5 Formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober 2021 (vreemdelingen- en asielonderwerpen)

Aan de orde is het tweeminutendebat Formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober 2021 (vreemdelingen- en asielonderwerpen).

De voorzitter:

We gaan verder met het tweeminutendebat Formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober (vreemdelingen- en asielonderwerpen). Ik heet de staatssecretaris, de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Polen de grens met Wit-Rusland heeft gesloten waardoor vluchtelingen vastzitten en er reeds zes doden zijn gevallen;

constaterende dat Polen de noodtoestand in het grensgebied heeft uitgeroepen, waardoor iedere hulp aan vluchtelingen wordt onthouden;

verzoekt de regering om tijdens de JBZ-raad van 7 en 8 oktober EU-lidstaat Polen op te roepen om hulp toe te laten tot het grensgebied,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Podt.

Zij krijgt nr. 711 (32317).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Over de opstelling van de staatssecretaris. In september heeft de Kamer het beleid van de regering afgekeurd inzake de trage evacuaties. Twee ministers traden af. Deze staatssecretaris trad niet af, want "het was een gele kaart". Afgelopen weekend schoffeert de staatssecretaris de Kamer opnieuw door te zeggen dat de mensen die in mails worden genoemd niet opgevangen kunnen worden inclusief gezinshereniging. De staatssecretaris neemt dat niet terug. Dat deed ze zojuist ook niet in het debat, toen haar daar duidelijk om werd gevraagd.

Voorzitter. Twee keer geel is rood. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

zegt het vertrouwen op in de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 712 (32317).

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ellemeet van GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. De staatssecretaris zei zojuist in het debat: "Ik betreur het. Ik had dit niet moeten zeggen. Mijn woorden ondermijnden de urgentie van het gigantische probleem in Afghanistan." Dat was de reactie van de staatssecretaris op mijn vraag waarom zij haar woorden betreurt. Ze zei ook: "De motie-Belhaj wordt naar letter en geest uitgevoerd".

Voorzitter. Deze staatssecretaris vraagt het uiterste van mijn fractie. Er moet geleverd worden voor mensen wier leven op het spel staat. De staatssecretaris krijgt een allerlaatste kans om dat de komende week te bewijzen. Ons geduld is op.

Voorzitter, ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nog een groot deel van de medewerkers die de Nederlandse overheid hebben bijgestaan, medewerkers van Nederlandse ontwikkelingsprojecten, mensenrechtenverdedigers en in het bijzonder vrouwenrechtenverdedigers, fixers van journalisten en journalisten, nog in Afghanistan vastzitten en in toenemende mate worden bedreigd door de taliban;

overwegende dat de Nederlandse regering alles in werking dient te stellen om deze mensen alsnog in veiligheid te brengen;

verzoekt de regering alle redelijkerwijs mogelijke inspanningen te verrichten om op de kortst mogelijke termijn noodvisa of andere reisdocumenten te verstrekken aan Afghanen die vallen onder de reikwijdte van de motie-Belhaj c.s. (27925, nr. 788) waarmee zij naar Nederland kunnen reizen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet en Piri.

Zij krijgt nr. 713 (32317).

De voorzitter:

Dank u wel mevrouw Ellemeet. Dan geef ik het woord aan mevrouw Koekoek van Volt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Taal is belangrijk, zeker als het gaat over asielmigratie en zeker als taal zich uiteindelijk vertaalt in beleid. Vandaar de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951 en het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens, vluchtelingen recht hebben op bescherming;

verzoekt de regering zich publiekelijk te distantiëren van Raadsconclusies en/of verklaringen die taalgebruik bevatten dat vluchtelingen aanduidt als illegale migranten en dus niet in lijn is met internationale verdragen;

verzoekt de regering in de JBZ-Raad aan te geven dat Nederland deze taal in conclusies niet steunt en het voorzitterschap op te roepen om dergelijke taal niet te gebruiken in verdere Raadsconclusies en/of persverklaringen die namens de Raad gedaan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koekkoek.

Zij krijgt nr. 714 (32317).

