4 Vragenuur: Vragen Van Strien

Vragen van het lid Van Strien aan de staatssecretaris Cultuur en Media over de rol en positie van lokale journalistiek naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen.

De voorzitter:

Ik nodig de heer Van Strien van de VVD uit om zijn mondelinge vraag te stellen aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zijn vraag gaat over de rol en positie van lokale journalistiek naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen. Het woord is aan de heer Van Strien.

De heer Van Strien (VVD):

Dank, voorzitter. De gemeenteraadsverkiezingen zijn geweest. De nieuwe gemeenteraden treden aan en de collegevorming zal in 332 gemeenten op gang komen. Laten we hopen dat in de meeste raden de perstribune niet leeg blijft, want voor een goed functionerende lokale democratie zijn goed functionerende en controlerende lokale media cruciaal.

Rond de verkiezingen hebben we echter een keur aan zorgwekkende signalen en artikelen kunnen lezen, over dat er steeds minder journalistieke controle is op het gemeentebestuur door versplintering en de terugloop van gelden, dat de relatie in sommige gemeenten tussen media en politiek beklemmend is en dat er een wereld te winnen is als er meer samenwerking plaats heeft tussen lokale en regionale media.

Ik heb in dat licht de volgende vragen aan de staatssecretaris voor Media. Hoe ziet zij de rol, de positie en de staat van de lokale journalistiek? Is zij het met de VVD eens dat de lokale journalistiek onder druk staat? Is zij het tevens eens met de VVD dat sterke, lokale journalistiek essentieel is voor het democratische proces? En zo ja, wat is zij bereid om korte termijn structureel te doen?

Mevrouw de voorzitter. Net voor het kerstreces heeft de Kamer de voorganger van deze staatssecretaris welhaast moeten dwingen om pilots ter versteviging van de lokale media te verlengen. In het coalitieakkoord staan warme woorden over en bijbehorende gelden voor de lokale journalistiek en voor de broodnodige lokale en regionale samenwerking. In haar laatste brief stelt de staatssecretaris dat ze richting de zomer met de eerste pennenstreken gaat komen. Ik heb er alle begrip voor dat de staatssecretaris nog wat tijd nodig heeft om zich in te werken in de dossiers, maar de 332 gemeenten wachten niet. En zoals de berichtgeving en mijn eigen ronde langs de lokale media laten zien: urgentie is nodig. Dus welke actie onderneemt zij, niet in splendid isolation maar met de sector, om op korte termijn de lokale journalistiek te versterken en hen in staat te stellen hun democratische rol te vervullen? Gaat ze ook om de tafel met lokale media om te komen tot een versterkingsplan? Op welke termijn ontvangen we dat?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Uslu:

Voorzitter. Het is voor mij de eerste keer in deze Kamer. Het is een bijzondere ervaring.

Dank voor de vraag van de heer Van Strien. Onafhankelijke journalistiek is een groot goed en cruciaal voor een gezonde democratie. Het is ongelofelijk belangrijk voor een kritische samenleving en voor de controle van besturen, van politiek: landelijk, regionaal en lokaal. Dat moeten we elke dag onderstrepen. Wat dat betreft kunt u er dus van uitgaan dat ik dat ontzettend belangrijk vind, niet alleen persoonlijk, maar ook omdat het echt ontzettend belangrijk is voor een democratie.

Het regeerakkoord biedt middelen om te investeren in lokale journalistiek en om de onafhankelijkheid van omroepen en journalisten te verbeteren. Ik wil dat gaan doen door de financiering van de lokale omroepen over te hevelen van het Gemeentefonds naar de rijksbegroting. Dat staat ook in het regeerakkoord en ik ben al bezig met de voorbereidingen daarvan. Het is een complexe, uitdagende klus, een moeilijke opgave. Ik ga hiervoor in gesprek met de gemeenten, lokale omroepen en de NLPO. Het doel is de versterking van de onderzoeksjournalistiek en de lokale omroepen en journalistiek.

In de vorige periode zijn er twee pilots gestart. De eerste pilot betreft de professionalisering van lokale mediadiensten. Die is op 1 maart afgelopen. Het is misschien goed om hier te melden dat het om 20 plannen en 26 omroepen gaat. Er zijn plannen ingediend en verschillende initiatieven gecreëerd. Dat was op 1 maart afgelopen en wij zijn dat nu aan het evalueren. Ik heb op 25 februari ook een brief naar uw Kamer gestuurd. Aan de hand van die evaluatie wil ik breder investeren in de professionele lokale journalistiek.

