10 Belastingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Belastingen (CD d.d. 17/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Belastingen. Ik heet de staatssecretaris van Financiën van harte welkom, evenals de woordvoerders en de mensen die het debat volgen. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Wij hebben een goed debat gehad, maar ik zou op twee punten toch nog graag een nadere motie willen indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de grote vermogensongelijkheid in Nederland negatieve gevolgen heeft voor de kansengelijkheid;

overwegende dat inkomen uit vermogen, met name voor de allerrijksten, relatief laag belast wordt;

spreekt uit dat het huidige niveau van vermogensongelijkheid in Nederland ongewenst hoog is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.

Zij krijgt nr. 115 (35927).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Nederlandse belastingstelsel onevenwichtig is geworden;

constaterende dat volgens de staatssecretaris een grootschalige herziening voor 2025 niet mogelijk is, maar binnen enkele jaren wel;

overwegende dat de aanpak van de grote vermogensongelijkheid hier niet op kan wachten;

verzoekt de regering zich voor te bereiden op een grote belastingherziening en in de tussentijd maatregelen te nemen om de grote vermogensongelijkheid in te dammen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.

Zij krijgt nr. 116 (35927).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat waren beide moties. Op zich heb ik de staatssecretaris horen zeggen dat hij, als hij de taak krijgt om werk te maken van het arrest en met de richtingenbrief komt, er niet omheen kan om naar box 2 te kijken. Dat juich ik toe. Deze moties zijn bedoeld als aanmoediging om daar echt stappen in te zetten. Ik wens hem daar alvast succes mee.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Veel ondernemers hebben gebruikgemaakt van de coronasteunpakketten, maar daar zit ook een potentieel gevaar. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er als gevolg van de coronacrisis bij ondernemers een belastingachterstand is van circa 20 miljard euro;

overwegende dat deze betalingsachterstand belemmerend kan werken op het economisch herstel van ondernemers;

verzoekt de regering deze fiscale schuldenberg en de afbetaling hiervan te monitoren en de Kamer periodiek te rapporteren over mogelijke knelpunten hierin, en te bezien of maatwerk mogelijk is in individuele gevallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 117 (35927).

Dank u wel.

De heer Azarkan (DENK):

Dank.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Inge van Dijk, CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een discussie loopt over de vraag of de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen;

constaterende dat inkomen uit vermogen anders wordt belast dan ander inkomen, waaronder inkomen uit dienstbetrekking;

overwegende dat in box 3 inkomen uit vermogen jaarlijks belast wordt en een heffing op werkelijk rendement wordt ingevoerd en dat box 2 mogelijkerwijs prikkels in zich heeft om beleggingsvermogen aan te houden en belastingheffing uit te stellen;

verzoekt de regering met voorstellen te komen om beleggingsvermogen, niet zijnde pensioenreserveringen, aangehouden in box 2 beter in kaart te brengen en te onderzoeken in hoeverre hierbij onderscheid gemaakt kan worden met dga's met bv's met "echte" ondernemingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Idsinga.

Zij krijgt nr. 118 (35927).

Er is een vraag van de heer Van der Lee. Als u wilt kort en krachtig, want we hebben nog een vol programma vanavond.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, even ter verduidelijking, hoor. Vraagt u nou iets meer dan wat de staatssecretaris al heeft aangekondigd? Hij heeft aangekondigd dat hij in de richtingenbrief ook gaat kijken naar opties voor box 2. Als u iets meer vraagt, wilt u dan niet ook meedoen aan de initiatiefwet waar GroenLinks en de PvdA aan werken?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Mijn vraag is wat ik in het debat over box 3 ook heb aangekaart. Als je zoekt naar oplossingen, kijk dan iets verder en kijk dan ook in box 2. Daarom hebben wij deze motie ingediend. We zetten er een extra streep onder, omdat we het heel belangrijk vinden om er de komende tijd stappen in te gaan zetten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Romke de Jong, D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter. Ook ik heb nog één motie namens D66.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel schenk- en erfbelasting wordt ontweken met constructies met bijvoorbeeld baby-bv's, afgezonderd particulier vermogen en ik-opa-testamenten;

overwegende dat dit ertoe kan leiden dat kleine vermogenden meer belasting betalen dan grote vermogenden;

constaterende dat er geen grondig onderzoek is verricht naar de ontwijkingsmogelijkheden in de schenk- en erfbelasting;

verzoekt de regering deze en andere belastingontwijkingsconstructies in de schenk- en erfbelasting te betrekken bij het onderzoek naar de BOR of in het ibo vermogensongelijkheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Romke de Jong.