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Motie twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europees Migratiepact tot doel heeft: het creëren van een betrouwbaar en humaan systeem voor het beheersen van migratie in al haar vormen;

overwegende dat het van belang is om een pakketbenadering na te streven, om een balans tussen verantwoordelijkheid en solidariteit te kunnen garanderen;

overwegende dat momenteel alleen vooruitgang wordt geboekt op losse elementen van het migratiepact, waaronder pre-screening en detentie, partnerschappen met derde landen en beheren van de buitengrenzen;

verzoekt de regering in te zetten op een pakketbenadering van het EU migratiepact in alle niveaus van de Raad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koekkoek.

Zij krijgt nr. 715 (32317).

De voorzitter:

Dank mevrouw Koekoek. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kuik van het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter, dank. We hebben het gehad over het interview dat de staatssecretaris heeft gegeven. Daarop heeft zij ook haar reflectie gegeven: "Ik had dat zo niet moeten zeggen en mijn woorden ondermijnen de situatie waar we in Afghanistan mee te maken hebben." Dank voor die reflectie. Ook dank voor de toezegging op het punt dat de VS heeft geholpen Afghanen uit Afghanistan te halen. Die worden tijdelijk in de EU opgevangen, en ze hebben aangegeven alleen mensen die geen veiligheidsdreiging meebrengen naar de VS te halen. Daar zit voor onze fractie een grote zorg, en dank dat de staatssecretaris dit bij de JBZ-Raad zal inbrengen.

Voorzitter. Ik teken mee met een motie die wordt ingediend door de heer Valstar van de VVD die gaat over het nemen van maatregelen tegen landen die terugkeer tegenhouden. Ik teken ook mee met de motie van de heer Ceder die gaat over het verbeteren van het voogdijsysteem voor minderjarige asielzoekers in Griekenland.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Valstar van de VVD.

De heer Valstar (VVD):

Dank, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voor samenwerking met derde landen op migratie het principe "more for more, less for less" hanteert, onder andere om terugkeer te bevorderen;

constaterende dat Frankrijk visummaatregelen heeft genomen tegen Marokko, Algerije en Tunesië omdat deze landen niet of onvoldoende meewerken aan het terugnemen van eigen onderdanen;

overwegende dat in ieder geval Marokko en Algerije ook (zeer) slecht meewerken aan terugkeer van eigen uitgeprocedeerde onderdanen uit Nederland;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Fransen om te bezien of en hoe kan worden aangesloten bij het Franse initiatief om visummaatregelen te nemen tegen deze landen om terugkeersamenwerking te bevorderen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling J&V te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Valstar, Kuik, Ceder en Bisschop.

Zij krijgt nr. 716 (32317).

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower van de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik lees snel de motie voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in een interview met het Algemeen Dagblad op 2 oktober jongstleden het volgende heeft gezegd: "Als die 23.000 mails allemaal van één persoon zijn, en die willen allemaal vaak hun gezin meenemen — maal vijf, reken ik altijd maar — zijn dat 100.000 mensen. Mijn eerlijke antwoord is nee. Dat kunnen we niet aan".;

constaterende dat dit wijze woorden zijn;

verzoekt de regering deze uitspraken opnieuw tot de hare te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Markuszower.

Zij krijgt nr. 717 (32317).

De heer Markuszower (PVV):

Dan nog een reactie op de motie van de heer Jasper van Dijk van de SP. Die kunnen wij steunen, maar wel om een heel andere reden. De heer Jasper van Dijk wil meer immigranten. Na twee jaar de grenzen te hebben opengelaten en alleen maar heel veel meer migranten, zoals Syriërs en Afghanen, te hebben binnengelaten heeft de staatssecretaris eindelijk gezegd dat dit moet stoppen en zo niet langer kan. Toch heeft ze vandaag, en ook in een interviewtje of een verklaring erna, weer haar excuses aangeboden. Eerst zegt de staatssecretaris: niet meer, het is genoeg zo. En na 24 uur draait ze als een blad aan de boom en zegt ze "wir schaffen das". Nou, wir schaffen das niet. De grenzen moeten echt dicht voor al die asielzoekers en voor migranten uit islamitische landen. Daarom steunen we dus om een geheel andere reden de motie van wantrouwen tegen de staatssecretaris. Genoeg is genoeg. We hebben een stevige staatssecretaris nodig die de grenzen voor asielzoekers sluit.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Markuszower. Dan geef ik het woord aan mevrouw Podt van D66.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Wij zijn blij met de toezegging van de staatssecretaris dat zij met haar collega's over de Libische detentiecentra gaat praten. Het is een onderwerp dat wij in de toekomst nauw zullen volgen.

