in Nederland verdient als postbezorger, verpleegkundige of advocaat — het maakt niet uit of u minder dan modaal, modaal, of meer dan modaal verdient — betaalt u uiteraard belastingen. Als u echter uw geld verdient door bijvoorbeeld in Amsterdam meerdere panden te bezitten en daarmee €250.000 aan huurinkomsten binnen te harken, dan betaalt u mogelijk nauwelijks belastingen. En als u goed kunt puzzelen, kunt u zo'n slordige 10% minder belasting betalen omdat u de pretbox, box 2, slim benut. Als u in die situatie zit, maakt u mogelijk ook nog van andere constructies gebruik om minder belasting te betalen.

Ik wil bij de Algemene Financiële Beschouwingen geen pleit houden tegen hoge inkomens of grote vermogens an sich. Wat ik wel wil zeggen, is dat arbeid meer moet lonen en vermogen of rentenieren meer belast moeten worden. Op dit moment zien we dat juist het tegenovergestelde gebeurt: arbeid wordt zwaar belast, terwijl vermogen nauwelijks belast wordt. Daarmee kom ik terug op de woorden van Cort van der Linden, namelijk dat hij die arbeidt arm is, terwijl hij die ledig is zich kan baden in overvloed. En dat is onrechtvaardig.

Volgens mij wil de heer Hammelburg iets zeggen.

De voorzitter:

Meneer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):

Ik ben een beetje in de war. Het standpunt dat ik zojuist hoor van Volt over hoe wij met belastingen moeten omgaan, is ook het standpunt van D66: minder op inkomen en meer op vermogen, en vooral eerlijker om de sociale ongelijkheid aan te pakken. Maar ik hoorde mevrouw Gündoğan voor de schorsing ook een interruptie plegen over een belastingplan om 35 of 40 miljard verschuiving te verzwaren, eigenlijk. Dat zou neerkomen op een lastenverzwaring voor gezinnen. Dus ik ben een beetje in de war. Misschien kan mevrouw Gündoğan daar wat meer helderheid over geven, want dit is een tegenstrijdigheid volgens mij.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Dat is geen tegenstrijdigheid. Ik heb hier een tabel van de heren Cnossen en Jacobs. Dat is een voorbeeld geïnspireerd op hen. Ik zeg ook niet per se dat we hun voorstellen inzake een andere inrichting van het fiscaal stelsel moeten gaan overnemen, maar ik vond het wel een heel intelligent voorstel, hoe zij dat hebben becijferd. Daarin zeggen zij dat in box 1 voornamelijk het vermogen op eigen woning belast kan worden, en dat is in lijn met hoe onder anderen DNB, het IMF en Europa het voorstellen. Dan ga je gewoon meer belasting halen uit box 1. Maar ik wil die tabel best wel met u delen. Dit is niet door mij gefabriceerd, want dit soort dingen kan ik niet maken; dat gaat mijn pet te boven. Maar ik absorbeer dat soort kennis wel graag. Dat is meer mijn positie in het spel, zal ik maar zeggen.

Voorzitter. Wij hebben het vaak over de staatsschuld en een verantwoord begrotingsbeleid, maar wat zou Cort van der Linden hebben gevonden van al die schulden in ons land, die er op den duur voor zorgen dat we alleen maar minder vrij worden. Dan kom ik uit bij onze schulden. We kampen met een klimaatschuld, een onderwijsschuld, een woningschuld, een kansenschuld, een arbeidsschuld, een productiviteitsschuld, een innovatieschuld, een zorgschuld, en dan vrees ik dat ik nog niet eens volledig ben geweest. Het zijn schulden die de afgelopen tien jaar alleen maar zijn opgelopen en die jonge en toekomstige generaties straks moeten afbetalen.

Neem de klimaatschuld. Net als de staatsschuld betalen we uiteindelijk ook hier rente over, zij het in de vorm van overstromingen, weggespoelde vruchtbare aarde, honger, migratie en ziektes. Ook DNB-president Klaas Knot wees er laatst nog op dat de kosten van klimaatverandering flink hoger gaan uitvallen dan de investeringen die ervoor nodig zijn om klimaatverandering tegen te gaan. De Raad van State schrijft in zijn advies naar aanleiding van de Miljoenennota dat bij het thema klimaat de urgentie onvoldoende tot uitdrukking komt. Het moet dus ambitieuzer.

Voorzitter. Kijk dan naar de onderwijs- en innovatieschuld. Onderwijs heeft een rendement van 8%, berekenden hoogleraren Bas Jacobs en Mirjam van Praag. Als het onderwijs goed is en je daarin investeert, dan betaalt zich dat uit door een bloeiende economie en een betere gezondheid. Ziet de minister dit ook in? Zo ja, waarom zien we dat niet terug in de Miljoenennota? Want hoe staat ons onderwijs er dan voor? We staan op een povere zestiende plek van alle OESO-landen. We hebben over het lerarentekort al veertien jaar het rapport van de heer Rinnoy Kan op de plank liggen, waar we weinig mee hebben gedaan. We strooien met geld uit het Nationaal Programma Onderwijs, terwijl iedereen in onderwijsland zegt: met incidenteel geld los je geen structurele problemen op.

En hoe zit het met investeringen in innovatie? Investeren in innovatie leidt tot economische groei. Hier penny wise, pound foolish in te zijn, lijkt mij en mijn fractie niet intelligent. Kan de minister aangeven of hij als minister het toekomstige verdienmodel in Nederland wil aanjagen door versneld de Lissabondoelstellingen te behalen?

En dan: 220.000 Nederlanders komen niet rond, terwijl ze keihard werken. Dan denk ik aan een werkende moeder die aan de NOS uitlegt dat zij moest kiezen welk van haar twee kinderen op sport mocht. Ook al ging ze iedere dag naar haar werk, er was onvoldoende geld om allebei haar kinderen te laten sporten. 220.000 werkende armen, deze Nederlanders werken hard, maar komen nauwelijks of niet rond. Ze zijn de ruggengraat van het land. Ze maken ziekenhuizen schoon, bezorgen post of rijden taxi's tot diep in de nacht. Dan is het ook niet te verteren dat wanneer wij in de Kamer vragen om meer salaris voor onze leraren of zorgmedewerkers, wij hemel en aarde moeten verzetten om dat voor elkaar te krijgen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de energiearmoede. 650.000 mensen die vrezen voor de rekening deze winter, omdat die waarschijnlijk acht keer hoger gaat uitvallen dan afgelopen jaar. Inmiddels ben ik ingehaald door de feiten. Was het gisteren nog €100 per megawattuur, inmiddels is het vandaag €160 per megawattuur geworden. Dit is echt bizar.

Voorzitter. Kansenongelijkheid begint al in de wieg, liet recent onderzoek van de Erasmus School of Economics weer eens zien. Met name leerachterstanden en overgewicht werd bij kinderen van ouders met de laagste inkomens vaker gezien dan bij kinderen van de rijkste ouders. Zo vroeg als bij baby's van vier maanden zie je overgewicht bij hen die arme ouders hebben. En bij 14-jarigen loopt dat verschil door naar overgewicht bij tot een kwart van de kinderen die in arme gezinnen opgroeien, in tegenstelling tot 10% van de kinderen met rijke ouders. Vijftien procentpunten verschil! Waar je wieg staat, doet ertoe. Kinderen die met een tinnen of houten lepel in hun mond worden geboren, gaan gebukt onder die armoede. Er is niets romantisch aan om van een dubbeltje een kwartje te worden, want de kans dat je het wordt, is klein en ondertussen mag je een leven lang vechten tegen de statistieken. Een samenleving die haar kinderen ketent aan armoede en die die kinderen door die armoede opzadelt met leerachterstanden en gezondheidsachterstanden, is geen vrije samenleving. Zoals de oude liberaal Van Houten streed en het Kinderwetje mogelijk maakte, zo moeten ook wij ons inzetten voor ál onze kinderen. Pas dan lossen wij onze onderwijsschuld in.

Steeds als je meer wil uitgeven om de armoede aan te pakken en om te voorkomen dat kinderen zonder ontbijt naar school gaan, wordt er weer gevraagd hoe dat toch betaald moet worden. Maar goed, ik heb het al een paar keer gezegd: gelukkig hebben we daar heel intelligente mensen voor in ons land, zoals de hoogleraren Sijbren Cnossen en Bas Jacobs. Als we hun adviezen gaan overnemen, dan gaan we 39,8 miljard euro meer ophalen door de boxen 1, 2 en 3 te hervormen. Dat is bijna 40 miljard euro. Dit geld kan ontzettend wijs worden gebruikt voor onderwijs, onderzoek, innovatie, digitalisering, productiviteit, klimaat, et cetera, et cetera. Is de minister bereid zich hiervoor in te zetten en, zo ja, hoe?

Maar de oude liberalen voerden meer in, zo ook de Woningwet. Ik noem drie liberalen, zijnde Goeman Borgesius, Pierson en Cort van der Linden. Wonen werd door de oude liberalen niet gezien als iets voor hen met overwaarde of jubeltonnen. Wonen werd gezien als een noodzaak en de Woningwet moest leiden tot, ik quoot: opheffing van de zedelijke minderwaardigheid der arbeiders. Ik denk aan die liberalen wanneer ik denk hoe onze woningmarkt er beter uit moet zien. Mensen moeten zich niet minder voelen, omdat zij geen toegang hebben tot de woningmarkt. Het is tijd dat wij onze woningschuld gaan inlossen en daarom moeten we ervoor zorgen dat de Blackstones van deze wereld eindelijk ook belasting gaan betalen.

Het fiscale verschil tussen kopen en huren moet ook worden aangepakt. Gelukkig doen de heren Cnossen en Jacobs daar perfecte voorstellen voor. Dus ik zou tegen de minister willen zeggen: doe er een krul omheen en voer het uit.

Dan onze kansenschuld. Die is zo ...

De voorzitter:

Dank u wel. Voordat u misschien verdergaat, ...

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Ik had het deze keer niet in de gaten.

De voorzitter:

Dat geeft helemaal niet. Ik zag het net niet.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Daarnet zag ik het weer niet.

De voorzitter:

We houden elkaar in evenwicht, zal ik maar zeggen.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Dan neem ik even een slokje water.

De heer Hammelburg (D66):

Een slokje water is altijd lekker als je daar zo lang staat.

Nog even over het Belastingplan en de extra 40 miljard die we zouden kunnen ophalen. Het staat in de doorrekening van het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid, maar de heer Nijboer had het daarnet ook over een lastenverzwaring van 40 miljard. Hij zegt dan: dat halen we op bij het bedrijfsleven. Zeker, zegt de heer Nijboer vanuit de zaal. Dat is een eerlijk verhaal en ik zou daarom ook wel van mevrouw Gündoğan willen weten hoe het zit met de 40 miljard die zij voorstelt. Wat zij voorstelt, is een verhoging van de lasten en de vraag is dan: waar moet die neerslaan?