Zij krijgt nr. 119 (35927).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dank, voorzitter. Eén motie na een mooi debat met de staatssecretaris.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het coalitieakkoord het voornemen is uitgesproken om de btw op groente en fruit te verlagen naar 0% en een suikerbelasting in te voeren, en het kabinet momenteel bezig is deze afspraak uit te werken;

overwegende dat een verlaging van de btw van 9% naar 0% en een suikerbelasting zorgen voor zowel absoluut als relatief betaalbaarder groente en fruit, waardoor het aantrekkelijker wordt om gezonde en duurzame keuzes te maken;

overwegende dat het doorvoeren van een onderscheid in btw-tarieven bij voedsel leidt tot de voor de uitvoering relevante vraag waar de grens wordt gelegd;

verzoekt de regering zich maximaal in te spannen de voorgenomen verlaging van de btw op groente en fruit naar 0% en een suikerbelasting nog lopende deze kabinetsperiode door te voeren, en voor komende zomer de Kamer te informeren over de aanpak hiervan en mogelijke uitvoeringskeuzes en -issues hierbij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Bikker en Stoffer.

Zij krijgt nr. 120 (35927).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer, SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ook van mijn hand één motie en die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de opgebouwde belastingschuld als gevolg van corona binnen vijf jaar moet worden afgelost;

overwegende dat deze termijn voor een groot deel van de ondernemers passend is, maar voor een groep ondernemingen knelt, terwijl deze ondernemingen wel toekomstperspectief hebben;

overwegende dat de mogelijk knellende terugbetalingstermijn slecht is voor de ondernemers, maar ook voor de economie als geheel, omdat investeringen hierdoor geremd worden;

verzoekt de regering om scenario's te maken om ondernemingen met toekomstperspectief de mogelijkheid te bieden hun terugbetaaltermijn te verlengen, bijvoorbeeld naar tien of twintig jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer en Idsinga.

Zij krijgt nr. 121 (35927).

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het verkiezingsprogramma van de VVD 100 miljoen bezuinigd wordt op de expatregeling;

constaterende dat in het verkiezingsprogramma van D66 100 miljoen bezuinigd wordt op de expatregeling;

constaterende dat in het verkiezingsprogramma van het CDA 100 miljoen bezuinigd wordt op de expatregeling;

constaterende dat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie 100 miljoen bezuinigd wordt op de expatregeling;

constaterende dat in het regeerakkoord geen enkele bezuiniging staat bij de expatregeling;

constaterende dat de koopkracht van expats de huizenmarkt in de Randstad ontwricht;

verzoekt de regering bij de Voorjaarsnota 100 miljoen te bezuinigen op de expatregeling;

verzoekt de regeringspartijen wanneer deze motie verworpen wordt, publiekelijk te verklaren dat verkiezingsprogramma's alleen geschreven worden om kiezers te werven maar niet om plannen uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt.

Zij krijgt nr. 122 (35927).

Dat roept een vraag op van de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Een mooie motie, een mooi punt. Ik ben daar erg voor. Maar wil de heer Omtzigt misschien drie voorbeelden noemen van punten uit zijn rijke verleden die hij ook weleens wel vond maar heeft moeten inleveren bij een coalitieonderhandeling?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik kan er geen drie noemen, ik kan er honderd noemen die ik heb moeten inleveren: over de hervorming van het pensioenstelsel, over wat er met de WIA gebeurd is. Maar dat is niet het probleem. Je levert iets in omdat er iets anders staat in het verkiezingsprogramma van een van de anderen. En dan kan het gebeuren dat je zegt: vandaag krijgt de VVD haar zin, want die heeft iets meer zetels dan de ChristenUnie. Dat gebeurt. Maar hier stond in alle vier verkiezingsprogramma's, van de VVD, van het CDA, van D66 en van de ChristenUnie: we bezuinigen 100 miljoen op de expatregeling. En miraculeus haalt dat het regeerakkoord niet. Misschien kan de heer Grinwis aangeven wie van de partijen ertegen gelobbyd heeft. Hij heeft het kennelijk ingeleverd tegen iemand die het niet wilde hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Misschien kunt u dat bij een kop koffie doen. Ik schors voor vijf minuten en daarna geeft de staatssecretaris een appreciatie van de ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef meteen het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Rij:

