2 Vragenuur: Vragen Jasper van Dijk

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over de situatie in Oekraïne.

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Volgens mij is dit haar debuut in de Tweede Kamer, dus welkom en heel veel succes. Ik geef als eerste het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP. Hij heeft een mondelinge vraag aan de minister, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over de situatie in Oekraïne. Het woord is aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank u, voorzitter. De spanningen rond Oekraïne lopen steeds verder op. Rusland had al troepen gemobiliseerd, maar sinds deze week wordt ook vanuit de NAVO steeds meer ingezet op bewapening, niet alleen richting de NAVO-landen aan de oostgrens, zoals Bulgarije en Litouwen, maar ook richting Oekraïne zelf. De Koude Oorlog is helemaal terug, inclusief een nodeloze wapenwedloop.

Voorzitter. Agressie vanuit Rusland richting Oekraïne is onacceptabel. Hoe graag Poetin het ook wil, back to the future zit er niet in. Tegelijkertijd moet de NAVO ook geen olie op het vuur gooien, maar die kant gaat het nu wel op. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Daarom heb ik de volgende vragen. Deelt de minister de mening dat we alles moeten doen om een oorlog te voorkomen en dat dialoog de enige route is naar een echte oplossing? Het is zoals mijn partijgenoot Tiny Kox zegt: je moet praten, praten en praten, want als we in Europa stoppen met praten, gaan we schieten.

Voorzitter. Is het juist dat Oekraïne een verzoek heeft gedaan om wapenleveranties en, zo ja, om welke wapens gaat het? Wilt u de Kamer daarover per direct informeren? In december was de regering nog tegen wapenleveranties. Waarom is de regering van standpunt veranderd? Deelt u de mening dat we geen olie op het vuur moeten gooien door wapens aan Oekraïne te leveren? Hoe voorkomt u dat Nederland door deze draai een oorlog wordt in gerommeld?

Voorzitter, tot slot. Is de regering het ermee eens dat er nieuwe onderhandelingen moeten worden gevoerd die gericht zijn op een duurzame vrede? Bent u het ermee eens dat een uitbreiding van de NAVO op dit moment onverstandig is en dat het moet gaan om ontwapening in plaats van bewapening?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de heer Van Dijk voor deze vragen, die ik namens mijn collega, minister Hoekstra, beantwoord. Het is voor mij persoonlijk een bijzonder moment om hier in de plenaire zaal met uw Kamer als eerste te spreken over zo'n belangrijk onderwerp.

Laat ik beginnen bij de eerste vraag van de heer Van Dijk. Moeten we er alles aan doen om een oorlog te voorkomen en een dialoog aan te gaan? Het is van belang om Oekraïne juist nu bij te staan, in een dreigende en onvoorspelbare situatie aan de oostgrens. We weten niet precies wat Rusland van plan is, maar ook wij zijn erop geënt om tot een gesprek te komen en om in gesprek te blijven. Dat is ook voor ons ontzettend belangrijk. Wat dat betreft vindt de heer Van Dijk het kabinet aan zijn zijde, want ook dat is voor ons heel belangrijk.