We hebben een goede motie gesteund van de SP over het toelaten van hulp aan de grens met Polen en ook een motie van de ChristenUnie over voogdij voor Griekse kinderen. Ten slotte wilde ik graag nog opmerken dat de staatssecretaris een duidelijke uitspraak heeft gedaan over de uitvoering van de motie-Belhaj, namelijk dat deze naar de letter en de geest van de motie zal worden uitgevoerd. Daar ging het ons om. Het ging ons om de hulp aan die mensen daar. Daar wil ik het graag bij laten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri van de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Drie keer in een korte tijd heeft de staatssecretaris iets gezegd en weer ingetrokken. Juist de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, wanneer je beslissingen neemt die zo'n impact hebben op een mensenleven, moet echt zorgvuldiger haar woorden kiezen. Ik heb ook gehoord dat de staatssecretaris haar uitspraken in het interview in het AD van afgelopen zaterdag betreurt. Ze heeft ook gezegd de motie-Belhaj naar letter en geest te willen uitvoeren. Ik hoop dan ook dat dat betekent dat er op dit moment alles aan wordt gedaan om Afghanen die vallen onder de motie-Belhaj, bescherming te bieden in Nederland. Daar zullen wij de staatssecretaris aan houden en daar zullen wij het hele kabinet aan houden. Mijn hoop is ook dat er achter de schermen, terwijl het best wel stil was de afgelopen vier weken, alles aan wordt gedaan om onze oud-medewerkers in veiligheid te brengen. Wat dat betreft was het bericht vanochtend in NRC dat er nu ook een evaluatieroute is gevonden over land, hoopgevend. Ik hoop dat dit echt ook voor de anderen zal gaan werken. Dat betekent wat ons betreft dus ook dat het afgeven van noodvisa, noodpaspoorten en humanitaire visa mogelijk moet worden gemaakt. Vandaar dat mijn fractie de motie van GroenLinks heeft meegetekend.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag aan u van de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Mevrouw Piri stelde net een volkomen terechte vraag aan de staatssecretaris over haar eigen citaat: "als die 23.000 mails allemaal van één persoon zijn en ze nemen allemaal hun gezin mee, dan kunnen we dat niet aan". Toen vroeg u aan de staatssecretaris of zij dat terugnam, vanwege de motie-Belhaj. Daar gaf ze eigenlijk helemaal geen duidelijk antwoord op. Klopt dat?

Mevrouw Piri (PvdA):

Dat klopt. We hadden een nogal raar debat, waarin we in eerste termijn als Kamer vooral met elkaar bezig waren. Daardoor bleef er heel weinig tijd over voor een goede discussie met de staatssecretaris. Dat resulteerde erin dat we op het eind één vraag konden stellen en geen vervolginterrupties hadden. Het klopt dat die vraag niet is beantwoord, maar ik heb de staatssecretaris aan het begin van haar beantwoording wel horen zeggen dat ze de motie-Belhaj naar letter en geest zal uitvoeren. Daar zal ik haar aan houden. Zoals de heer Van Dijk ook weet, hebben we volgende week een debat. Tegen die tijd komt er ook een Kamerbrief waarin staat hoe de motie zal worden uitgevoerd door het kabinet. Dan volgt onze beoordeling.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri. Ik geef het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb de uitspraken van de staatssecretaris eerder aangeduid als zeer ongepast en zeer pijnlijk. Dat vind ik nog steeds. De staatssecretaris heeft afgelopen zondag en ook vandaag haar excuses daarvoor aangeboden en aangeven dat ze het niet zo had bedoeld. Wat heel belangrijk is voor onze fractie, is dat de motie die eerder is ingediend om hulp te bieden aan de Afghanen die bij de Nederlandse missie geholpen hebben naar geest en letter wordt uitgevoerd. Daar staan wij achter. Wij willen ervoor zorgen dat dat kan plaatsvinden.