Dank u, voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 115 van de heer Van der Lee. Wat ik nu ga zeggen, geldt ook voor de motie op stuk nr. 116. Ik begrijp de moties heel goed vanuit GroenLinks en vanuit het debat dat we gevoerd hebben. De moties zijn alleen wat prematuur. We krijgen het ibo-rapport in juni. Dan gaan we de discussie over de vermogensongelijkheid voeren. Ik heb de richtingennotitie toegezegd en dan gaan we over box 3 en alle varianten daarvan spreken. Mijn voorstel zou zijn om beide moties aan te houden.

De voorzitter:

Ik kijk even of de heer Van der Lee de moties op stuk nr. 115 en 116 wil aanhouden of in stemming wil brengen. Ik zie dat hij ze in stemming wil brengen. Dan worden de moties ontraden?

Staatssecretaris Van Rij:

Dan worden de moties op stuk nr. 115 en 116 ontraden.

De motie op stuk nr. 117 van de heer Azarkan krijgt oordeel Kamer. Zoals het zich nu laat aanzien, komt er begin april een brief van het kabinet. Dan zal met name specifiek hierop worden ingegaan. De appreciatie is daarom oordeel Kamer. Zeer uitgebreide nadere informatie volgt nog.

De motie op stuk nr. 118 van mevrouw Van Dijk en de heer Idsinga zou ik ook oordeel Kamer willen geven. De motie legt terecht de nadruk op het feit dat er in box 2 ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen zit. Dat zijn twee wezenlijk verschillende dingen. Het zal niet gemakkelijk zijn om deze motie uit te voeren, zeg ik op voorhand, maar ik ga mijn uiterste best doen. Oordeel Kamer dus.

Dan de motie op stuk nr. 119 van de heer De Jong. Die betreft de belastingontwijkingsconstructie in de schenk- en erfbelasting. Zoals bekend komt er een evaluatie van de BOR aan. Dan gaan we het uitgebreid hierover hebben. Mijn verwachting is dat die constructies daar ook in beschreven staan en wat daartegen te doen is, alsmede als het gaat om het ibo vermogensverdeling. Ik denk echter dat de evaluatie van de BOR nog concreter is. Ik zou ook hier oordeel Kamer willen geven.

Hetzelfde geldt voor de volgende motie, op stuk nr. 120. Het is een terugkerend onderwerp in dit huis. Zoals bekend ben ik in gesprek met de staatssecretaris van VWS hierover. Die is nu aan zet en komt met voorstellen. Ook hier geef ik oordeel Kamer.

Wat betreft de belastingschulden, de motie op stuk nr. 121 van de heer Stoffer: ook hiervan zeg ik dat er een zeer uitgebreide brief komt aan de Kamer. Omdat er heel specifiek gepreludeerd wordt op eventuele verlenging van de terugbetalingstermijn zou ik het volgende in overweging willen geven. De motie van de heer Azarkan van DENK heb ik al oordeel Kamer gegeven. Zoals deze motie geformuleerd is, zou ik adviseren om deze aan te houden, totdat de brief van het kabinet in ontvangst is genomen. Ik wil nu niet preluderen op mogelijke maatregelen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Stoffer om te zien of hij bereid is om de motie op stuk nr. 121 aan te houden.

De heer Stoffer (SGP):

Twee vragen. Wanneer komt de brief? En wat zou het oordeel zijn als ik de motie wel in stemming breng?

Staatssecretaris Van Rij:

Dan zou het oordeel toch ontraden zijn, omdat u heel specifiek een termijn noemt. De brief komt echt heel snel, misschien al aanstaande vrijdag, maar anders in de loop van volgende week.

De heer Stoffer (SGP):

Ik spreek specifiek over scenario's. Vandaar dat ik bijvoorbeeld een termijn van tien tot twintig jaar noem. Daar zit dus al enige rek in. Ik zal met de andere indiener, de heer Idsinga, overwegen of wij de motie aanhouden. Als de brief vrijdag al komt, is dat natuurlijk heel snel. Dan hoef ik de motie hoogstens een week aan te houden, begrijp ik. We gaan even in beraad.