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Ik pak de tabellen erbij. Wat zij doen in de schatting van de opbrengsten van de stelselwijziging, is het huidige stelsel vergelijken met dat van hen. In box 1 halen zij dan bijna 25 miljard extra op, in box 2 ruim 9 miljard en in box 3 ruim 5,5 miljard. Tezamen levert dat 39,8 miljard op. Dat doen zij in box 1 via de huurwaarde van het eigen huis, de hypotheekschulden, de vermogenswinst et cetera et cetera. Ik kan het straks allemaal met u delen, maar het komt er de facto gewoon op neer dat het bezit van een eigen woning meer dan nu belast gaat worden. Dat gaat de schatkist gewoon geld opleveren in box 1. In box 2 gaan we ervoor zorgen dat we de mazen afkitten, zodat het minder een pretbox wordt. In box 3 gaan we onder andere de huuropbrengsten, zoals die van de pandjesprinsen, ook eens een keer belasten.

De heer Hammelburg (D66):

Ik begrijp het heel goed, hè. D66 heeft ook weleens wat over de hypotheekrenteaftrek gezegd. De heer Klaas Knot doet dat nu volgens mij ook. D66 roept dit al heel erg lang, maar wat Volt nu voorstelt, is wel wat breder en wat groter dan dat. Het gaat gewoon om een lastenverzwaring van 40 miljard. Dat is nogal wat. Dat is geen gratis geld. Volt zegt nu: ja, goh, dat kunnen we extra ophalen. Dat bekent nogal wat. Dat betekent wel wat voor de Nederlandse inkomens.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Ja, dat zegt u heel goed, maar uiteindelijk is het denk ik gewoon een waterbedeffect, meneer Hammelburg. Ik denk dat u dat ook wel met mij eens bent. We hebben al zo lang zo weinig geïnvesteerd in dit land dat we daardoor een onderwijsachterstand hebben. Ik noem dat een onderwijsschuld. Een heel groot deel van onze kinderen is daardoor inmiddels laaggeletterd en kan zichzelf moeilijk bedruipen. We zijn met ons innovatie-indexcijfer wederom gezakt. Als je gewoon kijkt naar het groeipotentieel van Nederland, dan zaken wij na 2023 weer verder weg. Ik denk dat u het met mij eens bent dat er twee vormen van uitgaven zijn: uitgaven die je moet doen om bijvoorbeeld je infrastructuur te onderhouden en uitgaven die op termijn renderen. Ik denk dat deze 40 miljard euro heel zinnig kan worden gebruikt. Het is geen carte blanche of een creditcard met de boodschap: doet u maar wat u wilt. Ik zou het graag terug willen zien om onze schulden in te lossen dan wel onze aanstaande rekeningen tijdig in te lossen, zoals bij de klimaatschuld. Nogmaals, het klimaat nu aanpakken is goedkoper dan het klimaatprobleem straks oplossen.

De voorzitter:

De laatste vraag van de heer Hammelburg.

De heer Hammelburg (D66):

Ja, de laatste vraag. Ik heb net ook al in mijn eigen bijdrage aangegeven dat de aanpak van de onderwijscrisis, de klimaatcrisis en de wooncrisis inderdaad geld kost. Ik heb ook aangegeven dat we een herziening moeten hebben van het belastingstelsel om de sociale ongelijkheid aan te pakken. Maar dat is wat anders dan een lastenverzwaring van 40 miljard. Dat is echt heel veel. Nogmaals mijn vraag, en dat is dan de laatste vraag die ik mag stellen aan mevrouw Gündoğan: hoe ziet u dat? Wilt u dat echt bij de huishoudens neerleggen? De Partij van de Arbeid zegt gewoon heel eerlijk: dat willen we neerleggen bij het bedrijfsleven. Wat zegt Volt hierop?

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Volt is zich erop aan het bezinnen, maar ik herhaal: dit is het voorstel van de heren Cnossen en Jacobs. Wij zijn daar wel van gecharmeerd. Het is dus niet — hoe noem je dat? — een slappe manier om ons achter hun voorstel te verschuilen, want dan had ik het niet naar voren gebracht. Het gaat mij er met name om dat wij gewoon nadenken over hoe er wel geld is. Er bestaan geen taboes. Voor Volt is dat in ieder geval het uitgangspunt. We willen graag het gesprek aangaan over of dat meer bij de huishoudens of meer bij het bedrijfsleven terecht moet komen, of dat het een combinatie van verdelen is en dat het dus bij beide terecht moet komen. Daar staan we open in.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

De heer Hammelburg was ietsjes sneller dan ik bij de interruptiemicrofoon. Daardoor maaide hij al wat gras voor mijn voeten weg. Maar in feite wilt u dus gewoon 40 miljard meer geld halen bij de burgers. Om heel eerlijk te zijn kun je volgens mij beter naar een communistisch land verhuizen als je een modaal inkomen of een beetje vermogen hebt, want dan betaal je vermoedelijk minder belasting.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Dat is helemaal niet waar.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Denkt u nu echt serieus dat het geld door de overheid nuttiger gebruikt kan worden dan door bedrijven of door burgers, die zelf uitstekend weten wat ze willen doen?

Mevrouw Gündoğan (Volt):

De heer Ephraim doet een aantal aannames die compleet bezijden de waarheid zijn. Ten eerste is dit land van alle OESO-landen na de Verenigde Staten het land met de grootste vermogensongelijkheid. Dat is één. Twee. Statistisch klopt de ginicoëfficiënt in Nederland niet, omdat inkomsten in box 3 niet mee worden genomen bij de inkomsten. Daardoor komen we waarschijnlijk in de ginicoëfficiënt ook nog eens ongunstiger uit. Ik denk dat u zich beter goed in de cijfers kunt verdiepen dan mij ervan te betichten dat ik een communistische heilstaat najaag. Nee, ik refereer hier aan de oude liberalen. Die hadden toch echt wel een ander Nederland voor ogen dan u. U wilt volgens mij gewoon naar een libertarische samenleving.

De voorzitter:

Graag via de voorzitter.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Sorry, voorzitter, u heeft gelijk, maar ik voelde mij aangesproken.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ik ben het helemaal eens met mevrouw Gündoğan, tot haar eigen verbazing, want ik wil zeer zeker een hele andere samenleving dan zij voor ogen heeft. Maar ik denk dat we dit vandaag niet zullen oplossen, dus laten we het om ieders tijd te besparen maar houden bij: we agree to disagree.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Well, you're entitled to your own opinion but not your own facts. Ik zou u dus toch vriendelijk willen verzoeken om voortaan uw feiten iets beter te verifiëren.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ik hou het hier even bij.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Dat lijkt me goed.

De voorzitter:

Nou, nou, nou.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dat is natuurlijk niet helemaal correct. Ik denk dat we zo niet met elkaar om moeten gaan in het debat. Mevrouw Gündoğan meent dat alleen zij de waarheid in pacht heeft. Daar neem ik afstand van, zoals dat hier volgens mij heet. En verder wordt het later, dus ik hou het hier even bij.

Mevrouw Gündoğan (Volt):

Ik had het niet over de waarheid, maar ik zal het hier maar bij laten. Ik probeer alleen maar de feiten te begrijpen.

Maar goed, terug naar de oude liberalen en de Woningwet. Ik doel op drie liberalen, zijnde Goeman Borgesius, Pierson en Cort van der Linden. Dit had ik allemaal al gezegd.

Dan onze kansenschuld. Die is zo verweven met armoede dat het hoog tijd is om armoede aan te pakken. Die vertaalt zich op veel plekken. Armoede is onacceptabel en onwenselijk. De negatieve multiplier van armoede toont zich bijvoorbeeld in de zorgschuld. Arme mensen gaan zes jaar eerder dood. Het inzetten op armoedebestrijding is niet alleen een materiële plicht, maar ook een immateriële plicht. De laatste die ik noemde, was onze productiviteitsschuld. Al 40 jaar stijgen de lonen amper tot niet, maar de productiviteit ook niet. Om deze impasse te doorbreken en werkgevers competitiever te maken, moeten we ook investeren in innovatie die de productiviteit ten goede zal komen. Dit alles is een liberaal verhaal.

Wat is de minister bereid om aan al deze schulden te doen? Wat betekent dit voor een volgend regeerakkoord? Zo is er vorig jaar een spreekt-uitmotie van de heer Bruins aangenomen om een volgend regeerakkoord te laten doorrekenen vanuit het bredewelvaartperspectief. Hoe kijkt de minister hiernaar? Daarbij zou ik graag de Kamer eraan willen herinneren dat zowel ChristenUnie en CDA als D66 deze motie hebben ondertekend. Hoe kijkt de minister naar de optie om het regeerakkoord ook te laten doorrekenen aan de hand van tweedeorde-effecten van onze investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, arbeidsmarkt en klimaat?

Maar het is meer dan dat. Het is ook een geopolitiek verhaal. You snooze, you lose, is het adagium. Europa heeft de boot al gemist bij veel technologie, zoals bij 5G, onze havens en wegen voor een habbekrats verkocht aan China en leunt tevens te veel op de Amerikanen. Wij moeten samen met andere Europese landen ervoor zorgen dat onze groei vitaal, robuust en rechtvaardig verloopt. Pas wanneer wij intern onze status, en vooral onze sociale, politieke en economische status, op orde hebben en houden, kunnen wij onze manier van leven verdedigen in de wereld. Niet omdat wij uit willen gaan van een vijandige wereld, maar omdat het beter is de regels te dicteren dan ze te volgen.

Voorzitter. Tot slot het punt van belastingontwijking. Een punt dat de oude liberalen, die zich niet konden vinden in onverdiend vermogen maar voor heldere erfbelastingen waren, zeer waarschijnlijk zouden afkeuren. En een punt waarmee Nederland een magneet is geworden voor criminelen en de georganiseerde misdaad. Iedere stap die het vorige kabinet heeft gezet, is een broodnodige stap, maar wij zijn er nog niet. Ik roep het kabinet op om in navolging van de motie van mijn collega Dassen werk te maken van onder andere het aanpakken van belastingontwijking door de aanbevelingen uit het Europees semester voor de RRF op te volgen.

Voorzitter. Nu ga ik echt afronden. Groter denken, kleiner doen, luidt de titel van het mooie boekje van de heer Tjeenk Willink. Laten we daarom beginnen met het hervormen van ons fiscaal stelsel, zodat dit land het land wordt van de hardwerkende mensen. Want pas dan kan hij die ledig door het leven gaat, meer arm worden, en hij die arbeidt, zich baden in overvloed.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Eppink van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Voorzitter. Ik duik ook een stukje de geschiedenis in, maar niet zo ver als mevrouw Gündoğan. Ik zal het vooral hebben over ministers van Financiën van Friese afkomst, zoals de huidige minister. Zoals u allemaal weet, zijn mensen in Friesland nuchter en zuinig en kunnen ze daarmee fundamenten leveren voor de solide overheidsbegroting die in deze tijd noodzakelijk is.

In december 1981 nam Jelle Zijlstra afscheid als president van De Nederlandsche Bank. Hij vervulde die functie sinds 1967. Zijlstra was voordien minister van Financiën en minister-president. Voor diens vertrek publiceerde de cartoonist van de Volkskrant, Opland, zijn visie op Zijlstra. Hij vergeleek hem met Colijn en stelde Zijlstra verantwoordelijk voor de afbraak van sociale voorzieningen en alle plagen van Egypte. Zijlstra was zuinig en daarmee een harteloze schurk, en werd de schietschijf van progressief Nederland. Toch moet ik zeggen dat Zijlstra met zijn beleid inflatie heeft beheerst en de grondslag heeft gelegd voor een snel herstel in de jaren tachtig.

Nog moeilijker had een andere Fries het, de heer Duisenberg, die minister van Financiën was in het kabinet-Den Uyl. De PvdA was toen in de ban van de maakbare samenleving.

De heer Nijboer (PvdA):

Nog steeds!

De heer Eppink (JA21):

Ja, dat heb ik gehoord, inderdaad. Dat kostte natuurlijk veel geld. Ook nog steeds … De aardgasbaten uit Groningen, uw provincie, meneer Nijboer, kwamen goed van pas in Den Haag. Groningen werd een soort kolonie van Holland. De overheidsbegroting moest volgens progressief Nederland sneller groeien, maar Duisenberg eiste in 1976 de 1%-norm. De collectieve lasten mochten jaarlijks enkel nog stijgen met 1% van het nationaal inkomen. Een moedige daad, moet ik zeggen. Ik heb hem daar altijd voor bewonderd.

Duisenberg, uit Friesland, moest natuurlijk altijd recht tegen de wind in fietsen, want in Friesland fiets je altijd met tegenwind, zoals ik zelf ooit heb gemerkt toen ik de Elfstedentocht heb gefietst. Dat was een vreselijke opgave. Daar kwam geen eind aan. Alleen maar wind, waar je ook was.

De heer Azarkan (DENK):

200 kilometer.

De heer Eppink (JA21):

Ja, zoiets was het. 250 kilometer, van Sneek tot Sneek en helemaal rond. Duisenberg werd net als Zijlstra ook verketterd, maar hij voorkwam een explosie van de overheidsuitgaven. Hij werd daarna president van De Nederlandsche Bank en de eerste president van de Europese Centrale Bank.

Voorzitter. In deze tijden is fiscaal conservatisme broodnodig. De uitgaven van de overheid zijn sterk gestegen door de pandemie en door het idee van een maakbare, dit keer groene samenleving. De begroting steeg dit jaar met bijna 5%. De publieke schulden liepen op, al bleef de schade mede dankzij de minister gezien de omstandigheden binnen de perken. Nederland participeert in het Herstelfonds van de Europese Unie van 807 miljard euro, waarin het garant staat voor 46 miljard voor hulp aan onder andere Zuid-Europa.

De huidige minister van Financiën is ook van Friese afkomst en hij bevindt zich in dezelfde situatie als destijds Zijlstra en Duisenberg. Dat betekent zuinig zijn tegen de tijdgeest in. Het betekent terugkeren naar de fundamenten van gezonde publieke financiën en vooral stoppen met geldsmijterij. Wij moeten de bocht maken, terug naar normale publieke financiën.

Maar Nederland staat voor een golf van prijsverhogingen die verband houdt met een maakbare groene samenleving. Ik laat de haalbaarheid van dat streven in het midden. Ik heb er niet onmiddellijk een emotioneel oordeel over, maar ik kijk enkel even naar het fiscale plaatje. En wat zie ik? De benzineprijs stijgt tot boven €2 per liter. De accijns is in vergelijking met het buitenland onevenredig hoog. Stijgende gasprijzen stuwen de energierekening op. Ook hier zijn de accijnzen hoog. Elektriciteit wordt een luxeproduct, energiearmoede wordt een begrip.

De collectievelastendruk steeg al sinds het kabinet-Rutte I van 35% naar 39% in 2020. In Frankrijk zit men al op 47%. Gaan wij die kant op?

Migratie is een toenemende kostenpost voor de overheidsbegroting. Eén asielzoeker kost inclusief volgmigratie circa 1 miljoen euro volgens berekeningen van dr. Van de Beek.

Spaarders worden oneerlijk belast met een fictief rendement over box 3. Dit is fiscale diefstal.

Nu komt onverhoopt het IMF met het idee dat eigenaars van huizen over hun meerwaarde belasting moeten betalen in de gevangenis van het fiscale stelsel, namelijk box 3. Dus niet alleen een vermogensbelasting op sparen, maar ook op eigenhuisbezit. Wie heeft dat het IMF in Washington ingefluisterd? Ik weet dat er veel mensen in Washington wonen, maar er zullen weinig mensen zijn die weten wat box 3 is, dus daar zit iemand achter. Dit kabinet misschien?

Het is vooral het inroepen van klimaatbeleid dat tot verregaande uitgaven leidt, zo van "u vraagt, wij draaien". Kijk bij de kabinetsformatie. Nederland gaat zo 1,3 miljard euro bijdragen aan klimaatactie in ontwikkelingslanden om een streefcijfer van 100 miljard te halen. Zijn daar criteria voor? Is er enige effectrapportage?

Ik vond veel steun in wat de heer Nijboer eerder zei over het geld. Waar gaat het allemaal naartoe? Is het niet te veel? Is beleid maken niet eenvoudigweg het smijten van geld naar allerlei sectoren geworden? Dat kan zo niet. Wij van JA21 willen fiscaal conservatisme.

De kettingreactie van hogere prijzen, stijgende inflatie en hogere rente zal leiden tot minder koopkracht. Burgers gaan erop achteruit, want de correctie die het kabinet in petto heeft, zal onvoldoende blijken. Inflatiecijfers verbloemen de werkelijkheid. Huren zitten wel in de berekeningen en prijsstijgingen van koopwoningen niet. Premier Rutte heeft gezegd dat hij niet gelooft in koopkrachtplaatjes. Ik ook niet meer. Het zijn exercities in zelfbedrog.

Onze economie krijgt toenemend het karakter van een planeconomie die wordt gereguleerd door de Staat, door een wirwar van heffingen en subsidies zoals we nu zien. Met een planeconomie loopt het altijd slecht af — ik heb het in het Oostblok met eigen ogen kunnen zien — want ondernemen wordt vervangen door subsidieslurpen en grote ondernemingen staan inhalig vooraan.

Voorzitter. Fiscaal conservatisme is het kompas op de weg naar de normaliteit: een zuinigere overheid die minder belast, meer vrijheden biedt om te ondernemen en de gewone burger niet aan zijn lot overlaat. Nederland wil graag gidsland zijn en overal in de wereld een voorbeeld zijn. Dat is deel van het moralistische karakter van ons land. Wij zijn zo bezig met het buitenland dat wij het binnenland uit het oog verliezen en de gewone mensen die er wonen: jongeren op zoek naar een woning, ouderen die bang zijn dat hun pensioen wegsmelt. Neem het asielbeleid, waarvan de kosten sterk toenemen. Ik zou voorstellen dat de opvang van asielzoekers in Nederland wordt gefinancierd vanuit de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking. Op veel zaken in de begroting heeft de overheid weinig zicht. Neem het grote aantal ngo's, de niet-gouvernementele organisaties, dat actief is op veel beleidsterreinen. Veel ontvangen zo veel overheidssubsidies dat zij eigenlijk gouvernementele organisaties zijn geworden. Kan het kabinet daar niet met een fijne kam doorheen?

Uit formatiebesprekingen hoor ik dat een nieuw kabinet fondsen van tientallen miljarden — daar hebben we het alweer, geldsmijterij — wil oprichten voor onder andere, wederom, klimaatbeleid en dat buiten de reguliere begroting om. Een gevaarlijk idee, want dat leidt tot debudgetteren. Ik heb het meegemaakt in België, waar dat gebeurde, dat debudgetteren, om het begrotingstekort lager te kunnen maken en schuldvorming te kunnen toedekken. Op die fondsen buiten de begroting, als het ware een begroting buiten de begroting, heeft de Kamer bovendien geen grip. Hoe laag de rente ook, het geld moet worden terugbetaald. En op die rente komt een opwaartse druk door de inflatie, want gratis geld bestaat niet.

Het merkwaardige is dat Nederland voor 46 miljard garant staat in het EU-Herstelfonds, waarvan 24 miljard bestaat uit giften. Wij moeten vervolgens, net als Duitsland, zelf geld lenen voor onze eigen projecten, maar ook die in Zuid-Europa medefinancieren en dat terwijl wij, net als Duitsland, te maken hebben met een groeiende stille armoede. Wellicht moet het kabinet juist andere prioriteiten stellen. Het risico is dat een meerderheid van de EU-landen het Herstelfonds permanent wil maken, waaronder Frankrijk. Dat moet het kabinet blokkeren. Een Herstelfonds dat permanent is en zogenoemde "herstelbonds" uitgeeft, geeft in feite eurobonds uit via de achterdeur. Ik dank de staatssecretaris voor zijn intellectuele eerlijkheid om dat vorige week toe te geven.

De voorzitter:

Ik wil even zeggen dat u al geruime tijd door uw tijd heen bent. Dat gaat dan af van uw tijd voor de tweede termijn. Ik waarschuw even. U gaat er zelf over.

De heer Eppink (JA21):

Dan ga ik onmiddellijk over tot: ten slotte, voorzitter.

De voorzitter:

Ja. En dan hebben we nog een interruptie, maar rondt u eerst uw verhaal af.

De heer Eppink (JA21):

Ja, dat zal ik doen.