De tweede pilot betreft de versterking van lokale journalistiek door samenwerking. Die samenwerking is hierbij erg belangrijk en is verlengd tot medio 2023. Die voortzetting is ook gevraagd en bevestigd door het bestuur van de NLPO, de RPO en de NOS. Het is een gemeenschappelijk gedragen pilot, die nu dus verlengd is. Met deze pilot wordt het journalistieke netwerk versterkt en wordt er van elkaar geleerd. Daarom is die samenwerking tussen de NOS, de lokale omroepen en de regionale omroepen zo belangrijk. Die samenwerking wordt nu dus voortgezet tot 2023. Voor 1 juni informeer ik u in de hoofdlijnenbrief over het verdere proces en de inzet. Daar ben ik nu mee bezig. U kunt van mij verwachten dat de maatregelen en regelingen ingericht zullen worden op basis van gesprekken met gemeenten, lokale omroepen en de NLPO. Ik zal hierbij met name de lokale omroepen spreken. Dus de plannen zijn nu in voorbereiding. Pilots laten wel zien dat sommige onderdelen meer werken dan andere, maar een pilot is er natuurlijk om van te leren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik weer het woord aan de heer Van Strien.

De heer Van Strien (VVD):

Dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording. Ik ben blij dat ook zij inziet dat lokale media cruciaal zijn. Het is ook goed om te horen dat er een brief komt. Ik constateer alleen wel dat het allemaal niet erg rap gaat. Dat is misschien omdat, zoals de staatssecretaris ook zegt, het een complex en uitdagende taak is om de boel te verstevigen. Ik vraag haar dus nogmaals: deelt zij wel de mening dat er haast geboden is? Het op 1 juni krijgen van pennenstreken die een voorschot nemen op beleid, is wat de VVD betreft gewoon te laat.

Daarbij, de staatssecretaris zegt: ik doe dat met de sector. Ik krijg toch signalen vanuit de VNG en de NLPO dat zij juist niet betrokken zijn bij de plannen die momenteel wel of niet worden opgesteld. Bijvoorbeeld: de staatssecretaris refereert aan de brief van 25 februari. Waarom komt zij in die brief weer met een projectregeling, terwijl de sector heel duidelijk aangeeft — en ik erken die zorg — dat ze niet gebaat zijn bij weer plannen, weer evaluaties en weer projecten. Ze willen gewoon echt structurele financiering. Hoe reageert de staatssecretaris daarop? Laat ik het concreet maken. Kan de staatssecretaris toezeggen dat ze binnen een maand met de sector, dus met de NLPO, de VNG et cetera, om de tafel gaat om te komen tot een structureel versterkingsplan en dat zij de uitkomsten van dat overleg aan de Kamer meedeelt voordat zij de hoofdlijnenbrief stuurt?

Staatssecretaris Uslu:

Ik neem het heel serieus dat gedacht wordt dat er geen betrokkenheid is. Dat lijkt me een goed argument om dat gesprek weer aan te gaan en om te kijken waar dat gevoel vandaan komt dat er geen betrokkenheid is. Dat wil ik graag veranderen. Binnen een maand zal ik heel ver zijn en ook de gesprekken voor een groot deel gevoerd hebben, maar het lukt mij niet om binnen een maand met een structureel plan te komen. Het is nu eind maart. Binnen een maand is het eind april. Ik vermoed dat ik ergens medio mei al wel een stuk verder zal zijn. Dus ik heb iets meer tijd nodig.

De heer Van Strien (VVD):

De toezegging dat de staatsecretaris binnen een jaar met een structureel versterkingsplan komt, hebben we dan in ieder geval binnen, dus dat is mooi. Mijn vraag was ook niet om dit binnen een maand te doen, maar om binnen een maand in ieder geval met die betrokken sectoren om de tafel te gaan zitten omdat het haast heeft.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Strien. Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma voor een vervolgvraag.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft een aantal belangrijke dingen gezegd over de waarde van de lokale journalistiek. Nu zou mijn fractie ook graag iets willen veranderen in de manier waarop de lokale journalistiek wordt gefinancierd, omdat dat nu uit het Gemeentefonds komt en de gemeenteraad erover beslist, terwijl diezelfde lokale journalistiek natuurlijk eigenlijk die gemeenteraad controleert. Wij zouden daar dus liever landelijke financiering zien. Ik hoop dat de staatssecretaris bereid is dat nadrukkelijk mee te nemen in de plannen die zij dan hopelijk half mei kan presenteren.

Staatssecretaris Uslu:

Ik wil meneer Sjoerdsma bedanken voor deze vraag. Die afhankelijkheid is gevaarlijk, dat moeten we hier benadrukken en onderstrepen. Elke vorm van afhankelijkheid, op welke manier dan ook, moeten we voorkomen. Dus in die zin is die overheveling van de partij waarvan je afhankelijk zou moeten zijn naar een onafhankelijker partij ongelofelijk belangrijk. Dat is ingezet en zullen we de komende tijd ook gaan doen. In die zin kan ik alleen maar zeggen dat ik dat meeneem en ook zal uitvoeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de staatssecretaris bedanken voor haar eerste aanwezigheid bij ons in de plenaire zaal. Ik verwacht dat hier meerdere debatten zullen worden gevoerd. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur en dan starten we met de beëdiging van een nieuwe collega.

De vergadering wordt van 14.52 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven