5 SDE++

Aan de orde is het tweeminutendebat SDE++ (CD d.d. 24/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat SDE++, naar aanleiding van het commissiedebat dat is gehouden op 24 maart jongstleden.

We hebben een achttal inschrijvers. De Kamerleden zijn aanwezig en de minister ook, dus we kunnen gauw beginnen.

Ik geef graag het woord aan de heer Boucke van de fractie van D66. De motie die hij gaat indienen, mag geen verrassing zijn!

De heer Boucke (D66):

Neen, voorzitter, en excuses. Ik had deze motie op het verkeerde moment ingediend, maar ik lees haar keurig nog een keer voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat we alle duurzame technologieën nodig hebben om de klimaatdoelen uit het coalitieakkoord te halen;

constaterende dat waterstof op zee een bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van de industrie;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe we geïntegreerde waterstofproductie via wind op zee versneld kunnen uitvoeren en te onderzoeken hoe restricties in de markt, zoals rondom vergunningen, weggenomen kunnen worden met als doel waterstof ook financieel te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boucke.

Zij krijgt nr. 344 (31239).

Dank, meneer Boucke. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zonneakkers een verspilling zijn van vruchtbare en schaarse grond;

verzoekt de regering zonneakkers uit te sluiten van de SDE++,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 345 (31239).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de cap van 35 terawattuur op hernieuwbare elektriciteit binnen bereik is;

overwegende dat zon op dak een duurzame en efficiënte manier is om elektriciteit op te wekken;

verzoekt de regering de cap voor hernieuwbare elektriciteit te verhogen naar 55 terawattuur ten behoeve van zon op dak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Ephraim.

Zij krijgt nr. 346 (31239).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de glastuinbouw urgent een oplossing nodig heeft voor de energiecrisis waarin zij zich bevindt;

constaterende dat de afvalverwerkende industrie de (merendeel biogene) CO2 beschikbaar heeft waardoor de wkk-systemen van de glastuinbouw vervangen kunnen worden door bijvoorbeeld aardwarmte;

overwegende dat de huidige opzet van de CO2-heffing de afvalsector dwingt in de richting van CCS en er juridische en technische barrières bestaan bij de CO2-toedeling ter bevordering van de seizoenstoepassing in de glastuinbouwsector;

verzoekt de regering de Kamer binnen tien weken te informeren over hoe belemmeringen kunnen worden weggenomen voor de nuttige toepassing van de CO2 uit de afvalverwerking in de glastuinbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 347 (31239).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Keurig, meneer Van Haga. Dank u. Dan zijn we eigenlijk aangekomen bij de heer Erkens, maar hij heeft gewisseld met de heer Van Raan, omdat hij nog andere belangrijke zaken te doen heeft vandaag. Meneer Van Raan, aan u het woord namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Dank aan de heer Erkens van de VVD, wiens naam ik uit enthousiasme onder de moties gezet heb. Hij weet dat alleen nog niet.

De voorzitter:

Standaard onder alle moties?

De heer Van Raan (PvdD):

Onder alle moties, ja.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Nu de serieuze zaken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat we onze afhankelijkheid van andere landen voor onze gasverslaving zo snel en zo duurzaam mogelijk moeten afbouwen;

constaterende dat de miljardensubsidies om Carbon Capture and Storage beschikbaar te maken onze gasverslaving juist in stand houden;

constaterende dat er vanuit de SDE++ nog geen batterijen voor de opslag van zonne- en windenergie gesubsidieerd kunnen worden;

verzoekt de regering om de SDE++ open te stellen voor een nieuwe categorie, "Energy Capture and Storage", waarmee subsidies voor batterijen voor de opslag van zonne- en windenergie mogelijk worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 348 (31239).

De heer Van Raan (PvdD):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staat van de Nederlandse natuur "ronduit slecht" is volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli);

overwegende dat de Rli concludeert dat het natuurbeleid te weinig verbonden wordt met andere vraagstukken, waaronder de energietransitie;

verzoekt de regering om te zorgen voor een meer natuurinclusieve SDE++,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Wassenberg.

Zij krijgt nr. 349 (31239).

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage, meneer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Tot slot. Ik moet nu inderdaad weg, maar de beleidsmedewerkers zullen het oordeel van de minister uiteraard met belangstelling volgen.

De voorzitter:

Dank. Zij zullen het monitoren.