Ten slotte, voorzitter. Ik hoop dat de minister in de schoenen van zijn Friese voorgangers, Zijlstra en Duisenberg, zal staan en dat hij opteert voor de 1%-norm, de Duisenbergnorm. Ik besef dat dit doorzettingsvermogen vergt in een tijdgeest die om expansieve groene begrotingen roept. Daarom moet u nee kunnen zeggen in een maatschappij die altijd ja verwacht. Een nee is dan een politieke dissonant. Zoals u ongetwijfeld weet, concludeerde Zijlstra in zijn memoires Per slot van rekening dat dissonanten kunnen aansporen tot handelen en dat een dissonant die een oplossing kan brengen, een muzikaal hoogtepunt kan zijn. Minister, het is nu aan u.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ephraim. Er is een interruptie van de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ja, een vraag voor de heer Eppink

De voorzitter:

Sorry, de heer Eppink. Excuus, excuus.

De heer Eppink (JA21):

Dat is al de derde keer dat dit gebeurt.

De voorzitter:

Ja, dat klopt. Ik zwaai even.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik herken u allemaal. Even terug in het betoog, naar het prudent begrotingsbeleid. Dat deel ik. Tegelijkertijd zei de heer Eppink iets over fondsen buiten de begroting. Waar haalt hij dat precies vandaan?

De heer Eppink (JA21):

Dat haal ik uit de pers, waarin wordt gesproken over de formatiebesprekingen. Ik waarschuw daarvoor. Ik heb niet gezegd dat ze er al zijn, maar het heeft een heel negatief effect op de cohesie van de begroting als je een begroting buiten de begroting gaat maken. Dus ik raad de formateurs of informateurs aan om dat vooral niet te gaan doen, zodat, als er fondsen komen, wij als Tweede Kamer daar grip op hebben en deze fondsen geen eigen leven kunnen leiden.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Mij gaat gelijk een licht op nu u zegt: uit de pers. Maar in de begrotingsstukken zelf staat hoe dat geregeld wordt. We hebben een Mobiliteitsfonds, voorheen Infrastructuurfonds, en we hebben een Deltafonds. Dat zijn gewoon begrotingshoofdstukken waar deze Kamer binnenkort op kan amenderen en over kan gaan stemmen. Het grote voordeel van dat soort begrotingsfondsen is dat je over jaarschijven heen kunt schuiven. Zeker bij de investeringen die onzeker zijn, kan dat weleens handig zijn en kan zo'n fonds een goed vehikel zijn. Maar dat zijn gewoon begrotingshoofdstukken zoals elk ander hoofdstuk, alleen met een iets ander karakter. Daar gaan wij net zo goed over, dus volgens mij is er niemand in dit huis of in het kabinet die voorstelt om zaken buiten de begroting om te gaan regelen als het gaat om de energietransitie. Dat doen we met de SDE. Dat is ook weer een begrotingshoofdstuk. Dus volgens mij zijn de zorgen van de heer Eppink overbodig en voorbarig, en gaan we dat gewoon heel ordentelijk netjes in een begroting regelen, hetzij in een fonds, hetzij in een regulier hoofdstuk.

De heer Eppink (JA21):

Ik denk als oplossing met name aan het Mobiliteitsfonds, zodat wij daar grip op houden. Ik waarschuw dus voor operaties buiten de begroting die alles nog erger zullen maken. Ik ben ervan overtuigd dat een minister van Financiën uit Friesland dat niet zal laten passeren.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Eppink. Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer van de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, ik had negen minuten voor de eerste en tweede termijn, toch? Ja, acht minuten?

De voorzitter:

Exact.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Het is niet wat het lijkt. Dat gevoel heeft iedereen weleens, bijvoorbeeld als je een mooie fiets in de etalage ziet staan, maar die toch wat roestplekken blijkt te hebben als je dichterbij komt. Of als je van een berg af wandelt, en na zo'n lange wandeling in de verte een mooi kasteel of huis ziet staan, en je als je dichterbij komt denkt: daar zit toch wel een hoop achterstallig onderhoud aan. Vandaag spreken we over het huishoudboekje van de Staat. Als we er vanuit de lucht naar kijken, dan lijkt het alsof alles de goede kant op gaat. Toch denk ik dat er bij al die positieve cijfers best wat stevige kanttekeningen te plaatsen zijn. Dat doe ik dan ook. De koopkracht blijft gelijk, maar er zijn talloze gezinnen die er flink op achteruitgaan. Onze wegen liggen er mooi bij, maar er is enorm veel achterstallig onderhoud. Kijk maar eens naar de Haringvlietbrug. En zo zijn er nog wel meer die eraan komen. Veel ondernemers kunnen weer ondernemen, maar bij heel veel ondernemers zijn de zorgen nog levensgroot. De oploop van de staatsschuld lijkt zich te beperken, maar de stijgende zorgkosten hangen daar als een donkere wolk boven. Kortom, de vooruitzichten en de cijfers mogen er op zich rooskleurig uitzien, het is niet altijd wat het lijkt.

Voorzitter. Gisteren is er een belangrijke motie aangenomen. Daar zijn wij heel blij mee. De Kamer heeft uitgesproken dat een volgend kabinet concrete stappen moet zetten om de belastingkloof tussen eenverdieners en tweeverdieners te dichten. Dat is een belangrijk, maar ook broodnodig signaal, want eenverdienersgezinnen zijn lang genoeg fiscaal op achterstand gezet. Die kloof moet gewoon gedicht worden. Daarom hoor ik graag van de minister wat hij met deze breed gesteunde motie gaat doen. Maar ook volgend jaar moeten er al maatregelen genomen worden, want van een afstand lijkt het goed te gaan met de koopkracht, maar heel veel gezinnen merken daar niets van in de portemonnee. De energierekening stijgt al jaren, en het komende jaar nog harder, de brandstofprijzen schieten omhoog, en sparen levert nauwelijks nog iets op. Oftewel, de bodem van de gezinsportemonnee raakt in zicht. Mijn vraag is: hoe gaat de minister ervoor zorgen dat gezinnen de economische groei ook het komende jaar gaan merken in hun portemonnee?

Voorzitter. Een ander punt rond geld is de toegang tot geld. Die is ook van groot belang, voor burgers, voor ondernemers en voor goede doelen. In de laatste jaren zien we dat steeds meer geldautomaten gesloten zijn of lastig te bereiken. Mijn concrete vraag aan de minister is of hij mogelijkheden en oplossingen ziet om de toegang tot contant geld te verbeteren. Heel specifiek in de laatste paar weken zien we dat je in al die Geldmaatautomaten geen muntgeld meer kunt krijgen, tenzij je heel ver rijdt. Ook het storten van contant geld door ondernemers is bepaald niet makkelijk geworden. Graag een paar praktische oplossingen daarvoor.

Voorzitter. Als ik toch bij ondernemers ben; die hebben het de afgelopen periode moeilijk gehad. Macro-economisch zijn de vooruitzichten goed, maar ook hier geldt dat het niet altijd is zoals het lijkt. Zware omzetverliezen, hoge belastingschulden en onzekerheid over de toekomst: het is meer regel dan uitzondering. Wij zeggen als SGP: geef ondernemers de ruimte om te ondernemen. Kijk uit met lastenverzwaringen, is mijn oproep aan het kabinet, maar ook zeker aan de Kamer. Mijn vraag aan het kabinet is of het met de SGP van mening is dat extra forse lastenverzwaringen voor ondernemers niet aan de orde mogen zijn. Want ondernemers hebben wat dat betreft behoefte aan een stukje zekerheid. Zomaar de winstbelasting verhogen, zoals recent nog op een achternamiddag gebeurde om de hoge zorgsalarissen te betalen, helpt daar echt niet bij. Concreet is dus mijn vraag: hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat in de komende jaren geen jojobeleid voor ondernemers naar voren komt?

Voorzitter. Als uit het niets moest een paar weken geleden opeens de snelheid op de A29 over de Haringvlietbrug naar 50 kilometer per uur. Die brug rammelde. Het onderstreept dat het niet goed gaat met de instandhouding van onze infrastructuur. De Algemene Rekenkamer waarschuwt al langer voor toenemend achterstallig onderhoud, te optimistische ramingen en te weinig zicht op een daadwerkelijke opgave. En TNO geeft aan dat er ten minste 1 miljard euro per jaar bij moet. Dat hebben we pas ook in een technische briefing vanuit het ministerie zelf gezien; dat is ook onderbouwd.

De Kamer heeft inmiddels een motie van mijn hand aangenomen, waarin de regering gevraagd wordt om een meerjarenplan instandhouding infrastructuur op te stellen met een bijpassend budget. Die enorme onderhoudsopgave moet wat de SGP betreft niet het koekoeksjong worden dat nieuwe projecten uit het het nest van het Mobiliteitsfonds duwt, want dan zijn we nog verder van huis. Concreet zijn mijn vragen aan de minister of hij ook het belang hiervan inziet en hoe hij dit op de lange termijn op een goede manier wil regelen.

Voorzitter. Ik heb hier een citaat: "Het helpt enorm als je in je begrotingsbeleid in goede tijden buffers bouwt." Dat zou een citaat van mij kunnen zijn, maar het is een citaat van staatssecretaris Vijlbrief. Hij zei dat vorige week bij het debat over het steunpakket. In goede tijden is financiële degelijkheid minstens zo belangrijk en misschien nog wel lastiger dan in slechte tijden, is mijn vertaling van dat citaat. Ik hoor graag van de minister — hij kan daar de wijsheid van de staatssecretaris vast bij gebruiken — wat volgens hem de inzet van het kabinet moet zijn in de komende jaren. Is hij met de SGP van mening dat we weer terug moeten naar een staatsschuld van zo'n 40%? Want in Europa lijkt men eerder tevreden met een staatsschuld van 140%. Dat is door anderen ook al aangehaald. Bij dit punt heb ik het gevoel dat het helaas wél is zoals het lijkt. Veel lidstaten lijken niet meer terug te willen naar de broodnodige begrotingsregels. Dat is misschien ook wel logisch, want heel veel lidstaten hebben zich de afgelopen jaren niet aan de regels gehouden. Maar ja, als iedereen door rood rijdt, gaan we de verkeersregels ook niet veranderen. Dan krijg je gewoon een boete.

Het stuk dat de minister samen met andere landen geschreven heeft, is een stevig stuk — dat wil ik wel toegeven — maar het is nog niet helemaal bevredigend. Tegelijk blijkt daaruit dat de minister openstaat voor een aanpassing van de regels. Mijn vraag aan de minister is hoe hij ervoor gaat zorgen dat die regels alleen zodanig worden aangepast dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën daarmee vergroot wordt.