Voorzitter. Behalve over Afghanistan gaat de staatssecretaris de komende dagen met Europese collega's praten over andere onderwerpen die ook belangrijk zijn: de pushbacks, Moria en het voogdijsysteem dat nog op zich laat wachten. Samen met de collega's Kuik en Podt dien ik de volgende motie in om het voogdijsysteem voor kinderen die alleen staan en minderjarig zijn nu echt op te zetten, zoals vorig jaar aan de Kamer is beloofd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland eerder afspraken heeft gemaakt om samen met Nidos naast tehuizen voor minderjarige alleenstaande asielzoekers in Griekenland ook een voogdijsysteem voor amv'ers op te zetten;

overwegende dat ondanks gemaakte afspraken tussen Nederland en Griekenland het afgesproken voogdijsysteem in Griekenland nog niet functioneert;

verzoekt de regering om tijdens de aankomende JBZ-vergadering met de Griekse collega te overleggen hoe het voogdijsysteem alsnog snel en optimaal kan functioneren zoals bedoeld, en de Kamer middels een plan van aanpak te informeren over de voortgang en uitkomsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, Kuik en Podt.

Zij krijgt nr. 718 (32317).

Dank u wel. De heer Omtzigt heeft aangegeven dat hij ook graag wil spreken. Hij heeft niet meegedaan aan het debat, dus ik kijk even of de Kamer er bezwaar tegen heeft dat de heer Omtzigt een bijdrage aan dit tweeminutendebat levert. Dat is niet het geval. "Voor deze keer," hoor ik rechts van mij. Gaat uw gang.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Helaas was ik de AFB aan het volgen. Ik vond de uitspraken van de staatssecretaris in de krant buitengewoon ongepast. Het is goed dat ze die heeft teruggenomen. Ik neem aan dat deze staatssecretaris begrijpt dat dit een bijzondere verplichting voor haar betekent, ook na het aftreden van haar twee collega's en het debat van twee weken geleden.

Afghaanse tolken hebben gediend in de EU-politiemissie en in de Nederlandse missie in Afghanistan. Ik vraag de staatssecretaris tijdens de JBZ-Raad de lijst met tolken van de EU-politiemissie op te vragen om te weten te komen wie dit zijn. Deze lijst bestaat in Brussel, maar is nog niet naar Nederland gekomen. Aangezien dit een EU-missie is, kunnen tolken voor meerdere landen gewerkt hebben. Ik verzoek de staatssecretaris om ons na de JBZ-Raad te melden wie zich ontfermt over welke tolken, zodat wij er niet over een paar maanden mee geconfronteerd worden dat deze tolken in niemandsland en dus door de Afghaanse taliban zijn omgebracht.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij ongeveer tien minuten nodig heeft om zich voor te bereiden en om appreciaties op de ingediende moties te kunnen geven. Ik schors de vergadering tot ongeveer 15.15 uur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat over de Formele JBZ-Raad, de termijn van de kant van het kabinet. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voor het geven van haar appreciatie van de ingediende moties.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dank. Voorzitter. Allereerst de motie op stuk nr. 711 van de heer Van Dijk en mevrouw Podt over het oproepen van Polen om hulp toe te laten tot het grensgebied met Wit-Rusland. Deze motie geef ik graag oordeel Kamer. Ik onderstreep nu en bij herhaling — en niet alleen ik, ook andere leden van het kabinet — het belang van het respecteren van de fundamentele rechten. Ik ben vanzelfsprekend bereid om dit weer te doen rond de JBZ-Raad.

Over de motie op stuk nr. 712 heb ik geen appreciatie.

Dan de motie op stuk nr. 713, ingediend door mevrouw Ellemeet. Ik snap de vraag. Het is inderdaad van belang dat er een integrale benadering is. Dat heb ik ook al onderstreept. Er volgt een brief aan uw Kamer. Om deze reden verzoek ik mevrouw Ellemeet de motie aan te houden tot het debat van volgende week, op 13 oktober aanstaande.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Ellemeet van GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

In het debat gaf de staatssecretaris aan dat zij daar niet alleen over gaat en dat ook haar collega's daarover gaan. Nu hoop ik toch echt dat de staatssecretaris daarmee niet zegt: ik moet nu eerst in gesprek gaan met mijn collega's. Ik hoop dat de staatssecretaris al heel druk bezig is achter de schermen om dit te realiseren. Het gaat er mij natuurlijk om wat er in de praktijk gebeurt. Als ik de garantie kan krijgen van de staatssecretaris dat zij daar nu heel druk mee bezig is en alle inspanningen levert die nodig zijn, dan kan ik deze motie aanhouden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Die garantie kan ik mevrouw Ellemeet geven.

De voorzitter:

Dank u wel.

Op verzoek van mevrouw Ellemeet stel ik voor haar motie (32317, nr. 713) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dan de motie op stuk nr. 714, ingediend door mevrouw Koekkoek, over het taalgebruik in conclusies en/of verklaringen tijdens de JBZ-Raad. Ik ben het met mevrouw Koekkoek in algemene zin eens dat men zich zorgvuldig moet uitdrukken. Desalniettemin moet ik de motie toch ontraden, want wij hebben geen invloed op de uitspraken van de Raad en het taalgebruik van de Raad. Ik kan wel zo veel mogelijk naar voren brengen dat wij zorgvuldig moeten formuleren. Dat kan ik in ieder geval doen, maar de motie moet ik ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 715, eveneens ingediend door mevrouw Koekkoek, over het vasthouden aan de pakketbenadering. In het BNC-fiche naar aanleiding van het pact over migratie dat vorig jaar september verschenen is, staat het standpunt van het kabinet. Dat standpunt is dat het kabinet de pakketbenadering niet meer in zijn volledige omvang omarmt, omdat dan het risico bestaat dat er helemaal geen stappen worden gezet, ook niet als er een goed voorstel ligt. Om die reden houdt het kabinet niet vast aan de pakketbenadering. Daarom motie ik de motie ontraden.

De motie op stuk nr. 716 van de heer Valstar c.s., over de Franse maatregelen, geef ik oordeel Kamer. Het kabinet is al in gesprek met Frankrijk over deze maatregelen en zal dit ook rond de JBZ-Raad weer doen. Ik ben bereid om, samen met de minister van Buitenlandse Zaken, die verantwoordelijk is voor het visumbeleid, de Kamer te informeren.

De motie op stuk nr. 717, ingediend door de heer Markuszower, moet ik ontraden. Ik verwijs naar het debat dat ik daarover gevoerd heb. Ik heb bij herhaling aangegeven dat ik de uitspraak in het interview met het Algemeen Dagblad betreur.

In de motie op stuk nr. 718, van de heer Ceder, mevrouw Kuik en mevrouw Podt, wordt de regering verzocht om tijdens de aankomende JBZ-Raad met de Griekse collega te overleggen over Nidos.

De voorzitter:

Misschien is het goed om eerst de heer Markuszower van de PVV te laten reageren.

De heer Markuszower (PVV):

Nog even over mijn motie. Ik vraag me af van wie de staatssecretaris dit nou precies moet zeggen. Het was eindelijk een wijs interview. Het waren wijze woorden van deze staatssecretaris. De berekening klopt gewoon. Die is ook geheel in lijn met wat we aan cijfers hebben gezien over bijvoorbeeld de vluchtelingen, de asielzoekers, uit Syrië. De berekening klopt. U was ervan overtuigd. In het interview zegt de staatssecretaris zelfs: mijn woordvoerder zal nu wel boos zijn. Daar is over nagedacht. Mevrouw Broekers-Knol is natuurlijk niet achterlijk, dus als zij over iets heeft nagedacht, dan kan ze er toch achter staan? De vraag is: van wie moet zij nou eigenlijk deze woorden terugnemen? Waarom betreurt zij dit interview? Wie heeft deze staatssecretaris daartoe gedwongen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

In het debat dat ik met de commissie heb gehad, heb ik gezegd dat ik me in het interview heb laten verleiden tot het geven van een als-danantwoord. Daarbij heb ik een hypothetische berekening gegeven. Dat had ik niet moeten doen. Ik wilde namelijk aandacht vragen voor waar het in het interview om ging, namelijk mijn zorgen over de opvang van asielzoekers in brede zin in Nederland. Er wordt heel hard gewerkt door COA, IND, KMar, AVIM en ook door Defensie en vrijwilligers om de opvang zo goed, zo snel en zo soepel mogelijk te laten verlopen. Vanuit die bezorgdheid mijnerzijds en vanuit de spankracht van de organisatie, heb ik mijn zorgen geuit over de cijfers.

De voorzitter:

De heer Markuszower, tot slot.