Dan zijn we aangekomen bij de heer Bontenbal namens het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het plafond van 35 terawattuur subsidiabele hernieuwbare opwek op land in 2030, zoals overeengekomen in het Klimaatakkoord, in het licht van het coalitieakkoord niet passend meer is;

constaterende dat in het coalitieakkoord afspraken zijn gemaakt over heldere afstandsnormen voor wind op land en de voorkeur voor zonneparken met multifunctioneel ruimtegebruik;

verzoekt de regering in volgende SDE++-rondes of andere vormen van stimulering niet langer uit te gaan van een maximaal subsidiabele energieproductie van 35 terawattuur in 2030 voor zon en wind, maar rekening te houden met de benodigde groei van zon en wind richting 2030 en 2050, conform het nog af te ronden plan nationaal energiesysteem en passend binnen de afspraken in het coalitieakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal, Boucke en Grinwis.

Zij krijgt nr. 350 (31239).

De heer Bontenbal (CDA):

Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SDE++-projecten alleen subsidieert op basis van de scope 1- en scope 2-emissies;

overwegende dat circulaire economie en emissiereducties in ketens ook onderdeel behoren te zijn van internationaal georiënteerd klimaatbeleid;

verzoekt de regering binnen het Klimaatfonds ruimte te creëren voor een subsidieregeling waaruit innovatieve projecten worden gesubsidieerd die niet alleen scope 1- en scope 2-emissies reduceren, maar ook scope 3-emissies, dus emissies verderop in de keten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal, Agnes Mulder en Grinwis.

Zij krijgt nr. 351 (31239).

Dank, meneer Bontenbal. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik ga heel rap lezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat energiecoöperaties en bewonersinitiatieven op het meeste draagvlak kunnen rekenen bij de opwek op land;

overwegende dat de businesscase voor energiecoöperaties en bewonersinitiatieven vaak minder gunstig is dan voor commerciële projecten, waardoor de impact van hogere materiaalprijzen en langere doorlooptijden bijvoorbeeld door de coronacrisis groter is;

verzoekt de regering om een quickscan te doen welke projecten van energiecoöperaties die in 2019 en 2020 een SDE++-subsidie ontvingen, ook daadwerkelijk gerealiseerd konden worden, en wat hierin de obstakels zijn;

verzoekt de regering te analyseren of energiecoöperaties en burgerinitiatieven in de huidige SDE++-systematiek nadelen ondervinden en te bezien welke oplossingen hiervoor mogelijk zijn, zodat hiermee in de toekomst rekening gehouden kan worden in de ondersteuning van energiecoöperaties en burgerinitiatieven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 352 (31239).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat PBL adviseert om voor de economische levensduur van geothermieprojecten een termijn van 30 jaar te hanteren;

constaterende dat dit advies slechts gedeeltelijk is overgenomen en een levensduur van 20 jaar wordt gehanteerd bij de SDE++;

overwegende dat hierdoor geothermieprojecten minder kansrijk zijn in de SDE++-rondes;

verzoekt de regering het advies van PBL op dit punt in zijn geheel over te nemen en een levensduur van 30 jaar te hanteren bij geothermieprojecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Grinwis.

Zij krijgt nr. 353 (31239).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het plafond in de SDE++-ronde 2022 voor zon en wind, onzekerheid geeft over de ontwikkeling van deze technieken en de uitvoering van de RES'en;

constaterende dat de motie Van der Lee c.s. (32813, nr. 845) vraagt om een onafhankelijk advies aangaande duurzame energieopwek op land na 2025;