De voorzitter:

Helder. We gaan naar de motie op stuk nr. 122 van de heer Omtzigt.

Staatssecretaris Van Rij:

Voorzitter. Ik voer het coalitieakkoord uit. Daar staat niet in wat gevraagd wordt in deze motie. Dus het oordeel is: ontraden.

De voorzitter:

Gaat u over de motie op stuk nr. 122 een vraag stellen?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Over twee moties. De staatssecretaris heeft aangegeven mijn moties prematuur te vinden. Maar hij geeft wel een oordeel Kamer over die btw-motie, terwijl daarover nog een ibo-traject loopt. Waarom is dat dan niet prematuur?

Staatssecretaris Van Rij:

Welke btw-motie bedoelt u? De motie over groente en fruit?

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 120 van de heer Grinwis.

Staatssecretaris Van Rij:

De motie over groente en fruit. Daarover heb ik al toegezegd tijdens het debat, en overigens ook al eerder, dat wij daar al in het kabinet over in gesprek zijn. Het is misschien niet helemaal parlementair gezegd, maar in die zin is die motie overbodig. Ik heb het op verzoek van de Kamer ook met de staatssecretaris van Volksgezondheid daarover gehad. Die werkt nu uit wat de definitie in de praktijk precies gaat betekenen. Dus in die zin mag het wat mij betreft, maar …

De voorzitter:

Maar de motie op stuk nr. 120, zegt u nu, is overbodig.

Staatssecretaris Van Rij:

Nee, dat was even een slip of the tongue.

De voorzitter:

Als dat zo is, is het ondersteuning beleid. Dan wil ik eigenlijk vragen of de staatssecretaris de motie kan overnemen, als de heer Grinwis dat goedvindt.

Staatssecretaris Van Rij:

Ik zei al dat het parlementair natuurlijk niet helemaal correct is …

De voorzitter:

Nou ja, het is wel eerlijk.

Staatssecretaris Van Rij:

... maar het is eigenlijk iets wat we al uitgebreid besproken en toegezegd hebben.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Grinwis om te zien of hij zijn motie wil intrekken. Als de overbodig is, dan scheelt dat weer een motie bij de stemmingen. Het is toegezegd, het gebeurt al en de staatssecretaris zegt dat de motie overbodig is.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Er wordt over dit punt veel in de commissies gediscussieerd, overal met een net iets andere toonzetting. Ik vind het daarom wel belangrijk dat we als Kamer deze uitspraak doen. Dus: of de staatssecretaris neemt de motie over en dan weet ik dat die wordt uitgevoerd, of de Kamer doet er een uitspraak over. Maar ik ga de motie niet intrekken.

De voorzitter:

Dan kijk ik even of er bezwaar tegen is dat de motie wordt overgenomen. Dat is niet het geval.

De motie-Grinwis c.s. (35927, nr. 120) is overgenomen.

De voorzitter:

En dat allemaal naar aanleiding van uw vraag, meneer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Maar dan wil ik nog één vervolgvraag stellen. Moet ik nu uit dit antwoord afleiden dat in het kabinet nog helemaal niet wordt gesproken over de aanpak van de grote vermogensongelijkheid in Nederland?

Staatssecretaris Van Rij:

Dat is weer een andere vraag. Over het vorige onderwerp, de btw, heb ik al gezegd dat het staand kabinetsbeleid is en dat we dat gaan uitvoeren. Daarover heb ik een toezegging gedaan. Het punt van de vermogensverdeling is natuurlijk een zeer belangrijk onderwerp. De eerste keer dat wij gaan praten over vermogens is als de richtingennotitie over box 3 aan de orde is. Natuurlijk wordt daarover gesproken. Vervolgens gaan we de bredere discussie voeren als het ibo-rapport komt.

De voorzitter:

We gaan deze discussie nu echt stoppen, want we hebben nog twee andere tweeminutendebatten. Over vermogensongelijkheid kunnen we een hele middag debatteren. We hebben alle moties nu geapprecieerd. Ik stop deze discussie nu. We zijn gekomen aan het eind van de beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris. We gaan volgende week dinsdag stemmen over de moties.

We gaan meteen over naar het volgende tweeminutendebat.

Naar boven