Voorzitter. De staatsschuld in ons land, in Nederland, is ook hoog. Maar dat is niet het enige gevaar. We hebben er meer. Zo lijken bijvoorbeeld de zorgkosten onhoudbaar te worden. Al jaren is de groei van de zorgkosten hoger dan de groei van de economie. Als parlement hebben we hier heel weinig invloed op. Er liggen inmiddels stapels rapporten, waarschuwingen en oplossingen. Een zo'n oplossing is het beter waarborgen van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de zorg. Ook worden andere instrumenten genoemd om de oplopende kosten te beheersen. Vandaar mijn vraag of het kabinet bereid is om concrete opties inclusief doorrekening in kaart te brengen waarmee de groei van de zorgkosten wordt beperkt en de financiële houdbaarheid wordt verbeterd. Want de financiële degelijkheid gaat niet alleen over de staatsschuld van volgend jaar, maar vooral ook over de schuldenlast van de generatie die na ons komt.

Daar laat ik het bij. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zagen we het spel dat gespeeld werd door de vier coalitiepartijen. Ze deden voorkomen alsof ze ontvankelijk waren voor allerlei wensen van andere partijen. Vervolgens kwam er een motie van mevrouw Hermans waarin even heel makkelijk 2,7 miljard euro werd uitgegeven. Dat wordt ook vandaag weer uitgelegd als "dat we met elkaar vrienden zijn" en dat ze op die manier ervan uitgaan dat de oppositiepartijen ze zullen steunen. Machiavelli zei het zo mooi: vriendschap die men door geld verkrijgt en niet door grootsheid van geest en een nobel karakter, koopt men en bezit men niet.

In de afgelopen jaren hebben we tijdens de begrotingsbehandelingen altijd gezien dat de minister van Financiën overal nee op zei, want er was geen geld. Amendementen van de oppositie werden stelselmatig genegeerd, want er was geen geld. Als er moties waren, werd er gezegd "er is geen dekking". De minister van Financiën zegt altijd dat een aanpassing van de begroting niet kan, omdat dat in strijd is met de begrotingsregels vanuit de startnota of dat er met dat geld al juridische verplichtingen zijn aangegaan. Kortom, als we de minister van Financiën moeten geloven, is er eigenlijk nergens geld voor. Althans tot maart vorig jaar, want toen gingen ineens de sluizen open. Toen kon alles. Toen was er ineens 80 tot 90 miljard beschikbaar. De minister van Financiën zei toen tijdens het eerste coronadebat: whatever it takes. Dat zei hij in navolging van Draghi. Wat er ook nodig is, hoeveel geld er ook nodig is, we hebben te maken met een grote crisis en die moet gewoon aangepakt worden. "Diepe zakken", zei hij er ook bij. Dat klopt. Als we vanuit de oppositie in de jaren daarvoor met onze plannen aandacht vroegen voor zorg, onderwijs, stikstofaanpak, klimaat, was het altijd "nee". Het is toch raar dat het de ene keer wel kan en de andere keer niet. Kan de minister deze paradox nog eens uitleggen? Is het dan zo dat sommige problemen nu eenmaal belangrijker zijn dan andere? Of misschien urgenter? En wie bepaalt dat dan? Heel veel mensen thuis snappen dat niet. Die kijken hiernaar en zeggen: waarom kunnen we binnen no time 90 miljard uittrekken, maar kunnen we de mensen die slachtoffer zijn van de toeslagenmisdaad nog steeds niet netjes compenseren? Deze mensen sturen hun kinderen soms nog steeds zonder schoolboeken naar school.

Ik heb zelf een wat dubbel gevoel bij het begrotingsproces dat van maart tot september loopt. Ik vind dat dat gaat op een wijze waarbij de Kamer er onvoldoende bij betrokken wordt. Pas als alles is geregeld en het geld is verdeeld, mag de Kamer daar een goedkeuringsstempel op zetten. Dat leidt er vaak toe dat wij als Kamer nauwelijks aanpassingen kunnen doen. Als er al iets gewijzigd wordt, is dat vaak een afspraak tussen de coalitiepartijen om delen van hun achterban nog eens van een cadeau te voorzien. We zien in andere landen dat dat echt anders kan. Ook de Raad van State heeft uitgesproken dat er een grotere rol voor het parlement zou moeten zijn bij het opstellen van de begroting. Ik zeg dan toch tegen de toekomstige coalitie: bij een nieuwe bestuurscultuur hoort natuurlijk ook dat het budgetrecht van de Kamer meer handen en voeten krijgt.

Voorzitter. Laat ik naar de begroting kijken zoals die is gepresenteerd. Ik zie de jaarlijkse borstklopperij van het kabinet. De economische groei is hoog: in 2021 en 2022 samen 7,4%. De werkloosheid is 3,5%. Je zou kunnen zeggen dat er sprake is van een frictiewerkloosheid. Er zijn nauwelijks faillissementen. Het financieringstekort bevindt zich binnen alle perken en binnen alle parameters. We hebben een enorm economisch herstel. "De Nederlandse economie is veerkrachtig", hoor ik iedereen zeggen. De horrorscenario's uit het voorjaar van 2020, toen het CPB een voorspelling deed van een tekort van 92 miljard, zijn gelukkig niet meer in beeld. Het kabinet komt natuurlijk met een goednieuwsshow, maar vergeet daarbij te zeggen dat de belastingbetaler dit economische herstel bijna volledig heeft gefinancierd met bijna 80 miljard euro aan steunpakketten. Als we dan zo'n geweldige economische groei krijgen, hoe komt het dan dat die nooit in de portemonnee van de burger komt? Bovendien, als we naar de koopkracht kijken, hebben we geleerd dat er bijna altijd een koopkrachtkater komt. Die koopkracht valt altijd tegen. Vermoedelijk gaat die ook dit jaar weer in de min. Ik hou mijn hart vast. Hoe kan het nou dat er 7,5% economische groei is, maar dat de koopkracht zo'n beetje nul is? Je gaat er als burger dus niet op vooruit. De Kamer is missionair en kan zich natuurlijk uitspreken voor een koopkrachtverbetering. Is de minister bereid om op verzoek van de Kamer met voorstellen te komen om de koopkracht in ieder geval gelijke tred te laten houden met de economische groei? Als we meer geld verdienen met elkaar, mag dat ook naar de zakken van burgers gaan.

Er is een ander punt dat ik graag wil maken en dat is dat we al 40 jaar zien dat bedrijven steeds minder belasting betalen. Ze dragen steeds minder bij aan de publieke voorzieningen. Burgers betalen daarentegen steeds meer belasting. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek was in 2006 de belastingdruk van grote bedrijven nog 24%. In 2017 was die gedaald tot 16,2%. Dat is een derde eraf.

Voorzitter. Ik ga naar de volkshuisvesting. Daar is veel over gesproken, ook tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Nou ja, er is weinig sprake van volkshuisvesting; het is tegenwoordig gewoon "de woningmarkt". Dat is waarom er verkeerd naar gekeken wordt. Die is totaal verziekt. Koophuizen zijn sinds 2013 meer dan verdubbeld in prijs. Een gemiddelde koopwoning kost €413.000. Dat leidt tot hogere hypotheken, hogere woonlasten en via de WOZ weer tot hogere huren. Er zijn mensen die gewoon de helft van hun inkomen betalen, zodat ze een plek hebben om te slapen voor zichzelf en hun kinderen.

Er zit ook nog een ander nadeel aan: de vermogensongelijkheid in Nederland wordt steeds groter. Er is een enorme tweedeling tussen die 58% die een koophuis heeft en de 42% die een woning huurt. En we hebben ook nog 40.000 mensen die dakloos zijn geworden. Zij hebben helemaal geen woning. In tien jaar tijd zijn onder de kabinetten-Rutte 236.000 sociale huurwoningen geprivatiseerd. Die zijn gewoon naar de markt gegaan. Dat komt doordat in 2017 de wet is aangepast. De drie kabinetten-Rutte hebben de woningmarkt, zoals ze die zelf noemen, totaal laten ontsporen. De vraag is wat het volgende kabinet daaraan gaat doen. Het is voor heel weinig mensen nog te betalen, als er al een woning is. En zonder overtuigende actie kan dat ook niet anders.

Wat moet er dan wel gebeuren? Natuurlijk die verhuurderheffing. Na het invoeren in 2014 halveerde de productie van sociale huurwoningen. Daar moeten we dus vanaf. Er moet meer centrale regie komen vanuit een ministerie van Volkshuisvesting met afrekenbare aantallen. Er moet minder landbouwgrond en meer woninggrond komen. De bestaande woningvoorraad moet beter verdeeld worden. Dat kan door de kostendelersnorm af te schaffen of door de AOW voor samenwonenden te verhogen. Het huidige overheidsbeleid levert een bijdrage aan de steeds verdere verdunning van het aantal huishoudens. Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens. We zagen het in het beroemde blauwe boekje van Hoekstra.

Ik wil het ook hebben over de energiemarkt. Ik zie dat mijn tijd al aardig opraakt, maar daar zal ik me later op beraden. De energierekening gaat met zo'n €500 tot €600 omhoog. Het is interessant dat we bij de Algemene Politieke Beschouwingen hebben gezegd dat we er 375 miljoen voor uittrekken. Maar dat is nauwelijks 10%; dat is €46 per huishouden. De vraag is of het niet anders kan. Ik heb al in een interruptie aangegeven dat men in Frankrijk voor een niet-marktconforme oplossing kiest, namelijk om een maximumtarief in te stellen. Dat kan in Nederland ook. Ik overweeg op dit punt dan ook een motie.

Voorzitter. Ik rond af met de pensioenen. Dat is echt een groot punt van zorg. Ze zijn veertien jaar niet of nauwelijks gecorrigeerd voor inflatie. Het is niet uit te leggen dat de pensioenpot tijdens de grootste crisis die we hebben gehad met elkaar — eigenlijk al twee achtereenvolgende, die van 2008-2012 en de coronacrisis — is gegroeid van 700 miljard naar 1.700 miljard. Het is een soort pakhuis van Dagobert Duck vol met geld. En we zeggen tegen elkaar: wat zijn we toch arm. Dat komt door de kunstmatige rekenrente van 1%, terwijl we zien dat het rendement in de afgelopen 30 jaar 7% was. Nu zien we dat die ultralage rekenrente weliswaar in 2026 vervangen wordt door het projectrendement, maar dat is te laat. Ik zou echt willen vragen of dat niet eerder kan. De pensioenen kunnen in 2022 ook geïndexeerd worden zonder dat de nieuwe Pensioenwet is aangenomen. Graag een reactie. Ook op dit punt overweeg ik een motie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik hoop dat u voldoende tijd heeft voor de motie.

De heer Azarkan (DENK):

34 seconden in de tweede termijn.

De voorzitter:

Ik wou zeggen. Dat wordt een uitdaging. Ik geef het woord aan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de ambtenaren en de bewindspersonen voor de stukken. Dat mag ook weleens gezegd worden. Er is namelijk een enorme hoeveelheid leesvoer opgeleverd. Die geeft veel inzicht, maar ook heel veel vragen. Er zijn vier thema's gekozen waarbinnen gewerkt wordt:

  • -een financieel gezond Nederland;

  • -een sterke en duurzame economie;

  • -de Belastingdienst op orde;

  • -de toeslagen.

Voorzitter. Er is in de afgelopen maanden heel veel gezegd over de laatste twee thema's, namelijk over de uitvoerende instanties, de toeslagen en alle zaken die daar niet goed gaan. Ik weet dat er hard gewerkt wordt aan het oplossen van de problemen en het verbeteren van de kwaliteit. Andere collega's zijn daar veel meer in thuis dan ik. Ook omwille van de tijd wil ik mij nu beperken tot een paar onderwerpen bij de eerste twee thema's, namelijk een financieel gezond Nederland en een sterke en duurzame economie.

Voorzitter. We hebben een onvoorstelbare krimp van onze economie gehad. Het is fijn om te zien dat we ook ongekende economische veerkracht hebben. Dit jaar groeit onze economie zelfs met 3,9% bbp. Dit in tegenstelling tot de raming van het Centraal Planbureau in maart van dit jaar, die nog uitging van een groei van 2,2%.

De steunmaatregelen hebben de klap van de recessie natuurlijk voor een groot deel opgevangen. Dat is mooi. Tegelijkertijd zien we een stijging van de overheidsschuld. Door onder andere de steunmaatregelen, het verlengde belastinguitstel, maar ook door extra overheidsleningen aan bedrijven en een daling van overheidsinkomsten is de overheidsschuld behoorlijk toegenomen. Toch blijven wij met 57,7% bbp in de begroting nog ruim onder het gemiddelde van de Europese norm.

Voorzitter. Daar zit nu net mijn worsteling. Enerzijds vind ik dat we niet over de 60% heen moeten gaan. Anderzijds hebben we dan nog wel een ruimte van 2,3%. Corona heeft ons een hoop duidelijk gemaakt, een hoop geleerd en een aantal uitdagingen nog zichtbaarder gemaakt. Het kabinet heeft ervoor gekozen om deze uitdagingen aan te gaan. Het heeft ze verdeeld over zeven thema's waarvoor geld wordt vrijgemaakt. Die uitdagingen liggen uiteraard op het gebied van een betere kwaliteit van het onderwijs, kansengelijkheid op de arbeidsmarkt, een eenvoudiger toeslagenstelsel, ruimte voor wonen, toekomstbestendige zorg, een duurzame veiligheid en het klimaat.

Een aantal zaken zou ik graag nog nadrukkelijker op de agenda willen, zoals de arbeidsmarkt. Er is op dit moment een enorme toenemende krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt. We hebben te maken met een veel grotere vraag naar arbeid dan het aanbod kan bolwerken. Dat kan ervoor zorgen dat de economische groei stagneert of beperkt wordt. We zullen dus creatief met elkaar moeten nadenken over een aantal zaken. Hoe kunnen we nieuwkomers zo goed mogelijk aan het werk krijgen? Hoe krijgen we een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen? En voor de grote groep ouderen die moeilijker dan wie dan ook weer aan het werk komt: hoe krijgen we de ouderen die nu werkzoekend zijn aan het werk?

Voorzitter. Mensen van boven de 50 zijn niet het weerhuisje van de conjunctuur, die je opzijzet als het slecht weer wordt en waar je om schreeuwt als het weer mooi weer wordt en de economie weer op volle toeren draait. Oudere werknemers zijn waardevol. Ze verdienen het om navenant behandeld te worden. Daarom pleit ik voor de uitvoering van de loopbaan-apk van de commissie-Borstlap om tijdig de employability — een heel lastig woord om uit te spreken — bij te sturen en dat te voorkomen.

Oudere werknemers en oudere werkzoekenden verdienen het om niet gediscrimineerd te worden. Laten we daar nu dan ook echt iets aan doen. Is de minister dit met mij eens? Bouwstenen 3 en 4 uit het rapport-Borstlap geven daar ruimte voor. In hoeverre is daarover nagedacht en is er budget beschikbaar om uitvoering te geven aan de adviezen van de commissie-Borstlap?

Voorzitter. Verder vind ik dat er in de stukken nogal beperkt wordt gekeken naar zorg. Het gaat voornamelijk over kostenbeheersing. Dat snap ik. Dat is ook heel belangrijk. Maar we hebben met elkaar te maken met een enorm probleem op de arbeidsmarkt in de zorg. De heer Stoffer gaf het net al aan: er zijn heel veel rapporten over verschenen, maar de roep van het zorgpersoneel om toch vooral iets te doen aan de werkdruk, moeten wij zeer, maar dan ook zeer serieus nemen.

Ik lees dat het kabinet zaken als betere coördinatie van zorg, vernieuwing in de manier van werken, bevorderen van het werkplezier en ook vermindering van de werkdruk door goed werkgeverschap ter hand wil nemen. Dat is mooi. Maar ik denk dat centrale regie hierbij, gezien de omvangrijkheid van dit probleem en de diversiteit in de markt, echt onontbeerlijk is. Daarom stel ik voor — dat zal ik ook morgen doen in het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg — om een integraal masterplan te ontwikkelen om met name de krapte in de zorgsector op te lossen. Er is een actieprogramma Werken in de Zorg, maar wij moeten veel integraler kijken. In het te ontwikkelen masterplan moeten arbeidsvoorwaarden, contracten, wet- en regelgeving, financiën, onderwijs en zorg samenkomen onder landelijke regie. Dit vergt een investering, maar gezien de vergrijzing en zonder voldoende zorgpersoneel lopen wij qua zorgcapaciteit al snel tegen het plafond aan. Eigenlijk hebben we dat al bereikt. Hoe denkt de minister hierover?

Verder zou ik veel meer geld willen investeren in preventie. Gezien de bevindingen tijdens de coronapandemie, maar ook gezien allerlei onderzoeken die al jarenlang het belang van gezond leven aangeven, is inzetten op preventie cruciaal. Ik heb het hier al eerder gezegd: ik vind het huidige Preventieakkoord wat slapjes, met te weinig ambitie. In de Miljoenennota is er ook maar één alinea aan preventie gewijd. Is de minister het met mij eens dat er nog eens goed gekeken moet worden naar de doelstellingen van het Preventieakkoord en dat de hiervoor benodigde financiën moeten worden gezien als een investering in plaats van kosten?

Mijn vraag met betrekking tot wonen is al gesteld door collega Snels, dus die sla ik over.

Verder wil ik graag stilstaan bij een belangrijk zorgpunt voor mijn achterban: de koopkracht van gepensioneerden. Zij zijn al jarenlang de klos. Het goede nieuws is dat er door de transitie van het financieel toetsingskader tot 2026 niet of nauwelijks kortingen van de pensioenen worden voorzien. Maar het slechte nieuws is dat er de komende jaren ook geen indexatie wordt voorzien. Ook volgend jaar gaat de koopkracht van gepensioneerden er niets op vooruit. Sterker nog, door de stijgende kosten voor onder andere energie, boodschappen en duurdere lokale lasten zullen veel gepensioneerden het toch in hun portemonnee gaan voelen. Is de minister het met mij eens, zoals de demissionair staatssecretaris van Sociale Zaken al aangaf, dat ouderen al lang achterblijven qua koopkracht? En zo ja, wat wordt daar dan aan gedaan? Ik heb gisteren zelf ook een suggestie gedaan, namelijk het toch naar voren halen van de regels die gaan gelden in de transitieperiode richting het nieuwe pensioenstelsel. Dus invoering van die regels per 1 januari 2022 in plaats van per 1 januari 2023. Graag een reactie van de minister.

Dan tot slot, voorzitter. Ik vind het heel spijtig, maar er is morgen ook een commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg. Daar zal ik bij zijn. Ik kan dus de tweede termijn van dit debat niet bijwonen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik had toch wat meer tijd aangevraagd?

De voorzitter:

De klok wordt opnieuw ingesteld. Komt goed.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Komt goed? Dank u.

Beste Kamerleden, bewindslieden en inwoners van Nederland. Vandaag spreken wij over de Algemene Financiële Beschouwingen. De miljarden vliegen ons om de oren. Het demissionaire kabinet gaf ons als volksvertegenwoordigers en beslissers over de budgetten een — volgens het kabinet — genereuze extra financiële ruimte van 1 miljard euro om daar nog wat leuks mee te doen. Voor de gemiddelde inwoner een enorm bedrag, maar het gaat om slechts 1 miljard euro tegenover een bedrag van 334 miljard euro aan inkomsten. Kruimels dus. 0,3% van de begroting. Inmiddels is het bedrag wel opgeschroefd naar 2 miljard euro.

De verhuurderheffing een beetje verlagen, maar niet afschaffen. De onderhoudsachterstanden bij Defensie verkleinen, maar niet oplossen. De energierekening voor huishoudens een beetje verlagen, maar geen rekening houden met de grote stijgingen van dit moment. De energierekening wordt onbetaalbaar voor de middeninkomens. Betaalde een gemiddeld vierpersoonshuishouden een jaar geleden op jaarbasis nog €507 voor gas en licht, exclusief belasting en heffingen, inmiddels is dat opgelopen tot €1.229. Dit meldde onlinevergelijker gaslicht.com deze week.

Beste inwoners van Nederland; lang leve de sterke economie, en o, we kijken alleen naar de schatkist, niet naar uw portemonnee. Alle mooie woorden over een sterke economie ten spijt, de ministers houden de hand op de knip, juist op de punten die de mensen in de straat raken. De gewone, hardwerkende burgers. De pensionado's met een AOW'tje en een klein pensioen, dat overigens al jaren niet is geïndexeerd. Decennialang het snot voor de ogen gewerkt en ons land opgebouwd, en dan stank voor dank krijgen. Super economische groeicijfers, maar in werkelijkheid duurdere boodschappen, een hogere energierekening, torenhoge prijzen voor benzine, kromliggen om je huur te kunnen betalen, en gemeenten en provincies die de woonlasten wel moeten verhogen om de eigen begrotingen rond te krijgen. De burger als melkkoe.

Dan de plannen met onze boeren. Terwijl de WHO en de voedselorganisatie van de VN, de FAO, al lange tijd aan de bel trekken omdat de wereldwijde voedselzekerheid in gevaar is — bijna 1 miljard mensen lijden nu al honger — willen partijen hier vruchtbare landbouwgrond inruilen voor plasdrassen en andere natuur. Dat boerennatuur ook natuur is, wordt nooit ergens vermeld. Maar boerennatuur is ook natuur. En de gronden leveren ons goed, veilig, duurzaam, betaalbaar en altijd beschikbaar voedsel. De agrarische sector levert de bv Nederland ook nog eens een economische bijdrage van ruim 100 miljard euro. Op boerengrond, waar ooit goed, voedzaam en eiwitrijk gras groeide, kan in door Natuurmonumenten beheerde natuurweiden niet meer gratis door boeren gemaaid worden, omdat die vol staan met ridderzuring. Dat is dus niet geschikt voor koeien. Eiwitrijk en voor koeien gezond gras moet naar de stort worden gebracht, omdat het veld vol staat met onkruid. Dat gras is voor mensen oneetbaar en onverteerbaar, maar door koeien wordt het dankzij hun unieke viermagenstelsel ingenieus omgezet in hoogwaardige voedingsstoffen, in de vorm van melk, waarvan yoghurt, kwark, boter en kaas kunnen worden gemaakt. Dat onkruid is goed voor de vogels, maar ongeschikt voor de voedselproductie. Het is ook veel duurder om te maaien, omdat Natuurmonumenten het dan zelf moet doen. Als je dit aan de hongerende mensen in de wereld vertelt, geloven ze je niet en verklaren ze je voor gek.

Voorzitter. 0,3% van de bevolking maakt het eten voor die andere 99,7%. Die 0,3% zijn onze boeren, telers en tuinders, en onze vissers, niet te vergeten. Dat percentage wordt elk jaar lager. Met de toekomstige plannen wordt dat rap nog lager. Terwijl de noodklok wordt geluid in verband met de noodzaak van voedselzekerheid, moeten onze voedselmakers wijken. Daarvoor is 1 miljard euro uitgetrokken. Dat is hetzelfde bedrag dat Nederlandse gemeenten tekortkomen in hun begrotingen en waarmee zij wegen zouden kunnen onderhouden, de bibliotheek zouden kunnen openhouden of de stad zouden kunnen vergroenen. Dat is 1 miljard euro, waarmee onze voedselmakers, die op de meest efficiënte en dus meest duurzame wijze produceren en die hun kennis kunnen exporteren om andere landen te leren hoe zij dit ook kunnen doen, moeten worden uitgekocht of onteigend of waarmee in het uiterste geval hun vergunning moet worden afgepakt.

Maar wat als de boeren — zoals gezegd, is die sector goed voor een bijdrage van 100 miljard euro aan de bv Nederland — weggebonjourd zijn? Wie zorgt er dan voor ons landschap? Ons landschap, met bollenvelden, koeien in de wei en slootjes, trekt jaarlijks miljoenen toeristen, die tientallen miljoenen euro's uitgeven in onze mkb-bedrijven, zoals in de horeca en de detailhandel. Dat landschap ziet er zo uit door en dankzij onze boeren en tuinders, en wordt door hen beheerd. In veel gevallen gebeurt dat samen met plaatselijke natuurverenigingen, die ook vrezen voor het rappe tempo waarmee boeren verdwijnen. Wie gaat dat landschap straks beheren? De overheid? En wie gaat dat dan betalen? De burger? En wat gaat de burger dit dan kosten, vragen wij de minister. Is dat berekend? Wordt de burger dit er ook allemaal bij verteld als er gesproken wordt over uitkopen, onteigenen en het afpakken van vergunningen van boeren?

Wie zorgt er voor het bloeiende plattelandstoerisme en de lokale voedselverkoop als de boerencampings, de ijsboerderijen, de melktaps en de landwinkels zijn verdwenen? Wie zorgt er voor sociale binding op het platteland, de schuren die door boeren gratis ter beschikking worden gesteld aan carnavalsverenigingen om hun wagens te bouwen en de weilanden die beschikbaar worden gesteld voor festivals of als parkeerterrein bij een festival? Wie schuift in de winter vrijwillig met trekkers de sneeuw weg op de plattelandswegen waar strooidiensten nooit komen? Hebben we daarover nagedacht? Wat doen wet met de 600.000 mensen die direct en indirect werken in de agrarische sector, de loonwerkers, de transportbedrijven, de stallenbouwers, de agrarische scholen, de machinefabrikanten, Wageningen Universiteit en noem maar op? Weten we dat al?

We willen meer dan 1 miljard uitgeven om stikstof te reduceren door boeren uit te kopen, te onteigenen en in het uiterste geval hun vergunning af te pakken, maar wat gaat de maatschappij dit straks kosten, zowel sociaal als financieel? Ik denk een veelvoud daarvan. Is daar überhaupt over nagedacht of laten we ons altijd maar gijzelen door dreigende rechtszaken van door de overheid zelf gesubsidieerde ngo's? En laten we daarmee familiebedrijven en mkb-bedrijven, die ook welvaren bij een gezonde agrarische sector, verdwijnen?

Voorzitter, ik wil nog enkele punten noemen. De burger moet weer centraal staan, ook in de thema's van Financiën. Wij willen financieel gezonde burgers en dat de afspraken met de gemeenten uit 2018 worden nagekomen voor het Provincie- en het Gemeentefonds. Wij willen dus dat extra financiële ruimte bij het Rijk ook leidt tot meer geld voor genoemde fondsen en dat de burger niet als melkkoe hoeft te worden gebruikt in een opnieuw hogere ozb. Kan de minister aangeven waarom hij deze afspraak naast zich neer lijkt te leggen?

We willen een sterke duurzame economie, ook wat vakmensen betreft. We willen verder blijvend investeren in voldoende personeel voor zorg, onderwijs, politie en Defensie. We willen de Belastingdienst op orde. We horen graag van de minister wat toezicht en fraudebestrijding per jaar kosten. Walt levert het netto op in euro's en hoeveel extra succesvol geïnde aanslagen en/of boetes levert het op? Wegen de kosten op tegen de baten?

Het toeslagenschandaal. De staatssecretaris stelde dat het nog wel jaren kan duren voordat de slachtoffers van deze zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis worden gecompenseerd en erkend. En niet alleen gecompenseerd, maar ook een behoorlijke schadevergoeding voor hetgeen hun is aangedaan! Het is hun niet overkomen, zoals de staatssecretaris gelukkig ook niet meer zegt. Waarom niet iedereen uitbetalen en dat kleine percentage fraudeurs accepteren als niet te vermijden schade? Tienduizenden kapotgemaakte gezinnen moeten nu wachten, omdat een halve man en een paardenkop wellicht misbruik gaat maken van de situatie. We speuren naar die ene fraudeur en laten tien anderen in de kou staan.

Voorzitter, tot slot. De boer en de burger zijn geen dossiers, maar mensen. Behandel ze ook zo. Op het platteland is er een woord voor, een levenswijze, en dat heet "noaberschap".

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan de heer Ephraim van de Groep Van Haga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal trachten kort en bondig te zijn, want het meeste wat gezegd moest worden, is waarschijnlijk wel gezegd. Ik heb al zó veel wijze woorden van collega's gehoord dat ik zal trachten me te beperken. Bovendien is het bijna etenstijd.

Een nieuwe herfst, een nieuw kabinet. Wie weet? En wellicht een nieuw kabinet en een nieuwe bestuurscultuur. De koe die de haas vangt, u kent dat wel. Enfin, de Miljoenennota. Het slijk der aarde op papier gezet. Bij de APB werd de cornu copiae omgekeerd en door een aangekondigde verhoging van de vennootschapsbelasting werd de rekening voor een deel bij het bedrijfsleven neergelegd.

Enige saillante punten. Het kabinet geeft bijna 7 miljard uit aan klimaatplannen, onder meer onder druk van het zogenaamde Urgendavonnis. Spijtig dat kennelijk zo'n vergaande interpretatie van een rechter van onder meer het EVRM zulke ingrijpende gevolgen heeft, maar goed: ik ben geen jurist en het zal wel kloppen. Maar toch is het jammer, want met 7 miljard zouden we toch erg veel nuttige ... Sorry, herstel: ándere nuttige dingen kunnen doen, zoals bijvoorbeeld het opschalen van de zorg, de invorderingsrente voor het mkb, dat door de coronacrisis belastingschulden heeft opgebouwd, handhaven op 0,1% en het Defensiebudget eindelijk verhogen tot de in de NAVO overeengekomen 2%-norm. Ook zouden we wat aan de armoede kunnen doen.

Ik heb wijze woorden gehoord van de heren Nijboer en Snels. Dat verbaasde mij zelfs. Dat klinkt onaardig, maar zo bedoel ik het niet; ik bedoel het positief. Zij zeiden dat een goede onderbouwing ten grondslag moet liggen aan zulke grote bedragen, want anders gaat de wet van Niskanen op en komt het budget wel op. Het was voor mij een eyeopener dat we toch ook bruggen kunnen slaan.

Dan nog een paar puntjes. Het demissionaire kabinet wil 60 miljoen euro investeren in munitie. Dat klinkt toch wat gek in de oren van deze bedrijfseconoom. Het is alsof een kok investeert in eieren. Je investeert voor de lange termijn, bijvoorbeeld in bedrijfsgoederen die je door de jaren heen afschrijft. Dat lijkt mij bij munitie, helaas een noodzakelijk gebruiksgoed, toch een beetje een losse flodder, een misser.

Voorzitter. Het onderwijs werd in de coronacrisis bedacht met een bedrag van 8,5 miljard euro. Er kan wat mij betreft nooit geld genoeg naar het onderwijs gaan. Onderwijs is een van de mogelijke antwoorden op onder meer de zorgwekkend stijgende criminaliteit onder kansarme jongeren. Echter, de vraag is hoe het bedrag — volgens mij gaat het om 4 miljard in 2022 — besteed moet worden. Belang van Nederland zou graag zien dat het geld wordt besteed aan een fatsoenlijke beloning voor onderwijzers en leraren, kleinere klassen en het verbeteren van opleidingen voor hen die voor de klas durven te staan. Niet iedereen kan immers minister worden. Maar vraag aan de vakmensen, de vertegenwoordigers van het veld, wat nuttig is. Mijn angst is dat handige consultants en allerlei bureautjes die beleidsplannen maken, wel weg weten met dit gevonden geld. Ook op dit punt deel ik wederom de zorg van de heer Nijboer. Als ik niet oppas, ga ik hier straks nog De Internationale zingen.

Voorzitter. Er zijn volgens de Miljoenennota twee ontwrichtende factoren voor de begroting: de rente op de staatsschuld en de stijgende kosten voor de zorg. Het is zeer de vraag hoe de rente, die geforceerd laag wordt gehouden door de ECB middels de opkoopprogramma's APP en PEPP, zich naar een stijging van de inflatie gaat ontwikkelen. Stijgende energieprijzen en mogelijk hogere loonkosten zullen hun spoor inzake inflatie nalaten. Indien inflatie en hoge rente zich manifesteren, zullen de schulden in de eurozone met name voor Italië onhoudbaar worden. Een schrikbeeld is dan ook dat Italië gedwongen zou zijn de euro te verlaten, omdat daardoor ook de TARGET2-saldi wel degelijk een rol gaan spelen volgens het rapport Kleur bekennen voor een stabiele en veerkrachtige Europese economie van juli dit jaar. Het is eigenlijk merkwaardig dat dat rapport weinig aandacht heeft gekregen.

Voorzitter. De kosten voor de zorg kan men eenvoudigweg niet los zien van het aantal mensen in Nederland. Daarmee zijn we bij een klassiek malthusiaans probleem aangekomen. Ik hoor graag van de minister hoeveel mensen Nederland als klein land kan herbergen zonder dat de woningmarkt, de zorg, de stikstofuitstoot, de infrastructuur, het onderwijs en de sociale zekerheid onder verdere onaanvaardbare druk komen te staan. Dat is echt een speerpunt. Volgens BVNL moeten we die discussie echt een keer voeren, hoe moeilijk en vervelend ook. Dat is in het belang van Nederland. Dat is echt essentieel.

Voorzitter. We hebben een Wopke-Wiebes-fonds — ik moest even googelen wie die laatste ook alweer was — van 20 miljard euro in het leven geroepen, tot nu toe zonder veel wapenfeiten, maar wie weet kan het fonds het innovatieve mkb wel stimuleren. Wie weet wordt het geld straks gebruikt om boeren te onteigenen; je weet het nooit.

We schijnen ook nog recht te hebben op 5,6 miljard van de RRF, al kunnen deze miljarden weleens duur blijken te zijn. Nu we toch bij Europa zijn beland, het SGP en de euro: ik wil daar niet te lang bij stilstaan, want daar is al heel veel over gezegd. In het commissiedebat over Ecofin van de vaste commissie voor Financiën hebben we daar ook al heel veel over gesproken. Misschien dien ik in de tweede termijn nog moties in.

Toch kan ik me niet onttrekken aan de gedachte van een kleine, beginnende ondernemer die graag met een bescheiden bankkrediet, zonder Know Your Customer en Client Due Diligence en andere zorgen omtrent regeldruk, een bescheiden nering zou willen beginnen en ervan droomt om een unicorn in het leven te roepen. Is de minister het met mij eens dat dit een goede invulling van het fonds zou zijn? Ik doel op het terugbrengen van regeldruk — dat is makkelijker gezegd dan gedaan; dat weet ik ook wel — en het verlagen van de belastingdruk voor het mkb.

Voorzitter. Ik wil afsluiten met een pastiche inzake een startende mkb'er. Collega's die het oorspronkelijke werk herkennen: loop onmiddellijk naar de interruptiemicrofoon met de titel en de nom de plume van de auteur, voor een goede fles wijn. Er staat een bonusfles op de werkelijke naam van de schrijver en het jaar van het werk.

"Maar rood staan deed hij niet, want tussen droom en daad

staan wetten in de weg en heel veel ambtenaren,

en ook bureaucratie, die niemand kan verklaren,

maar die dagelijks komt wanneer men werken gaat."

Voorzitter, ik hou het hierbij.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zag herkenning bij de heer Vijlbrief. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Geen gedichten van mij; die zijn niet mijn sterke kant.

Voorzitter. We leven in turbulente tijden. Die turbulente tijden zien we na corona terug in het begrotingsproces. Zoals een aantal collega's, te beginnen met GroenLinks, al vroeg: wat zijn eigenlijk de begrotingsregels die we op dit moment hanteren? Ik zou dat graag vragen aan de minister van Financiën.

Ook de VVD heeft mij enigszins verbaasd, want zoals de ChristenUnie al opmerkte: als je 25 jaar lang eenmalige bedragen doet, zijn ze niet meer eenmalig, dan heet het "financieren". Het is mijn inschatting dat het beter is om het begrotingstekort in de openheid iets te laten oplopen dan om allerlei fondsen te verzinnen aan de zijkant en allerlei andere manieren te verzinnen waardoor je totaal geen overzicht meer hebt op je eigen schulden. Als je dat als huishouden zou doen, ging je snel naar een faillissement.

Mijn fractie voelt ook wel wat — "fractie" zeg ik … Ik ben in mijn eentje. Ik moet nog steeds wennen; ik mag nu alles helemaal zelf bepalen — voor het idee van de Raad van State. Kunnen we serieus volgend jaar al voor de zomer een Belastingplan ontvangen? Dan kunnen we goed praten over belastingdingen. Dat is ook beter voor de Belastingdienst zelf, want het betekent meer tijd om de uitvoering voor te bereiden, voordat iets vastligt.

Voorzitter. In navolging van de collega's van Forum zie ook ik grote problemen op dit moment bij de Europese Centrale Bank. Het risico is enorm met de enorm gestegen balans. De eerste vraag die ik aan de regering wil stellen, is of er op enig moment in de afgelopen twee jaar een waarschuwing is gekomen van iemand of van een instelling dat Italië zou omvallen zonder noodfonds of zonder ECB-beleid, want ik maak mij daar grote zorgen over. Is er dus een plan B voor wanneer een land uit de euro gaat? En dan een groot land, niet Luxemburg of Malta.

De inflatie in de eurozone giert nu naar 4%. Het doel is prijsstabiliteit en we hebben nog steeds negatieve rente. Als ik dit zou voorstellen bij een eerstejaarsstudent economie, zou die zeggen dat je gefaald hebt als centraal bankier. Ziet de minister van Financiën nog een uitweg voor de ECB, nu de staatsschulden in een aantal andere landen boven de 140%, 150% zijn beland?

Voorzitter. Dan de energiearmoede. Ik zou graag een nadere inschatting hebben van wat twee of drie voorbeeldhuishoudens kwijt waren in 2020, 2021 en 2022 aan hun energierekening: gas en elektriciteit. Daar moet dan ook een huishouden bij zitten dat in een niet-geïsoleerde huurwoning woont en een niet al te hoog inkomen heeft. Want dan pas zien we wat de koopkrachtplaatjes écht doen. En niet stiekem iemand pakken die een driejarig vast contract heeft, zeg ik er maar vast bij.

Voorzitter. Wij hebben meer dan 10 miljard geïnvesteerd in een Nederlandse gasrotonde, inclusief opslag. Daar was de Algemene Rekenkamer in 2012 buitengewoon kritisch over. Maar hoe vol zijn die gasopslagen? Want een van de doelen van deze gasrotonde was leveringszekerheid. Maar nu Poetin aan de gaskraan zit, wil ik wel weten of het zaakje een beetje vol zit of niet. Graag een helder antwoord op de vraag hoe vol ze aan het begin van de winter zitten.

Voorzitter. Dan een paar voorstellen. Voorstel één. We hebben ontzettend veel onderwijsgelden, de PvdA wees er al op, maar als we straks geen goede leerkrachten hebben, zijn we nergens. Is het niet zinnig om een gedeelte van die miljarden over te hevelen naar lerarenbeurzen? Voor een aantal categorieën waren die namelijk na 32 minuten al overtekend. We hebben straks goede leerkrachten nodig en als we die niet hebben, kunt u alle investeringen vergeten. Is het daarnaast niet beter om het collegegeld voor de pabo af te schaffen? En vroeger werd je studieschuld kwijtgescholden, met stukjes van 10%, als je als leerkracht werkzaam was. Is het niet mogelijk om daarvoor een gedeelte van het geld in te zetten? Want straks hebben we heel veel geld voor het onderwijs, maar geen leerkrachten.

Twee. De voorlichters. Ik heb hier een motie van het lid Remkes uit 2009: De Kamer, gehoord de beraadslaging, gelet op het advies van de commissie-Brinkman, verzoekt de regering om de Kamer nader te rapporteren inzake de uitvoering van de aanbeveling tot formatiereductie met betrekking tot departementale persvoorlichters en woordvoerders en gaat over tot de orde van de dag. Toen hadden we nog de helft minder woordvoerders. Dit was in 2009. Naar Remkes werd toen niet geluisterd. Misschien wordt er nu wel naar hem geluisterd.

Ik heb eens gekeken wat al die departementen hebben. Het departement van JenV heeft een directie Communicatie met 10 medewerkers op het bedrijfsbureau, 21 voor de woordvoering, speeches en omgevingskennis en 29 voor de communicatie en redactie. Dat zijn 59 medewerkers. Bij OCW zijn er bijvoorbeeld 4 adviseurs publieke optredens voor 2 bewindspersonen, dus ze hebben 2 adviseurs per persoon en in totaal 66 medewerkers. Bij VWS hebben ze voor media en optredens 30 medewerkers, nog 6 medewerkers staf, 22 voor de monitoring en 56 voor strategie en onderzoek, in totaal 117.

Voorzitter. Ik kan even verdergaan, maar ik heb minder spreektijd dan er voorlichters zijn in Den Haag en ook minder dan het aantal ambtenaren dat u als Tweede Kamervoorzitter beheert. Dat zijn er 575 en het aantal voorlichters is gestegen tot boven de 800. Wil de regering zelf met een voorstel komen om het aantal voorlichters terug te brengen? Het is gestegen van 600 naar 800 in het laatste kabinet. Ik heb een amendement om daar twee kennisinstellingen van te maken: één voor belastingen en sociale zekerheid — er moet ernstig hervormd worden — en twee voor de woningmarkt. Echt waar, dit is bizar wat we hebben.

Voorzitter, tot slot over de Belastingdienst en het PwC-rapport. Wanneer worden de vragen over 4 en 5 juni beantwoord? Hebben de dg en de sg toen kennisgenomen van de memo-Palmen of het bestaan van de memo-Palmen? Daar heb ik in december vorig jaar naar gevraagd en zelfs nu is het nog niet duidelijk. Mag ik een uitputtende lijst wie zich allemaal bemoeid heeft met de reactie op het PwC-rapport naar aanleiding van het concept-PwC-rapport? Graag voor morgen en dan kunnen we daar volgende week over verdergaan.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn aan de kant van de Kamer.

De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Morgenmiddag gaan we verder met het debat. Ik wil in ieder geval alvast de bewindspersonen in vak-K bedanken, de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis. Ik schors de vergadering tot 19.00 uur. Dan volgt een ander debat, namelijk een debat dat gaat over de wijziging van de Kieswet. Daar starten we circa 19.00 uur mee.

De vergadering wordt van 17.48 uur tot 19.02 uur geschorst.

Voorzitter: Van Nispen

Naar boven