verzoekt de regering voor de zomer duidelijkheid te geven voor de elektriciteitssector over vraagontwikkeling, gewenst aandeel van duurzame energie en de subsidie voor duurzame technieken, om een snelle vermindering van de aardgasinzet mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 354 (31239).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Daarnaast ben ik erg blij met de motie van een aantal coalitiepartijen om het plafond van 35 terawattuur voor opwek op land zo snel mogelijk los te laten. Ik denk dat het ongelofelijk belangrijk is, juist nu, om volle vaart in de opwek van duurzame energie te bereiken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Kröger, voor uw bijdrage. Dan geef ik graag het woord aan de heer Thijssen namens de Partij voor de Arbeid.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Het is toch wel een wonderlijk debat dat we voeren en het is een wonderlijke SDE-regeling waarover we praten. Het is heel goed dat er veel meer geld beschikbaar komt voor meer duurzame opwek, maar wat er ook gebeurt, is dat tegen de afspraken met allerlei partijen uit het Klimaatakkoord in, er meer ruimte wordt gegeven aan het onder de grond opslaan van CO2 en het plafond voor duurzame energie-opwek wordt verlaagd. Dat is toch wel heel erg gek, ook omdat CCS ervoor zorgt dat we langer afhankelijk zijn van gas — in de huidige regeling kan dat tot 2043 zo zijn — terwijl meer zon en wind ervoor zorgen dat we minder afhankelijk worden van gas. Ik wil dus toch nog een keer een oproep doen aan de collega's en vooral ook aan de minister. Geef de motie alsjeblieft oordeel Kamer, want volgens mij is het een hele goede motie, ook in het licht van de gebeurtenissen in Oekraïne.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een plafond is voor hernieuwbare opwek op land in de SDE++ van 33,5 terawattuur, terwijl de energieregio's opgeteld 55 terawattuur in de plannen hebben opgenomen;

overwegende dat er voor het halen van de klimaatdoelen en voor onafhankelijkheid van Russische fossiele energie meer zonne- en windenergie nodig is;

overwegende dat indien het plafond voor CCS uit het klimaatakkoord wordt gehandhaafd, er meer budget mogelijk is voor hernieuwbare elektriciteit en warmte;

verzoekt de regering het plafond voor zonne- en windenergie in de SDE++ los te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 355 (31239).

Dank, meneer Thijssen. Thans zijn we aangekomen bij de heer Grinwis namens de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment in de SDE++ systeemkosten, zoals voor het aanleggen van een warmtenet of het verzwaren van een elektriciteitsnetwerk, onvoldoende worden ingeprijsd;

overwegende dat hierdoor bij de toekenning van de SDE++-middelen onvoldoende rekening wordt gehouden met maatschappelijke kostenposten die SDE++-projecten met zich mee kunnen brengen;

verzoekt de regering met het oog op toekomstige SDE-rondes te onderzoeken op welke wijze inprijzing van systeemkosten in de SDE++-systematiek het beste een plaats kan krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis en Erkens.

Zij krijgt nr. 356 (31239).

Een ogenblikje, een interruptie van de heer Bontenbal. Meneer Bontenbal, ook nu weer compact, want we lopen een klein beetje uit de tijd.

De heer Bontenbal (CDA):

Mijn vraag aan collega Grinwis zou zijn: hoe denkt u dat vorm te geven? Want een zonnepark dat dicht bij een station van een netbeheerder zit, is zo aangesloten, maar op 10 kilometer afstand in een weiland is dat totaal anders. Dus die systeemkosten zijn superlokaal. Heeft u een idee hoe u die systeemkosten in een soort algemene regeling wilt vatten?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik heb diverse mogelijkheden tijdens het commissiedebat geopperd. De minister heeft daarop gereageerd dat hij het punt ziet, maar dat hij het nog moeilijk vindt hoe dat dan in te prijzen en dat hij dat meeneemt op weg naar volgende rondes. Dat was wat algemeen, dus ik heb nog eens gecheckt of er nou een duidelijke toezegging is gedaan. Nee. Vandaar deze motie om dit punt echt mee te geven aan de minister. Ik geef niet per se methode x, y of z mee, van " zo moet het". Maar alsjeblieft, is wel mijn oproep samen met collega Erkens, kijk hier goed naar, want nu wentelen we eigenlijk kosten af op de maatschappij terwijl we eigenlijk zo holistisch mogelijk en zo integraal mogelijk met een hele MKBA-benadering hernieuwbare energie moeten stimuleren. Dat is de stelling van de collega's Erkens en Grinwis.

De voorzitter:

Gaat u verder, de tweede motie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister voor Klimaat en Energie naar aanleiding van de motie-Grinwis/Erkens (35531, nr. 30) de realisatietermijn voor toekomstige geothermieprojecten in het openstellingsbudget van de SDE++ heeft verlengd van vier naar zes jaar;

overwegende dat bestaande geothermieprojecten die vertraging hebben opgelopen uitstel kunnen krijgen via een maatwerkoplossing bij RVO;

overwegende dat bij maatwerkafspraken het risico gelopen wordt dat een geothermieproject wel één tot enkele jaren verlenging van de realisatietermijn kan krijgen, maar dat deze verlenging ten koste gaat van de subsidieduur;

verzoekt de regering bij het uitwerken van maatwerkafspraken met betrekking tot bestaande geothermieprojecten die de realisatietermijn dreigen te overschrijden, de toegekende verlenging niet ten koste te laten gaan van de verleende subsidiejaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis en Erkens.

Zij krijgt nr. 357 (31239).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Mijn laatste motie dien ik niet in, want die heeft collega Kröger al ingediend; die gaat over de totale door het PBL vastgestelde economische levensduur van een geothermieproject meenemen in de SDE++-ronde van dit jaar, 2022. Dat is ook toegezegd naar aanleiding van een aangenomen motie-Dik-Faber, om het in deze ronde mee te nemen, maar die toezegging is gewoon niet compleet uitgevoerd. Vandaar mijn oproep en mijn onderstreping van de motie van collega Kröger. Voer het uit en geef geothermie in de SDE++-ronde van dit jaar de volledige economische levensduur waar het recht op heeft. Dat heeft gevolgen voor de subsidie-intensiteitsranking die er vervolgens aan wordt gehangen. Dat geeft geothermie gewoon meer kans dan het nu heeft en dat zou heel goed zijn, want de warmtetransitie willen we versnellen.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage en prettig dat u de motie niet uitspreekt, want we hebben altijd al te veel moties en als dezelfde is ingediend, is het verstandig om die aan te houden. Dan zijn we aangekomen bij de laatste inspreker, de heer Erkens namens de VVD.

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter. De laatste motie na drie tweeminutendebatten. Volgens mij zijn we daar allemaal aan toe ondertussen. De SDE-++ is het werkpaard van de energie- en klimaattransitie. De aandacht en de focus moeten de komende jaren veel meer komen te liggen op duurzame warmte en gassen. Op dat gebied moeten we echt een paar slagen inhalen. Ik ben blij met deze ronde, want die biedt daar veel kansen toe. De minister heeft daarover volgens mij een afgewogen oordeel gegeven.

Ik heb nog een vraag en een motie. De vraag: kan de minister toezeggen dat hij er alles aan gaat doen om het doel van groen gas, dat nu op 2 bcm in 2030 staat, fors te verhogen en te verwerken in het programma Groen Gas? We hebben hierover in het debat al een aantal keren van gedachten gewisseld.

En dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aardwarmteprojecten een lange aanlooptijd kennen;

constaterende dat er veel vertraging wordt opgelopen door trage vergunningsprocedures en een gebrek aan capaciteit bij overheden;

verzoekt de regering om dit jaar een extern onderzoek te laten uitvoeren naar hoe aardwarmteprojecten ook in de toekomst nog verder versneld van de grond kunnen komen, en om de Kamer hierover te informeren uiterlijk begin november 2022,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Grinwis.

Zij krijgt nr. 358 (31239).