Dan de vraag of Oekraïne een verzoek heeft gedaan. Mijn collega, minister Hoekstra, heeft vorige week donderdag in een commissiedebat over de RBZ bevestigd dat Oekraïne inderdaad een bilateraal verzoek heeft gedaan aan Nederland. Zoals Hoekstra en de premier hebben gezegd, staan wij open en welwillend tegenover ieder verzoek, maar we moeten wel eerst kijken wat überhaupt mogelijk is als het gaat om het leveren van steun. Het ministerie van Defensie moet dat inzichtelijk maken. Vervolgens gaan wij dat langs de acht toetsingscriteria voor wapenexport leggen, zoals we altijd doen met leveranties. Aan de hand daarvan gaan we uiteindelijk besluiten of we dat wel of niet doen. Het lijkt me nu niet zo relevant om in te gaan op de vraag om wat voor wapens het gaat, omdat eerst gekeken moet worden wat we kunnen leveren en dan of we zoiets zouden willen leveren. Al dat soort leveringen zijn vergunningsplichting. Verder zijn we natuurlijk ook nog bezig met afschrikking. Daar is het uiteindelijk om te doen. We willen in gesprek blijven, maar we willen geen confrontatie. Dit gaat echt om afschrikking. Ook wij willen eruit komen. De afschrikking gaat langs drie assen: het versterken van de NAVO, daar en overal, het ondersteunen van Oekraïne — daar heb ik net al wat over gezegd — en het sanctiepakket, waar gisteren in Brussel ook over is gesproken door mijn collega, minister Hoekstra. Hij heeft daarover gezegd: er moet een stevig pakket zijn met grote economische gevolgen, ook om de druk echt op te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is weer aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De minister zegt: het is niet zo relevant welk verzoek voor wapens Oekraïne heeft gedaan. Me dunkt: het lijkt me heel relevant welk verzoek Oekraïne heeft gedaan. De Kamer heeft ook recht om dat te weten. Wij moeten daarover kunnen spreken. De regering wil transparant zijn over het wapenexportbeleid. Maak het ons duidelijk: welk verzoek heeft Oekraïne gedaan? Dan kunnen we daar ook een open debat over voeren. Het ligt op dit moment in heel Europa gevoelig. Duitsland is tegen wapenexport richting Oekraïne. Dat lijkt me een heel verstandig standpunt. Waarom volgt u de Duitsers niet in dit opzicht? Maak in ieder geval openbaar welk verzoek er ligt, zodat we erover kunnen spreken.

Voorzitter. Het andere punt is het sanctiepakket; dat klopt. Ook de Kamer heeft gevraagd: bereid sancties voor voor het geval dat Rusland een inval doet in Oekraïne. Dat lijkt mij verstandig; dat hebben wij ook gesteund. Echter, deze week zijn Europa en de Verenigde Staten gaan escaleren door middel van het zenden van wapens en troepen richting de grens van Rusland. Bent u met mij van mening dat die escalatie onverstandig is, en dat die ook te snel gaat omdat u had ingezet op sancties? Waarom blijft u niet op het niveau van sancties? En waarom gaat u over op escalatie, waardoor de kans veel groter wordt dat er één verkeerd schot wordt gelost en dat het ook echt uitloopt op een oorlog? Bent u het met mij eens dat die richting onverstandig is?

Minister Schreinemacher:

Om te beginnen bij het eerste punt, de relevantie: ik bedoelde meer vandaag. Natuurlijk is het heel belangrijk en relevant voor de Kamer om uiteindelijk te weten over welke wapens het gaat of over wat voor steun het überhaupt gaat. Het verzoek van Oekraïne leggen we langs die toetsingscriteria. Uiteindelijk gaan we natuurlijk ook met u delen over welke wapens het gaat en hoe we dat hebben beoordeeld naar aanleiding van die criteria. Dan ga ik daar graag met u het debat over aan. Maar eerst moet er een besluit liggen van het kabinet naar aanleiding van die toetsingscriteria.

Ten tweede Duitsland. Scholz heeft gezegd dat zij geen lethal wapens willen leveren. Van het helemaal uitsluiten van wapens of wat voor steun dan ook is in het geval van Duitsland geen sprake.

Ten derde is het ook voor ons, ook voor het kabinet, voor minister Hoekstra, voor mij en voor minister Ollongren, echt van belang dat alles in het teken van diplomatie en de-escalatie staat. Dat heb ik eigenlijk ook bij de eerste beantwoording gezegd. Wat ons betreft blijven we dus zo veel mogelijk praten en zo veel mogelijk ons best doen. We zijn erop gericht om eruit te komen. We willen geen confrontatie. Maar uiteindelijk moeten we ook niet naïef zijn. Er is aan de grens van Oekraïne wel sprake van troepenopbouw vanuit de Russen, en wij willen Oekraïne bijstaan.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De minister zegt: we willen zo veel mogelijk praten. Dat is dus niet waar. De regering is vorige week gedraaid wat betreft haar standpunt en heeft gezegd: wij staan open voor wapenleveranties aan Oekraïne. Ik wil nu van de minister weten: welke wapens zijn dat? Zijn dat antitankwapens? Zijn dat Patriotraketten? Zijn dat andere spullen? Dan kan de Kamer daarover oordelen. De minister zegt: we gaan het eerst toetsen en dan hoort u van ons. Nou, dat wil ik dan zo snel mogelijk weten. Geeft u dus alstublieft een exact tijdpad voor wanneer wij daarover kunnen spreken, want dit is buitengewoon gevoelig. We worden een oorlog in gerommeld als de minister op dit pad verdergaat. Ze zegt "we willen zo veel mogelijk praten", maar intussen wil ze ook starten met wapenleveranties. Dat gaat niet samen. Erkent u dat?

Minister Schreinemacher:

De manier waarop dat wel samengaat is de volgende. Als je uiteindelijk uit bent op afschrikking, dan moet je dat wel op een manier doen. Dan moet je daar wel iets voor hebben. Het kabinet is van mening dat we, om Rusland te dwingen om aan tafel te komen en aan tafel te blijven, die wapens daar nodig hebben. Om het tijdpad te schetsen: eerst moet Defensie inzichtelijk maken of en wat we überhaupt kunnen leveren, zoals ik net al zei. Vervolgens willen wij heel zorgvuldig die toetsingscriteria toepassen. Maar zodra we dat hebben gedaan, bent u natuurlijk de eerste met wie we dat delen en gaan we graag het gesprek met uw Kamer aan.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb nog achttien seconden, zie ik. Erkent de minister dat er wapenexportcriteria zijn in Europa? Die zeggen bijvoorbeeld "je mag geen wapens zenden naar conflictgebieden" en "je mag geen wapens zenden naar instabiele regio's". Erkent u dat het sturen van wapens richting Oekraïne in dat opzicht buitengewoon onverstandig zou zijn en ook in strijd met die criteria?

Minister Schreinemacher:

Het heeft voor mij nu niet zo veel zin om op die criteria in te gaan, want ik zeg: we hebben een steunverzoek vanuit Oekraïne, en daarmee gaan we de criteria langs. Dat moet juist zorgvuldig gebeuren, en dat gaan wij doen nadat Defensie inzichtelijk heeft gemaakt om welke wapens of welke steun het überhaupt zou kunnen gaan.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Jasper van Dijk. Er zijn een aantal mensen die een korte vraag willen stellen. Ik ga het rijtje even af, want dan weet iedereen wanneer hij aan de beurt is. Allereerst is de heer Kuzu van DENK aan de beurt, en dan de heer Brekelmans van de VVD, de heer Sjoerdsma van D66, de heer Eppink van JA21, de heer Ephraim van de Groep Van Haga, mevrouw Agnes Mulder, de heer Ceder, mevrouw Teunissen, mevrouw Piri, en de heer Markuszower van de PVV. Maar allereerst de heer Kuzu en de heer Brekelmans. Gaat uw gang. Korte vragen.

De heer Kuzu (DENK):

Het escaleert al een hele tijd aan de oostgrens van Oekraïne. Ik ben het met de minister eens dat we een strategie moeten toepassen, namelijk de strategie van afschrikking. Maar hoe kan je afschrikken als je aan de ene kant het signaal afgeeft dat je je ambassadepersoneel terugtrekt en aan de andere kant gaat dreigen met een sanctiepakket? Wat voor effect gaat daarvan uit?

Minister Schreinemacher:

We hebben nog niet aangegeven dat we ambassadepersoneel gaan terugtrekken. Volgens mij is mijn collega-minister Hoekstra daar heel duidelijk over geweest. Op dit moment ziet Nederland nog geen aanleiding om dat te doen. Wat dat betreft zijn we juist door Oekraïne te steunen bezig met afschrikking.

De heer Kuzu (DENK):

Dat is niet waar. Want de Amerikanen en Britten trekken hun ambassadepersoneel terug. En minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken heeft aangegeven dat, als mensen dat willen, ze terug mogen gaan. Dit is natuurlijk een signaal; dat wordt natuurlijk ook in Rusland bekeken.

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Kuzu (DENK):

Wat voor signaal gaat daar dan van uit, vraag ik aan de minister.

Minister Schreinemacher:

Nou ja, ik zeg nogmaals: we hebben formeel geen besluit genomen dat we ons ambassadepersoneel terugtrekken. We zijn natuurlijk wel elke dag aan het monitoren of daar eventueel aanleiding toe is. Want inderdaad, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zien daar nu wel aanleiding toe. Onze medelidstaten doen dat nog niet. Dus dat doen wij ook nog niet.

De voorzitter:

De heer Brekelmans, VVD, en dan de heer Sjoerdsma, D66.

De heer Brekelmans (VVD):

De minister geeft inderdaad aan dat de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en ook Australië inmiddels hebben besloten om familie van personeel en niet-essentieel diplomatiek personeel weg te halen uit Oekraïne. Nederland maakt een andere keuze. Het lijkt mij in dat opzicht toch dat het kabinet Russische roulette aan het spelen is.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Brekelmans (VVD):

Er zijn risico's dat Rusland wél overgaat tot een snelle invasie. Mijn vraag aan de minister is dan ook: maakt het kabinet een andere risicoanalyse dan de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk? Of neemt het kabinet bewust meer risico?

Minister Schreinemacher:

Zoals mijn collega al zei: op dit moment ziet Nederland geen aanleiding om het personeel terug te halen. Maar we blijven dat elke dag monitoren. Als we daar een andere inschatting maken, dan zullen we dat natuurlijk doen, ja.

De voorzitter:

De heer Sjoerdsma, D66, en dan de heer Eppink.

De heer Sjoerdsma (D66):

De minister geeft denk ik duidelijk aan — dat is ook belangrijk — dat we Rusland moeten afschrikken en die militaire invasie moeten tegenhouden. Mijn vraag gaat ook daarover, namelijk: is Nederland nu bereid om dat Europese cyberteam, dat snel inzetbaar is en goed kan werken tegen cyberaanvallen, in te zetten in Oekraïne?

Minister Schreinemacher:

Op dit moment ligt er bij de NAVO en ook bij de EU geen verzoek voor een cyberteam, maar als dat verzoek er komt, staat Nederland daar zeker welwillend tegenover, juist ook omdat wij als Nederland echt die expertise hebben.

De voorzitter:

De heer Eppink, JA21, en dan de heer Ephraim, Van Haga.

De heer Eppink (JA21):

Goedendag, minister. JA21 is tegen het leveren van wapens en troepen aan Oekraïne. Oekraïne is geen lid van de NAVO.

De voorzitter:

Uw vraag.

De heer Eppink (JA21):

In het kader van de NAVO heeft Nederland nu twee gevechtsvliegtuigen naar Bulgarije gestuurd. Mijn vraag is of die gaan patrouilleren boven de Zwarte Zee.

Minister Schreinemacher:

Die F-35's zijn inderdaad gestuurd voor Bulgarije. Waar die precies gaan patrouilleren, zou ik eigenlijk graag … Het is een beetje vervelend, maar omdat ik nu mijn collega vervang, kan ik daar nu geen antwoord op geven.

De voorzitter:

Is het handig om daar schriftelijk op terug te komen? Is dat een mogelijkheid?

Minister Schreinemacher:

Ja, heel graag.

De heer Eppink (JA21):

Inderdaad, voorzitter. Mag ik dan ter informatie alleen nog zeggen dat de Zwarte Zee een zeer gevaarlijk gebied is waar ontzettend veel marineschepen zijn uit Turkije, Rusland, Oekraïne enzovoort en dat vliegtuigen daar makkelijk uit de lucht kunnen worden gehaald? Ons fregat Evertsen heeft gemerkt dat er korte tijd een Russisch gevechtsvliegtuig overheen scheerde. Een incident kan dan zo geboren zijn en dan hebben we meer escalatie. Ik wil u alleen wijzen op dat gevaar.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel. We komen er schriftelijk op terug.

De voorzitter:

Dit was de tweede gelegenheid voor JA21 om te reageren. Dan geef ik het woord aan de heer Ephraim van Van Haga en dan aan mevrouw Agnes Mulder van het CDA.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Zoals we uit de recente geschiedenis in Afghanistan weten, kunnen de gebeurtenissen elkaar bliksemsnel opvolgen. Er is weinig informatie en is er weinig tijd beschikbaar. Is er goed nagedacht over een eventueel bliksemsnel evacuatieschema en de problemen die daarbij zouden kunnen opduiken, zodat de zaken die we hebben geconstateerd naar aanleiding van de evacuatie in Afghanistan ditmaal zo veel mogelijk uitgesloten kunnen worden?

Minister Schreinemacher:

Dat is inderdaad iets waar mijn collega-minister Hoekstra gister over heeft gesproken. Het is een dilemma. Trek je mensen te snel terug, waardoor er eigenlijk ook een soort escalatie ontstaat? Anderzijds wil je ook niet te laat zijn. We hebben die les natuurlijk echt wel geleerd bij Kabul. Er wordt dus zeker over nagedacht hoe we dat in goede banen kunnen leiden. Dat gaat inderdaad van dag tot dag en van uur tot uur. Zo kijken we ook naar de situatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Agnes Mulder van het CDA en daarna de heer Ceder van de ChristenUnie.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook wij zouden graag de-escalatie en het effect van een stevig sanctiepakket zien. Onze vraag is in hoeverre Duitsland een duwtje in de goede richting nodig heeft om een streng pakket tot stand te brengen, want er is gisteren over gesproken. Toen is er verder nog niets naar buiten gekomen, maar wij willen natuurlijk wel dat het voldoende stevig is om te voorkomen dat Rusland tot volgende stappen overgaat.

Minister Schreinemacher:

Daar is gisteren inderdaad over gesproken. Er is echt sprake van een grote eensgezindheid onder de Europese lidstaten, inclusief Duitsland. Daar laat ik minister Hoekstra graag zelf nader met uw Kamer over spreken, maar eensgezindheid was er zeker.

De voorzitter:

Dan de heer Ceder van de ChristenUnie en daarna mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ook voor de ChristenUnie is het belangrijk om niet verder te escaleren. We hebben het over wapens en de verhoogde dreiging, maar ik vroeg mij af of gisteren ook besproken is om de gesprekken met Rusland vanuit de EU weer te hervatten. Kunt u duidelijkheid geven over de inzet van de EU? Wat heeft minister Hoekstra daarover ingebracht? Is het volgens u ook belangrijk om dat gesprek te blijven voeren en, zo ja, hoe ziet dat pad eruit?

Minister Schreinemacher:

U heeft donderdag met minister Hoekstra van gedachten kunnen wisselen over de inzet van Nederland en Europa ten aanzien van dit conflict. Ik laat het liever aan minister Hoekstra om met uw Kamer te delen wat daar precies is gewisseld. Als het gaat om de verhoogde dreiging en eventuele wapens of steun vanuit Europa, wordt er bijvoorbeeld ook gekeken naar steun aan militair onderwijs, maar daar moet een verzoek voor komen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk naar mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren. Daarna is mevrouw Piri van de PvdA.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ook wat betreft de Partij voor de Dieren moeten we te allen tijde tot de-escalatie komen. Wat ons betreft moeten we alles op alles zetten om niet te komen tot een soort wapenwedloop. Natuurlijk is een stevig EU-sanctiepakket daarvoor een heel goed alternatief. Mijn vraag is: kan de minister toch wat meer helderheid verschaffen over wat dat stevige sanctiepakket, waar ook Nederland groot voorstander van is, concreet inhoudt? Is er iets uit het gesprek van gisteren gekomen? Want het lijkt moeizaam op gang te komen.

Minister Schreinemacher:

Daar is gisteren dus uitgebreid over gesproken. Het moet een stevig pakket zijn. Ook namens het Nederlandse kabinet heeft dat natuurlijk de voorkeur boven een wapenwedloop, zoals u het noemt. Uiteindelijk heeft een economisch sanctiepakket de voorkeur. Wat daar precies deel van uit zou kunnen maken, laat ik aan minister Hoekstra om later met uw Kamer te delen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Piri van de PvdA en dan de heer Markuszower van de PVV.

Mevrouw Piri (PvdA):

Welkom aan de minister. Ik begrijp dat er op dit moment niks gezegd kan worden over wat er gisteren is besproken over dat sanctiepakket gezien de gevoeligheid. Je wil ook niet laten zien dat er onenigheid is. Dan is de vraag: is er wel overeenstemming in Europa over wat agressie is? Wanneer gaan wij het sanctiepakket inzetten?

Minister Schreinemacher:

Ook dat maakt natuurlijk deel uit van de onderhandelingen die we hebben in Europa. Dat is een van de dingen waar gisteren over is gesproken. Wanneer ga je dat sanctiepakket inzetten? Ook daarvoor geldt dat ik toch uw geduld wil vragen om dat met mijn collega te bespreken.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Piri. Een vervolgvraag.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik denk dat we niet heel veel andere keus hebben dan dat dan maar af te wachten. Dan heb ik toch nog een vraag over de diplomaten. We zien dat een aantal NAVO-landen, zoals Canada en de VS, kennelijk — dan kom ik toch terug op de vraag van collega Brekelmans — een andere dreigingsanalyse maken dan Europese landen. Kunt u daar iets over zeggen? Waarin verschilt de dreigingsanalyse van onze trans-Atlantische partners binnen de NAVO en die van de EU-lidstaten?

Minister Schreinemacher:

Ik ken de informatie niet op basis waarvan de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk hun beslissing nemen. Wij kunnen alleen uitgaan van de dreigingsanalyse die wij maken. Wij zien nu geen aanleiding om het personeel, de ambassademedewerkers, te evacueren. Wij blijven natuurlijk in gesprek met onze bondgenoten en nemen dat ook mee in onze analyses. Als op basis daarvan toch blijkt dat we een andere afweging moeten maken, zullen we dat met de Kamer delen en gaan we natuurlijk ook over tot evacuatie.

De voorzitter:

Dan krijgen we eerst de heer Markuszower van de PVV, dan mevrouw Ellemeet van GroenLinks en mevrouw Van der Plas van BBB. En ik denk dat we eindigen met de heer Jasper van Dijk van de SP. Meneer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV):

Het is natuurlijk een zorgelijke ontwikkeling en een moeilijke situatie. Het zou niet goed zijn als Rusland Oekraïne binnen zou vallen. Maar mijn vraag is wel wat nou het Nederlandse belang is, als Nederland zich met deze kwestie bemoeit. Ik zie dat belang niet. Kan de minister dat uitleggen?

Minister Schreinemacher:

Oekraïne ligt tegen Europa aan. Europa en Nederland zijn gebaat bij een stabiele omgeving, een stabiele regio. Daar ligt dus een direct verband voor ons. Kijk bijvoorbeeld ook naar wat er de afgelopen tijd met Wit-Rusland is gebeurd, hoe daar de grenzen open zijn gezet. Daar zien we de directe gevolgen van. Volgens mij is het dus zeker in het belang van Nederland en in het belang van Europa om daar een stabiele regio te hebben.

De heer Markuszower (PVV):

In het Nederlandse belang is het natuurlijk dat we niet verwikkeld raken in een oorlog die niet de onze is. Daarom zeg ik tegen de minister: doe dit niet!

Minister Schreinemacher:

Ik heb u goed gehoord.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Ellemeet en dan aan mevrouw Van der Plas van BBB. Mevrouw Ellemeet van GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ook van mijn kant welkom aan de minister. Ik wilde doorgaan op de vraag van de VVD en de Partij van de Arbeid. Het is duidelijk dat een aantal van onze bondgenoten een andere risicoanalyse maken dan wij. Zij kiezen wél voor evacuatie. Ik zou aan de minister willen vragen of zij bereid is om inzage te vragen in de analyse van deze landen en die informatie aan de Kamer te doen toekomen, zodat wij daar ook beter over geïnformeerd zijn.

Minister Schreinemacher:

Vanwege het dreigingsbeeld en de veiligheid van onze medewerkers weet ik niet of ik aan dit verzoek gehoor kan geven. Ik zou het graag doen, maar ik weet nu niet of dat zomaar kan. Ik zal dit verzoek in ieder geval doorgeleiden aan mijn collega, minister Hoekstra. Als hij ziet dat het kan, ook in verband met de veiligheid, dan neem ik aan dat hij dat wel wil doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van der Plas van BBB en dan de heer Jasper van Dijk van de SP.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook namens BBB natuurlijk van harte welkom. Tijdens het Afghanistandrama heeft de voormalige minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat er eigenlijk vijf foute inschattingen waren gemaakt. Dat was dat de opmars van de taliban sneller ging dan verwacht. De veiligheid rond het vliegveld was een verrassing. De snelheid waarmee Kabul zou vallen, was ook een verrassing. Achteraf blijkt verder dat er een inschattingsfout is gemaakt over de afhankelijkheid van de Amerikanen. Hangen de vijf fouten — zo zullen we die maar even noemen — die toen zijn gemaakt, die wetenschap, nu boven het bureau van de minister als "van de geschiedenis kan men leren"?

Minister Schreinemacher:

Natuurlijk nemen we de lessen die we daar geleerd hebben, mee. Zoals ik al zei, monitoren we de situatie elke dag en elk uur. Op dit moment zijn er nog gewoon commerciële vluchten en is het reisadvies naar Oekraïne oranje, dus: ga er niet naartoe als je daar niets te zoeken hebt en meld je vooral bij de ambassade als je er wel bent. Het is nu wel een andere situatie dan toen. Maar dat gezegd hebbende, zeg ik inderdaad dat het toen niet goed gegaan is. Daar zijn fouten gemaakt. Daar willen we van leren, dus die lessen nemen we zeker mee.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dit vind ik toch raar, want toen gingen er ook nog commerciële vluchten weg. Toen waren andere landen ook al bezig met evacueren. De oorlog is misschien anders, maar het plaatje van wat eraan voorafgaat, is hetzelfde.

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn vraag is ... Kijk, wij maken ons heel erg veel zorgen over het uiteindelijke lot van Nederlanders in Oekraïne. Zo is het toen ook in Afghanistan gegaan. Ziet de minister de noodzaak, geleerd hebbende uit het verleden, om het nu echt compleet anders te doen?

Minister Schreinemacher:

Ja, natuurlijk, maar het lot van onze ambassademedewerkers ligt mij ook na aan het hart. Ik vind het ook wel belangrijk om dat hier gezegd te hebben. Daarom zeg ik ook: we zijn er echt continu mee bezig. Daar mag u op vertrouwen. Zodra er sprake is van een verandering in de veiligheidssituatie, zullen wij daar natuurlijk actie op ondernemen.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dan afrondend van mijn kant. De minister is tegenstrijdig. Ze zei: sancties hebben de voorkeur; sancties hebben de voorkeur boven een militaire confrontatie. Als dat zo is, waarom is de regering dan van standpunt veranderd? Waarom zei minister Knapen in december nog: we doen geen wapenleveranties, want dat draagt niet bij aan een vreedzame oplossing? En waarom staat uw regering daar dan nu welwillend tegenover?

Minister Schreinemacher:

Als we de situatie van vandaag vergelijken met die van december, dan zien we dat er daadwerkelijk iets veranderd is. De Russen zijn nu wel echt bezig met verdere troepenopbouw. Wat dat betreft is er echt wel degelijk iets veranderd. Daarom kijken we nu naar de situatie van vandaag en staan we open voor en eventueel welwillend tegenover een steunverzoek, zoals dat nu is ontvangen afgelopen donderdag.

De voorzitter:

Ik dank u wel voor uw aanwezigheid, voor het eerst in onze plenaire zaal.

Naar boven