De heer Markuszower (PVV):

Het is natuurlijk niet onverstandig van een staatssecretaris om in scenario's of in hypothetische gevallen te denken en te preluderen op een situatie die kan komen. Kan de staatssecretaris zeggen of Nederland het aankan als dat aantal inderdaad oploopt tot meer dan, laten we zeggen, 50.000 of tot het getal dat de staatssecretaris zelf noemde, 100.000? Zo ja, hoe gaat Nederland dat dan doen? Wat gaat de staatssecretaris doen als het aantal inderdaad 50.000 of 100.000 wordt?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik laat me niet verleiden tot een als-danuitspraak.

De heer Markuszower (PVV):

Sorry, dit is geen als-danvraag. Wij hebben als Nederland een staatssecretaris in dienst die is aangenomen om in scenario's te denken. Het is heel reëel dat het aantal Afghaanse asielzoekers oploopt tot 50.000 en ik denk, samen met de staatssecretaris, zelfs tot 100.000. Dat is niet een als-dansituatie. Dat gaat komen. Dat hebben we met de Syriërs gezien. Dat gaan we nu ook zien. Daarom vraag ik het. Ik denk dat Nederland daar ook recht op heeft. Wat gaat de staatssecretaris doen als dat aantal Afghaanse asielzoekers inderdaad oploopt?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Nederland en het Nederlands kabinet vinden het van groot belang dat mensen die vluchten voor oorlog en geweld fatsoenlijk worden opgevangen. Alle systemen zijn erop gericht om te zorgen dat we dat kunnen doen. Alleen, als ik zie dat de opvang op een gegeven moment volloopt, dan ben ik bezorgd over hoe we kunnen omgaan met de binnengekomen hulpvragen. Dat is hetgeen waar ik mij druk over moet maken. Daar maak ik me ook druk over. Ook de diensten maken zich daar druk over. We kijken hoe we het allemaal zo goed mogelijk kunnen regelen, zodat we de mensen die zich hier melden voor asiel, omdat ze vluchten voor oorlog en geweld, zo goed mogelijk kunnen opvangen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan hebben we nog de laatste motie op stuk nr. 718 van de heer Ceder.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De motie van de heer Ceder, mevrouw Kuik en mevrouw Podt gaat over het overleg met Griekenland over Nidos. Die motie geef ik het oordeel Kamer. Wij zijn voortdurend in gesprek met de Grieken over de missies van Nidos. Deze gesprekken zijn van de kant van mijn ministerie naar Athene. Er is juist ook heel veel contact over de missie van Nidos om het voogdijsysteem in Griekenland te verbeteren. Ik ben uiteraard bereid om daar opnieuw rond de JBZ-Raad van aanstaande vrijdag aandacht voor te vragen bij de Grieken.

De voorzitter:

Dank u wel.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Mag ik nog even ingaan op de laatste vraag? Dat was geen motie, maar wel een vraag van de heer Omtzigt. Ik zal zeker rond de JBZ vragen naar de Europolmissies, naar degenen die op die lijsten staan en naar hoe het precies zit.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Fijn dat die navraag gedaan wordt. Het gaat expliciet om de lijst van tolken die bij de missie geholpen hebben. Daar is een Europese lijst van. Die kan ook uitgesplitst worden, zodat duidelijk is wie Nederland en wie Nederland en een ander land geholpen hebben. Het gaat mij erom dat er navraag gedaan wordt naar die lijst. Ik wil dat daarover voor het debat van volgende week een terugkoppeling aan de Kamer wordt gegeven.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik heb zojuist gezegd dat ik daar rond de JBZ-Raad navraag naar zal doen. Bovendien is er volgende week, 13 oktober, nog een debat over Afghanistan. Ik hoop dat ik tegen die tijd een antwoord heb en dat ik de informatie heb die u vraagt.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat hoop ik ook. Ik hoop dan schriftelijk ten minste een dag voor het debat de informatie te ontvangen of we die lijst hebben en wat we daar ongeveer mee gaan doen.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik doe mijn best.

De voorzitter:

Kijk. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan straks stemmen. Ongeveer tien à vijftien minuten hebben we nodig om een stemmingslijst te maken. Ook is er behoefte aan overleg binnen de fracties, zo heb ik begrepen. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor haar reactie.

De vergadering wordt van 15.26 uur tot 15.35 uur geschorst.

Naar boven