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u, meneer Erkens, ook voor uw bijdrage. We zijn aan het einde gekomen van de termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering voor vijf minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg op het tweeminutendebat SDE++. We zijn aangekomen bij de appreciatie van de zijde van de regering. Ik geef graag het woord aan de minister voor Klimaat en Energie.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. De motie-Boucke op stuk nr. 344 gaat over waterstofproductie op zee. Ik wil inderdaad graag bezien hoe we restricties in de markt, zoals vergunningen, kunnen wegnemen en welk instrumentarium nodig is om de ontwikkeling van waterstof op zee verder te ondersteunen, waaronder het afdekken van de onrendabele top. Ik geef deze motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 344 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie-Van Haga/Smolders op stuk nr. 345 moet ik ontraden. We sturen met de SDE op de meest kostenefficiënte technieken. Ik ben bezig met een zonbrief, waarin we de stimulering van zon op objecten maximaal gaan stimuleren. Verder geldt voor zon op land dat het alleen met dubbel gebruik en met het doorlopen van de ladder kan plaatsvinden. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 345.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 345 wordt ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie-Van Haga/Ephraim op stuk nr. 346. Het is sympathiek en goed dat de Kamer mij vanuit alle hoeken vraagt om te kijken hoe we het doel voor hernieuwbare elektriciteit op land kunnen verhogen. Ik wil met de medeoverheden in gesprek over hoe we in het vervolg van de regionale energiestrategieën tot een hoger doel gaan komen. Dit loopt daar iets te veel op vooruit, dus op dit moment ontraad ik de motie op stuk nr. 346.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 346 wordt ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Van Haga op stuk nr. 347 vraagt om binnen tien weken te informeren hoe het wegnemen van belemmeringen voor CO2 uit afvalwerking in de glastuinbouw voor elkaar kan worden gebokst. Ik ben bezig met de minister van LNV om voor het beleidsprogramma Klimaat en Energie specifiek voor de glastuinbouw een samenhangend pakket te maken. Wij zullen dit daarin meenemen, dus de motie op stuk nr. 347 geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 347 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie-Van Raan op stuk nr. 348. Het PBL heeft de afgelopen twee jaar onderzocht hoe batterijen in de SDE++ kunnen worden opgenomen en constateert dat dit nu nog niet goed het geval is. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 348, maar ik ben na het actieplan van de heren Erkens en Grinwis al bezig om te kijken hoe we opslag beter kunnen ondersteunen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 348 wordt ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Van Raan/Wassenberg op stuk nr. 349 vraagt om een meer natuurinclusieve SDE++. We zijn bezig om maatschappelijke eisen beter te integreren in vergunningen en bezien ook hoe die kunnen worden meegenomen in de berekening van de basisbedragen van de SDE. Daarom kan ik deze motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 349 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 350 van Bontenbal en een aantal anderen gaat over de 35 terawattuur energieopwekking op land. Ik wil heel graag kijken hoe ik samen met de medeoverheden tot een hoger doel kan komen, en zal ook met hen bespreken welke vormen van stimulering daarbij passend zijn. Dus deze motie geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 350 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 351 van Bontenbal, Agnes Mulder en Grinwis over scope 3-emissies. Ik heb in het commissiedebat gezegd dat ik samen met de staatssecretaris van IenW en de minister voor Natuur en Stikstof wil kijken hoe we de scope een betere plek kunnen geven in ons klimaatbeleid, zowel nationaal als internationaal. Ik wil er alleen niet op vooruitlopen dat we daar het klimaatfonds voor inzetten omdat dat nationaal opgehaald geld is om de doelen voor 2030 te halen, dus deze motie ontraad ik. Maar we zullen in het programma Energie en Klimaat uitgebreid ingaan op hoe we scope 3-emissies verder kunnen terugdringen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 351 wordt ontraden. Ik zie een interruptie van de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik ben een beetje verbaasd dat de motie op stuk nr. 350, die ook gaat over de 35 terawattuur, oordeel Kamer krijgt. Feitelijk vragen wij in de motie op stuk nr. 346 niet iets heel anders. Ik zou willen vragen om dat te heroverwegen. Wat mij betreft wordt het een inspanningsverplichting, maar het geeft een goed schot voor de boeg en roept de minister op om hier eens goed naar te kijken.

Minister Jetten:

Ik denk dat de heer Van Haga het met mij eens is dat ook draagvlak op lokaal niveau cruciaal is voor die energieopwekking. We beginnen met de gesprekken met de medeoverheden over het doel na de 35 terawattuur, en ik wil die gesprekken niet nu al helemaal vastklikken door in zo'n motie 55 terawattuur als expliciet doel te noemen. Dat helpt niet om de gesprekken met de medeoverheden open aan te gaan.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dus dan begrijp ik het goed. Het probleem is dan het getal van die 55 terawattuur. Als ik dat eruit haal en zeg "substantieel te verhogen", dan krijgt de motie oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dat lijkt me prima.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dan zijn we het eens. Dank u wel.

De voorzitter:

U bent het eens; het is een mooie ochtend.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 352 van mevrouw Kröger. We hebben in het commissiedebat uitgebreid gesproken over energiecoöperaties. Zo'n quickscan kan erg nuttig zijn, dus deze geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 352 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 353 van Kröger en Grinwis. We hebben gekozen om uit te gaan van de extra economische levensduur van vijf jaar omdat productie en afname die veel verder in de toekomst liggen onzeker zijn. Dat neemt niet weg dat een verdere verlenging wel mogelijk is, en inderdaad in lijn met het advies van PBL. Ik zou de heer Grinwis willen toezeggen om daartoe over te gaan, en met die toezegging in het achterhoofd geef ik de motie-Kröger/Grinwis oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 353 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 354 van mevrouw Kröger. Ook hier zou ik willen verwijzen naar het vervolgtraject dat we met de medeoverheden hebben in het kader van de toekomst van de regionale energiestrategieën. In navolging van de motie-Van der Lee waar mevrouw Kröger naar verwees, laat ik op dit moment onderzoek doen naar de toekomstige SDE++-openstellingen. Het gaat echt niet lukken om dat voor de zomer te doen. Ik stuur u binnenkort een brief met een toelichting op het vervolgtraject. Ik zou mevrouw Kröger willen vragen om deze motie aan te houden, dan kunnen we daarover afspraken maken over de vervolgstappen zodra ik de motie-Van der Lee helemaal heb uitgevoerd en u daarover heb geïnformeerd.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Lee, wilt u de motie aanhouden?

Minister Jetten:

Het is mevrouw Kröger.

De voorzitter:

Sorry, mevrouw Kröger.

Minister Jetten:

Maar ze bewaakt het goede werk van de heer Van der Lee.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

We zijn wel innig bij de GroenLinksfractie, maar zo innig nou ook weer niet. Ik vind het tijdpad een beetje lastig. We moeten het opwekken van duurzame energie echt aanjagen. Er ligt een motie-Van der Lee, dus dan vraag ik mij wel af wanneer dat onafhankelijke advies er komt. En hoe zorgen we dat we voor het vervolgtraject, de volgende ronde van de SDE++, daar al naar kunnen handelen?

Minister Jetten:

Nee, dat willen we allemaal niet. U krijgt die brief binnenkort al van mij. Mijn doel is om dit bij de openstellingsronde 2023 dan ook al verwerkt te hebben. Het tempo zit er dus op.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Maar als we het dan in 2023 verwerkt willen hebben, dan moet de minister dus toch wel voor de zomer duidelijkheid aan de Kamer bieden over welk belang hij hecht aan opwekking op land als onderdeel van die doelen?

Minister Jetten:

Ik doe het nu even uit mijn hoofd. Volgens mij kan ik u voor de zomer per brief verder informeren over wat er is gekomen uit het onderzoek naar aanleiding van de motie-Van der Lee. Dan kunnen we het daarover hebben en kunnen we in het najaar vaststellen hoe die SDE++ voor 2023 eruitziet. Dat zou mijn tijdpad zijn.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik broed er even op of ik de motie aanhoud.

De voorzitter:

En anders is de motie ontraden?

Minister Jetten:

Ja. Dan de motie op stuk nr. 355 van de heer Thijssen. Ik heb de motie op stuk nr. 350 net oordeel Kamer gegeven. Met een verwijzing naar die motie ontraad ik de motie op stuk nr. 355.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 355 is ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Grinwis/Erkens op stuk nr. 356 gaat over de inprijzing van systeemkosten met het oog op toekomstige SDE-rondes. Ja, daar hadden we het in het commissiedebat ook over. Ik heb in de evaluatie van de SDE+ reeds onafhankelijk onderzoek laten doen naar het meewegen van die systeemkosten. Het blijkt nog complex en kent wat arbitraire keuzes. Maar voor elke nieuwe SDE-ronde zal ik binnen de bestaande systematiek bezien hoe de effecten van projecten op het systeem gemitigeerd kunnen worden. Als we dat zo steeds stap voor stap kunnen verbeteren, als ik de motie op die manier mag interpreteren — ik zie de heer Grinwis knikken — dan krijgt deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 356: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 357. Ik heb hier volgens mij niet het goede antwoord.

De voorzitter:

Eerst de motie op stuk nr. 358 doen?

Minister Jetten:

Geothermieprojecten. De Kamer heeft onlangs ingestemd met een wijziging van de Mijnbouwwet, specifiek voor geothermie. De regelgeving is meer op maat voor geothermie. Dit zal, als het goed is, leiden tot een versnelling van de vergunningverlening. Na behandeling in de Eerste Kamer kunnen wijzigingen vermoedelijk op 1 januari 2023 in werking treden. Daarnaast worden aanpassingen in de SDE++ doorgevoerd voor geothermie, waardoor de financierbaarheid van projecten voor aardwarmteprojecten ook wordt verbeterd. Tevens werkt EZK samen met EBN en de sector aan een versnellingstraject om geothermie op een aantal aspecten, waaronder de warmtevisies en de financieringsmogelijkheden, nog verder te versterken. Ik geef nu inderdaad antwoord op de motie-Erkens. Als u het goed vindt, meneer Erkens, dan zal ik de resultaten van die acties eerst even willen afwachten voor ik de stap kan zetten die u nu in deze motie aan mij vraagt. Ik zou u willen verzoeken om deze motie aan te houden. Dan kunnen we daar aan het einde van het jaar, wanneer we de behandeling in de Eerste Kamer hebben gehad, de volgende stappen op zetten.

De voorzitter:

Dan heeft u het over de motie op stuk nr. 358?

Minister Jetten:

Ja.

De voorzitter:

Meneer Erkens, wilt u die aanhouden?

De heer Erkens (VVD):

Ik vind aanhouden tot het einde van het jaar wel lang. Wat dat betreft zou ik haar wel graag in stemming laten komen. Het gaat over een onderzoek, aanvullend op een nieuw vergunningstelsel waarin de termijnen nog steeds lang zijn. Dit kan andere knelpunten betreffen. Er is te weinig capaciteit bij de lokale overheid. Ik denk het wel nog kan helpen als de minister in ieder geval inventariseert, inderdaad buiten het nieuwe vergunningstelsel, wat er nog meer gedaan kan worden.

Minister Jetten:

Dan neem ik dit mee in de acties die we al doen met EBN en de sector. Dan hoef ik geen apart onderzoek uit te zetten.

De voorzitter:

Dan houdt u hem aan?

De heer Erkens (VVD):

Ik trek de motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Erkens/Grinwis (31239, nr. 358) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 357.

Minister Jetten:

Dan ga ik even digitaal naar mijn spiekbriefje kijken. Ondertussen beantwoord ik de vraag van de heer Erkens. Hij vroeg om een toezegging om het doel voor groen gas fors te verhogen. Dat zeg ik bij dezen nogmaals toe. Ik ga voor de zomer het programma Groen Gas zo veel mogelijk uitwerken. We proberen allereerst om het doel dat we al hadden in het coalitieakkoord zo concreet mogelijk in te vullen, maar we schetsen ook hoe we verder gaan ondersteunen om dat de komende jaren nog verder omhoog te krijgen dan wat er al in het coalitieakkoord was afgestemd. En dan hoop ik dat de mensen die meeluisteren, mij via mijn telefoon kunnen informeren over wat het oordeel op de motie op stuk nr. 357 is, want ik weet het oprecht niet. Ik kan de tijd volpraten, maar dat heeft volgens mij niet zo heel veel zin.

De voorzitter:

Ik kan anders heel kort even schorsen. Of komt het al bij u binnen?

Minister Jetten:

Ik zie dat er wordt getypt.

De voorzitter:

Er wordt getypt.

Minister Jetten:

De tekst en uitleg komen er ook aan, maar ik moet de motie in ieder geval ontraden. Ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat we anders met terugwerkende kracht de systematiek en de spelregels van die subsidies gaan aanpassen. Daar hebben we het ook met elkaar over gehad in het commissiedebat. Ik hoop dat veel van deze projecten zich inmiddels hebben gemeld bij RVO. Laat ik nogmaals de volgende oproep doen. Geothermieprojecten die vrezen dat zij in de knel komen met de tijd, kunnen met RVO een gesprek voeren over een passende oplossing. Ik kan echter helaas de spelregels niet met terugwerkende kracht aanpassen. Vandaar dat ik deze motie ontraad.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dit debat hebben we inderdaad in de commissie gehad. Dit oordeel is consistent.

De voorzitter:

Mooi.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Daar kan ik dus niks van zeggen. Ik vind het wel heel jammer, want we willen de energietransitie versnellen. Daarmee zegt de minister eigenlijk tegen deze projecten: u moet opnieuw de hele mallemolen door van de SDE. Het is juist voor bestaande projecten vaak niet mogelijk om binnen die vier plus één jaar te realiseren. Ze hebben gewoon bijvoorbeeld vier plus twee nodig. Ik vind het echt zonde dat dit ten koste zou gaan van een subsidiejaar. Ik breng hem dus in stemming met een oordeel ontraden, maar ik hoop dat de Kamer de energietransitie voor warmte, voor geothermieprojecten wil versnellen en dus, ondanks dat oordeel, voor stemt.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 357 wordt ontraden.

Minister Jetten:

Dan zijn we beiden consistent in lijn met het commissiedebat.

De voorzitter:

Zo is het. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat SDE++. Ik dank de Kamerleden en ik dank de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven